SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 71
FILOSOFIE
     Natuurfilosofen
Sofisten, Socrates, Plato
  Stoa en Epicurisme


        Door:
    E. Mos-Burgers
•   De polis als eenheid
•   Griekenland is van nature maar voor een klein deel bewoonbaar.
•   Veel bergen barrière
    750 gemeenschappen die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelden: ´stadstaten„ , polis‟
    (meervoud: „poleis‟);
•   Bestuurd door kleine groep: oligarchie, aristocratie
     één leider (monarchie), al dan niet bijgestaan door een adviesraad.
     vanwege hun bezit de economische, militaire en politieke macht in handen hebben.
EMIGRATIE
•   Rond 800 : bevolkingstoename
     veroveringen direct rond de polis
          bijv. deel van de Peloponnesos bij de polis Sparta
          heel Attica bij Athene.
•   emigratie: nieuwe poleis, ook wel „koloniën‟
            (hielden contact met moedersteden, handel)
         Sicilië, in Zuid-Italië
         Zuid-Frankrijk
         op de kusten van het huidige Turkije (de Grieken spraken van Ionië).

•   Griekse cultuur verspreidt zich zo over het Middellandse zeegebied.
•   Grieken in Ionië in aanraking met andere culturen:
           Babylonië en Egypte
ZUID-ITALIË EN IONIË




  ELEATEN
                       IONISCHE
                       NATUURFILOSOFEN
MYTHOLOGISCH WERELDBEELD
• Hesiodus/Homerus
NATUURFILOSOFEN
HOE ZIT DE WERELD IN ELKAAR?
• In Ionië begint het verhaal van de Griekse filosofie
• Eeuwenlang: toevlucht tot bovennatuurlijke verklaringen met goden en
  helden
• Grieken begonnen antwoord te zoeken op levensvragen
  ZONDER beroep op goden en bovennatuurlijke krachten
  _______________________________________________
• de wereld is een geordend geheel (bijv. seizoenen en baan van planeten):
  κοσμος = ordening
• kosmologie: onderzoek naar alle mogelijke verschijnselen in het heelal
• Ionische natuurfilosofen (φυσις > φυσικοι)
• archè/oerstof/basisprincipe/constante
  1) beginpunt (waar alles uit voorkomt)
  2) leidend beginsel, principe (dat alles bestuurt)
THALES (600 VC)
„ALLES BESTAAT UIT WATER‟

• Nieuw idee: veranderlijkheid (tegenover het idee
  van een constante natuur.)
• Thales en andere denkers: op zoek naar eenheid,
  een basisprincipe in de natuur 
  voor Thales water
• Alles is ontstaan uit water want:
  water kan alle vormen aannemen:
  gas, vloeistof en ijs
• Andere natuurfilosofen zochten naar een andere „oerstof‟
PYTHAGORAS (580-500 VC)
                  • oerstof: getallen
HERAKLEITOS (550 VC)
        „ALLES VERANDERT VOORTDUREND‟
-    Vuur = oerstof
    - Vuur duidt op proces:
       alles in de natuur onderhevig aan verandering.

    -    De veranderingen kennen 1 wetmatigheid:
         ze gaan over in hun tegendeel
          leven-dood
          dag-nacht

    - Plato vat zijn theorie samen als:
      παντα ῥει, οὐδεν μενει (= alles stroomt, niets blijft)

        „filosoof van het worden
PARMENIDES (550)
„WAT WE ZIEN IS NIET ECHT‟
• Tegenovergestelde van Herakleitos:
  „Alles wat kan veranderen, kan niet echt zijn‟
• het zijnde is en het niet-zijnde is niet
• De echte werkelijkheid = onvergankelijk, eeuwig
                           onveranderlijk
                           ondeelbaar
• Wat wij met onze zintuigen zien, voldoet niet aan deze eisen
   dus wij zien niet de echte werkelijkheid.
   echte werkelijkheid zien we pas door te denken.
• Filosoof van het zijn
RAPHAEL, DE SCHOOL VAN ATHENE (1510-1511),
ROME : PARMENIDES
PYTHAGORAS, PARMENIDES, HERAKLEITOS
HERAKLEITUS
DE JONGERE NATUURFILOSOFEN
    (VANAF HELFT 5E EEUW)
OPLOSSINGEN VOOR HET DILEMMA:
   WORDEN TEGENOVER ZIJN

• de jongere natuurfilosofen (vanaf helft
   vijfde eeuw)


• De werkelijkheid kent twee geheel
   verschillende aspecten:
- de veelheid (die voortdurend verandert): Heraclitus
- het constante (dat gelijk blijft): Parmenides
EMPEDOCLES (495-435 VC)


                   • Sicilië
                   • 4 oerstoffen: aarde, water, lucht
                     en vuur


                   • liefde en haat zorgen voor
                     vermenging en scheiding van
                     deze vier elementen
ANAXAGORAS (500 VC)
              • Ionië
              • oerstof: Nous (geest)
              • spermata :
              - elk zaadje bezit alle eigenschappen
              - elk zaadje is anders, omdat de verhouding
                van de verschillende eigenschappen
                anders is
ANAXAGORAS
DEMOKRITOS (460-370 VC)
„ALLES BESTAAT UIT ATOMEN‟
•   Alles bestaat uit ondeelbare deeltjes
    a-tomos: niet de snijden/delen, ondeelbaar
•   De verschillende combinaties + hoeveelheden atomen = verklaren de verscheidenheid die
    wij zien.
•   Veranderingen ontstaan door
     - samenvoeging
    - uiteenvallen van atomen
•   kosmos ontstaan door botsing
    en klontering van atomen
A                        B       C       D

Combineer de onderstaande
filosofen met de plaatjes:

1. Empedocles
2. Thales
3. Herakleitos
4. Pythagoras
5. Anaxagoras
6. Parmenides
7. Demokritos
                             E       G   H
DEMOCRATIE IN
   ATHENE
      SOFISTEN
    Wat besluiten we?
POLITIEKE SITUATIE IN DE VIJFDE EEUW
•    Perzische Oorlogen (490 – 479 v. Chr.)

