SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 13
www.ua.ac.be/leeronskennen
ACADEMISCHE WOORDENSCHAT
Aan de universiteit word je geconfronteerd met tal van nieuwe woorden. Zeker tijdens het
eerste jaar breidt je woordenschat zich enorm uit. Je leert vaktermen uit je eigen vakgebied
en algemene academische woorden die het vakgebied overstijgen.
Hoe ga je om met die hoeveelheid aan nieuwe woorden? Een groot aantal woorden verwerf
je tijdens je studie, doordat je vaak met die woorden te maken hebt. Niet alle nieuwe
woorden die je tegenkomt, hoef je overigens zelf ook actief te gebruiken. In ieder geval is
het cruciaal om op een actieve, bewuste manier om te gaan met woordenschat. Kortom,
nieuwe woorden verwerven kost tijd, maar ook inspanning.
In dit document krijg je strategieën aangereikt om je woordenschat uit te breiden. Eerst
staan we stil bij het doel van academische woordenschat. Daarna krijg je tips om
woordbetekenis te achterhalen. Ten slotte bekijken we hoe je nieuwe woorden kunt
verankeren in je geheugen.
papers - Pagina 2 van 13
Academische woordenschat
Ga bewust om met nieuwe woorden
Achterhaal de betekenis van nieuwe woorden
Veranker nieuwe woorden in je geheugen
papers - Pagina 3 van 13
Ga bewust om met nieuwe woorden
Academische woorden heb je nodig om helder en ondubbelzinnig te communiceren over je
vakgebied. Met deze woorden kun je iets precies en kernachtig benoemen waarvoor je in
alledaags taalgebruik een lange omschrijving nodig hebt. Vaak gaat het om woorden die
voor een beginnende student “vreemd” overkomen, omdat ze buiten de academische
wereld weinig gebruikt worden.
Academisch taalgebruik
Longitudinaal onderzoek naar het onveiligheidsgevoel bij de burger
(= onderzoek waarbij op steeds dezelfde manier maar op verschillende tijdstippen
herhaaldelijke metingen plaatsvinden )
In het bovenstaande voorbeeld drukt het woord longitudinaal precies en compact uit waar
je in het tweede voorbeeld een hele zin voor nodig hebt. Het is een voorbeeld van een
algemeen academisch woord, dat in verschillende vakgebieden voorkomt.
Algemene en vakspecifieke woorden
Academische woordenschat kun je onderverdelen in enerzijds algemene academische
woorden en anderzijds vakspecifieke woorden.
Voorbeelden van algemene academische woorden
referentie, valide, correlatie, continuüm, plausibel, prevaleren, hoorcollege, incorrect,
equivalent, causaal, beproeven, adequaat, discontinu
Algemene academische woorden kom je tegen in alle opleidingen en worden niet altijd
uitgelegd in een tekst of een hoorcollege. Het gaat vaak om abstracte woorden, omdat de
leerstof in het hoger onderwijs uit abstracte en complexe inhouden bestaat. Voor sommige
van die woorden bestaat er ook een gemakkelijker synoniem, bijvoorbeeld causaal –
oorzakelijk. Voor andere woorden is er geen alternatief, tenzij met een omschrijving,
bijvoorbeeld longitudinaal.
Vakspecifieke woorden zijn abstracte of concrete begrippen verbonden aan een bepaald
vakgebied. Het leren van deze woorden is een belangrijk onderdeel van het instuderen van
de leerstof. Vakspecifieke woorden worden vaak gedefinieerd of uitgelegd in een tekst of
een hoorcollege.
Voorbeelden van vakspecifieke woorden
biologie: fenotype, lymfocyt
chemie: corrosie, halogenide
psychologie: gestalttherapie, transpersoonlijk
economie: kapitaalcoëfficiënt, rentefactor
recht: verweerder, prorogatie
geschiedenis: epigrafie, neolithicum
letterkunde: narratief, tautologie
papers - Pagina 4 van 13
Sommige woorden hebben naast hun algemene betekenis ook een andere, vakspecifieke
betekenis.
Algemene en vakspecifieke betekenis
inspiratie
verschil
algemeen
ingeving, idee
ongelijkheid,
onderscheid
vakspecifiek
inademen (geneeskunde)
uitkomst van een aftrekking
(wiskunde)
Passieve en actieve woordenschat
Niet elk nieuw woord hoef je meteen zelf actief te gebruiken. Voor sommige woorden
volstaat het dat je de betekenis begrijpt als je ze tegenkomt (= passieve woordenschat). Een
uitgebreide passieve woordenschat maakt het veel gemakkelijker om kennis op te doen en
academische teksten te verwerken. Gaandeweg zul je veel van die woorden vanzelf
begrijpen.
Andere woorden moet je sneller actief leren beheersen, om zelf helder en precies te
communiceren over de leerstof, bijvoorbeeld in een werkstuk of op een examen. Woorden
die je zeker actief moet beheersen, zijn de kernwoorden van een tekst.
Kernwoorden staan op een prominente plaats (bijvoorbeeld in een titel, in de kantlijn of op
een powerpointslide) of komen meermaals voor in een tekst of in een les.
Actief beheersen: kernwoorden in een powerpointpresentatie
Bron: Bea Cantillon “Samenleving, feiten en problemen” - hoorcollege
In het voorbeeld hierboven moet je ervan uitgaan dat de woorden residueel, institutioneel,
liberaal en sociaal-democratisch belangrijke woorden zijn.
papers - Pagina 5 van 13
Vaak worden dergelijke woorden ook verklaard met een definitie of een voorbeeld. In het
fragment uit de syllabus hieronder worden acculturatie en enculturatie zowel gemarkeerd
(in het vet en cursief) als uitgelegd.
Actief beheersen: gemarkeerde woorden in een syllabus
Het in contact komen met en overnemen van elementen uit een andere cultuur
wordt acculturatie genoemd. De antropoloog Ralph Linton (1932) omschreef
acculturatie als “het verschijnsel dat zich voordoet wanneer individuen of groepen
met elkaar in direct contact komen, met een wijziging in de originele cultuurpatronen
van een of beide groepen voor gevolg”. Acculturatie staat tegenover enculturatie –
het opnemen van culturele elementen uit de cultuur waarin men geboren is.
Bron: Walter Weyns, “Inleiding tot de sociologie”, Acco 2012.
In het voorbeeld hieronder zie je dat de woorden elektrolyt en potentiaal meermaals
voorkomen. Je mag ervan uitgaan dat je deze woorden actief moet beheersen om over dit
onderwerp te communiceren.
Actief beheersen: frequente woorden in een tekst
Twee verschillende en aan elkaar gekoppelde metalen in een elektrolyt vormen een
