1. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
x kleiner dan -1
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
notatie
tekening
2. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
x kleiner dan -1
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
notatie
x >3
tekening
3. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
x kleiner dan -1
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
notatie
x >3
tekening
4. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
tekening
5. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
tekening
6. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
tekening
7. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
tekening
8. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
tekening
9. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
tekening
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
Op 1. Noteer de intervallen van
a) x is een getal kleiner dan 3 of groter dan 5
b) x is een getal tussen 2 en 7
10. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
tekening
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
Op 1. Noteer de intervallen van
a) x is een getal kleiner dan 3 of groter dan 5
x< 3 v x> 5
b) x is een getal tussen 2 en 7
11. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
tekening
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
Op 1. Noteer de intervallen van
a) x is een getal kleiner dan 3 of groter dan 5
x< 3 v x> 5
b) x is een getal tussen 2 en 7
2<x <7
12. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
tekening
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
Op 1. Noteer de intervallen van
a) x is een getal kleiner dan 3 of groter dan 5
x< 3 v x> 5
b) x is een getal tussen 2 en 7
2<x <7
13. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
tekening
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
Op 1. Noteer de intervallen van
a) x is een getal kleiner dan 3 of groter dan 5
x< 3 v x> 5
6
b) x is een getal tussen 2 en 7
2<x <7
14. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
tekening
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
Op 1. Noteer de intervallen van
a) x is een getal kleiner dan 3 of groter dan 5
x< 3 v x> 5
6
voor
x< 1 v x> 6
b) x is een getal tussen 2 en 7
2<x <7
15. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
tekening
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
Op 1. Noteer de intervallen van
a) x is een getal kleiner dan 3 of groter dan 5
x< 3 v x> 5
6
voor
x< 1 v x> 6
-1
b) x is een getal tussen 2 en 7
2<x <7
16. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
tekening
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
Op 1. Noteer de intervallen van
a) x is een getal kleiner dan 3 of groter dan 5
x< 3 v x> 5
6
voor
x< 1 v x> 6
b) x is een getal tussen 2 en 7
2<x <7
-1
voor
-1<x <5
17. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
tekening
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
Op 1. Noteer de intervallen van
a) x is een getal kleiner dan 3 of groter dan 5
x< 3 v x> 5
6
voor
x< 1 v x> 6
b) x is een getal tussen 2 en 7
2<x <7
-1
voor
-1<x <5
18. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
beschrijving
x groter dan 3
notatie
tekening
x >3
x kleiner dan -1 x < -1 v x > 4
of groter dan 4
x tussen -3 en 2
−3 < x < 2
Op 1. Noteer de intervallen van
a) x is een getal kleiner dan 3 of groter dan 5
x< 3 v x> 5
6
voor
x< 1 v x> 6
b) x is een getal tussen 2 en 7
2<x <7
-1
voor
-1<x <5
voor
0<x <5
19. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 -25=0
20. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 -25 =0
21. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
b) −8x2 +10x =0
c) x2 -25 =0
22. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x −5) =0
c) x2 -25 =0
23. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x−5) =0
−2x =0 v 4x −5 =0
c) x2 -25 =0
24. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x−5) =0
−2x =0 v 4x −5 =0
x =0 v x = 1 ¼
c) x2 -25 =0
25. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x−5) =0
−2x =0 v 4x −5 =0
x =0 v x = 1 ¼
c) x2 −25 =0
(x−5)(x+5) =0
26. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x−5) =0
−2x =0 v 4x −5 =0
x =0 v x = 1 ¼
c) x2 −25 =0
(x−5)(x+5) =0
x =5 v x = −5
27. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x−5) =0
−2x =0 v 4x −5 =0
x =0 v x = 1 ¼
Kwadratische vergelijkingen
c) x2 −25 =0
(x−5)(x+5) =0
x =5 v x = −5
28. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x−5) =0
−2x =0 v 4x −5 =0
x =0 v x = 1 ¼
Kwadratische vergelijkingen
c) x2 −25 =0
(x−5)(x+5) =0 je gelijkstelt aan 0,
Als
