1. HET ZORGPLAN
IN EEN NIEUWE FASE
VAN OVERKOKEN
NAAR VERS
ONTKNOPING
BESTE IDEE 2010
GA VOOR GEZOND!
MENTAALJAARGANG 6 NR 5
OKTOBER 2010MAGAZINE VAN GGZ NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG
2. Van de redactie
Inhoud
Van de voorzitter
Peet Geenen; het gezicht van Paschalis
Servaashof en vermaatschappelijking
Expositie Bart Drost
Colofon
Ga voor gezond!
Van overkoken naar VERS
Een kijkje op metaal- en houtbewerkingswerkplaats
Het zorgplan in een nieuwe fase
OnGegrond
Muziekwerkplaats bijt spits af
Samenwerking GGZ NML en ROC Eindhoven
Wetenschap; 'Kus de visie wakker'
Verpleegkundig dossier
Uitnodiging open dag Verslavingszorg/Korsakov
Columnicatie
Veilig werken langs de weg
IGG GGZ op de Hiltho 2010
Beste idee 2010
De ontmoeting
Boeken schrijven werkt therapeutisch
Zorginlijn
Drugs testservice Roermond
Sterk in Beeldwerk
02 MENTAAL
Eén van de leukste dingen van ons werk is, dat wij overal binnen de organisatie komen om mensen te
interviewen voor artikelen in Mentaal. Mensen uit alle geledingen die iets te vertellen hebben. Of waarvan
wij iets willen weten. Of die wij op foto willen/mogen vastleggen. Een aantal interviews in dit nummer is
van de hand van Susanne Wouters, onze nieuwe collega. Zij is sinds kort ons team van Bureau Voorlichting
en Communicatie komen versterken voor 28 uur per week. Susanne heeft HBO communicatie in Nijmegen
gedaan.
We hebben het IGG bezocht om Franca van de Munckhof te interviewen over eetpatronen en afvallen.
We zijn langsgeweest op de metaal- en houtbewerkingsplaats en hebben daar gesproken met verschil-
lende medewerkers. Afdeling P&O vertelt over haar samenwerking met het ROC Eindhoven. We zijn bij de
bekendmaking geweest van het winnende, beste idee van 2010, Peet Geenen geeft een inkijk in zijn functie
als GGZ NML-consulent Alcohol & Drugs, Jos Kroon, interim psycyhiater, is bevraagd over zijn grote passie,
en de trainers van de VERS-training vertellen over technieken om emoties beter te leren hanteren.
Dit is een greep uit de grote verscheidenheid aan artikelen van dit goed gevulde oktobernummer.
En mocht u na het lezen van deze Mentaal nog meer willen weten over onze organisatie, kijk dan ook eens
op www.ggznml.nl.
De redactie van Mentaal
2
3
4
5
6
8
9
10
12
14
16
18
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
32
35
36
INHOUD
03 MENTAAL
JAARGANG 6 NR 5 OKTOBER 2010
VAN DE REDACTIE
3. 04 MENTAAL 05 MENTAAL
Soms word ik uitgenodigd voor bijeenkomsten of congressen waarvan ik
denk: ‘waarom worden die eigenlijk georganiseerd?’ Dat gevoel bekroop
mij ook toen ik de invitatie van GGZ Nederland onder ogen kreeg voor het
eerste nationale congres over de aanpak van eenzaamheid. Een groot maat-
schappelijk probleem, dat herken en erken ik. Maar ik betwijfel of het de
taak van professionals uit de geestelijke gezondheidszorg is om eenzaam-
heid tegen te gaan. Eenzaamheid is een teken van deze tijd, maar géén
ziekte. Onze psychiaters, psychologen en SPV’ers zijn er om mensen met
psychische klachten en ziektes te behandelen, niet om mensen te helpen
die eenzaam zijn. Dat is het werkgebied van bijvoorbeeld maatschappelijk
werkers en vrijwilligers. Bovendien: professionals in de geestelijke gezond-
heidszorg staan al onder grote werkdruk en er is al beknibbeld op de tijd
die ze aan patiënten kunnen besteden. Ook vanuit dat perspectief voel ik er
niets voor dat ze een opdracht krijgen om ook eenzaamheid aan te pakken.
Ik vind sowieso dat we professionals in de zorg beter moeten beschermen:
tegen nog meer werkdruk, maar ook tegen bezuinigingen. Ik hoor en lees
voortdurend dat de zorg in Nederland efficiënter kan en minder hoeft te
kosten. Een populaire oneliner, die echter onderbouwing en nuancering
mist. De zorg kan inderdaad doelmatiger worden ingericht en we zullen
zeker nog kunnen bezuinigen, maar niét in de directe zorg aan patiënten:
niét in de spreekkamers, niét aan bed. Laten we de bezuinigings- of
besparingsschijnwerpers vooral richten op de organisaties en systemen
die om de zorg heen zijn gebouwd. Die veel geld kosten, maar niet leiden
tot meer of betere zorg. Noem eens voorbeelden, hoor ik u denken. Om te
beginnen een administratieve lastenverlichting: er zijn regelingen waarvan
vooral accountants beter worden, niet de zorgsector. Een ander voorbeeld:
de toezichthoudende organen. Ik pleit er niet voor om ze af te schaffen,
maar ze kunnen wel efficiënter en effectiever worden georganiseerd. En
zo is er meer winst in de bureaucratie te halen. Dat tast de zorg niet aan.
Kortom: ja, het kan goedkoper, zonder dat de directe zorg er last van heeft.
En dan wordt het nog leuker of weer leuk in de gezondheidszorg. Dat daar-
over maar eens een congres wordt georganiseerd.
Toine van der Sanden
Als voorzitter van de Raad
van Bestuur buig ik me
graag over mijn vaste
column in Mentaal. Ik
hecht daar waarde aan,
omdat het mij de
gelegenheid biedt om op
mijn eigen manier mijn
visie te geven over wat
er binnen en buiten onze
organisatie gebeurt. Deze
uitgave wil ik ingaan op de
bezuinigingsschijnwerpers
in de zorg: die moeten
we gaan richten op de
organisaties en systemen
die om de zorg heen zijn
gebouwd.
BIJ DE LE(E)S(T) BLIJVEN
VAN
DE VOORZITTER
Peet Geenen is verpleegkundige en sinds 1993 poort-
functionaris en intaker van Paschalis. Hij vertelt: ‘Begin
jaren ’90 werd er, de regionalisatie zette in, een nieuwe
detoxafdeling gebouwd. Paschalis werd groter en
besloten werd dat er een aanspreekpunt, een poort-
functionaris, moest komen voor de hele kliniek. Deze
ontwikkeling betekende veel voor Paschalis. Er werden
meer patiënten verwezen en er kwamen veel vragen
binnen over wachttijden, opnamemogelijkheden, indicaties
en contra-indicaties. Er ontstond zo behoefte aan een
medewerker die zich daar specifiek mee bezig zou gaan
houden, in overleg met de psychiater. Iemand die op de
hoogte was van het reilen en zeilen binnen Paschalis, met
de taak overzicht te houden op de beschikbaarheid van
plaatsen en de benodigde informatie te verschaffen.
Die medewerker werd ik.’
Twee functies
‘Sinds een jaar of tien ben ik fulltime poortfunctionaris.
Dat betekent dat ik me o.a. bezighoud met de toeleiding
van patiënten naar de kliniek. Sinds 2004 is de Ambulante
Verslavingszorg (voor die tijd CAD) gefuseerd met de
kliniek en heb ik twee functies. Ik ben poortfunctionaris
van de kliniek, maar ook voordeurmedewerker van
Verslavingszorg Noord- en Midden-Limburg. Als zodanig
ben ik betrokken bij de intakes en het indicatieoverleg.
Als patiënten vervolgens vanuit het indicatieoverleg
worden aangemeld voor Paschalis, regel ik de kennis-
making en ik coördineer de wachtlijsten. Enerzijds heb ik
dus logistieke taken, maar ik heb ook bemoeienis met de
inhoud van de zorg.’
Expertise
De kerngroep Alcohol- en Drugsbeleid ziet in Peet een
belangrijke schakel voor de vertaalslag van het A&D-
beleid naar de praktijk.
Hij legt uit: ‘Voor de buitenwereld ben ik al jaren het
HET GEZICHT VAN PASCHALIS
GGZ NML-CONSULENT ALCOHOL & DRUGS PEET GEENEN:
aanspreekpunt, noem het ‘het gezicht’ van Paschalis, en
kun je zeggen dat ik consulent ben op het gebied van
verslavingszorg. Ik ben aanspreekbaar voor iedereen,
patiënten, externen, maar zeker ook voor GGZ NML-
collega’s met vragen op dit gebied. Als er afdelingen zijn
die informatie nodig hebben over verslaving, over behan-
delingen of over bejegening van patiënten in relatie tot
middelengebruik, dan ben ik beschikbaar. Ik weet er, gezien
mijn jarenlange ervaring, inhoudelijk veel van, of ik weet
de vragenstellers in contact te brengen met de mensen die
nog beter antwoord kunnen geven op de vragen.
Ik denk dat het een goede zaak is als we binnen GGZ NML
weten van ieders vaardigheden, en dat we zoveel mogelijk
gebruik maken van elkaars expertise!’
Sabine Nicolasen
In de artikelen die u in de Mentaal las over de activiteiten vanuit de kerngroep Alcohol- en Drugsbeleid, werd
al eerder gesproken over het bestaan van een GGZ NML-consulent inzake alcohol en drugs. Peet Geenen,
medewerker Verslavingszorg, geeft bevlogen en met veel plezier invulling aan deze taak. In dit artikel vertelt
hij kort over zijn functie en wat hij daarin voor anderen kan betekenen.
Voor vragen op het gebied van middelengebruik is A&D-consulent Peet Geenen bereikbaar van maandag tot en met
donderdag via 0478-527815 (secretariaat Paschalis) en via pgeenen@ggznml.nl.
In Venlo (077-3548200) en Roermond (0475-319747) zijn de bureaudiensten van Verslavingszorg het aanspreekpunt
voor consultatie over verslaving. Zij houden van maandag tot en met vrijdag telefonisch spreekuur van 13.00-14.00 uur.
4. 06 MENTAAL 07 MENTAAL
In de goede traditie van de voorgangers St. Anna en
St. Servatius heeft ook GGZ Noord- en Midden-Limburg
haar steentje bijgedragen aan de bewaakte fietsenstalling.
De gemeente van Venray, Dichterbij, Mensana en GGZ NML
hebben de handen in elkaar geslagen. Pal achter het
postkantoor en schuin tegenover “Den Engel” is genoeg
ruimte gevonden voor een fietsenstalling. Er is een
bewakerskantoortje geplaatst en een permanente
V.l.n.r.: Henk (gemeente Venray) Pedro (CUBUS), en Johnny (gemeente Venray)
camerabewaking voor buiten de openingtijden.
Op 2 juli 2010 is de eerste fiets gestald. Praktisch klopt
het, organisatorisch ook? Melvin Rommers, coördinator bij
CUBUS, het uitzendbureau van GGZ NML: “Op woensdag
en donderdag bemannen wij vanuit GGZ NML de fietsstal-
ling, die dan van 11.00 tot 17.00 uur geopend is. Dit doen
we in twee ploegen: van 11.00 tot 14.30 uur en van 14.30
tot 17.00 uur. Het zijn nogal lange diensten. Wij krijgen ons
dienstrooster rond, maar de aanmeldingen lopen niet storm.
Ik hoop op meer animo vanuit onze cliënten. Misschien dat
de enthousiaste ervaringen van de werkers van het eerste uur
zich doen voortspreken”.
Maandagmiddag waren vrijwilligers Henk en Johnny namens
de gemeente de fietsenstallingbeheerders. Henk, oorspronkelijk
Zuid-Hollander doch al jaren in Venray, is het aanspreekpunt.
“We zijn nu twee maanden geopend. De fietsenstalling is
gratis en daar draait het toch om! We krijgen louter positieve
reacties, terwijl onze start niet even gladjes is verlopen. Tja,
vier verschillende participanten met net zoveel vrijwilligers,
dat doe je niet zo maar. Het personeel is uitgefilterd, iedereen
zet zich in en kan zich voor 100% vinden in de gang van
zaken”.
Melvin: “Dit is een mooie activiteit, temeer omdat deze buiten
het terrein van GGZ NML plaatsvindt. Belangrijk is vooral dat
onze mensen het naar de zin hebben, met als extra pluspunt
contact met mensen uit het Venrayse.
We staan dicht bij hen, zeker in de eerste fase. De betrokken-
heid groeit nog steeds. Wat dacht je van het aantal gestalde
fietsen? Daarbij de kanttekening, dat 20% van de fietsen
elektronisch zijn!” “Gemiddeld worden er wekelijks zo’n
duizend fietsen neergezet, waarbij op de maandag 175 en op
zaterdag 200. Dit zijn de topdagen”. Getallen die Henk niet
zonder trots opvoert. Hij besluit met: “De beleving is er bij
onze medewerkers. We willen graag iets meer service bieden,
bijvoorbeeld bandenreparatie”.
Ik vraag een fietsenstaller naar zijn ervaringen met de
bewaakte fietsenstalling: “Ach, even een boodschapje doen
met de fiets. Ik stal mijn fiets hier graag en niet alleen voor
de veiligheid. De beheerders hier zijn gezellige mensen”.
