SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 16
Descargar para leer sin conexión
LeerKrachtJaargang 13 | nummer 2 | september 2011
pagina 4 | Lesgeven met een beperking |
pagina 8 | Interview met onderwijsminister Van Bijsterveldt |
pagina 14 | Brede buurtschool op z’n Amerikaans |
Inhoud
Voormalig hockey-international Guus Vogels
(36) is oud-leerling van de Thomas van Aquino
mavo in Poeldijk, het huidige ISW Irenestraat.
Vogels keepte meer dan 264 interlands, nam
deel aan vier Olympische Spelen en won daar
onder andere goud en zilver, werd met zijn
team Europees kampioen en veroverde verder
vele Champions Trophies en andere kampioen-
schappen.
“School en huiswerk waren niet mijn grootste
hobby’s, ik was veel liever bezig met sporten.
Toen ik twintig jaar geleden op de mavo zat,
was er iedere dag een huiswerkklas van drie
tot vijf en dat was mijn redding. Zo was ik dan
bij thuiskomst helemaal klaar en kon meteen
mijn sportschoenen aantrekken en de wei in.
Het was een kleine gedisciplineerde school en
dat was goed voor mij. Ik hield namelijk wel
van een dolletje en een grapje op z’n tijd.
Mijn eerste mentor was meneer Simonis. Hij
oogde wat streng en ik zag het niet zo zitten
met hem, maar hij bleek al snel een heel
goede begeleider. Je moet zo’n eerste jaar na
de lagere school toch je draai vinden en dan is
het fijn als iemand je daarin goed begeleid.”
“Heel bijzonder, maar ik ben de enige in de fa-
milie die hockeyt. Ik zat eerst, net als de rest
van de familie, op tennis. Toen een vriend
vroeg of ik ook een keer meeging naar de hoc-
key was mijn eerste reactie: ‘Dat is niets voor
mij met al die kakkers’. Uiteindelijk ben ik
toch een keer meegegaan. Ik nam meteen
plaats in het doel en daar ben ik tot mijn af-
scheid vorig jaar juni niet meer uit gegaan. Op
mijn vijftiende ging ik bij HGC hockeyen en
werd ik geselecteerd voor de jeugdselecties
van het Nederlands elftal. Veel afwezig van
school vanwege het hockey was ik op de mavo
De bekende oud-leerling
I
edere school heeft wel een oud-leerling
die zich in zijn of haar latere leven ont-
popte tot een bekende Nederlander. Soms
door een bepaald talent, een opvallende
prestatie of een functie in de maatschappij.
Hoe kijken zij terug op hun schooltijd?
Guus Vogels:
‘De huiswerkklas was mijn redding’
‘LeerKracht’ (4100 ex.) is het personeelsmagazine
van Lucas Onderwijs. Het volgende nummer ver-
schijnt in december 2011. Suggesties voor kopij
kunt u mailen naar: annemarie@breevemedia.nl.
Lucas Onderwijs
Postbus 93231
2509 AE Den Haag
070 - 300 11 00
www.lucasonderwijs.nl
info@lucasonderwijs.nl
| Redactie |
Victoria Bachnoe, Annemarie Breeve (eindredactie),
Jessica Hendriks, Roger Huijgen, John Huiskens,
Sharon de Roode, Ted Smits, Cor Verbree
| Aan dit nummer werkten mee |
Huub van Blijswijk, Marcel Groeneweg, Erno Mijland,
Michel Schreuder, Vic Steenbergen
| Vormgeving en productie |
The Happy Horseman BV
| Illustraties |
Auke Herrema
| Fotografie (tenzij anders vermeld) |
Lou Wolfs Fotografie
Colofon
Artikelen
Lesgeven met een beperking 4
Nationaal jeugddijkgraaf: Bart Bongaards 5
Commotie rondom leerlingvervoer 6
Interview met Marja van Bijsterveldt 8
Leerlingen in sollicitatiecommissie 13
Haagse delegatie naar de VS 14
Rubrieken
De bekende oud-leerling 2
De doorgeefcolumn 7
Kort nieuws 10
Column Marcel Groeneweg 12
Tien vragen aan 16
| LeerKracht | 3
| Tekst | Huub van Blijswijk
| Fotografie | Lou WolfsColumn College van Bestuur
De afstand tussen bestuur-
ders en de werkvloer wordt
vaak uitvergroot tot een
karikatuur van de werkelijkheid.
Toch snijdt die kritiek soms
hout. Ook voor mij als bestuur-
der is het een uitdaging om de
verbinding in stand te houden.
De kern van de kritiek in de
media richt zich op de kloof
tussen beleid en uitvoering.
Het bestuur is van het beleid
en school is van de uitvoering
en dat is nu een hardnekkige
misvatting. Bestuurders moe-
ten besturen en daar hoort het
vaststellen van beleid natuurlijk
bij. Ik wil dat als bestuurder
alleen doen in en na overleg met de scholen. Voor deze dialoog
moeten we dus samen aan tafel. Het “wij en zij denken” moet met
wortel en tak worden uitgeroeid. Beleid maken we samen!
Zo is het mogelijk om binnen een
grote organisatie kleinschalig te opereren,
waarbij het kind centraal blijft staan.
Binnen Lucas kiezen we voor een besturingsfilosofie waar de
verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie zitten.
We hebben eindverantwoordelijke schoolleiders, die werken binnen
de vastgestelde kaders van Lucas. Deze kaders bespreken we met
elkaar en met onze stakeholders. Zo is het mogelijk om binnen een
grote organisatie kleinschalig te opereren, waarbij het kind
centraal blijft staan. We zoeken wel naar de voordelen van onze
omvang, bijvoorbeeld bij centrale inkoop en personeelszaken.
Hierdoor kunnen scholen hun kerntaken nog beter uitvoeren.
Bij Lucas is beleid een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid.
Echt goed beleid wordt geformuleerd met de verschillende
partijen, samen dus en dat verplicht. De les voor bestuur en
school is dus: Zoek de verbinding, organiseer de relatie en blijf
oogcontact houden! |
Beleid maken
| Tekst | Roger Huijgen
nog niet, dat begon later wel
toen ik op de MTS zat.”
“De prijzen die ik heb ge-
wonnen in mijn loopbaan
zijn natuurlijk mooi, maar de
herinneringen en het beleven van de weg er naar toe zijn nog
veel mooier. Van het geld dat je verdient als semiprof hockey kun je leuk
leven, maar je hebt geen spaarpot opgebouwd aan het einde van je
carrière. In de laatste fase van mijn hockeycarrière werkte ik al twintig
uur per week bij onder andere bij Randstad en als verenigingsmanager
bij HGC. Ik heb naast hockey ook altijd gestudeerd. Ik werk inmiddels bij
Vopak in Rotterdam als business development manager. Ik heb er wel
voordeel van dat ik enige bekendheid geniet, maar het gebeurt ook
regelmatig dat mensen daar totaal geen weet van hebben. Het is ook
niet zo vreemd dat mensen mij niet herkennen, want ik stond natuurlijk
ook altijd met een masker op doel bij hockey!”
Zie Guus Vogels ook op www.nos.nl, zoek dan op ‘Guus Vogels mooiste
momenten’. |
Huub van Blijswijk is voorzitter van het
College van Bestuur.
4 | LeerKracht |
| Tekst | Michel Schreuder | Fotografie | Lou Wolfs | Illustratie | Ralph Schalk
Lesgeven met een beperking
‘Zolang het gaat,
moet je doorgaan’
Over zijn ziekte is Ralph Schalk altijd open
geweest. “De directie wist het natuurlijk. En
op het moment dat ik na mijn jaar afwezig-
heid terugkeerde op school, heb ik al mijn
collega’s bijgepraat”, vertelt de oud-docent
aardrijkskunde en maatschappijleer aan het
Stanislascollege in Pijnacker. “Sommigen zei-
den: We hadden nooit gedacht dat jij nog te-
rug zou komen.” Ook elke nieuwe klas werd
tijdens de eerste les ingelicht. “Dan was het
doodstil en moest ik die stilte uiteindelijk
zelf doorbreken met een geintje”, zegt
Schalk. “En ook al zei ik tegen de leerlingen
dat ze met mij geen rekening hoefden te
houden, ik merkte dat ze het wel deden.
Soms kwam er één naar me toe die zei: Wat
een rotziekte hè meneer.”
Chronische aandoening
Hoeveel docenten in het basis- en voortgezet
onderwijs met een chronische aandoening of
lichamelijke beperking voor de klas staan, is
niet te achterhalen. Toch zullen het er, af-
gaande op landelijke cijfers over de hele ar-
beidsmarkt, al snel enkele duizenden zijn. Op
het Stanislascollege kreeg Schalk alle mede-
werking om zijn werk te blijven doen. “In het
rooster werd er rekening mee gehouden. Ik
ging minder uren maken en begon
nooit voor de ochtendpauze. Met
Parkinson heb je ’s morgens na-
melijk vaak last van opstartpro-
blemen. Maar ik heb ook altijd te-
gen de roostermakers gezegd: Als
het niet lukt, kom ik gewoon ‘s
ochtends op tijd.” Zijn plezier in
lesgeven heeft echter nooit onder
zijn ziekte geleden. En als de
pensioengerechtigde leeftijd niet
was gekomen, had hij nog steeds
graag voor de klas gestaan. Les-
geven met Parkinson was, wat
Schalk betreft, nooit een groot
probleem. “Door de medicijnen
kan ik feitelijk nog alles doen wat
ik wil doen”, zegt hij.
Westermann Penning
Bij zijn afscheid, in november vo-
rig jaar, werd Schalk geëerd met
de Westermann Penning voor uitzonderlijke
verdiensten van het Stanislascollege. Alle
collega’s kregen een boekje met cartoons van
zijn hand waarin veertig jaar onderwijsge-
schiedenis staat uitgebeeld. “Ik maak al ja-
ren cartoons en dat kan ik nog steeds. Net
als fietsen. Wat dat betreft heb ik geluk ge-
had. Er zijn verschillende vormen van Parkin-
son en ik heb een milde variant. Het ergste
moet in mijn geval nog komen. Maar daar
denk ik gewoon niet aan.”
Schalk is na zijn pensionering voorlichting
gaan geven over Parkinson. Tijdens een van
die bijeenkomsten kwam hij een collega te-
gen die moeilijk sprak als gevolg van die
ziekte, maar ook nog steeds les gaf op een
basisschool. Voor de oud-docent is dat be-
grijpelijk. “Zolang het enigszins gaat, moet
je proberen door te gaan”, luidt zijn advies
aan mensen met een chronische ziekte.
“Hoewel dat persoonlijk is. Zelf heb ik nooit
aan opgeven gedacht. Maar ik kan me best
voorstellen dat er mensen zijn die het niet
meer zien zitten. En je moet reëel blijven.
Als je ook maar enigszins signalen opvangt
dat het niet meer gaat, ook al zeggen men-
sen dat niet hardop, dan moet je stoppen.”
Want zelfoverschatting ligt in zijn ogen, ze-
ker in het onderwijs, altijd op de loer. Een
docent met een beperking heeft daarin een
extra verantwoordelijkheid, vindt hij.
Hulpvaardige hand
Natuurlijk waren er moeilijke momenten. Niet
zozeer omdat het naar zijn gevoel lichamelijk
niet meer ging, maar door reacties van ande-
B
ij Ralph Schalk werd zeven jaar geleden de ziekte van Parkinson vastgesteld. Wat volgde, was
een jaar waarin hij, mede als gevolg van een dubbele hernia, gedwongen thuis zat. Daarna
pakte hij de draad weer op en stond tot zijn pensioen nog vijf jaar voor de klas. ‘Ik had die vijf
jaar voor geen goud willen missen.’ Een openhartig interview over lesgeven met een beperking.
| LeerKracht | 5
| Tekst | Michel Schreuder | Fotografie | Lou Wolfs
B
art Bongaards zegt het eerlijk: “Toen ik er aan begon, wist ik net zo veel over
waterschappen als ieder ander. Bijna niets dus.” Inmiddels weet hij wel beter.
Sinds de leerling van ISW locatie Gasthuislaan in ’s-Gravezande eind vorig jaar werd
gekozen tot nationaal jeugddijkgraaf, heeft hij zich grondig in de materie van het wa-
terbeheer verdiept.
Als jeugddijkgraaf volgde de zestien-
jarige Bart de Haagse Laura Pierik
op. “Twee jaar geleden zag ik op
school posters hangen en heb ik ge-
solliciteerd om jeugddijkgraaf te wor-
den”, vertelt hij. “Toen werd ik het
niet, maar ben ik wel gevraagd om
namens het Hoogheemraadschap van
Delfland in het nieuw gevormde
jeugdwaterschapsbestuur zitting te
nemen. En van daaruit ben ik geko-
zen tot nationaal jeugddijkgraaf.”
Het jeugdwaterschapsbestuur is een
initiatief van de Unie van Water-
schappen, met als doel jongeren te
betrekken bij en te interesseren voor
het werk van de waterschappen. Af-
gelopen jaar heeft het jongerenbe-
stuur gewerkt aan een manifest,
waarin suggesties worden gedaan
hoe dat zou kunnen. Bart vindt het
belangrijk dat jongeren meer te we-
ten komen over waterbeheer. “Waar
ik woon bijvoorbeeld, leven we best in een gevaarlijk stukje Nederland. Maar het gaat niet
alleen om overstromingen. Ook een tekort aan water kan in de toekomst een probleem
worden. Dat zie je nu al als het een paar weken niet regent.”
Kustverdediging
De ISW-leerling zit op de havo met het profiel Economie en Maatschappij. Dat hij niet zo
veel van techniek weet, is volgens hem geen probleem. “Als je echt over dijken en gemalen
praat, heb je een meer technische achtergrond nodig. Maar ook bij een waterschap zijn er
managers. Overigens weet ik nog niet of ik hierna verder wil in het waterbeheer. Ik heb nog
een jaar om daar over te beslissen.”
Op school krijgt hij alle medewerking om zijn vertegenwoordigende taken goed op te pak-
ken. “De directeur is erg enthousiast en ook de docenten reageren positief. Ik krijg de kans
om toetsen in te halen als ik een keer niet op school ben, of ik kan een minder belangrijke
opdracht van mijn huiswerk laten vallen.”
Zijn klasgenoten heeft hij ook al een keer mee op sleeptouw genomen, toen hij de Water-
bosatlas mocht uitreiken. “En inmiddels zijn zij het er ook wel aardig over eens dat goed
waterbeheer van belang is”, zegt Bart. “Ik interesseer me – door de plek waar ik woon -
vooral voor de kustverdediging. De komende 250 jaar zitten we wat dat betreft nog goed,
maar er moet wel constante aandacht voor blijven.” |
ren. “Met praktische zaken stak iedereen een
handje toe. Bij het aantrekken van m’n jas
bijvoorbeeld, was er altijd wel een hulpvaar-
dige hand. En als we van lokaal moesten wis-
selen en ik zat te hannesen om spullen in
mijn tas te stopen, kwam er meestal wel een
leerling naar me toe om te helpen. Dat was
vaak aandoenlijk. Maar ook enorm dubbel.
Aan de ene kant is het prettig, want je zit
zelf toch een beetje te hannesen. Aan de an-
dere kant word je op die momenten recht-
streeks geconfronteerd met je beperkingen.
Je wint misschien aan respect omdat ieder-
een ziet dat je doorzet. Maar voor je eigen
gevoel verlies je ook een beetje. Ik heb per-
soonlijk nooit last gehad van een verminderd
gevoel van eigenwaarde. Maar soms denk je
wel: Doen mensen nu zoals ze gewoonlijk
doen, of doen ze het omdat ze weten dat je
iets mankeert?” |
at is Parkinson
De ziekte van Parkinson is een degenera-
tieve hersenziekte waarbij zenuwcellen
langzaam afsterven. De gevolgen hiervan
zijn langzaam en weinig bewegen,
trillen, voorovergebogen lopen en stijve
spieren. De ziekte treft gemiddeld 3 op
de 1000 mensen. De snelheid waarmee
de ziekte voortschrijdt verschilt van
patiënt tot patiënt.
W
ISW-leerling
is jeugddijkgraaf
6 | LeerKracht |
Uiteindelijk bleek het grotendeels een misverstand in de communi-
catie, maar de commotie was fors. “Heel grote paniek.” Anders kan
directeur Sandra Jellema van de Bernardusschool voor zeer moeilijk
lerende kinderen in Den Haag het niet beschrijven, toen ze na de
zomervakantie op school kwam. “De gemeente Den Haag bleek
opeens de regels veel strenger te hanteren. Er lagen vijftien afwij-
zingen voor leerlingenvervoer. Op een aantal van 110 leerlingen is
dat best veel. En het bleek nog maar het begin.” Voor veel ouders
was het enorm schrikken, geeft Jellema aan. “Het is ook niet niks.
Leerlingen hier kunnen niet zelfstandig naar school reizen. Als
beide ouders bijvoorbeeld een baan hebben of er zijn nog andere
kinderen thuis die ook naar school moeten, is het ondoenlijk
opeens je kind zelf elke ochtend weg te brengen.” Dat gaat immers
- vanwege de spreiding van de speciale scholen - om grotere
afstanden. Op sommige scholen in Den Haag leidde het er zelfs toe
dat leerlingen noodgedwongen thuis moesten blijven.
Kalmeren
“Bij de ouders leefde het enorm”, zegt Gerben Schuhmacher, voor-
zitter van de medezeggenschapsraad op de Bernardusschool. “In
heel Den Haag dreigde zo’n zestig procent van de kinderen die nu
met een taxibusje naar school worden gebracht, niet meer in
aanmerking te komen voor dit aangepast vervoer. Veel van hen
moesten van de gemeente maar met het openbaar vervoer. Een kind
met een IQ van 60 stuur je niet – ook al is het begeleid – met de
bus of tram naar school. Dan zijn de leerkrachten de hele dag bezig
om het kind te kalmeren en komt er niets meer van leren.”
‘Een kind met een IQ van 60 stuur je niet
– ook al is het begeleid – met de bus of tram
naar school’
Samen met de andere scholen voor speciaal onderwijs in Den Haag
trok de Bernardusschool aan de bel. Ook de medezeggenschapsraden
verenigden zich. Er werd overlegd met de wethouder van onderwijs
en ingesproken tijdens commissievergaderingen. De protesten en
druk hadden een voorlopig resultaat: in de herfst werden alle be-
sluiten over de aanvragen opgeschort. Schuhmacher: “Het school-
jaar 2010/2011 zou een overgangsjaar worden. De striktere uit-
voering van het beleid voor leerlingenvervoer zou in het nieuwe
schooljaar ingaan.”
Communicatiestoornis
Toen de druk eenmaal van de ketel was, bleek ook waar het pijn-
punt lag. De gemeente Den Haag wilde in het vervolg een beter ge-
fundeerd advies bij de aanvragen voor aangepast leerlingvervoer. In
plaats van een standaardformulering per kind, vraagt de gemeente
een meer uitgebreid en individueel advies voor elk kind. Daartoe zit
overigens een speciale commissie tussen gemeente en school.
Jellema: “Een groot aantal leerlingen werd aan het begin van het
schooljaar 2010/2011 opgeroepen voor een herkeuring door de
GGD. Dat was vreemd, want elke school voor speciaal onderwijs
heeft een dik dossier liggen over zijn leerlingen. Alleen, die hebben
we nooit aangeleverd bij de adviezen, omdat we helemaal niet wis-
ten dat dat moest. Omgekeerd dacht de gemeente dat het onwil van
de scholen was. Het bleek dus vooral een communicatiestoornis. Na
alle gesprekken is de communicatie hersteld en werken commissie
en gemeente veel beter samen.” De hele affaire heeft volgens MR-
voorzitter Schuhmacher in elk geval een positieve kant. “Het is een
zwaar traject geweest. Maar ik ben er van overtuigd dat het in deze
collegeperiode verder rustig blijft rond het aangepast leerlingen-
vervoer.” |
| Tekst | Michel Schreuder | Fotografie | Lou Wolfs
Ouders en scholen samen op
de bres voor leerlingenvervoer
D
e zomer van 2010 bracht voor een groot aantal ouders
van leerlingen in het speciaal onderwijs een onaange-
name verrassing. Op de deurmat lag opeens het bericht dat
hun aanvraag voor aangepast leerlingvervoer onderzocht zou
worden door de GGD. Voor sommige kinderen was de aanvraag
zelfs afgewezen. Ouders en scholen sloegen de handen ineen
en gingen in gesprek met de wethouder.
| LeerKracht | 7
| Tekst | Erno Mijland | Foto | archief Erno Mijland
Ze zijn razendsnel met internet en hun
smart phone, zijn altijd als eerste op de
hoogte en veeleisend als consument. De
klassen stromen vol met knoppenvaardige
digital natives, opgegroeid met technologie.
Voor hen is internet even vanzelfsprekend
als water uit de kraan.
Ze zijn voorzichtig en verstandig, laten zich
niet gek maken door de nieuwste gadget of
tool, vinden privacy nog belangrijk en zijn
kritisch op informatie uit al die online
bronnen. Voor onze klassen staan digital im-
migrants. Ze zijn nog opgegroeid met krijt-
bord en typemachine. Voor hen biedt inter-
net telkens weer verrassingen, soms
aangenaam, soms niet.
Het is niet moeilijk de huidige situatie in
het onderwijs te beschrijven als een onover-
brugbare generatiekloof, waarin wederzijds
onbegrip het leerproces belemmert. Ik kijk
er liever anders naar. Volgens mij bevinden
we ons in een unieke stroomversnelling in
de tijd. Internet zorgt ervoor dat informatie
niet langer schaars is. En dat maakt dat we
voor het eerst wederzijds én samen kunnen
leren, tussen de generaties en over de gene-
raties heen. De wijsheid komt voortaan van
twee kanten.
Aandacht vangen
Ik zie het bij mij thuis. Mijn dochter leert
mijn moeder hoe ze haar foto’s moet behe-
ren op haar nieuwe laptop. En mijn moeder
legt aan mijn dochter uit hoe ze een mooie
compositie kan maken als ze met haar digi-
tale camera een foto maakt. Zo worden ze
samen slimmer.
En gelukkig zie je het ook steeds meer in
het onderwijs. Een leerling legt uit hoe je je
digitale agenda kunt synchroniseren met de
app op je telefoon, de leraar hoe je vervol-
gens je huiswerk op een goede manier kunt
plannen. Een leerling vertelt hoe je een