•    Gouden Eeuw voor Athene : zeebond

•    Peloponnesische Oorlog (431-404)

•    Athene verliest: de Dertig

•    Radicale democratie ingesteld
GEVOLGEN DEMOCRATIE
•   Nieuwe vorm van onderwijs:
    men moet goed het woord kunnen voeren
    men moet goed anderen kunnne overtuigen van eigen standpunt  logische redenering
    op kunnen zetten
•   Professionele docenten: sofisten
•   In democratie: besluit afhankelijk van overtuiging van de stemmers
    Een overtuiging kon worden beïnvloed door tegenstander
     een algemeen geldende waarheid komt op losse schroeven te staan
     belangrijke onderzoeksvragen voor filosofie:
        Hoe moeten we ons gedragen?
        Wat is goed, wat is fout?
        ( ethiek/gedragsleer)
Presocratici: sofisten
PROTAGORAS (480-411), SOFIST
    HOMO MENSURA, RELATIVISME
•    Bekendste sofist (zelfs Plato positief)

     Homo-mensura-stelling:
     “De mens is de maat van alle dingen, van de dingen die zijn dat/hoe ze zijn, en van de
     dingen die niet zijn dat/hoe ze niet zijn”

     - universele waarheid bestaat niet (wat ieder individueel mens ziet, voelt en ervaart, is
     maatgevend voor zijn denken)

     dus: wetten en normen resultaat van afspraken tussen mensen  geen absolute
     geldigheid

•    Subjectivistische visie: mens bepaalt wat goed is en wat niet
•    Mens als maatstaf voor werkelijkheid?
GORGIAS (480-376), SOFIST
 „ER IS GEEN OBJECTIEVE WAARHEID‟



                                   Nihilisme
1.    Er bestaat niets
2.    Als er iets zou bestaan, zou het toch niet gekend kunnen worden
3.    Als het dan toch gekend kon worden, zou die kennis niet door woorden aan anderen
      kunnen worden verteld.

Geen objectieve waarheid: dus anderen overtuigen van jouw opvattingen

Deze filosofen (sofisten): kregen slechte naam
„Bedervers van de jeugd‟
450 VC- WAT IS DE IDEALE STAAT?
SOKRATES
(CA. 470-399 V. CHR.)
WAAR KOMEN WE SOCRATES TEGEN IN DE
    LITERATUUR?
•   Plato (427-347) – alle dialogen, vooral: Apologie, Krito en Phaedo
    Plato is een leerling van Socrates: hebben soms zelfde gedachtegang, niet altijd duidelijk van
    wie een idee oorspronkelijk komt.

•   Aristophanes (ca.450-385) – De Wolken

•   Xenophon (ca.430-354) – Memorabilia

•   Aristoteles (384-322)
Socrates, 399
SOCRATES
•   Hij werd gezien als sofist, maar nam er geen geld voor aan, zoals andere sofisten dat
    deden.
•   Toch wordt hij wel zo gezien door mensen.
•   Hij wil mensen niet overtuigen, maar brengen tot eigen inzicht.
•   In 399: veroordeeld tot de gifbeker
    door sofisten
Socrates was op zoek naar de
waarheid.

Orakel in Delphi:
„Socrates is de wijste man‟

Zijn interpretatie: „Ik ben de
wijste, omdat ik niets weet.‟

Bij de ingang van de tempel in
Dephi, staat de spreuk van
Apollo:


Ken uzelf!
SOKRATISCHE METHODE
METHODE
•   dialoog
•   wat-is-het-vraag: “geestelijke verloskunde”
•   elenchos: onderzoeken en weerleggen
•   eironeia: de Sokratische ironie
•   aporie: geen uitweg
    meer weten
UITGANGSPUNTEN FILOSOFISCH DENKEN
       VAN SOKRATES/PLATO
DE GROTVERGELIJKING
Plato, De Staat, boek VII   Illustratie: Scott Mayhew
  APF 0809                                              45
DE IDEEËNWERELD (PLATO)
• Oplossing voor probleem pre-socratici/ oerfilosofen:

   • het veranderlijke: de wereld zoals we die zien met onze zintuigen
   • het onveranderlijke: de ideeënwereld
OPDRACHT
•   Teken allemaal eens een stoel
•   Heeft iedereen dezelfde stoel?

    Hoe komt het dat wij dit toch allemaal een stoel noemen? Wat is de definitie van een
    stoel?
•   Plato:
    Deze stoel is een „afbeelding‟ van het concept „stoel‟, de „idee-stoel‟, de ‘perfecte‟ stoel.
•   De Idee Stoel blijft bestaan, maar gewone stoelen niet.
•   We hebben allemaal in ons hoofd een idee van hoe een stoel eruit ziet.
•   Toch is het een afbeelding van de ‘ware stoel’ in ons hoofd of in de ideeenwereld
ALGEMENE KENNIS
•   Het is mogelijk de dingen te kennen zoals ze zijn door van deze dingen algemene kennis te
    verwerven (inductie door abstraheren):
    particularia tegenover universale

•   Wat hebben de particularia van bijvoorbeeld dapperheid gemeen?: idea/eidos
ETHIEK
•   Sokrates was de eerste filosoof die zich bezig hield met ethiek
•   Het hoogste goed voor een mens is streven naar geluk: eudaimonia
•   centraal in de Griekse ethiek staat aretè = optimaal functioneren
•   deugd: aretè van het menselijk handelen
VIJF DEUGDEN
•   Dapperheid
•   Bezonnenheid/gematigdheid
•   Rechtvaardigheid
•   Godsdienstigheid
•   Wijsheid


Alle deugden zijn één!
SAMENVATTING
Deugdzaam handelen is een noodzakelijke
voorwaarde om gelukkig te worden.