Welnu, een mooier compliment op de valreep van mijn
bezoek aan de fietsenstalling kun je niet krijgen.
Jan Leijsten
GRATIS FIETSENSTALLING IN CENTRUM VENRAY
De nieuwbouwappartementen aan de St. Servatiusweg zijn in gebruik genomen. Hiermee is er
een belangrijke mijlpaal bereikt in het project Servaashof. De meest omvangrijke bouw is nu
afgerond. In deze rubriek zult u vanaf nu in mindere mate over het bouwproces lezen maar
meer over de vermaatschappelijking van de zorg. Binnen onze organisatie betekent vermaat-
schappelijking zoveel mogelijk ondersteuning en begeleiding bieden aan cliënten bij het
deelnemen aan de maatschappij op het punt van werken, wonen en vrijetijdsbesteding.
SERVAASHOF EN
VERMAATSCHAPPELIJKING
Het Venrayse centrum ziet er steeds aantrekkelijker uit. Dit is sinds jaar en dag een gevleugelde
kreet onder alle lagen van de lokale bevolking. Foeilelijke reclame-uitingen zijn weg. Ook dringend
politieoptreden tegen wildfietsers en andere niet zo in het oog springende maatregelen in de
hoofdwinkelstraat zorgen voor een ordelijk centrum. Als je als gemeente de fiets uit je centrum
wilt weren, dien je wel een alternatief aan te bieden. Juist, een fietsstalling. En dan het liefst zo
dicht mogelijk bij de winkels.
07 MENTAAL
Dit is een mooie activiteit, temeer omdat deze buiten het terrein van GGZ NML
plaatsvindt. Belangrijk is vooral dat onze mensen het naar de zin hebben, met als
extra pluspunt contact met mensen uit het Venrayse.
5. Redactie Mentaal
Eleän Mulder-Verleg, hoofd- en eindredacteur
Sabine Nicolasen, Bureau Voorlichting en Communicatie
Anita Boom, Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid
Karin Geerkens, Verslavingszorg
Kjell Emonts, Langdurige Zorg
Truus Offermanns / Hilal Uysal-Cosgun, EAD
Kim Waskowskij, Specialistische functies
Jan Leijsten, Extern
Maria Spee, Intern Activiteitencentrum
Annemie Rours, HRM
Paul de Bijl, FACT Venray
Mentaal is het magazine van GGZ Noord- en
Midden-Limburg voor (oud-)medewerkers, vrijwilligers en
externe relaties en verschijnt zes keer per jaar.
Uitgave
Bureau Voorlichting en Communicatie GGZ Noord- en
Midden-Limburg
Oplage
2.600 exemplaren
Vormgeving
Ohho Venray
Fotografie
Johan Flapper, GGZ Noord- en Midden-Limburg,
Hans van der Beele, Sevenum,
Bureau Voorlichting en Communicatie GGZ Noord- en
Midden-Limburg
Drukkerij
ARS Grafisch Roermond
Redactieadres
GGZ Noord- en Midden-Limburg, Bureau Voorlichting en
Communicatie, t.a.v. E. Mulder-Verleg, postbus 5,
5800 AA Venray, tel. 0478-527186, mentaal@ggznml.nl
Deadline volgende nummer
5 november 2010. Foto’s gescheiden van tekst – dus als
apart jpg-bestand – aanleveren. Voor meer informatie
zie www.ggznml.nl of het intranet. Indien u besluit uw
abonnement te beëindigen, kunt u dit kenbaar maken via
mentaal@ggznml.nl of schriftelijk via het redactieadres.
COLOFON
GGZ Noord- en Midden-Limburg algemeen
0478-527527
Arbodienst Achmea Vitale
0475-399899
Wendy Treurniet-Groustra, bedrijfsarts
wendy.treurniet@achmea.nl
Louis Thissen, bedrijfsarts
louis.thissen@achmea.nl
Personeelsvertrouwenspersoon
0475-399899
John Blankers
john.blankers@achmea.nl
Klachtencommissie individuele medewerkers
0478-527597
avandenberg@ggznml.nl,
Commissie sociale begeleiding
0478-527597
avandenberg@ggznml.nl
Medezeggenschap medewerkers
0478-527245
Ziek- en herstelmelding
0478-527161
TELEFOONNUMMERS
08 MENTAAL 09 MENTAAL
EXPOSITIE BART DROST
MARKEERT OPENING TOPKLINISCHE CENTRUM NEUROPSYCHIATRIE
In de uitnodiging staat letterlijk: In de tentoonstelling ‘Bob, Bep, Bas en de anderen’ stelt
kunstenaar en creatief therapeut Bart Drost ons in de gelegenheid om zijn door de
patiëntenzorg geïnspireerde werk te bewonderen en daarmee het nieuwe centrum voor
Neuropsychiatrie in abstracto te openen.
Dit topklinische centrum verhuisde onlangs van de
Servaashof in Venray naar de Overloonseweg 6 in diezelfde
plaats. Op donderdag 29 juli in de namiddag was het dan
zover. Jos Egger opende het portrettenkabinet en met een
korte inleiding sprak hij vooral zijn nieuwsgierigheid uit
welke cliënten er precies werden afgebeeld op de verschil-
lende tekeningen. De nieuwsgierigheid van Jos werd overi-
gens snel de kop ingedrukt toen hij een tekening kreeg van
Bart met daarop zijn gezicht en zijn herkenbare afwijkin-
gen. De kunstwerken van Bart zijn de komende weken te
bewonderen in het hoofdgebouw van GGZ NML.
Geverfde lege muren
Naast een strakke inrichting, nieuwe meubels en vers
geverfde wanden wordt het nieuwe onderkomen van de
Neuropsychiatrie getekend door hele lege muren. Muren
die schreeuwen om kunstwerken, muren die schreeu-
wen om tekeningen, muren die de sfeer van het nieuwe
onderkomen zullen vervolmaken. Overigens is ook hier
Bart Drost en zijn kunstzinnige cliëntenteam al bezig om
het ‘kunstprobleem’ op creatieve wijze op te lossen. Ik
hoop dat ze zich in dat proces dan wel laten leiden door
een uitspraak van de beroemde Nederlandse schrijver
Jos Egger neemt zeer persoonlijke tekening van Bart Drost in ontvangst tijdens opening van het portrettenkabinet in het
hoofdgebouw aan de Stationsweg in Venray.
Ingang centrum voor Neuropsychiatrie
Lege huiskamerwand centrum, schreeuwend om…
Belcampo die zei: ‘Kunst streeft naar vorm en hoopt op
schoonheid’. Na de vakantie wordt er een start gemaakt
met het ‘aankleden’ van de muren in het centrum voor
Neuropsychiatrie.
Kunstenaar en creatief therapeut
Bart Drost (Venlo 1955) studeerde begin jaren tachtig af
aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. In 1987
werd hij genomineerd voor de Koninklijke Subsidie voor
Vrije Schilderkunst. Tentoonstellingen van zijn werk waren
onder meer te zien in Museum Van Bommel Van Dam
(Venlo), Museum Het Valkhof (Nijmegen), Museum Het
Princessenhof (Leeuwarden), als ook in Galerie Witteveen
(Amsterdam). Hij voerde monumentale opdrachten uit
voor onder andere het Juliana Kinderziekenhuis in Den
Haag, de gemeente Amsterdam, gemeente Nijmegen en
diverse particulieren. Als Artist in Residence werkte hij
in het ICCD in Thrivunanthapuram (India), casa Sofi a
in Barcelona (Spanje) en het Europees Keramisch Werk
Centrum in Den Bosch (Nederland). Voor zijn werk ontving
hij meerdere beurzen en stipendia, onder andere van het
Mondriaanfonds.
6. 10 MENTAAL 11 MENTAAL11 MENTAAL
Redding blijkt nabij
De weegschaal is een onplezierig apparaat. Misschien
is het wel beter dit onding op te ruimen. Op inter-
net ga ik op zoek naar alternatieven. In plaats van
honger lijden wil ik op een goede manier afvallen.
De oplossing is dichterbij dan gedacht: Franca van
de Munckhof, voorlichter en preventiewerker bij het
Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid (IGG) van
GGZ NML. Franca werkt tevens als trainer/coach bij
Visiom. Deze organisatie heeft als missie mensen te
leren hoe ze zich goed kunnen voelen. Dat kan bijvoor-
beeld belangrijk zijn als je wilt afvallen, meer zelfver-
trouwen of energie wilt, last hebt van onrust of wan-
neer je ongezonde gewoontes wilt kwijtraken.
Een flinke ommezwaai
Nadat Franca jarenlang in de winkel had gewerkt vond
ze het tijd voor iets anders. Vol enthousiasme stortte
zij zich rond haar veertigste op de opleiding Sociaal
Cultureel Werk. Aansluitend voltooide zij de opleiding
tot Psycho Sociaal Therapeut. Na haar studie kwam
Franca terecht bij de nachtopvang van verslaafden in
Blerick, inmiddels een onderdeel van Verslavingszorg.
Het werk in de nachtopvang sloot echter niet aan bij
wat Franca graag wil; mensen op weg helpen en met
hen aan de slag gaan.
Op het juiste moment kwam er een vacature bij het
IGG vrij. Franca greep direct haar kans en mag zichzelf
al ruim vijf jaar voorlichter noemen. Een richting die
veel beter bij haar past. Ze geeft mensen voorlichting en
helpt hen keuzes te maken. Tevens werkt ze sinds kort
acht uur per week bij Preventie. Franca geeft cursussen
en voert preventie-op-maat-gesprekken en gaat dus
echt met mensen aan de slag. Als preventiewerker geeft
Franca onder andere cursussen over eetstoornissen.
Ervaringsdeskundige
Eten en het gedrag er omheen heeft haar altijd gefas-
cineerd. Franca was zelf namelijk een groot deel van
haar leven met eten bezig. In die periode was ze niet
gelukkig. Diëten, afvallen, weer aankomen, voor Franca
werkte het niet. Intussen voert ze al lang geen strijd
meer met eten. Wel verdiept ze zich nog altijd graag
in het onderwerp. In het kader van haar preventiewerk
ging ze op zoek naar geschikte literatuur voor zichzelf
en haar cursisten. Ze kwam terecht bij de boeken van
Meijke van Herwijnen, een voedingswetenschapper die
gespecialiseerd is in gedrag en gewoontes. Meijkes kijk
op afvallen en haar manier van schrijven spraken Franca
aan, haar interesse was gewekt!
Trainer gezocht
Via de website van Meijke van Herwijnen kwam Franca
erachter dat er door het hele land trainingen worden
gegeven. Voor de regio Noord- en Midden-Limburg
zocht Visiom nog een trainer. Franca nam contact op
met Meijke, een kennismakingsgesprek volgde en na
GA VOOR GEZOND!
Na een paar dagen ontzettend goed op mijn eetgedrag gelet te hebben, ga ik
op de weegschaal staan in de hoop dat mij een beloning te wachten staat.
Niet dus! Ik ben niet afgevallen, geen gram. Nog een keertje erop. Zelfs
aangekomen? Hoe kan dat nou? De moed zakt me in mijn schoenen. Ik baal
ontzettend. Uit frustratie ga ik eten. Wat kan mij het ook allemaal schelen!
energie of zelfvertrouwen hebben, ze willen dit de rest
van hun leven voortzetten.
Individueel en in groepsverband
Franca geeft cursussen (in groepsverband) op locaties
in Venray, Venlo, Roermond en Weert. Cursisten zitten
vaak in hetzelfde schuitje en kunnen elkaar ondersteu-
nen. Daarnaast is individuele begeleiding ook mogelijk.
Sommige mensen voelen zich daar prettiger bij.
Fitte medewerkers zorgen voor gezonde prestaties
Steeds vaker wordt Visiom benaderd door bedrijven.
Bedrijven vinden het belangrijk dat medewerkers fit en
gelukkig zijn. Vooral in de Randstad worden steeds meer
workshops, trainingen en cursussen gegeven in het
bedrijfsleven.
Be positive!
Franca’s enthousiasme is aanstekelijk en heeft mij
behoorlijk overtuigd. Wie wil zich nou niet de rest van
zijn of haar leven goed voelen? Of het nou gaat om
gewicht verliezen, steviger in je schoenen staan of weer
energie krijgen. Wat Franca mensen vooral wil meege-
ven is dat iedereen moet genieten van het leven, die
kans krijg je immers maar één keer.
Eleän Mulder en Susanne Wouters
een spannende sollicitatieronde werd Franca vorig jaar
aangenomen. De opleiding tot trainer rondde zij met
succes af en dit jaar gaf Franca haar eerste trainingen.
Leren begrijpen
Visiom legt haar cursisten geen dieet op, maar
helpt hen met het veranderen van hun eetpatroon.
Daarnaast leren cursisten begrijpen waarom het
afvallen niet lukt. Afvallen betekent meer dan alleen
het eetgedrag aanpassen. Gedragsverandering speelt
een grote rol. Je hele manier van leven doet ertoe;
ontspanning, inspanning, hoe ga je om met onrust
en stress? Allemaal zaken die te maken hebben met
afvallen.