zogenaamd galvanisch koppel, dat in de elektrolyt een potentiaal zal aannemen
tussen de rustpotentialen van de beide metalen in. Voor het minst edele metaal van
het koppel veroorzaakt dit versnelde corrosie als gevolg van de potentiaalverhoging,
terwijl het andere, "edelere", metaal juist minder zal corroderen dankzij de
potentiaalverlaging. Van dit verschijnsel wordt bewust gebruik gemaakt bij
kathodische bescherming. Dit alles is echter alleen mogelijk in aanwezigheid van
zuurstof, opgelost in de elektrolyt.
Bron: Wikipedia
Voordat je nieuwe woorden kunt gebruiken, moet je eerst de betekenis ervan goed
begrijpen. Tips om woordbetekenis op een actieve manier te achterhalen vind je op de
volgende pagina’s.
Terug naar overzicht
papers - Pagina 6 van 13
Achterhaal de betekenis
Het is altijd aangewezen om op een bewuste en actieve manier met nieuwe woorden om te
gaan. Als je een nieuw woord tegenkomt dat je niet begrijpt, probeer dan eerst de betekenis
te achterhalen met behulp van de omgeving waarin het woord voorkomt of door het woord
zelf te analyseren. In tweede instantie kun je een hulpmiddel inzetten, zoals een
woordenboek of het internet.
Haal de betekenis uit de omgeving van het woord
Vaak worden nieuwe woorden uitgelegd in de tekst waarin ze voorkomen: met een definitie,
een synoniem of voorbeelden. Meestal levert dat een preciezere of duidelijkere verklaring
op dan een definitie in een woordenboek. In het voorbeeld hieronder wordt het woord
stratificatie verklaard met een definitie, een synoniem (gelaagdheid) en een vergelijking
(“net als geologische lagen”).
Betekenisverklaring in een syllabus
Sociale stratificatie betekent zoveel als sociale gelaagdheid. Maatschappijen zijn, net
als geologische lagen, opgebouwd uit lagen – ‘strata’ – met de meest
geprivilegieerden in de bovenste laag en de minst geprivilegieerden in de onderste
laag.
Bron: Walter Weyns, “Inleiding tot de sociologie”, Acco 2012.
In het voorbeeld hieronder zie je dat impermeabel en ondoorlaatbaar dezelfde betekenis
hebben.
Verklaring van een woord met een synoniem
De beschubde, slijmerige huid van zoetwatervissen is nagenoeg ondoorlaatbaar voor
water en ionen. Ook bij zoutwatervissen is de huid praktisch impermeabel.
Bron: Herwig Leirs, “Biologie Dierkunde”, Universiteit Antwerpen 2012
Kijk ook of het woord bij een eventuele grafiek, tabel of afbeelding te vinden is. In het
volgende voorbeeld zie je een tabel, die duidelijk maakt wat er precies bedoeld wordt met
het woord buurtintegratie.
Omschrijving van een woord in een tabel
Bron: www.vlaanderen.be/svr Vlaamse Regionale Indicatoren 2012
papers - Pagina 7 van 13
In het voorbeeld hieronder zie je een afbeelding, die de woorden inspiratie en expiratie
duidelijk illustreert.
Verklaring van een woord in een afbeelding
Bron: Ned.Tijdsch. Geneeskunde Stud, 2008 december, II(4)
Haal de betekenis uit het woord zelf
Denk niet te snel dat je een woord niet kent. In het woord gerelateerd zie je bijvoorbeeld
het woord relatie. De samenstelling werkgerelateerd betekent dan in relatie (verband) met
het werk.
Kennis van woorddelen kan je soms helpen om de betekenis van een onbekend woord te
achterhalen.
Betekenis in woorddelen
ont-
(= weg)
-baar
(= kan … )
a-
(= niet)
chro(o)n
(= tijd)
-grafie
(= schrijven)
ontwapening, ontkerkelijking, ontmaskeren, ontdoen
onverjaarbaar, verifieerbaar, inzetbaar
asociaal, amoreel, asynchroon, asymmetrisch
chronometer, chronologisch, synchroon, chronisch, chronogram
bibliografie, biograaf, grafologie
papers - Pagina 8 van 13
Kenmerkend voor heel wat academische woorden is hun Latijnse of Griekse oorsprong. Die
woorden zijn vaak met dezelfde woorddelen opgebouwd. In de map “Academische
woordenschat” van dit zelfstudiepakket vind je een lijst van veelvoorkomende Latijnse en
Griekse woorddelen, met hun betekenis.
Opgelet: denk niet te snel dat je een woord wel begrijpt. Als je twee woorden met elkaar
verwart, kan het namelijk gebeuren dat je de boodschap verkeerd interpreteert.
Betekenisverwarring
Kleine verschillen tussen woorden
Evolueren - evalueren
Hypertensie (hoge bloeddruk) – hypotensie (lage bloeddruk)
Intercultureel (tussen culturen) – intracultureel (binnen een cultuur)
Verschillende betekenissen van een woord
Een beroep uitoefenen – een beroep doen op – in beroep gaan
Degelijk – wel degelijk
Ontsteken (bv. van een motor) – ontsteken (bv. van een wonde)
Valse vrienden
Valse vrienden zijn woorden die in hun vorm of klank op een woord uit een
andere taal lijken, maar niet dezelfde betekenis hebben. Vergelijk deze
voorbeelden:
Nederlands: sfeer - Engels: sphere (= bol)
Nederlands: actueel - Engels: actual (=eigenlijk)
Nederlands: milieu - Frans: milieu (= midden)
Nederlands: ziel - Duits: Ziel (= doel)
Meer voorbeelden van valse vrienden vind je op Wikipedia:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_valse_vrienden
Gebruik een woordenboek of raadpleeg het internet
Als je de betekenis van een woord niet of onvoldoende kunt achterhalen, is een
woordenboek een essentieel hulpmiddel om de betekenis te vinden of te controleren. Voor
vakspecifieke woorden heb je daarvoor vaak een gespecialiseerd woordenboek nodig
(bijvoorbeeld een juridisch woordenboek of een databank met biologische begrippen ).
Op internet vind je verder ook nuttige websites, zoals www.synoniemen.net en
www.encyclo.nl, waar je snel de betekenis van woorden kunt vinden. Voor concrete
woorden kun je ook afbeeldingen zoeken.
papers - Pagina 9 van 13
Het nadeel van woordenboeken en lijsten met synoniemen is dat je onvoldoende context
krijgt voor het opgezochte woord. In een woordenboek krijg je soms een voorbeeldzin, maar
ook dan blijft het vaak moeilijk om de precieze betekenis van een woord te begrijpen.
Voor algemeen academische woorden is het soms nuttig om te zien hoe ze in andere
contexten gebruikt worden. Zoekmachines op het internet zijn daarvoor een handig middel.
Tik het woord in, bijvoorbeeld op Google, in combinatie met een betrouwbare website
(zoals knack.be, destandaard.be of demorgen.be) en je krijgt meteen verschillende nieuwe