x =5 v x = −5
29. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x−5) =0
−2x =0 v 4x −5 =0
x =0 v x = 1 ¼
Kwadratische vergelijkingen
c) x2 −25 =0
(x−5)(x+5) =0 je gelijkstelt aan 0,
Als
x =5 v x = −5
Dan bereken je
snijpunt
30. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x−5) =0
−2x =0 v 4x −5 =0
x =0 v x = 1 ¼
Kwadratische vergelijkingen
c) x2 −25 =0
(x−5)(x+5) =0 je gelijkstelt aan 0,
Als
x =5 v x = −5
Dan bereken je
snijpunt x-as
31. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
y
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x−5) =0
−2x =0 v 4x −5 =0
x =0 v x = 1 ¼
c) x2 −25 =0
(x−5)(x+5) =0
x =5 v x = −5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
32. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
y
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x−5) =0
−2x =0 v 4x −5 =0
x =0 v x = 1 ¼
c) x2 −25 =0
(x−5)(x+5) =0
x =5 v x = −5
y
x
x
1
2
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
33. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
(x+4)(x+2)=0
x = −4 v x= −2
y
b) −8x2 +10x =0
−2x(4x−5) =0
−2x =0 v 4x −5 =0
x =0 v x = 1 ¼
c) x2 −25 =0
(x−5)(x+5) =0
x =5 v x = −5
y
−5
5
x
x
x
1
2
schets
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
34. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
x
x
x
1
Op 2. Los op
a) x2 +7x+10 >0
b) x2 −16 <0
2
c) −2x2 +10x <4x
schets
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
35. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
y
−5
5
x
x
x
1
Op 2. Los op
a) x2 +7x+10 >0
b) x2 −16 <0
schets
2
c) −2x2 +10x <4x
Kwadratische
Ongelijkheden
36. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
a) x2 +7x+10 >0
b) x2 −16 <0
schets
2
c) −2x2 +10x <4x
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
37. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
b) x2 −16 <0
schets
2
c) −2x2 +10x <4x
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
38. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
b) x2 −16 <0
schets
2
c) −2x2 +10x <4x
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
39. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
f(x)>0 voor
x
b) x2 −16 <0
schets
2
c) −2x2 +10x <4x
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
40. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
schets
2
c) −2x2 +10x <4x
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
41. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
f(x)
schets
2
c) −2x2 +10x <4x
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
42. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
f(x)
2) (x+4)(x−4) =0
schets
2
c) −2x2 +10x <4x
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
43. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
f(x)
2) (x+4)(x−4) =0
2) x= −4 v x = 4
schets
2
c) −2x2 +10x <4x
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
44. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
f(x)
2) (x+4)(x−4) =0
2) x= −4 v x = 4
−4
4
f(x)<0 voor
2
c) −2x2 +10x <4x
f
x
schets
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
45. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
f(x)
2) (x+4)(x−4) =0
2) x= −4 v x = 4
−4
4
f(x)<0 voor
−4<x<4
2
c) −2x2 +10x <4x
f
x
schets
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
46. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
f(x)
2) (x+4)(x−4) =0
2) x= −4 v x = 4
−4
f(x)
4
x
f(x)<0 voor
−4<x<4
2
c) −2x2 +10x <4x
1) −2x2 +6x <0
f
schets
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
47. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
f(x)
2) (x+4)(x−4) =0
2) x= −4 v x = 4
−4
2)
4
x
f(x)<0 voor
−4<x<4
2
c) −2x2 +10x <4x
1) −2x2 +6x <0
f
schets
f(x)
+6x =0
−2x2
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
48. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
f(x)
2) (x+4)(x−4) =0
2) x= −4 v x = 4
−4
f(x)
2)
+6x =0
−2x(x −3) =0
−2x2
4
x
f(x)<0 voor
−4<x<4
2
c) −2x2 +10x <4x
1) −2x2 +6x <0
f
schets
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
49. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
−5
5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
f(x)
2) (x+4)(x−4) =0
2) x= −4 v x = 4
−4
f(x)
2)
+6x =0
−2x(x −3) =0
−2x =0 v x −3=0
x =0 v x =3
−2x2
4
x
f(x)<0 voor
−4<x<4
2
c) −2x2 +10x <4x
1) −2x2 +6x <0
f
schets
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
50. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
5
−5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
schets
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
f(x)
2) (x+4)(x−4) =0
2) x= −4 v x = 4
c) −2x2 +10x <4x
1) −2x2 +6x <0
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
f(x)
2)