filmpje embedt in de website van school,
een leraar hoe je een verhaal beter verpakt
in een videofilmpje.
De technologie daagt ons ondertussen tel-
kens weer opnieuw uit: hoe beoordeel je
bronnen, hoe voorkom je dat je verzuipt in
de continue stroom van informatie, wat is
het langetermijneffect van intensief media-
gebruik, hoe werk je nóg efficiënter en hoe
vang je nog de aandacht van een publiek
als je iets te melden hebt? De uitdaging aan
het onderwijs is om met alle generaties op
zoek te gaan naar de antwoorden op dit
soort vragen. Dat vraagt om het openstaan
voor elkaars wijsheid. Samen slimmer wor-
den gaat dan over luisteren zonder vooroor-
delen, maar ook over kritische vragen dur-
ven stellen.
Onlangs was ik op een school voor voortge-
zet onderwijs waar ze één keer per jaar de
rollen omdraaien. De docenten nemen
plaats in de schoolbanken en de leerlingen
verzorgen de lessen. Afgelopen jaar gingen
de lessen onder andere over Facebook, Twit-
ter en Prezi (een alternatief voor Power-
point). Op een andere school maken leerlin-
gen een promotievideo voor de open dag,
waarbij ze zelf de technologie kiezen en
voor het verhaal ondersteund worden door
een leerkracht. Je kunt samen op zoek gaan
naar goede mediabronnen voor bij de les,
samen debatteren over kwesties als privacy
en manipulatie door de media, samen uit-
zoeken wat de extra mogelijkheden zijn van
je digitale schoolbord.
En jij? Hoe ga jij meebouwen aan de
generatiebrug? |
Erno Mijland (1966) is schrijver en
trainer. Hij houdt zich vooral bezig met
de mogelijkheden van technologie in
het kader van leren. Meer informatie:
www.ernomijland.com.
De doorgeefcolumn
‘De docenten nemen plaats
in de schoolbanken
en de leerlingen
verzorgen de lessen’
Deze column is de vrije ruimte voor mensen van binnen en buiten de
organisatie. De schrijvers geven inzicht in wat hen boeit, bindt of be-
zighoudt. Vervolgens geven zij de pen door aan een volgende auteur.
In dit nummer schrijver Erno Mijland, die onlangs zijn boek over sociale
media in het onderwijs, digitaal aanbood aan de wereld. De prijs? Eén
tweet.
Samen slimmer!
8 | LeerKracht |
| Tekst | Roger Huijgen | Fotografie | www.rijksoverheid.nl
‘Onderwijs is ons belangrijkste scharnierpunt in de samenleving’
Het was bepaald geen goed-nieuws-show
toen het kabinet Rutte aantrad: aan bezuini-
gingen zou niemand ontkomen de komende
jaren. De meeste bezuinigingen in het onder-
wijs waren echter al ingezet ten tijde van het
vorige kabinet. Van Bijsterveldt: “Het middel-
baar onderwijs heb ik in de afgelopen jaren
als staatssecretaris onder mijn hoede gehad
en daar zet ik eigenlijk de lijn helemaal
voort, zoals de aanpak van vroegtijdig
schoolverlaters, de scherpere exameneisen en
het beleid van toetsen. Het beleid van Sha-
ron Dijksma voor het primair onderwijs zet ik
eveneens door met veel aandacht voor reke-
nen en taal, opbrengstgericht werken en
passend onderwijs. In het vorige kabinet was
er al sprake van een veel meer opbrengst-
gerichte aanpak waarin presteren geen vies
woord is.”
Inspiratie
Om inspiratie op te doen, gaat Van Bijster-
veldt regelmatig op werkbezoek bij scholen
in het land. “Ik haal veel inspiratie uit die
frequente werkbezoeken. Ik ontmoet dan
leraren, studenten, bestuurders en school-
leiders. Daarnaast lees ik vakliteratuur en
ontvang ik ook brieven van mensen uit het
onderwijs die ik zoveel mogelijk zelf beant-
woord. Uiteraard krijg ik ook veel informatie
uit de ambtelijke organisatie. Op het minis-
terie zitten heel veel mensen die hun wortels
hebben liggen in het onderwijs of zelfs nog
les geven naast hun baan bij het ministerie.”
Het beeld dat veel mensen hebben van de
ambtenaar die weer een onrealistisch planne-
tje uit de hoge hoed tovert vanachter zijn
bureau, zou geen goede weergave zijn van de
werkelijkheid. Van Bijsterveldt reageert: “Ik
heb ook niet het idee dat veel mensen dat
beeld hebben, maar als dat wel bestaat dan
is dat wel iets wat aandacht behoeft. Maar ik
geloof toch wel dat de mensen het idee heb-
ben dat we met het ministerie niet losstaan
van de werkelijkheid.”
Meer geleerd
Ook uit het dagelijks leven en uit haar eigen
schoolcarrière haalt de minister haar inspira-
tie. Van Bijsterveldt was een enigszins onge-
durige leerling die als een echte ‘stapelaar’
via mavo en havo uiteindelijk een mbo Ver-
pleegkunde afrondde. Het heeft haar geleerd
dat het van belang is om een heldere maar
uitdagende structuur aan leerlingen te
bieden. En dat men best duidelijke eisen mag
durven stellen aan leerlingen. Haar beleid bij
het terugdringen van vroegtijdig school-
verlaters is daar deels op gebaseerd. Van
Bijsterveldt: “Daarnaast kijk ik natuurlijk ook
wat ik bij mijn eigen kinderen heb ervaren.
Ze zaten op een degelijke school, maar ik
dacht toen ook weleens van: Hé, kan er niet
meer uit gehaald worden? Dan waren ze al na
een half uur klaar met hun huiswerk, terwijl
je ook twee uur huiswerk kunt maken, dan
heb je gewoon meer geleerd. Dat zijn dan
kleine ervaringen die je meeneemt als
ervaringsdeskundige. Het hebben van een
down to earth gevoel als ouder is wel
relevant, want zo denkt de samenleving
ook.”
Verkorte vakantie
Als het onderwijs in het nieuws is, dan is het
zelden positief. Een kort overzicht uit de
laatste kranten: het niveau van het Neder-
landse basis- en voortgezet onderwijs daalt
ten opzichte van andere landen, leerlingen
kunnen nog amper rekenen of spellen, do-
centen kunnen niet omgaan met mobieltjes
in de klas of met leerlingen met een trauma-
tische ervaring. En zo gaat het lijstje door.
Er gaat echter ook veel goed in het onder-
wijs. Waar zijn de succesverhalen? “Daar
moeten we inderdaad wel scherp op zijn”,
aldus Van Bijsterveldt. “We kunnen vast-
stellen dat we in Nederland over het alge-
I
n oktober 2010 ging het kabinet Rutte van start. LeerKracht sprak met Marja van
Bijsterveldt, de huidige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een gesprek
over presteren, verbeteringen, passend onderwijs, valium en bezuinigingen die tegen-
woordig ombuigingen heten.
‘Presteren
is geen vies woord’
| LeerKracht | 9
meen gewoon goed onderwijs hebben, maar
aan de andere kant weten we ook dat onder-
wijs geen eiland is en dat we dus continu op
scherp moeten zijn om te kijken of het beter
kan. Ik vind wel dat daar ook een opdracht
ligt binnen school. Er zit veel cynisme in het
onderwijs en ik vind ook dat er meer out of
the box gedacht mag worden. Het is toch wel
heel veel in de traditionele sfeer en als je
daar een beetje aan rammelt, dan ben je snel
de gebeten hond, valt me op. Dat vind ik een
gemiste kans, want onderwijs is bij uitstek
ons belangrijkste scharnierpunt in de samen-
leving en als dat niet meebeweegt en inno-
veert naar nieuwe eisen, dan doe je het met
elkaar gewoon niet goed. Ik vind dat er wel
meer een cultuur van vernieuwing en innova-
tie zou mogen zijn.”
Zo vindt de vijftigjarige Van Bijsterveldt de
directe aversies die er ontstonden bij haar
beleidsplannen een punt van zorg. “Ik heb
dat gemerkt toen het over de verkorte
vakanties ging in het voortgezet onderwijs.
Dat is blijkbaar iets heiligs, maar ik kom ver-
der niet aan de taakuren, die blijven het-
zelfde. Als ik al mijn werk in 38 of 39 weken
moet doen, dan zou ik ook echt aan de
valium zijn, want dat zou ik niet redden. Het
is dus niet zo vreemd dat leraren een hoge
werkdruk ervaren. Als we dan een oplossing
aandragen door een week extra ruimte te
creëren, zodat men taken beter kan spreiden
en een dergelijk voorstel wordt zó negatief
afgedaan, dan vind ik dat echt jammer. Een
gemiste kans.”
Passend onderwijs
Een bezuiniging die veel stof deed opwaaien,
is die op het passend onderwijs. Uit onder-
zoek van de algemene onderwijsbond (AOb)
onder onderwijzend personeel bleek deze
bezuiniging, op die van het hanteren van de
nullijn voor salarissen na, de minst populaire
onderwijsmaatregel van dit kabinet. Voor
velen was het dan ook een opluchting dat de
bezuiniging onder druk van de Tweede Kamer
werd uitgesteld. Is uitstel ook afstel? Van
Bijsterveldt lijkt niet te vermurwen om haar
beleid aan te passen. “Ik denk niet dat er
sprake zal zijn van afstel. De minister van
Financiën is daar heel scherp in. Ieder minis-
terie heeft een bepaalde hoeveelheid ombui-
gingen op zijn bordje liggen en dat betekent
gewoon dat we die met elkaar moeten reali-
seren. Op het moment dat ik die ene ombui-
ging niet realiseer, dan kan ik bijvoorbeeld
geen geld in voorschoolse educatie steken of
in de zomerscholen. Het geld dat er uitgaat in
het onderwijs wordt ook weer geherinvesteerd.
Dus geen ombuigingen, dan ook geen investe-
ringen. Het is bovendien een financiële om-
buiging voor iets dat nooit bedoeld was, want
toen wij in 2003 de rugzakjes invoerden,
dachten we dat het budgettair neutraal zou
zijn. Vervolgens bleek dat het binnen zo’n
zes jaar met een ongeveer een half miljard
structureel elk jaar was gegroeid. Dit kabinet
heeft gezegd: we gaan dat niet helemaal te-
rughalen, maar van die 500 miljoen halen we
zo’n 300 miljoen terug. 200 miljoen blijft.
Dat is de situatie, dus het is een ombuiging
van een nooit beoogde uitgave. Natuurlijk
doet dat pijn. Iets wat je eenmaal gewend
bent te hebben, is moeilijk om weer terug te
geven.”
Kerntaken
Van Bijsterveldt, die in het blad Opzij stee-
vast in de top tien van machtigste vrouwen
van Nederland staat, blijkt goed te weten
wat ze wil bereiken in deze kabinetsperiode.
De focus van haar beleid is komende jaren
veelal gericht op verbetering van resultaten
bij de kernvakken rekenen (wiskunde), taal
(Nederlands), Engels en wereldoriëntatie.
“Om de kerntaken goed in orde te hebben,
zullen we scherpe en moeilijke keuzes moe-
ten maken over wat we doen met overheids-
geld. Dat betekent dat sommige zaken die
niet de kern van het onderwijs raken uitein-
delijk toch kunnen sneuvelen.”
Scholen moeten volgens Van Bijsterveldt am-
bitiegerichter gaan werken. “We moeten niet
automatisch meer aannemen dat een kind iets
niet kan, maar we moeten juist zeggen: je kan
het wel, kom op, probeer een stapje hoger te
komen. Ik ben ervan overtuigd dat je kinderen
ook gelukkiger kunt maken als ze het gevoel
hebben dat ze elk talent dat ze bezitten ook
daadwerkelijk kunnen ontwikkelen en daartoe
gestimuleerd en uitgedaagd worden.” |
10 | LeerKracht |
Kort Nieuws
Lucas Sportdag!
Op 29 september van 16 tot 18 uur is er weer een Lucas Sport-
dag. Het is dan exact 25 jaar geleden dat de eerste Lucas
Sportdag werd gehouden. De organisatie wil van het evene-
ment dan ook iets extra bijzonders maken. Sporthal de Schilp
is de locatie voor de sportdag. Informatie is op te vragen bij
Laurens Peers op de Saffierhorst. |
In memoriam
Op 21 maart kregen we het bericht dat Ilse Stoel, onze collega van het Internatio-
naal College Edith Stein, plotseling aan een hartstilstand is overleden. Ilse was nog
maar 26 jaar. Het bericht van haar overlijden is als een enorme schok gekomen. Ilse
was een zeer gewaardeerd collega, een geweldige lerares en een buitengewoon
betrokken mentor. Daarnaast was ze actief bij veel andere activiteiten in de school.
Wij wensen de collega’s van het Edith Stein heel veel sterkte toe bij de verwerking
van dit oneerlijke verlies.
Theo Faassen is overleden op 16 april 2011. Theo heeft voor het primair onderwijs
van Lucas Onderwijs veel betekend in de jaren rond de eeuwwisseling. Vanuit de
Bollenstreek volgde hij zijn broer Frans als interim-directeur naar de Lucas.
Ingewikkelde situaties konden altijd bij Theo neergelegd worden. Zo leidde hij
onder andere de Dobbelsteen, het Willemspark en de Dijsselbloem tijdens een
moeilijke periode. Theo was een bruggenbouwer bij uitstek en kon moeilijke dingen
terugbrengen tot de kern en daarmee oplossingen doorzetten. Het onderwijs is hem
veel dank verschuldigd. Wij wensen de nabestaanden alle sterkte toe bij het
verwerken van dit grote verlies.
Op donderdag 6 juli is Yvonne Roerdink plotseling is overleden. Op de locatie Lage
Woerd van het ISW is zij jarenlang werkzaam geweest als logopediste. Zij is slechts
48 jaar geworden. Op school werd Yvonne ervaren als een enthousiaste en gedreven
vrouw die zich met hart en ziel inzette voor de leerlingen. De leerlingen en de
medewerkers moeten een bescheiden, betrokken en vrolijke collega missen.
Wij ontvingen het afschuwelijke bericht dat Ali Sahin, leerling van basisschool
De Krullevaar, op maandag 18 juli bij een auto-ongeluk in Turkije om het leven is
gekomen. De vader van Ali is bij dit ongeluk zwaar gewond geraakt. De begrafenis
van Ali heeft kort na zijn overlijden plaatsgevonden in Turkije. Ali was afgelopen
jaar leerling van groep 6. Wij wensen de familie van Ali heel veel sterkte.
Op 24 juli bereikte ons het ontstellende bericht dat Piet van den Akker, hoofd
Facilitaire Dienst van het Stanislascollege, tijdens zijn vakantie in Spanje is over-
leden. Voor zijn familie is zijn plotselinge overlijden een verschrikkelijke slag die
diep verdriet teweegbrengt. Wij wensen hen veel sterkte.
Op 31 juli overleed juf Grace Micka, lerares aan Montessorischool J.F. Kennedy.
Zij heeft heel hard gevochten tegen haar ziekte, maar toch nog onverwacht heeft
zij die strijd moeten staken. Grace was een prachtig mens: haar spontaniteit,
optimisme, warmte en betrokkenheid bij de kinderen, collega’s en ouders zullen
gemist worden. Wij wensen haar man Frank, de kinderen, familie, vrienden en
collega’s sterkte bij het dragen van dit grote verlies.
Op 11 augustus is Irene Quakkelaar (18) overleden aan complicaties in het zieken-
huis. Irene was leerling in havo-5 van het ISW, locatie Gasthuislaan. Vlak voor het
eindexamen van 2010 werd ze plotseling ziek. Daardoor kon ze niet deelnemen aan
het eindexamen van dat jaar. Gedurende meer dan een jaar heeft ze met grenzeloos
optimisme gevochten om haar ziekte te kunnen overwinnen. Die strijd heeft ze
helaas niet kunnen winnen. Wij denken met fijne herinneringen terug aan een
vrolijke en prettige leerling. |
Cees van der Pol (ISW)
debuteert als boekenschrijver
Half maart kreeg Cees van der Pol, adjunct-directeur van de
ISW-locatie Gasthuislaan (havo-vwo) in ’s-Gravenzande, uit
handen van zijn kleinzoon Mees het eerste exemplaar overhan-
digd van het door hem geschreven boekje Zo zijn we er niet
meer. De titel verwijst naar de foto op de voorkant van het
boek, een familiekiekje van het gezin Van der Pol. Van de vijf
mensen op de foto is alleen Cees nog in leven. De inhoud van
het boek sluit aan bij het thema van de Boekenweek dit jaar:
de autobiografie. Cees van der Pol verhaalt op humoristische
wijze over zijn leven in een aantal hoofdstukken, zoals de
vader/zoonverhouding, de Kweekschool, de midlifecrisis en
over zijn dementerende moeder. Van der Pol, met meer dan
veertig jaar onderwijservaring, startte zijn carrière als docent
Nederlands. Hij heeft heel wat jeugdige Westlanders onderwijs
gegeven in het vak Nederlands en vaak voor het eerst kennis
laten maken met poëzie waaronder zijn eigen gedichten.
Het boekje is een zogenoemd Westlands Juweeltje, een initia-
tief van de Brunavestigingen in De Lier, Hoek van Holland,
Monster en Naaldwijk. In die winkels is het boekje ook te
verkrijgen voor de miniprijs van 4,95 euro. (tekst Vic Steen-
bergen) |
In toga naar het diploma
Sean Clancy, directeur van het Diamant College, liet dit jaar
voor de examenleerlingen heuse toga’s maken. Vol trots togen
de leerlingen met hun gewaad naar het podium om daar het
felbegeerde diploma in handen te nemen. Clancy wil met de
toga’s de waarde van het diploma duidelijk maken. “Het is
voor deze kinderen een hele klus om dit diploma te halen.
Daarom maken we van de uitreiking iets bijzonders.” |
| LeerKracht | 11
ICT-studiereis naar Londen
Voorheen de BETT-reis, inmiddels bekend onder de naam ITEM: de jaar-
lijkse ICT-studiereis vanuit AB-ZHW wordt ook dit jaar weer georganiseerd.
Londen is in januari 2012 even het ICT-centrum van de wereld. Net als in
2011 staat niet de techniek centraal, maar de onderwijskundige impact
van ICT op het leren en onderwijzen. De ITEM-conferentie heeft plaats op
11 januari 2012 in Londen. Aansluitend worden ook voor belangstellenden
referentiebezoeken aan scholen georganiseerd. De reis is bedoeld voor
leerkrachten PO en docenten VO, ICT-coördinatoren, directies PO en VO.
Kijk voor meer informatie op www.abzhw.nl. |
SEPTEMBER 2011
Netwerk OpbrengstGerichtWerken
Start 14 september 2011
Leerkracht Centraal
Start 14 september 2011
Assertiever communiceren
28 september 2011
OKTOBER 2011
Tools voor de coach
Start 5 oktober 2011
Communicatie en Intervisie
Start op 10 oktober 2011
NOVEMBER 2011
De kunst van transparant managen
9 november 2011
Feedback geven
16 november 2011
Persoonlijk leiderschap in relatie tot teamontwikkeling
Start 17 november 2011
Leerschool on Tour:
3 tot 7 oktober 2011
Voor de zesde keer organiseert de LeerSchool dit najaar een
rondreis door vernieuwend onderwijsland. Onder de naam ‘De
Leerschool on Tour’ bezoeken leerkrachten een week lang ver-
nieuwende scholen in het land. De nieuwe onderwijspraktijk is
op steeds meer scholen zichtbaar. Scholen die uitgaan van de
talenten van het kind en werken met verschillende onderwijs-
concepten. Er wordt gewerkt in hoeken, in studieruimtes of in
ateliers en het aanbod bestaat uit een uitdagende leeromge-
ving. De reis vindt plaats van 3 tot en met 7 oktober 2011.
Kijk voor informatie en aanmelding op www.deleerschool.nl. |
Bruggenbouwers winnen
Lucas Onderwijs Prijs
Superhero meester Johan Sanderse van de Paschalisschool en het volledige
Science-team van De Populier zijn winnaar van de Lucas Onderwijs Prijs
2011. De winnaars ontvingen hun trofeeën op vrijdag 15 april j.l. tijdens
een bijeenkomst op het Zandvlietcollege in Den Haag. Johan Sanderse is
een uitzonderlijk mens, zo luidde de voordracht bij de jury. Een voordracht
die door kinderen, collega’s en ouders werd onderschreven. Sanderse
werkte jarenlang als vakleerkracht bewegingsonderwijs op de Paschalis-
school, tot hij in 2005 door medische beperkingen zijn vak niet meer kon
uitoefenen. Met een voor hem kenmerkend enthousiasme heeft Johan zijn
carrière omgedraaid en zich vol ingezet voor een baan als onderwijsassis-
tent. Kinderen dragen hem op handen. Zijn motto: ‘Je kunt het, ik geloof
in jou’. Enorme inzet en betrokkenheid is ook kenmerkend voor de groep
docenten die de Science-stroom neerzet binnen De Populier. Boeiend en
gevarieerd onderwijs wordt aangeboden op een vernieuwende manier. De
Science-richting heeft al diverse prijzen gewonnen voor het onderwijs en
nu dus ook de Lucas Onderwijs Prijs voor hun persoonlijke inzet daarvoor.
De Lucas Onderwijs Prijs is bedoeld voor iedereen die zich bijzonder ver-
dienstelijk heeft gemaakt voor het onderwijs in de regio. De winnaars
gaan naar huis met 500 euro, een oorkonde en een beeldje. Bijzonder aan
de prijs is dat iedereen in aanmerking komt: leerkrachten, vrijwilligers,
ouders én leerlingen. Kijk ook op www.lucasonderwijs.nl. |
Feest op Pastoor van Ars en Parkiet
Een halve eeuw speciaal basisonderwijs. Het team van de
Pastoor van Arsschool is trots op de school en de kinderen.
Met een groot jubileumfeest op 31 mei en 1 juni werd daaraan
uiting gegeven. Oud-leerling Tim Akkerman, oprichter en voor-
malig leadzanger van de band Di-rect, gaf de aftrap door
samen met de kinderen een schoollied te zingen. Tal van
activiteiten waren georganiseerd zoals een ballonnenwed-
strijd, een lunch voor alle leerlingen, een vossenjacht en een
projectavond over vijftig jaar ontwikkelingen in speelgoed,
lezen en schrijven. Ook een echte circusdag werd georgani-
seerd. Op naar de volgende vijftig jaar!
