2. Kloppend maken van een reactievergelijking met het
tekenen van alle deelnemende stoffen is een
tijdrovende bezigheid.
We gaan dit anders proberen.
3. 2 NaN 2 3 Na + 3 N2
Deze ontleding van natriumazide hadden we al opge-lost
met het tekenen van alle deelnemende stoffen.
We gaan nu proberen deze reactievergelijking op te
lossen zonder tekeningen te maken.
.. NaN3 .. Na + .. N2
Zo de getallen vóór de stoffen (coëfficiënten) zijn
verdwenen. De getallen in de stoffen (indexen)
staan er nog. Deze laatste mag je nooit veranderen.
4. .. NaN .. 3 Na + .. N2
We moeten nu het aantal deeltjes voor en na de pijl
aan elkaar gelijk proberen te krijgen. Dit doen we
door op de puntjes voor de stoffen zogenaamde
coëfficiënten (getallen) te zetten.
We kunnen natuurlijk gaan gokken, maar het is beter
om met overleg te werk te gaan.
Zoek een stof die alleen in de vergelijking staat.
Zijn er meerdere kies dan de stof met de kleinste
index (getal in de formule).
5. 3 2
.. NaN .. 3 Na + .. N2
De coëfficiënt voor deze stof zullen we als laatste
gaan invullen. Dit betekent dat natrium (Na) het
laatste element is dat we kloppend gaan maken.
Omdat in deze reactievergelijking maar twee
elementen (Na en N) staan, is stikstof (N) de eerste
die we kloppend proberen te krijgen.
Reken het totale aantal stikstof deeltjes voor en na
de pijl uit (coëfficiënt x index).
6. .. 3 3NaN NaN 3 .. Na + .2. 2 N2
N
Nu moeten we er voor zorgen dat voor en na de pijl
het aantal stikstofdeeltjes gelijk wordt.
Als een kant even (2, 4 of 6) is en de andere kant is
oneven (1, 3 of 5) dan wissel je de getallen om.
Direct natellen, voorkomt verdere fouten
(aantal deeltjes = coëfficiënt x index).
Voor de pijl 2 x 3 = 6 stikstofdeeltjes.
Na de pijl 3 x 2 = 6 stikstofdeeltjes.
7. 2 NaN 3 2
Na + 3 N2
De stikstof deeltjes zijn nu kloppend, resten alleen nog
de natrium deeltjes.
Voor de pijl 2 x 1 = 2 Na de pijl 1 x 1 = 1
Dus de coëfficiënt bij natrium na de pijl wordt 2
9. 1 2
H + N 2 2 NH3
Zoek een stof die alleen in de vergelijking staat.
Zijn er meerdere kies dan de stof met de kleinste
index (getal in de formule).
Voor de pijl 1 x 2 = 2 stikstof
Na de pijl 1 x 1 = 1 stikstof
Dus de coëfficiënt voor N wordt 1
2
3
En de coëfficiënt voor de NH wordt 2
10. H + N 2 2 2 NH3
Reken het totale aantal stikstof deeltjes voor en na
de pijl uit nog een keer uit (coëfficiënt x index).
Voor de pijl 1 x 2 = 2 stikstof
Na de pijl 2 x 1 = 2 stikstof
Controle:
11. H + N 2 2 2 NH3
Reken het totale aantal waterstof deeltjes voor en na
de pijl uit (coëfficiënt x index).
Voor de pijl 1 x 2 = 2 waterstof
Na de pijl 2 x 3 = 6 waterstof
Dus moet bij de waterstof voor de pijl een 3 komen.
Voor de pijl 3 x 2 = 6 waterstof
Na de pijl 2 x 3 = 6 waterstof
3
14. 2 3
Fe2 O O3 + C Fe + CO2
O
Voor de pijl: 1 x 3 = 3 zuurstof
Na de pijl: 1 x 2 = 2 zuurstof
Dus getallen verwisselen en coëfficiënten invullen.
