In dit e-Book geef ik m'n persoonlijk visie weer omtrent motivatie. Dit boek is een resultaat van onderzoek en meer dan 15 jaar ervaring bij verschillende bedrijven. Het staat vol met praktische tips en oogopeners zodat je meteen zelf aan de slag kunt met je persoonlijke motivatie en de motivatie van mensen om je heen.
2. Vooraf
MoFvaFe
is
één
van
de
meest
voorkomende
woorden
in
managementliteratuur.
Het
woord
‘moFvaFe’
roept
bij
velen
heel
wat
associaFes
op
:
drive,
enthousiasme,
engagement,
goesFng,
wil,
energie,
flow,
gelukkig
zijn,
vooruitgang,
zin
om,
…allemaal
mooie
woorden.
Helaas
denken
we
ook
aan
een
aantal
woorden
met
een
negaFeve
bijklank
zoals
demoFvaFe,
stress,
ongelukkig
zijn,
burn-‐out,
opgebrand,…
Kortom
MoFvaFe
wekt
bij
velen
meteen
duidelijke
posiFeve
én
negaFeve
emoFes
op.
Veel
leidinggevenden
zijn
op
zoek
naar
het
magische
toverstokje
om
medewerkers
te
moFveren.
Senior
management
verwacht
van
leidinggevenden
dat
ze
medewerkers
moFveren.
Als
je
dan
vraagt
naar
“hoe”
ze
dit
moeten
doen,
krijg
je
steevast
antwoorden
zoals
“betrek
je
medewerkers”,
“geef
hen
uitdagingen”,
“coach”,
…
En
ondanks
het
feit
dat
ik
veel
leidinggevenden
heel
mooie
pogingen
zie
nemen
en
deze
principes
vaak
zeer
goed
zie
toepassen,
zijn
er
toch
heel
wat
gedemoFveerde
medewerkers.
Er
moet
dus
meer
zijn
om
mensen
te
moFveren
en
gemoFveerd
te
houden.
In
dit
e-‐Book
geef
ik
mijn
eigen
visie
mee
over
moFvaFe.
Deze
visie
is
gebaseerd
op
onderzoek
dat
ik
verrich:e
in
verschillende
organisaFes
en
mijn
ervaring
als
leidinggevende
en
HRManager.
Veel
moFverend
leesplezier
Pim
Vandijck
(c)
d-‐Comma
2
3. 100
jaar
moFvaFe
1911
–
Frederic
Taylor
RaFoneel
Economisch
MoFvaFeconcept
1938
–
Henry
Murray
22
Psychological
needs
for
moFvaFon
De
psychogenische
behoeeen
1943
–
Abraham
Maslow
Behoeee-‐pyriamide
1959
–
Frederick
Herzberg
2-‐factoren
theorie
1960
–
Douglas
McGregor
Theorie
X
–
Y
manager
1961
–
David
McClelland
Behoeee
theorie
PrestaFe
–
verwantschap
-‐
macht
1964
–
Victor
Vroom
Expectancy
theory
1977
–
Albert
Bandura
Social
Learning
Theory
1985
–
Ryan
&
Deci
ZelfdeterminaFe
theorie
CompetenFe
–
autonomie
-‐
verbondenheid
2010
–
Dan
Pink
Drive
Autonomie
–
meesterschap
-‐
doel
Een
gedetailleerde
toelichFng
van
deze
theorieën
vind
je
in
bijlage
van
dit
e-‐Book
(c)
d-‐Comma
3
4. Elk
van
deze
theorieën
heee
z’n
waarde,
maar
moet
bekeken
worden
in
de
Fjdsgeest
dat
hij
tot
stand
kwam.
In
de
Fjd
van
Frederick
Taylor
was
de
industriële
revoluFe
volop
op
gang.
In
zijn
beroemde
boek
ScienFfic
Management
omschrije
hij
hoe
medewerkers
gemoFveerd
worden
door
geld,
maar
vermeldt
hij
er
meteen
bij
dat
naarmate
organisaFes
meer
winst
maken,
medewerkers
ook
in
deze
winst
moeten
kunnen
delen.
Hoe
harder
je
werkt,
hoe
meer
je
verdient
(RaFoneel
Economisch
MoFvaFeconcept).
Deze
stelling
werd
echter
in
genuanceerde
vorm
uitgevoerd
door
veel
groot-‐industriëlen
uit
die
Fjd.
Het
valt
trouwens
hard
op
hoe
zijn
RaFoneel
Economisch
MoFvaFeconcept
nog
steeds
nazindert
in
onze
maatschappij.
Als
je
aan
een
groep
mensen
vraagt
hoe
zij
meer
gemoFveerd
kunnen
worden,
dan
krijgt
je
nog
steevast
“geld”
als
antwoord
van
het
merendeel
(maar
zeker
niet
allemaal
zullen
we
later
zien
!)
Na
WO
II
kregen
meer
mensen
stemrecht
en
in
de
20
jaar
na
de
oorlog
ontwikkelden
zich
diverse
theorieën,
gebaseerd
op
behoeeen,
verwachFngen
en
macht.
De
economie
groeide
snel
en
steeds
meer
mensen
kregen
een
stem.
Hierdoor
moest
men
rekening
beginnen
houden
met
de
werkende
klasse.
Vanaf
de
jaren
‘70
van
vorige
eeuw
trad
het
competenFe-‐denken
op
de
voorgrond
en
zien
we
de
Social
Learning
Theory
en
ZelfdeterminaFe
theorie
ontstaan.
De
focus
ligt
op
de
ontwikkeling
en
groei
van
medewerkers
en
organisaFes.
In
2010
publiceerde
Dan
Pink
zijn
boek
‘Drive’
waarin
hij
voortbouwt
op
de
theorieën
uit
de
laatste
decenia
van
de
vorige
eeuw,
maar
waarbij
meer
focus
ligt
op
autonomie
en
meesterschap.
Dit
sluit
uiteraard
perfect
aan
bij
het
talentmanagement
dat
in
deze
Fjd
hoogFj
viert.
Ik
heb
geen
glazen
bol
om
de
toekomst
te
voorspellen,
maar
het
is
wel
duidelijk
dat
we
steeds
meer
focus
leggen
op
het
individu
en
zijn
groei.
In
het
model
dat
ik
in
de
volgende
pagina’s
omschrijf
leg
ik
echter
de
verantwoordelijkheid
bij
zowel
organisaFe
als
individu.
Iedereen
heee
zijn
verantwoordelijkheden
om
te
komen
tot
maximale
moFvaFe.
(c)
d-‐Comma
4
6. Mijn
persoonlijke
moFvatoren
Volgens
het
4
dimensioneel
moFvaFe
model
is
je
persoonlijke
moFvaFe
een
resultaat
van
elk
van
de
4
factoren.
In
een
ideale
situaFe
is
elke
factor
voldoende
aanwezig,
zodat
én
je
werk
graag
doet,
én
in
een
moFverend
team
werkt,
én
gemoFveerd
wordt
door
je
leidinggevende
én
in
een
organisaFe
werkt
die
jou
moFveert.
Helaas
komt
deze
situaFe
niet
alFjd
voor.
Het
is
echter
mogelijk
dat
je
toch
gemoFveerd
bent,
ondanks
dat
één
van
de
factoren
zeer
beperkt
aanwezig
is,
of
zelfs
volledig
ontbreekt.
Dit
kan
echter
enkel
TIJDELIJK
!
Ik
benadruk
hier
duidelijk
TIJDELIJK
omdat
het
ontbreken
van
één
van
de
factoren
op
een
moment
gaat
beginnen
wegen
en
de
moFvaFe
doen
afnemen.
Zo
is
het
perfect
mogelijk
dat
je
op
een
moment
een
minder
inspirerende
leidinggevende
hebt,
maar
dat
je
voor
een
organisaFe
werkt
waarin
je
gelooe,
in
een
team
werkt
waaruit
energie
voortvloeit
en
dat
je
inhoudelijk
de
job
van
je
dromen
vervult.
Uiteraard
dienen
deze
3
factoren
dan
sterk
vertegenwoordigd
te
zijn,
om
de
ontbrekende
4
factor
te
compenseren.
Het
kan
ook
zijn
dat
je
organisaFe
door
moeilijke
waters
gaat
(dreigend
faillissement,
overname,
…)
maar
dat
je
toch
gemoFveerd
blije,
omdat
je
je
werk
graag
doet,
je
leidinggevende
blije
je
op
de
juiste
manier
ondersteunen
en
coachen
en
binnen
je
team
collega’s
elkaar
onvoorwaardelijk
blijven
steunen.
In
elk
van
deze
gevallen
kan
je
TIJDELIJK
gemoFveerd
blijven,
maar
het
is
duidelijk
dat
dit
geen
eindeloos
houdbare
situaFe
is.
Voor
de
ene
zal
het
een
kwesFe
van
weken
zijn,
voor
de
andere
maanden
en
voor
sommigen
kan
dit
zelfs
jaren
aanslepen.