Basisschool De Parkiet heeft ook een jubileum gevierd, de
school bestaat inmiddels 85 jaar. |
12 | LeerKracht |
| Tekst | Marcel Groeneweg | Fotografie | Lou Wolfs
Column
Vechten doe je thuis
Rozaia heeft Chimène op de grond geduwd en vervolgens in haar gezicht geschopt. Een mede-
leerling in het gezicht schoppen, mag bij ons op school niet. Wij vinden dat een tikje te ver
gaan. Rozaia’s moeder vindt dat ook. Ze accepteert dat we haar dochter direct naar huis hebben
gestuurd, want ‘zoiets doe je niet op school’.
Rozaia zit naast haar moeder en kijkt nors voor zich uit.
Haar kin en mond zijn diep achter haar kraag verstopt.
“Ik heb nog zo gezegd, Roos, ik zeg nog, niet vechten op school, dat ken echt niet.”
Ik ben blij dat moeder het begrijpt. “Dus u begrijpt ook waarom wij haar geschorst hebben?”
“Ja, ik zeg, vechten op school, dat gaat niet, dat doe je thuis!”
Moeder kijkt haar dochter bestraffend aan. Dochter blijft strak voor zich uit staren.
“Thuis?” vraag ik verbaasd. “Thuis mag Rozaia wel vechten?”
“Chimène is ook geen lieverdje, zij staat ook bij ons voor de deur als een viswijf te schelden met
‘jij bent een vet kankerwijf’ en zo, dus ik zeg zo tegen Rozaia van: pak d’r nu maar!”
Moeder wordt rood in haar nek.
“Maar, wanneer was dat dan?” vraag ik.
“Zo vaak!” roept Rozaia ineens uit.
“Asse mijn moeder uitscheldt, dan kan ze klappen krijgen!”
Ik zeg even niets.
Moeder en dochter ook niet.
“Dus... Rozaia mag thuis wel iemand in elkaar slaan?”
Moeder raakt geïrriteerd.
“Wij zijn kampers”, reageert ze droog, alsof dat alles verklaart.
“Wat bedoelt u daarmee?” vraag ik.
“Kijk, als dat wijf weer voor me deur staat met kanker dit en kanker dat, dan bel ik me broers en
me neven en dan komen ze effe langs, dat bedoel ik.”
“Wat gaan ze dan doen?” vraag ik.
Moeder en dochter kijken me aan met een blik die zoveel zeggen wil als: van welke planeet komt
die vent?
Ze geven verder geen antwoord.
Ik vind het wel best zo, denk ik ineens.
Als ze op school maar niet vecht, dan vind ik het best.
Aan die thuissituatie kan ik toch niets doen.
Niet normaal.
Wat ben ik diep gezonken.
Of heet dat realisme? |
Marcel Groeneweg is columnist voor.
Van 12 tot 18 en directeur van.
Esloo Praktijkonderwijs. Hij is auteur.
van het boek De leven is hard en.
schrijft columns voor LeerKracht..
In juli verscheen zijn nieuwe boek.
Waar = niet waar..
Moeder en dochter
kijken me aan
met een blik
die zoveel zeggen wil als:
van welke planeet
komt die vent?
| LeerKracht | 13
Docente Engels Shirley Herst kan zich haar
gesprek met de leerlingen nog levendig her-
inneren. “Het is een heel gezellig gesprek
geworden. Ik probeer in de klas altijd een
band met leerlingen op te bouwen, een
goede sfeer te creëren. Datzelfde heb ik
tijdens het sollicitatiegesprek gedaan. Door
belangstelling te tonen en zelf ook vragen
te stellen, konden de leerlingen zien hoe ik
ben.” Dat dezelfde leerlingen die ze uitein-
delijk les moest geven in eerste instantie
mede mochten bepalen of ze de baan kreeg,
daar had ze weinig moeite mee. “Eigenlijk is
het logisch dat het gebeurt. De leerlingen
zijn tenslotte wel je doelgroep”, zegt ze.
“Met hen breng je de meeste tijd door op je
werk. Als het niet klikt, heb je een pro-
bleem.”
Ook leerlingen Koen van Dijk en Anne-Marie
de Vreede, die vóór de zomervakantie elk
aan zeven van de in totaal twintig sollicita-
tiegesprekken deelnamen, vinden het de ge-
woonste zaak van de wereld dat leerlingen
een stem hebben in de aanstelling van do-
centen. Koen: “Wij weten welke situaties er
in een klas kunnen ontstaan en op welke
manier we graag zouden willen dat een do-
cent dan reageert.” Anne-Marie voegt toe:
“De schoolleiding kijkt waarschijnlijk toch
meer of iemand vakinhoudelijk goed is. Wij
weten denk ik beter wat het is om als leraar
voor de klas te staan.”
Eigenwaarde
Volgens Rita Kwint, coördinerend teamleider
en verantwoordelijk voor de gesprekken,
worden de leerlingen goed voorbereid op de
interviews. Achteraf volgt een evaluatie en
wordt een advies opgesteld voor de school-
leiding, dat ook nog eens met hen wordt
doorgesproken. Kwint: “We nemen de leer-
lingen wel degelijk serieus. Er kunnen na-
tuurlijk altijd zaken meespelen waar leer-
lingen geen weet van hebben, maar als zij
unaniem iemand echt niet willen, zullen we
er naar luisteren.” Voorlopig zaten de solli-
citatiecommissie en de leerlingen altijd op
één lijn, aldus Kwint. “Het kan voorkomen
dat de kandidaat van hun keuze het niet
werd, omdat er bijvoorbeeld problemen zijn
over beschikbaarheid. Maar het is nog nooit
voorgekomen dat schoolleiding en leer-
lingen tegenover elkaar stonden in hun
mening.”
Docent klassieke talen Ton Ouwerkerk is met
alle inspraak niet helemaal gelukkig. Als
zestigjarige oorlogsveteraan uit Afghanistan
moest ook hij met de zestien- en zeventien-
jarige leerlingen in gesprek voor een aan-
stelling. “Het hoorde bij de sollicitatiepro-
cedure”, zegt hij. “Dus heb ik het gedaan.
Achteraf is het me meegevallen, maar
eigenlijk ben ik er niet zo kapot van.”
Ouwerkerk krijgt een beetje een dubbel ge-
voel als hij terugdenkt aan het sollicitatie-
gesprek. “Aan de ene kant was het best
prettig, voornamelijk omdat de leerlingen
zo positief en professioneel waren. Aan de
andere kant dienen de gesprekken in mijn
ogen ook niet te veel gewicht te krijgen.
Leerlingen mogen best iets zeggen, maar er
dient wel onderscheid te blijven tussen
leerling en leerkracht.” Dirk Pronk, docent
Duits en godsdienst, stond in eerste instan-
tie ook wat sceptisch tegenover het con-
cept. Gaandeweg sloeg dat echter om in
enthousiasme. Eén van de positieve aspec-
ten is het gevoel van eigenwaarde dat een
docent er aan over kan houden, vindt hij.
Alle sollicitanten krijgen namelijk de evalu-
atie van de leerlingen te horen. Pronk: “Als
jij dan wordt aangenomen en te horen krijgt
dat de leerlingen unaniem voor jou hebben
gekozen, geeft dat wel een goed gevoel.
Dan sta je na de zomervakantie toch iets
zekerder voor de klas.”
Aardig streng
Geef een leerling een stem in het aannemen
van een leerkracht en waar zal hij naar
kijken? De hoeveelheid huiswerk die wordt
opgegeven? Gezelligheid in de klas? De do-
centen die de gesprekken hebben meege-
maakt, zijn er eigenlijk verrassend eenslui-
dend over: leerlingen op Zandvlietcollege
zoeken structuur en kennis. “Je merkt, zo-
wel in die gesprekken als in de klas dat
leerlingen houvast zoeken”, zegt Pronk. “Als
docent moet je dat kunnen geven, geba-
seerd op ervaring en een stukje natuurlijk
gezag.” Ook zijn collega Ouwerkerk vond
het wel opvallend. “Ik heb in het gesprek
met de leerlingen duidelijk gemaakt hoe ik
ben: streng, maar aardig streng. En toch
hebben ze voor mij gekozen.” Rita Kwint:
“Het is natuurlijk per leerling verschillend.
De ene zal het meer interesseren dat er orde
is in de klas, de ander zoekt een docent
waar hij of zij wat van kan leren. Daarom
stellen we de groepjes ook zo divers moge-
lijk samen. Het zijn altijd leerlingen uit de
bovenbouw, maar wel van havo, vwo en
gymnasium. En ik zorg ook dat er altijd een
paar ‘boeven’ bij zitten. Het moet een
dwarsdoorsnede van de leerlingpopulatie
zijn, zodat ook de sollicitant kan kijken of
dit een school is die bij hem past.” |
| Tekst | Michel Schreuder | Fotografie | Lou Wolfs
V.l.n.r: docente Rita Kwint en leerlingen Koen van Dijk,
Sidevi Sitaram en Anne-Marie de Vreede in gesprek met
een sollicitant.
‘Wij weten beter wat het is
om voor de klas te staan’
S
olliciteren bij de leerlingen die je straks les moet geven. Leerlingen die je later
mogelijk de klas moet uitsturen of een onvoldoende geven. Het klinkt mis-
schien vreemd, maar op het Haagse Zandvlietcollege (havo, vwo en gymnasium)
gebeurt het al jaren naar volle tevredenheid.
14 | LeerKracht |
De Haagse delegatie, onder wie wethouder
Ingrid van Engelshoven en basisschool-
directeur Dick van Waas, kijkt haar ogen uit.
De gangen van het Community Center van
Harlem Children’s Zone (HCZ) in New York
City hangen vol met kleurige posters, teke-
ningen en gedichten, motto’s van Afrikaans-
Amerikaanse leiders en inspirerende slogans
voor de toekomst. De kinderen die van het
gratis naschools programma van HCZ genie-
ten, zijn trots op wat ze gemaakt hebben,
waar ze vandaan komen en waar ze naartoe
gaan.
Ratten en bendes
Rasuli Lews, directeur van het Practitioner’s
Institute van HCZ, is ook trots. En niet zon-
der reden: HCZ doet het goed. Het project is
een onderwijskundige en sociaal-dienstverle-
nende aanpak om een afgebrokkelde gemeen-
schap weer op te bouwen. Het biedt kinderen
uit die gemeenschap - van de geboorte tot
na de vervolgopleiding - onderwijs en na-
schoolse programma’s, zodat ze kans hebben
op een betere toekomst dan hun ouders. De
missie? “Wij bieden niet alleen goede scho-
ling om een gemeenschap te stabiliseren, we
willen de hele gemeenschap veranderen”,
zegt Lews. Dat klinkt idealistisch en dat is
het ook. Harlem is een van de meest be-
ruchte achterstandsbuurten in New York en
heeft grote sociale problemen. “Drugs,
ratten, astma, vuilnis, werkloosheid, geweld,
tienerzwangerschappen, bendes, armoede.
Dat komen onze kinderen elke dag tegen op
weg naar school. Wij willen zorgen dat onze
buurt beter oogt en veiliger voelt voor onze
kinderen.”
85 miljoen
HCZ werkt op twintig locaties, runt twee
privéscholen en verzorgt een naschools
programma voor zeven bij het project aan-
gesloten openbare scholen in Harlem. HCZ
telt zo’n 10.500 kinderen in de leeftijd van
nul tot achttien jaar. Met een doorstroom
naar het vervolgonderwijs van zo’n negentig
procent mag de aanpak van HCZ een succes
heten. Wie betaalt dat allemaal? Lews:
Twintig jaar geleden hadden we nauwelijks
fondsen en geen visie. We besloten eerst een
langetermijnplan te formuleren om de buurt
te repareren en pas daarna keken we naar de
kosten. Onze private financiers respecteren
ons business plan, niet alleen onze non profit-
visie. Voor 2011 hebben we een budget van
85 miljoen dollar.” Hij lacht: “Het helpt dat
twaalf van de achttien leden van ons bestuur
miljonair zijn.”
College Bound
Voor dat geld wil het bestuur wel resultaten
zien. Tanya White, schoolhoofd van HCZ’s
privé basisschool Promise Act I, legt de lat
hoog: “Onze kinderen maken langere dagen
en draaien meer schooldagen per jaar. Het
resultaat: onze school scoort hoger dan alle
andere scholen in het district. Hoge verwach-
tingen, geen smoesjes. We are all college
bound”, is haar motto. Na school draaien de
kinderen dan nog eens tot etenstijd mee met
het naschoolse programma. Lews: “Als die
kinderen niet hier zijn, waar moeten ze dan
naartoe? Hier hebben ze iets te doen en is
het veilig. Leerlingen leren hier bouwen aan
sociale structuren.”
Ouderparticipatie
De lijst van activiteiten in de naschoolse op-
vang die Latasha Morgan, directeur van het
HCZ Community Center, opsomt, is eindeloos.
En dan is ze nog niet toegekomen aan de
sociale activiteiten, avondprogramma’s en
gratis ouderprogramma’s die het centrum aan
ouders aanbiedt. Van medische evaluaties,
maaltijden en kookcursussen tot toegang tot
de bibliotheek, computers, de fitnessruimte
en juridisch advies. Het pragmatisme van die
programma’s kenmerkt de Amerikaanse ma-
nier van denken. Als je ouders wilt betrek-
ken, moet je ze geven waar ze behoefte aan
hebben. Maar de kinderen staan voorop.
Morgan: “We staan dag en nacht klaar – als
ze weglopen, honger hebben – met persoon-
lijke aandacht. Bij schorsing leveren wij een
tutor die individueel met het kind werkt en
een sociaal werker. Komt een kind niet
opdagen voor het naschoolse programma,
dan bellen we de ouders en gaan na of zij
misschien hulp nodig hebben. ‘Daarom’ is bij
ons geen reden!”
Anders denken
De Haagse delegatie neemt het allemaal in
zich op. “Met tientallen miljoenen privaat
geld lukt alles”, stelt Haagse wethouder van
Onderwijs en Dienstverlening Ingrid van En-
gelshoven, maar daarmee valt of staat een
succesvolle brede school volgens haar niet.
Neem de school in South Bronx, waar de dele-
| Tekst | Carlijn Urlings
Studiereis langs brede scholen in Amerika inspireert Haagse delegatie
Trotse leerkrachten, trotse
trotse buurt
A
merikanen denken groot. Ook wanneer het gaat om onderwijs in achterstands-
wijken. Een Haagse delegatie van scholen, kinderopvang en welzijn reisden met
de wethouder van Onderwijs en Dienstverlening naar Chicago en New York om te zien
hoe Amerikanen het begrip brede school invullen. Belangrijkste ingrediënten voor suc-
ces? Visie, passie en buiten de gebaande paden denken. ‘It’s not money, it’s leadership.’
| LeerKracht | 15
kinderen,
gatie ook op bezoek ging. “Die school had
veel minder financiering, maar pakte toch het
hele pakket aan. De mensen daar waren be-
reid om bestaande kaders los te laten en te
kiezen voor een andere manier van werken.
Dat was heel interessant en stimulerend. Een
van de directeuren zei: ‘It’s not money, it’s
leadership’. Door slim te organiseren en met
elkaar te zeggen: ‘Dit willen we en dit gaan
we doen’, kun je een heel eind komen.” Ze
vervolgt: “Den Haag is bezig met de ontwik-
keling van de brede school. Dat zijn lastige
gesprekken. Het vraagt van alle partijen om
buiten de geijkte paden te stappen en dingen
anders te organiseren dan ze gewend zijn. In
de Verenigde Staten zijn de condities vaak
nog minder gunstig dan hier en toch krijgen
ze dingen voor elkaar. Daar moeten we op
zijn minst geïnspireerd door kunnen raken.”
Lat hoog leggen
Van Engelshoven raakte met name geïnspi-
reerd door het concept van HCZ om niet voor
een enkele school, maar voor een heel
schooldistrict voorzieningen op te zetten en
te sturen op onderwijskwaliteit en de kwali-
teit van de leefomgeving van kinderen. “We
streven in Den Haag ook naar een manier om
kinderen een leerrijke omgeving aan te bie-
den waarin ze worden gestimuleerd om hun
talent te ontwikkelen en waarbinnen de ge-
zinssituatie wordt aangepakt als die een be-
lemmering vormt.” Maar de grootste inspira-
tie zat voor Van Engelshoven in de
combinatie van het organiseren van de ge-
meenschap met het streven naar het hoogst
haalbare. “Ze organiseren hier de gemeen-
schap om een kind heen en leggen tegelij-
kertijd de lat heel hoog. Ze laten kinderen
zien wat hun perspectief kan zijn. Ze leren
kinderen om niet snel tevreden te zijn en
hoge eisen aan hun werk te stellen. Dan ben
je echt bezig om
iets te verande-
ren.”
Mentaliteitsver-
schil
Een altijd las-
tige uitdaging is
het betrokken
krijgen van ou-
ders. Dat geldt
voor New York,
maar ook voor
Den Haag. Dick
van Waas, direc-
teur van basis-
school De Krullevaar: “Wij organiseren steeds
meer projecten om ouders te lokken, met in-
formatieavonden, maar vooral met evene-
menten. We zijn de enige school die een
ouderschoolreisje organiseert. We geven
Nederlandse les, ICT-lessen, we hebben een
naaiclub, we leren ouders fietsen. Allerlei
dingen om ouders binnen te krijgen. Je moet
ze over de drempel halen. Als ze eenmaal
binnen zijn, dan komen ze ook naar voorlich-
tingsavonden.”
De Amerika-reis bracht Van Waas op ideeën,
met name op het gebied van doorlopende be-
geleiding. “Ze stoppen niet bij twaalf jaar,
maar betrekken ook de middelbare school er-
bij. Ik zou dat graag veel meer willen doen.
Een middelbare school kan jonge kinderen
ondersteunen, heeft een kantine en gymza-
len.” Van Waas ziet voordelen voor de school
als spil in de gemeenschap, met contacten
bij wijkverenigingen, bedrijven en andere
scholen. Voor hem was de grootste verrassing
de mentaliteit van de Amerikanen. “Dat ben
ik nog niet zo vaak tegengekomen. De passie
om die kinderen echt te helpen. Het groot
denken en uitgaan van een doel. En dan met
zijn allen ervoor gaan en vol blijven houden.
Mij schiet het woord ‘trots’ te binnen. De
kinderen zijn trots, de ouders zijn trots, de
leerkrachten zijn trots op de school. En dat is
in Nederland niet vanzelfsprekend.” |
‘De passie om die kinderen echt te helpen.
Het groot denken en uitgaan van een doel’
16 | LeerKracht |
Wat is er zo leuk aan gymnastiek?
Ik heb affiniteit met sport. Al sinds mijn jeugd,
dus ik wilde iets met sport doen. Gymnastiek is
afwisselend. Bovendien vind ik het karakter van
mensen heel boeiend. Bij gymnastiek kijk ik hoe
kinderen reageren en met name hoe dat komt.
Het is sowieso leuk om kinderen dingen te leren.
Is gymnastiek veranderd in de loop der
jaren?
Er komt tegenwoordig veel meer bij kijken.
Vroeger leerde je kinderen tegen, maar vooral
mét elkaar spelen. Tegenwoordig is het in de
bovenbouw een examenvak en daardoor uitge-
breider. We springen nog steeds ver, maar leer-
lingen moeten ook regelen, schema’s maken, zelf
fluiten. Het is een volwaardig vak geworden.
Wat houdt jureren bij wedstrijdzwem-
men in?
Er zijn verschillende soorten officials bij het
zwemmen: tijdwaarnemers, starters, keerpunt-
commissarissen, kamprechters die kijken of
zwemmers hun slagen technisch goed uitvoeren,
een jurysecretaris die de tijden verwerkt. De
scheidsrechter heeft de algehele leiding van het
toernooi. Ik heb alle bevoegdheden en mag dus
alles doen tijdens een wedstrijd.
Hoe word je official?
Zwemmen is altijd een passie van me geweest. Ik
zwom vroeger ook wedstrijden, hoewel niet in de
top. Een jaar na mijn afstuderen in 1976 heb ik
de cursus Zwemofficial gedaan. In de loop der
jaren ging ik steeds meer jureren en ben ik
geleidelijk hogerop gekomen.
Ook op grote toernooien?
Je begint met Nationale Kampioenschappen. Op
een gegeven moment kom je op de internatio-
nale lijst en word je door de zwembond uitge-
zonden. In 1994 ben ik naar het EK in Stavanger
geweest, daarna naar Wenen (1995), het WK in
Japan (2001), Helsinki (2006), de Jeugd-
kampioenschappen in Belgrado (2008), het EK in
Boedapest (2010), afgelopen november het EK in
Eindhoven en dit jaar naar het EJK in Belgrado
en het WK in Sjanghai.
Wat is er zo leuk aan?
Ik ben blij dat ik een bijdrage kan leveren aan de
sport. Het is puur vrijwilligerswerk, maar het is
heel dankbaar als je die kinderen ziet zwemmen
en jij kan ze de gelegenheid geven hun sport te
beoefenen. Daarnaast is het leuk om als scheids-
rechter leiding te geven aan een team van
officials, zodat je de wedstrijd tot een goed
einde brengt.
Word je er beroemd mee?
Op school weet een aantal collega’s het, maar ik
merk dat het mensen weinig zegt. Het is ook
anoniem werk. Een voetbalscheidsrechter die met
een rode kaart zwaait, staat meteen in de be-
langstelling.
Komt dat bij zwemmen ook voor?
Bij zwemmen hoeven we niet snel op te treden.
Het is allemaal heel sportief, je krijgt ook niet
snel een grote mond. Er is gewoon een groot
respect, ook voor het werk dat je doet.
Kost het veel tijd?
Ik fungeer een of twee keer in de maand. Als
scheidsrechter ben je dan de hele middag kwijt.
En bij een NK ben je drie dagen onder de pan-
nen, naast het voorbereiden van een dergelijk
toernooi.
Zwemmen of jureren?
Beide. Als er op televisie zwemmen wordt uitge-
zonden, zit ik eerste rang. Dat gaat voor alles. Ik
ken de tijden, let op de techniek. En omdat ik
veel zwemmers van naam ken, ben ik benieuwd
hoe ze presteren. Maar tijdens een EK of WK kijk
ik ook naar de officials, of er bekenden bij zijn.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
| Tekst | Michel Schreuder | Fotografie | Lou Wolfs
10 vragen aan ...
één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
Nel Broeks (57) is 33 jaar docent .
gymnastiek op het Edith Stein College..
Daarnaast heeft ze een passie voor .
wedstrijdzwemmen. Al bijna 35 jaar is .
ze official bij wedstrijden in .
binnen- en buitenland..
Nel Broeks
16 | LeerKracht |
‘Ik ben blij dat ik
een bijdrage
kan leveren
aan de sport’