contexten.
Nieuwe contexten via internet
Door die nieuwe contexten leer je ook veel over het juiste gebruik van nieuwe woorden. In
het voorbeeld hierboven zie je meteen dat gerelateerd gebruikt wordt met het voorzetsel
aan.
Terug naar overzicht
papers - Pagina 10 van 13
Veranker nieuwe woorden in je geheugen
Om je academische woordenschat uit te breiden heb je tijd en praktijk nodig. Eerst moet je
nieuwe woorden verankeren in je geheugen. Hoe vaker je een woord tegenkomt, hoe beter
het zich vastzet. Veel lezen helpt, maar beter nog ga je op een actieve manier met nieuwe
woorden om: je denkt na over de betekenis, je maakt associaties met andere woorden, je
zoekt voorbeeldzinnen en je probeert ten slotte zelf de woorden te gebruiken.
Hieronder vind je tips om nieuwe woorden te verankeren. Niet alle tips zijn voor alle
woorden even relevant, maar probeer voor jezelf een methode te vinden die je goed ligt, of
combineer verschillende methodes.
Werk met persoonlijke woordenlijsten
Maak persoonlijke woordenlijsten. Verwerk bestaande woordenlijsten (van Blackboard, uit
een boek of een syllabus) in een eigen lijst. Op die manier ga je op een actieve manier om
met woorden. Door te reflecteren, te selecteren en te (her)groeperen sta je langer stil bij de
woorden en zo blijven ze ook beter hangen.
Tip: in een Excel-bestand kun je woorden labelen, sorteren, filteren, ordenen en
hergroeperen. Creëer een aparte kolom voor elk aspect van een woord (bijvoorbeeld een
kolom voor het vaste voorzetsel, een kolom voor synoniemen, een kolom voor het
opleidingsonderdeel…).
Noteer informatie voor het correcte gebruik van een nieuw woord
Als je nieuwe woorden correct wilt gebruiken, moet je aandacht besteden aan vaste
woordcombinaties (zoals voorzetsels en werkwoorden), aan grammaticale kenmerken, de
spelling en eventueel de uitspraak.
Noteer informatie voor het correcte gebruik van woorden
vast voorzetsel
vast werkwoord
lidwoord (de of het)
meervoud
enkelvoud / meervoud
werkwoordstijden
uitspraak (klemtoon)
naar analogie met
een wetsvoorstel indienen
het moment
anomalie – anomalieën
het medium televisie is… / de media zijn…
ontslaan – is ontslagen
normaliter
papers - Pagina 11 van 13
Zoek voorbeeldzinnen
Woorden gebruik je bijna altijd in zinsverband. Noteer dan ook voorbeeldzinnen bij
moeilijke nieuwe woorden. Met een zoekmachine op het internet vind je gemakkelijk
nieuwe zinnen. Je ziet in welke context(en) bepaalde woorden worden gebruikt en je leert
hoe je een woord moet gebruiken.
Tip: googel op een slimme manier, door in de zoekbalk een betrouwbare website toe te
voegen (bijvoorbeeld deredactie.be, demorgen.be, destandaard.be, knack.be,
eosmagazine.eu). Kopieer relevante zinnen en plak ze in een tekstbestand.
Zoek voorbeeldzinnen
Maak associaties en stel ze visueel voor
Associëren is een natuurlijk onderdeel van de werking van het geheugen. Leg bij nieuwe
woorden verbanden met informatie die je al hebt opgeslagen. Dat kunnen woorden zijn,
maar ook beelden, situaties, herinneringen of personen. Op die manier maak je abstracte
woorden concreet.
Associaties visualiseer je met schema’s of woordspinnen. Zo krijg je een overzichtelijk beeld
van het woord en zijn verbanden. Je komt ook snel uit bij de gaten in je woordkennis die je
nog moet opvullen. Je kunt een schema of een woordspin verder uitbreiden door extra
vragen te stellen bij een woord (wie? wat? welke? waar? wanneer? waarom? hoe?).
papers - Pagina 12 van 13
Ondervraag jezelf
Ga met jezelf in dialoog. Door jezelf te ondervragen, activeer je informatie en woordenschat.
Zo zie je ook waar er hiaten zijn in je kennis.
Tip: stel een persoonlijke vragenbank samen, waaruit je geregeld een willekeurige vraag
trekt en beantwoordt.
Test jezelf
Je kunt moeilijke woorden ook testen door draaikaartjes of invuloefeningen te maken.
Kopieer bijvoorbeeld een studietekst en verwijder de woorden die je wilt inoefenen. Vul de
oefening na een week in en test op die manier je woordenschat. Als je een lijst in Excel
aanlegt, kun je jezelf ook testen door een kolom te verbergen.
Opgelet voor synoniemen
Woorden zijn zelden onderling inwisselbaar. Spring dan ook zorgvuldig om
met synoniemen. Woorden kunnen min of meer dezelfde
woordenboekbetekenis hebben, maar er kunnen grote verschillen zijn in de
connotatie (de gevoelswaarde van een woord), in het register (formeel,
neutraal, informeel, plat) of in het grammaticale gebruik van woorden.
Vergelijk bijvoorbeeld baby, zuigeling, kind, kindje, spruit, kroost.
Zoek voor academisch gebruik altijd de meest neutrale en meest precieze
term. Meer informatie hierover vind je in het document “Academische stijl”.
Terug naar overzicht
papers - Pagina 13 van 13
Wil je meer weten?
Boeken
 Van Huizen, J., & de Wijk, M. (2002). Studeren in het Nederlands. Woorden en
teksten. Module: algemeen. Utrecht: NBC uitgeverij.
 Van Hogen, R., & Rietstap, E. (2011). Taalvaardig in het hbo. Groningen / Houten:
Noordhoff Uitgevers.
 De Wachter, L., Verrote L., Broeckx L., Cuppens L., Potargent, J., Van Brussel, I., &
Verlinden E. (2010). Taal@hogeronderwijs. Leuven / Den Haag: Acco.
 Hendrickx, K., & Deschamps, K. (2010). Juridisch Nederlands. Leuven / Den Haag:
Acco.
 Bossers, B., Kuiken, F., & Vermeer, A. (red) (2010). Handboek Nederlands als tweede
taal. Bussum: uitgeverij Coutinho.
 Giezenaar, G., & Schouten, E. (2010). Wijze Woorden. Woordenlijst Academisch
Nederlands. Amsterdam / Antwerpen: Intertaal.
 Pol., J.J.J., Van den Belt, R, & Van Hulzen, J.E. (2006). Stoomcursus woordenschat.
Amersfoort: Deviant.
Websites
 http://www.taalwinkel.nl/category/taalhulp/woordenschat/
 http://www.leren.nl/cursus/leren_en_studeren/geheugen/
 http://synoniemen.net/
 http://www.encyclo.nl/
Taalondersteuning Academisch Nederlands
Voor persoonlijke taalondersteuning Academisch Nederlands kunnen studenten van de
Universiteit Antwerpen het hele academiejaar gratis terecht op het Monitoraat op maat.
Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/monitoraatopmaat.

