2. Samenwerken in Europa
op het gebied van dienstverlening
en sociale media
Renske Stumpel (gemeente Groningen) &
Jeroen Thibaut (Intercommunale Leiedal – België)
aan het woord over samenwerking in Europa
4. Deze WERKshop, 4 stappen
1. We vertellen eerst wat over het samenwerken binnen een
Europees project.
3. En zijn benieuwd of daar nog vragen over zijn.
5. Daarna gaan we in op de inhoud van Opening Up, een paar
voorbeelden van nu.
7. Tenslotte horen we graag terug of jullie gemeente slimme
ideeën heeft voor Opening Up?!
5. Opening Up
Opening Up is een Interreg IV B project: www.northsearegion.eu/ivb/home/
Start oktober 2011, loopduur 3 jaren
“match funding” systematiek
6 Landen en 9 partners rondom de Noordzee doen mee, voertaal Engels
De partners zijn gemeenten, academische partners en een MKB bedrijf
Het project gaat over sociale netwerken, open data en dienstverlening
7. Wat ervaringen op een rij (1)
• Zoek partners die willen verbeteren en daar ook energie in
willen steken.
• Gebruik je bestaande netwerken (ook landelijk!) en bouw
daar op voort.
• Bouw mechanismen in waardoor de partners goed kunnen
samenwerken (projectwebsite & regelmatige meetings).
• In de startfase van het project: begin zelf met lokale
projecten.
• Haal zelf je gewenste support in het partnerschap
(bijvoorbeeld van de academische partners).
8. Wat ervaringen op een rij (2)
1. Leer er mee leven dat een Europees project langzamer start
dan je gewend bent
3. Deel ook slechte ervaringen, daar kan een ander zijn voordeel
mee doen, daar is wel vertrouwen voor nodig binnen het
partnerschap.
5. Juist door het lessen trekken uit situaties van alle partners en
hun kennis, wordt je eigen kennis opgeplust. Academische
partners helpen bij het beantwoorden van de ‘lastige vragen’.
7. Een Europees project dwingt je verder te kijken dan je “eigen
kerktoren”. Meestal werkt iedereen met eigen lokale
(nationale) bronnen en die uit het Angelsaksisch taalgebied.
Maar in dit project hebben we een inkijkje hoe de
Scandinavische landen werken.
15. Waar gaat OUP over?
Nieuwe technologie maakt andere dingen mogelijk
Maar wat social media echt tot ‘veranderende factor’ maakt zijn de
onderliggende waarden:
- open
- sociaal
- participatief
- gericht op de gebruiker
- horizontaal georganiseerd
Waar organisaties trachten grip op te krijgen is, wat dit betekent voor
onze relatie met burgers? Voor dienstverlening?
OUP deelt kennis en ervaring over sociale media
16. Opening Up: de deelprojecten
WP6 - Opening Up the Information Society
Research - Training – Education
and communication
WP 2 Mainstreaming, promotion
Opening Up Government
WP4 - Opening Up
WP5 - Opening Up
to Business
to Citizens
WP1 - Project
management
Citizens Government Business
WP3 - Opening Up Data
Working with Open Data
and Analysis Instruments
Involvement & Research Outputs to be mainstreamed
17. Publicatie Antwoord is vertaald:
"New media, opportunities for service provision and
interaction".
18. Pilot webmonitoring
• ervaring op doen met de “buzz” voor de gemeente, op inhoud
en omvang
• eerst luisteren, zien wat er gebeurt, dan reageren (webcare)
ervaring opdoen met de activiteiten die bij monitoren en
webcare komen kijken:
- monitoren,
- beheren (waar?)
- reageren (hoe?)
- sturen op afhandeling
- bewustmaken van de organisatie
de pilot moet de gemeente een advies opleveren voor het
structureel uitvoeren van webcare.