Zoals
ik
al
zei,
moFvaFe
is
een
zeer
persoonlijk
iets.
(c)
d-‐Comma
6
7. MoFvaFe
start
met
een
belangrijke
vraag
:
Wat
wil
IK
?
En
niemand
kan
deze
vraag
voor
jou
beantwoorden
(c)
d-‐Comma
7
8. Dimensie
1
:
IK
MoFvaFe
start
bij
jezelf.
Jij
–
en
alleen
jij
–
kan
uitmaken
wat
je
wil.
Wat
voor
een
baan
wil
je,
wat
wil
je
studeren,
wat
fascineert
je,
waarvoor
wil
je
alles
doen
?
Om
deze
vragen
te
beantwoorden
moet
je
KEUZES
maken.
Jij
bent
verantwoordelijk
voor
je
eigen
keuzes.
Het
zou
te
eenvoudig
zijn
indien
je
alle
verantwoordelijkheid
bij
je
omgeving
legt.
Neen,
jij
staat
aan
het
roer,
jij
beslist.
Wijlen
Stephen
Covey
star:e
zijn
7
eigenschappen
van
leiderschap
met
het
principe
van
de
Cirkel
van
Invloed
en
de
Cirkel
van
Betrokkenheid.
De
Cirkel
van
Invloed
bestaat
uit
zaken
die
jij
zelf
kan
veranderen,
waar
je
rechtstreeks
impact
op
hebt.
Rond
deze
eerste
cirkel
bevindt
zich
de
Cirkel
van
Betrokkenheid.
Hier
bevinden
zich
alle
zaken
die
wel
impact
op
je
hebben,
maar
die
je
zelf
niet
kan
veranderen.
Een
merkwaardig
feit
is
dat
als
mensen
iets
goed
overkomt,
dan
wijten
ze
dit
aan
hun
cirkel
van
invloed
(ik
heb
dat
gedaan),
als
het
hen
echter
tegenzit,
dan
leggen
ze
de
schuld
bij
de
cirkel
van
betrokkenheid
(het
is
de
schuld
van
de
anderen).
Persoonlijk
vind
ik
dit
een
enge,
kortzichFge
manier
van
denken.
Je
hebt
meer
impact
op
wat
er
rond
je
heen
gebeurt
dan
je
denkt.
We
kunnen
dit
samenva:en
in
een
zin
van
10
woorden
met
maar
20
le:ers
:
IF
IT
IS
TO
BE,
IT
IS
UP
TO
ME
!
MoFvaFe
IK
TEAM
LEIDING
GEVENDE
ORGANISATIE
Cirkel
van
Invloed
Cirkel
van
Betrokkenheid
(c)
d-‐Comma
8
9. Als
rekruteringsmanager
heb
ik
duizenden
gesprekken
gevoerd
met
kandidaten.
Als
ik
hen
vroeg
waarom
ze
deze
baan
wilden,
antwoordde
de
grote
meerderheid
met
volgende
3
woorden
:
• Boeiend
• Afwisselend
• Uitdagend
Ik
kan
je
meteen
deze
illusie
ontnemen.
Op
jobsites
vind
je
massa’s
jobs
die
boeiend,
afwisselend
en
uitdagend
zijn.
Helaas
kreeg
ik
zelden
een
antwoord
waaruit
passie
sprak.
Voor
mij
klonk
deze
holle
drievuldigheid
als
eenheidsworst.
Als
je
niet
duidelijk
kan
antwoorden
waarom
je
voor
een
job
solliciteert,
ben
je
dan
wel
écht
gemoFveerd
om
aan
deze
job
te
starten
?
Met
ander
woorden
:
“Ben
je
op
zoek
naar
een
job,
of
wil
je
deze
job
?”
Er
bestaan
talrijke
gespecialiseerde
kantoren
die
je
kunnen
begeleiden
d.m.v.
advies
en
coachen
om
te
ontdekken
welke
job
het
best
bij
je
past.
JIJ
moet
echter
zelf
de
antwoorden
op
hun
vragen
geven.
Wilt
een
kandidaat
een
job
of
Wilt
een
kandidaat
déze
job
?
(c)
d-‐Comma
9
10. Mo2va2e
en
persoonlijkheid
Deze
keuzes
zijn
deels
een
resultaat
van
persoonlijkheid,
maar
andere
zaken
zoals
interesse,
omgevingsfactoren,
…
spelen
eveneens
een
belangrijke
rol.
Zo
zal
iemand
die
zelf
streee
naar
structuur,
beter
gedijen
in
een
organisaFe
waar
hij
structuur
terugvindt.
Dezelfde
persoon
verdwaalt
al
snel
in
een
voortdurend
veranderende
omgeving.
Iemand
die
van
nature
zeer
creaFef
is,
zal
nooit
gemoFveerd
worden
door
een
funcFe
waarbij
hij
in
een
keurslijf
moet
lopen,
ongeacht
het
salaris,
de
mooie
wagen
en
de
lucraFeve
bonus
op
het
einde
van
het
jaar.
Hij
zal
ten
hoogste
Fjdelijk
in
deze
illusie
geloven,
maar
op
termijn
blije
hij
niet
gemoFveerd.
Stel
jezelf
dus
volgende
vragen
voordat
je
begint
:
• Wat
is
voor
mij
écht
belangrijk
in
een
job
?
• Heb
ik
wel
een
duidelijk
beeld
van
de
funcFe
?
• Zijn
er
bepaalde
voorwaarden
waaraan
mijn
werkgever
moet
volstaan
?
• Waarom
wil
ik
weg
uit
mijn
huidige
job
?
Stel
jezelf
de
vraag
:
Past
mijn
puzzle-‐stukje
in
dit
geheel
?
Zoek
een
job
die
past
bij
jou
persoonlijkheid,
passie
en
interesse
(c)
d-‐Comma
10
11. Rela2e
mo2va2e
–
competen2e
–
complexiteit
van
het
werk
Alles
heee
zijn
limiet,
zo
ook
de
complexiteit
van
het
werk
dat
we
aankunnen.
Om
gemoFveerd
te
zijn
hebben
we
nood
aan
een
minimale
uitdaging.
Te
weinig
uitdaging
laat
ons
indommelen.
We
zijn
steeds
minder
allert
en
werken
op
automaFsche
piloot.
Naarmate
ons
werk
complexer
wordt,
sFjgt
de
allertheid
en
de
moFvaFe.
We
worden
uitgedaagd
en
zullen
hen
eens
tonen
wat
we
kunnen.
(ha,
ze
denken
dat
ik
dat
niet
kan
…
wacht
maar
eens).
Naarmate
de
complexiteit
(en
de
daarmee
samenhangende
nodige
competenFes)
sFjgen,
bereiken
we
een
maximaal
punt.
Indien
we
over
dit
punt
gaan
trachten
we
het
eerst
nog
even
vol
te
houden,
maar
merken
op
een
bepaald
moment
dat
dit
toch
té
hoog
gegrepen
is.
De
moFvaFe
daalt
zienderogen.
Deze
beweging
hangt
nauw
samen
met
ons
zelfvertrouwen
en
is
weergegeven
in
de
grafiek
hiernaast
en
wordt
o.a.
mede
onderschreven
door
Ryan
&
Deci
en
Dan
Pink
waar
zij
spreken
over
respecFevelijk
competenFe
en
meesterschap.
Het
Peter’s
principle
is
hier
een
klassiek
voorbeeld
van
een
medewerker
die
net
één
stap
te
hoog
groeit
in
de
organisaFe
en
boven
zijn
niveau
uitkomt.
Op
dat
moment
begint
de
persoon
te
disfuncFoneren
en
raakt
hij
gedemoFveerd.
Zelfvertrouwen
MoFvaFe
OpFmaal
punt
Bron
:
Stolovitch
&
Keeps
(2002)
(c)
d-‐Comma
11
12. Gevangen
in
een
gouden
kooi
Een
goede
vriend
van
mij
had
een
mooie
baan.
Hij
werkte
lange
dagen,
verdiende
veel
geld,
had
aanzien
en
invloed,
maar
hij
was
doodongelukkig.
Hij
durfde
lange
Fjd
niet
te
veranderen
van
job,
omdat
hij
wist
dat
hij
hierdoor
minder
zou
verdienen
–
en
geld
is
zo
belangrijk.
Telkens
ik
hem
zag
of
hoorde
vertelde
hij
me
hoe
zwaar
hij
het
wel
had
en
deels
duwde
hij
zich
ook
wel
in
de
slachtofferrol,
maar
het
ontbrak
hem
lang
aan
MOED
om
de
situaFe
in
handen
te
nemen.
Vorig
jaar
maakte
hij
me
heel
blij
door
zijn
ontslagbrief
in
te
dienen.
Hij
had
alle
moed
verzameld
om
elders
te
starten.
Sindsdien
zie
ik
hem
terug
openbloeien.
FantasFsch
!
De
gevangene
is
ontsnapt
uit
de
gouden
kooi
en
herleee
!
Om
echt
gemoFveerd
te
zijn
heb
je
MOED
nodig.
