7. “Wiskunde moet als een menselijke
activiteit worden onderwezen. De
nadruk moet liggen op het zelf
inductief ontdekken, exploreren,
redeneren, modelleren, abstraheren
en deduceren.”
H. Freudenthal
8. Denken in analogieën
Begrippen, associatienetwerken, analogieën
• Associatienetwerk: één begrip roept een heleboel
andere op.
• Analogie: overeenkomst tussen verschillende
netwerken.
– Analogie kan helpen bij het bouwen van een nieuw
associatienetwerk;
– Analogie kan ook vanzelfsprekendheden bevestigen of
juist ontregelen.
12. Bereken de totaaloppervlakte van de
figuur. Alle hoeken maken rechte hoeken.
15 cm
20 cm x 15 cm +
12 cm x (24 cm – 15 cm)
20 cm
A
B 12 cm
24 cm
13. 15 cm
C D
20 cm
A B 12 cm
24 cm
I. Opp. C + AB = (20 cm – 12 cm) x 15 cm + 12 cm x 24 cm
II. Opp. C + A + B = (20 cm – 12 cm ) x 15 cm + 12 cm x 15 cm
+ 12 cm x (24 cm – 15 cm)
III. Opp. ABCD – D = 20 cm x 24 cm – (20 cm – 12 cm ) x (24 cm – 15 cm)
IV. Opp. AC + AB - A = 20 cm x 15 cm + 12 cm x 24 cm – 12 cm x 15 cm
17. Georg Alexander Pick (1899)
Opp. = (Ingesloten punten) + ½(Randpunten) - 1
Op voorwaarde dat:
• de figuur een gesloten figuur is;
• de randen van de figuur elkaar niet raken en/of
snijden.
Groep 8 Leonardogroep