1. Welkom 3 januari 2010 Voorganger ds mevr. Kramer, Urk Organist Joh. de Vries Thema: “VEEL HEIL EN ZEGEN”
2.
3. Elb. 178 : 1 Als ik maar weet, dat hier mijn weg door U, Heer, wordt bereid, en dat die weg, hoe moeilijk ook, mij nader tot U leidt.
4. Refrein: Nader tot U, nader tot U, Nader, mijn Heiland, tot U. Als ik maar weet, dat alles hier mij nader brengt tot U.
5. Elb. 178 : 2 Als ik maar weet, dat ook voor mij de Heer aan 't kruishout stierf; en dat de Heiland ook voor mij een levenskroon verwierf.
6. Refrein: Nader tot U, nader tot U, Nader, mijn Heiland, tot U. Als ik maar weet, dat alles hier mij nader brengt tot U.
7. Elb. 178 : 3 Als ik maar weet, uw liefde o Heer vertroost mij dag aan dag; dan juich ik voort, wat ook mijn lot op aarde wezen mag.
8. Refrein: Nader tot U, nader tot U, Nader, mijn Heiland, tot U. Als ik maar weet, dat alles hier mij nader brengt tot U.
9. Elb. 178 : 4 Als ik maar weet, ook als op aard' mij droefheid wacht of kruis, dat ieder kruis mij nader brengt bij 't eeuwig Vaderhuis.
10. Refrein: Nader tot U, nader tot U, Nader, mijn Heiland, tot U. Als ik maar weet, dat alles hier mij nader brengt tot U.
11. Welkom 3 januari 2010 Voorganger ds mevr. Kramer, Urk Organist Joh. de Vries Thema: “VEEL HEIL EN ZEGEN”
12.
13. Gez. 167 : 1 Heer Jezus, licht der wereld en schat der zaligheid, wij komen U ter ere, hier door uw Geest geleid, tezamen in uw tempel, opdat ook wij misschien naar Simeons exempel U zouden mogen zien.
14. Gez. 167 : 2 Gij laat U door ons vinden, o Heer, in ieder oord. Gij zijt bij uw beminden aanwezig naar uw woord. Geef dat ook hier en heden 't geloof uw heil aanschouwt, uw tempel in mag treden, U in de armen houdt.
15. Stil gebed Bemoediging en groet Ere zij de Vader en de Zoon En de Heilige Geest, Als in den beginne, nu en immer, En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
16.
17. Ps. 145 : 1 O Heer, mijn God, Gij koning van 't heelal, ik wil uw naam verheffen boven al. Van dag tot dag roem ik uw majesteit, ik zegen U voor eeuwig en altijd.
18. Groot is de HEER, zijn grootheid zij geprezen, groot is zijn naam, zijn ondoorgrondlijk wezen. Van mond tot mond gaan uw geduchte daden, van eeuw tot eeuw slaat men uw werken gade.
19. Ps. 145 : 2 Ik zal getuigen van uw heerlijk licht, van al de wondren die Gij hebt verricht, opdat men alom spreke van uw kracht, en roeme in uw overwinningsmacht.
20. Uw grootheid, HEER, gaat boven mijn begrippen, uw goedheid, HEER, is altijd op mijn lippen en juichend zal men overal bezingen uw recht, o HEER, uw trouw aan stervelingen.
21.
22.
23. Elb. 371 : 1 Mijn Jezus, ik houd van U, ik noem U mijn vriend, want U nam de straf op U die ik had verdiend. De grote Verlosser, mijn Redder bent U; 'k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
24. Elb. 371 : 2 Mijn Jezus, ik houd van U, want U hield van mij, toen U aan het kruis hing, een wond in uw zi,j. Voor mij de genade, een doornenkroon voor U; 'k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
25. Elb. 371 : 3 Ik zal van U houden in leven en dood en ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn nood. Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
26. Elb. 371 : 4 Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid kom, Dan buig ik mij voor U in uw heiligdom. Gekroond met uw heerlijkheid zal 'k zingen voor U: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36. 25 En zie, er was een man te Jeruzalem, wiens naam was Simeon, en deze man was rechtvaardig en vroom, en hij verwachtte de vertroosting van Israël, en de heilige Geest was op hem. 26 En hem was door de heilige Geest een godsspraak gegeven,
37. dat hij de dood niet zou zien, eer hij de Christus des Heren gezien had. 27 En hij kwam door de Geest in de tempel. En toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten om met Hem te doen overeenkomstig de gewoonte der wet, 28 nam ook hij het in zijn armen en hij loofde God en zeide:
38. 29 Nu laat Gij, Here, uw dienstknecht gaan in vrede, naar uw woord, 30 want mijn ogen hebben uw heil gezien, 31 dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken: 32 licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israël.