Moed
om
uit
de
gouden
kooi
te
treden.
Misschien
zal
je
(iets)
minder
verdienen,
maar
wat
je
ervoor
terugkrijgt
is
giganFsch
:
ademruimte,
energie,
schwung,
…
Als
je
in
de
gouden
kooi
blije
zi:en,
dan
is
de
kans
groot
dat
je
regelrecht
afstevent
op
depressie,
stress,
burn-‐out,
…
Geen
enkele
job
is
zoveel
waard
volgens
mij.
Heb
jij
genoeg
moed
om
uit
de
gouden
kooi
te
ontsnappen
?
Loon
is
belangrijk,
maar
als
je
enkel
Loon
nastreee,
dreig
je
gevangen
te
Geraken
in
een
gouden
kooi.
(c)
d-‐Comma
12
13. Voordat
je
wegloopt…
Zodra
de
demoFvaFe
toeslaat,
gaan
sommige
mensen
op
zoek
naar
een
andere
baan.
De
CV
wordt
ge-‐updated,
het
‘netwerk’
wordt
ingeschakeld,
…
de
zoektocht
start.
Voordat
je
extern
begint
te
zoeken,
kan
het
raadzaam
zijn
om
een
dialoog
aan
te
gaan
met
je
huidige
werkgever.
Misschien
heee
hij
wel
toekomstplannen
met
je.
Misschien
komen
er
interessante
opportuniteiten
aan
waar
jij
nog
niet
van
weet.
Daarom
kan
het
raadzaam
zijn
om
intern
een
dialoog
te
voeren.
Dit
kan
met
je
leidinggevende
(hopelijk
staat
hij
hiervoor
open),
maar
ook
HR
of
een
persoon
die
jou
inspireert
in
de
organisaFe
kunnen
interessante
gesprekspartners
zijn
om
je
carrière
te
bespreken.
Indien
alle
gesprekken
in
dovemansoren
belanden,
dan
is
het
Fjd
voor
verdere
stappen.
Seth
Godin
omschrije
in
zijn
boek
‘Tribes’
drie
mogelijke
a{tudes
(1):
1. Reageren
:
dit
is
intuïFef
en
insFncFef
en
uit
zich
bij
demoFvaFe
doorgaans
door
klagen
en
zagen.
2. Antwoorden
:
hierbij
beantwoord
je
externe
sFmuli
met
doordachte
acFes
waarbij
je
kansen
grijpt.
3. IniFëren
:
dit
is
de
teugels
in
handen
nemen.
Doorze:en
waar
anderen
het
laten
afweten.
Echte
leiders
–
vervolgt
Godin
–
nemen
iniFaFef
en
zi:en
achter
het
stuur
van
hun
eigen
moFvaFe.
Leid
jij
je
eigen
carrière?
Ben
jij
de
bron
van
je
eigen
moFvaFe
?
MoFvaFe
start
met
plaats
te
nemen
achter
het
stuur
van
je
eigen
carrière.
De
achterbank
kan
veilig
en
comfortabel
aanvoelen,
maar
je
kan
er
zelf
geen
richFng
kiezen.
(c)
d-‐Comma
13
14. Je
hebt
zelf
het
meeste
impact
op
je
moFvaFe.
Jij
kan
keuzes
maken
voor
jezelf.
Soms
zijn
deze
keuzes
evident.
Soms
vergen
ze
moed.
Enkel
door
deze
keuzes
te
maken
én
uit
te
voeren
moFveer
je
jezelf.
(c)
d-‐Comma
14
15. Te
onthouden
1. MoFvaFe
start
bij
jezelf.
Jij
maakt
keuzes.
2. Kies
niet
voor
een
job,
maar
kies
voor
dé
job.
3. Uitdaging
moFveert.
Te
veel
uitdaging
demoFveert.
Zoek
het
ideaal
punt.
4. Ontsnap
uit
de
gouden
kooi
–
ze
werkt
versFkkend.
5. Bezin
eer
je
begint
–
spreek
met
je
huidige
werkgever
over
ambiFes.
(c)
d-‐Comma
15
16. Persoonlijk
acFeplan
-‐
IK
Beantwoord
volgende
vragen
:
1. Wat
moFveert
mij
?
2. Wat
vind
ik
hiervan
terug
in
mijn
job
?
3. Wat
is
voor
mij
de
ideale
job
waarin
ik
gemoFveerd
kan
zijn
?
(c)
d-‐Comma
16
17. Dimensie
2
:
TEAM
We
brengen
een
groot
deel
van
onze
Fjd
op
ons
werk
door
met
collega’s.
In
onze
kenniseconomie
is
samenwerking
een
must
en
wordt
het
vaak
vertaald
naar
teams.
We
kennen
teams
in
talrijke
vormen
:
projec:eams,
afdelingen,
ploegen,
managemen:eams,
virtuele
teams
…
maar
ook
buiten
het
bedrijfsleven
bestaan
er
heel
wat
soorten
teams
;
verenigingen,
spor:eams,
…
Kameraden
Ik
hou
wel
van
het
woord
“kameraden”
(al
klinkt
het
erg
uit
de
Sovjet
Fjd).
Kameraden
zijn
meer
dan
een
groep
mensen
die
voor
een
zelfde
organisaFe
werken.
Het
zijn
mensen
die
het
werk
SAMEN
aanpakken.
Ze
gaan
voor
elkaar
DOOR
HET
VUUR.
Ze
vormen
een
EENHEID
en
zijn
betrokken
bij
elkaars
werk.
Helaas
zijn
er
heel
wat
organisaFes
waar
medewerkers
naast
elkaar
leven,
maar
niet
samenwerken.
Begrijp
me
niet
verkeerd.
Ik
verwacht
niet
dat
je
persé
met
je
collega’s
na
de
uren
pinten
gaat
pakken
of
op
vakanFe
gaat.
Neen,
wat
ik
bedoel
is
dat
je
samen
met
je
collega’s
de
schouders
onder
het
werk
steekt.
Dat
je
samenwerkt.
Dat
je
samen
bouwt
aan
de
toekomst
van
je
organisaFe.
Dat
is
wat
teams
doen.
MoFvaFe
IK
TEAM
LEIDING
GEVENDE
ORGANISATIE
(c)
d-‐Comma
17
18. Teams
bouwen
Teams
creëer
je
niet
door
samen
met
collega’s
met
een
quad
door
de
bossen
te
rijden.
Teambuilding
is
een
doorlopend
proces
waar
je
elke
dag
aan
moet
werken.
Het
vergt
vertrouwen,
discipline
en
verantwoordelijkheid
van
de
teamleden,
maar
het
vergt
ook
een
teamleider
die
sturing
geee
aan
het
team.
Hoog
presterende
teams
kenmerken
zich
volgens
Patrick
Lencioni
door
:
1. Een
hoge
mate
aan
vertrouwen
2. Geen
angst
om
conflicten
te
bespreken
3. Toewijding
van
iedereen
4. Mensen
voelen
zich
verantwoordelijk
5. Focus
op
resultaten
Een
mooi
voorbeeld
vormen
de
Castellers
uit
Catalonië.
Elk
jaar
in
september
Fjdens
fesFviteiten
bouwen
teams
zo
hoog
mogelijke
menselijke
torens.
Dit
staaltje
van
teamwerk
vereist
absolute
toewijding,
focus
en
verantwoordelijkheid.
Maar
ook
communicaFe
en
coördinaFe
dragen
bij
aan
het
al
dan
niet
slagen.
Op
het
einde
worden
de
kleinste
kinderen
helemaal
naar
boven
gestuurd
in
de
toren,
meters
boven
de
grond.
Dit
vereist
het
vertrouwen
van
de
hele
groep.
En
wat
die
quad
betree,
dat
kan
je
nog
alFjd
bij
wijze
van
incenFve
organiseren
als
je
team
uitzonderlijke
prestaFes
heee
neergezet,
maar
dat
vergt
eerst
wel
een
sterk
staaltje
teamwerk.
Castellers
uit
het
Spaanse
Catalonië
(c)
d-‐Comma
18
19. Uniek
teamwerk
Onlangs
kreeg
ik
bij
één
van
m’n
klanten
de
mogelijkheid
om
een
aantal
medische
operaFes
bij
te
wonen
zodat
ik
de
interacFes
tussen
medewerkers
kon
observeren.
Tijdens
de
operaFes
zijn
steeds
minimum
4
mensen
druk
in
de
weer
:
chirurg,
anesthesist,
instrumentalist
en
de
omloopverpleegkundig.
Iedereen
weet
perfect
wanneer
wat
van
hem
verwacht
wordt
en
speelt
hier
perfect
op
in.
De
chirurg
leidt
de
acFe
en
stuurt
het
team
aan.
Ik
was
het
meest
onder
de
indruk
van
oogoperaFes.
OogoperaFes
vereisen
zeer
veel
concentraFe.
Hiervoor
verduistert
men
de
zaal
en
richt
men
één
spot
op
het
oog.
Niemand
zegt
een
woord
Fjdens
de
operaFe.