20. Groningen 45574
burka 990
veiligheidsregio 395
(Hoogte AND Groningen) 274
(Held AND Groningen) 188
(id-kaart AND Groningen) 152
(UMCG AND Groningen) 142
(UMCG AND Groningen) 142
(brandweer AND Groningen) 141
(Oosterpoort AND Groningen) 124
(Oosterpoort AND Groningen) 124
(Grote markt AND Groningen)
113
(concert AND Groningen)
89
(glasbak AND Mercedes)
82
(brand AND Groningen)
80
(avebe AND explosie)
76
(Grote AND Markt AND Groningen)
73
(strooien AND Groningen)
72
(Grunn AND Groningen)
71
(Europapark AND Groningen)
70
(Zernike AND Groningen)
69
(gladheid AND Groningen)
65
21.
22. Facebook
• Groningen wil een Facebook pagina opzetten
• We zijn nu aan het inventariseren wat andere gemeenten in
Nederland doen
• We praten met Karlstad, Kristiansand en Hoje Taasrup (onze
stedenpartners in de Scandinavische landen). In die landen
doet de overheid veel met Facebook.
Wat zien we in de Nederlandse inventarisatie?
- begin gewoon en ervaar wat er gebeurt!
- gebruik richtlijnen die anderen al hebben opgesteld
- veel beeldmateriaal gebruiken
- promotie is nodig om mensen naar de pagina te krijgen
23. Framework Lessius
2 doelstellingen
Lokale overheden helpen omgaan met social media:
•Referentiekader social media (leidraad)
•Social Media Readiness Measure (zelftest)
Renske stelt zich voor: Projectleider dienstverlening en project manager van Opening Up bij de gemeente Groningen Werkt bij het programma Stad & Stadhuis dat zich bezig houdt met dienstverlening Het belangrijkste project voor dienstverlening op dit moment is de vorming van 1 gemeentelijk KCC Jeroen: Projectmanager bij Intercommunale Leiedal (Belgie) (groepering 13 gemeenten regio Kortrijk) – cluster e-government Projectleider Opening Up (projectmanagement en communicatie) LEAN, MijnGemeente
Korte uitleg over Interreg IV B programma geven. INTERREG IVB NWE is a financial instrument of the European Union's Cohesion Policy. It funds projects which support transnational cooperation . The aim is to find innovative ways to make the most of territorial assets and tackle shared problems of Member States, regions and other authorities. Transnational cooperation is the core of the INTERREG IVB NWE Programme. It allows countries to work together on mutually beneficial projects to tackle issues that go beyond national borders. It produces transferable working models, and speeds up the process of innovation through the sharing of knowledge and development costs. The collective benefits of such collaboration are invaluable; participating organisations acquire new skills, initiate effective working methods and increase their connections to European networks. Wat wil de gemeente Groningen met Opening UP: Het doel is om vanuit het beeld van één gemeente Groningen (in relatie tot de KCC ontwikkeling en de visie op dienstverlening) vooral een geïntegreerde aanpak voor sociale media te ontwikkelen en te leren van andere organisaties en de aanpak in andere landen.
De organisatie ziet er als volgt uit: de leadpartner schrijft steering committees (stuurgroepvergaderingen) uit, tenminste twee per jaar. Daar wordt het project op hoofdlijnen besproken en worden de beslissingen genomen. De verschillende trekkers van de WP’s organiseren bijeenkomsten met de relevante partners om de werkzaamheden af te stemmen en samen te werken binnen het project. Tweemaal per jaar zijn er financiële claims, de lead partner verzamelt deze en stuurt de totale claim naar Europa. Dan krijgt iedereen, afhankelijk van de gedeclareerde kosten, geld teruggestort.