    Sokratisch determinisme


•   Kennis = deugd


•   Niemand handelt willens en wetens verkeerd


•   Intellectualistische ethiek
KEN JEZELF = JE ZIEL KENNEN
•   Stoa en Epicurisme: hellenistische tijd
•   Veel oude politieke verbanden in de polis vielen weg
     onzekerheid traditionele zekerheden
     op zoek naar nieuw houvast
     „Hoe moet je omgaan met de wisselvalligheden van het lot?‟
•   Ondanks alle veranderingen in hellenistische tijd, proberen toch gelukkig te worden.
EPICURISME
•   Epikouros (341-270)
•   Baseert zich op atoomtheorie van Demokritos
•   Alles is toevallig ontstaan door samenvoeging atomen
    Alles zal ook ooit weer uit elkaar vallen
•   Leven = tijdelijk
    Alles wat gebeurt=
•   Wapen tegen toeval = gemoedrust bewaren,
    onverstoorbaar blijven (dus niet meedoen aan politiek)
•   Tegenovergesteld wereldbeeld
•   Kosmos is rationeel geordend
•   Niets gebeurt toevallig
    Alles is voorzien door HOGERE MACHT: de REDE/RATIO of VOORZIENIGHEID.
•   Mensen moeten zich houden aan rationele ordening van natuur
    Doe je dat?  dan ben je onaantastbaar voor het noodlot.
                 Je bereikt toestand van „apatheia‟, onwetendheid :
                    Je veratnd heeft alle emoties onder controle.
•   Je kunt in deze toestand best politiek actief zijn Je bent toch immuun voor schadelijke
    invloeden van buitenaf.
REST:
CYNICISME: HELLENISTISCHE STROMING
•   Gebaseerd op Socrates‟ theorie: „kennis is wijsheid.‟
     geen luxe, bezit of geld.
•   Vervreemding van de maatschappij
•   Gesticht door Antisthenes in 4e eeuw voor Christus en bleef voortbestaan tot ver in het
    Romeinse Rijk.
•   Over de eeuwen heen een kleine, maar invloedrijke groep filosofen.
•   Cynikos= hond , leven als hond
CYNICI:
DIOGENES VAN SINOPE (404 -323 VC)

                              Volgens een populaire
                              legende: sliep hij buiten in
                              een regenton
                              Erg sober: leefde als een
                              hond, dus kreeg ook die
                              bijnaam.
PURE STOÏCIJN OF TOCH NIET?




            EINDE
HERAKLEITOS
PYTHAGORAS
PARMENIDES
ANAXAGORAS
PLATO EN ARISTOTELES
SOCRATES
MYTH. WERELDBEELD
                VS. ARISTOTELES




                    Geocentrisch wereldbeeld
                    Aarde in midden, rest erom
                    heen.
EPICURUS
DIOGENES
PLOTINUS (NEOPLATONIST)

Más contenido relacionado

Destacado

Powerpoint Oef2 Auke R 1 Ba Sw B
Powerpoint Oef2 Auke R 1 Ba Sw BPowerpoint Oef2 Auke R 1 Ba Sw B
Powerpoint Oef2 Auke R 1 Ba Sw BAuke Rogiers
 
Politieke filosofen
Politieke filosofenPolitieke filosofen
Politieke filosofenMariska88
 
Socrates lezing 13 oktober 2015 nieuw1
Socrates lezing 13 oktober 2015 nieuw1Socrates lezing 13 oktober 2015 nieuw1
Socrates lezing 13 oktober 2015 nieuw1Adri Martens
 
Life Insurance Basics 3
Life Insurance Basics 3Life Insurance Basics 3
Life Insurance Basics 3rstiller
 
Life Insurance Basics 1
Life Insurance Basics 1Life Insurance Basics 1
Life Insurance Basics 1rstiller
 
Hv lezing woerden 2016 leufkens
Hv lezing woerden 2016 leufkensHv lezing woerden 2016 leufkens
Hv lezing woerden 2016 leufkensAdri Martens
 
4 elementos de Empédocles
4 elementos de Empédocles4 elementos de Empédocles
4 elementos de EmpédoclesINTROPSICOLOGIA
 
mapa conceptual etica de aristoteles y moral de emmanuel kant
mapa conceptual etica de aristoteles y moral de emmanuel kantmapa conceptual etica de aristoteles y moral de emmanuel kant
mapa conceptual etica de aristoteles y moral de emmanuel kantKenshin Castro
 
Life insurance ppt
Life insurance pptLife insurance ppt
Life insurance pptjaypujara007
 

Destacado (14)

Empédocles
Empédocles   Empédocles
Empédocles
 
Powerpoint Oef2 Auke R 1 Ba Sw B
Powerpoint Oef2 Auke R 1 Ba Sw BPowerpoint Oef2 Auke R 1 Ba Sw B
Powerpoint Oef2 Auke R 1 Ba Sw B
 
Politieke filosofen
Politieke filosofenPolitieke filosofen
Politieke filosofen
 
33a
33a33a
33a
 
Socrates lezing 13 oktober 2015 nieuw1
Socrates lezing 13 oktober 2015 nieuw1Socrates lezing 13 oktober 2015 nieuw1
Socrates lezing 13 oktober 2015 nieuw1
 
Life Insurance Basics 3
Life Insurance Basics 3Life Insurance Basics 3
Life Insurance Basics 3
 
Life Insurance Basics 1
Life Insurance Basics 1Life Insurance Basics 1
Life Insurance Basics 1
 
Hv lezing woerden 2016 leufkens
Hv lezing woerden 2016 leufkensHv lezing woerden 2016 leufkens
Hv lezing woerden 2016 leufkens
 