Goed voor jezelf zorgen
Cursisten beginnen met een intake waaruit blijkt wat
het probleem is en hoe Visiom de cursist kan helpen.
Mensen met een ernstige eetstoornis hebben andere
hulp nodig en worden verder verwezen. Bij Visiom gaat
het vooral om goed voor jezelf zorgen. Cursisten gaan
lekkerder in hun vel zitten en voelen zich fitter. Bij een
dieet draait het om wat je wel en niet mag eten. De
trainers van Visiom reiken daarentegen handvatten
aan. Zij helpen de cursisten met het maken van meer
gezonde keuzes. De verantwoordelijkheid ligt bij de
cursisten, die meestal zeer gemotiveerd zijn. Ze zijn
bereid nieuw gedrag aan te leren. Ze willen door hun
eigen inzet niet slechts tijdelijk slanker zijn of meer
Afvallen betekent meer dan alleen het eetgedrag aanpassen.
Gedragsverandering speelt een grote rol.
7. VAN OVERKOKEN
NAAR VERS
Gevoelig zijn voor prikkels en daar heftig op reageren. Zo heftig zelfs, dat het lang duurt voordat het
emotioneel basisniveau weer wordt bereikt. De regie kwijtraken over de eigen emoties is een stoor-
nis waar honderdduizenden Nederlanders mee kampen. De Vaardigheidstraining Emotie Regulatie
Stoornis (VERS) biedt hen technieken om emoties beter te leren hanteren. De training wordt sinds
begin verleden jaar ook door RCG Venlo en Venray aangeboden. Met succes: de belangstelling is
groot en de deelnemers geven aan profijt te hebben bij het aanleren van de vaardigheden. Ze ‘koken
niet meer zo snel over’, maar kunnen hun emoties beter reguleren.
De VERS-training is de Nederlandse versie van STEPPS, dat
in de Verenigde Staten is ontwikkeld en begin deze eeuw
is overgewaaid naar Nederland. De training leert mensen
die moeite hebben om hun emoties te reguleren daar
beter mee om te gaan. “Veel mensen die heftig reageren
aan om hun emoties beter te kunnen reguleren, zodat ze
er zelf ook meer invloed op hebben. Het besef van een
aangeboren kwetsbaarheid is belangrijk, maar óók het
besef dat je geen slachtoffer van je eigen emoties hoeft
te zijn.”
De VERS-training vult een lacune in het behandelaanbod
van de RCG’s in Venlo en Venray, stelt Ilse Wolters, even-
eens SPV en trainer. “We boden een therapie aan en we
werkten met individuele behandelingen, maar daar zat
niets tussen. De VERS-training overbrugt dat prima: het
is geen therapie, maar een vaardigheidstraining die in
groepsverband plaatsvindt. De deelnemers hebben steun
aan elkaar en dat contact met lotgenoten wordt als een
belangrijke meerwaarde ervaren.”
“De VERS-training is wel een additioneel aanbod”, vertelt
Diana Wong-Si-Kwie. Ook zij is SPV en trainer. “Iedere
cursist moet een individueel behandelaar hebben. Dus
het is niet mogelijk om alleen de VERS-training te doen
en daarnaast geen behandeling te volgen. Dat is een
voorwaarde, omdat het belangrijk is dat iedere deelnemer
buiten de bijeenkomsten kan terugvallen op een profes-
sioneel begeleider. Er kunnen door de training gevoelens
worden opgeroepen, waarbij professionele begeleiding
wenselijk is. Tijdens de training is daar geen ruimte voor.
Van de behandelaar wordt daarnaast verwacht dat deze
een ondersteunende bijdrage levert aan de VERS door bij-
voorbeeld de deelnemer zonodig te helpen met
huiswerk.”
De VERS-training vraagt een flinke betrokkenheid van
de deelnemers, heeft SPV Sjan van Gend ervaren. Zij is
een van de trainers bij RCG Venlo (met Karin Berden
en Odette Ameloh) en RCG Venray. “Motivatie is heel
belangrijk. De cursisten krijgen opdrachten mee, ze
moeten veel lezen en hebben dagelijks huiswerk. Ze
moeten erkennen dat ze moeite hebben om hun emoties
te reguleren en bereid zijn om in groepsverband vaardig-
heden aan te leren. Het is geen vrijblijvend programma.
Daarom screenen we de deelnemers ook streng. Er is een
VERS-intake waarbij we benadrukken dat we veel van
ze verwachten. Desondanks is het percentage uitvallers
hoog, landelijk zelfs 40%. Bij ons verlaat één op drie de
training voortijdig.”
op emotionele prikkels en zichzelf ‘daarin kwijt raken’,
hebben het idee dat dit hen overkomt en dat ze er niets
aan kunnen doen”, legt Jan Dirix, sociaal psychiatrisch
verpleegkundige (SPV) bij RCG Venray en VERS-trainer,
uit. “Ze voelen zich slachtoffer. Wij reiken hen technieken
Ilse Wolters: “Maar degenen die de cursus wél afronden,
zijn heel positief over het resultaat. Het gros geeft aan dat
ze de training veel eerder had moeten krijgen, om meer
balans in het leven te hebben. Het contact met lotgenoten
wordt op prijs gesteld. Dat geldt ook voor de steungroep.
Dat zijn directe naasten die door de deelnemer bij de
training betrokken worden. Voor hen zijn er ook twee
bijeenkomsten gedurende de loop van de training. Zij
krijgen daardoor beter inzicht in wat er met hun dierbare
aan de hand is en hoe ze daarmee kunnen omgaan.”
De VERS-training van RCG Venlo en Venray staat ook open
voor mensen die elders, bij andere instellingen, onder
behandeling staan. “De enige voorwaarde is dat de cliënt
een persoonlijk behandelaar heeft,” zeggen Diana Wong-Si-
Kwie en Sjan van Gend. “Dat hij of zij bij een andere instel-
ling onder behandeling is en bij ons de training volgt, is
geen probleem. Er zijn nu ook weer aanvragen van andere
organisaties die hun cliënten willen aanmelden voor onze
cursus. Ook huisartsen kunnen doorverwijzen naar de
intake.”
De VERS-training bestaat uit achttien wekelijkse bijeen-
komsten van zo’n 2.5 uur in een groep van acht tot twaalf
cursisten. Daarnaast zijn er nog twee bijeenkomsten voor
naasten. De VERS-training blijkt populair. “Aan het eind van
het jaar zijn RCG Venlo en Venray samen al aan de negende
cursus bezig”, weet Jan Dirix. “Dat is veel in twee jaar tijd.
Het geeft aan dat de training inspeelt op een behoefte. We
gaan volgend jaar ook VERS-2 aanbieden. Dat is een opfris-
cursus voor de mensen die de training hebben gevolgd. Uit
evaluatie is gebleken dat deelnemers het op prijs stellen dat
ze de aangeleerde technieken en vaardigheden na verloop
van tijd weer even kunnen opfrissen. Ook daaruit blijkt dat
de VERS-training het leven van mensen verrijkt.”
Meer informatie over de VERS-training is verkrijgbaar bij het
Informatiecentrum Geestelijke Gezondheidszorg van GGZ
NML: 0478-527066 of igg@ggznml.nl.
GROTE VRAAG NAAR VAARDIGHEIDSTRAINING EMOTIE REGULATIE STOORNIS BIJ RCG VENLO EN VENRAY De cursisten krijgen opdrachten mee, ze moeten veel lezen en hebben dagelijks
huiswerk. Ze moeten erkennen dat ze moeite hebben om hun emoties te reguleren
en bereid zijn om in groepsverband vaardigheden aan te leren.
12 MENTAAL 13 MENTAAL
V.l.n.r.: Diana Wong-Si-Kwie, Sjan van Gend, Ilse Wolters, Jan Dirix
8. 14 MENTAAL 15 MENTAAL
Deelname aan het maatschappelijk leven
Voor ieder mens is het belangrijk om deel te nemen
aan het maatschappelijk leven. Of het nu gaat om een
betaalde of onbetaalde baan, scholing, sociale contac-
ten of vrijetijdsbesteding. Dat geldt ook voor mensen
met psychische problemen. Een goed initiatief dus, die
metaal- en houtbewerkingswerkplaats. Er werken
ongeveer 15 cliënten, tevens is er een vrijwilliger
werkzaam. De meeste cliënten wonen thuis en zijn
of waren in behandeling bij GGZ NML. Daarnaast
woont een aantal cliënten op afdelingen en in de
appartementen op het Servaasterrein.
De klant is koning!
Cliënten houden zich op de werkplaats bezig met
hout- en metaalbewerking, maar ook met het repareren
van fietsen (het fietsproject) en het uitvoeren van
constructiewerk. De producten die ze maken worden
verkocht aan medewerkers en cliënten van GGZ NML
en particulieren die veelal uit de regio komen. In feite
is niets te gek, daar waar de klant behoefte aan heeft
wordt handgemaakt. De technische dienst van GGZ NML
weet de werkplaats steeds vaker te vinden. Ook wordt
de werkplaats regelmatig benaderd door particulieren en
bedrijven die een specifieke opdracht hebben. Zo wordt
er momenteel hard gewerkt aan salontafels voor
particulieren en men is druk bezig met de
vervaardiging van drinkfleshouders, in opdracht
van een grote fabrikant uit Tilburg.
Samen sterk
Cliënten mogen, naast de reguliere opdrachten, hun eigen
ideeën uitwerken. Iemand met een leuk en creatief idee
wordt gestimuleerd het idee uit te voeren. Uiteindelijk
wordt het idee een tastbaar product. Als een dergelijk
product in de smaak valt bij klanten worden er zelfs
meer van gemaakt. Tevens komt het regelmatig voor dat
de cliënten van hout en metaal de handen in elkaar slaan
en samen een product vervaardigen.
Flexibel met een grote F
Hoe komen cliënten terecht bij de werkplaats? Doorgaans
worden cliënten verwezen door trajectbegeleiders, het
Dagactiviteitencentrum (DAC) en het RCG Venray. Eerst
wordt er gekeken naar de mogelijkheden. Waar is de cliënt
goed in? Zijn er speciale wensen? Waar liggen zijn interes-
ses? De cliënt loopt eerst een paar dagen mee, zo proeft hij
aan de verschillende facetten die de werkplaats te bieden
heeft. De uiteindelijke keuze kan ook een combinatie zijn
tussen hout een metaal. De wensen van de cliënt staan
centraal. Dat blijkt ook uit de urenindeling. Cliënten mogen
zelf bepalen hoe vaak en wanneer zij het liefst werken.
Wil iemand bijvoorbeeld alleen in de ochtend werken?
Uitsluitend ‘s middags of juist de hele dag? Alles is mogelijk
en overal valt wel een mouw aan te passen.
Een leerproces
Een voormalig kok die nu fietsen repareert. Een automati-
seringsman die tegenwoordig in de houtbewerking zit.
PLEZIERIGE
DAGBESTEDING
Fiets kapot? Een oude bolder- of fietskar die opgeknapt moet worden? Op zoek naar een
handgemaakt houten stoeltje of een hobbelpaard? Medewerkers en cliënten van GGZ
Noord- en Midden- Limburg: stopt u maar met zoeken. Lever die fiets met lekke band af bij
de metaal- en houtbewerkingswerkplaats op het Servaashof in Venray, locatie Stationsweg,
en hij wordt voor u gerepareerd. En het mooie is dat u er niet alleen beter van wordt, de
cliënten die aan het werk zijn op de werkplaats worden er ook beter van. Zij beschikken
namelijk over een plek waar ze een zinvolle en prettige dagbesteding kunnen hebben.
de werkplaats op korte termijn naar de sociale werkplaats
(van de NLW Groep), gevestigd op het industrieterrein
Smakterheide in Venray. De cliënten van het fietsproject, die
verantwoordelijk zijn voor de reparatie van fietsen, blijven
op het Servaashof. Het fietsproject wordt ondergebracht bij
CUBUS, het cliëntenuitzendbureau van GGZ NML.
Arbeidsbegeleiders Ger en Harrie en de cliënten van de
werkplaats betreuren de verhuizing naar het industrie-
terrein enigszins. ‘Het is toch een stukje nostalgie wat
verloren gaat, we zitten hier namelijk al bijna 40 jaar’
zegt Ger. Er heerst lichte bezorgdheid, ‘zal de inloop
van cliënten en medewerkers van GGZ NML er in de
toekomst nog wel zijn?’ vragen de cliënten zich af. ‘Als
cliënten en medewerkers ons straks op willen zoeken
moeten ze er immers net iets meer moeite voor doen’.
‘Maar’ vervolgt Ger ‘we zullen er uiteindelijk allemaal
wel aan wennen’.
Zó doen we dat..
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de bezorgdheid van de
arbeidsbegeleiders en de cliënten van de werkplaats over
een tijdje ongegrond blijkt te zijn? Dat is eenvoudig: voor
die oude bolder- of fietskar, het handgemaakte houten
stoeltje of het hobbelpaard gaat u in de toekomst gewoon
naar industrieterrein Smakterheide!
Susanne Wouters
Ger Heldens en Harrie van Hagen, arbeidsbegeleiders op
de werkplaats, staan nergens van te kijken en vinden zo’n
grote overstap juist boeiend. ‘Deze mensen maken een
leerproces mee. Ze worden daarin gesteund en geholpen
door andere cliënten’ aldus Ger. Maar er zijn ook cliënten
die een minder grote sprong hebben gemaakt. Bijvoorbeeld
de voormalig meubelmaker, de lasser en de bouwvakker.
