15. Latijnse tijden - Hoe zat het ook alweer? De tijdlijn: NU Verleden praesens
16. Latijnse tijden - Hoe zat het ook alweer? De tijdlijn: NU Verleden praesens imperfectum / perfectum
17. Latijnse tijden - Hoe zat het ook alweer? De tijdlijn: NU Verleden praesens imperfectum / perfectum Vóór Verleden
18. Latijnse tijden - Hoe zat het ook alweer? De tijdlijn: NU Verleden praesens imperfectum / perfectum Vóór Verleden plusquam perfectum
19. Latijnse tijden - Hoe zat het ook alweer? De tijdlijn: NU Verleden praesens imperfectum / perfectum Vóór Verleden plusquam perfectum
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32. Latijnse tijden - Hoe zat het ook alweer? !!!! MAAR WAT IS DAN HET VERSCHIL TUSSEN HET IMPERFECTUM EN HET PERFECTUM?!!!
33. Latijnse tijden - Hoe zat het ook alweer? IMPERFECTUM = De handeling is nog niet klaar Ik was aan het lopen Vaak: achtergrondinformatie PERFECTUM: De handeling is klaar Ik heb gelopen (= ik loop nu niet meer) Vaak: voorgrondinformatie, belangrijk moment in het verhaal
34. Latijnse tijden - Hoe zat het ook alweer? IMPERFECTUM = De handeling is nog niet klaar Ik was aan het lopen Vaak: achtergrondinformatie PERFECTUM: De handeling is klaar Ik heb gelopen (= ik loop nu niet meer) Vaak: voorgrondinformatie, belangrijk moment in het verhaal Maar je mag ze in een verhaal vaak allebei als “ik liep” vertalen.
35. Latijnse tijden - Hoe zat het ook alweer? IMPERFECTUM = De handeling is nog niet klaar Ik was aan het lopen Vaak: achtergrondinformatie PERFECTUM: De handeling is klaar Ik heb gelopen (= ik loop nu niet meer) Vaak: voorgrondinformatie, belangrijk moment in het verhaal Het Latijn is nu eenmaal preciezer met tijden dan het Nederlands!