+6x =0
−2x(x −3) =0
−2x =0 v x −3=0
x =0 v x =3
0 f
3
−2x2
f
−4
2
4
x
x
f(x)<0 voor
−4<x<4
f(x)<0 voor
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
51. Klas 3vwo hoofdstuk 7 intervallen.
Op 1. Los op
a) x2 +6x+8 =0
b) −8x2 +10x =0
c) x2 −25 =0
(x+4)(x+2)=0
−2x(4x−5) =0
(x−5)(x+5) =0
x = −4 v x= −2
−2x =0 v 4x −5 =0
x =5 v x = −5
y
x =0 v x = 1 ¼
y
5
−5
Kwadratische
vergelijkingen
Als je gelijkstelt aan 0,
Dan bereken je snijpunt
x-as
x
x
schets
x
1
Op 2. Los op
1) a) x2 +7x+10 >0
f(x)
2) (x+2)(x+5) =0
2) x =−2 v x =−5
3)
f
−5
schets
−
2
x
f(x)>0 voor
x < −5 v x > −2
b) x2 −16 <0
f(x)
2) (x+4)(x−4) =0
2) x= −4 v x = 4
c) −2x2 +10x <4x
1) −2x2 +6x <0
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
f(x)
2)
+6x =0
−2x(x −3) =0
−2x =0 v x −3=0
x =0 v x =3
0 f
3
−2x2
f
−4
2
4
x
x
f(x)<0 voor
−4<x<4
f(x)<0 voor
x < 0v x > 3
1) Rechts 0 maken
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
52. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op (zelf maken 10 minuten)
a)
x2
+x < 5x
b)
−2x2
−2x > −24
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
53. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
a)
+x < 5x
1) x2 − 4x < 0
f(x)
b)
−2x2
−2x > −24
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
54. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
a)
+x < 5x
1) x2 − 4x < 0
f(x)
2) x2 − 4x = 0
b)
−2x2
−2x > −24
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
55. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
a)
+x < 5x
1) x2 − 4x < 0
f(x)
2) x2 − 4x = 0
2) x(− 4) = 0
b)
−2x2
−2x > −24
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
56. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
a)
+x < 5x
1) x2 − 4x < 0
f(x)
2) x2 − 4x = 0
2) x(− 4) = 0
2) x =0 v x = 4
b)
−2x2
−2x > −24
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
57. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
a)
+x < 5x
1) x2 − 4x < 0
f(x)
2) x2 − 4x = 0
2) x(− 4) = 0
2) x =0 v x = 4
f
0
4
f(x) <0 voor
x
b)
−2x2
−2x > −24
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
58. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
a)
+x < 5x
1) x2 − 4x < 0
f(x)
2) x2 − 4x = 0
2) x(− 4) = 0
2) x =0 v x = 4
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
x
b)
−2x2
−2x > −24
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
59. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0
f(x)
f(x)
2) x2 − 4x = 0
2) x(− 4) = 0
2) x =0 v x = 4
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
60. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0
f(x)
f(x)
2) x2 − 4x = 0 2)
2) x(− 4) = 0
2) x =0 v x = 4
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
−2x2
−2x +24=0
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
Niet delen voor stap 1
61. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0
f(x)
f(x)
−2x2
−2x +24=0
2) x2 − 4x = 0 2)
2) x(− 4) = 0 2) x2 +x −12=0
2) x =0 v x = 4
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
Niet delen voor stap 1
62. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0
f(x)
f(x)
−2x2
−2x +24=0
2) x2 − 4x = 0 2)
2) x(− 4) = 0 2) x2 +x −12=0
2) x =0 v x = 4 2) (x+4)(x −3) =0
2) x =−4 v x = 3
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
Niet delen voor stap 1
63. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0
f(x)
f(x)
−2x2
−2x +24=0
2) x2 − 4x = 0 2)
2) x(− 4) = 0 2) x2 +x −12=0
2) x =0 v x = 4 2) (x+4)(x −3) =0
2) x =−4 v x = 3
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
f
x −4
3
f(x) >0 voor
x
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
Niet delen voor stap 1
64. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0
f(x)
f(x)
−2x2
−2x +24=0
2) x2 − 4x = 0 2)
2) x(− 4) = 0 2) x2 +x −12=0