Más contenido relacionado

Similar a Taal woordenschat

2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.
2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.
2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.Davy Mortier
 
Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?
Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?
Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?Jordi Casteleyn
 
Begrijpen de snelweg tot Leervermogen
Begrijpen de snelweg tot LeervermogenBegrijpen de snelweg tot Leervermogen
Begrijpen de snelweg tot Leervermogenjp nuyttens
 
Begrijpend lezen. Leren lezen in het Nederlands door woorden en klanken.
Begrijpend lezen. Leren lezen in het Nederlands door woorden en klanken.Begrijpend lezen. Leren lezen in het Nederlands door woorden en klanken.
Begrijpend lezen. Leren lezen in het Nederlands door woorden en klanken.Jordi Casteleyn
 
Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0liesbethc
 
Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0liesbethc
 
Ppt mededingingsbeleid
Ppt mededingingsbeleidPpt mededingingsbeleid
Ppt mededingingsbeleidliesbethc
 
Strategie tool 2 onderlijnen - markeren van belangrijke informatie
Strategie   tool 2 onderlijnen - markeren van belangrijke informatieStrategie   tool 2 onderlijnen - markeren van belangrijke informatie
Strategie tool 2 onderlijnen - markeren van belangrijke informatieKristinaVanDerStock
 
Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0Jos Vsk
 
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...Jordi Casteleyn
 
Spelling werkwoorden d of t
Spelling werkwoorden d of tSpelling werkwoorden d of t
Spelling werkwoorden d of tEva Van de Wiele
 
Opdrachtfiche omgevingsboek bib
Opdrachtfiche omgevingsboek bibOpdrachtfiche omgevingsboek bib
Opdrachtfiche omgevingsboek bibClineVerstraeten
 
Opdrachtfiche omgevingsboek02
Opdrachtfiche omgevingsboek02Opdrachtfiche omgevingsboek02
Opdrachtfiche omgevingsboek02ClineVerstraeten
 
Eg woorden maken het verschil - edugraphicbundel
Eg woorden maken het verschil - edugraphicbundelEg woorden maken het verschil - edugraphicbundel
Eg woorden maken het verschil - edugraphicbundelJos Cöp
 
1 BaOd Schepens Ann
1 BaOd Schepens Ann1 BaOd Schepens Ann
1 BaOd Schepens AnnAnnSchepens
 
1 Ba Od Schepens Ann
1 Ba Od Schepens Ann1 Ba Od Schepens Ann
1 Ba Od Schepens AnnAnnSchepens
 

Similar a Taal woordenschat (20)

Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1
 
Lezen
Lezen Lezen
Lezen
 
2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.
2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.
2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.
 
Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?
Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?
Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?
 
Begrijpen de snelweg tot Leervermogen
Begrijpen de snelweg tot LeervermogenBegrijpen de snelweg tot Leervermogen
Begrijpen de snelweg tot Leervermogen
 
Begrijpend lezen. Leren lezen in het Nederlands door woorden en klanken.
Begrijpend lezen. Leren lezen in het Nederlands door woorden en klanken.Begrijpend lezen. Leren lezen in het Nederlands door woorden en klanken.
Begrijpend lezen. Leren lezen in het Nederlands door woorden en klanken.
 
Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0
 
Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0
 
Ppt mededingingsbeleid
Ppt mededingingsbeleidPpt mededingingsbeleid
Ppt mededingingsbeleid
 
Strategie tool 2 onderlijnen - markeren van belangrijke informatie
Strategie   tool 2 onderlijnen - markeren van belangrijke informatieStrategie   tool 2 onderlijnen - markeren van belangrijke informatie
Strategie tool 2 onderlijnen - markeren van belangrijke informatie
 
Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0Ppt mededingingsbeleid v2.0
Ppt mededingingsbeleid v2.0
 
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
 
Spelling werkwoorden d of t
Spelling werkwoorden d of tSpelling werkwoorden d of t
Spelling werkwoorden d of t
 
RoliekeKrikken
RoliekeKrikkenRoliekeKrikken
RoliekeKrikken
 
Opdrachtfiche omgevingsboek bib
Opdrachtfiche omgevingsboek bibOpdrachtfiche omgevingsboek bib
Opdrachtfiche omgevingsboek bib
 
Opdrachtfiche omgevingsboek02
Opdrachtfiche omgevingsboek02Opdrachtfiche omgevingsboek02
Opdrachtfiche omgevingsboek02
 
Eg woorden maken het verschil - edugraphicbundel
Eg woorden maken het verschil - edugraphicbundelEg woorden maken het verschil - edugraphicbundel
Eg woorden maken het verschil - edugraphicbundel
 
1 BaOd Schepens Ann
1 BaOd Schepens Ann1 BaOd Schepens Ann
1 BaOd Schepens Ann
 
1 Ba Od Schepens Ann
1 Ba Od Schepens Ann1 Ba Od Schepens Ann
1 Ba Od Schepens Ann
 
06.a dutch vocabulary
06.a dutch vocabulary06.a dutch vocabulary
06.a dutch vocabulary
 

