"Kampers in de aanval."
In de columns die Raymond de Mooij in Business Haaglanden publiceert, verhaalt hij over geestige, ontroerende en opzienbarende gevallen uit zijn praktijk. Deze keer over het kraken van een standplaats op een woonwagenkamp.
Column Raymond de Mooij van GMW Advocaten in Business Haaglanden van maart 2012
Column Raymond de Mooij - GMW Advocaten
1. O COLUMN
Kampers in de aanval
“Als je mijn neef niet met rust laat,
breek ik allebei je poten”, klonk het
aan de andere kant van de lijn in on-
vervalst Amsterdams. Ik had het ge-
noegen te spreken met een van de
bewoners van een woonwagenkamp
in de periferie van de hoofdstad. Na-
mens woningcorporatie stichting
Burcht had ik een zekere Ron Perquin
aangeschreven. Hij had een stand-
plaats op woonwagenkamp “Kraaien-
weide” in gebruik genomen, zonder
dat daaraan een huurovereenkomst
met mijn cliënte ten grondslag lag.
Stichting Burcht wilde de verhuur van
de standplaatsen afbouwen. Vrijko-
mende plekken werden niet opnieuw
verhuurd. Maar nu had Ron Perquin
dus een standplaats gekraakt.
“Woonwagenkamp Kraaienweide be-
staat uit 20 woonwagens van in totaal
drie families. Het is een vrijplaats
voor crimineel gedrag”, vertelde Pe-
ter Kuiper van stichting Burcht mij in
februari. “Wij willen van het kamp af
en hebben de gemeente Amsterdam
om een onttrekkingsvergunning ver-
zocht. Die is verleend.”
Stichting Burcht zag haar plannen om
het woonwagenkamp stapsgewijs te
onttakelen doorkruist door de kraak-
actie van Ron Perquin. Op een vrijwil-
lig vertrek van Ron Perquin hoefden
we niet te rekenen. Namens mijn cli-
ënte begon ik een kort geding bij de
rechtbank Amsterdam, met als inzet
ontruiming van de standplaats. De
zaak diende vorige maand. In de aan-
loop naar de zitting waren er de no-
dige schermutselingen. Kampers
hadden medewerkers van stichting
Burcht dusdanig bedreigd, dat deze
zich ziek hadden gemeld. Op de huis-
adressen van de betrokkenen ging
de intimidatie echter door. Ramen
werden ingegooid en familieleden
van de werknemers werden op straat
lastiggevallen. Ook ik ontving diverse
dreigementen. De letters op de
borstwering voor ons pand werden
vernield en ongure types stonden
uren voor ons kantoor naar binnen te
kijken.
Onder begeleiding van security men-
sen begaf ik mij met Peter Kuiper van
stichting Burcht begin april naar de
rechtbank Amsterdam. Daar aange-
komen werden wij opgewacht door
een twintigtal zwijgende kampbewo-
ners. Vierkante kerels, kaalgeschoren
hoofden, tatoeages, vuile blikken.
Gelukkig had de Rechtbank Amster-
dam voorzorgsmaatregelen getrof-
fen. In de zittingszaal waren paleisbo-
des en bewakers aanwezig. De voor-
zieningenrechter zag wat pips, ook
niet echt op zijn gemak in deze set-
ting. “De heer Ron Perquin heeft een
caravan geplaatst op een stuk grond
dat aan mijn cliënte toebehoort”, be-
gon ik mijn pleidooi. “Hij verblijft
daar zonder recht of titel en moet de
standplaats dus ontruimen”. De ad-
vocaat van Perquin onderbrak mij.
“Ron Perquin zit niemand in de weg.
Die standplaats wordt toch niet ge-
bruikt. Dus wat is het probleem?”
Luid applaus van alle kampbewoners
in de zaal volgde. Ik onderstreepte
dat mijn cliënte op grond van de ont-
trekkingsvergunning gerechtigd was
om het aantal standplaatsten terug te
brengen. Tijdens mijn betoog werd ik
continu geïnterrumpeerd door het
vriendelijke woonwagenpubliek (‘ei-
kel’, ‘kale pinguïn’). Totdat de voor-
zieningenrechter dreigde het publiek
te laten verwijderen.
Na afloop van de zitting haastten Pe-
ter Kuiper en ik ons naar de gereed-
staande taxi en maakten ons uit de
voeten. Drie weken geleden volgde
het vonnis: Ron Perquin moest zijn ca-
ravan van de standplaats weghalen.
Maar de strijd was nog niet gestre-
den. Met veel pijn en moeite kon ik
een deurwaarder vinden die het von-
nis aan Ron Perquin durfde te beteke-
nen. De man belde mij na zijn avon-
tuur. “Meneer De Mooij, ze hebben al
die caravans met ijzeren kettingen
aan elkaar geklonken. Het lukt ons
nooit om de woonwagen van Ron
Perquin te verwijderen”. Maar Peter
Kuiper van stichting Burcht was voor
de duivel niet bang. Na enig zoek-
werk vonden wij een organisatie die
gespecialiseerd was in het ontruimen
van woonwagens. “We trekken de ca-
ravan er met een hijskraan tussenuit”,
vertelde de eigenaar van het bedrijf,
die zelf een voormalig kamper was. In
een kort briefje wees ik de advocaat
van Perquin op de ontruimingsplan-
nen, en meldde dat de hoge kosten
op zijn cliënt verhaald zouden wor-
den”. Een dag voor de geplande ont-
ruimingsactiviteiten gooide Ron Per-
quin en zijn kampvrienden eindelijk
de handdoek in de ring. De woonwa-
gen werd losgekoppeld en afge-
voerd. De lege standplaats vormde
een mooi gat in het rotte gebit van
andere caravans.
Raymond de Mooij
GMW Advocaten
De namen van de
betrokkenen zijn
gefingeerd.