Más contenido relacionado

Similar a Leer kracht 2 09 2011-lr4

TALT201606_p16-19_Bok_Zelfbewustzijn
TALT201606_p16-19_Bok_ZelfbewustzijnTALT201606_p16-19_Bok_Zelfbewustzijn
TALT201606_p16-19_Bok_ZelfbewustzijnKasper Ponte
 
Thema maatschappelijke stage
Thema maatschappelijke stageThema maatschappelijke stage
Thema maatschappelijke stageMerel Visscher
 
Dat_kan_bij_ons_niet
Dat_kan_bij_ons_nietDat_kan_bij_ons_niet
Dat_kan_bij_ons_nietHanno Ambaum
 
De sleutelrol van de schoolleider
De sleutelrol van de schoolleiderDe sleutelrol van de schoolleider
De sleutelrol van de schoolleiderjeanettevanloo
 
Zomer 16 Ess De Essenburgh_Essentie_zomer2016-def [546926]
Zomer 16 Ess De Essenburgh_Essentie_zomer2016-def [546926]Zomer 16 Ess De Essenburgh_Essentie_zomer2016-def [546926]
Zomer 16 Ess De Essenburgh_Essentie_zomer2016-def [546926]Steven Scheer
 
Word Oef3 Hanne D 1 Ba Mv Interview
Word Oef3 Hanne D 1 Ba Mv InterviewWord Oef3 Hanne D 1 Ba Mv Interview
Word Oef3 Hanne D 1 Ba Mv InterviewHanneD
 
Hogeschool Rotterdam - De kunst van het begeleiden
Hogeschool Rotterdam - De kunst van het begeleiden Hogeschool Rotterdam - De kunst van het begeleiden
Hogeschool Rotterdam - De kunst van het begeleiden Esther Groenewegen
 