Taal woordenschat

  • 1. www.ua.ac.be/leeronskennen ACADEMISCHE WOORDENSCHAT Aan de universiteit word je geconfronteerd met tal van nieuwe woorden. Zeker tijdens het eerste jaar breidt je woordenschat zich enorm uit. Je leert vaktermen uit je eigen vakgebied en algemene academische woorden die het vakgebied overstijgen. Hoe ga je om met die hoeveelheid aan nieuwe woorden? Een groot aantal woorden verwerf je tijdens je studie, doordat je vaak met die woorden te maken hebt. Niet alle nieuwe woorden die je tegenkomt, hoef je overigens zelf ook actief te gebruiken. In ieder geval is het cruciaal om op een actieve, bewuste manier om te gaan met woordenschat. Kortom, nieuwe woorden verwerven kost tijd, maar ook inspanning. In dit document krijg je strategieën aangereikt om je woordenschat uit te breiden. Eerst staan we stil bij het doel van academische woordenschat. Daarna krijg je tips om woordbetekenis te achterhalen. Ten slotte bekijken we hoe je nieuwe woorden kunt verankeren in je geheugen.
  • 2. papers - Pagina 2 van 13 Academische woordenschat Ga bewust om met nieuwe woorden Achterhaal de betekenis van nieuwe woorden Veranker nieuwe woorden in je geheugen
  • 3. papers - Pagina 3 van 13 Ga bewust om met nieuwe woorden Academische woorden heb je nodig om helder en ondubbelzinnig te communiceren over je vakgebied. Met deze woorden kun je iets precies en kernachtig benoemen waarvoor je in alledaags taalgebruik een lange omschrijving nodig hebt. Vaak gaat het om woorden die voor een beginnende student “vreemd” overkomen, omdat ze buiten de academische wereld weinig gebruikt worden. Academisch taalgebruik Longitudinaal onderzoek naar het onveiligheidsgevoel bij de burger (= onderzoek waarbij op steeds dezelfde manier maar op verschillende tijdstippen herhaaldelijke metingen plaatsvinden ) In het bovenstaande voorbeeld drukt het woord longitudinaal precies en compact uit waar je in het tweede voorbeeld een hele zin voor nodig hebt. Het is een voorbeeld van een algemeen academisch woord, dat in verschillende vakgebieden voorkomt. Algemene en vakspecifieke woorden Academische woordenschat kun je onderverdelen in enerzijds algemene academische woorden en anderzijds vakspecifieke woorden. Voorbeelden van algemene academische woorden referentie, valide, correlatie, continuüm, plausibel, prevaleren, hoorcollege, incorrect, equivalent, causaal, beproeven, adequaat, discontinu Algemene academische woorden kom je tegen in alle opleidingen en worden niet altijd uitgelegd in een tekst of een hoorcollege. Het gaat vaak om abstracte woorden, omdat de leerstof in het hoger onderwijs uit abstracte en complexe inhouden bestaat. Voor sommige van die woorden bestaat er ook een gemakkelijker synoniem, bijvoorbeeld causaal – oorzakelijk. Voor andere woorden is er geen alternatief, tenzij met een omschrijving, bijvoorbeeld longitudinaal. Vakspecifieke woorden zijn abstracte of concrete begrippen verbonden aan een bepaald vakgebied. Het leren van deze woorden is een belangrijk onderdeel van het instuderen van de leerstof. Vakspecifieke woorden worden vaak gedefinieerd of uitgelegd in een tekst of een hoorcollege. Voorbeelden van vakspecifieke woorden biologie: fenotype, lymfocyt chemie: corrosie, halogenide psychologie: gestalttherapie, transpersoonlijk economie: kapitaalcoëfficiënt, rentefactor recht: verweerder, prorogatie geschiedenis: epigrafie, neolithicum letterkunde: narratief, tautologie
  • 4. papers - Pagina 4 van 13 Sommige woorden hebben naast hun algemene betekenis ook een andere, vakspecifieke betekenis. Algemene en vakspecifieke betekenis inspiratie verschil algemeen ingeving, idee ongelijkheid, onderscheid vakspecifiek inademen (geneeskunde) uitkomst van een aftrekking (wiskunde) Passieve en actieve woordenschat Niet elk nieuw woord hoef je meteen zelf actief te gebruiken. Voor sommige woorden volstaat het dat je de betekenis begrijpt als je ze tegenkomt (= passieve woordenschat). Een uitgebreide passieve woordenschat maakt het veel gemakkelijker om kennis op te doen en academische teksten te verwerken. Gaandeweg zul je veel van die woorden vanzelf begrijpen. Andere woorden moet je sneller actief leren beheersen, om zelf helder en precies te communiceren over de leerstof, bijvoorbeeld in een werkstuk of op een examen. Woorden die je zeker actief moet beheersen, zijn de kernwoorden van een tekst. Kernwoorden staan op een prominente plaats (bijvoorbeeld in een titel, in de kantlijn of op een powerpointslide) of komen meermaals voor in een tekst of in een les. Actief beheersen: kernwoorden in een powerpointpresentatie Bron: Bea Cantillon “Samenleving, feiten en problemen” - hoorcollege In het voorbeeld hierboven moet je ervan uitgaan dat de woorden residueel, institutioneel, liberaal en sociaal-democratisch belangrijke woorden zijn.
  • 5. papers - Pagina 5 van 13 Vaak worden dergelijke woorden ook verklaard met een definitie of een voorbeeld. In het fragment uit de syllabus hieronder worden acculturatie en enculturatie zowel gemarkeerd (in het vet en cursief) als uitgelegd. Actief beheersen: gemarkeerde woorden in een syllabus Het in contact komen met en overnemen van elementen uit een andere cultuur wordt acculturatie genoemd. De antropoloog Ralph Linton (1932) omschreef acculturatie als “het verschijnsel dat zich voordoet wanneer individuen of groepen met elkaar in direct contact komen, met een wijziging in de originele cultuurpatronen van een of beide groepen voor gevolg”. Acculturatie staat tegenover enculturatie – het opnemen van culturele elementen uit de cultuur waarin men geboren is. Bron: Walter Weyns, “Inleiding tot de sociologie”, Acco 2012. In het voorbeeld hieronder zie je dat de woorden elektrolyt en potentiaal meermaals voorkomen. Je mag ervan uitgaan dat je deze woorden actief moet beheersen om over dit onderwerp te communiceren. Actief beheersen: frequente woorden in een tekst Twee verschillende en aan elkaar gekoppelde metalen in een elektrolyt vormen een zogenaamd galvanisch koppel, dat in de elektrolyt een potentiaal zal aannemen tussen de rustpotentialen van de beide metalen in. Voor het minst edele metaal van het koppel veroorzaakt dit versnelde corrosie als gevolg van de potentiaalverhoging, terwijl het andere, "edelere", metaal juist minder zal corroderen dankzij de potentiaalverlaging. Van dit verschijnsel wordt bewust gebruik gemaakt bij kathodische bescherming. Dit alles is echter alleen mogelijk in aanwezigheid van zuurstof, opgelost in de elektrolyt. Bron: Wikipedia Voordat je nieuwe woorden kunt gebruiken, moet je eerst de betekenis ervan goed begrijpen. Tips om woordbetekenis op een actieve manier te achterhalen vind je op de volgende pagina’s. Terug naar overzicht