Empédocles
EmpédoclesEmpédocles
Empédocles
 
4 elementos de Empédocles
4 elementos de Empédocles4 elementos de Empédocles
4 elementos de Empédocles
 
mapa conceptual etica de aristoteles y moral de emmanuel kant
mapa conceptual etica de aristoteles y moral de emmanuel kantmapa conceptual etica de aristoteles y moral de emmanuel kant
mapa conceptual etica de aristoteles y moral de emmanuel kant
 
Life insurance basics
Life insurance basicsLife insurance basics
Life insurance basics
 
Empedocles
EmpedoclesEmpedocles
Empedocles
 
Life insurance ppt
Life insurance pptLife insurance ppt
Life insurance ppt
 

Similar a Filosofie emb

LEF in een historische context .pptx
LEF in een historische context .pptxLEF in een historische context .pptx
LEF in een historische context .pptxJurgen Marechal
 
Lesdag 1 wat is filosofie
Lesdag 1 wat is filosofieLesdag 1 wat is filosofie
Lesdag 1 wat is filosofieCVO-SSH
 
Overzicht Westerse mystici.pptx
Overzicht Westerse mystici.pptxOverzicht Westerse mystici.pptx
Overzicht Westerse mystici.pptxDirk Laverge
 
Levenskunst introductie
Levenskunst introductieLevenskunst introductie
Levenskunst introductieCreathos bv
 
Erfenis Uit Een Rijk Verleden Copy
Erfenis Uit Een Rijk Verleden CopyErfenis Uit Een Rijk Verleden Copy
Erfenis Uit Een Rijk Verleden CopyGabriele van Doorn
 
2016 02 zoektocht naar het fundament van onze moraal - hvd h
2016 02 zoektocht naar het fundament van onze moraal - hvd h2016 02 zoektocht naar het fundament van onze moraal - hvd h
2016 02 zoektocht naar het fundament van onze moraal - hvd hAdri Martens
 
Proefwerk levensbeschouwing in historisch perspectief
Proefwerk levensbeschouwing in historisch perspectief Proefwerk levensbeschouwing in historisch perspectief
Proefwerk levensbeschouwing in historisch perspectief Jurgen Marechal
 
Zingeving, ethiek en evolutie. HV Midden-Holland, 21 sept 2014
Zingeving, ethiek en evolutie. HV Midden-Holland, 21 sept 2014Zingeving, ethiek en evolutie. HV Midden-Holland, 21 sept 2014
Zingeving, ethiek en evolutie. HV Midden-Holland, 21 sept 2014Adri Martens
 
Gedrag hist en cul verschillen deel 2
Gedrag hist en cul verschillen deel 2Gedrag hist en cul verschillen deel 2
Gedrag hist en cul verschillen deel 2maartenvancalster
 
Hc 20 a presentatie levenskunst - oudheid
Hc 20 a presentatie levenskunst - oudheidHc 20 a presentatie levenskunst - oudheid
Hc 20 a presentatie levenskunst - oudheidAdri Martens
 
Zelf en identiteit
Zelf en identiteitZelf en identiteit
Zelf en identiteitVeenMedia
 
Tno basistraining 1, sc morgen finaal (maas) 1e versie
Tno basistraining 1, sc morgen finaal (maas) 1e versieTno basistraining 1, sc morgen finaal (maas) 1e versie
Tno basistraining 1, sc morgen finaal (maas) 1e versieMarcel van Marrewijk
 
Hc 38 presentatie rode draden
Hc 38 presentatie  rode dradenHc 38 presentatie  rode draden
Hc 38 presentatie rode dradenAdri Martens
 
Hc 45 a avondland presentatie-2
Hc 45 a avondland presentatie-2Hc 45 a avondland presentatie-2
Hc 45 a avondland presentatie-2Adri Martens
 
Lesdag 3 charles taylor michel foucault
Lesdag 3 charles taylor   michel foucaultLesdag 3 charles taylor   michel foucault
Lesdag 3 charles taylor michel foucaultCVO-SSH
 
Les 1 introductie wetenschapsfilosofie jk
Les 1 introductie wetenschapsfilosofie  jkLes 1 introductie wetenschapsfilosofie  jk
Les 1 introductie wetenschapsfilosofie jkkleemans
 
Lezers van Stavast 10 januari 2013
Lezers van Stavast 10 januari 2013Lezers van Stavast 10 januari 2013
Lezers van Stavast 10 januari 2013Hans van Duijnhoven
 
Business Ethics Lecture 2 (Dutch)
Business Ethics Lecture 2 (Dutch)Business Ethics Lecture 2 (Dutch)
Business Ethics Lecture 2 (Dutch)Claudio Missier
 

Similar a Filosofie emb (20)

LEF in een historische context .pptx
LEF in een historische context .pptxLEF in een historische context .pptx
LEF in een historische context .pptx
 
Lesdag 1 wat is filosofie
Lesdag 1 wat is filosofieLesdag 1 wat is filosofie
Lesdag 1 wat is filosofie
 
Overzicht Westerse mystici.pptx
Overzicht Westerse mystici.pptxOverzicht Westerse mystici.pptx
Overzicht Westerse mystici.pptx
 
Levenskunst introductie
Levenskunst introductieLevenskunst introductie
Levenskunst introductie
 
Erfenis Uit Een Rijk Verleden Copy
Erfenis Uit Een Rijk Verleden CopyErfenis Uit Een Rijk Verleden Copy
Erfenis Uit Een Rijk Verleden Copy
 
Driegeleding
DriegeledingDriegeleding
Driegeleding
 
2016 02 zoektocht naar het fundament van onze moraal - hvd h
2016 02 zoektocht naar het fundament van onze moraal - hvd h2016 02 zoektocht naar het fundament van onze moraal - hvd h
2016 02 zoektocht naar het fundament van onze moraal - hvd h
 