4
hoofden
en
8
handen
werken
perfect
samen.
Iedereen
vertrouwt
elkaar
en
is
volledig
toegewijd
om
de
operaFe
te
laten
slagen.
Voor
communicaFe,
briefing,
feedback
maakt
men
Fjd
voor
of
na
de
operaFe.
Voor
mij
was
dit
het
prachFgste
staaltje
teamwerk
dat
ik
in
jaren
heb
gezien.
(c)
d-‐Comma
19
20. Goede
afspraken
maken
goede
vrienden
Buiten
de
werkomgeving
omschrijven
we
vaak
duidelijk
hoe
we
met
elkaar
dienen
om
te
gaan
:
• Landen
hebben
wetgeving
• Sportclubs
hebben
een
huishoudelijk
reglement
• Gezelschapsspelen
hebben
spelregels
Als
we
professioneel
samenwerken
bestaat
er
een
arbeidsreglement,
maar
dit
handelt
doorgaans
niet
over
HOE
we
met
elkaar
omgaan.
Het
regelt
hooguit
een
aantal
prakFsche
zaken
zoals
uurrooster,
ziektemelding
en
salaris,
maar
het
gaat
niet
over
hoe
we
met
elkaar
omgaan,
hoe
we
vertrouwen
creëren,
…
Om
misverstanden
(ook
al
waren
de
intenFes
goedbedoeld)
te
vermijden,
is
het
nu{g
om
spelregels
op
te
maken
over
hoe
we
wél
en
hoe
we
niét
met
elkaar
omgaan.
Dit
creëert
DUIDELIJKHEID
en
vermijdt
misverstanden.
De
meeste
mensen
houden
van
duidelijkheid
en
dit
bevordert
de
moFvaFe
binnen
de
groep.
RegelmaFg
maak
ik
d.m.v.
Workshops
dergelijke
oefeningen
met
teams.
Op
het
einde
ondertekenen
de
deelnemers
dan
symbolisch
de
gemaakte
afspraken.
Deze
afspraken
bieden
een
goede
basis
om
nadien
gewenst/
ongewenst
gedrag
te
bespreken.
Voorbeelden
van
gewenst
gedrag
:
InFaFef
nemen,
respect,
kennisdelen,
empathie,
vertrouwen,
…
Voorbeelden
van
ongewenst
gedrag
:
informaFe
achterhouden,
roddelen,
pesten,
klagen
en
zagen,
…
Duidelijke,
uitgeschreven
spelregels
verhogen
de
moFvaFe
(c)
d-‐Comma
20
21. Sarcasme
–
roddelen
–
pesten
Sarcasme,
roddelen
en
pesten
kunnen
elk
teamwerk
sterk
ondermijnen.
Vaak
gaat
het
over
het
bewandelen
van
een
dunne
grens
tussen
wat
wel
/
niet
aanvaard
wordt.
De
lijn
overschrijden
kan
een
posiFeve
sfeer
snel
doen
omslaan
in
spanning,
negaFeve
gevoelens
en
demoFvaFe.
Wat
humor
is
voor
één
persoon,
kan
kwetsend
zijn
voor
een
andere.
Gevaar
1
:
Sarcasme
Humor
kan
sociale
cohesie
binnen
een
groep
versterken.
Het
creëert
een
posiFeve
sfeer,
maar
we
moeten
ople:en
dat
wat
grappig
is
voor
één
persoon
niet
alFjd
zo
wordt
geïnterpreteerd
door
iemand
anders.
In
internaFonale
omgevingen
dien
je
daarenboven
rekening
te
houden
dat
humor
cultuur
gebonden
is.
Sarcasme
en
cynisme
zijn
twee
gevaarlijke
vormen
van
humor
omdat
de
persoon
die
het
zegt
er
meteen
een
eigen
interpretaFe
aan
geee
die
niet
alFjd
duidelijk
is
voor
de
andere.
Uiteraard
kan
aanhoudend
sarcasme
leiden
tot
misverstanden,
spanning
en
dus
ook
tot
demoFvaFe
in
een
team.
Ople:en
geblazen
dus
!
En
de
gemaakte
schade
nadien
trachten
teniet
te
doen
door
te
zeggen
“het
was
maar
een
grapje”
werkt
niet.
(c)
d-‐Comma
21
22. Gevaar
2
:
roddelen
Roddelen
is
net
als
humor
sterk
cultureel
gebonden.
In
Zuid-‐Europese
culturen
wordt
roddelen
veel
meer
aanvaard
dan
in
Noord-‐Europese.
In
het
zuiden
wordt
roddelen
zelfs
als
een
belangrijk
informele
informaFestroom
beschouwd.
In
België
en
Nederland
wordt
er
ook
heel
wat
geroddeld
op
de
werkvloer.
Het
kan
gaan
van
onschuldig
over
iemand
praten
tot
het
opze:elijk
verspreiden
van
schadelijke
(soms
verzonnen)
berichten
om
iemand
in
een
slecht
daglicht
te
plaatsen.
Roddelen
kan
een
nefaste
invloed
hebben
op
moFvaFe
in
een
team.
Het
kan
leiden
tot
“kampen”
binnen
een
team
(vb.
de
mannen
van
den
bureau
en
de
mannen
van
de
werkplaats).
Ik
heb
vaak
vastgesteld
dat
binnen
elk
kamp
duchFg
geroddeld
wordt
over
het
andere
kamp.
De
kwaliteit
van
de
berichtgeving
is
recht
evenredig
met
de
kennis
van
de
anderen
parFj.
Door
te
spreken
vanuit
percepFe
(≠
correcte
informaFe)
verspreidt
men
vaak
fouFeve
informaFe
en
groeien
parFjen
uiteen.
Om
teamwerk
binnen
een
organisaFe
te
bewaren
is
het
dus
waardevol
om
de
kampen
dicht
bij
elkaar
te
houden.
Bevorder
kruisbestuivingen
doorheen
de
organisaFe.
Geef
medewerkers
Fjd
om
elkaar
te
leren
kennen.
Laat
medewerkers
Fjdelijk
op
een
andere
afdeling
werken.
Hierdoor
krijg
je
meer
waardering
tussen
collega’s,
wat
op
zijn
beurt
moFvaFe
bevordert
en
teamwerk
doet
toenemen.
Jennifer
Cole
en
Hannah
Scrivener
van
de
Staffordshire
University
voerden
onderzoek
naar
de
relaFe
tussen
moFvaFe,
roddelen
zelfvertrouwen
en
sociale
aanvaarding.
(3)
Uit
het
onderzoek
bij
160
deelnemers
blijkt
dat
wie
roddelt
het
gevoel
heee
meer
sociale
steun
te
krijgen
zonder
dat
dit
een
effect
heee
op
de
algemene
tevredenheid
van
hun
leven.
Uit
een
vervolgonderzoek
bij
140
deelnemers
blijkt
dat
wie
posiFef
over
iemand
roddelt
meer
zelfvertrouwen
heee
dan
iemand
die
negaFef
roddelt.
(c)
d-‐Comma
22
23. Gevaar
3
:
Pesten
Pesten
is
ongetwijfeld
één
van
de
grootste
gevaren
voor
moFvaFe
en
teamwerk.
Ik
heb
in
mijn
carrière
als
HRManager
moeten
tussenkomen
bij
verregaand
pestgedrag
tussen
collega’s
en
er
is
maar
1
oplossing
:
de
situaFe
snel
en
grondig
onderzoeken
en
de
pester
meteen
aan
de
deur
ze:en,
indien
nodig
met
meer
ingrijpende
gevolgen.
Één
van
de
problemen
bij
pesten
is
dat
de
persoon
die
gepest
wordt
vaak
moeite
heee
om
hiermee
naar
buiten
te
treden.
Hij
kropt
zijn
gevoelens
op
tot
de
bom
ontploe,
maar
dan
is
het
vaak
al
te
laat.
Voor
mensen
die
niet
bij
het
pesten
betrokken
zijn
is
het
ook
niet
alFjd
eenvoudig
om
het
pestgedrag
te
zien.
Sommige
pesters
zijn
meesters
in
het
verdoken
pesten.
In
andere
gevallen
gebeurt
het
pesten
open
en
bloot
en
zijn
er
grote
groepen
bij
betrokken.
Denk
bijvoorbeeld
aan
de
firma
Mactac
uit
Bergen
(B)
waar
een
man
9
jaar
lang
door
zijn
collega’s
werd
gepest,
inclusief
fysiek
geweld
en
zware
vernederingen.
De
direcFe
beweerde
niets
door
te
hebben
van
de
prakFjken.
Uiteindelijk
heee
de
man
alle
moed
bijeen
geraapt
en
klacht
ingediend.
De
25
pesters
en
Mactac
zijn
allemaal
in
beschuldiging
gesteld
en
kunnen
gevangenisstraffen
krijgen
tot
15
jaar.
Indien
je
pestgedrag
op
de
werkvloer
ziet.
Grijp
dan
meteen
in
–
als
je
er
weet
van
hebt
en
niets
doet,
kan
je
ook
vervolgd
worden.
