3. Van belang zijnde artikelen WWB (Wet Werk en Bijstand)
Artikel 34 lid 2:
niet als vermogen wordt in aanmerking genomen:
a. Bezittingen in natura, die naar hun aard en waarde algemeen gebruikelijk zijn dan wel, gelet op de
omstandigheden van de alleenstaande, de alleenstaande ouder met zijn ten laste komende kinderen
of het gezin, noodzakelijk zijn;
b. Het bij de aanvang van de bijstand aanwezige vermogen, voor zover dit minder bedraagt dan de van
toepassing zijnde vermogensgrens, genoemd in het derde lid;
c. Spaargelden opgebouwd tijdens de periode waarin bijstand wordt ontvangen;
d. Het vermogen, gebonden in de woning met bijbehorend erf bedoeld in artikel 50 1e lid, voor zover dit
minder bedraagt dan €48.000,00 (bedrag per 1 januari 2012);
e. Vergoedingen voor immateriële schade als bedoeld in artikel 31 2e lid onderdelen l en m;
(l: bij ministeriele regeling aan te wijzen uitkeringen en vergoedingen voor materiële en immateriële
schade; m: giften en andere dan de in onderdeel l bedoelde vergoedingen voor materiële en
immateriële schade voor zover deze naar het oordeel van het college uit een oogpunt van
bijstandsverlening verantwoord zijn)
4. (Artikel 50, 1e lid, eigen woning:
De belanghebbende die eigenaar is van een door hemzelf of zijn gezin of, indien hij alleenstaande ouder
is, door hem en zijn ten laste komend kind bewoonde woning met bijbehorend erf, heeft recht op bijstand
voor zover ten geldemaking, bezwaring of verdere bezwaring, van het in de woning met bijbehorend erf
gebonden vermogen in redelijkheid niet kan worden verlangd.)
Het vrij te laten vermogen, de algemene vrijstelling, is per 1 januari 2012 voor een alleenstaande
€ 5.685,00, voor een alleenstaande ouder en zijn ten laste komende kind(eren) € 11.370,00 en voor de
gezinsleden tezamen € 11.370,00.
Nog van belang is het volgende: het tweede lid (waarin is opgenomen wat niet als vermogen in
aanmerking wordt genomen) is van overeenkomstige toepassing op bezittingen die worden verworven in
de periode waarover algemene bijstand is toegekend en op middelen als bedoeld in het eerste lid.
Ook nog van belang :
Artikel 31, lid 1:
Tot de middelen worden alle vermogens- en inkomensbestanddelen gerekend waarover de alleenstaande
(ouder) of het gezin met zijn te laste komende kinderen kan beschikken of redelijkerwijs kan beschikken.
5. Artikel 31, lid 2:
Niet tot de middelen worden gerekend inkomsten uit arbeid tot 25% van deze inkomsten met een
maximum van € 192,00 per maand, voor zover hij algemene bijstand ontvangt, waarbij voor een persoon
jonger dan 65 jaar geldt dat die inkomsten gedurende ten hoogste zes aaneengesloten maanden niet tot
de middelen worden gerekend en dat dit naar het oordeel van het college moet bijdragen aan zijn
arbeidsinschakeling.
Art. 32, lid 1: hier staat wat onder inkomen wordt verstaan.
Volgens artikel 32, lid 2 worden middelen, die het karakter hebben van uitgesteld inkomen, in aanmerking
genomen naar de periode waarin deze zijn verworven. Middelen die het karakter hebben van
doorbetaling van inkomen over een periode worden in aanmerking genomen naar de periode waarin
deze te gelden kunnen worden gemaakt.
Artikel 58 bevat de bevoegdheid tot terugvordering.
Het college van de gemeente die de bijstand heeft verleend, kan kosten van bijstand terugvorderen, voor
zover de bijstand …. of anderszins onverschuldigd is betaald, waaronder begrepen dat:
1. De belanghebbende naderhand met betrekking tot de periode waarover bijstand is verleend, over in
aanmerking te nemen middelen als bedoeld in paragraaf 3.4 beschikt of kan beschikken.
2. Bijstand is verleend met een bepaalde bestemming en naderhand door de belanghebbende
vergoedingen of tegemoetkomingen worden ontvangen met het oog op die bestemming.
6. CRVB 17-05-2011: LJN BQ5236
ongeval 23-07-1999
€ 55.000,00 smartengeld = vermogen
Algemene vrijstelling artikel 34 lid 2 aanhef en onder e +
het is verantwoord om 60% niet als vermogen aan te merken:
40% van € 55.000,00 = vermogen van eiser = € 22.000,00
+ vrij te laten vermogen -/- € 4.472,00
Eiser had ten tijde hier in geschil een vermogen van € 17.527,00
Periode 31-10-1999 tot 31-10-2001 geen recht op bijstand. € 17.527,00 wordt teruggevorderd.
De aanspraken op schadevergoeding worden toegerekend aan een periode die aanvangt op de datum van
dat ongeval. Dit is slechts anders indien er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat die aanspraken
aan een andere, latere periode dienen te worden toegerekend.