39.
40. Gez. 476 : 1 Eeuwig Woord, U willen wij bezingen, God uit God en Licht uit Licht; Wijsheid, voor de aanvang aller dingen spelend voor Gods aangezicht;
41. engel Gods uit Isrels oude dagen, Zoon van 's Vaders eeuwig welbehagen, dienaar van Gods hoog bevel, kind der maagd, Immanuël!
42.
43. 9 Ik, Johannes, uw broeder en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en de volharding in Jezus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het woord Gods en het getuigenis van Jezus. 10 Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren,
44. en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin, 11 zeggende: Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten: naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamum, en naar Tyatira, en naar Sardes, en naar Filadelfia en naar Laodicea.
45. 12 En ik keerde mij om, ten einde de stem te zien, die met mij sprak. En toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, 13 en te midden van de kandelaren iemand als eens mensen zoon, bekleed met een tot de voeten reikend gewaad,
46. en aan de borsten omgord met een gouden gordel; 14 en zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam; 15 en zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt, en zijn stem was als een geluid van vele wateren.
47. 16 En Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in haar kracht. 17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten;
48. en Hij legde zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste, 18 en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.
49.
50. Gez. 476 : 4 Mensenzoon tussen de kandelaren, Wortel Davids, Morgenster, blijf uw kerk vergaderen, bewaren, roep haar van nabij en ver.
51. Laat de luchters branden van uw klaarheid, maak uw kerk tot pijler van uw waarheid, schuilplaats in de wildernis, huis waarin uw vrede is.
52. Gez. 476 : 5 Levensvorst, U loven de geslachten, en tot uw verborgen tijd blijft de bruid uw wederkomst verwachten, 't einde van haar bange strijd.
53. Houd haar waakzaam; doe haar, 't hoofd geheven, uit die hoge heilsverwachting leven, tot zij op de jongste dag, met U triomferen mag
54.
55.
56. Glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God.
57. Lof zij de Heer, Hem komt toe alle eer. Hij's het Lam dat regeert tot in eeuwigheid. Zijn woord is macht, heeft ons vrijheid gebracht. Wij aanbidden, wij knielen voor Jezus.
58. Groot is zijn troon, eeuwig zijn kroon. Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn. Heel het rijk der duisternis, weet wie Jezus Christus is: Hij is de hoogste Heer!
59. Glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God.
60. Kondigt het aan, door de kracht van zijn naam: Heel de aard' wordt vervuld van zijn glorie! Satan, hij beeft, want hij weet: Jezus leeft! Hij 's verslagen, het Lam troont voor eeuwig!
61. Jezus is Heer, Redder en Heer! Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn. Heel het rijk der duisternis, weet wie Jezus Christus is: Hij is de hoogste Heer!
62. Glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God.
63. Heersen met Hem op de troon en zijn stem, spreekt van liefde, vervult ons met glorie. Heilig en vrij alle tranen voorbij. Eeuwig vreugde voor God, lof, aanbidding:
64. waardig het Lam, waardig het Lam! Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn. Heel het rijk der duisternis, weet wie Jezus Christus is: Hij is de hoogste Heer!
65. Glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God.
66.
67.
68.
69. Elb. 341 : 1 Heer, God, U loven wij. Heer, U belijden wij. Vader, in eeuwigheid zingt 't gans heelal uw Naam, Aarde en hemel, Heer, zingen uwen Naam ter eer, heel uw schepping door,
70. eeuwig met 't engelenkoor: Heilig, heilig, heilig is onze God, de HEER Zebaoth. Hemel en aarde zijn van uw grootheid vol. Hemel en aarde zijn van uw grootheid vol. Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja. Amen.