The Dark Side van Evalueren #toetscongresVO
The Dark Side van Evalueren #toetscongresVOThe Dark Side van Evalueren #toetscongresVO
The Dark Side van Evalueren #toetscongresVOPedro De Bruyckere
 
doe mee! najaar 2015
doe mee! najaar 2015doe mee! najaar 2015
doe mee! najaar 2015Fanny Leseman
 
doe mee! najaar 2015
doe mee! najaar 2015doe mee! najaar 2015
doe mee! najaar 2015Fanny Leseman
 
Artikel Slow Management
Artikel Slow ManagementArtikel Slow Management
Artikel Slow ManagementPeter Mulder
 
Studiekeuzegids Flyer Okt2011
Studiekeuzegids Flyer Okt2011Studiekeuzegids Flyer Okt2011
Studiekeuzegids Flyer Okt2011marionvanhoof
 
Magazine nr 2 Onderwijs-vanuit het hart, juni 2013
Magazine nr 2 Onderwijs-vanuit het hart, juni 2013Magazine nr 2 Onderwijs-vanuit het hart, juni 2013
Magazine nr 2 Onderwijs-vanuit het hart, juni 2013Angelique Brekelmans
 

Similar a Leer kracht 2 09 2011-lr4 (20)

TALT201606_p16-19_Bok_Zelfbewustzijn
TALT201606_p16-19_Bok_ZelfbewustzijnTALT201606_p16-19_Bok_Zelfbewustzijn
TALT201606_p16-19_Bok_Zelfbewustzijn
 
WerkenaanwatWerkt
WerkenaanwatWerktWerkenaanwatWerkt
WerkenaanwatWerkt
 
Thema maatschappelijke stage
Thema maatschappelijke stageThema maatschappelijke stage
Thema maatschappelijke stage
 
Dat_kan_bij_ons_niet
Dat_kan_bij_ons_nietDat_kan_bij_ons_niet
Dat_kan_bij_ons_niet
 
De sleutelrol van de schoolleider
De sleutelrol van de schoolleiderDe sleutelrol van de schoolleider
De sleutelrol van de schoolleider
 
JM social effect pdf
JM social effect pdfJM social effect pdf
JM social effect pdf
 
Earline interview
Earline interviewEarline interview
Earline interview
 
Zomer 16 Ess De Essenburgh_Essentie_zomer2016-def [546926]
Zomer 16 Ess De Essenburgh_Essentie_zomer2016-def [546926]Zomer 16 Ess De Essenburgh_Essentie_zomer2016-def [546926]
Zomer 16 Ess De Essenburgh_Essentie_zomer2016-def [546926]
 
Word Oef3 Hanne D 1 Ba Mv Interview
Word Oef3 Hanne D 1 Ba Mv InterviewWord Oef3 Hanne D 1 Ba Mv Interview
Word Oef3 Hanne D 1 Ba Mv Interview
 
Hogeschool Rotterdam - De kunst van het begeleiden
Hogeschool Rotterdam - De kunst van het begeleiden Hogeschool Rotterdam - De kunst van het begeleiden
Hogeschool Rotterdam - De kunst van het begeleiden
 
The Dark Side van Evalueren #toetscongresVO
The Dark Side van Evalueren #toetscongresVOThe Dark Side van Evalueren #toetscongresVO
The Dark Side van Evalueren #toetscongresVO
 
doe mee! najaar 2015
doe mee! najaar 2015doe mee! najaar 2015
doe mee! najaar 2015
 
doe mee! najaar 2015
doe mee! najaar 2015doe mee! najaar 2015
doe mee! najaar 2015
 
meikevangenugten
meikevangenugtenmeikevangenugten
meikevangenugten
 
Verhoeven zp8
Verhoeven zp8Verhoeven zp8
Verhoeven zp8
 
Artikel Slow Management
Artikel Slow ManagementArtikel Slow Management
Artikel Slow Management
 
Studiekeuzegids Flyer Okt2011
Studiekeuzegids Flyer Okt2011Studiekeuzegids Flyer Okt2011
Studiekeuzegids Flyer Okt2011
 
Nieuwsbrief creative counseling sjoukje drenth bruintjes juni 2018
Nieuwsbrief creative counseling sjoukje drenth bruintjes juni 2018Nieuwsbrief creative counseling sjoukje drenth bruintjes juni 2018
Nieuwsbrief creative counseling sjoukje drenth bruintjes juni 2018
 
Magazine nr 2 Onderwijs-vanuit het hart, juni 2013
Magazine nr 2 Onderwijs-vanuit het hart, juni 2013Magazine nr 2 Onderwijs-vanuit het hart, juni 2013
Magazine nr 2 Onderwijs-vanuit het hart, juni 2013
 
Magazine onderwijs vanuit het hart 2013juni interview Astrid
Magazine onderwijs vanuit het hart  2013juni interview AstridMagazine onderwijs vanuit het hart  2013juni interview Astrid
Magazine onderwijs vanuit het hart 2013juni interview Astrid
 