Proefwerk levensbeschouwing in historisch perspectief
Proefwerk levensbeschouwing in historisch perspectief Proefwerk levensbeschouwing in historisch perspectief
Proefwerk levensbeschouwing in historisch perspectief
 
Zingeving, ethiek en evolutie. HV Midden-Holland, 21 sept 2014
Zingeving, ethiek en evolutie. HV Midden-Holland, 21 sept 2014Zingeving, ethiek en evolutie. HV Midden-Holland, 21 sept 2014
Zingeving, ethiek en evolutie. HV Midden-Holland, 21 sept 2014
 
Gedrag hist en cul verschillen deel 2
Gedrag hist en cul verschillen deel 2Gedrag hist en cul verschillen deel 2
Gedrag hist en cul verschillen deel 2
 
Hc 20 a presentatie levenskunst - oudheid
Hc 20 a presentatie levenskunst - oudheidHc 20 a presentatie levenskunst - oudheid
Hc 20 a presentatie levenskunst - oudheid
 
Zelf en identiteit
Zelf en identiteitZelf en identiteit
Zelf en identiteit
 
Tno basistraining 1, sc morgen finaal (maas) 1e versie
Tno basistraining 1, sc morgen finaal (maas) 1e versieTno basistraining 1, sc morgen finaal (maas) 1e versie
Tno basistraining 1, sc morgen finaal (maas) 1e versie
 
Ppt scriptie
Ppt scriptiePpt scriptie
Ppt scriptie
 
Hc 38 presentatie rode draden
Hc 38 presentatie  rode dradenHc 38 presentatie  rode draden
Hc 38 presentatie rode draden
 
Hc 45 a avondland presentatie-2
Hc 45 a avondland presentatie-2Hc 45 a avondland presentatie-2
Hc 45 a avondland presentatie-2
 
Lesdag 3 charles taylor michel foucault
Lesdag 3 charles taylor   michel foucaultLesdag 3 charles taylor   michel foucault
Lesdag 3 charles taylor michel foucault
 
Les 1 introductie wetenschapsfilosofie jk
Les 1 introductie wetenschapsfilosofie  jkLes 1 introductie wetenschapsfilosofie  jk
Les 1 introductie wetenschapsfilosofie jk
 
Lezers van Stavast 10 januari 2013
Lezers van Stavast 10 januari 2013Lezers van Stavast 10 januari 2013
Lezers van Stavast 10 januari 2013
 
Business Ethics Lecture 2 (Dutch)
Business Ethics Lecture 2 (Dutch)Business Ethics Lecture 2 (Dutch)
Business Ethics Lecture 2 (Dutch)
 

Más de Elise Mos-Burgers

Más de Elise Mos-Burgers (8)

Peloponnesische oorlogen emb
Peloponnesische oorlogen embPeloponnesische oorlogen emb
Peloponnesische oorlogen emb
 
Perzische oorlogen
Perzische oorlogenPerzische oorlogen
Perzische oorlogen
 
Participium latijn emb
Participium latijn embParticipium latijn emb
Participium latijn emb
 
Romeinse koningen
Romeinse koningenRomeinse koningen
Romeinse koningen
 
Les 9 tekstblok lingua latina
Les 9 tekstblok lingua latinaLes 9 tekstblok lingua latina
Les 9 tekstblok lingua latina
 
Tempels emb
Tempels embTempels emb
Tempels emb
 
Architectuur en geschiedenis
Architectuur en geschiedenisArchitectuur en geschiedenis
Architectuur en geschiedenis
 
