3. Wat gaan we bespreken?
• Openheid als motor van vernieuwing
• Veranderde verwachtingen t.a.v. kennis
• Impact op (E-)Leren
• Kennis als verantwoordelijkheid
• Tools voor studeren en leren
• Tools voor research
4. Openheid als motor van
vernieuwing
• Open Source, Open Access en Open Content
Geven een kwaliteitsgarantie
Zorgen voor duurzame kennisinhouden
Stimuleren kennisontwikkeling door hergebruik
Vergroten de gebruikersgroep en daarmee de
betekeniscreatie
5. The 4 R's of Openness
o Reuse—The most basic level of openness. People are allowed to
use all or part of the work for their own purposes (e.g. download an
educational video to watch at a later time).
o Redistribute—People can share the work with others (e.g. email a
digital article to a colleague).
o Revise—People can adapt, modify, translate, or change the form the
work (e.g. take a book written in English and turn it into a Spanish
audio book).
o Remix—People can take two or more existing resources and
combine them to create a new resource (e.g. take audio lectures
from one course and combine them with slides from another course
to create a new derivative work).
o David Wiley (http://opencontent.org/blog/archives/1123)
6. Sociale software en web 2.0
• Integreert aspecten van groep interactie (verschillende
vormen van on-line interactie en verschillende
communicatiemodi)
• Eenvoudig in gebruik. Toegankelijke, eenvoudige
technologie: idee van het “technologie-substraat”
• Laat groepen toe zichzelf te organiseren door de
architectuur, veeleer dan dat het een organisatie oplegt.
Het is bottom-up, adaptief en subversief
7. Voorbeelden
• Online collaboration • Social networking
o Wikipedia o Linked-In
o Wiki’s
o Facebook
o Blogs
• Social bookmarking o Hives, Netlog
o Delicious • Social sharing
o Mind-mapping o YouTube
o Folksonomies
o Flickr
o Tagging / Tagclouds
o MySpace
o RSS-feeds
10. Twee parallelle bewegingen
• Socialisatie van het web
o web is doorgeefluik voor sociale, peer-to-peer kennisopbouw
(niet automatisering)
selectie gebeurt door sociaal netwerk
o >> Rich Use
• Aspecten van automatisering
o computer speelt zelf een rol bij de selectie van inhoud
selectie gebeurt op basis van metadata (tags) opgeslagen in de informatie:
Resource Description Framework
o >> Rich Content
12. Voorbeeld 1: computerexpert
• computerexpert doet software-installatie
o We hebben het over de typische computerexpert, waarvan
iedereen weet dat hij « het kent »
o Nochtans blijkt die vaak geen volledige « kennis » van alle details
te bezitten, er zijn gewoon te veel mogelijke details
o Moet niet in alles een diepgaand inzicht hebben om werk te kunnen
doen: zwakke rechtvaardiging van kennis
o Moet terugvallen op on-line documentatie
o Heeft nood aan chat met andere experts
o « Just-in-Time delivery » van essentiële weetjes
o De expert heeft zekerheid over zijn kennisnetwerk: sterke
« metacognitie »
o Moet zelfzeker zijn over grenzen eigen weten
13. Voorbeeld 2: laborant
• Labo doet epo-test
o Er is geen zekerheid bij de individuele laborant, die onmogelijk de
complexe labo-opstelling nog geheel kan overzien
o De laborant valt terug op procedures
o Certificatie van apparatuur en labo
o Peer-review van gebruikte methode
o We kunnen veilig beweren dat de laborant het resultaat « kent »,
nochtans voldoet hij niet aan de traditionele vereisten voor kennis,
bij gebrek aan zekerheid
o De labo-omgeving versterkt de kennisclaim
o Labo-resultaten kunnen om procedurele redenen verworpen
worden
14. Voorbeeld 3: huisarts
• Patiënt bij arts
o Arts heeft ca. 30 minuten per patient
o Patiënt of familie (hoogopgeleide senior?) bestudeert aandachtig