Het gros van de cliënten heeft een technische achter-
grond. Een aantal cliënten geeft aan dat metaal- en
houtbewerking hen niet altijd geboeid heeft. Die interesse
is gaandeweg gegroeid op de werkplaats. Sommigen
waren zo geboeid door het vak houtbewerking dat zij zich
inschreven voor de BBL-opleiding tot timmerman (niveau
3). Na afronding van de opleiding mogen zij zichzelf
Allround Timmerman noemen!
‘Ik voel me hier prettig’
De cliënten geven aan dat het werk op de werkplaats een
prettige dagbesteding is. De sfeer op de werkplaats is goed.
Iemands achtergrond doet er niet toe. Cliënten voelen zich
welkom. Het werk zorgt bovendien voor regelmaat en
sociale contacten in hun leven. Maar ook het opdoen
van ervaring en het feit dat ze wat om handen hebben is
belangrijk voor de cliënten. Voor sommige cliënten betekent
het werk op de werkplaats een opstapje naar betaald werk.
Een verhuizing in het verschiet
Het gebouw van de metaal- en houtbewerkingswerk-
plaats krijgt een andere bestemming. Daarom verhuist
9. ZORGPLAN
NIEUWE STIJL
Onlangs is een ontwerp gemaakt voor een zorgplan nieuwe stijl. Tot op heden was
er geen standaard sjabloon; behandelaren gebruikten verschillende modellen en het
ene model was meer uitgebreid dan het andere. Er ontstond behoefte aan eenduidig-
heid . Tevens voldeden de oude sjablonen niet meer aan de vereisten van de nieuwe
ZZP-financiering. Op nadrukkelijk verzoek van de directie LZ werd gewerkt aan de
ontwikkeling van een model dat, in eerste instantie, door alle behandelaren van de
Langdurige Zorg gebruikt zal gaan worden.
Mart van der Stelt, staflid Beheer en Projecten, is een
van de ontwikkelaars van het nieuwe zorgplan. “De ver-
schillende versies van zorgplannen die de ronde deden,
zorgden op onderdelen voor verwarring. Handleidingen
of gebruiksaanwijzingen waren niet aanwezig met als
mogelijk gevolg verschillende interpretaties en het
moeten doen van navraag. Over een zorgplan kan en
mag geen enkele onduidelijkheid zijn bij alle betrok-
kenen omdat dit weer consequenties heeft voor het
verpleegplan, het medicatieplan en ga zo maar door.”
Het nu voorliggende ontwerp laat geen ruimte over
voor dergelijke onduidelijkheden. Stap voor stap wordt
het formulier door de hoofdbehandelaar opgebouwd en
ingevuld. Hierbij worden duidelijke keuzemogelijkheden
aangegeven en al de benodigde administratieve gege-
vens en informatie wordt verwerkt. Door een koppeling
aan Psygis, het zorgregistratiesysteem, kunnen direct
betrokkenen op cliëntenniveau inhaken en zo inzicht
verkrijgen in het zorgplan, het behandelplan, het
medicatieplan e.d. “
Elke behandelaar kan bijvoorbeeld zien wat zijn of haar
collega op een bepaald moment in het behandeltraject
van een cliënt heeft gedaan. Verwarring is niet meer
mogelijk. De opzet zoals gesteld zal volgens Mart
resulteren in een betere sturing en monitoring.
Nieuw in het zorgplan is de rol van de naastbetrok-
kenen van de cliënt. Tot op heden was hier geen
zinsnede over opgenomen. Maar de impact van fami-
lieleden of ander naasten kan, bij een zorgvuldige
behandeling, niet zomaar worden genegeerd. Mart:
“Naastbetrokkenen spelen een belangrijke rol in de
geestelijke gezondheidszorg. Meestal bij behandeling
en verzorging van een cliënt, maar soms ook bij het
ontstaan van zijn of haar incidenten.
De cliënt bepaalt in principe zelf hoe naastbetrokkenen
bij de zorg worden betrokken en maakt hierover
afspraken met de behandelaar. Van de instelling wordt
verwacht dit te stimuleren. Bijvoorbeeld door samen
met de cliënt te bekijken welke rol naastbetrokkenen
willen en kunnen spelen. De instelling moet daarbij
natuurlijk wel rekening houden met de draagkracht
van de naastbetrokkenen en hun eventuele eigen
problematiek. ”
Het plan is in juni besproken en goedgekeurd door de
stuurgroep DBC/ZZP. Naar aanleiding van het akkoord
van de stuurgroep implementeert de projectgroep uiterlijk
1 januari 2011 het plan. Mart verwacht daar echter geen
problemen mee: “Het nieuwe model is mede ontwikkeld
met enkele behandelaren en heeft een zorgvuldige en
weloverwogen opbouw. Daarnaast voldoet het model aan
de nieuwe eisen in het kader van de ZZP-financiering.”
Kjell Emonts
“Het nieuwe zorgplan is een direct gevolg van de trapsgewijze organisatie naar
zorgfases: het zorgaanbod beweegt met de cliënt mee aan de hand van de
zorgvraag van de cliënt”
16 MENTAAL 17 MENTAAL
Het nieuwe zorgplan is opgebouwd uit een aan-
tal standaardgegevens (over cliënt, perspectief
juridische status etc.) en vervolgens uit negen
domeinen. Je kunt vervolgens elk domein op vier
onderdelen invullen (huidige situatie, aandachts-
punten en wensen, doelen, acties, afspraken en
evaluatie). De negen domeinen zijn:
• Psychiatrische toestandsbeeld
• Verslaving
• ADL
• Daginvulling
• Sociaal functioneren
• Financiën
• Sexualiteit
• Zingeving
• Somatiek
Mart van der Stelt
10. Relevante feiten
De heer R verbleef ten tijde van de klacht in een gesloten afdeling van
het Regionaal Centrum GGZ. Hij was met een Rechterlijke Machtiging
opgenomen vanwege een manisch psychotisch toestandsbeeld met een
toenemende ontremdheid en forse oordeels- en kritiekstoornissen. Het
was moeilijk om hem op de juiste medicatie in te stellen, omdat hij
bepaalde medicatie afwees vanwege slechte ervaringen in het verleden.
Hij werd op de afdeling meerdere keren onder invloed van cannabis
aangetroffen, wat tot een escalatie met verbaal en fysiek geweld tegen
verpleegkundigen en medepatiënten heeft geleid. Omdat hij veel baat
bleek te hebben bij een extern aangereikte structuur met vaste rustmo-
menten, is met hem een kamerprogramma afgesproken, waarbij hij 4 keer
per dag op een vaste tijd op zijn kamer moest gaan rusten. Daarbij mocht
hij geen muziek beluisteren of internetten. De bedoeling was dat hij op
die rustmomenten geen activiteiten ondernam en geen contact had met
andere patiënten. Buiten die rustmomenten gold die vrijheidsbeperking niet.
Verweer
De psychiater die het verweer voerde, gaf ter zitting aan dat de patiënt
al vele jaren in behandeling is en dat hij bekend is met een schizoaffec-
tieve stoornis. Hij weigert stelselmatig de medicatie die dient als stem-
mingsstabilisator. Daarom gaat het vaak mis en ontstaan er voortdurend
conflicten. Patiënt zou baat hebben bij de ingestelde rustmomenten op
de kamer. Na een half uur zou hij gestructureerder aanwezig zijn en zou
hij zijn gedachten beter kunnen ordenen. In zijn behandelplan wordt
vermeld dat de vrijheden op geleide van het beeld afgesproken worden
en dat de structurering hierbij, naast medicatie-inname, de meest
belangrijke factor is. Op vragen van de Commissie waarom de behande-
ling vanwege de diverse beperkingen niet in het kader van een dwang-
behandeling is geplaatst, gaf verweerder aan dat de klager dat veel
erger had gevonden. Er is gekozen voor de minst ingrijpende maatregel.
Dit neemt niet weg dat klager zich blijft verzetten.
Tegenverweer
Klager was van mening, dat de opgelegde beperkingen niet nodig zijn. Hij
zou rustig aanwezig kunnen zijn en met iedereen goed overweg kunnen.
Hij ontkende dat hij vaak cannabis gebruikt en dat hij andere patiënten
zou hebben bedreigd.
Beoordeling van de Commissie
De Commissie was van mening dat voldoende aannemelijk is
geworden, dat een aantal malen de conflictsituaties zodanig
zijn geëscaleerd, dat een ingrijpen op langere termijn nood-
zakelijk was. De Commissie achtte het aannemelijk dat klager
vanwege zijn stoornis onvoldoende in staat is zich aan de
regels te houden en waar nodig zichzelf te corrigeren. De
visie van klager dat hij zichzelf onder controle heeft en dat
zijn gedrag niet bedreigend is voor anderen, getuigt volgens
de Commissie van onvoldoende realiteitszin. Omdat blijkbaar
de beperking van de bewegingsvrijheid een structurerend
en rustgevend effect heeft op het gedrag van de klager,
waardoor een verdere ontremming wordt voorkomen, was de
Commissie van oordeel dat de beperkingen van bewegings-
vrijheid en het kamerprogramma terecht zijn opgelegd en
voldoen aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en
doelmatigheid.
Uitspraak
De Commissie verklaarde de klacht dat de vrijheidsbeperkingen
en het kamerprogramma ten onrechte aan de heer R zijn
opgelegd, voor ongegrond.
Commentaar
Vanuit een zelfbeschikkingsrecht mag iedere patiënt zelf
uitmaken of hij een behandeling wel of niet wil ondergaan.
De Wet BOPZ maakt hierop enkele uitzonderingen. In een
aantal gevallen mag dwang worden toegepast, vooral in
gevallen waarin het gedrag van de patiënt een gevaar is
voor zichzelf of voor anderen. In dit geval gaat het om vrij-
heidsbeperkende maatregelen conform artikel 40 BOPZ. De
vrijheidsbeperkende maatregelen zijn toegestaan, indien
naar het oordeel van de voor de behandeling verantwoor-
delijke persoon zonder beperkingen in de bewegingsvrijheid
ernstige nadelige gevolgen moeten worden gevreesd voor
de gezondheidstoestand van de patiënt, of indien de orde
in het ziekenhuis ernstig verstoord dreigt te worden of de
patiënt een strafbaar feit dreigt te begaan.
Bovendien moet voldaan zijn aan de eisen van proportiona-
liteit, subsidiariteit en doelmatigheid. De Commissie is van
mening dat in deze casus voldaan is aan al deze voorwaar-
den. Maar de patiënten-vertrouwenspersoon vond dat de
opgelegde beperkingen meer leken op een dwangbehande-
ling dan op een beperking van de bewegingsvrijheid. De
verweerder had bewust niet ingezet op dwangbehandeling,
omdat het verzet van de patiënt daartegen waarschijnlijk
groter zou zijn dan tegen het kamerprogramma. Dit laat-
ste had dan de voorkeur, omdat het minder ingrijpend was
(proportionaliteit en subsidiariteit) en omdat het gewenste
effect bereikt werd (doelmatigheid). Een terechte keuze.
Als de patiënt niet aan het kamerprogramma zou hebben
meegewerkt, zou waarschijnlijk toch dwangbehandeling zijn
toegepast. Sinds de mogelijkheden van dwangbehandeling
zijn verruimd, zijn de grenzen tussen het gevaarscriterium
en het bestwill-criterium ietwat vervaagd. Het bestwill-
criterium wordt in de terminologie van de Wet Verplichte
GGZ het ernstige nadeelcriterium genoemd.
De klacht richt zich tegen de vrijheidsbeperkingen die aan
klager zijn opgelegd en tegen het kamerprogramma dat hij
verplicht is te volgen.
GGZ Noord- en Midden-
Limburg heeft een
Klachtencommissie voor
Cliënten op grond van de
Wet Klachtrecht Cliënten
Zorgsector (WKCZ) en de
Wet Bijzondere Opnemingen
in Psychiatrische
Ziekenhuizen (BOPZ).
Een cliënt of degenen die
optreedt namens de cliënt
kan een klacht indienen bij
deze commissie als hij of
zij bezwaar heeft tegen
een gedraging van een
medewerker of een
handelwijze van de
instelling jegens de
cliënt of tegen een
beslissing met betrekking
tot de behandeling of
begeleiding die gevolgen
heeft voor de cliënt.
De commissie verklaart
de klacht gegrond of
ongegrond en brengt
haar oordeel ter kennis
van de Raad van Bestuur
die vervolgens maatregelen
kan treffen.
GEGROND
ON
KLACHT
Ad Burgmans verzorgt deze rubriek in opdracht als jurist van ADJUST juridisch advies.
Vanuit een zelfbeschikkingsrecht mag iedere patiënt zelf uitmaken of hij
een behandeling wel of niet wil ondergaan. De Wet BOPZ maakt hierop
enkele uitzonderingen.