De
lijn
tussen
plagen
en
pesten
is
dun.
Wat
onschuldig
begint,
loopt
soms
volledig
uit
de
hand.
(c)
d-‐Comma
23
24. 6
2ps
om
te
komen
tot
betere
samenwerking
Vanuit
m’n
eigen
ervaring
deel
ik
graag
6
Fps
om
te
komen
tot
beter
teamwerk
en
betere
samenwerking.
1. Wees
geïnteresseerd
in
wat
de
andere
doet.
2. Communiceer
asserFef
3. Alsjebliee
–
Dank
je
wel
-‐
Sorry
4. Wees
niet
té
impulsief
met
reacFes.
5. Vermijd
veronderstellingen.
6. De
kracht
van
oprechte
complimenten
(c)
d-‐Comma
24
25. Tip
1
:
Wees
geïnteresseerd
in
elkaar
Interesse
in
elkaar
overbrugt
de
verschillen
en
die
heb
je
nodig
om
mensen
tot
elkaar
te
laten
komen.
Daarenboven
is
oprechte
interesse
in
de
andere
een
duidelijk
teken
van
respect
en
het
is
een
goede
manier
om
zelf
veel
te
blijven
bijleren.
Hoe
pak
je
dit
aan
?
Stel
vragen
en
durf
door
te
vragen.
Wees
nieuwsgierig
(op
een
gezonde
manier).
Ga
tot
bij
een
collega
om
een
vraag
te
stellen
i.p.v.
voortdurend
mails
te
sturen.
Loop
eens
een
dag
mee
op
een
andere
afdeling.
Doe
mee
aan
afdeling-‐overschrijdende
projecten.
Kinderen
leren
veel
sneller
dan
volwassenen.
Waarom
?
Omdat
zij
voortdurend
“waarom?”
vragen
stellen.
Ze
zijn
steeds
nieuwsgierig
en
onderzoeken
alles.
Kleine
kinderen
staan
ook
alFjd
open
om
te
leren.
De
meeste
mensen
verliezen
deze
natuurlijke
interesse
in
hun
omgeving
vanaf
dat
ze
naar
school
gaan.
De
meest
interessante
mensen
die
ik
in
mijn
leven
ben
tegengekomen
hebben
deze
a{tude
nooit
verloren.
(c)
d-‐Comma
25
26. Sub-‐asserFef
asserFef
agressief
ontwijkend
Tip
2
:
Communiceer
asser2ef
Er
bestaan
heel
wat
misva{ngen
over
asserFviteit.
“ik
zal
hem
eens
mijn
gedacht
zeggen
!”
heee
doorgaans
weinig
te
maken
met
asserFviteit,
maar
wel
met
agressiviteit.
AsserFviteit
is
communiceren
met
zowel
respect
voor
jezelf
als
respect
voor
de
andere.
Het
betekent
dus
dat
je
met
voldoende
zelfrespect
je
mening
geee
zonder
de
andere
persoon
voor
de
borst
te
stoten.
Speel
op
de
bal,
niet
op
de
man.
AsserFviteit
communiceren
heee
niet
alleen
te
maken
met
spreken,
maar
minstens
evenveel
met
luisteren.
Zoals
wijlen
Stephen
Covey
het
omschreef
:
“Tracht
eerst
te
begrijpen
voordat
je
begrepen
wil
worden”.
Dit
vraagt
geduld
en
is
opnieuw
een
teken
van
interesse
tonen.
Niet
alleen
het
respect
voor
de
andere
is
belangrijk.
Zelfrespect
is
minstens
even
belangrijk.
Durf
je
mening
te
geven
op
een
construcFeve,
asserFeve
manier.
Veel
mensen
willen
weten
wat
jij
écht
denkt.
RegelmaFg
heb
ik
mensen
in
m’n
opleidingen
die
zich
steeds
ondergeschikt
maken
aan
de
andere.
Dit
uit
zich
o.a.
doordat
ze
nooit
“Neen”
zeggen
als
iemand
hen
vraagt
iets
te
doen.
Indien
ze
een
leidinggevende
posiFe
hebben
durven
ze
niet
te
delegeren
omdat
iedereen
al
zo
veel
werk
heee,
…
Kortom,
door
deze
a{tude
halen
ze
zichzelf
zo
veel
werk
op
de
hals
dat
ze
zelf
moeite
krijgen
om
het
hoofd
boven
water
te
houden.
Ik
zondigde
hier
in
mijn
jeugdjaren
ook
aan,
maar
mits
een
goede
coaching
is
daar
nu
niets
meer
van
te
merken.
Als
je
er
niets
aan
doet,
dan
kan
dit
resulteren
in
stress
en
burn-‐out.
Doe
er
Fjdig
iets
aan.
Respect
voor
jezelf
Respect
voor
anderen
(c)
d-‐Comma
26
27. Tip
3
:
AlsjeblieR,
dank
je
wel
en
sorry
Als
onze
kinderen
een
snoepje
krijgen
in
de
winkel
zeggen
we
alFjd
:
“Wat
zeg
je
nu
tegen
mevrouw?”.
Als
je
kind
broer
of
zus
pjin
doet,
zeggen
we
“zeg
eens
sorry”.
Op
deze
manier
trachten
we
kinderen
elementaire
beleefdheid
aan
te
leren.
Vaak
moeten
we
het
1000
keer
herhalen,
maar
de
volhouder
wint.
Helaas
merk
ik
dat
veel
volwassenen
in
bedrijven
nog
steeds
evenveel
moeite
hebben
om
deze
woorden
te
gebruiken.
Joe
Cocker
zong
“Sorry
seems
to
be
the
hardest
word”.
Sommige
mensen
zijn
een
kei
in
het
verzinnen
van
excuses
om
toch
maar
geen
sorry
te
hoeven
zeggen.
Het
is
alsof
“sorry”
de
grootste
straf
is.
Uiteraard
dienen
deze
woorden
steeds
oprecht
gegeven
worden.
Een
vlugge
sorry
om
je
er
vanaf
te
maken
werkt
niet.
Alsjebliee
en
dank
je
wel
zijn
al
even
moeilijke
woorden.
Soms
lijkt
het
alsof
het
maar
normaal
is
dat
je
iemand
iets
geee.
Een
bedankt
kan
er
dan
niet
af.
Mijn
advies
:
• Geef
en
je
zult
krijgen
• Wees
dankbaar
als
je
iets
krijgt
• Zeg
oprecht
sorry
als
je
in
de
fout
bent.
Met
deze
woorden
bouw
je
enorm
veel
respect
en
goede
wil
op.
De
drie
sterkste
woorden
zijn
Alstubliee,
dankuwel
en
sorry
(c)
d-‐Comma
27
28. Tip
4
:
Wees
niet
té
impulsief
met
reac2es.
Is
het
je
ook
al
eens
overkomen
dat
je
impulsief
een
reacFe
gaf
en
dat
je
nadien
wou
dat
je
je
woorden
kon
terugnemen
?
Helaas
is
de
schade
al
berokkend.
Impulsief
gedrag
wordt
ook
wel
eens
benoemd
als
“een
te
kort
lontje”,
“emoFoneel
explosief”,
“ontvlambaar”,
“snel
uit
de
startblokken
schieten”,
…
Impulsief
zijn
moet
kunnen
en
is
in
sommige
gevallen
zelfs
zeer
posiFef
(het
laat
de
boel
vooruit
gaan).
Impulsief
zijn
heee
echter
ook
een
schaduwzijde.
EmoFes
razen,
ideeën
ontspruiten
uit
wat
gezegd
wordt
en
reacFes
borrelen
vanzelf
naar
boven.
Zonder
enige
remming
repliceert
men
meteen
op
wat
er
rondom
ons
gebeurt.
De
oorzaak
kan
divers
zijn
:
te
weinig
Fjd,
persoonlijkheid,
emoFes,
stress,
…
Wat
kan
je
eraan
doen
?
Hoe
ga
je
hiermee
om
?
De
oplossing
ligt
ongetwijfeld
bij
zelfcontrole.
Rem
jezelf
af.
Dwing
je
om
goed
te
luisteren.
Een
goede
vriendin
wist
dat
ze
ook
té
impulsief
kon
reageren.
Om
dit
te
vermijden
dwong
ze
zichzelf
Fjdens
gesprekken
veel
te
schrijven
over
wat
gezegd
werd.
Doordat
ze
schreef
kon
ze
op
hetzelfde
moment
niet
spreken.
Als
ze
genoeg
informaFe
had
verzameld,
reageerde
ze
door
eerst
een
samenva{ng
te
maken
van
hoe
ze
de
zaken
had
begrepen
om
vervolgens
een
degelijk
antwoord
te
geven.
Ze
plukte
de
vruchten
van
deze
aanpak.
Zorg
in
je
communicaFe
voor
een
balans
tussen
emoFe
en
raFo
(c)
d-‐Comma
28
29. Tip
5
:
Vermijd
veronderstellingen
Oh,
ik
wist
niet
dat
je
het
zo
bedoelde,
ik
dacht
dat
…
Veronderstellingen
zijn
een
grote
kanker
voor
veel
organisaFes.