2) x =0 v x = 4 2) (x+4)(x −3) =0
2) x =−4 v x = 3
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
f
x −4
3
f(x) >0 voor
−4<x<3
x
c) 4x(x+2) <5x+1
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
Niet delen voor stap 1
65. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24 c) 4x(x+2) <5x+1
2
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0 1) 4x +8x<5x+1
1) 4x2+3x−1<0
f(x)
f(x)
f(x)
2) x2 − 4x = 0 2) −2x2 −2x +24=0
2) x(− 4) = 0 2) x2 +x −12=0
2) x =0 v x = 4 2) (x+4)(x −3) =0
2) x =−4 v x = 3
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
f
x −4
3
f(x) >0 voor
−4<x<3
x
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
Niet delen voor stap 1
66. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24 c) 4x(x+2) <5x+1
2
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0 1) 4x +8x<5x+1
1) 4x2+3x−1<0
f(x)
f(x)
f(x)
2) x2 − 4x = 0 2) −2x2 −2x +24=0
2+3x−1=0
2) 4x
2) x(− 4) = 0 2) x2 +x −12=0
2) x =0 v x = 4 2) (x+4)(x −3) =0 a= 4 b=3 c =−1
2) x =−4 v x = 3
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
f
x −4
3
f(x) >0 voor
−4<x<3
x
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
Niet delen voor stap 1
67. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24 c) 4x(x+2) <5x+1
2
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0 1) 4x +8x<5x+1
1) 4x2+3x−1<0
f(x)
f(x)
f(x)
2) x2 − 4x = 0 2) −2x2 −2x +24=0
2+3x−1=0
2) 4x
2) x(− 4) = 0 2) x2 +x −12=0
2) x =0 v x = 4 2) (x+4)(x −3) =0 a= 4 2b=3 c =−1
D = b - 4ac
2) x =−4 v x = 3
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
D = 32 - 4 i4 i-1
D = 9 + 16 = 25
f
x −4
3
f(x) >0 voor
−4<x<3
x
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
Niet delen voor stap 1
68. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24 c) 4x(x+2) <5x+1
2
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0 1) 4x +8x<5x+1
1) 4x2+3x−1<0
f(x)
f(x)
f(x)
2) x2 − 4x = 0 2) −2x2 −2x +24=0
2+3x−1=0
2) 4x
2) x(− 4) = 0 2) x2 +x −12=0
2) x =0 v x = 4 2) (x+4)(x −3) =0 a= 4 2b=3 c =−1
D = b - 4ac
2) x =−4 v x = 3
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
D = 32 - 4 i4 i-1
D = 9 + 16 = 25
f
x −4
3
f(x) >0 voor
−4<x<3
x
-b + D -3 + 25 1
=
=
2a
2 i4
4
-b - D -3 - 25
x2 =
=
= -1
2a
2 i4
x1 =
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
Niet delen voor stap 1
69. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24 c) 4x(x+2) <5x+1
2
f
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0 1) 4x +8x<5x+1
1) 4x2+3x−1<0
f(x)
f(x)
¼ x
−1
2 − 4x = 0 2) −2x2 −2x +24=0
f(x)
2) x
2) 4x2+3x−1=0
2) x(− 4) = 0 2) x2 +x −12=0
f(x) <0 voor
2) x =0 v x = 4 2) (x+4)(x −3) =0 a= 4 2b=3 c =−1
D = b - 4ac
2) x =−4 v x = 3
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
D = 32 - 4 i4 i-1
D = 9 + 16 = 25
f
x −4
3
f(x) >0 voor
−4<x<3
x
-b + D -3 + 25 1
=
=
2a
2 i4
4
-b - D -3 - 25
x2 =
=
= -1
2a
2 i4
x1 =
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
Niet delen voor stap 1
70. Klas 3vwo hoofdstuk 7 kwadratische ongelijkheden
Op 2. Los op
x2
−2x2
a)
+x < 5x b)
−2x > −24 c) 4x(x+2) <5x+1
2
f
1) x2 − 4x < 0 1) −2x2 −2x +24>0 1) 4x +8x<5x+1
1) 4x2+3x−1<0
f(x)
f(x)
¼ x
−1
2 − 4x = 0 2) −2x2 −2x +24=0
f(x)
2) x
2) 4x2+3x−1=0
2) x(− 4) = 0 2) x2 +x −12=0
f(x) <0 voor
2) x =0 v x = 4 2) (x+4)(x −3) =0 a= 4 2b=3 c =−1
D = b - 4ac
x<−1 v x> ¼
2) x =−4 v x = 3
f
0
4
f(x) <0 voor
0<x<4
D = 32 - 4 i4 i-1
D = 9 + 16 = 25
f
x −4
3
f(x) >0 voor
−4<x<3
x
-b + D -3 + 25 1
=
=
2a
2 i4
4
-b - D -3 - 25
x2 =
=
= -1
2a
2 i4
x1 =
Stappenplan kwadratische
ongelijkheden oplossen:
1) Rechts 0 maken en noem
links f(x)
2) Vervang > of < door = en
los op (ontbind of abc-formule)
3) Maak een schets
4) Vergelijk je schets met
stap 1 en geef daarna je
interval
Niet delen voor stap 1