18 MENTAAL 19 MENTAAL
11. 20 MENTAAL 21 MENTAAL
Tineke Speetjens, die als opleidingscoördinator verbonden is aan
GGZ NML, heeft onderzoek gedaan naar de mogelijke gap tussen
de beroepsprestaties van de beginnende beroepsbeoefenaar en
de wensen van de beroepspraktijk. Dit onderzoek is uitgevoerd
aan de hand van de ‘critical incident methode’, een officiële
praktisch ingestelde onderzoeksmethode. Tineke: “Jammer
genoeg is uit het onderzoek gebleken dat er inderdaad sprake is
van een gap. De verpleegkundige inservice-opleiding is verbreed
conform de Europese richtlijnen. Maar door deze verbreding zie
je tegelijkertijd dat de verdieping en kwaliteit van de opleiding
achteruit gaat. Dit is dan ook de grootste kritiek die er momen-
teel op de verpleegkundige opleiding is. Het gevolg hiervan is,
dat steeds meer instellingen die verpleegkundigen opleiden,
vragen om een specialisatie van de opleiding”.
Tineke vervolgt: “GGZ Eindhoven, Novadic Kentron en GGZ NML
gaan vanaf september samen een groep studenten branche-
gericht opleiden. Het doel van het branchegericht opleiden
is meer aandacht te geven aan de specifieke vaardigheden en
meer diepgang te creëren in de theorie van de psychiatrie.
Het hele onderwijsprogramma zal herschreven worden.
De psychiatrische zorgvrager zal hierin centraal staan. Alle
facetten zullen aan bod komen, belicht vanuit de psychiatrie.
Kraamzorg zal bijvoorbeeld ook aan bod komen, maar hierin
zal met name aandacht besteed worden aan postnatale
depressie”.
De opleiding
“Tijdens de vierjarige opleiding zullen de leerlingen 10 weken
naar school gaan, en aansluitend direct gaan meelopen in de
praktijk. Ook zullen de leerlingen twee dagen per twee weken
naar school gaan. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat
leerlingen dan veel meer opnemen dat één keer per week
naar school, en dat leerkrachten beter kunnen doorgaan op
onderwerpen die behandeld worden.
De leerlingen gaan ook een andere route doorlopen. In de drie
stages die verdeeld zijn over cluster A (lage complexe zorg;
bijv. Vincentiushuis, Korsakov wonen), B (meer complexiteit;
bijv. Intensief 1 en 2) en C (bijv. opnameafdelingen), is een
vierdeling aangebracht. De overstap van A naar B en van B
naar C was vaak te groot voor de leerling. Door de vierdeling
is de overstap voor de leerlingen geleidelijker.
Ook vinden er acht themabijeenkomsten van een week plaats.
Deze zullen samen met het ROC op de verschillende locaties
van de deelnemende instellingen verzorgd worden”.
SAMENWERKING GGZ NML
EN ROC EINDHOVEN
MUZIEK WERK PLAATS
BIJT SPITS AF
De samenwerking tussen de instellingen en het ROC Eindhoven is
vastgelegd in een overeenkomst. Hierin verbindt GGZ NML zich
met vier leerlingen voor vier jaren aan deze nieuwe vorm van
leren. Eind februari 2011 besluiten we of we doorgaan en ons voor
langere tijd gaan verbinden.
Om in te kunnen spelen op de laatste ontwikkelingen in de psychi-
atrie is het van belang om de praktijk naar de opleiding te halen.
Docenten, werkzaam in de verschillende instellingen, zullen daarom
betrokken gaan worden bij het verzorgen van lessen bij het ROC.
Binden en boeien
Tineke: “Hoe kun je mensen aantrekken voor het vak van psychi-
atrisch verpleegkundige, ofwel binden en boeien van mensen?
Gebleken is dat psychiatrisch verpleegkundigen reageren vanuit
intrinsieke motivatie. Zij voelen zich meer aangetrokken tot de
psychiatrie, of hebben iets meegemaakt vanuit de persoonlijke
sfeer. Daarom is het heel belangrijk dat we branchegericht gaan
opleiden. Want als de intrinsieke motivatie belangrijk is voor het
binden en boeien van onze leerlingen, dan is het belangrijk dat
je vanaf het begin mensen inhoudelijk kunt boeien door met de
materie bezig te zijn. Uiteindelijk willen we het beste uit onze
mensen halen!”
Eleän Mulder
Hoe kunnen we nog meer uit onze toekomstige verpleegkundigen halen? Wat kunnen we als organisatie
doen om onze leerling-verpleegkundigen nog meer verdieping en kwaliteit van opleiden te geven? Dit is te
bewerkstelligen door onze leerlingen branchegericht te gaan opleiden. Vanaf september 2010 gaan vier BBL
leerlingen van GGZ NML een branchegerichte opleiding volgen aan het ROC Eindhoven. Zij zullen dit samen
met 22 studenten van andere organisaties gaan doen.
V.l.n.r. Tineke Speetjens, en de praktijkbegeleiders Anja Kwarten
en Jeroen Swinkesls (op de foto ontbreekt Els Peeters ).
Zo ook door de deelnemers van de Muziek Werk Plaats. Wekenlang is er door hen druk en intensief geoefend om goed
voor de dag te komen. De Muziek Werk Plaats is - als onderdeel van Stichting De Kunst Werk Plaats - een maatschap-
pelijke steuninstelling die d.m.v. muziekbeoefening bijdraagt aan zingeving en structuur voor mensen met een
GGZ-achtergrond.
Dat de organisatie van Venray Muzikaal Totaal de Muziek Werk Plaats een warm hart toedraagt bleek uit het feit dat
het podium op het Henseniusplein voor hen al op vrijdagmiddag beschikbaar was. Het was een hele eer om ook dit jaar
weer de spits te mogen afbijten. Van 14.00u tot 16.15u volgde onder de stralende zon een spetterend muziekspektakel.
Dit jaar had de Muziek Werk Plaats zelfs zeven groepen en bands die zich presenteerden aan het enthousiaste
publiek. Rock en popmuziek, singer-songwritermuziek, Fusion en ook Djembémuziek wisselden elkaar in een mooi en
evenwichtig programma af. Ondanks dat het voor een aantal mensen de eerste keer was dat ze voor publiek speelden,
was van spanning en podiumvrees niets te merken. Het plezier straalde dan ook van de trotse gezichten. Het applaus
en de complimenten van het publiek werden dankbaar in ontvangst genomen.
Jos Koenen
Venray Muzikaal Totaal is een jaarlijks terugkerend evenement waar muzikale talenten uit de hele regio hun
muzikale kunsten kunnen laten zien en horen. Op vrijdagavond 16 juli waren opnieuw, verspreid door het
hele centrum van Venray, tientallen bands en muziekgezelschappen te bewonderen. Honderden muzikanten
leven weken, zelfs maanden toe naar dit prachtige evenement.
12. 22 MENTAAL 23 MENTAAL
WETENSCHAP
"Wanneer je een schip wilt gaan bouwen
Breng dan geen mensen bijeen om timmerhout te sjouwen
Of te tekenen alleen.
Voorkom dat ze taken ontvangen
Deel evenmin plannen mee
Maar leer eerst mensen verlangen
Naar de eindeloze zee"
Toen ik dit motto las van Antoine de Saint-Exupéry bij het
begin van het eerste hoofdstuk, besloot ik om kennis te
maken met een boek dat deze visie deelde.
Er staan meer goede citaten boven de hoofdstukken van
dit, inclusief de omslag, mooi vormgegeven boek. Alles in
stijl met de flaptekst waarop staat dat je mede aan de aan-
kleding, het interieur, de indeling van de ruimtes, de kunst
aan de muur, kunt zien of je bij een ‘zinorganisatie’ bent.
Een volwassen organisatie draagt zorg voor de aankleding,
maar wat zie je wanneer alles nog vanuit de kinderschoenen
aan het groeien is? Achteraf kijken is makkelijker dan
voorspoedige groei voorspellen. Het boek kijkt achteraf naar
succesvolle ondernemingen en probeert dan voorwaarden
voor succes daaruit te destilleren. Een goede visie is een
van die voorwaarden die succes verklaart. Als meetlat voor
de plek waar u werkt kan het bruikbaar zijn, maar niet
SDU Uitgevers bv, Den Haag; ISBN 978 - 90- 5261 582
altijd. Zo leest u op pagina 69 (van dit boek
uit 2007) dat door een bepaalde werkwijze
bij onze Postbank ‘het merk hierdoor bij
velen is gaan leven’. Toch zitten wij nu met
het overlijden van de Postbank.
Fascinerend is het ‘koffiebonen-verhaal’
in de inleiding; boeiender dan de mission-
statement van Starbucks dat er in een
gekleurd kadertje op volgt. Jammer
genoeg staan er te weinig van dergelijke
inspirerende verhaaltjes in.
Die verschillende geschiedenissen zijn goed
en vlot geschreven en lezen lekker. Maar
ze hangen in een management frame van
‘modellen’, ‘schema’s’, ‘taartpunten’ en
‘tabellen’. Adviseurstaal als "de vier
kussens", "de vier energiezones", "de vier
cultuurtypen A,B,C en D" (Analytisch, Betrokken, Creatief
en Daadkracht) en "Visie als vierluik", maken het bij
elkaar toch tot een typisch managementboek. Ik denk dat
ik voor mijn visie ‘De kleine prins’ van de Saint-Exupéry
ga herlezen.
abe
HANS VAN DER LOO, JEROEN GEELHOED, SALEM SAMHOUD
‘ORGANISATIES ENERGIEK EN EFFECTIEF MAKEN’, 5E DRUK, JANUARI 2010
“KUS DE VISIE WAKKER”
Een van de prioriteiten van het dossier was om de 3800
dossieritems terug te brengen naar maximum 380.
De voornaamste redenen:
• Té veel van “hetzelfde”.
• Informatie die verloren kan gaan bij overplaatsing van
de cliënt.
• Door de diversiteit aan documentitems is het moeilijk
om in de toekomst de zorglijnen in de dagelijkse
praktijk te kunnen ondersteunen
Het is gelukt het dossier uniform én herkenbaar te
maken voor iedere hulpverlener, mede door de grote
inzet van onze collega-verpleegkundigen in de project-
groep UVD (Uniform Verpleegkundig Dossier) en hun
expertise binnen het verpleegkundig dossier.
Vanaf 4 oktober a.s. zal het verpleegkundig dossier een
prominente rol krijgen als integraal onderdeel van het
medisch dossier. In het kader van de implementatie van
zorglijnen binnen GGZNML zal duidelijk worden hoe de
verschillende disciplines met elkaar zullen gaan samen-
werken. Een uniform EPD draagt bij in de onderlinge
samenwerking. Gezien de dynamiek in onze omgeving
maar ook met het oog op de invoering van zorglijnen
is het leggen van verbindingen en uniformiteit tussen
de organisatieonderdelen van belang. Het uniform
verpleegkundig dossier is hierbij een belangrijk
voorwaardenscheppend hulpmiddel.
“De aandachtsverpleegkundige”
Mede door de hulp van alle leidinggevenden heeft de
projectgroep UVD een grote groep ‘aandachtsverpleeg-
kundigen” kunnen formeren. Deze groep verpleeg-
kundigen zijn door hun leidinggevenden gevraagd om
ondersteuning te bieden gedurende de implementatie
op de afdelingen en bij evt. vragen. Vervolgens zal
deze groep aandachtsverpleegkundigen in januari 2011
uitgenodigd worden om deel te nemen aan een evalu-
atieronde Uniform Verpleegkundig Dossier. Momenteel
is Functioneel Beheer bezig om op korte termijn een
masterclass voor de aandachtsverpleegkundigen voor te
bereiden. Verdieping en verbreding binnen het dossier
staan hierin centraal.
VAN 3800 NAAR
380 DOSSIERITEMS
UNIFORMERING VERPLEEGKUNDIG DOSSIER
Presentaties/instructies nieuwe werkwijze
Op 22 september jl. heeft de eerste presentatie
plaatsgevonden voor de aandachtsverpleegkundigen.
Verder staan er nog twee presentaties gepland op 30
september en 1 oktober a.s. voor alle andere collega’s die
werken met het verpleegkundig dossier. Natuurlijk kan
een hulpverlener ná de implementatie altijd met vragen
terecht bij de aandachtsverpleegkundige óf de helpdesk
van de afdeling Functioneel Beheer (T: 7000). Meer infor-
matie over dit onderwerp vindt men ook op intranet.
Wij danken alle collega’s die ons enorm hebben geholpen
om te komen tot een Uniform Verpleegkundig Dossier en
dat het uiteindelijke resultaat bijdraagt in de onderlinge
samenwerking!
Namens de projectgroep Uniform Verpleegkundig Dossier
Constant Favier, Projectleider
Een uniform verpleegkundig dossier waarvan de huidige 3800 dossieritems zijn teruggebracht naar 380
dossieritems! Vanaf 4 oktober 2010 zal iedereen die werkt met het verpleegkundig dossier, gebruik gaan
maken van deze nieuwe opzet.
13. COLUMNICATIE
UITNODIGING
OPEN DAG
VERSLAVINGSZORG/
KORSAKOV
9 OKTOBER 2010
Crisis
Ik zal eerlijk zeggen, de afgelopen maanden heb
ik geen woord op papier gezet. Gisteravond heb ik
nog geprobeerd te schrijven, maar dat mocht niet
vruchtbaar zijn. Dus ik zit nu nagelbijtend achter
mijn laptop. Writersblock misschien? Zou perfect
kleuren bij de ambiance van maatschappelijke
crisissen waarin we nu zitten; kranten staan vol
van hoge heren en dames van de politiek die
De Weg kwijt zijn. Zijn we ook net de financiële
crisis te boven.