Griekse beelden emb
Griekse beelden embGriekse beelden emb
Griekse beelden emb
 

Filosofie emb

  • 1. FILOSOFIE Natuurfilosofen Sofisten, Socrates, Plato Stoa en Epicurisme Door: E. Mos-Burgers
  • 2.
  • 3. De polis als eenheid • Griekenland is van nature maar voor een klein deel bewoonbaar. • Veel bergen barrière 750 gemeenschappen die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelden: ´stadstaten„ , polis‟ (meervoud: „poleis‟); • Bestuurd door kleine groep: oligarchie, aristocratie  één leider (monarchie), al dan niet bijgestaan door een adviesraad.  vanwege hun bezit de economische, militaire en politieke macht in handen hebben.
  • 4.
  • 5. EMIGRATIE • Rond 800 : bevolkingstoename  veroveringen direct rond de polis  bijv. deel van de Peloponnesos bij de polis Sparta  heel Attica bij Athene. • emigratie: nieuwe poleis, ook wel „koloniën‟ (hielden contact met moedersteden, handel)  Sicilië, in Zuid-Italië  Zuid-Frankrijk  op de kusten van het huidige Turkije (de Grieken spraken van Ionië). • Griekse cultuur verspreidt zich zo over het Middellandse zeegebied. • Grieken in Ionië in aanraking met andere culturen: Babylonië en Egypte
  • 6. ZUID-ITALIË EN IONIË ELEATEN IONISCHE NATUURFILOSOFEN
  • 8. NATUURFILOSOFEN HOE ZIT DE WERELD IN ELKAAR? • In Ionië begint het verhaal van de Griekse filosofie • Eeuwenlang: toevlucht tot bovennatuurlijke verklaringen met goden en helden • Grieken begonnen antwoord te zoeken op levensvragen ZONDER beroep op goden en bovennatuurlijke krachten _______________________________________________ • de wereld is een geordend geheel (bijv. seizoenen en baan van planeten): κοσμος = ordening • kosmologie: onderzoek naar alle mogelijke verschijnselen in het heelal • Ionische natuurfilosofen (φυσις > φυσικοι) • archè/oerstof/basisprincipe/constante 1) beginpunt (waar alles uit voorkomt) 2) leidend beginsel, principe (dat alles bestuurt)
  • 9. THALES (600 VC) „ALLES BESTAAT UIT WATER‟ • Nieuw idee: veranderlijkheid (tegenover het idee van een constante natuur.) • Thales en andere denkers: op zoek naar eenheid, een basisprincipe in de natuur  voor Thales water • Alles is ontstaan uit water want: water kan alle vormen aannemen: gas, vloeistof en ijs • Andere natuurfilosofen zochten naar een andere „oerstof‟
  • 10. PYTHAGORAS (580-500 VC) • oerstof: getallen
  • 11. HERAKLEITOS (550 VC) „ALLES VERANDERT VOORTDUREND‟ - Vuur = oerstof - Vuur duidt op proces: alles in de natuur onderhevig aan verandering. - De veranderingen kennen 1 wetmatigheid: ze gaan over in hun tegendeel leven-dood dag-nacht - Plato vat zijn theorie samen als: παντα ῥει, οὐδεν μενει (= alles stroomt, niets blijft) „filosoof van het worden
  • 12. PARMENIDES (550) „WAT WE ZIEN IS NIET ECHT‟ • Tegenovergestelde van Herakleitos: „Alles wat kan veranderen, kan niet echt zijn‟ • het zijnde is en het niet-zijnde is niet • De echte werkelijkheid = onvergankelijk, eeuwig onveranderlijk ondeelbaar • Wat wij met onze zintuigen zien, voldoet niet aan deze eisen  dus wij zien niet de echte werkelijkheid.  echte werkelijkheid zien we pas door te denken. • Filosoof van het zijn
  • 13.
  • 14. RAPHAEL, DE SCHOOL VAN ATHENE (1510-1511), ROME : PARMENIDES
  • 17. DE JONGERE NATUURFILOSOFEN (VANAF HELFT 5E EEUW)
  • 18. OPLOSSINGEN VOOR HET DILEMMA: WORDEN TEGENOVER ZIJN • de jongere natuurfilosofen (vanaf helft vijfde eeuw) • De werkelijkheid kent twee geheel verschillende aspecten: - de veelheid (die voortdurend verandert): Heraclitus - het constante (dat gelijk blijft): Parmenides
  • 19. EMPEDOCLES (495-435 VC) • Sicilië • 4 oerstoffen: aarde, water, lucht en vuur • liefde en haat zorgen voor vermenging en scheiding van deze vier elementen
  • 20. ANAXAGORAS (500 VC) • Ionië • oerstof: Nous (geest) • spermata : - elk zaadje bezit alle eigenschappen - elk zaadje is anders, omdat de verhouding van de verschillende eigenschappen anders is
  • 22. DEMOKRITOS (460-370 VC) „ALLES BESTAAT UIT ATOMEN‟ • Alles bestaat uit ondeelbare deeltjes a-tomos: niet de snijden/delen, ondeelbaar • De verschillende combinaties + hoeveelheden atomen = verklaren de verscheidenheid die wij zien. • Veranderingen ontstaan door - samenvoeging - uiteenvallen van atomen • kosmos ontstaan door botsing en klontering van atomen
  • 23.
  • 24. A B C D Combineer de onderstaande filosofen met de plaatjes: 1. Empedocles 2. Thales 3. Herakleitos 4. Pythagoras 5. Anaxagoras 6. Parmenides 7. Demokritos E G H
  • 25.
  • 26. DEMOCRATIE IN ATHENE SOFISTEN Wat besluiten we?
  • 27.
  • 28. POLITIEKE SITUATIE IN DE VIJFDE EEUW • Perzische Oorlogen (490 – 479 v. Chr.) • Gouden Eeuw voor Athene : zeebond • Peloponnesische Oorlog (431-404) • Athene verliest: de Dertig • Radicale democratie ingesteld
  • 29. GEVOLGEN DEMOCRATIE • Nieuwe vorm van onderwijs: men moet goed het woord kunnen voeren men moet goed anderen kunnne overtuigen van eigen standpunt  logische redenering op kunnen zetten • Professionele docenten: sofisten • In democratie: besluit afhankelijk van overtuiging van de stemmers Een overtuiging kon worden beïnvloed door tegenstander  een algemeen geldende waarheid komt op losse schroeven te staan  belangrijke onderzoeksvragen voor filosofie: Hoe moeten we ons gedragen? Wat is goed, wat is fout? ( ethiek/gedragsleer)