Vaak
onder
druk
van
Fjd
nemen
we
te
weinig
Fjd
om
ook
de
details
te
bespreken.
Hierdoor
geven
we
elk
een
eigen
invulling
aan
die
details
en
werken
we
voordat
we
het
weten
naast
elkaar
in
plaats
van
met
elkaar.
Wat
loopt
er
fout
?
We
zien
bv.
een
collega
al
om
15.30
vertrekken
op
het
werk.
Een
fracFe
van
een
seconde
later
treden
onze
hersenen
in
werking
en
denken
“Amai,
die
dure.
Het
is
nog
maar
half
vier
en
hij
vertrekt
al
naar
huis.
Dat
is
durven.
Kortom,
we
maken
ons
eigen
verhaal
van
de
feiten
zonder
door
te
vragen.
Onze
percepFe
wordt
onze
realiteit.
Realiteit
was
echter
dat
die
collega
niet
naar
huis
vertrok,
maar
naar
een
vergadering
voor
het
werk
vertrok
die
tot
20.00
duurde.
Rond
die
Fjd
had
jij
al
gegeten
en
zat
je
gezellig
voor
TV
naar
je
favoriete
programma
te
kijken,
terwijl
jou
collega
nog
alFjd
aan
het
werken
was.
Wat
kunnen
we
hieraan
doen
?
We
maken
voortdurend
dergelijke
veronderstellingen;
thuis,
op
het
werk,
op
straat,
op
school,
…
overal.
We
trekken
(té)
snelle
conclusies.
Trek
niet
te
snel
conclusies.
Communiceer,
neem
Fjd,
luister
en
sluit
die
veronderstellingen
uit.
Op
korte
termijn
kost
het
je
Fjd,
maar
die
Fjd
win
je
op
langere
termijn
vlot
terug.
Dat
verzeker
ik
je.
Veronderstellingen
kunnen
heel
wat
misverstanden
en
conflicten
veroorzaken,
wat
een
nefaste
impact
heee
op
moFvaFe
van
iedereen
die
er
rechtstreeks
of
onrechtstreeks
bij
betrokken
is.
Onze
percepFe
vertekent
ons
beeld
PercepFe
is
realiteit
waardoor
er
verschillende
realiteiten
bestaan.
(c)
d-‐Comma
29
30. Tip
6
:
de
kracht
van
oprechte
complimenten
In
Vlaanderen
zijn
we
niet
goed
in
complimenten
geven,
en
we
zijn
nog
slechter
in
het
ontvangen
van
complimenten.
Waarom
geven
we
niet
gemakkelijke
complimenten
?
Voelen
we
ons
dan
niet
stoer
genoeg
?
Vinden
we
complimenten
geven
eerder
iets
voor
‘soeies’
?
Als
we
dan
toch
een
compliment
krijgen
dan
is
de
reacFe
vaak
tweeërlei
:
“wat
heee
hij
nu
weer
nodig
?”
ofwel
“ik
doe
toch
maar
gewoon
mijn
werk”.
Oprechte
complimenten
zijn
nochtans
heel
belangrijk
voor
de
intrinsieke
moFvaFe.
Japans
onderzoek
toont
aan
hoe
dopamine
wordt
aangemaakt
als
we
een
compliment
geven.
Hierdoor
sFmuleren
we
de
hersenen,
waardoor
de
persoon
die
het
compliment
krijgt
nog
slimmer
wordt.
Oprechte
complimenten
leiden
dus
tot
een
hogere
moFvaFe
én
slimmere
medewerkers.
Begin
er
dus
meteen
aan
!
(c)
d-‐Comma
30
31. Te
onthouden
1. Goede
teams
maken
duidelijke,
transparante
afspraken.
2. De
3
team-‐doders
zijn
sarcasme
–
roddelen
–
pesten.
Druk
ze
meteen
de
kop
in
als
ze
opduiken.
3. Succesfactoren
van
teams
zijn
1. Wees
geïnteresseerd
in
elkaar
2. Communiceer
asserFef
3. Gebruik
alsjebliee
–
dankjewel
–
sorry
4. Reageer
niet
té
impulsief
5. Vermijd
veronderstellingen
6. Oprechte
complimenten
geven
(c)
d-‐Comma
31
32. Persoonlijk
acFeplan
-‐
TEAM
Beantwoord
volgende
vragen
:
1. Wat
vind
ik
belangrijk
in
een
team
?
2. Hoe
draag
ik
bij
aan
het
doel
van
het
team
?
3. Wat
doe
ik
als
ik
geconfronteerd
wordt
met
sarcasme,
roddelen
en
pesten
?
(c)
d-‐Comma
32
33. Dimensie
3
:
LEIDINGGEVENDE
De
leidinggevende
vormt
uiteraard
een
deel
van
het
team,
maar
is
wel
een
bijzondere
speler
binnen
het
team.
De
leidinggevende
is
de
kapitein
die
het
schip
richFng
geee,
die
medewerkers
een
doel
geee.
Dit
betekent
uiteraard
niet
dat
medewerkers
geen
zeggenschap
hebben.
Integendeel.
De
leidinggevende
heee
als
taak
om
het
beste
uit
mensen
naar
boven
te
halen.
Coaching,
begeleiding,
uitdaging
zijn
maar
enkele
technieken
die
hierbij
aan
bod
komen.
Het
is
een
feit
dat
als
de
leidinggevende
op
de
werkvloer
rondloopt,
dan
spitsten
medewerkers
de
oren,
de
aandacht
verhoogt,
…
sommige
medewerkers
doen
er
alles
aan
om
op
de
radar
van
de
leidinggevende
duidelijk
te
verschijnen.
Anderen
krijgen
klamme
handen
als
plots
iemand
van
senior
management
hen
rechtstreeks
aanspreekt.
KreeRen
en
plankton
In
sommige
organisaFes
horen
ik
wel
eens
de
ludieke
opmerking
dat
bovenaan
de
kreee
zit,
omringd
met
langousFnes
en
dat
“wij
hier
op
de
werkvloer”
maar
plankton
zijn
(tussenin
zijn
er
nog
gamba’s,
rivierkreeeen,
garnalen,
…).
Deze
cartoon-‐achFge
schets
van
de
hiërarchie
spreekt
tot
de
verbeelding
en
is
dus
ook
heel
goed.
En
ondanks
de
verwoede
pogingen
van
veel
managers
om
de
kloof
te
overbruggen
en
een
open-‐deur-‐poliFek
na
te
streven,
deze
kloof
zal
nooit
100%
overbrugd
worden.
MoFvaFe
IK
TEAM
LEIDING
GEVENDE
ORGANISATIE
(c)
d-‐Comma
33
34. De
drang
naar
leiding
geven
Voor
velen
is
de
job
van
“manager”
een
doel
op
zich.
De
lonk
naar
het
royale
salaris,
de
auto,
de
persoonlijke
parkeerplaats
en
een
eigen
bureau
dat
je
kan
afsluiten.
Daarnaast
spreekt
ook
het
aanzien
tot
de
verbeelding
om
nog
maar
te
zwijgen
van
de
macht.
Als
rekruteringsmanager
kreeg
ik
regelmaFg
jongeren
over
de
vloer
die
pas
van
school
kwamen
en
die
solliciteerden
voor
een
funcFe
als
manager.
Waar
in
de
organisaFe
maakte
hen
niet
uit,
als
ze
maar
konden
managen
en
“baas”
zijn.
Deze
“sturm
und
drang”
a{tude
bewonder
ik
enerzijds,
maar
aan
de
andere
kant
moet
ik
hen
ook
soms
beschermen
tegen
het
Peter’s
Principle.
Ook
ervaren
medewerkers
hoor
ik
regelmaFg
opmerkingen
maken
“als
ik
de
baas
was,
dan
zou
ik
het
wel
anders
aanpakken
en
zou
het
hier
beter
draaien…”
Het
hoee
dan
ook
niet
te
verwonderen
dat
veel
mensen
die
ooit
de
eerste
keer
doorgroeiden
naar
een
leidinggevende
posiFe
(ik
ook)
meteen
na
de
promoFe
naar
huis
belden
met
de
mededeling
«
schat,
zet
de
champagne
koud,
ik
heb
promoFe
gekregen
!
».
6
maanden
nadien
zijn
er
heel
wat
leidinggevenden
die
tot
inzien
zijn
gekomen
welke
uitdagingen
ze
krijgen
voorgeschoteld
als
leidinggevende.
Sommigen
ruilen
na
een
Fjd
zelfs
hun
leidinggevende
posiFe
opnieuw
in
voor
een
niet-‐leidinggevende
taak.
Leiding
geven
is
een
rol
die
je
moet
leren.
Er
zijn
niet
zo
veel
natuurlijke
leidinggevenden.
Voor
de
meeste
mensen
is
het
een
avontuur
van
vallen
en
opstaan,
maar
als
je
doorzet,
dan
kan
een
heel
leerrijk
traject
zijn.