Kijk, weet je wat het punt is? Het is niet zo heel
moeilijk om op zijn minst je gewoon te voelen.
“Gelukkig”of “blij” is dan weer het andere uiterste,
maar een klein beetje hulp kan iedereen blijkbaar
gebruiken, dat blijkt maar weer.
Elke avond, stipt om zes uur tijdens het journaal,
word ik met opgetrokken wenkbrauwen en een
kluitje het riet ingestuurd. Welnu mensen, ik houd
het hoofd op! Ik blijf drijven in de zee die zo nu
en dan iets te diep is. Als we er allemaal zo’n
rommeltje van maken, zijn binnenkort de Grote
Steunpilaren ook failliet. Dat moeten we niet heb-
ben. Ik zou zelfs willen zeggen: “Kom op, kabinet!
En nu de schouders er onder en knallen!!”
Of zijn de zaken deze keer iets te ingewikkeld om
positief te blijven? Moeten we de aarde onder onze
voeten voelen afbrokkelen en de lichten dimmen
om in schemer een hoekje op te zoeken?
Ik verwacht op zijn minst dat de wereld waarin ik
leef niet meegaat in de neerslachtigheid waarmee
ik soms wakker word, want dan is er niemand die
me kan optrekken uit het dal.
Niet zo draaien, niet zo praten zonder zeggen daar
in de Tweede Kamer. Het is tijd om door te gaan.
Ik krijg het koud.
Sanne
24 MENTAAL
Op zaterdag 9 oktober a.s. is er een open dag
Verslavingszorg/Korsakov. Verslavingskliniek Paschalis
in Oostrum opent haar deuren voor het publiek.
Via het volgen van een route door de kliniek, gevestigd
in een voormalig kloostergebouw, zullen bezoekers
worden geïnformeerd over wat verslaving is en over de
verschillende behandelingen die wij als verslavingskliniek/
ambulante zorg bieden. Ook de Korsakov Kliniek en de
afdeling Preventie zullen vertegenwoordigd zijn.
Onderdelen van deze dag zijn onder andere:
• De binnenkant van een verslavingskliniek.
• Informatie over de diverse middelen en verslavingen.
• Workshop Middelen weigeren: Ervaar hoe moeilijk en
lastig het kan zijn om een middel te weigeren.
• Workshop Terugvalpreventie: Hoe ga ik het verlangen
te lijf?
• Workshop Creatieve therapie: Een oefening in
ego-versterking.
• Een kijkje in de creatieve werkplaats 4B.
• Presentaties van de diverse behandelafdelingen van de
kliniek Paschalis, ambulante verslavingszorg en
Korsakovkliniek.
• Presentaties en testen van onze afdeling Preventie.
Na afloop kunt u onder het genot van koffie of thee
napraten met c.q. informatie opvragen bij cliënten en
hulpverleners.
Voorafgaand aan de open dag zal voor genodigden de
presentatie van het boek ‘Paschalis’ plaatsvinden.
Het boek is deze dag te koop voor 15 euro.
U bent van harte welkom op deze open dag!
25 MENTAAL
14. VEILIG WERKEN LANGS DE WEG
De deelnemers van het Opschoonteam over de cursus:
• De cursus Veilig Werken Langs de Weg hebben we ervaren als interessant en erg leerzaam; je wordt toch
op een aantal dingen gewezen die wel degelijk van belang zijn tijdens je opschoonwerkzaamheden.
• De cursusleider van het Citaverde college, waarvan we les hebben gehad, was een fijne man.
Hij was erg duidelijk in het uitleggen van de lesstof. Het niveau van de cursus had zelfs wel wat
hoger mogen zijn!
• We hopen allemaal dat er in de toekomst meerdere cursussen worden mogelijk gemaakt die betrekking
hebben op het opschonen. Ook andere cursussen zouden erg leuk en interessant kunnen zijn!
Van onze kant uit willen we het Citaverde College bedanken voor deze mogelijkheid!
26 MENTAAL 27 MENTAAL
Enkele maanden geleden hebben de
deelnemers van het Opschoonteam
Weert, een van de zwerfvuilprojecten
van GGZ Noord en Midden Limburg,
de cursus Veilig Werken Langs de Weg
gevolgd. Het betrof hier een cursus
waarin de deelnemers handvaten kregen
aangereikt om op een veilige wijze hun
werkzaamheden tijdens het schonen
van de straten in Weert uit te kunnen
voeren.
Op 8 juli j.l. kregen ze uit handen van
dhr. G. Lenders, werkleider afdeling
Sociale Zaken en dhr. H. Litjens, wet-
houder Gemeente Weert, de behaalde
certificaten uitgereikt onder toeziend
oog van zowel medewerkers gemeente
Weert, Citaverde College en
GGZ Noord- en Midden-Limburg.
De deelnemers werden geprezen voor
hun inzet in de stad en kregen als
bedankje namens de gemeente een
koelkast aangeboden. Tenslotte over-
handigde een van de oud-deelnemers
van Sjoon Team Remunj, het zwerf-
vuilproject uit Roermond, aan een van
de deelnemers van het Opschoonteam
Weert een uithangbord met het nieuwe
logo van het team.
Deelnemers Opschoonteam Weert
Eén van de deelnemers.
Eén van de deelnemers.
INFORMATIECENTRUM
GEESTELIJKE
GEZONDHEID
Hiltho 2010: Gezellig struinen langs standjes met koopjes,
handige hebbedingetjes en interessante informatie.
Bijzondere dingen proeven en ideeën opdoen bij een
kookworkshop, af en toe even neerstrijken voor een hapje
en een drankje en genieten van live optredens van
Limburgse artiesten. En wie weet komt u wel in beeld:
TV Limburg is aanwezig!
Van vrijdag 1 t/m woensdag 6 oktober is het weer zover.
Eenmaal per vier jaar wordt in Horst de HILTHO georga-
niseerd. Deze vindt plaats in een groot tentencomplex in
Kasteelpark Ter Horst aan de A73, afrit 10. De meer dan 300
exposanten bieden u bijna alles voor huis en interieur, bouw
en verbouw, tuin en buitenleven, woondecoraties, vakantie
en vrije tijd, opleidingen, mode en accessoires, gezondheids-
zorg en nog heel veel meer.
In samenwerking met Veilig Verkeer Nederland is ook
GGZ Noord- en Midden-Limburg met een stand op de
HILTHO aanwezig. Wij geven dan voorlichting over
alcoholpreventie en behandelmogelijkheden van de GGZ.
Wij staan op de beurs met interactief, mondeling en
schriftelijk informatiemateriaal.
Meer informatie www.hilthohorst.nl
Citaat Hiltho 2006: “Ook had men de gelegenheid tot
deelname aan een vraag en antwoordspel opgezet door
medewerkers van de GGZ. over het alcoholgebruik.
Deze hadden veel bekijks en interesse vanuit het publiek.
Het vele foldermateriaal vond dan ook gretig aftrek”.
Citaat Hiltho 2006: “Over het publiek valt nog te melden dat
er erg veel ouders uit de regio komen die we moeilijk op
andere manieren bereiken. Ook bleken er veel jongeren te
komen die in de stand de vragenlijsten wilden invullen en
met ons in gesprek gingen. Het is een behoorlijke tijds-
investering en je praat je de blaren op de tong. Uiteindelijk
maken de aantallen en het “soort” bezoekers het zeer de
moeite waard”.
GGZ OP DE HILTHO 2010
Citaat Hiltho 2006: “We kunnen terugzien op een zeer succesvolle beurs, die veel bezoekers heeft
getrokken en waarbij onze doelstelling, om de mensen bewust te maken van de gevaren van alcohol in
het verkeer, zeker gehaald is. Onze stand is druk bezocht en er is actief door de bezoekers deelgenomen
aan de quiz en het alcoholbrein van de GGZ Verslavingspreventie en de alcoholsimulator. Ook discussies
met bezoekers werden op een goede wijze gevoerd”.
Wegwijs
Het Informatiecentrum is er voor iedereen die vragen
heeft of informatie wil over geestelijke gezondheid(szorg)
in zijn algemeenheid en GGZ NML in het bijzonder. Heeft
u een vraag of verzoek, neem gewoon een keer contact
met ons op. Nieuwsgierig geworden? Wandel dan
vrijblijvend bij ons binnen, u bent van harte welkom!
Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid
Stationsweg 46, 5803 AC Venray
Centraal telefoonnummer 0478 - 527066
E-mail igg@ggznml.nl
Openingstijden locatie Venray
Maandag t/m vrijdag
9.00 tot 12.00 uur en 13.00 tot 16.00 uur
Bezoekadres Servaashof, Stationsweg 46
Openingstijden locatie Venlo
Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag:
9.00 tot 12.00 uur Woensdag 13.00 tot 16.00 uur
Bezoekadres RCG Venlo, Tegelseweg 210
15. In deze rubriek staat het contact centraal tussen een
behandelaar en een cliënt. Henk van Vorselen is
woonbegeleider binnen de divisie Verslavingszorg.
DE ONTMOETING
Jozef
Jozef, de wederhelft van Maria zult u zeggen. Maar nee, deze Jozef had zeker
wel wat met timmeren maar dan zonder hout. Onze eerste ontmoeting was bij
de gemeente, bij de schuldhulpverlening. Hij had daar samen met zijn partner
alle administratie neergekieperd onder het motto ‘zoek het nu maar lekker
uit en regel mijn schulden maar’. Aangezien hij buiten zijn schulden ook nog
regelmatig negatief opviel, werd mij gevraagd hem bij te staan met ambulante
woonbegeleiding. Een greep uit zijn assortiment ellende: rijbewijs afgenomen,
toch evengoed rijden, katvanger, geen verzekering, ongekeurd rijden, bergen
schuld, een pilsje ging er ook wel in, en ga zo maar verder.
In de opstartperiode ging het al gelijk faliekant mis. Tijdens een weekend
waarin alcohol volop stroomde, vond hij het nodig zijn partner weer eens te
verbouwen. Dus toen ik ‘s maandags gebeld werd door de afdeling huiselijk
geweld, zat Jozef achter tralies en Maria in de lappenmand. Omdat tijdens de
ongeregeldheden nogal wat spullen van de bouwvereniging versneld aan
renovatie toe waren, werd mij te verstaan gegeven dat de verhuurder alles in
het werk ging stellen om het huurcontract te ontbinden. Maria had ondertus-
sen de aanklacht weer ingetrokken, omdat zij volgens eigen zeggen gevallen
was in de woonkamer, op de salontafel, de eethoek, tegen de wandmeubel,
en een paar keer in de gang. Bij het oprapen van de gevallen vrouw is de rest
van het interieur aan diggelen gegaan. Aangezien de klussenman weer vrij zou
komen, werd door ons bij de bouwvereniging een rond tafeloverleg gepland
teneinde te proberen hen met de beste toezeggingen wonende te houden.
Echte toezeggingen kregen we niet, wel de belofte de zaak nog eens te
bekijken. Het weekend dat hij naar huis mocht, werd weer een feestweekend.
Nu was het de familie die op de galerij nog verschillende dingen sloopte die
men waarschijnlijk de eerste keer over het hoofd had gezien. Weer met politie
en alle toeters en bellen.
Van ‘de zaak nog eens bekijken’ is uiteraard niets meer terecht gekomen.
Jozef, die de bui al zag hangen, besloot toen van de rente van de schuld een
camper aan te schaffen en uit de regio te vertrekken. Ik heb het zelfs nog
klaargespeeld om hem de huur op te laten zeggen. Iets dat op zichzelf wel
positief was. Het negatieve was op de dag van vertrek waarop hij de rest van
het overtollige huisraad over het balkon kiepte van vijf hoog naar beneden.
Toen beiden na enkele maanden weer in de regio opdoken, namen ze contact
met mij op teneinde nog eens bij de bouwvereniging te gaan praten over
woonruimte. Dit gesprek zal ik nooit vergeten. Bij binnenkomst geen koffie en
de sociale beheerder liet hen rustig vertellen hoe goed het nu met hen ging.
Toen vroeg hij: “Wat kan deze kloothommel van deze k…bouwvereniging voor
jullie betekenen”? De mond van de partner viel open en vroeg: “Hoe kunt u dit
nou zeggen”? Deze antwoordde: “Dat waren de woorden van uw echtgenoot
toen u de vorige keer hier vertrok. Verder gaf u mij het idee dat u, door uw
manier van praten, van een betere afkomst zou zijn. Maar u woont wel samen
met iemand waarbij ik nog niet begraven zou willen liggen”.
“Kunnen wij wel reageren op woningen”?, was hun vraag. “Ja hoor, maar na
mijn pensioen”, zei de veertigjarige beheerder.
28 MENTAAL 29 MENTAAL
BESTE IDEE 2010
In april van dit jaar riep het Zorginnovatie Netwerk (ZIN) medewerkers van GGZ Noord- en Midden-
Limburg op om innovatieve ideeën ter verbetering van de zorg aan te dragen. Dinsdag 24 augustus
benoemde de zeskoppige jury het idee ‘Aandacht voor seksualiteit’ tot het winnende idee van 2010!