  • 6. papers - Pagina 6 van 13 Achterhaal de betekenis Het is altijd aangewezen om op een bewuste en actieve manier met nieuwe woorden om te gaan. Als je een nieuw woord tegenkomt dat je niet begrijpt, probeer dan eerst de betekenis te achterhalen met behulp van de omgeving waarin het woord voorkomt of door het woord zelf te analyseren. In tweede instantie kun je een hulpmiddel inzetten, zoals een woordenboek of het internet. Haal de betekenis uit de omgeving van het woord Vaak worden nieuwe woorden uitgelegd in de tekst waarin ze voorkomen: met een definitie, een synoniem of voorbeelden. Meestal levert dat een preciezere of duidelijkere verklaring op dan een definitie in een woordenboek. In het voorbeeld hieronder wordt het woord stratificatie verklaard met een definitie, een synoniem (gelaagdheid) en een vergelijking (“net als geologische lagen”). Betekenisverklaring in een syllabus Sociale stratificatie betekent zoveel als sociale gelaagdheid. Maatschappijen zijn, net als geologische lagen, opgebouwd uit lagen – ‘strata’ – met de meest geprivilegieerden in de bovenste laag en de minst geprivilegieerden in de onderste laag. Bron: Walter Weyns, “Inleiding tot de sociologie”, Acco 2012. In het voorbeeld hieronder zie je dat impermeabel en ondoorlaatbaar dezelfde betekenis hebben. Verklaring van een woord met een synoniem De beschubde, slijmerige huid van zoetwatervissen is nagenoeg ondoorlaatbaar voor water en ionen. Ook bij zoutwatervissen is de huid praktisch impermeabel. Bron: Herwig Leirs, “Biologie Dierkunde”, Universiteit Antwerpen 2012 Kijk ook of het woord bij een eventuele grafiek, tabel of afbeelding te vinden is. In het volgende voorbeeld zie je een tabel, die duidelijk maakt wat er precies bedoeld wordt met het woord buurtintegratie. Omschrijving van een woord in een tabel Bron: www.vlaanderen.be/svr Vlaamse Regionale Indicatoren 2012
  • 7. papers - Pagina 7 van 13 In het voorbeeld hieronder zie je een afbeelding, die de woorden inspiratie en expiratie duidelijk illustreert. Verklaring van een woord in een afbeelding Bron: Ned.Tijdsch. Geneeskunde Stud, 2008 december, II(4) Haal de betekenis uit het woord zelf Denk niet te snel dat je een woord niet kent. In het woord gerelateerd zie je bijvoorbeeld het woord relatie. De samenstelling werkgerelateerd betekent dan in relatie (verband) met het werk. Kennis van woorddelen kan je soms helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen. Betekenis in woorddelen ont- (= weg) -baar (= kan … ) a- (= niet) chro(o)n (= tijd) -grafie (= schrijven) ontwapening, ontkerkelijking, ontmaskeren, ontdoen onverjaarbaar, verifieerbaar, inzetbaar asociaal, amoreel, asynchroon, asymmetrisch chronometer, chronologisch, synchroon, chronisch, chronogram bibliografie, biograaf, grafologie
  • 8. papers - Pagina 8 van 13 Kenmerkend voor heel wat academische woorden is hun Latijnse of Griekse oorsprong. Die woorden zijn vaak met dezelfde woorddelen opgebouwd. In de map “Academische woordenschat” van dit zelfstudiepakket vind je een lijst van veelvoorkomende Latijnse en Griekse woorddelen, met hun betekenis. Opgelet: denk niet te snel dat je een woord wel begrijpt. Als je twee woorden met elkaar verwart, kan het namelijk gebeuren dat je de boodschap verkeerd interpreteert. Betekenisverwarring Kleine verschillen tussen woorden Evolueren - evalueren Hypertensie (hoge bloeddruk) – hypotensie (lage bloeddruk) Intercultureel (tussen culturen) – intracultureel (binnen een cultuur) Verschillende betekenissen van een woord Een beroep uitoefenen – een beroep doen op – in beroep gaan Degelijk – wel degelijk Ontsteken (bv. van een motor) – ontsteken (bv. van een wonde) Valse vrienden Valse vrienden zijn woorden die in hun vorm of klank op een woord uit een andere taal lijken, maar niet dezelfde betekenis hebben. Vergelijk deze voorbeelden: Nederlands: sfeer - Engels: sphere (= bol) Nederlands: actueel - Engels: actual (=eigenlijk) Nederlands: milieu - Frans: milieu (= midden) Nederlands: ziel - Duits: Ziel (= doel) Meer voorbeelden van valse vrienden vind je op Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_valse_vrienden Gebruik een woordenboek of raadpleeg het internet Als je de betekenis van een woord niet of onvoldoende kunt achterhalen, is een woordenboek een essentieel hulpmiddel om de betekenis te vinden of te controleren. Voor vakspecifieke woorden heb je daarvoor vaak een gespecialiseerd woordenboek nodig (bijvoorbeeld een juridisch woordenboek of een databank met biologische begrippen ). Op internet vind je verder ook nuttige websites, zoals www.synoniemen.net en www.encyclo.nl, waar je snel de betekenis van woorden kunt vinden. Voor concrete woorden kun je ook afbeeldingen zoeken.
  • 9. papers - Pagina 9 van 13 Het nadeel van woordenboeken en lijsten met synoniemen is dat je onvoldoende context krijgt voor het opgezochte woord. In een woordenboek krijg je soms een voorbeeldzin, maar ook dan blijft het vaak moeilijk om de precieze betekenis van een woord te begrijpen. Voor algemeen academische woorden is het soms nuttig om te zien hoe ze in andere contexten gebruikt worden. Zoekmachines op het internet zijn daarvoor een handig middel. Tik het woord in, bijvoorbeeld op Google, in combinatie met een betrouwbare website (zoals knack.be, destandaard.be of demorgen.be) en je krijgt meteen verschillende nieuwe contexten. Nieuwe contexten via internet Door die nieuwe contexten leer je ook veel over het juiste gebruik van nieuwe woorden. In het voorbeeld hierboven zie je meteen dat gerelateerd gebruikt wordt met het voorzetsel aan. Terug naar overzicht