Controle:
Voor de pijl: 2 x 3 = 6 zuurstof
Na de pijl: 3 x 2 = 6 zuurstof
15. 2 3
Fe2 O3 + 3C C Fe + C
CO2
Voor de pijl: 1 x 1 = 1 koolstof
Na de pijl: 3 x 1 = 3 koolstof
Dus er komt een 3 als coëfficiënt voor de koolstof.
Controle:
Voor de pijl: 3 x 1 = 3 koolstof
Na de pijl: 3 x 1 = 3 koolstof
16. 2 3
Fe2 O3 + C Fe
+ CO2
Fe 3 4 Voor de pijl: 2 x 2 = 4 ijzer
Na de pijl: 1 x 1 = 1 ijzer
Dus er komt een 4 als coëfficiënt voor de ijzer.
Controle:
Voor de pijl: 2 x 2 = 4 ijzer
Na de pijl: 4 x 1 = 4 ijzer
18. Er zijn ook reacties waar voor en/of achter de pijl
meerdere malen hetzelfde element voorkomt.
In een bemande ruimtecapsule wordt met behulp van
lithiumperoxide
het uitgeademde omgezet in lithiumcarbonaat
en zuurstof.
+
koolstofdioxide
+
zuurstof
Li2 O2+ CO2 Li 2 CO3+ O2
19. Li2 O2+ CO2 Li 2 CO3+ O2
Voor de pijl: 1 x 2 = 2 lithium
Na de pijl: 1 x 2 = 2 lithium
Voor de pijl: 1 x 1 = 1 koolstof
Na de pijl: 1 x 1 = 1 koolstof
20. Li2 O2+ CO2 Li 2 CO3+ O2
2 2 3
4 4
?
We moeten nu alleen de zuurstof deeltjes controleren.
Dit doen we door onder de stoffen het aantal deeltjes
te zetten behalve de omcirkelde zuurstof. Daar zetten
we een vraagteken (?)
21. 2 2 2 1
½
Li2 O2+ CO2 Li 2 CO3+ O2
2 2 3 1?
Als het aantal zuurstof deeltjes voor en na de pijl aan
elkaar gelijk moeten zijn, zou er voor de zuurstof een
½ als coëfficiënt moeten staan.
Dit doen we voor het gemak maar even.
Omdat er geen halve moleculen bestaan gaan we alle
coëfficiënten met 2 vermenigvuldigen.
22. 2Li2 O2+ 2CO2 2Li 2 CO3+ 1O2
Controle:
Voor de pijl: 2 x 2 = 4 lithium
Na de pijl: 2 x 2 = 4 lithium
Voor de pijl: 2 x 1 = 2 koolstof
Na de pijl: 2 x 1 = 2 koolstof
Voor de pijl: 2 x 2 + 2 x 2 = 8 zuurstof
Na de pijl: 2 x 3 + 1 x 2 = 8 zuurstof
23. Voor we aan de slag gaan zijn hier nog even de tips
Zoek een stof die alleen in de vergelijking staat.
Zijn er meerdere kies dan de stof met de kleinste
index (getal in de formule).
Reken het totale aantal stof deeltjes voor en na de
pijl uit (coëfficiënt x index).
Als een kant even (2, 4 of 6) is en de andere kant is
oneven (1, 3 of 5) dan wissel je de getallen om.
De deeltjes voor en na de pijl moeten aan elkaar
gelijk zijn, als het moet zet je een ½ als coëfficiënt
voor een stof maar verdubbel dan alle coëfficiënten.
24. Li 6 + 1 N2 2 Li3N
CO2 1 + 2 Mg 2 MgO + 1 C
HCl + O2 H2O + Cl2 4 1 2 2
CH4 + H2O CO + H1 1 1 3 2
NH3 + O2 N2 + H24 3 2 6 O
CH4+ Cl2 CH2Cl21 2 1 + 2 HCl
NH3 + O2 NO + H24 5 4 6 O
KO2 + CO2 K2CO3+ O2 4 2 2 3
C2H6+ O2 CO2+ H22 7 4 6 O
25. Ik begrijp er nog steeds
niets van. Zou hij nog
oefeningen hebben?