1. TAAL
STIMULERING BIJ (JONGE) KINDEREN

2. DROOG BROOD
SOEKILOEKI

3. DE TAALONTWIKKELING IS
EEN NATUURLIJK PROCES
Vygostky : Sociaal Instinct
• basale eigenschap : leggen en onderhouden van sociaal contact
• deel willen uitmaken van de sociaal culturele wereld met anderen
 het kind maakt zich ‘de codes’ (oa taal) van deze nieuwe wereld eigen

4. DE TAALONTWIKKELING IS
EEN NATUURLIJK PROCES
Dewey : Transactie
•
•
de volwassene verschaft het kind toegang tot zijn culturele wereld
het kind maakt zich deze gewoontes, gebruiken en omgangsvormen
eigen
participatie : het kind neemt veelvuldig deel aan diverse activiteiten in deze
nieuwe wereld

5. HOE VERWERVEN
KINDEREN TAAL?
Een spreekkans doet
zich voor
Kind reageert verbaal of
non-verbaal en uit
hypothese
Hypothese wordt
bevestigd of bijgesteld
Kind krijgt feedback en
goed taalaanbod

6. HOE VERWERVEN
KINDEREN TAAL?
Uitspraak van ouders over hun peuter:
Laatst hebben we erg gelachen. Er vloog een dikke vlieg
door de kamer en opeens zag Nora hem vliegen. Ze was
helemaal onder de indruk, wees er met haar vingertje
naar en riep ‘vogel, vogel ooo vogel!!’. Ik vond het zo
mooi gevonden: het vloog dus dan is het een vogel!”

7. HOE VERWERVEN
KINDEREN TAAL?
Een spreekkans doet
zich voor
Kind reageert verbaal of
non-verbaal en uit
hypothese
Hypothese wordt
bevestigd of bijgesteld
Vogel is
niet
hetzelfde
als vlieg
vogel!
Kind krijgt feedback en
goed taalaanbod
Waar zie jij een
vogel? Oh dat? Dat
is een vlieg! Ga je
haar vangen?

8. TAALSTIMULEREND
OPTREDEN
• het proces van natuurlijke taalverwerving zoveel mogelijk laten
plaats vinden
• twee soorten taalactiviteiten
1. de spontane taalactiviteit
2. de gerichte taalactiviteiten
•
zorgzame en bewuste houding van
de begeleider

9. TAALSTIMULEREND
OPTREDEN
• spreekkansen bieden
•
•
gesprekken voeren
vragen stellen
• reageren op taaluitingen
•
•
reageren op wat kinderen zeggen
reageren op fouten
• een rijk en begrijpelijk taalaanbod doen
• vertrekken vanuit interesses
• aansluiten bij het ontwikkelingsniveau
• zorgen voor een stimulerend klimaat

10. GESPREKKEN
VOEREN
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
creëer een uitnodigende, veilige sfeer
stimuleer kinderen om te spreken, (niet dwingen)
individuele en gesprekjes in kleine groep. (spontaniteit)
kom op ooghoogte van het kind
sluit aan bij de belangstelling van kinderen
geef kinderen tijd om te reageren
bewaak de spreekkansen van individuele (gesloten)
kinderen
toon oprechte aandacht voor wat het kind zegt en doet
reageer spontaan en zorg onmiddellijk voor nieuwe
spreekkansen
let op je eigen lichaamstaal en op die van de kinderen
maak gebruik van foto’s, prenten en voorwerpen om taal
uit te lokken
pop kan helpen (minder direct)
lok spontane reacties uit door zelf iets ‘geks’ of ‘fouts’ te
zeggen

11. VRAGEN
STELLEN
•
•
•
•
•
•
stel vaak vragen (kinderen spreekkansen geven)
geen opeenstapeling van vragen over verschillende
onderwerpen
één vraag per ‘spreekbeurt’ is voldoende (daarop doorgaan)
stel aan ieder kind verschillende soorten vragen.
stem je vraag af op wat het kind aankan, maar daag ook uit
stel natuurlijke vragen (aansluiten bij bezigheden)