Leer kracht 2 09 2011-lr4

  • 1. LeerKrachtJaargang 13 | nummer 2 | september 2011 pagina 4 | Lesgeven met een beperking | pagina 8 | Interview met onderwijsminister Van Bijsterveldt | pagina 14 | Brede buurtschool op z’n Amerikaans |
  • 2. Inhoud Voormalig hockey-international Guus Vogels (36) is oud-leerling van de Thomas van Aquino mavo in Poeldijk, het huidige ISW Irenestraat. Vogels keepte meer dan 264 interlands, nam deel aan vier Olympische Spelen en won daar onder andere goud en zilver, werd met zijn team Europees kampioen en veroverde verder vele Champions Trophies en andere kampioen- schappen. “School en huiswerk waren niet mijn grootste hobby’s, ik was veel liever bezig met sporten. Toen ik twintig jaar geleden op de mavo zat, was er iedere dag een huiswerkklas van drie tot vijf en dat was mijn redding. Zo was ik dan bij thuiskomst helemaal klaar en kon meteen mijn sportschoenen aantrekken en de wei in. Het was een kleine gedisciplineerde school en dat was goed voor mij. Ik hield namelijk wel van een dolletje en een grapje op z’n tijd. Mijn eerste mentor was meneer Simonis. Hij oogde wat streng en ik zag het niet zo zitten met hem, maar hij bleek al snel een heel goede begeleider. Je moet zo’n eerste jaar na de lagere school toch je draai vinden en dan is het fijn als iemand je daarin goed begeleid.” “Heel bijzonder, maar ik ben de enige in de fa- milie die hockeyt. Ik zat eerst, net als de rest van de familie, op tennis. Toen een vriend vroeg of ik ook een keer meeging naar de hoc- key was mijn eerste reactie: ‘Dat is niets voor mij met al die kakkers’. Uiteindelijk ben ik toch een keer meegegaan. Ik nam meteen plaats in het doel en daar ben ik tot mijn af- scheid vorig jaar juni niet meer uit gegaan. Op mijn vijftiende ging ik bij HGC hockeyen en werd ik geselecteerd voor de jeugdselecties van het Nederlands elftal. Veel afwezig van school vanwege het hockey was ik op de mavo De bekende oud-leerling I edere school heeft wel een oud-leerling die zich in zijn of haar latere leven ont- popte tot een bekende Nederlander. Soms door een bepaald talent, een opvallende prestatie of een functie in de maatschappij. Hoe kijken zij terug op hun schooltijd? Guus Vogels: ‘De huiswerkklas was mijn redding’ ‘LeerKracht’ (4100 ex.) is het personeelsmagazine van Lucas Onderwijs. Het volgende nummer ver- schijnt in december 2011. Suggesties voor kopij kunt u mailen naar: annemarie@breevemedia.nl. Lucas Onderwijs Postbus 93231 2509 AE Den Haag 070 - 300 11 00 www.lucasonderwijs.nl info@lucasonderwijs.nl | Redactie | Victoria Bachnoe, Annemarie Breeve (eindredactie), Jessica Hendriks, Roger Huijgen, John Huiskens, Sharon de Roode, Ted Smits, Cor Verbree | Aan dit nummer werkten mee | Huub van Blijswijk, Marcel Groeneweg, Erno Mijland, Michel Schreuder, Vic Steenbergen | Vormgeving en productie | The Happy Horseman BV | Illustraties | Auke Herrema | Fotografie (tenzij anders vermeld) | Lou Wolfs Fotografie Colofon Artikelen Lesgeven met een beperking 4 Nationaal jeugddijkgraaf: Bart Bongaards 5 Commotie rondom leerlingvervoer 6 Interview met Marja van Bijsterveldt 8 Leerlingen in sollicitatiecommissie 13 Haagse delegatie naar de VS 14 Rubrieken De bekende oud-leerling 2 De doorgeefcolumn 7 Kort nieuws 10 Column Marcel Groeneweg 12 Tien vragen aan 16
  • 3. | LeerKracht | 3 | Tekst | Huub van Blijswijk | Fotografie | Lou WolfsColumn College van Bestuur De afstand tussen bestuur- ders en de werkvloer wordt vaak uitvergroot tot een karikatuur van de werkelijkheid. Toch snijdt die kritiek soms hout. Ook voor mij als bestuur- der is het een uitdaging om de verbinding in stand te houden. De kern van de kritiek in de media richt zich op de kloof tussen beleid en uitvoering. Het bestuur is van het beleid en school is van de uitvoering en dat is nu een hardnekkige misvatting. Bestuurders moe- ten besturen en daar hoort het vaststellen van beleid natuurlijk bij. Ik wil dat als bestuurder alleen doen in en na overleg met de scholen. Voor deze dialoog moeten we dus samen aan tafel. Het “wij en zij denken” moet met wortel en tak worden uitgeroeid. Beleid maken we samen! Zo is het mogelijk om binnen een grote organisatie kleinschalig te opereren, waarbij het kind centraal blijft staan. Binnen Lucas kiezen we voor een besturingsfilosofie waar de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie zitten. We hebben eindverantwoordelijke schoolleiders, die werken binnen de vastgestelde kaders van Lucas. Deze kaders bespreken we met elkaar en met onze stakeholders. Zo is het mogelijk om binnen een grote organisatie kleinschalig te opereren, waarbij het kind centraal blijft staan. We zoeken wel naar de voordelen van onze omvang, bijvoorbeeld bij centrale inkoop en personeelszaken. Hierdoor kunnen scholen hun kerntaken nog beter uitvoeren. Bij Lucas is beleid een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Echt goed beleid wordt geformuleerd met de verschillende partijen, samen dus en dat verplicht. De les voor bestuur en school is dus: Zoek de verbinding, organiseer de relatie en blijf oogcontact houden! | Beleid maken | Tekst | Roger Huijgen nog niet, dat begon later wel toen ik op de MTS zat.” “De prijzen die ik heb ge- wonnen in mijn loopbaan zijn natuurlijk mooi, maar de herinneringen en het beleven van de weg er naar toe zijn nog veel mooier. Van het geld dat je verdient als semiprof hockey kun je leuk leven, maar je hebt geen spaarpot opgebouwd aan het einde van je carrière. In de laatste fase van mijn hockeycarrière werkte ik al twintig uur per week bij onder andere bij Randstad en als verenigingsmanager bij HGC. Ik heb naast hockey ook altijd gestudeerd. Ik werk inmiddels bij Vopak in Rotterdam als business development manager. Ik heb er wel voordeel van dat ik enige bekendheid geniet, maar het gebeurt ook regelmatig dat mensen daar totaal geen weet van hebben. Het is ook niet zo vreemd dat mensen mij niet herkennen, want ik stond natuurlijk ook altijd met een masker op doel bij hockey!” Zie Guus Vogels ook op www.nos.nl, zoek dan op ‘Guus Vogels mooiste momenten’. | Huub van Blijswijk is voorzitter van het College van Bestuur.
  • 4. 4 | LeerKracht | | Tekst | Michel Schreuder | Fotografie | Lou Wolfs | Illustratie | Ralph Schalk Lesgeven met een beperking ‘Zolang het gaat, moet je doorgaan’ Over zijn ziekte is Ralph Schalk altijd open geweest. “De directie wist het natuurlijk. En op het moment dat ik na mijn jaar afwezig- heid terugkeerde op school, heb ik al mijn collega’s bijgepraat”, vertelt de oud-docent aardrijkskunde en maatschappijleer aan het Stanislascollege in Pijnacker. “Sommigen zei- den: We hadden nooit gedacht dat jij nog te- rug zou komen.” Ook elke nieuwe klas werd tijdens de eerste les ingelicht. “Dan was het doodstil en moest ik die stilte uiteindelijk zelf doorbreken met een geintje”, zegt Schalk. “En ook al zei ik tegen de leerlingen dat ze met mij geen rekening hoefden te houden, ik merkte dat ze het wel deden. Soms kwam er één naar me toe die zei: Wat een rotziekte hè meneer.” Chronische aandoening Hoeveel docenten in het basis- en voortgezet onderwijs met een chronische aandoening of lichamelijke beperking voor de klas staan, is niet te achterhalen. Toch zullen het er, af- gaande op landelijke cijfers over de hele ar- beidsmarkt, al snel enkele duizenden zijn. Op het Stanislascollege kreeg Schalk alle mede- werking om zijn werk te blijven doen. “In het rooster werd er rekening mee gehouden. Ik ging minder uren maken en begon nooit voor de ochtendpauze. Met Parkinson heb je ’s morgens na- melijk vaak last van opstartpro- blemen. Maar ik heb ook altijd te- gen de roostermakers gezegd: Als het niet lukt, kom ik gewoon ‘s ochtends op tijd.” Zijn plezier in lesgeven heeft echter nooit onder zijn ziekte geleden. En als de pensioengerechtigde leeftijd niet was gekomen, had hij nog steeds graag voor de klas gestaan. Les- geven met Parkinson was, wat Schalk betreft, nooit een groot probleem. “Door de medicijnen kan ik feitelijk nog alles doen wat ik wil doen”, zegt hij. Westermann Penning Bij zijn afscheid, in november vo- rig jaar, werd Schalk geëerd met de Westermann Penning voor uitzonderlijke verdiensten van het Stanislascollege. Alle collega’s kregen een boekje met cartoons van zijn hand waarin veertig jaar onderwijsge- schiedenis staat uitgebeeld. “Ik maak al ja- ren cartoons en dat kan ik nog steeds. Net als fietsen. Wat dat betreft heb ik geluk ge- had. Er zijn verschillende vormen van Parkin- son en ik heb een milde variant. Het ergste moet in mijn geval nog komen. Maar daar denk ik gewoon niet aan.” Schalk is na zijn pensionering voorlichting gaan geven over Parkinson. Tijdens een van die bijeenkomsten kwam hij een collega te- gen die moeilijk sprak als gevolg van die ziekte, maar ook nog steeds les gaf op een basisschool. Voor de oud-docent is dat be- grijpelijk. “Zolang het enigszins gaat, moet je proberen door te gaan”, luidt zijn advies aan mensen met een chronische ziekte. “Hoewel dat persoonlijk is. Zelf heb ik nooit aan opgeven gedacht. Maar ik kan me best voorstellen dat er mensen zijn die het niet meer zien zitten. En je moet reëel blijven. Als je ook maar enigszins signalen opvangt dat het niet meer gaat, ook al zeggen men- sen dat niet hardop, dan moet je stoppen.” Want zelfoverschatting ligt in zijn ogen, ze- ker in het onderwijs, altijd op de loer. Een docent met een beperking heeft daarin een extra verantwoordelijkheid, vindt hij. Hulpvaardige hand Natuurlijk waren er moeilijke momenten. Niet zozeer omdat het naar zijn gevoel lichamelijk niet meer ging, maar door reacties van ande- B ij Ralph Schalk werd zeven jaar geleden de ziekte van Parkinson vastgesteld. Wat volgde, was een jaar waarin hij, mede als gevolg van een dubbele hernia, gedwongen thuis zat. Daarna pakte hij de draad weer op en stond tot zijn pensioen nog vijf jaar voor de klas. ‘Ik had die vijf jaar voor geen goud willen missen.’ Een openhartig interview over lesgeven met een beperking.
  • 5. | LeerKracht | 5 | Tekst | Michel Schreuder | Fotografie | Lou Wolfs B art Bongaards zegt het eerlijk: “Toen ik er aan begon, wist ik net zo veel over waterschappen als ieder ander. Bijna niets dus.” Inmiddels weet hij wel beter. Sinds de leerling van ISW locatie Gasthuislaan in ’s-Gravezande eind vorig jaar werd gekozen tot nationaal jeugddijkgraaf, heeft hij zich grondig in de materie van het wa- terbeheer verdiept. Als jeugddijkgraaf volgde de zestien- jarige Bart de Haagse Laura Pierik op. “Twee jaar geleden zag ik op school posters hangen en heb ik ge- solliciteerd om jeugddijkgraaf te wor- den”, vertelt hij. “Toen werd ik het niet, maar ben ik wel gevraagd om namens het Hoogheemraadschap van Delfland in het nieuw gevormde jeugdwaterschapsbestuur zitting te nemen. En van daaruit ben ik geko- zen tot nationaal jeugddijkgraaf.” Het jeugdwaterschapsbestuur is een initiatief van de Unie van Water- schappen, met als doel jongeren te betrekken bij en te interesseren voor het werk van de waterschappen. Af- gelopen jaar heeft het jongerenbe- stuur gewerkt aan een manifest, waarin suggesties worden gedaan hoe dat zou kunnen. Bart vindt het belangrijk dat jongeren meer te we- ten komen over waterbeheer. “Waar ik woon bijvoorbeeld, leven we best in een gevaarlijk stukje Nederland. Maar het gaat niet alleen om overstromingen. Ook een tekort aan water kan in de toekomst een probleem worden. Dat zie je nu al als het een paar weken niet regent.” Kustverdediging De ISW-leerling zit op de havo met het profiel Economie en Maatschappij. Dat hij niet zo veel van techniek weet, is volgens hem geen probleem. “Als je echt over dijken en gemalen praat, heb je een meer technische achtergrond nodig. Maar ook bij een waterschap zijn er managers. Overigens weet ik nog niet of ik hierna verder wil in het waterbeheer. Ik heb nog een jaar om daar over te beslissen.” Op school krijgt hij alle medewerking om zijn vertegenwoordigende taken goed op te pak- ken. “De directeur is erg enthousiast en ook de docenten reageren positief. Ik krijg de kans om toetsen in te halen als ik een keer niet op school ben, of ik kan een minder belangrijke opdracht van mijn huiswerk laten vallen.” Zijn klasgenoten heeft hij ook al een keer mee op sleeptouw genomen, toen hij de Water- bosatlas mocht uitreiken. “En inmiddels zijn zij het er ook wel aardig over eens dat goed waterbeheer van belang is”, zegt Bart. “Ik interesseer me – door de plek waar ik woon - vooral voor de kustverdediging. De komende 250 jaar zitten we wat dat betreft nog goed, maar er moet wel constante aandacht voor blijven.” | ren. “Met praktische zaken stak iedereen een handje toe. Bij het aantrekken van m’n jas bijvoorbeeld, was er altijd wel een hulpvaar- dige hand. En als we van lokaal moesten wis- selen en ik zat te hannesen om spullen in mijn tas te stopen, kwam er meestal wel een leerling naar me toe om te helpen. Dat was vaak aandoenlijk. Maar ook enorm dubbel. Aan de ene kant is het prettig, want je zit zelf toch een beetje te hannesen. Aan de an- dere kant word je op die momenten recht- streeks geconfronteerd met je beperkingen. Je wint misschien aan respect omdat ieder- een ziet dat je doorzet. Maar voor je eigen gevoel verlies je ook een beetje. Ik heb per- soonlijk nooit last gehad van een verminderd gevoel van eigenwaarde. Maar soms denk je wel: Doen mensen nu zoals ze gewoonlijk doen, of doen ze het omdat ze weten dat je iets mankeert?” | at is Parkinson De ziekte van Parkinson is een degenera- tieve hersenziekte waarbij zenuwcellen langzaam afsterven. De gevolgen hiervan zijn langzaam en weinig bewegen, trillen, voorovergebogen lopen en stijve spieren. De ziekte treft gemiddeld 3 op de 1000 mensen. De snelheid waarmee de ziekte voortschrijdt verschilt van patiënt tot patiënt. W ISW-leerling is jeugddijkgraaf
  • 6. 6 | LeerKracht | Uiteindelijk bleek het grotendeels een misverstand in de communi- catie, maar de commotie was fors. “Heel grote paniek.” Anders kan directeur Sandra Jellema van de Bernardusschool voor zeer moeilijk lerende kinderen in Den Haag het niet beschrijven, toen ze na de zomervakantie op school kwam. “De gemeente Den Haag bleek opeens de regels veel strenger te hanteren. Er lagen vijftien afwij- zingen voor leerlingenvervoer. Op een aantal van 110 leerlingen is dat best veel. En het bleek nog maar het begin.” Voor veel ouders was het enorm schrikken, geeft Jellema aan. “Het is ook niet niks. Leerlingen hier kunnen niet zelfstandig naar school reizen. Als beide ouders bijvoorbeeld een baan hebben of er zijn nog andere kinderen thuis die ook naar school moeten, is het ondoenlijk opeens je kind zelf elke ochtend weg te brengen.” Dat gaat immers - vanwege de spreiding van de speciale scholen - om grotere afstanden. Op sommige scholen in Den Haag leidde het er zelfs toe dat leerlingen noodgedwongen thuis moesten blijven. Kalmeren “Bij de ouders leefde het enorm”, zegt Gerben Schuhmacher, voor- zitter van de medezeggenschapsraad op de Bernardusschool. “In heel Den Haag dreigde zo’n zestig procent van de kinderen die nu met een taxibusje naar school worden gebracht, niet meer in aanmerking te komen voor dit aangepast vervoer. Veel van hen moesten van de gemeente maar met het openbaar vervoer. Een kind met een IQ van 60 stuur je niet – ook al is het begeleid – met de bus of tram naar school. Dan zijn de leerkrachten de hele dag bezig om het kind te kalmeren en komt er niets meer van leren.” ‘Een kind met een IQ van 60 stuur je niet – ook al is het begeleid – met de bus of tram naar school’ Samen met de andere scholen voor speciaal onderwijs in Den Haag trok de Bernardusschool aan de bel. Ook de medezeggenschapsraden verenigden zich. Er werd overlegd met de wethouder van onderwijs en ingesproken tijdens commissievergaderingen. De protesten en druk hadden een voorlopig resultaat: in de herfst werden alle be- sluiten over de aanvragen opgeschort. Schuhmacher: “Het school- jaar 2010/2011 zou een overgangsjaar worden. De striktere uit- voering van het beleid voor leerlingenvervoer zou in het nieuwe schooljaar ingaan.” Communicatiestoornis Toen de druk eenmaal van de ketel was, bleek ook waar het pijn- punt lag. De gemeente Den Haag wilde in het vervolg een beter ge- fundeerd advies bij de aanvragen voor aangepast leerlingvervoer. In plaats van een standaardformulering per kind, vraagt de gemeente een meer uitgebreid en individueel advies voor elk kind. Daartoe zit overigens een speciale commissie tussen gemeente en school. Jellema: “Een groot aantal leerlingen werd aan het begin van het schooljaar 2010/2011 opgeroepen voor een herkeuring door de GGD. Dat was vreemd, want elke school voor speciaal onderwijs heeft een dik dossier liggen over zijn leerlingen. Alleen, die hebben we nooit aangeleverd bij de adviezen, omdat we helemaal niet wis- ten dat dat moest. Omgekeerd dacht de gemeente dat het onwil van de scholen was. Het bleek dus vooral een communicatiestoornis. Na alle gesprekken is de communicatie hersteld en werken commissie en gemeente veel beter samen.” De hele affaire heeft volgens MR- voorzitter Schuhmacher in elk geval een positieve kant. “Het is een zwaar traject geweest. Maar ik ben er van overtuigd dat het in deze collegeperiode verder rustig blijft rond het aangepast leerlingen- vervoer.” | | Tekst | Michel Schreuder | Fotografie | Lou Wolfs Ouders en scholen samen op de bres voor leerlingenvervoer D e zomer van 2010 bracht voor een groot aantal ouders van leerlingen in het speciaal onderwijs een onaange- name verrassing. Op de deurmat lag opeens het bericht dat hun aanvraag voor aangepast leerlingvervoer onderzocht zou worden door de GGD. Voor sommige kinderen was de aanvraag zelfs afgewezen. Ouders en scholen sloegen de handen ineen en gingen in gesprek met de wethouder.