  • 31. PROTAGORAS (480-411), SOFIST HOMO MENSURA, RELATIVISME • Bekendste sofist (zelfs Plato positief) Homo-mensura-stelling: “De mens is de maat van alle dingen, van de dingen die zijn dat/hoe ze zijn, en van de dingen die niet zijn dat/hoe ze niet zijn” - universele waarheid bestaat niet (wat ieder individueel mens ziet, voelt en ervaart, is maatgevend voor zijn denken) dus: wetten en normen resultaat van afspraken tussen mensen  geen absolute geldigheid • Subjectivistische visie: mens bepaalt wat goed is en wat niet • Mens als maatstaf voor werkelijkheid?
  • 32.
  • 33. GORGIAS (480-376), SOFIST „ER IS GEEN OBJECTIEVE WAARHEID‟ Nihilisme 1. Er bestaat niets 2. Als er iets zou bestaan, zou het toch niet gekend kunnen worden 3. Als het dan toch gekend kon worden, zou die kennis niet door woorden aan anderen kunnen worden verteld. Geen objectieve waarheid: dus anderen overtuigen van jouw opvattingen Deze filosofen (sofisten): kregen slechte naam „Bedervers van de jeugd‟
  • 34. 450 VC- WAT IS DE IDEALE STAAT?
  • 36. WAAR KOMEN WE SOCRATES TEGEN IN DE LITERATUUR? • Plato (427-347) – alle dialogen, vooral: Apologie, Krito en Phaedo Plato is een leerling van Socrates: hebben soms zelfde gedachtegang, niet altijd duidelijk van wie een idee oorspronkelijk komt. • Aristophanes (ca.450-385) – De Wolken • Xenophon (ca.430-354) – Memorabilia • Aristoteles (384-322)
  • 38. SOCRATES • Hij werd gezien als sofist, maar nam er geen geld voor aan, zoals andere sofisten dat deden. • Toch wordt hij wel zo gezien door mensen. • Hij wil mensen niet overtuigen, maar brengen tot eigen inzicht. • In 399: veroordeeld tot de gifbeker door sofisten
  • 39. Socrates was op zoek naar de waarheid. Orakel in Delphi: „Socrates is de wijste man‟ Zijn interpretatie: „Ik ben de wijste, omdat ik niets weet.‟ Bij de ingang van de tempel in Dephi, staat de spreuk van Apollo: Ken uzelf!
  • 41. METHODE • dialoog • wat-is-het-vraag: “geestelijke verloskunde” • elenchos: onderzoeken en weerleggen • eironeia: de Sokratische ironie • aporie: geen uitweg meer weten
  • 42. UITGANGSPUNTEN FILOSOFISCH DENKEN VAN SOKRATES/PLATO
  • 44.
  • 45. Plato, De Staat, boek VII Illustratie: Scott Mayhew APF 0809 45
  • 46. DE IDEEËNWERELD (PLATO) • Oplossing voor probleem pre-socratici/ oerfilosofen: • het veranderlijke: de wereld zoals we die zien met onze zintuigen • het onveranderlijke: de ideeënwereld
  • 47. OPDRACHT • Teken allemaal eens een stoel • Heeft iedereen dezelfde stoel? Hoe komt het dat wij dit toch allemaal een stoel noemen? Wat is de definitie van een stoel? • Plato: Deze stoel is een „afbeelding‟ van het concept „stoel‟, de „idee-stoel‟, de ‘perfecte‟ stoel. • De Idee Stoel blijft bestaan, maar gewone stoelen niet. • We hebben allemaal in ons hoofd een idee van hoe een stoel eruit ziet. • Toch is het een afbeelding van de ‘ware stoel’ in ons hoofd of in de ideeenwereld
  • 48. ALGEMENE KENNIS • Het is mogelijk de dingen te kennen zoals ze zijn door van deze dingen algemene kennis te verwerven (inductie door abstraheren): particularia tegenover universale • Wat hebben de particularia van bijvoorbeeld dapperheid gemeen?: idea/eidos
  • 49. ETHIEK • Sokrates was de eerste filosoof die zich bezig hield met ethiek • Het hoogste goed voor een mens is streven naar geluk: eudaimonia • centraal in de Griekse ethiek staat aretè = optimaal functioneren • deugd: aretè van het menselijk handelen
  • 50. VIJF DEUGDEN • Dapperheid • Bezonnenheid/gematigdheid • Rechtvaardigheid • Godsdienstigheid • Wijsheid Alle deugden zijn één!
  • 51. SAMENVATTING Deugdzaam handelen is een noodzakelijke voorwaarde om gelukkig te worden. Sokratisch determinisme • Kennis = deugd • Niemand handelt willens en wetens verkeerd • Intellectualistische ethiek
  • 52. KEN JEZELF = JE ZIEL KENNEN
  • 53.
  • 54.
  • 55.
  • 56. Stoa en Epicurisme: hellenistische tijd • Veel oude politieke verbanden in de polis vielen weg  onzekerheid traditionele zekerheden  op zoek naar nieuw houvast  „Hoe moet je omgaan met de wisselvalligheden van het lot?‟ • Ondanks alle veranderingen in hellenistische tijd, proberen toch gelukkig te worden.
  • 57. EPICURISME • Epikouros (341-270) • Baseert zich op atoomtheorie van Demokritos • Alles is toevallig ontstaan door samenvoeging atomen Alles zal ook ooit weer uit elkaar vallen • Leven = tijdelijk Alles wat gebeurt= • Wapen tegen toeval = gemoedrust bewaren, onverstoorbaar blijven (dus niet meedoen aan politiek)
  • 58. Tegenovergesteld wereldbeeld • Kosmos is rationeel geordend • Niets gebeurt toevallig Alles is voorzien door HOGERE MACHT: de REDE/RATIO of VOORZIENIGHEID. • Mensen moeten zich houden aan rationele ordening van natuur Doe je dat?  dan ben je onaantastbaar voor het noodlot.  Je bereikt toestand van „apatheia‟, onwetendheid : Je veratnd heeft alle emoties onder controle. • Je kunt in deze toestand best politiek actief zijn Je bent toch immuun voor schadelijke invloeden van buitenaf.
  • 59. REST: CYNICISME: HELLENISTISCHE STROMING • Gebaseerd op Socrates‟ theorie: „kennis is wijsheid.‟  geen luxe, bezit of geld. • Vervreemding van de maatschappij • Gesticht door Antisthenes in 4e eeuw voor Christus en bleef voortbestaan tot ver in het Romeinse Rijk. • Over de eeuwen heen een kleine, maar invloedrijke groep filosofen. • Cynikos= hond , leven als hond
  • 60. CYNICI: DIOGENES VAN SINOPE (404 -323 VC) Volgens een populaire legende: sliep hij buiten in een regenton Erg sober: leefde als een hond, dus kreeg ook die bijnaam.
  • 61. PURE STOÏCIJN OF TOCH NIET? EINDE
  • 68. MYTH. WERELDBEELD VS. ARISTOTELES Geocentrisch wereldbeeld Aarde in midden, rest erom heen.