Internet + PubMed
o Patiëntkant heeft méér tijd voor lectuur dan behandelend arts
o Met andere woorden de epistemische context is in het voordeel van
de patient-zijde
o De hedendaagse aanpak zal er dan ook in bestaan de patiëntkant
bij de kennis-strategie te betrekken, waarbij de kwaliteiten van de
arts bij het beoordelen van de informatie worden beklemtoond
15. Voorbeeld 4: bedrijfsleider
• De bedrijfsleider is wettelijk verplicht een correcte jaarbalans voor te
leggen
o De complexiteit van hedendaagse boekhouding gaat diens persoonlijke
cognitieve vermogens ver te boven
o De boekhouding steunt steeds vaker op complexe software met
honderdduizenden regels code, waarbij tienduizenden individuele
transacties worden verwerkt
o Dit betekent dat de bedrijfleider betrouwbaarheidsbevorderende
procedures moet volgen
• Inhuren van gekwalificeerd personeel
• Gebruik van gecertificeerde software
• Tijdig onafhankelijke, externe audits laten uitvoeren
o Hoe dan ook kan de bedrijfsleider niet ontsnappen aan zijn persoonlijke
verantwoordelijkheid om te weten wat redelijk gesproken binnen zijn bereik
ligt
16. Wat is er veranderd?
• In de vier beschreven situaties zorgt de overvloedige
beschikbaarheid van informatie en de complexiteit die
daarmee gepaard gaat ervoor dat we onze traditionele
opvattingen over wat we kunnen en moeten weten moeten
bijstellen
• Het individu is niet langer in staat om individueel een
gerechtvaardigd kennisoordeel te vellen
• Er ontstaan nieuwe vereisten voor wat sociaal als kennis
aanvaard wordt
• Dit vormt een uitdaging voor het onderwijs
17. Van informatie naar kennis
• Internet wordt vaak gezien als hulpmiddel voor vlotte
verspreiding van informatie
o Vergeleken met impact van drukpers
o Distributieprobleem opgelost
o Democratisering van toegang tot informatie
o Beschikbaarheid niet langer het probleem, opvragen en
evalueren ervan des te meer
18. Van informatie naar kennis
• Web 1.0: one-way:
distributie van zender naar ontvanger
• Web 2.0: two-way:
validering van informatie door feedback
19. Kennis als sociale constructie
• “Sociaal-constructivisme”
• Stijgend aandeel van kennis gaat over artefacten en
abstracte concepten
o (b.v. organisatiepsychologie gaat over dingen als een
“job”, een “functie”, een “organigram”)
• Deze concepten krijgen hun betekenis in de sociale
handelingscontext
20. Kennis in het netwerk
• « Connectivisme »
• Externalisatie van kennis
o Extern geheugen
o Vertaling in organisaties, structuren
o Consolidatie in artefacten
o Verwerking in software
o Externe validering
• Acculturatie van onze omgeving
21. Kennis in het netwerk
• De verantwoordelijkheid voor kennis wordt
gedeeld
• Deferentie naar experten
o Men heeft redelijke gronden om iets voor waar te
nemen op gezag van een expert
• Participatief kennismodel
o Stakeholder
o Getuige
• Ontwikkelen van procedures
22.
23. Just-in-Time
• De ware revolutie in de kenniseconomie is vergelijkbaar
met de evolutie van storage naar transport
• We gaan naar Just-in-time delivery van kennis
26. Veelkleurig en fijnmazig
uitgedrukt
• Elke “community of practice” ontwikkelt eigen taalregister
om kennis uit te drukken
• Deze fijnmazig overlappende betekenisgehelen geven een
rijke schakering aan een thematiek
• Men kan zelf diepte en breedte bepalen van het inzicht dat
men nodig heeft
27. Kenniseconomie
Learning economy
Bengt-Åke Lundvall
Creative economy
Open knowledge
Charles Landry, economy
John Howkins,
Yochai Benkler
Richard Florida
Peters, M. A. (2010). Three Forms of the Knowledge Economy: Learning, Creativity
and Openness. British Journal of Educational Studies, 58(1), 67-88.