  • 7. | LeerKracht | 7 | Tekst | Erno Mijland | Foto | archief Erno Mijland Ze zijn razendsnel met internet en hun smart phone, zijn altijd als eerste op de hoogte en veeleisend als consument. De klassen stromen vol met knoppenvaardige digital natives, opgegroeid met technologie. Voor hen is internet even vanzelfsprekend als water uit de kraan. Ze zijn voorzichtig en verstandig, laten zich niet gek maken door de nieuwste gadget of tool, vinden privacy nog belangrijk en zijn kritisch op informatie uit al die online bronnen. Voor onze klassen staan digital im- migrants. Ze zijn nog opgegroeid met krijt- bord en typemachine. Voor hen biedt inter- net telkens weer verrassingen, soms aangenaam, soms niet. Het is niet moeilijk de huidige situatie in het onderwijs te beschrijven als een onover- brugbare generatiekloof, waarin wederzijds onbegrip het leerproces belemmert. Ik kijk er liever anders naar. Volgens mij bevinden we ons in een unieke stroomversnelling in de tijd. Internet zorgt ervoor dat informatie niet langer schaars is. En dat maakt dat we voor het eerst wederzijds én samen kunnen leren, tussen de generaties en over de gene- raties heen. De wijsheid komt voortaan van twee kanten. Aandacht vangen Ik zie het bij mij thuis. Mijn dochter leert mijn moeder hoe ze haar foto’s moet behe- ren op haar nieuwe laptop. En mijn moeder legt aan mijn dochter uit hoe ze een mooie compositie kan maken als ze met haar digi- tale camera een foto maakt. Zo worden ze samen slimmer. En gelukkig zie je het ook steeds meer in het onderwijs. Een leerling legt uit hoe je je digitale agenda kunt synchroniseren met de app op je telefoon, de leraar hoe je vervol- gens je huiswerk op een goede manier kunt plannen. Een leerling vertelt hoe je een filmpje embedt in de website van school, een leraar hoe je een verhaal beter verpakt in een videofilmpje. De technologie daagt ons ondertussen tel- kens weer opnieuw uit: hoe beoordeel je bronnen, hoe voorkom je dat je verzuipt in de continue stroom van informatie, wat is het langetermijneffect van intensief media- gebruik, hoe werk je nóg efficiënter en hoe vang je nog de aandacht van een publiek als je iets te melden hebt? De uitdaging aan het onderwijs is om met alle generaties op zoek te gaan naar de antwoorden op dit soort vragen. Dat vraagt om het openstaan voor elkaars wijsheid. Samen slimmer wor- den gaat dan over luisteren zonder vooroor- delen, maar ook over kritische vragen dur- ven stellen. Onlangs was ik op een school voor voortge- zet onderwijs waar ze één keer per jaar de rollen omdraaien. De docenten nemen plaats in de schoolbanken en de leerlingen verzorgen de lessen. Afgelopen jaar gingen de lessen onder andere over Facebook, Twit- ter en Prezi (een alternatief voor Power- point). Op een andere school maken leerlin- gen een promotievideo voor de open dag, waarbij ze zelf de technologie kiezen en voor het verhaal ondersteund worden door een leerkracht. Je kunt samen op zoek gaan naar goede mediabronnen voor bij de les, samen debatteren over kwesties als privacy en manipulatie door de media, samen uit- zoeken wat de extra mogelijkheden zijn van je digitale schoolbord. En jij? Hoe ga jij meebouwen aan de generatiebrug? | Erno Mijland (1966) is schrijver en trainer. Hij houdt zich vooral bezig met de mogelijkheden van technologie in het kader van leren. Meer informatie: www.ernomijland.com. De doorgeefcolumn ‘De docenten nemen plaats in de schoolbanken en de leerlingen verzorgen de lessen’ Deze column is de vrije ruimte voor mensen van binnen en buiten de organisatie. De schrijvers geven inzicht in wat hen boeit, bindt of be- zighoudt. Vervolgens geven zij de pen door aan een volgende auteur. In dit nummer schrijver Erno Mijland, die onlangs zijn boek over sociale media in het onderwijs, digitaal aanbood aan de wereld. De prijs? Eén tweet. Samen slimmer!
  • 8. 8 | LeerKracht | | Tekst | Roger Huijgen | Fotografie | www.rijksoverheid.nl ‘Onderwijs is ons belangrijkste scharnierpunt in de samenleving’ Het was bepaald geen goed-nieuws-show toen het kabinet Rutte aantrad: aan bezuini- gingen zou niemand ontkomen de komende jaren. De meeste bezuinigingen in het onder- wijs waren echter al ingezet ten tijde van het vorige kabinet. Van Bijsterveldt: “Het middel- baar onderwijs heb ik in de afgelopen jaren als staatssecretaris onder mijn hoede gehad en daar zet ik eigenlijk de lijn helemaal voort, zoals de aanpak van vroegtijdig schoolverlaters, de scherpere exameneisen en het beleid van toetsen. Het beleid van Sha- ron Dijksma voor het primair onderwijs zet ik eveneens door met veel aandacht voor reke- nen en taal, opbrengstgericht werken en passend onderwijs. In het vorige kabinet was er al sprake van een veel meer opbrengst- gerichte aanpak waarin presteren geen vies woord is.” Inspiratie Om inspiratie op te doen, gaat Van Bijster- veldt regelmatig op werkbezoek bij scholen in het land. “Ik haal veel inspiratie uit die frequente werkbezoeken. Ik ontmoet dan leraren, studenten, bestuurders en school- leiders. Daarnaast lees ik vakliteratuur en ontvang ik ook brieven van mensen uit het onderwijs die ik zoveel mogelijk zelf beant- woord. Uiteraard krijg ik ook veel informatie uit de ambtelijke organisatie. Op het minis- terie zitten heel veel mensen die hun wortels hebben liggen in het onderwijs of zelfs nog les geven naast hun baan bij het ministerie.” Het beeld dat veel mensen hebben van de ambtenaar die weer een onrealistisch planne- tje uit de hoge hoed tovert vanachter zijn bureau, zou geen goede weergave zijn van de werkelijkheid. Van Bijsterveldt reageert: “Ik heb ook niet het idee dat veel mensen dat beeld hebben, maar als dat wel bestaat dan is dat wel iets wat aandacht behoeft. Maar ik geloof toch wel dat de mensen het idee heb- ben dat we met het ministerie niet losstaan van de werkelijkheid.” Meer geleerd Ook uit het dagelijks leven en uit haar eigen schoolcarrière haalt de minister haar inspira- tie. Van Bijsterveldt was een enigszins onge- durige leerling die als een echte ‘stapelaar’ via mavo en havo uiteindelijk een mbo Ver- pleegkunde afrondde. Het heeft haar geleerd dat het van belang is om een heldere maar uitdagende structuur aan leerlingen te bieden. En dat men best duidelijke eisen mag durven stellen aan leerlingen. Haar beleid bij het terugdringen van vroegtijdig school- verlaters is daar deels op gebaseerd. Van Bijsterveldt: “Daarnaast kijk ik natuurlijk ook wat ik bij mijn eigen kinderen heb ervaren. Ze zaten op een degelijke school, maar ik dacht toen ook weleens van: Hé, kan er niet meer uit gehaald worden? Dan waren ze al na een half uur klaar met hun huiswerk, terwijl je ook twee uur huiswerk kunt maken, dan heb je gewoon meer geleerd. Dat zijn dan kleine ervaringen die je meeneemt als ervaringsdeskundige. Het hebben van een down to earth gevoel als ouder is wel relevant, want zo denkt de samenleving ook.” Verkorte vakantie Als het onderwijs in het nieuws is, dan is het zelden positief. Een kort overzicht uit de laatste kranten: het niveau van het Neder- landse basis- en voortgezet onderwijs daalt ten opzichte van andere landen, leerlingen kunnen nog amper rekenen of spellen, do- centen kunnen niet omgaan met mobieltjes in de klas of met leerlingen met een trauma- tische ervaring. En zo gaat het lijstje door. Er gaat echter ook veel goed in het onder- wijs. Waar zijn de succesverhalen? “Daar moeten we inderdaad wel scherp op zijn”, aldus Van Bijsterveldt. “We kunnen vast- stellen dat we in Nederland over het alge- I n oktober 2010 ging het kabinet Rutte van start. LeerKracht sprak met Marja van Bijsterveldt, de huidige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een gesprek over presteren, verbeteringen, passend onderwijs, valium en bezuinigingen die tegen- woordig ombuigingen heten. ‘Presteren is geen vies woord’
  • 9. | LeerKracht | 9 meen gewoon goed onderwijs hebben, maar aan de andere kant weten we ook dat onder- wijs geen eiland is en dat we dus continu op scherp moeten zijn om te kijken of het beter kan. Ik vind wel dat daar ook een opdracht ligt binnen school. Er zit veel cynisme in het onderwijs en ik vind ook dat er meer out of the box gedacht mag worden. Het is toch wel heel veel in de traditionele sfeer en als je daar een beetje aan rammelt, dan ben je snel de gebeten hond, valt me op. Dat vind ik een gemiste kans, want onderwijs is bij uitstek ons belangrijkste scharnierpunt in de samen- leving en als dat niet meebeweegt en inno- veert naar nieuwe eisen, dan doe je het met elkaar gewoon niet goed. Ik vind dat er wel meer een cultuur van vernieuwing en innova- tie zou mogen zijn.” Zo vindt de vijftigjarige Van Bijsterveldt de directe aversies die er ontstonden bij haar beleidsplannen een punt van zorg. “Ik heb dat gemerkt toen het over de verkorte vakanties ging in het voortgezet onderwijs. Dat is blijkbaar iets heiligs, maar ik kom ver- der niet aan de taakuren, die blijven het- zelfde. Als ik al mijn werk in 38 of 39 weken moet doen, dan zou ik ook echt aan de valium zijn, want dat zou ik niet redden. Het is dus niet zo vreemd dat leraren een hoge werkdruk ervaren. Als we dan een oplossing aandragen door een week extra ruimte te creëren, zodat men taken beter kan spreiden en een dergelijk voorstel wordt zó negatief afgedaan, dan vind ik dat echt jammer. Een gemiste kans.” Passend onderwijs Een bezuiniging die veel stof deed opwaaien, is die op het passend onderwijs. Uit onder- zoek van de algemene onderwijsbond (AOb) onder onderwijzend personeel bleek deze bezuiniging, op die van het hanteren van de nullijn voor salarissen na, de minst populaire onderwijsmaatregel van dit kabinet. Voor velen was het dan ook een opluchting dat de bezuiniging onder druk van de Tweede Kamer werd uitgesteld. Is uitstel ook afstel? Van Bijsterveldt lijkt niet te vermurwen om haar beleid aan te passen. “Ik denk niet dat er sprake zal zijn van afstel. De minister van Financiën is daar heel scherp in. Ieder minis- terie heeft een bepaalde hoeveelheid ombui- gingen op zijn bordje liggen en dat betekent gewoon dat we die met elkaar moeten reali- seren. Op het moment dat ik die ene ombui- ging niet realiseer, dan kan ik bijvoorbeeld geen geld in voorschoolse educatie steken of in de zomerscholen. Het geld dat er uitgaat in het onderwijs wordt ook weer geherinvesteerd. Dus geen ombuigingen, dan ook geen investe- ringen. Het is bovendien een financiële om- buiging voor iets dat nooit bedoeld was, want toen wij in 2003 de rugzakjes invoerden, dachten we dat het budgettair neutraal zou zijn. Vervolgens bleek dat het binnen zo’n zes jaar met een ongeveer een half miljard structureel elk jaar was gegroeid. Dit kabinet heeft gezegd: we gaan dat niet helemaal te- rughalen, maar van die 500 miljoen halen we zo’n 300 miljoen terug. 200 miljoen blijft. Dat is de situatie, dus het is een ombuiging van een nooit beoogde uitgave. Natuurlijk doet dat pijn. Iets wat je eenmaal gewend bent te hebben, is moeilijk om weer terug te geven.” Kerntaken Van Bijsterveldt, die in het blad Opzij stee- vast in de top tien van machtigste vrouwen van Nederland staat, blijkt goed te weten wat ze wil bereiken in deze kabinetsperiode. De focus van haar beleid is komende jaren veelal gericht op verbetering van resultaten bij de kernvakken rekenen (wiskunde), taal (Nederlands), Engels en wereldoriëntatie. “Om de kerntaken goed in orde te hebben, zullen we scherpe en moeilijke keuzes moe- ten maken over wat we doen met overheids- geld. Dat betekent dat sommige zaken die niet de kern van het onderwijs raken uitein- delijk toch kunnen sneuvelen.” Scholen moeten volgens Van Bijsterveldt am- bitiegerichter gaan werken. “We moeten niet automatisch meer aannemen dat een kind iets niet kan, maar we moeten juist zeggen: je kan het wel, kom op, probeer een stapje hoger te komen. Ik ben ervan overtuigd dat je kinderen ook gelukkiger kunt maken als ze het gevoel hebben dat ze elk talent dat ze bezitten ook daadwerkelijk kunnen ontwikkelen en daartoe gestimuleerd en uitgedaagd worden.” |
  • 10. 10 | LeerKracht | Kort Nieuws Lucas Sportdag! Op 29 september van 16 tot 18 uur is er weer een Lucas Sport- dag. Het is dan exact 25 jaar geleden dat de eerste Lucas Sportdag werd gehouden. De organisatie wil van het evene- ment dan ook iets extra bijzonders maken. Sporthal de Schilp is de locatie voor de sportdag. Informatie is op te vragen bij Laurens Peers op de Saffierhorst. | In memoriam Op 21 maart kregen we het bericht dat Ilse Stoel, onze collega van het Internatio- naal College Edith Stein, plotseling aan een hartstilstand is overleden. Ilse was nog maar 26 jaar. Het bericht van haar overlijden is als een enorme schok gekomen. Ilse was een zeer gewaardeerd collega, een geweldige lerares en een buitengewoon betrokken mentor. Daarnaast was ze actief bij veel andere activiteiten in de school. Wij wensen de collega’s van het Edith Stein heel veel sterkte toe bij de verwerking van dit oneerlijke verlies. Theo Faassen is overleden op 16 april 2011. Theo heeft voor het primair onderwijs van Lucas Onderwijs veel betekend in de jaren rond de eeuwwisseling. Vanuit de Bollenstreek volgde hij zijn broer Frans als interim-directeur naar de Lucas. Ingewikkelde situaties konden altijd bij Theo neergelegd worden. Zo leidde hij onder andere de Dobbelsteen, het Willemspark en de Dijsselbloem tijdens een moeilijke periode. Theo was een bruggenbouwer bij uitstek en kon moeilijke dingen terugbrengen tot de kern en daarmee oplossingen doorzetten. Het onderwijs is hem veel dank verschuldigd. Wij wensen de nabestaanden alle sterkte toe bij het verwerken van dit grote verlies. Op donderdag 6 juli is Yvonne Roerdink plotseling is overleden. Op de locatie Lage Woerd van het ISW is zij jarenlang werkzaam geweest als logopediste. Zij is slechts 48 jaar geworden. Op school werd Yvonne ervaren als een enthousiaste en gedreven vrouw die zich met hart en ziel inzette voor de leerlingen. De leerlingen en de medewerkers moeten een bescheiden, betrokken en vrolijke collega missen. Wij ontvingen het afschuwelijke bericht dat Ali Sahin, leerling van basisschool De Krullevaar, op maandag 18 juli bij een auto-ongeluk in Turkije om het leven is gekomen. De vader van Ali is bij dit ongeluk zwaar gewond geraakt. De begrafenis van Ali heeft kort na zijn overlijden plaatsgevonden in Turkije. Ali was afgelopen jaar leerling van groep 6. Wij wensen de familie van Ali heel veel sterkte. Op 24 juli bereikte ons het ontstellende bericht dat Piet van den Akker, hoofd Facilitaire Dienst van het Stanislascollege, tijdens zijn vakantie in Spanje is over- leden. Voor zijn familie is zijn plotselinge overlijden een verschrikkelijke slag die diep verdriet teweegbrengt. Wij wensen hen veel sterkte. Op 31 juli overleed juf Grace Micka, lerares aan Montessorischool J.F. Kennedy. Zij heeft heel hard gevochten tegen haar ziekte, maar toch nog onverwacht heeft zij die strijd moeten staken. Grace was een prachtig mens: haar spontaniteit, optimisme, warmte en betrokkenheid bij de kinderen, collega’s en ouders zullen gemist worden. Wij wensen haar man Frank, de kinderen, familie, vrienden en collega’s sterkte bij het dragen van dit grote verlies. Op 11 augustus is Irene Quakkelaar (18) overleden aan complicaties in het zieken- huis. Irene was leerling in havo-5 van het ISW, locatie Gasthuislaan. Vlak voor het eindexamen van 2010 werd ze plotseling ziek. Daardoor kon ze niet deelnemen aan het eindexamen van dat jaar. Gedurende meer dan een jaar heeft ze met grenzeloos optimisme gevochten om haar ziekte te kunnen overwinnen. Die strijd heeft ze helaas niet kunnen winnen. Wij denken met fijne herinneringen terug aan een vrolijke en prettige leerling. | Cees van der Pol (ISW) debuteert als boekenschrijver Half maart kreeg Cees van der Pol, adjunct-directeur van de ISW-locatie Gasthuislaan (havo-vwo) in ’s-Gravenzande, uit handen van zijn kleinzoon Mees het eerste exemplaar overhan- digd van het door hem geschreven boekje Zo zijn we er niet meer. De titel verwijst naar de foto op de voorkant van het boek, een familiekiekje van het gezin Van der Pol. Van de vijf mensen op de foto is alleen Cees nog in leven. De inhoud van het boek sluit aan bij het thema van de Boekenweek dit jaar: de autobiografie. Cees van der Pol verhaalt op humoristische wijze over zijn leven in een aantal hoofdstukken, zoals de vader/zoonverhouding, de Kweekschool, de midlifecrisis en over zijn dementerende moeder. Van der Pol, met meer dan veertig jaar onderwijservaring, startte zijn carrière als docent Nederlands. Hij heeft heel wat jeugdige Westlanders onderwijs gegeven in het vak Nederlands en vaak voor het eerst kennis laten maken met poëzie waaronder zijn eigen gedichten. Het boekje is een zogenoemd Westlands Juweeltje, een initia- tief van de Brunavestigingen in De Lier, Hoek van Holland, Monster en Naaldwijk. In die winkels is het boekje ook te verkrijgen voor de miniprijs van 4,95 euro. (tekst Vic Steen- bergen) | In toga naar het diploma Sean Clancy, directeur van het Diamant College, liet dit jaar voor de examenleerlingen heuse toga’s maken. Vol trots togen de leerlingen met hun gewaad naar het podium om daar het felbegeerde diploma in handen te nemen. Clancy wil met de toga’s de waarde van het diploma duidelijk maken. “Het is voor deze kinderen een hele klus om dit diploma te halen. Daarom maken we van de uitreiking iets bijzonders.” |
  • 11. | LeerKracht | 11 ICT-studiereis naar Londen Voorheen de BETT-reis, inmiddels bekend onder de naam ITEM: de jaar- lijkse ICT-studiereis vanuit AB-ZHW wordt ook dit jaar weer georganiseerd. Londen is in januari 2012 even het ICT-centrum van de wereld. Net als in 2011 staat niet de techniek centraal, maar de onderwijskundige impact van ICT op het leren en onderwijzen. De ITEM-conferentie heeft plaats op 11 januari 2012 in Londen. Aansluitend worden ook voor belangstellenden referentiebezoeken aan scholen georganiseerd. De reis is bedoeld voor leerkrachten PO en docenten VO, ICT-coördinatoren, directies PO en VO. Kijk voor meer informatie op www.abzhw.nl. | SEPTEMBER 2011 Netwerk OpbrengstGerichtWerken Start 14 september 2011 Leerkracht Centraal Start 14 september 2011 Assertiever communiceren 28 september 2011 OKTOBER 2011 Tools voor de coach Start 5 oktober 2011 Communicatie en Intervisie Start op 10 oktober 2011 NOVEMBER 2011 De kunst van transparant managen 9 november 2011 Feedback geven 16 november 2011 Persoonlijk leiderschap in relatie tot teamontwikkeling Start 17 november 2011 Leerschool on Tour: 3 tot 7 oktober 2011 Voor de zesde keer organiseert de LeerSchool dit najaar een rondreis door vernieuwend onderwijsland. Onder de naam ‘De Leerschool on Tour’ bezoeken leerkrachten een week lang ver- nieuwende scholen in het land. De nieuwe onderwijspraktijk is op steeds meer scholen zichtbaar. Scholen die uitgaan van de talenten van het kind en werken met verschillende onderwijs- concepten. Er wordt gewerkt in hoeken, in studieruimtes of in ateliers en het aanbod bestaat uit een uitdagende leeromge- ving. De reis vindt plaats van 3 tot en met 7 oktober 2011. Kijk voor informatie en aanmelding op www.deleerschool.nl. | Bruggenbouwers winnen Lucas Onderwijs Prijs Superhero meester Johan Sanderse van de Paschalisschool en het volledige Science-team van De Populier zijn winnaar van de Lucas Onderwijs Prijs 2011. De winnaars ontvingen hun trofeeën op vrijdag 15 april j.l. tijdens een bijeenkomst op het Zandvlietcollege in Den Haag. Johan Sanderse is een uitzonderlijk mens, zo luidde de voordracht bij de jury. Een voordracht die door kinderen, collega’s en ouders werd onderschreven. Sanderse werkte jarenlang als vakleerkracht bewegingsonderwijs op de Paschalis- school, tot hij in 2005 door medische beperkingen zijn vak niet meer kon uitoefenen. Met een voor hem kenmerkend enthousiasme heeft Johan zijn carrière omgedraaid en zich vol ingezet voor een baan als onderwijsassis- tent. Kinderen dragen hem op handen. Zijn motto: ‘Je kunt het, ik geloof in jou’. Enorme inzet en betrokkenheid is ook kenmerkend voor de groep docenten die de Science-stroom neerzet binnen De Populier. Boeiend en gevarieerd onderwijs wordt aangeboden op een vernieuwende manier. De Science-richting heeft al diverse prijzen gewonnen voor het onderwijs en nu dus ook de Lucas Onderwijs Prijs voor hun persoonlijke inzet daarvoor. De Lucas Onderwijs Prijs is bedoeld voor iedereen die zich bijzonder ver- dienstelijk heeft gemaakt voor het onderwijs in de regio. De winnaars gaan naar huis met 500 euro, een oorkonde en een beeldje. Bijzonder aan de prijs is dat iedereen in aanmerking komt: leerkrachten, vrijwilligers, ouders én leerlingen. Kijk ook op www.lucasonderwijs.nl. | Feest op Pastoor van Ars en Parkiet Een halve eeuw speciaal basisonderwijs. Het team van de Pastoor van Arsschool is trots op de school en de kinderen. Met een groot jubileumfeest op 31 mei en 1 juni werd daaraan uiting gegeven. Oud-leerling Tim Akkerman, oprichter en voor- malig leadzanger van de band Di-rect, gaf de aftrap door samen met de kinderen een schoollied te zingen. Tal van activiteiten waren georganiseerd zoals een ballonnenwed- strijd, een lunch voor alle leerlingen, een vossenjacht en een projectavond over vijftig jaar ontwikkelingen in speelgoed, lezen en schrijven. Ook een echte circusdag werd georgani- seerd. Op naar de volgende vijftig jaar! Basisschool De Parkiet heeft ook een jubileum gevierd, de school bestaat inmiddels 85 jaar. |