Notas del editor

  1. De polis als eenheidGriekenland is van nature maar voor een klein deel bewoonbaar. Door de barrièrewerking van de vele bergen ontstonden er zo’n 750 gemeenschappen die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelden. Wij spreken wel van ´stadstaten´. In het Grieks gebruikte men voor zo’n bestuurlijke eenheid het woord ‘polis’ (meervoud: ‘poleis’); wij gebruiken voor het bestuur van de samenleving het daarvan afgeleide begrip politiek.In zulke samenlevingen is de macht in handen van de mensen die de grond bezitten. De meeste poleis werden dan ook bestuurd door een kleine groep (oligarchie, aristocratie). Vaak ging het daarbij om één leider (monarchie), al dan niet bijgestaan door een adviesraad. Kenmerk van de machthebbers is dat zij vanwege hun bezit de economische, militaire en politieke macht in handen hebben.
  2. EmigratieRond 800 nam de omvang van de bevolking toe. Dit leidde in de eerste plaats tot veroveringen direct rond de polis. Zo hoorde op den duur een flink deel van de Peloponnesos bij de polis Sparta en heel Attica bij Athene. Maar de bevolkingsgroei leidde ook tot emigratie. Veel Grieken staken de Middellandse Zee over en vestigden zich op Sicilië, in Zuid-Italië, Zuid-Frankrijk en op de kusten van het huidige Turkije (de Grieken spraken van Ionië). Daar ontstonden nieuwe poleis (traditioneel ook wel aangeduid als ‘koloniën’), die natuurlijk contact onderhielden met de moedersteden. Over en weer werd handel gedreven tussen al deze poleis. Enerzijds verspreidde de Griekse cultuur zich zo over het Middellandse zeegebied. Anderzijds kwamen de Grieken in Ionië in aanraking met de culturen van Babylonië en Egypte en met de kennis die daar was vergaard.
  3. Men dachtdat de aarde was omgeven door OCEANUS: eenmachtigewatervloed die de bron van alle water en alledingen was,zelfs de oorsprong van de goden.Helios (zon) en Selene (maan) stijgen op uit OCEANUS en dalenerweer in af.De aarde is vooreendeelbedekt door de Middellandse zee. De hemel is een half bolvormigkoperengewelf. Boven het aardoppervlak: mist, daarboven ether.Direct onder het dodenrijk: de Hades.Onder de Hades de ChaosDaaronder: Tartarus (waartitanengevangenwordengehouden.) De Tartarus is ook half bolvormig.
  4. NatuurfilosofenIn Ionië begint het verhaal van de Griekse filosofie. Eeuwenlang hadden mensen voor het beantwoorden van levensvragen hun toevlucht genomen tot bovennatuurlijke verklaringen, waarin goden en helden een grote rol speelden. Het waren Grieken die als eersten probeerden een antwoord te vinden door verklaringen te zoeken voor verschijnselen die ze waarnamen zonder een beroep te doen op bovennatuurlijke krachten.
  5. Nieuwidee: veranderlijkheid (tegenover het ideevan eenconstantenatuur.)Thales en anderedenkers: op zoeknaareenheid, eenbasisprincipe in de natuur voor Thales waterAlles is ontstaanuit water want: water kanallevormenaannemen:gas, vloeistof en ijsAnderenatuurfilosofenzochtennaareenandere ‘oerstof’
  6. ‘allesstroomt, alles is in beweging en nietsblijftwat het was’
  7. Het zijnde is eeuwig, want ontstaan en vergaanimplicereneenovergang van niet-zijnnaarzijn of omgekeerd; beideovergangenzijnonbestaanbaar en ondenkbaar.Het zijnde is nietalleenonvergankelijk maar ookonveranderlijk, want tussenzijn en nietzijnbestaatgeenmeer of minder
  8. Democratie in AtheneDe directe democratie in Athene met zijn actieve persoonlijke deelname aan bestuur en rechtspraak vergde een nieuwe vorm van onderwijs: mensen moesten goed het woord kunnen voeren en anderen kunnen overtuigen van hun standpunt. Daarvoor moesten ze bijvoorbeeld ook een logische redenering kunnen opzetten. Er kwamen professionele docenten die in deze behoefte voorzagen, de sofisten. Zij zorgden voor een wending in het denken.In de democratie was een besluit afhankelijk van de overtuiging van de mensen die stemden. Die overtuiging kon worden beïnvloed, bijvoorbeeld door de argumenten van een opponent. Daarmee kwam het idee dat er een algemeen geldende waarheid is op losse schroeven te staan. De filosofie kreeg er belangrijke onderzoeksvragen bij: hoe moeten we ons gedragen? Wat is goed, wat is fout? Dat is het domein van de ethiek of gedragsleer.
  9. Verschil met anderesofisten:De rest gelooftdatallesrelatief is, maar Socrates gelooftdat je eenantwoordkanvinden over de wereldals je jezelfondervraagt.
  10. Elkestoel is eenbelichaming van het ‘ideestoel’We kenneneenheleboelstoelen, in allerleivormen, maten, stijlen, materialen en kleuren.Ondanksalleverschillennoemenwij het tochallemaalstoelen.Gewonestoel–afbeelding van de werkelijkheid, de echtestoelAan de IDEE STOEL meten we af of ietseendeugdelijkestoel is: die moeten we welkennen, anderskunnen we geenstoelmaken.De IdeeStoelblijftbestaan (in de ideeenwereld/hoofd), maar gewonestoelenniet.
  11. Stoa en EpicurismeMet het wegvallen van de oude politieke verbanden in de polis waren veel traditionele zekerheden op losse schroeven komen te staan. Mensen gingen op zoek naar een nieuw houvast. Naar een antwoord op de vraag hoe je moest omgaan met de wisselvalligheden van het lot.De twee belangrijkste hellenistische denkrichtingen probeerden mensen richtlijnen te geven om ondanks alle veranderingen om hen heen gelukkig te worden.
  12. Volgenseenpopulairelegende: sliephijbuitenineenregentonErg sober: leefdealseenhond, duskreegook die bijnaam.
  13. http://nibiryukov.narod.ru/nb_pinacoteca/nbe_pinacoteca_artists_raphael.htm#Raphael