28. The New Creativity
o User-generated content
o The Long Tail
o Folksonomies, Social Bookmarking
o Syndication, mashups
o Crowd Sourcing, hacking
29. Kennis in de economie
Traditioneel Vandaag
• Kennis als vereiste • Kennis als taak
• Kennis als commodity • Kennis als
• Kennis als effect verantwoordelijkheid
• Kennis als output • Kennis als resource
• Kennis als asset
• Kennis als voedingsbodem
30. Wie zijn de kennisactoren?
• Personen • Organisaties
• Groepen • Artefacten
o Machines
o Software
o Bots
32. Nieuwe kijk op leren
• George Siemens, Stephen Knowles benadrukken het
collaboratieve opbouwen van kennis in een netwerk
(Connectivisme)
• Harry Collins wijst op het belang van “tacit knowledge” en
interactieve expertise
• Belang van informeel leren, on-the-job leren, levenslang leren
33. Leren verandert
• Integratie van Web 2.0
• Integratie van serious gaming en simulatie
• Nadruk op persoonlijk traject
o E-Portfolio, Personal Learning Environment etc.
• Intreden in het netwerk van de stakeholders
• Nadruk op opnemen verantwoordelijkheden
35. Track while Scan
• We houden in de breedte een heleboel verwante
kennisgehelen in de gaten, een soort
oppervlakkige monitoring
o We vertrouwen erop dat anderen dit nauwkeurig
opvolgen
• Naargelang de behoefte zullen we specifieke
deeldomeinen aandachtig opvolgen in de diepte
o We leren anderen erop te vertrouwen dat wij dit
opvolgen
36. Simulatie
• De kennisverdracht in een simulatie is een
specifiek gegeven
• On-line games beogen niet louter een
feitenreconstructie maar ook en soms vooral een
belevingsreconstructie
o Leren omgaan met emoties
o Emotionele en sociale kennis opbouwen
o Leren afspraken maken en commitments aangaan
37. Kenniswerkers
• Kenniswerkers en onderzoekers
o Werken zich in een bepaald kennismilieu in, een
« community of practice »
o Vervaging professionele / recreatieve context
o Verwerven een « karma »
o Kunnen zich vlot in het kennisnetwerk oriënteren
o Voelen zich verantwoordelijk voor een kennisgeheel
o Belang van certificatie / accreditatie
38. Weten is leren
• Leren is een continue, onvervreemdbare
hoedanigheid
• De leerder moet een reeks specifieke meta-
cognitieve vaardigheden ontwikkelen die hem
helpen duidelijk af te lijnen waar de eigen
verantwoordelijkheden liggen en wat “veilig” kan
worden afgestaan aan anderen, hetzij lateraal,
hogerop of lager in de kennisopbouwketen.
40. Kennis als verantwoordelijkheid
• Leren wordt dan in de eerste plaats instappen, zich
“aggregeren” tot een referentie-community
• Daarbij is het leren opnemen en afstaan van
verantwoordelijkheden cruciaal
• Er is een imperatief tot wederzijdse kwaliteitsbewaking
41. Kennis-ontwikkelingskring
• De competentie om betrouwbaar
kennisverantwoordelijkheden op te nemen in een bepaald
activiteitsdomein komt centraal te staan.
• Men zal steeds moeten afwegen, aan de rand van het
eigen kerncompetentiedomein, hoe “vaag” men de dingen
mag weten om nog professioneel mee te draaien.
• Zo ontstaat een kennis-ontwikkelingskring waarin men nu
eens als expert, dan weer als “professionele gebruiker”
optreedt.