Start with local pilot/project work Provide academic and practical support from across the partnership Identify what works and why and lessons learned across the partnership Produce transnational outputs based on these lessons/experiences Wat Eric en ik dachten dat fijn kon zijn rond “samenwerken in Europa”: - Nood aan intellectuele eerlijkheid. Goede en slechte ervaringen delen, zelfs als zit je met politiek spanningsveld. Pas dan kan in echt vertrouwen veel bijleren van de Europese partners. Dit heeft tijd nodig. Snel een jaar, komt soms nooit. - Je merkt dat andere landen meestal met dezelfde soort vragen zitten als jijzelf. Toch de opportuniteit om te leren van elkaar: iedereen heeft ander kader en insteek. Dit verrijkt snel de discussie. Als er die openheid is, is dit Europese samenwerking op zijn best. Voorbeeld: code of practice voor gebruik van bv sociale media samen opstellen. Lessen trekken uit situaties van alle partners en hun kennis, daaruit kader opstellen, toetsen en verrijken door academische partners en dan verder af te werken naar elke partners’ wens. (Co-creatie bv Smart Cities de assesment tool) - Een Europees project dwingt je verder te kijken dan je “eigen kerktoren”. Meestal werkt iedereen met eigen lokale (nationale) bronnen en die uit het Angelsaksisch taalgebied. Maar we hebben bv geen idee hoe in Scandinavië wordt gewerkt. Terwijl die bijvoorbeeld wel voorlopers zijn op gebied van inspraak in democratie. Maar gezien we geen Zweeds/Deens/Noors spreken weten we daar niet zo heel veel over. - Ook wel: er is wel wat papierwerk mee gemoeid! - Veel hangt af van verstandhouding tussen de partners (en leadpartner). - Start wat trager op dan een lokaal project.
Start with local pilot/project work Provide academic and practical support from across the partnership Identify what works and why and lessons learned across the partnership Produce transnational outputs based on these lessons/experiences Wat Eric en ik dachten dat fijn kon zijn rond “samenwerken in Europa”: - Nood aan intellectuele eerlijkheid. Goede en slechte ervaringen delen, zelfs als zit je met politiek spanningsveld. Pas dan kan in echt vertrouwen veel bijleren van de Europese partners. Dit heeft tijd nodig. Snel een jaar, komt soms nooit. - Je merkt dat andere landen meestal met dezelfde soort vragen zitten als jijzelf. Toch de opportuniteit om te leren van elkaar: iedereen heeft ander kader en insteek. Dit verrijkt snel de discussie. Als er die openheid is, is dit Europese samenwerking op zijn best. Voorbeeld: code of practice voor gebruik van bv sociale media samen opstellen. Lessen trekken uit situaties van alle partners en hun kennis, daaruit kader opstellen, toetsen en verrijken door academische partners en dan verder af te werken naar elke partners’ wens. (Co-creatie bv Smart Cities de assesment tool) - Een Europees project dwingt je verder te kijken dan je “eigen kerktoren”. Meestal werkt iedereen met eigen lokale (nationale) bronnen en die uit het Angelsaksisch taalgebied. Maar we hebben bv geen idee hoe in Scandinavië wordt gewerkt. Terwijl die bijvoorbeeld wel voorlopers zijn op gebied van inspraak in democratie. Maar gezien we geen Zweeds/Deens/Noors spreken weten we daar niet zo heel veel over. - Ook wel: er is wel wat papierwerk mee gemoeid! - Veel hangt af van verstandhouding tussen de partners (en leadpartner). - Start wat trager op dan een lokaal project.
Google Apps als samenwerkingsplatform. Simultaan werken, kennisdelen, gebruiksgemak
Open source platform ‘ views’ om soorten nieuws te sorteren Brede groep schrijvers/medewerkers Links twitter, facebook, slideshare, flickr, youtube, kanalen Verzameling rond social media en open data Communicatiestroom ‘on top of things’
Open : altijd toegankelijk, zeer gebruiksvriendelijk Social : gaat over sociale netwerken / wisdom of the crowd Participatief : cruciaal element is het “meedoen’’, sociale media bieden bij uitstek mensen de mogelijkheid om kennis, ideeen en meningen te delen in al zijn uitingsvormen Gericht op de gebruiker : juist de gebruikers staan centraal bij social media Horizontaal : bij sociale media gaat het om de bijdragen van gebruikers, iedereen heeft gelijke bronnen en rechten. Dit in tegenstelling tot organisaties waarbij het vaak gaat om hierarchie.
WP 1: Project management (verantwoordelijke = lead partner Leiedal in België) WP 2: Communicatie (verantwoordelijke = lead partner Leiedal in België) WP 3: Open data (verantwoordelijke = Porism in Engeland) WP 4: Citizens (verantwoordelijke = Groningen, gemeente) WP 5: Business (verantwoordelijke = Groningen, Hanzehogeschool) WP 6: Research & training (verantwoordelijke = Groningen, Hanzehogeschool)
De vertaling is tot stand gekomen met financiele hulp van KING, de VDP en de NVVB. Zij hebben de helft van de vertaling gefinancieerd, de andere helft is door het OUP partnerschap betaald. Een mooi voorbeeld van transnationaal hergebruik van informatie. OUP wil op de basis van deze publicatie verder gaan uitbouwen, wat zijn de praktijken in de andere landen? En wat kunnen wij daar van leren?