De trotse en innovatieve bedenkers zijn Marlou Meerts en Jane Lelieberg. De gedachte achter het
idee is: het thema ‘seksualiteit’ voor eens en altijd goed op de kaart zetten binnen de zorgverlening
en ondersteuning aan cliënten. De inzet en gedrevenheid van Marlou en Jane werd beloond met de
hoofdprijs, financiering van de uitvoering.
Aandacht voor seksualiteit
Hoe ga je om met homoseksualiteit van je cliënt? Hoe benader je
slachtoffers en daders van seksueel misbruik? Hoe maak je medi-
catiegebruik en de gevolgen daarvan op de seksuele prestaties
bespreekbaar? Kortom: lastige vragen die grote invloed kunnen
hebben op het functioneren van de cliënt in vele facetten van
het dagelijks leven. Het initiatief is taboedoorbrekend en vereist
een behoorlijke cultuuromslag. Daarmee sluit het idee volledig
aan bij het uitgangspunt van ‘Het Beste Idee’. Grote pluspunten
van het idee waren: het gebruik van internet, deskundige begelei-
ding aan teams en medewerkers en het onderwerp een herkenbare
structurele plaats geven in de organisatie van de zorg.
Negen bijzondere inzendingen
In totaal werden er negen vernieuwende ideeën ingezonden. Op
15 juli werden vijf van de negen ideeën door de indieners aan
de jury gepresenteerd. Iedere deelnemer kreeg de kans om in vijf
minuten zijn of haar idee toe te lichten en kreeg aansluitend een
aantal vragen van de jury. Deze bestond uit voorzitter
Annemie Rours (directeur HRM) en de juryleden Gerben
Straatsma (lid werkgroep Interactie), Mieke Selten
(verpleegkundige FTU), Hans Kok (arts), Miranda Kleeven
(verpleegkundige gesloten opname RCG Venray) en René
Boumans (zorginkoper AWBZ Noord- en Midden- Limburg).
‘Hulde aan de ideeën!’
De ideeënbedenkers werden op 24 augustus verwelkomd door
voorzitter van de Raad van Bestuur, Toine van der Sanden.
Hij benadrukte dat de beste ideeën in de praktijk ontstaan
en sprak vol enthousiasme over de inzendingen, ‘De ideeën
zijn direct toepasbaar, werpen in de toekomt hun vruchten
af en ze maken de zorg beter en leuker voor de medewerker
en de cliënt’. Vervolgens nam voorzitter Annemie Rours het
stokje over. Zij maakte bekend welk idee op welke plaats was
geëindigd. Innovatie en toepasbaarheid waren bepalend bij de
keuze van het winnende idee.
De andere ideeën
Op de vijfde plaats eindigde het veelbelovende idee ‘De
Visuele Toer’ van Geneviève van Tuyn. Het idee omvat het
visueel maken van het behandelaanbod, door toepassingen en
mogelijkheden van internet. Het idee ‘Aanbod preventie aan
huis en in de wijk’ van Fanny Schilderinck was goed
voor een vierde plaats. De jury was het erover eens, ‘Een
waardevol en zeer klantgericht idee’. Op de derde plaats
eindigde het idee ‘Meten is weten’ van Ruud Derks en Desirée
Verheijen. Zij zien graag dat er een databank wordt aangelegd
met meetinstrumenten voor verpleegkundig personeel. Guus
van Loenen wist de tweede plaats te veroveren met zijn idee
‘Zelfmonitoring patiënten door middel van een persoonlijk
logboek’. De jury was enthousiast, ‘Een eenvoudig, maar
briljant idee!’ De tweede en derde prijs werden beloond met
uitwerking van het idee naar een volwaardig projectvoorstel
waarvoor financiering wordt gezocht.
Nieuwe ronden, nieuwe kansen!
Van de negen inzendingen werden drie ideeën ingetrokken.
Eén indiener, Mia Wegh, was wegens ziekte niet in staat
haar idee te presenteren. Een persoonlijke toelichting was
noodzakelijk, de jury adviseerde en stimuleerde Mia tijdens
de prijsuitreiking daarom om volgend jaar vooral weer mee te
doen. En dat geldt eigenlijk voor alle medewerkers van GGZ
NML. Heb je een goed idee? Schrijf het alvast op. Volgend jaar
is er namelijk weer een nieuwe ronde voor goede ideeën die
het ZIN graag zal beoordelen.
Susanne Wouters
V.l.n.r.: Guus van Loenen, Genevève van Tuyn, Marlou Meerts, Mia Weg en Fanny Schilderinck. Ruud Derks en Désirée Verheijden
ontbreken op de foto.
16. Sinds negen maanden is Jos de Kroon werkzaam als
psychiater bij het FACT-team Roermond en bij Intensief
Begeleid Wonen (IBW). GGZ NML is niet nieuw voor de
psychiater, in 2008 werkte Jos de Kroon ook al een half
jaar voor het FACT-team Venray.
‘Als ik eenmaal schrijf..’
Naast zijn werkzaamheden als psychiater zit Jos de Kroon
niet stil. ‘De stem van de Ander’ is alweer zijn negende
boek. In de jaren tachtig begon Jos met schrijven. Eerst een
Een andere insteek
Hallucinatie als symptoom is één van de belangrijkste
pijlers om de diagnose schizofrenie of een andere psychotische
aandoening te stellen. Bij een hallucinatie kan de psychoticus
de werkelijkheid en dat wat hij denkt te zien niet meer van
elkaar onderscheiden. De laatste tijd verschijnen er steeds meer
(Nederlandse) publicaties over hallucinaties. ‘De stem van de
Ander’ heeft een heel andere inslag dan meestal naar voren
wordt gebracht in de moderne publicaties. Het boek werpt licht
op verbale hallucinaties, een psychotisch verschijnsel dat in de
volksmond ook wel ‘stemmen horen’ wordt genoemd. Volgens
de auteur is het symbolische vermogen bij een psychoticus
ofwel niet meer aanwezig ofwel in een verwrongen vorm.
Een gewaagde gedachte
Jos heeft zorgvuldig historische en klinische analyses uitgevoerd.
Hij beschrijft in ‘De stem van de Ander’ dat hij tot de veronder-
stelling is gekomen dat de hallucinatie eerst en vooral een
interpretatiefout is die naderhand met beelden wordt ingevuld.
De bestudering van pseudo-hallucinaties (hallucinaties waarbij
men zich bewust is van het feit dat wat gezien wordt, niet echt
is) en negatieve hallucinaties hebben hem op het spoor gezet
deze gewaagde gedachte te formuleren. ‘Ik verbind hallucinatie,
wat meestal een waarneming is, met het symbolisch systeem.
Bij een psychoticus is het symbolische systeem aangetast en
daardoor wordt het stemmen horen iets reëels. Zonder dat het
die symbolische tussenstap heeft. De psychoticus vult daar een
beeld in, hij gaat bepaalde beelden zien’.
‘Een mens is net een Matrjoshka-poppetje’
Jos vervolgt: ‘Ik vergelijk mensen wel eens met Russische
Matrjoshka-poppetjes. Deze mooi beschilderde poppetjes zijn
hol van binnen. De moderne psychiatrie gaat er vanuit dat de
mens vol materie zit en dat die materie al dan niet goed func-
tioneert. Ik denk dat het wezen van een mens leeg is, zoals een
Matrjoshka-poppetje. Die leegte, die wij mensen van nature
ervaren, vullen we op met woorden en gedachten die betekenis
geven aan onszelf en het leven. Meestal gaat dat vanzelf goed,
maar bij een psychoticus gaat het niet goed. De leegte die een
psychoticus ervaart, wordt onbewust opgevuld met vertekende
beelden, gedachten en wanen. De toetsing met de werkelijkheid
die via de taal verloopt, is gebrekkig of blijft achterwege’.
Mechanistisch mensbeeld
De moderne psychiatrie gaat, volgens Jos, uit van een
(hersen-) mechanistisch mensbeeld. Vanuit die gedachte is
de mens ‘een machine’ en een hallucinatie is het product van
‘BOEKEN SCHRIJVEN
WERKT THERAPEUTISCH’
DR. JOS DE KROON IS AUTEUR VAN HET BOEK ‘DE STEM VAN DE ANDER’ Het boek is bedoeld voor mensen die in de geestelijke gezondheidszorg werken en voor mensen die
een schizofrene of psychotische stoornis hebben.
gedichtenbundel, die hij zelf uitgaf, en later werd ook zijn
proefschrift uitgegeven. In 1999 kwam zijn boek uit over
de geschiedenis van de psychiatrie. Sindsdien verscheen
er om de twee jaar een boek van hem, alle met een psy-
chiatrisch onderwerp. De uitgiftedatum van zijn nieuwe
boek ‘De stem van de Ander’ is nog niet bekend. Jos en
zijn uitgever leggen momenteel de laatste hand aan het
boek. Het boek wordt in Nederland en België verkocht in
de boekhandels. ‘Hopelijk verschijnt het boek dit jaar nog’
aldus Jos.
een kapotte machine. Jos denkt daar anders over. Hij
bekijkt het, zoals hij beschrijft in zijn boek, met een meer
fenomenologische inslag. Fenomenologie betreft geen
theoretische interpretatie, het is een manier van ervaren.
Waarbij lichamelijke, zintuiglijke, psychologische, sociale
en spirituele aspecten allemaal een rol spelen.
De lezer
Het boek is bedoeld voor mensen die in de geestelijke
gezondheidszorg werken en voor mensen die een schizo-
frene of psychotische stoornis hebben. ‘Veel cliënten lezen
boeken met psychiatrische onderwerpen’, aldus de auteur.
‘Ze begrijpen en herkennen de stof die in de boeken wordt
beschreven, het is hun wereld. Ik verwacht dat ook dit boek
gelezen gaat worden door cliënten’. Jos vervolgt, ‘Natuurlijk
is het moeilijke materie, maar het streven is om het boek
zo eenvoudig mogelijk te maken zodat het voor een breed
publiek interessant is’.
Dichterbij de belevingswereld van de cliënt
Het is duidelijk dat het boek een andere oriëntatie op
verbale hallucinaties verkent. Een oriëntatie die tot nu toe
nog niet eerder is verkend. Maar is de cliënt gebaat bij het
boek? Volgens auteur Jos de Kroon wel. ‘Ik kan me voorstel-
len dat behandelaars zich straks beter kunnen verplaatsen
in hun cliënt. Mijn boek leert mensen beter naar de
psychoticus te luisteren. Tijdens het lezen moet men zich
afvragen wat een psychose nou eigenlijk is. Een moeilijke
stap die niet zo snel wordt gezet, maar het is wel een weg
om dichterbij de belevingswereld van de cliënt te komen’.
Susanne Wouters
‘Schrijven zit in mijn aard. Het heeft iets rustgevends, het werkt haast therapeutisch. Tijdens het
schrijven kan ik de hectiek van mijn werk en het dagelijkse leven van me afzetten. Werken in de
psychiatrie kan immers best heftig zijn. Thuis denk ik rustig na en schrijf ik’. Dit zijn de woorden
van Jos de Kroon, werkzaam als interim psychiater bij GGZ Noord- en Midden-Limburg (GGZ
NML) en auteur van het boek ‘De stem van de Ander’, een studie over verbale hallucinaties.
30 MENTAAL 31 MENTAAL
17. ZORGINLIJN:
ZORG VERBETEREN VANUIT DE INHOUD!
Maarten Kaarsemaker is Hoofd van het Centrum voor Angst- en Dwangstoornissen en Klinisch
psycholoog. Hij is samen met Jarl Eschauzier (psychiater) één van de boegbeelden binnen ‘ZorginLijn’.
Maarten gaat zich met een werkgroep richten op de samenstelling van het zorgprogramma
Angststoornissen. Jarl zal datzelfde doen voor het zorgprogramma Stemmingsstoornissen.
Maarten is enthousiast over het invoeren van zorg-
programmering. Hij vertelt: ‘In eerste instantie had ik
de indruk dat het zorglijnentraject zou worden ingezet
vanuit het oogpunt van sturing, logistiek; dus welke
overlegvormen moeten er komen met welke managers
etc., maar er is voor gekozen om het nu vanuit de
inhoud op te zetten. Daar sta ik achter.’
Jarl vindt het ‘verhaal’ rondom de invoering van zorg-
programmering ingewikkeld, en snapt dat het voor
medewerkers lastig is om te begrijpen, waarom,
wanneer en hoe dat gaat gebeuren. ‘Ik denk dat het
ook niet mogelijk is om iets wat complex is heel simpel
uit te leggen. Dat begint al met de diagnostiek in de
psychiatrie. De validiteit hiervan is nog veel te laag.