Als
je
voelt
dat
de
Fjd
rijp
is,
dan
moet
je
ervoor
gaan
!
Velen
hunkeren
naar
de
Ftel
van
manager,
maar
beseffen
niet
wat
het
inhoudt.
(c)
d-‐Comma
34
35. Managen
≠
Leiderschap
Er
bestaat
een
duidelijk
onderscheid
tussen
“Management”
en
“Leiderschap”.
Je
ziet
deze
tegenstelling
ook
soms
terugkomen
als
je
kijkt
naar
de
oprichter/eigenaar
van
een
organisaFe
of
naar
een
manager
die
werd
aangesteld
om
de
zaak
te
runnen.
Het
is
een
verschil
in
engagement
en
drive.
Hiermee
wil
ik
niet
zeggen
dat
managers
te
weinig
engagement
geven.
Sommige
managers
zijn
grote
leiders.
De
Ftel
op
het
visitekaartje
heee
niets
te
maken
met
de
tweedeling
hieronder.
Deze
tweedeling
is
puur
gebaseerd
op
de
keuze
die
de
persoon
maakt.
In
zijn
boek
“Tribes”
geee
Seth
Godin
een
mooi
vergelijk
tussen
deze
2
termen
:
Leiders
Managers
• Maken
verandering
• Bouwen
de
toekomst
en
verandering
• Gebruiken
bevlogenheid
en
ideeën
om
mensen
te
leiden
• Leiderschap
ontstaat
op
natuurlijke
wijze
omdat
de
leider
is
opgestaan
• Een
leider
is
als
een
thermostaat
;
hij
zorgt
dat
hij
de
omgeving
op
gelijke
temperatuur
brengt
met
de
rest
van
de
wereld.
Hij
is
constant
alert
en
grijpt
in
waar
nodig.
Een
leider
blije
dit
spel
voortdurend
onderhouden.
• Maken
spulletje
• Zijn
vaak
bezig
met
behoud
van
de
huidige
situaFe
• Gebruiken
dreigementen
en
bureaucraFe
om
mensen
te
managen
• Manager
word
je
door
middel
van
promoFes
(en
soms
ellebogen)
• Een
manager
is
als
een
thermometer
;
ze
waarschuwen
ons
als
we
te
veel
uitgeven
of
als
ons
marktaandeel
groeit
of
als
we
de
telefoon
niet
snel
genoeg
opnemen.
Ze
geven
kriFek
of
aanwijzingen
of
klagen
alleen
maar.
(c)
d-‐Comma
35
36. Als
leidinggevende
kan
je
het
best
medewerkers
moFveren
door
de
zaken
die
hen
demoFveren
weg
te
nemen.
(c)
d-‐Comma
36
37. Succesfactoren
voor
mo2verend
leiderschap
Er
bestaan
tal
van
boeken
over
moFverend
leiderschap.
Het
is
zeker
nu{g
om
regelmaFg
één
van
deze
werken
vast
te
pakken
zodat
je
als
leidinggevende
“scherp”
blije
staan.
Leiderschap
is
geen
exacte
wetenschap.
Het
is
geen
rol
die
je
gewoon
uitvoert.
Leidinggeven
doe
je
de
hele
dag
door,
elke
dag
van
de
week,
jaar
na
jaar.
Het
is
een
voortdurende
zoektocht
naar
wat
werkt
wel/
niet.
Het
is
jezelf
in
vraag
durven
stellen.
Het
is
doorze:en
waar
anderen
opgeven.
Het
is
geloven
in
je
team.
Het
is
de
wil
om
te
investeren
zodat
ze
morgen
kunnen
wat
ze
vandaag
nog
niet
kunnen.
Het
is
groeien.
Het
is
durven.
De
boeken
die
me
het
meest
inspireerden
rond
leiderschap
zijn
ongetwijfeld
:
1. De
7
eigenschappen
van
leiderschap
–
Stephen
Covey
2. EmoFonele
intelligenFe
–
Daniel
Goleman
3. Tribes
–
Seth
Godin
4. De
kleine
grote
dingen
–
Tom
Peters
5. Wat
leiders
drije
–
Manfred
Kets
De
Vries
De
meest
moFverende
leidinggevenden
die
ik
ken
hebben
een
aantal
eigenschappen
gemeen
:
• Aanstekelijk
enthousiasme
• Beslissend
• Geïnteresseerd
zijn
in
mensen
• Werken
volgens
eenvoudige,
duidelijke
principes
• Een
gezonde
porFe
emoFonele
intelligenFe
(c)
d-‐Comma
37
38.
Niemand
wil
werken
voor
een
zuurpruim
!
Als
je
heel
de
dag
loopt
te
klagen
en
zagen
over
alles
wat
er
misloopt
in
de
wereld,
dan
is
het
Fjd
om
een
stap
opzij
te
ze:en.
Je
remt
de
mensen
die
voor
je
werken
af
en
beknot
innovaFe
en
vooruitgang.
Niemand
wil
werken
voor
een
zuurpruim
Lach
!
Wees
posiFef
!
Niemand
wil
werken
voor
een
zuurpruim
!
Succesfactor
1
:
aanstekelijk
enthousiasme
In
de
loop
van
mijn
carrière
ben
ik
een
aantal
zeer
moFverende
leiders
tegengekomen.
Één
van
de
eigenschappen
die
ze
allemaal
gemeenschappelijk
hadden
was
een
niet
te
stoppen
enthousiasme.
Telkens
een
medewerker
met
een
idee
a„wam,
toonden
ze
oprechte
interesse.
Door
dit
enthousiasme
zorgen
ze
dat
medewerkers
ook
enthousiast
zijn.
Dit
fenomeen
wordt
in
de
psychologie
“spiegelen”
genoemd.
Je
neemt
het
gedrag
over
van
de
mensen
uit
je
omgeving.
Dit
enthousiasme
betekent
niet
dat
ze
voor
elk
idee
een
groen
licht
gaven.
Het
sFmuleerde
wel
het
opborrelen
van
ideeën.
Voor
deze
leiders
is
het
glas
steeds
half
vol
en
zij
zullen
zorgen
dat
het
nog
voller
wordt.
(c)
d-‐Comma
38
39. Succesfactor
2
:
Neem
beslissingen
Als
leidinggevende
is
het
jou
verantwoordelijkheid
om
knopen
door
te
hakken.
Ik
hoor
regelmaFg
medewerkers
hun
frustraFe
uiten
omdat
ze
de
zoveelste
keer
botsten
op
één
van
onderstaande
holle
antwoorden
:
• Laten
we
daar
later
eens
op
terugkomen
• De
Fjd
is
er
nog
niet
rijp
voor
• Ik
ga
er
nog
eens
met
wat
mensen
over
praten
• Laat
me
er
even
over
nadenken
En
ok,
soms
heb
je
nog
een
beetje
Fjd
nodig,
maar
kom
er
dan
zeker
op
terug.
Je
parkeert
je
auto
toch
ook
niet
om
er
nadien
nooit
meer
naar
terug
te
keren
?
Waarom
zou
je
dat
dan
doen
met
vragen
van
medewerkers
?
Misschien
zal
je
antwoord
later
fout
blijken
te
zijn.
Dat
is
niet
erg.
Je
bent
ten
minste
vooruit
gegaan
en
medewerkers
voelen
deze
dynamiek.
Beslissingen
nemen
vergt
soms
moed.
Medewerkers
waarderen
moedige
managers
en
vergeven
het
hen
als
ze
dan
toch
eens
een
verkeerde
beslissing
hebben
genomen.
Wees
er
dan
eerlijk
over
en
zeg
“ik
heb
de
verkeerde
beslissing
genomen”.
Sorry.
We
moeten
de
andere
kant
op.
Indien
dit
sporadisch
gebeurt
vergeven
medewerkers
dit.
Geen
beslissing
nemen
is
als
een
oranje
licht.
Niemand
weet
100%
zeker
of
hij
nu
moet
stoppen
of
doorgaan.
(c)
d-‐Comma
39
40. Succesfactor
3
:
Interesse
tonen
in
medewerkers
Sommige
leidinggevenden
werken
nog
steeds
vanuit
een
ivoren
toren.
Ze
hebben
geen
enkel
gevoel
met
wat
er
op
de
werkvloer
gebeurt.
Pro-‐acFef
interesse
tonen
in
waar
je
medewerkers
met
bezig
zijn,
creëert
respect
en
vertrouwen.
Ik
bedoel
hierbij
niet
het
controleren,
maar
oprecht
interesse
tonen
(waar
kan
ik
je
met
helpen
?
Waar
ben
je
met
bezig
?
…)
Niet
allen
interesse
tonen
in
de
professional,
maar
ook
in
de
mens
achter
de
professional.
Maak
Fjd
om
te
“connecteren”
met
je
medewerkers.
Paul
Janssen
Paul
Janssen
–
oprichter
van
Janssens
PharmaceuFca
–
was
een
leider
die
écht
interesse
toonde
in
zijn
medewerkers
en
wat
hen
dreef.
