2. Anne zucht trillerig. Ze heeft net haar laatste restje ontbijt er uit gegooid. Al een week gaat het zo. Ze eet wat, en een uur later gooit ze het er weer uit. Ergens achter in haar hoofd speelt een vermoeden.
3. Ze neemt een grote hap lucht. Dan denkt ze aan de zwangerschapstest die ze laatst heeft gekocht. ‘proberen kan geen kwaad’ mompelt ze tegen zichzelf en ze pakt het doosje uit een kastje.
4. Een paar minuten later staart ze uit het raam. “positief” denkt ze “ik ben zwanger!” automatisch gaat haar hand naar haar buik.
5. Ze besluit een lekker warme douche te nemen. ‘hoe zal ik het Menno vertellen?’ mompelt ze terwijl de warme stralen op haar lichaam vallen. Plots weet ze iets.
6. Als Anne onder de douche vandaan komt, laat het kindje in haar buik weten dat hij of zij er is. ‘morgen maar nieuwe kleren kopen’ mompelt ze tegen zichzelf en ze trekt haar pyjama aan die lekker losjes is. ‘hm, die verassing voor Menno kan ook wachten tot morgen’ mompelt ze.
7. Gapend stapt ze in bed. Vrijwel meteen als haar hoofd het kussen raakt, valt Anne in slaap.
8. Een paar uur later komt Menno thuis en kruipt hij naast haar in bed.
9. Als Anne de volgende ochtend wakker wordt, ziet ze dat de plek naast haar leeg is. “Menno zal wel weer naar de sportschool zijn” denkt ze. “ach, dan kan ik mijn plannetje uitwerken”
10. Vijf uur later staat Anne in een nieuwe kamer. Ze kijkt glimlachend om zich heen. De verbouwers zetten de laatste spulletjes op hun plekken en dan vertrekken ze. Anne hoort de voordeur dichtslaan. Menno is thuis.
11. ‘goedemiddag schat’ mompelt Menno en hij geeft haar een zoen. Dan kijkt hij om zich heen. ‘betekent dit dat je…?’ Anne knikt stralend.
12. Menno doet een stapje naar achteren en wrijft zachtjes over Anne’s buikje. ‘dat is geweldig’ fluistert hij. ‘maar dat ik zwanger ben, betekent niet dat ik niks aan mijn baan ga doen!’ zegt Anne. ‘dus ik ga even op de loopband, dan krijgt de kleine ook conditie’
13. Een paar weken later, als Anne uit bed komt en zich net wilt omkleden, grijpt ze opeens naar haar buik. ‘Menno! De baby komt!’ weet ze er moeizaam uit te persen.
14. ‘Auw! Ohw, dit doet pijn!’ kreunt Anne. ‘rustig liefje, haal rustig adem’ probeert Menno, maar eigenlijk heeft hij geen flauw benul van wat hij moet doen. ‘M… moet ik wat doen lieverd?’ probeert hij. Mis! ‘je kan je mond houden!’ gilt Anne.
15. Alle pijn is over als Anne een paar uur later een lief klein meisje in haar handen heeft. ‘welkom kleine Romée’ zucht ze. ‘een… een meisje?’ vraagt Menno voorzichtig. Anne knikt.
16. ‘Wat ben jij een schatje’ fluistert ze. Als antwoord brabbelt de baby wat naar haar moeder en probeert ze haar moeder een kusje te geven.
17. Snel telt Anne de teentjes en vingertjes van het meisje. ‘een prima kindje’ fluistert ze. Plots betrekt haar gezicht.
18. Snel geeft ze Romée aan Menno die haar vragend aan kijkt.
19. Weer slaat Anne haar armen om haar buik. ‘N… nog een kindje?’ vraagt Menno. Anne knikt.
20. Een uur later heeft Anne weer een kindje in haar handen. ‘Hallo lieve Esmée’ fluistert ze. ‘weer een meisje?’ Menno kijkt van Anne naar Esmée. Anne knikt.