51. Andere nuttige tools …
• Webdiensten om grote bestanden door te sturen
• Cloud software om online samen te werken, zoals Google
Docs
• Archivering en Backup tools, zoals SyncToy
• … Over dit alles meer op www.informatiewijzer.be
52. Personal Learning Environment
(PLE)
• Personal Learning Environments (PLE) zijn
systemen die lerenden helpen om controle te
nemen over hun eigen leerproces. Dit houdt o.m.
in dat lerenden:
o in staat zijn om hun eigen leerdoelen te bepalen
o zowel hun leerinhoud als leerproces kunnen bepalen
o Met anderen kunnen communiceren tijdens het
leerproces
56. Tools
• Dashboards
o http://www.pageflakes.com/
o http://www.netvibes.com
o http://www.google.com/ig
• Presentaties
o http://prezi.com
• Tags, concept mappen
o http://www.tagcrowd.com/
o http://www.mindmeister.com
o http://www.wordle.net/
o http://www.gliffy.com/
57.
58. Tools
• Files sharen
o http://www.dropbox.com
o Google Drive
o SkyDrive
o iCloud
o http://www.scribd.com
o https://bookneto.com/public/students
71. Besluit
• Hedendaagse kennis ontwikkelt zich in sociale interactie
• Sociaal-cognitieve vaardigheden vormen de basis van
duurzame cognitie
o Emotionele intelligentie
o Associatievermogen
o Assimilatievermogen
o Verantwoordelijkheidszin
• Leren wordt minder document- en meer procesgericht
• De leerder wordt meer autonoom
• Duurzaam weten is verantwoordelijkheid opnemen
72. Korte bibliografie
• Burge, Tyler (1979) `Individualism and the Mental', Midwest Studies in Philosophy 4: 73—121.
• Burge, Tyler (1993) `Content Preservation', Philosophical Review 102: 457—88.
• Bush, Vannevar (1945) `As We May Think', The Atlantic Monthly 15(176): 101—8.
[http://www.theatlantic.com/doc/194507/bush]
• Castells, Manuel (1996) The Rise of the Network Society (The Information Age: Economy,
Society and Culture, Vol. 1). Oxford: Blackwell.
• Clark, Andy and Chalmers, David J. (1998) `The Extended Mind', Analysis 58: 10—23.
(Reprinted in P. Grim (ed.) The Philosopher's Annual, Vol. XXI, 1998.) [
http://consc.net/papers/extended.html]
• Eisenstein, Elisabeth L. (1979) The Printing Press as an Agent of Social Change:
Communications and Cultural Transformations in Early-modern Europe, 2 vols. Cambridge:
Cambridge University Press.
• Goldman, Alvin (1999) Knowledge in a Social World. Oxford: Oxford University Press.
• Goldman, Alvin (2002) Pathways to Knowledge. Oxford: Oxford University Press.
• Kittler, Friedrich (1993) `Geschichte der Kommunikationsmedien', in A. Assman and J. Huber
(eds) Raum und Verfahren, pp. 169—88. Basel/Frankfurt am Main: Stroemfeld /Roter Stern.
73. Korte Bibliografie
• Kripe, Saul (1980) Naming and Necessity. Cambridge, MA: Harvard University Press.
• Kripke, Saul (1982) Wittgenstein on Rules and Private Language. Cambridge, MA:
Harvard University Press.
• Morville, Peter (2005) Ambient Findability. Cambridge, MA: O'Reilly Publishing. [cf.
http://www.findability.org]
• O'Reilly, Tim (2005) `What Is Web 2.0? — Design Patterns and Business Models for the
Next Generation of Software.'
[http://www.oreillynet.com/pub/a/oreilly/tim/news/2005/09/30/what-is-web-20.html]
• Schiltz, Michael, Verschraegen, Gert and Magnolo, Stefano (2006) `Open Access to
Knowledge in World Society?', Soziale Systeme 11(2): 346—69.
• Schiltz, Michael, Frederik Truyen, and Hans Coppens. 2007. Cutting the Trees of
Knowledge: Social Software, Information Architecture, and Their Epistemic
Consequences. Thesis Eleven. Journal of Critical Theory and Historical Sociology. issue
89.
• Weinberger, David (2006) `Taxonomies and Tags from Trees to Piles of Leaves.'
[http://www.hyperorg.com/blogger/misc/taxonomies_and_tags.html ]
• Weinberger, David (2007) ‘Everything is Miscellaneous’