De vergoeding voor immateriële schade is bedoeld voor geleden en nog te lijden schade, waarbij
toerekening over een bepaalde periode (volgens slachtoffer 30 jaar) ook niet goed mogelijk is. Vraag is
dus over welke periode vanaf 23-07-1999 aan appellant onverschuldigd bijstand is betaald.
7. CRvB 12-05-2009 LJN BI4420
13-9-1999 ongeval
Sinds 23-03-2005 in bijstand.
Op basis van €300,00 per maand 15 jaar € 70.000,00; april 2006 (€ 54.000,00 slot).
Met ingang van 01-05-2006 € 300,00 per maand in mindering op de bijstandsuitkering.
Slachtoffer: schadevergoeding geen inkomen.
CRvB: de schadevergoeding wordt aangemerkt als inkomsten die naar hun aard overeenkomen met
inkomsten in verband met arbeid.
Let op WWB heeft vangnetfunctie.
8. CRvB 11-11-2008 LJN BG4110
12-08-2000 auto-ongeval
22-05-2000 WWB
29-10-2002 vaststellingsovereenkomst
VAV: €5.000,00 wordt gezien als inkomsten als bedoeld in artikel 32 lid 1 WWB
Dit bedrag heeft geen betrekking op een vastgestelde periode, maar wel op een periode waarover
bijstand is ontvangen.
Van belang: terugvordering omdat naderhand middelen ontvangen m.b.t. de periode waarover bijstand is
verleend.
Indien recht op schadevergoeding ontstaat door een ongeval, dienen de aanspraken ter zake te worden
toegerekend aan de periode die aanvangt op de datum van dat ongeval, tenzij er voldoende, op
objectiveerbare gegevens berustende, redenen zijn om aan te nemen dat die aanspraken aan een andere,
latere periode, dienen te worden toegerekend.
9. CRvB 28-03-2006 LJN AW2116
07-10-1994 echtgenoot overleden
06-07-1999 voor kind Amanda ƒ 70.567 (6 jaar) / voor kind Matt ƒ 101.105,00 (4 jaar) op geblokkeerde
spaarrekening. Vanaf oktober 1996 tot 1 januari 2002 machtiging om ƒ 2.500,00 per kwartaal per kind op
te nemen. Vanaf 01-01-2002 ƒ1.200,00 per kwartaal per kind. Er moet op de rekening blijven staan
ƒ15.000,00 per kind. Per 7-02-2003 op te nemen € 200,00 per maand per kind.
Tot en met 26-12-2001 WW / per 03-01-2003 bijstand.
Met ingang van 01-03-2003 toegewezen. Van 27-12-2002 tot en met 28-02-2003 bijstand onder aftrek
van € 400,00 levensonderhoud per maand. + vrij te laten vermogen (alleenstaande ouder) € 9.950,00 + 2x
€ 6.806,00 (= ƒ 15.000,00).
Gezien artikel 13 lid 2 ABW moet rekening worden gehouden met de middelen van de kinderen.
Artikel 42 ABW alle middelen waarover gezin kan beschikken.
Artikel 43 lid 2 aanhef en onder k: smartengeld wordt niet tot de middelen gerekend, voor zover dit, uit
een oogpunt van bijstandsverlening, verantwoord is.
10. CRvB 04-07-2006 LJN AY3565
16-07-1994 ongeluk
07-11-2001: € 179.311,00 slot
€ 15.814,00 aan voorschotten
€ 36.302,00 vav
€ 79.411,00 materieel waaronder huishoudelijke hulp
€ 79.411,00 immaterieel
Bijstandsuitkering per 12-05-1999 omgezet in geldlening met oog op te verwachten uitkering
levensonderhoud door AXA.
Bijstandsuitkering per 01-06-2003 beëindigd, want vermogen ging grens alleenstaande ouder te boven.
Bijstand met terugwerkende kracht per 7-11-2002 ingetrokken vanwege te veel vermogen +
terugvordering bijstand over periode 16-07-1994 tot 31-05-2003 (€ 91.898,00).
CRvB: 60% van het bedrag van de immateriële schadevergoeding blijft buiten beschouwen bij het
vaststellen van het vermogen.
11. Terugvordering over een periode 16-07-1994 tot 06-11-2002: artikel 58 lid 2 ABW bijstand wordt
verleend als er middelen of aanspraken, waarover nog niet kan worden beschikt, worden…..
Artikel 82: deze worden teruggevorderd als…..
Hebben de tijdens dan wel na afloop van de bijstandsverlening ontvangen middelen betrekking op een
periode waarover bijstand is verleend?
Vaste rechtspraak: uitgangspunt: indien recht op schadevergoeding ontstaat door een ongeval worden de
aanspraken ter zake toegerekend aan de periode die aanvangt op de datum van dat ongeval.
Tenzij ----- objectieve gegevens -------- later periode.
Bedrag van € 36.302,00 is terecht aangemerkt als inkomen ter compensatie van het VAV over periode
ongeval tot 65 jaar.
Noch uit de vaststellingsovereenkomst noch uit de andere stukken blijkt dat het zou gaan om een bijdrage
voor de opbouw van pensioenrechten.
