1. Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
Stijf van schrik
De rol van automatische freezing reacties tijdens trauma
Muriel Hagenaars
2. Highlights*
Freezing lijkt een rol te spelen in de ontwikkeling van
posttraumatische stress stoornis
Automatische freezing reacties kun je in het lab oproepen
Eerdere traumatisering beïnvloedt freezing gedrag
*Hagenaars, M.A., Stins, J., & Roelofs, K. (2012). Aversive life events enhance human
freezing responses. Journal of Experimental Psychology: General, 141, 98-105.
Contact: m.hagenaars@psych.ru.nl
3. Freezing bij dieren
Gevaar: vechten/vluchten
Of: freezing
Freezing is zinvol:
Minimale kans op ontdekking
Maximale waarneming/aandacht
Voorbereiding op actie
Survival
Belangrijkste indicatoren:
Verlaagde hartslag
Immobiliteit
4. Freezing bij mensen
13% bij nagebootst trauma (Schmidt ea, 2008)
37% bij seksueel geweld (Galliano ea, 1993)
9% in algemene bevolking (Hagenaars & Hagenaars, in prep)
Maar:
Geen trauma: 7% freezing
Trauma: 7% freezing
Trauma+PTSS: 25% freezing
(Hagenaars & Hagenaars, in prep)
Andere nare gevolgen na freezing:
Meer schuldgevoel (Galliano ea, 1993)
Meer depressie, meer angst (Heidt ea, 2005; Rizvi ea, 2008)
Meer intrusieve herinneringen (Hagenaars ea, 2008, 2010)
Slechter behandelresultaat (Fiszman ea, 2008)
13. Conclusie 1:
Freezing kan worden opgeroepen in een laboratorium
Dus ook nagebootst trauma freezing
Nut:
- model om freezing verder te onderzoeken (relevante
factoren kunnen onder gecontroleerde omstandigheden
onderzocht worden)
- nauwkeurig
- objectief (itt retrospectieve zelfrapportage)
- betrouwbaar (zelfrapportage is afhankelijk van geheugen en
juist dat is bij traumatisering niet optimaal)
14. Conclusie 2:
Individuele verschillen bepalen automatisch freezing gedrag:
meer freezing na eerdere traumatisatie
Nut:
- Traumatisering bepaalt latere automatische reacties op gevaar,
zelfs in gezonde mensen
- Meer onderzoek naar de gevolgen voor risicogroepen en
combinaties met andere risicofactoren?
15. bv mentale oefeningen
fundamentele
mechanismen
bv gebeugen/aandacht
tijdens freezing: combinatie
EEG en platform
gevolgen
bv klinische groepen:
posttraumatische stress,
borderline
risico groepen
verlamming &
beslissingen onder stress
training
automatische
reacties
Toepassingen & lopende projecten
epidemiologie
Universiteit Leiden
Vrije Universiteit A’dam
Propersona, Jelgersma
Centrum
bv trauma, freezing
posttraumatische stress
Brandweer
University of Chicago
Universiteit Tilburg
16. Met dank aan mijn team: En dank aan:
- Danielle Bouman
- Inge Huijsman
- Moniek Hutschemaekers
- Lisa Luther
- Nora Mooren
- Linsey Roijendijk
- Rik Schalbroek
- Rene Terporten
- Joanneke Weerdmeester
Hier ziet u de resultaten van de pilot.
Je ziet duidelijk de afname van beweging in reactie op de negatieve trauma stimuli in vergelijking met de positieve plaatjes.
Deze afname van beweging ging gepaard met daling hartslag en toename spierspanning (= freezing).
Heel interessant is dat proefpersonen met fysieke of emotioneel misbruik in de kindertijd meer freezing vertoonden dan proefpersonen die dat niet hadden meegemaakt.
Inmiddels heb ik het paradigma verbeterd door film fragmenten te gebruiken, die doen het nog beter, maar die zijn te lang om hier te tonen. En ook hebben we een neutrale conditie toegevoegd.
(Wat betreft de ecologische validiteit: Er is eerder door Peter Lang gesuggereerd dat een dergelijke experimentele opzet lijkt op echt gevaar omdat: 1) er sprake is van angst/horror en 2) er sprake is van “gevangenschap”, dwz proefpersonen kunnen niet weg uit de situatie. Dat zijn meteen de 2 belangrijkste uitlokkers van freezing. Daarmee zijn ook de belangrijkste ingredienten voor de ontwikkeling van PTSS aanwezig (trauma + angst + oncontroleerbaarheid / onvoorspelbaarheid).)
Terug naar het veni project.
Wat ik daar wil gaan doen is het volgende:
Project 1:
Eerst wil ik het freezing mechanisme (emotie-motor interactie) in kaart brengen
*Ik wil onderzoeken of bepaalde persoonlijkheidstrekken (inhibitie & approach, dissociatie, angst-gevoeligheid) freezing kunnen voorspellen
*Ook wil ik kijken of baseline hormoon-niveaus (verhoogde cortisol niveaus) freezing voorspellen en of freezing samengaat met hormoonveranderingen (verhoogde reactieve cortisol)
*Dit wil ik testen in gezonde mensen maar ook in een extreme groep (PTSS), om zicht te krijgen op de functionele en dysfunctionele functie van freezing.
*Dan ga ik bestuderen welke hersenstructuren betrokken zijn bij dit proces (amygdala, prefrontale cortex en ventrale aqueductale grijs (itt dorsolaterale grijs van fight/flight), hippocampus (want inhibitie van mobiliteit zonder verstoring van context angst)
Tenslotte wil ik onderzoeken wat het effect is van freezing. Dwz, of freezing maakt dat bedreigende informatie anders wordt verwerkt (analoog aan PTSS herbelevingen)
1a) ppn op force plate om determinanten en correlated te bepalen. Predictoren: Hormonaal: baseline cortisol (1/2 dag)
Persoonlijkheid: dissociatie (DES), inhibitie (BISBAS), angst-gevoeligheid (STAI). Correlaten: Hormonaal: reactieve cortisol (iedere 10 min) Mentaal: subjectieve verlamming (TIS)
1b) 30 hoge en lage freezers worden selecteerd op basis van project 1. Deze gaan in de scanner en krijgen een andere film of IAPS plaatjes te zien. Target = PFC en amygdala.
1c) PTSS patienten (eenmalig & meervoudig sexueel trauma; freezers vs non-freezers): hoge en lage freezers (retrospectieve rapportage): herhaling/validering van 1a in een extreme groep
1a) ppn op force plate om determinanten en correlated te bepalen. Predictoren: Hormonaal: baseline cortisol (1/2 dag)
Persoonlijkheid: dissociatie (DES), inhibitie (BISBAS), angst-gevoeligheid (STAI). Correlaten: Hormonaal: reactieve cortisol (iedere 10 min) Mentaal: subjectieve verlamming (TIS)
1b) 30 hoge en lage freezers worden selecteerd op basis van project 1. Deze gaan in de scanner en krijgen een andere film of IAPS plaatjes te zien. Target = PFC en amygdala.
1c) PTSS patienten (eenmalig & meervoudig sexueel trauma; freezers vs non-freezers): hoge en lage freezers (retrospectieve rapportage): herhaling/validering van 1a in een extreme groep