  • 10. papers - Pagina 10 van 13 Veranker nieuwe woorden in je geheugen Om je academische woordenschat uit te breiden heb je tijd en praktijk nodig. Eerst moet je nieuwe woorden verankeren in je geheugen. Hoe vaker je een woord tegenkomt, hoe beter het zich vastzet. Veel lezen helpt, maar beter nog ga je op een actieve manier met nieuwe woorden om: je denkt na over de betekenis, je maakt associaties met andere woorden, je zoekt voorbeeldzinnen en je probeert ten slotte zelf de woorden te gebruiken. Hieronder vind je tips om nieuwe woorden te verankeren. Niet alle tips zijn voor alle woorden even relevant, maar probeer voor jezelf een methode te vinden die je goed ligt, of combineer verschillende methodes. Werk met persoonlijke woordenlijsten Maak persoonlijke woordenlijsten. Verwerk bestaande woordenlijsten (van Blackboard, uit een boek of een syllabus) in een eigen lijst. Op die manier ga je op een actieve manier om met woorden. Door te reflecteren, te selecteren en te (her)groeperen sta je langer stil bij de woorden en zo blijven ze ook beter hangen. Tip: in een Excel-bestand kun je woorden labelen, sorteren, filteren, ordenen en hergroeperen. Creëer een aparte kolom voor elk aspect van een woord (bijvoorbeeld een kolom voor het vaste voorzetsel, een kolom voor synoniemen, een kolom voor het opleidingsonderdeel…). Noteer informatie voor het correcte gebruik van een nieuw woord Als je nieuwe woorden correct wilt gebruiken, moet je aandacht besteden aan vaste woordcombinaties (zoals voorzetsels en werkwoorden), aan grammaticale kenmerken, de spelling en eventueel de uitspraak. Noteer informatie voor het correcte gebruik van woorden vast voorzetsel vast werkwoord lidwoord (de of het) meervoud enkelvoud / meervoud werkwoordstijden uitspraak (klemtoon) naar analogie met een wetsvoorstel indienen het moment anomalie – anomalieën het medium televisie is… / de media zijn… ontslaan – is ontslagen normaliter
  • 11. papers - Pagina 11 van 13 Zoek voorbeeldzinnen Woorden gebruik je bijna altijd in zinsverband. Noteer dan ook voorbeeldzinnen bij moeilijke nieuwe woorden. Met een zoekmachine op het internet vind je gemakkelijk nieuwe zinnen. Je ziet in welke context(en) bepaalde woorden worden gebruikt en je leert hoe je een woord moet gebruiken. Tip: googel op een slimme manier, door in de zoekbalk een betrouwbare website toe te voegen (bijvoorbeeld deredactie.be, demorgen.be, destandaard.be, knack.be, eosmagazine.eu). Kopieer relevante zinnen en plak ze in een tekstbestand. Zoek voorbeeldzinnen Maak associaties en stel ze visueel voor Associëren is een natuurlijk onderdeel van de werking van het geheugen. Leg bij nieuwe woorden verbanden met informatie die je al hebt opgeslagen. Dat kunnen woorden zijn, maar ook beelden, situaties, herinneringen of personen. Op die manier maak je abstracte woorden concreet. Associaties visualiseer je met schema’s of woordspinnen. Zo krijg je een overzichtelijk beeld van het woord en zijn verbanden. Je komt ook snel uit bij de gaten in je woordkennis die je nog moet opvullen. Je kunt een schema of een woordspin verder uitbreiden door extra vragen te stellen bij een woord (wie? wat? welke? waar? wanneer? waarom? hoe?).
  • 12. papers - Pagina 12 van 13 Ondervraag jezelf Ga met jezelf in dialoog. Door jezelf te ondervragen, activeer je informatie en woordenschat. Zo zie je ook waar er hiaten zijn in je kennis. Tip: stel een persoonlijke vragenbank samen, waaruit je geregeld een willekeurige vraag trekt en beantwoordt. Test jezelf Je kunt moeilijke woorden ook testen door draaikaartjes of invuloefeningen te maken. Kopieer bijvoorbeeld een studietekst en verwijder de woorden die je wilt inoefenen. Vul de oefening na een week in en test op die manier je woordenschat. Als je een lijst in Excel aanlegt, kun je jezelf ook testen door een kolom te verbergen. Opgelet voor synoniemen Woorden zijn zelden onderling inwisselbaar. Spring dan ook zorgvuldig om met synoniemen. Woorden kunnen min of meer dezelfde woordenboekbetekenis hebben, maar er kunnen grote verschillen zijn in de connotatie (de gevoelswaarde van een woord), in het register (formeel, neutraal, informeel, plat) of in het grammaticale gebruik van woorden. Vergelijk bijvoorbeeld baby, zuigeling, kind, kindje, spruit, kroost. Zoek voor academisch gebruik altijd de meest neutrale en meest precieze term. Meer informatie hierover vind je in het document “Academische stijl”. Terug naar overzicht
  • 13. papers - Pagina 13 van 13 Wil je meer weten? Boeken  Van Huizen, J., & de Wijk, M. (2002). Studeren in het Nederlands. Woorden en teksten. Module: algemeen. Utrecht: NBC uitgeverij.  Van Hogen, R., & Rietstap, E. (2011). Taalvaardig in het hbo. Groningen / Houten: Noordhoff Uitgevers.  De Wachter, L., Verrote L., Broeckx L., Cuppens L., Potargent, J., Van Brussel, I., & Verlinden E. (2010). Taal@hogeronderwijs. Leuven / Den Haag: Acco.  Hendrickx, K., & Deschamps, K. (2010). Juridisch Nederlands. Leuven / Den Haag: Acco.  Bossers, B., Kuiken, F., & Vermeer, A. (red) (2010). Handboek Nederlands als tweede taal. Bussum: uitgeverij Coutinho.  Giezenaar, G., & Schouten, E. (2010). Wijze Woorden. Woordenlijst Academisch Nederlands. Amsterdam / Antwerpen: Intertaal.  Pol., J.J.J., Van den Belt, R, & Van Hulzen, J.E. (2006). Stoomcursus woordenschat. Amersfoort: Deviant. Websites  http://www.taalwinkel.nl/category/taalhulp/woordenschat/  http://www.leren.nl/cursus/leren_en_studeren/geheugen/  http://synoniemen.net/  http://www.encyclo.nl/ Taalondersteuning Academisch Nederlands Voor persoonlijke taalondersteuning Academisch Nederlands kunnen studenten van de Universiteit Antwerpen het hele academiejaar gratis terecht op het Monitoraat op maat. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/monitoraatopmaat.