€1.327,39 aantoonbare kosten huishoudelijke hulp.
12. CRvB 31-03-2005 LJN AT3546
Terugbetaling gebaseerd op het in de belastinggarantie genoemd bedrag.
CRvB 04-03-2003 LJN AF6329
Geboren 1955 / HAVO / Industrieel ontwerper / 1981 tijdelijke baan
30-05-1982 ongeval / 30-05-1982 bijstandsuitkering / augustus 1997: ƒ 636.991,00
30-05-1982 tot 30-09-1997 bijstandsterugvordering: ƒ 226.970,00. Per 30-09-1997 is de bijstand gestopt.
Slachtoffer zegt: “Wat in september 1997 aan mij is uitgekeerd aan VAV ziet op de periode na september
1997 en dus niet op de periode waarover bijstand is verleend.”.
Zijn er op voldoende objectieve gegevens berustende redenen om aan te nemen dat die aanspraken aan
een andere, latere periode dienen te worden toegerekend?
Slachtoffer zegt: “Het VAV was ingaande 30-05-1982 veel minder dan in 1997”.
De Centrale Raad gaat de medische stukken/rapportages beoordelen. Psycholoog drs. P. Groen heeft in
1990 en 1993 gerapporteerd en gezegd dat het ongeval op 30-05-1982 de kansen voor gedaagde, om uit
te groeien boven de uit diens persoonlijkheid voortvloeiende belemmeringen tot deelname aan het
arbeidsproces, sterk heeft verminderd.
13. CRvB 20-09-2005 LJN AU3195
21-04-1995 ongeval
werkte 15 uur per week
19-04-1996 AAW
30-06-1998 bijstand
Maart 2001: € 31.764,00 € 15.000,00 smartengeld / € 22.600,00 VAV
Bijstand per april 2002 beëindigd. Te veel vermogen.
Gemeente: we laten smartengeld buiten beschouwing. Houden alleen rekening met VAV.
Gekapitaliseerde € 22.600,00 VAV (tot 60e) komt naar zijn aard overeen met een periodiek te ontvangen
bedrag waarop de bijstand slechts behoeft aan te vullen.
Omgerekend ƒ 3.000,00 per jaar vanaf 21-04-1995 tot 60e.
Vaststellen of er zo gezien achteraf recht bestond op bijstand.
14. CRvB 13-03-2012 LJN BW0444
Sinds 19-06-2002 bijstand
01-10-2006 werk als zelfstandige
Op 8-jarige leeftijd ongeluk.
In 2002 regeling.
€ 90.765,00; slot in oktober 2002.
Anonieme tip over schadevergoeding.
VAV + economische kwetsbaarheid is inkomen in de zin van artikel 32 1e lid.
15. CRvB 17-04-2012 LJN BW4091
Sinds 08-01-1990 bijstand
Vermogenssignaal van mei 2007 van het Inlichtingenbureau van de belastingdienst:
banksaldo op 31-12-2005: € 13.681,00; op rekeningen die de gemeente niet kende.
Terugvordering: geen melding gemaakt Inlichtingenverplichting geschonden (artikel 17).
Geen onderscheid in vorm schadevergoeding dus wordt alles gezien als middelen waar rekening mee
gehouden moet worden.
16. Rechtbank Den Haag 14-12-2011 LJN BV0010
Bijstandsontvangende dient op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en
omstandigheden te doen, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn
op het recht op bijstand (artikel 17).
Recht op bijstand kan worden herzien als inlichtingenverplichting wordt geschonden.
17. CRvB 08-02-2011 LJN BP4888
1996: DM 300.000,00 (ongeval in 1992)
06-11-2004: bijstand aangevraagd
Nee. Te veel vermogen. Te weinig info verstrekt. Aanvraag is niet te beoordelen.
In 2007 opnieuw aanvraag.
Toekenning maar:
1 maand korting van 100% en 11 maanden korting van 20%, want het slachtoffer is te snel ingeteerd op
zijn vermogen tussen 2005 en 2007, namelijk € 41.128,00. Dit is meer dan 1½ maal de bijstandsnorm.
18. CRvB 08-02-2011 LJN BP4888
1996: DM 300.000,00 (ongeval in 1992)
06-11-2004: bijstand aangevraagd
Nee. Te veel vermogen. Te weinig info verstrekt. Aanvraag is niet te beoordelen.
In 2007 opnieuw aanvraag.
Toekenning maar:
1 maand korting van 100% en 11 maanden korting van 20%, want het slachtoffer is te snel ingeteerd op
zijn vermogen tussen 2005 en 2007, namelijk € 41.128,00. Dit is meer dan 1½ maal de bijstandsnorm.
Door de korting wordt de te snelle intering volledig gecompenseerd.
Afstemmingsverordening van de gemeente Hengelo:
Het College mag bijstand geheel of gedeeltelijk weigeren als de bijstandsgerechtigde blijk heeft gegeven
van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan = ook ervoor
zorgen dat men zich niet nodeloos in bijstandsbehoevende omstandigheden brengt door bijvoorbeeld
bepaalde uitgaven of te snel interen op vermogen (beleid is voornoemde 1½ maal bijstandsnorm).