De webmonitoring pilot is in 4 aandachtsgebieden verdeeld: - Politiek /actualiteit (inclusief wijksgewijs werken) - Corporate communicatie - KCC/servicevragen Crisiscommunicatie De projectgroep bestaat uit 9 leden, breed uit de organisatie. Iets vertellen over de zoekterminologie-aanpak: 400 termen ongeveer (veel!). Nu moeten we dit terugbrengen tot minder. Zodat we ‘de wereld buiten ook behapbaar binnenhalen’. 15.000 berichten over de algemene zoekterm “Groningen” in de maand maart alleen al!
Dit is webcare scherm voor de zoekterm “Groningen”.
Dit zijn de cijfers van ongeveer 1 maand (tot 24 februari). Verder kun je met de tool grafieken maken, sentiment over de berichten wordt aangegeven etc. De pilot is nog maar net gestart dus we zijn nu nog bezig met het inrichten van de tool, de berichten lezen en de zoektermen verfijnen.
De webmonitoring tool laat in de tag cloud zien welke termen veel gebruikt worden.
- We hebben nu 41 gemeenten ‘gevonden’, de inventarisatie komt beschikbaar via de KING site. Wat verder opvalt: sommige gemeenten zijn ook in het weekende ‘via Facebook bereikbaar veel gemeenten hebben een link naar hun twitter account meestal wordt Facebook door de afdeling communicatie/webredactie beheerd.
Lokale overheden helpen omgaan met social media en in 1 beweging ook de dienstverlening verbeteren door andere organisatie/communicatie. • nieuwe vormen van participatie • (kosten) effectiviteit en kwaliteit (bijv., crowd-sourcing) • samenwerking en delen van kennis
1. Ad hoc/emerging Deze lokale overheden zijn nieuw in social media. Individuele medewerkers maken gebruik van social media op een ongecoördineerde manier (verdeeld / chaos). Er is geen strategie voor de integratie sociale media in de lokale overheid. 2. Experimental Deze lokale overheden testen, leren en experimenteren met social media-initiatieven (in delen van de lokale overheid). bijvoorbeeld social media piloten, de studie van de behoeften van gebruikers en bedreigingen of kansen van social media (monitoring). 3. Integrated Deze lokale overheden zien de kansen en uitdagingen van de sociale media voor de overheid. Social media gebruik is afgestemd met de overheid strategie, tactieken en operaties In dit stadium beginnen te vervagen de grenzen binnen de overheid en tussen overheid en 'buiten' de burgers en bedrijven. 4. Transformative In dit stadium lokale overheden zich richten op het optimaliseren van hun sociale media-activiteiten. Social media hebben de lokale overheid getransformeerd : het resulteert in nieuwe benaderingen van het ontwerpen en leveren van diensten, nieuwe businessmodellen en de beëindiging van een deel van de oude manieren van denken en om dingen te doen.
digitale aanwezigheid en interne communicatie : de eenvoudigste vorm van e-government. Eenvoudige en passieve informatievoorziening via websites en e-zines (bijvoorbeeld informatie over de openingstijden) en de interne communicatie binnen en tussen overheden, Eenvoudige web-gebaseerde interactie : eenvoudige interacties tussen overheid-burgers, overheid-overheid, en overheid-bedrijven. nog steeds het algemeen evolueren rond informatievoorziening (bv. e-mails voor informatie, downloadbare formulieren ). Online transaction services : Deze diensten stellen gebruikers in staat om diensten elektronisch te voltooien, zoals het verlengen van licenties en het betalen van belastingen. Transformatie : open en sociale e-overheid: deze e-overheid initiatieven faciliteert online-gemeenschapsontwikkeling en online-participatie (e-democratie). In dit gevorderd niveau van de elektronische overheid technologie transformeert overheidsdiensten en verandert de manier waarop de overheid functies worden bedacht en georganiseerd.