  • 12. 12 | LeerKracht | | Tekst | Marcel Groeneweg | Fotografie | Lou Wolfs Column Vechten doe je thuis Rozaia heeft Chimène op de grond geduwd en vervolgens in haar gezicht geschopt. Een mede- leerling in het gezicht schoppen, mag bij ons op school niet. Wij vinden dat een tikje te ver gaan. Rozaia’s moeder vindt dat ook. Ze accepteert dat we haar dochter direct naar huis hebben gestuurd, want ‘zoiets doe je niet op school’. Rozaia zit naast haar moeder en kijkt nors voor zich uit. Haar kin en mond zijn diep achter haar kraag verstopt. “Ik heb nog zo gezegd, Roos, ik zeg nog, niet vechten op school, dat ken echt niet.” Ik ben blij dat moeder het begrijpt. “Dus u begrijpt ook waarom wij haar geschorst hebben?” “Ja, ik zeg, vechten op school, dat gaat niet, dat doe je thuis!” Moeder kijkt haar dochter bestraffend aan. Dochter blijft strak voor zich uit staren. “Thuis?” vraag ik verbaasd. “Thuis mag Rozaia wel vechten?” “Chimène is ook geen lieverdje, zij staat ook bij ons voor de deur als een viswijf te schelden met ‘jij bent een vet kankerwijf’ en zo, dus ik zeg zo tegen Rozaia van: pak d’r nu maar!” Moeder wordt rood in haar nek. “Maar, wanneer was dat dan?” vraag ik. “Zo vaak!” roept Rozaia ineens uit. “Asse mijn moeder uitscheldt, dan kan ze klappen krijgen!” Ik zeg even niets. Moeder en dochter ook niet. “Dus... Rozaia mag thuis wel iemand in elkaar slaan?” Moeder raakt geïrriteerd. “Wij zijn kampers”, reageert ze droog, alsof dat alles verklaart. “Wat bedoelt u daarmee?” vraag ik. “Kijk, als dat wijf weer voor me deur staat met kanker dit en kanker dat, dan bel ik me broers en me neven en dan komen ze effe langs, dat bedoel ik.” “Wat gaan ze dan doen?” vraag ik. Moeder en dochter kijken me aan met een blik die zoveel zeggen wil als: van welke planeet komt die vent? Ze geven verder geen antwoord. Ik vind het wel best zo, denk ik ineens. Als ze op school maar niet vecht, dan vind ik het best. Aan die thuissituatie kan ik toch niets doen. Niet normaal. Wat ben ik diep gezonken. Of heet dat realisme? | Marcel Groeneweg is columnist voor. Van 12 tot 18 en directeur van. Esloo Praktijkonderwijs. Hij is auteur. van het boek De leven is hard en. schrijft columns voor LeerKracht.. In juli verscheen zijn nieuwe boek. Waar = niet waar.. Moeder en dochter kijken me aan met een blik die zoveel zeggen wil als: van welke planeet komt die vent?
  • 13. | LeerKracht | 13 Docente Engels Shirley Herst kan zich haar gesprek met de leerlingen nog levendig her- inneren. “Het is een heel gezellig gesprek geworden. Ik probeer in de klas altijd een band met leerlingen op te bouwen, een goede sfeer te creëren. Datzelfde heb ik tijdens het sollicitatiegesprek gedaan. Door belangstelling te tonen en zelf ook vragen te stellen, konden de leerlingen zien hoe ik ben.” Dat dezelfde leerlingen die ze uitein- delijk les moest geven in eerste instantie mede mochten bepalen of ze de baan kreeg, daar had ze weinig moeite mee. “Eigenlijk is het logisch dat het gebeurt. De leerlingen zijn tenslotte wel je doelgroep”, zegt ze. “Met hen breng je de meeste tijd door op je werk. Als het niet klikt, heb je een pro- bleem.” Ook leerlingen Koen van Dijk en Anne-Marie de Vreede, die vóór de zomervakantie elk aan zeven van de in totaal twintig sollicita- tiegesprekken deelnamen, vinden het de ge- woonste zaak van de wereld dat leerlingen een stem hebben in de aanstelling van do- centen. Koen: “Wij weten welke situaties er in een klas kunnen ontstaan en op welke manier we graag zouden willen dat een do- cent dan reageert.” Anne-Marie voegt toe: “De schoolleiding kijkt waarschijnlijk toch meer of iemand vakinhoudelijk goed is. Wij weten denk ik beter wat het is om als leraar voor de klas te staan.” Eigenwaarde Volgens Rita Kwint, coördinerend teamleider en verantwoordelijk voor de gesprekken, worden de leerlingen goed voorbereid op de interviews. Achteraf volgt een evaluatie en wordt een advies opgesteld voor de school- leiding, dat ook nog eens met hen wordt doorgesproken. Kwint: “We nemen de leer- lingen wel degelijk serieus. Er kunnen na- tuurlijk altijd zaken meespelen waar leer- lingen geen weet van hebben, maar als zij unaniem iemand echt niet willen, zullen we er naar luisteren.” Voorlopig zaten de solli- citatiecommissie en de leerlingen altijd op één lijn, aldus Kwint. “Het kan voorkomen dat de kandidaat van hun keuze het niet werd, omdat er bijvoorbeeld problemen zijn over beschikbaarheid. Maar het is nog nooit voorgekomen dat schoolleiding en leer- lingen tegenover elkaar stonden in hun mening.” Docent klassieke talen Ton Ouwerkerk is met alle inspraak niet helemaal gelukkig. Als zestigjarige oorlogsveteraan uit Afghanistan moest ook hij met de zestien- en zeventien- jarige leerlingen in gesprek voor een aan- stelling. “Het hoorde bij de sollicitatiepro- cedure”, zegt hij. “Dus heb ik het gedaan. Achteraf is het me meegevallen, maar eigenlijk ben ik er niet zo kapot van.” Ouwerkerk krijgt een beetje een dubbel ge- voel als hij terugdenkt aan het sollicitatie- gesprek. “Aan de ene kant was het best prettig, voornamelijk omdat de leerlingen zo positief en professioneel waren. Aan de andere kant dienen de gesprekken in mijn ogen ook niet te veel gewicht te krijgen. Leerlingen mogen best iets zeggen, maar er dient wel onderscheid te blijven tussen leerling en leerkracht.” Dirk Pronk, docent Duits en godsdienst, stond in eerste instan- tie ook wat sceptisch tegenover het con- cept. Gaandeweg sloeg dat echter om in enthousiasme. Eén van de positieve aspec- ten is het gevoel van eigenwaarde dat een docent er aan over kan houden, vindt hij. Alle sollicitanten krijgen namelijk de evalu- atie van de leerlingen te horen. Pronk: “Als jij dan wordt aangenomen en te horen krijgt dat de leerlingen unaniem voor jou hebben gekozen, geeft dat wel een goed gevoel. Dan sta je na de zomervakantie toch iets zekerder voor de klas.” Aardig streng Geef een leerling een stem in het aannemen van een leerkracht en waar zal hij naar kijken? De hoeveelheid huiswerk die wordt opgegeven? Gezelligheid in de klas? De do- centen die de gesprekken hebben meege- maakt, zijn er eigenlijk verrassend eenslui- dend over: leerlingen op Zandvlietcollege zoeken structuur en kennis. “Je merkt, zo- wel in die gesprekken als in de klas dat leerlingen houvast zoeken”, zegt Pronk. “Als docent moet je dat kunnen geven, geba- seerd op ervaring en een stukje natuurlijk gezag.” Ook zijn collega Ouwerkerk vond het wel opvallend. “Ik heb in het gesprek met de leerlingen duidelijk gemaakt hoe ik ben: streng, maar aardig streng. En toch hebben ze voor mij gekozen.” Rita Kwint: “Het is natuurlijk per leerling verschillend. De ene zal het meer interesseren dat er orde is in de klas, de ander zoekt een docent waar hij of zij wat van kan leren. Daarom stellen we de groepjes ook zo divers moge- lijk samen. Het zijn altijd leerlingen uit de bovenbouw, maar wel van havo, vwo en gymnasium. En ik zorg ook dat er altijd een paar ‘boeven’ bij zitten. Het moet een dwarsdoorsnede van de leerlingpopulatie zijn, zodat ook de sollicitant kan kijken of dit een school is die bij hem past.” | | Tekst | Michel Schreuder | Fotografie | Lou Wolfs V.l.n.r: docente Rita Kwint en leerlingen Koen van Dijk, Sidevi Sitaram en Anne-Marie de Vreede in gesprek met een sollicitant. ‘Wij weten beter wat het is om voor de klas te staan’ S olliciteren bij de leerlingen die je straks les moet geven. Leerlingen die je later mogelijk de klas moet uitsturen of een onvoldoende geven. Het klinkt mis- schien vreemd, maar op het Haagse Zandvlietcollege (havo, vwo en gymnasium) gebeurt het al jaren naar volle tevredenheid.
  • 14. 14 | LeerKracht | De Haagse delegatie, onder wie wethouder Ingrid van Engelshoven en basisschool- directeur Dick van Waas, kijkt haar ogen uit. De gangen van het Community Center van Harlem Children’s Zone (HCZ) in New York City hangen vol met kleurige posters, teke- ningen en gedichten, motto’s van Afrikaans- Amerikaanse leiders en inspirerende slogans voor de toekomst. De kinderen die van het gratis naschools programma van HCZ genie- ten, zijn trots op wat ze gemaakt hebben, waar ze vandaan komen en waar ze naartoe gaan. Ratten en bendes Rasuli Lews, directeur van het Practitioner’s Institute van HCZ, is ook trots. En niet zon- der reden: HCZ doet het goed. Het project is een onderwijskundige en sociaal-dienstverle- nende aanpak om een afgebrokkelde gemeen- schap weer op te bouwen. Het biedt kinderen uit die gemeenschap - van de geboorte tot na de vervolgopleiding - onderwijs en na- schoolse programma’s, zodat ze kans hebben op een betere toekomst dan hun ouders. De missie? “Wij bieden niet alleen goede scho- ling om een gemeenschap te stabiliseren, we willen de hele gemeenschap veranderen”, zegt Lews. Dat klinkt idealistisch en dat is het ook. Harlem is een van de meest be- ruchte achterstandsbuurten in New York en heeft grote sociale problemen. “Drugs, ratten, astma, vuilnis, werkloosheid, geweld, tienerzwangerschappen, bendes, armoede. Dat komen onze kinderen elke dag tegen op weg naar school. Wij willen zorgen dat onze buurt beter oogt en veiliger voelt voor onze kinderen.” 85 miljoen HCZ werkt op twintig locaties, runt twee privéscholen en verzorgt een naschools programma voor zeven bij het project aan- gesloten openbare scholen in Harlem. HCZ telt zo’n 10.500 kinderen in de leeftijd van nul tot achttien jaar. Met een doorstroom naar het vervolgonderwijs van zo’n negentig procent mag de aanpak van HCZ een succes heten. Wie betaalt dat allemaal? Lews: Twintig jaar geleden hadden we nauwelijks fondsen en geen visie. We besloten eerst een langetermijnplan te formuleren om de buurt te repareren en pas daarna keken we naar de kosten. Onze private financiers respecteren ons business plan, niet alleen onze non profit- visie. Voor 2011 hebben we een budget van 85 miljoen dollar.” Hij lacht: “Het helpt dat twaalf van de achttien leden van ons bestuur miljonair zijn.” College Bound Voor dat geld wil het bestuur wel resultaten zien. Tanya White, schoolhoofd van HCZ’s privé basisschool Promise Act I, legt de lat hoog: “Onze kinderen maken langere dagen en draaien meer schooldagen per jaar. Het resultaat: onze school scoort hoger dan alle andere scholen in het district. Hoge verwach- tingen, geen smoesjes. We are all college bound”, is haar motto. Na school draaien de kinderen dan nog eens tot etenstijd mee met het naschoolse programma. Lews: “Als die kinderen niet hier zijn, waar moeten ze dan naartoe? Hier hebben ze iets te doen en is het veilig. Leerlingen leren hier bouwen aan sociale structuren.” Ouderparticipatie De lijst van activiteiten in de naschoolse op- vang die Latasha Morgan, directeur van het HCZ Community Center, opsomt, is eindeloos. En dan is ze nog niet toegekomen aan de sociale activiteiten, avondprogramma’s en gratis ouderprogramma’s die het centrum aan ouders aanbiedt. Van medische evaluaties, maaltijden en kookcursussen tot toegang tot de bibliotheek, computers, de fitnessruimte en juridisch advies. Het pragmatisme van die programma’s kenmerkt de Amerikaanse ma- nier van denken. Als je ouders wilt betrek- ken, moet je ze geven waar ze behoefte aan hebben. Maar de kinderen staan voorop. Morgan: “We staan dag en nacht klaar – als ze weglopen, honger hebben – met persoon- lijke aandacht. Bij schorsing leveren wij een tutor die individueel met het kind werkt en een sociaal werker. Komt een kind niet opdagen voor het naschoolse programma, dan bellen we de ouders en gaan na of zij misschien hulp nodig hebben. ‘Daarom’ is bij ons geen reden!” Anders denken De Haagse delegatie neemt het allemaal in zich op. “Met tientallen miljoenen privaat geld lukt alles”, stelt Haagse wethouder van Onderwijs en Dienstverlening Ingrid van En- gelshoven, maar daarmee valt of staat een succesvolle brede school volgens haar niet. Neem de school in South Bronx, waar de dele- | Tekst | Carlijn Urlings Studiereis langs brede scholen in Amerika inspireert Haagse delegatie Trotse leerkrachten, trotse trotse buurt A merikanen denken groot. Ook wanneer het gaat om onderwijs in achterstands- wijken. Een Haagse delegatie van scholen, kinderopvang en welzijn reisden met de wethouder van Onderwijs en Dienstverlening naar Chicago en New York om te zien hoe Amerikanen het begrip brede school invullen. Belangrijkste ingrediënten voor suc- ces? Visie, passie en buiten de gebaande paden denken. ‘It’s not money, it’s leadership.’
  • 15. | LeerKracht | 15 kinderen, gatie ook op bezoek ging. “Die school had veel minder financiering, maar pakte toch het hele pakket aan. De mensen daar waren be- reid om bestaande kaders los te laten en te kiezen voor een andere manier van werken. Dat was heel interessant en stimulerend. Een van de directeuren zei: ‘It’s not money, it’s leadership’. Door slim te organiseren en met elkaar te zeggen: ‘Dit willen we en dit gaan we doen’, kun je een heel eind komen.” Ze vervolgt: “Den Haag is bezig met de ontwik- keling van de brede school. Dat zijn lastige gesprekken. Het vraagt van alle partijen om buiten de geijkte paden te stappen en dingen anders te organiseren dan ze gewend zijn. In de Verenigde Staten zijn de condities vaak nog minder gunstig dan hier en toch krijgen ze dingen voor elkaar. Daar moeten we op zijn minst geïnspireerd door kunnen raken.” Lat hoog leggen Van Engelshoven raakte met name geïnspi- reerd door het concept van HCZ om niet voor een enkele school, maar voor een heel schooldistrict voorzieningen op te zetten en te sturen op onderwijskwaliteit en de kwali- teit van de leefomgeving van kinderen. “We streven in Den Haag ook naar een manier om kinderen een leerrijke omgeving aan te bie- den waarin ze worden gestimuleerd om hun talent te ontwikkelen en waarbinnen de ge- zinssituatie wordt aangepakt als die een be- lemmering vormt.” Maar de grootste inspira- tie zat voor Van Engelshoven in de combinatie van het organiseren van de ge- meenschap met het streven naar het hoogst haalbare. “Ze organiseren hier de gemeen- schap om een kind heen en leggen tegelij- kertijd de lat heel hoog. Ze laten kinderen zien wat hun perspectief kan zijn. Ze leren kinderen om niet snel tevreden te zijn en hoge eisen aan hun werk te stellen. Dan ben je echt bezig om iets te verande- ren.” Mentaliteitsver- schil Een altijd las- tige uitdaging is het betrokken krijgen van ou- ders. Dat geldt voor New York, maar ook voor Den Haag. Dick van Waas, direc- teur van basis- school De Krullevaar: “Wij organiseren steeds meer projecten om ouders te lokken, met in- formatieavonden, maar vooral met evene- menten. We zijn de enige school die een ouderschoolreisje organiseert. We geven Nederlandse les, ICT-lessen, we hebben een naaiclub, we leren ouders fietsen. Allerlei dingen om ouders binnen te krijgen. Je moet ze over de drempel halen. Als ze eenmaal binnen zijn, dan komen ze ook naar voorlich- tingsavonden.” De Amerika-reis bracht Van Waas op ideeën, met name op het gebied van doorlopende be- geleiding. “Ze stoppen niet bij twaalf jaar, maar betrekken ook de middelbare school er- bij. Ik zou dat graag veel meer willen doen. Een middelbare school kan jonge kinderen ondersteunen, heeft een kantine en gymza- len.” Van Waas ziet voordelen voor de school als spil in de gemeenschap, met contacten bij wijkverenigingen, bedrijven en andere scholen. Voor hem was de grootste verrassing de mentaliteit van de Amerikanen. “Dat ben ik nog niet zo vaak tegengekomen. De passie om die kinderen echt te helpen. Het groot denken en uitgaan van een doel. En dan met zijn allen ervoor gaan en vol blijven houden. Mij schiet het woord ‘trots’ te binnen. De kinderen zijn trots, de ouders zijn trots, de leerkrachten zijn trots op de school. En dat is in Nederland niet vanzelfsprekend.” | ‘De passie om die kinderen echt te helpen. Het groot denken en uitgaan van een doel’
  • 16. 16 | LeerKracht | Wat is er zo leuk aan gymnastiek? Ik heb affiniteit met sport. Al sinds mijn jeugd, dus ik wilde iets met sport doen. Gymnastiek is afwisselend. Bovendien vind ik het karakter van mensen heel boeiend. Bij gymnastiek kijk ik hoe kinderen reageren en met name hoe dat komt. Het is sowieso leuk om kinderen dingen te leren. Is gymnastiek veranderd in de loop der jaren? Er komt tegenwoordig veel meer bij kijken. Vroeger leerde je kinderen tegen, maar vooral mét elkaar spelen. Tegenwoordig is het in de bovenbouw een examenvak en daardoor uitge- breider. We springen nog steeds ver, maar leer- lingen moeten ook regelen, schema’s maken, zelf fluiten. Het is een volwaardig vak geworden. Wat houdt jureren bij wedstrijdzwem- men in? Er zijn verschillende soorten officials bij het zwemmen: tijdwaarnemers, starters, keerpunt- commissarissen, kamprechters die kijken of zwemmers hun slagen technisch goed uitvoeren, een jurysecretaris die de tijden verwerkt. De scheidsrechter heeft de algehele leiding van het toernooi. Ik heb alle bevoegdheden en mag dus alles doen tijdens een wedstrijd. Hoe word je official? Zwemmen is altijd een passie van me geweest. Ik zwom vroeger ook wedstrijden, hoewel niet in de top. Een jaar na mijn afstuderen in 1976 heb ik de cursus Zwemofficial gedaan. In de loop der jaren ging ik steeds meer jureren en ben ik geleidelijk hogerop gekomen. Ook op grote toernooien? Je begint met Nationale Kampioenschappen. Op een gegeven moment kom je op de internatio- nale lijst en word je door de zwembond uitge- zonden. In 1994 ben ik naar het EK in Stavanger geweest, daarna naar Wenen (1995), het WK in Japan (2001), Helsinki (2006), de Jeugd- kampioenschappen in Belgrado (2008), het EK in Boedapest (2010), afgelopen november het EK in Eindhoven en dit jaar naar het EJK in Belgrado en het WK in Sjanghai. Wat is er zo leuk aan? Ik ben blij dat ik een bijdrage kan leveren aan de sport. Het is puur vrijwilligerswerk, maar het is heel dankbaar als je die kinderen ziet zwemmen en jij kan ze de gelegenheid geven hun sport te beoefenen. Daarnaast is het leuk om als scheids- rechter leiding te geven aan een team van officials, zodat je de wedstrijd tot een goed einde brengt. Word je er beroemd mee? Op school weet een aantal collega’s het, maar ik merk dat het mensen weinig zegt. Het is ook anoniem werk. Een voetbalscheidsrechter die met een rode kaart zwaait, staat meteen in de be- langstelling. Komt dat bij zwemmen ook voor? Bij zwemmen hoeven we niet snel op te treden. Het is allemaal heel sportief, je krijgt ook niet snel een grote mond. Er is gewoon een groot respect, ook voor het werk dat je doet. Kost het veel tijd? Ik fungeer een of twee keer in de maand. Als scheidsrechter ben je dan de hele middag kwijt. En bij een NK ben je drie dagen onder de pan- nen, naast het voorbereiden van een dergelijk toernooi. Zwemmen of jureren? Beide. Als er op televisie zwemmen wordt uitge- zonden, zit ik eerste rang. Dat gaat voor alles. Ik ken de tijden, let op de techniek. En omdat ik veel zwemmers van naam ken, ben ik benieuwd hoe ze presteren. Maar tijdens een EK of WK kijk ik ook naar de officials, of er bekenden bij zijn. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 | Tekst | Michel Schreuder | Fotografie | Lou Wolfs 10 vragen aan ... één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien Nel Broeks (57) is 33 jaar docent . gymnastiek op het Edith Stein College.. Daarnaast heeft ze een passie voor . wedstrijdzwemmen. Al bijna 35 jaar is . ze official bij wedstrijden in . binnen- en buitenland.. Nel Broeks 16 | LeerKracht | ‘Ik ben blij dat ik een bijdrage kan leveren aan de sport’