Dit wil zeggen dat als honderd patiënten allemaal de
diagnose depressie hebben, ze toch heel verschillend
zijn wat betreft gevoeligheid voor medicatie, onderlig-
gende pathofysiologie, prognose, enzovoort. Tegelijkertijd
is er veel overlap tussen de verschillende diagnostische
categorieën. Dit is het probleem van de zogenaamde
comorbiditeit; patiënten voldoen vaak aan de criteria van
meer dan een diagnose. Dat zou een argument kunnen zijn
om niet met zorgprogramma’s te gaan werken, want dat
betekent dat een grote groep mensen al meteen in meerdere
programma’s tegelijk terecht zou komen. Het was dan ook
niet zo, dat ik vanaf het begin dolenthousiast was over
zorgprogrammering. Tegelijkertijd vind ik dat je als je
kritiek hebt ook het lef moet hebben om mee te denken en
beslissen over verbeteringen. Dus in het proces naar goede
diagnostiek en betere behandeling wil ik niet aan de zijlijn
blijven staan.’
Uitdaging
Maarten vervolgt: ‘Zorginhoudelijk vind ik het een uitdaging
omdat ik het als een mogelijkheid zie om de
zorg te verbeteren. Op dit moment wordt er
nog niet overal en altijd volgens de richtlijnen
gewerkt. Ik denk dat we een kwaliteitsslag
kunnen maken door met elkaar af te spreken
hoe we behandelingen gaan aanpakken. Dáár
starten we, dáár zijn de beslismomenten en
dáár eindigen we. Dat schept duidelijkheid
voor zowel de cliënt als de behandelaar.’
Het ‘ontschotten’ van de organisatie is volgens
Jarl een ander voordeel van het werken met
zorgprogramma’s ‘Nu zie je tussen divisies en
soms zelfs tussen afdelingen binnen één
divisie dat er lange, omslachtige intake-
procedures worden gehanteerd’, legt hij uit.
‘Mensen werken op eilandjes. Het kan een
voordeel zijn als straks met de zorgprogram-
ma’s, die horizontaal door de divisies heen
lopen, die eilandjescultuur wordt doorbroken.
Ik kan me voorstellen dat dat de zorg laag-
drempeliger maakt en meer stroomlijnt.’
32 MENTAAL 33 MENTAAL
Naast het project ‘Invoering Zorgprogrammering’ worden andere
projecten ontwikkeld. We gaan werken aan de ondersteuning,
zodat medewerkers en leidinggevenden in de zorgverlening goed
hun werk kunnen doen. In een latere fase bezien we ook op welke
wijze de organisatie en sturing zo goed mogelijk kan aansluiten
op de behandeling en zorg voor de cliënten. Al deze projecten
vatten we samen onder de noemer ‘ZorginLijn’.
Hoge kwaliteit
We willen bereiken dat de behandelingen worden uitgevoerd
volgens de richtlijnen en andere standaarden die landelijk en
binnen de GGZ NML zijn ontwikkeld. Dat is de beste garantie voor
cliënten dat ze zorg van hoge kwaliteit krijgen. Het verloop van
de behandelingen wordt hierdoor voor cliënten ook overzichtelij-
ker. We vinden het tevens belangrijk dat de verschillende onder-
delen van de behandeling en zorg goed op elkaar aansluiten en
vlot en met zo min mogelijk oponthoud worden uitgevoerd. Dat
vraagt om goede planning en onderlinge afstemming. Tenslotte
willen medewerkers hun tijd zo veel mogelijk besteden aan de
behandeling en zorg voor cliënten. Door verspilling tegen te gaan,
maken we meer tijd vrij voor cliënten en kunnen medewerkers
het beste uit zichzelf halen.’
Negen cliëntgroepen
‘Het project Invoering Zorgprogrammering richt zich op het
beschrijven en op het uitvoeren van de zorg voor negen ver-
schillende groepen cliënten. Voor ieder van deze groepen wordt
een zorgprogramma ontwikkeld en ingevoerd. Hierbij staat de
inbreng van behandelaren centraal. Maarten Kaarsemaker en
Jarl Eschauzier zijn de eerste ‘boegbeelden’ binnen het project
‘Invoering Zorgprogrammering’. Ze vertellen in het hiernavolgende
interview over hun betrokkenheid. Bij de invoering van de zorgprogrammering ligt de nadruk op de praktische
uitvoerbaarheid door de medewerkers, zowel zorginhoudelijk als administratief.’
Ambitieus
‘Zorgprogrammering gaat dus over het verder verbeteren van de kwaliteit van de behandeling en zorg voor de
cliënten. We kiezen voor een realistische benadering en
dus letten we ook op de uitvoerbaarheid, op de kosten
en de baten en op de maatschappelijke ontwikkelingen
waarop we willen inspelen.
ZorginLijn is ambitieus en veelomvattend. Daarmee is
het een uitdaging om onze kennis en kunde binnen
GGZ NML te bundelen en om die gezamenlijk te richten
op de behandeling en zorg voor cliënten.’
OPERATIE ZORG IN LIJN
Hugo Kuyper, directeur Verslavingszorg, is als projectmanager verantwoordelijk voor
de operatie Zorg in Lijn. Hij vertelt: ‘GGZ NML wil de kwaliteit van de behandeling en
zorg voor cliënten voortdurend blijven verbeteren. Daarom is de operatie Zorg in Lijn
opgezet. Onder deze vlag worden verschillende projecten uitgevoerd. De eerste
daarvan is het project ‘Invoering Zorgprogrammering’.
Maarten Kaarsemaker
Hugo Kuyper
18. 34 MENTAAL 35 MENTAAL
Overtuigd
Beide heren zijn overtuigd
van het nut van het werken
volgens de richtlijnen. ‘Werken
volgens de richtlijnen zorgt
ervoor dat je helderder bent.
Dat je duidelijk kunt maken:
hier is het begin en daar is het
eind’, stelt Maarten.
Hij verduidelijkt: ‘Binnen de
richtlijn Angststoornissen is
bepaald dat wanneer je begint
met therapie en het werkt niet,
dat je dan moet stoppen en
bijvoorbeeld moet overgaan
op medicatie. Ik heb het idee
dat dat nu niet gebeurt hier. Er
wordt maar doorgegaan met
therapie, terwijl de richtlijn
daar heel duidelijk in is.’
Boegbeelden
De inhoudelijke werkgroepen
voor Angststoornissen en voor
Stemmingsstoornissen zijn
inmiddels begonnen met het
ontwerpen van de zorgpro-
gramma’s. Maarten: ‘Je hebt mensen nodig die deskun-
dig zijn vanuit de verschillende disciplines en tegelijk
ook mensen die collega’s goed kunnen informeren en
betrekken. Liefst is de groep zo divers mogelijk.
Als voorzitter van de werkgroep is het nu mijn eerste
uitdaging om met de werkgroep een sfeer te creëren
waarin we allemaal de voordelen voor cliënten zien van
het werken met zorgprogramma’s. Mensen moeten niet
het gevoel krijgen dat ze beperkt worden in hun han-
delen. Dat anderen zich ermee gaan bemoeien hoe ze
moeten werken. Dat is niet de goede basis. We moeten
er samen van overtuigd zijn dat we met een verbeterslag
bezig zijn. Nu is de uitdaging: durven we met z’n allen
in onze keuken te laten kijken. Ik heb er vertrouwen
in, want naar mijn ervaring worden mensen vaak heel
enthousiast van het samen bezig zijn met zorginhoude-
lijke kwaliteitsverbetering.’
Realistisch
Het is de bedoeling dat de zorgprogramma’s voor Angst-
en Stemmingsstoornissen half december klaar zijn en
half februari 2011 worden geïmplementeerd.
Maarten: ‘Ik heb mijn medewerkers uitgelegd dat mijn
betrokkenheid bij zorgprogrammering inhoudt dat ik
bepaalde taken even niet meer kan uitvoeren, maar dat
ik het belangrijk genoeg vind omdat ik op deze manier
vanuit inhoudelijke deskundigheid mede kan bepalen hoe
we straks gaan werken.
Ik denk overigens dat het een goede zaak is dat we
gebruik maken van de kennis en ervaring van andere
organisaties die al werken met zorgprogrammering.
Het is niet zinvol het wiel opnieuw uit te gaan vinden.’
Dat beaamt Jarl en hij stelt tot slot; ‘Laten we vooral
realistisch en pragmatisch zijn!’
Voor de inhoudelijke werkgroepen die worden samenge-
steld voor de zorgprogramma’s voor psychotische stoornis-
sen, persoonlijkheidsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen
en voor de zorgprogramma’s voor ouderen, jeugd en het
forensische zorgprogramma kun je je belangstelling
kenbaar maken. Kijk voor meer informatie op intranet,
stuur een mail naar zorginlijn@ggznml.nl of neem
contact op met één van de projectcoördinatoren: Ted
Smits (0478) 527411 of Monika Scholten (06-53409546).
Sabine Nicolasen
In opdracht van het ministerie van VWS zijn er testservicepunten
opgezet die een onderdeel zijn van het Drugs Informatie
Monitoring Systeem (DIMS). DIMS is een landelijk netwerk
waarvan de regie is ondergebracht bij het Trimbos Instituut.
Testservice Roermond
Binnen GGZ Noord- en Midden-Limburg (GGZ NML) zijn al
lange tijd inleverpunten waar consumenten hun drugs kunnen
inleveren. Deze worden vervolgens voor onderzoek naar het
laboratorium opgestuurd. Het nadeel hiervan is dat mensen pas
na een week voor de uitslag kunnen bellen en hun pil hiermee
kwijt zijn. Sinds kort is in Roermond de mogelijkheid om drugs
direct te laten testen. Consumenten kunnen hiervoor op
donderdag van 16.00 – 19.00 uur vrij binnen lopen en hun
drugs anoniem laten testen.
Bert Vinken, medewerker Verslavingspreventie, geeft in het kort
weer hoe de testservice in zijn werk gaat: “De consument kan
per bezoek maximaal drie monsters laten testen. We bekijken
de pillen op verschillende kenmerken zoals: logo, profiel, kleur
en evt. andere kenmerken. Ook worden de diameter en de dikte
van de pil gemeten. We voeren deze gegevens in in de computer
waarmee we kunnen zien of de pil op de landelijke herkennings-
lijst staat. De testservice heeft een landelijke database
met recente (XTC-)pillen die op de markt zijn. Ook doen we een
zuurtest om te kijken om welk middel het waarschijnlijk gaat.
Als de pil niet herkend wordt, hebben we nog altijd de moge-
lijkheid de pillen voor onderzoek naar het laboratorium op te
sturen. Daar vindt een analyse plaats en na ongeveer een week
kan de gebruiker contact opnemen met de testservice voor de
uitslag. De hele test neemt ongeveer 10 minuten tijd in beslag
en alle drugs die op de illegale markt zijn, kunnen worden getest
met uitzondering van cannabis (bijv. XTC, cocaïne, speed, GHB,
LSD etc.).”
Bert vervolgt: “Sinds de opzet van het servicepunt zien we
een stijgend aantal consumenten dat ons weet te vinden.
Het voordeel is natuurlijk ook dat ze nu veel sneller weten wat
voor drugs ze hebben. De testservice is alleen bedoeld voor de
gebruiker. We weren producenten en handelaren. Om juridische
redenen is de testservice ook niet bedoeld voor instellingen of
ouders die drugs van de cliënt of jongere willen laten testen.”
Risicobeperking
“Voor de gebruiker is het een neutrale en objectieve manier om
te weten wat hij gebruikt. Het heeft als doel de risico’s van het
drugsgebruik zoveel mogelijk te beperken. Het komt bijvoorbeeld
DRUGS-TESTSERVICE
ROERMOND
wel eens voor dat een gebruiker, zonder dat deze het weet, een
meer gevaarlijke stof neemt of een veel grotere dosis binnenkrijgt
dan hij verwacht.”
Bert tot slot: “De medewerkers van verslavingspreventie hebben
door de testservice contact met de (risico-)gebruikers. Er kan op
laagdrempelige wijze informatie gegeven worden. Tevens hebben
we zicht op de partyscene en wat er aan drugs in de handel is.
Via het landelijke netwerk worden we snel gewaarschuwd als er
gevaarlijke middelen in omloop zijn.”
Anita Boom
Vragen? | Info? | Testen?
Gebruik je alcohol of
drugs?
Wil je informatie...
...of heb je advies nodig?
Laat je drugs testen!
Surf naar
www.drugsenuitgaan.nl
of
www.ggznml.nl
Het gebruik van drugs is
nooit zonder risico’s!
Laurentiusplein 10
Roermond (ingang rechts beneden)
Donderdag 16.00 tot 19.00 uur
Tel: 0475 - 319 747
Inleverpunten
Venlo
Vierpaardjes 80
Woensdag 14.00 tot 16.00 uur
Tel: 077 - 354 8200
Venray
Stationsweg 46 (IGG)
Woensdag 15.00 tot 16.00 uur
Tel: 0478 - 527 066
Weert
Emmasingel 58/a
Op afspraak
Tel: 0495 - 457 120
Testservice
www.drugsenuitgaan.nl
www.ggznml.nl
Bij afdeling Verslavingspreventie in Roermond hebben consumenten sinds enkele maanden de
mogelijkheid om de samenstelling van drugs direct te laten testen. De testservice heeft als
doel de risico’s van het drugsgebruik zoveel mogelijk te beperken.
ZORGINLIJN:
ZORG VERBETEREN VANUIT DE INHOUD!
Jarl Eschauzier
Testservice: elke donderdag van 16.00 – 19.00 uur
Laurentiusplein 10 in Roermond.
Voor meer informatie: www.drugsenuitgaan.nl of www.ggznml.nl