Hij
liep
voortdurend
rond
over
de
werkvloer.
Hij
wist
wat
er
speelde
bij
de
medewerkers
en
werd
dan
ook
op
handen
gedragen.
Het
enige
dat
je
nodig
hebt
om
uit
te
blinken
in
deze
vaardigheid
is
een
gezonde
porFe
nieuwsgierigheid
en
de
wil
om
regelmaFg
Fjd
te
maken
om
in
dialoog
te
gaan
met
je
medewerkers.
Deze
a{tude
levert
gegarandeerd
resultaat
op.
(c)
d-‐Comma
40
41. Succesfactor
4
:
Eenvoud,
transparan2e
en
duidelijkheid
Grote
leiders
hebben
geen
eindeloze
lijst
met
regels
en
afspraken.
Ze
werken
volgens
een
beperkte
lijst
van
eenvoudige,
transparante
en
duidelijke
afspraken
en
handelen
hier
consequent
naar.
Elke
dag
opnieuw.
Zij
communiceren
glashelder
wat
hun
verwachFngen
zijn
en
wat
het
kader
is
waarbinnen
gewerkt
wordt.
Het
is
uitermate
belangrijk
om
hier
consequent
naar
te
handelen.
Indien
één
van
je
medewerkers
de
basisregels
met
de
voeten
treedt,
dan
spreek
je
hem
hier
op
aan.
Medewerkers
appreciëren
de
mate
waarin
leidinggevenden
voorspelbaar
zijn.
Niet
de
ene
dag
wit
en
de
volgende
dag
zwart,
neen,
elke
dag
consequent
handelen
vanuit
dezelfde
waarden
en
principes
die
helder
geformuleerd
zijn.
Dit
houdt
de
samenwerking
eenvoudig.
Opvoeden
van
kinderen
Iedereen
kent
het
fenomeen
waarbij
kinderen
iets
niet
mogen
van
de
ene
ouder
en
het
dan
snel
gaan
vragen
aan
de
andere
ouder
van
wie
het
dan
wél
mag.
Bij
het
opvoeden
van
kinderen
is
het
belangrijk
dat
ouders
op
één
lijn
liggen.
Zodra
men
afwijkt
van
deze
lijn,
ontstaan
precedenten
die
nadien
moeilijk
zijn
recht
te
ze:en.
Wees
dus
duidelijk
over
je
principes
en
handel
er
elke
dag
naar.
Dit
creëert
eenvoud.
(c)
d-‐Comma
41
42. Succesfactor
5
:
Emo2onele
intelligen2e
RegelmaFg
wordt
leiderschap
en
emoFonele
intelligenFe
in
één
zin
vermeld.
Maar
wat
betekent
dit
nu
eigenlijk
?
EmoFoneel
intelligente
leiders
beschikken
over
volgende
eigenschappen
(*):
1. Zelfinzicht
Ken
uzelf.
Wat
drije
je,
waar
wil
je
naartoe,
hoe
reageer
je
in
welke
situaFe,
wat
kan
ik
(niet)
…
Zelfinzicht
heee
dus
te
maken
met
eerlijk
zijn
tegenover
jezelf.
Leiders
met
een
sterk
zelfinzicht
en
die
hiernaar
werken,
komen
authenFek
over,
wat
zijn
weerklank
vindt
in
de
moFvaFe
van
de
mensen
waarmee
hij
werkt.
2. Zelfregulering
Je
hebt
niet
alFjd
in
de
hand
wat
er
om
je
heen
gebeurt,
maar
je
bepaalt
wel
hoe
je
erop
reageert.
Zelfregulering
is
ten
eerste
belangrijk
omdat
mensen
die
hun
gevoelens
en
impulsen
onder
controle
hebben
in
staat
zijn
een
omgeving
van
vertrouwen
en
eerlijkheid
op
te
bouwen.
Daarenboven
leidt
minder
opwinding
aan
de
top
tot
meer
rust
in
de
organisaFe.
Ten
tweede
is
het
belangrijk
omdat
dit
toelaat
meer
flexibel
te
reageren.
Mensen
die
hun
emoFes
onder
controle
hebben
kunnen
beter
met
veranderingen
om.
Ze
raken
niet
in
paniek,
maar
blijven
kalm
en
zoeken
antwoorden
voordat
ze
te
hevig
reageren.
3. Empathie
Empathie
is
de
mate
waarin
je
je
kan
inleven
in
de
leefwereld
van
mensen
om
je
heen.
Het
houdt
in
dat
bij
het
nemen
van
belangrijke
beslissingen,
je
rekening
houdt
met
de
gevoelens
en
leefwereld
van
anderen.
Deze
vaardigheid
is
des
te
belangrijker
geworden
om
goede,
talentvolle
medewerkers
aan
boord
te
houden.
Indien
je
dit
niet
doet,
dan
lopen
je
medewerkers
gegarandeerd
weg
op
een
dag.
4. Sociale
vaardigheden
Sociale
vaardigheid
is
vriendelijkheid
met
een
doel
:
mensen
de
kant
op
krijgen
waar
je
ze
hebbe
wilt,
ze
meekrijgen
voor
een
nieuwe
strategie
en
enthousiasmeren.
Sociaal
vaardige
mensen
leggen
vlot
contact
en
breiden
hun
kennissenkring
vlot
uit
en
onderhouden
hem.
Indien
je
dit
goed
doet,
bouw
je
je
sociale
portemonee
op,
waardoor
anderen
op
een
bepaald
moment
graag
iets
voor
je
terug
willen
doen.
(*)Gebaseerd
op
Daniel
Goleman
over
leiderschap
–
2012
–
p
24-‐40
(c)
d-‐Comma
42
43. Succesfactor
6
:
Steun
steeds
je
medewerkers
naar
buiten
toe
Ik
star:e
ooit
m’n
loopbaan
aan
de
universiteit
als
communicaFeverantwoordelijke
van
de
ingenieursfaculteit.
Mijn
baas
–
de
decaan
van
de
faculteit
–
was
op
zijn
minst
gezegd
een
speciaal
man.
Hij
leek
op
Einstein,
niemand
begreep
zijn
humor
(behalve
hij),
zijn
vesFmentaire
code
was
toe
aan
vernieuwing,
maar
hij
had
een
enorm
mooie
eigenschap
als
leider.
Hij
steunde
zijn
medewerkers
ALTIJD.
Als
er
van
buiten
onze
dienst
iemand
onterecht
commentaar
leverde
op
ons
team,
dan
kwam
hij
meteen
op
voor
zijn
mensen.
Onvoorwaardelijk
!
Achter
de
schermen
Fjdens
een
persoonlijk
gesprek
kon
hij
je
aanspreken,
maar
naar
buiten
toe
steunde
hij
zijn
team
alFjd.
Ik
ervaarde
dit
als
enorm
moFverend.
Het
gaf
een
gevoel
van
waardering,
het
gaf
een
gevoel
van
veiligheid
en
een
gevoel
van
respect.
FantasFsch
!
Sindsdien
heb
ik
dit
verhaal
al
talloze
keren
verteld
in
opleidingen
en
heb
ik
het
ook
toegepast
toen
ik
zelf
leidinggevende
werd.
(c)
d-‐Comma
43
44. Succesfactor
7
:
Investeer
voortdurend
in
de
groei
van
medewerkers
Gedreven,
gepassioneerde
medewerkers
zijn
voortdurend
op
zoek
om
de
dingen
die
ze
vandaag
doen
morgen
beter
te
doen.
Ze
willen
professioneel
groeien.
Zodra
ze
hierin
worden
afgeremd
of
verhinderd,
geraken
ze
beetje
bij
beetje
gedemoFveerd.
Als
leidinggevende
is
het
je
absolute
plicht
om
gemoFveerde
mensen
te
ondersteunen
in
deze
zoektocht
naar
professionele
groei.
Toen
ik
bij
Atlas
Copco
werkte
stond
in
ons
People
Management
Proces
“We
expect
managers
to
develop
employees
into
new
posiFons”.
Veel
leidinggevenden
worstelen
hiermee.
Eerst
moeten
zij
Fjd
investeren
om
medewerkers
te
doen
groeien.
Zodra
de
medewerker
is
opgeleid
moet
je
hem
loslaten
en
kan
je
er
de
vruchten
niet
meer
van
plukken.
Fout
!
Als
je
het
goed
aanpakt
dan
wordt
je
medewerker
één
van
je
beste
ambassadeurs
in
de
organisaFe
en
zal
hij
zeker
met
plezier
iets
voor
je
terug
doen
als
de
Fjd
daarvoor
rijp
is.
Om
medewerkers
te
laten
groeien
zijn
er
een
aantal
voorwaarden
die
moeten
vervuld
worden
;
• Open
een
dialoog
met
medewerkers
over
professionele
ambiFes
• Betrek
medewerkers
bij
je
plannen
en
geef
hen
hierin
verantwoordelijkheden
• Geef
regelmaFg
feedback
• Creëer
leer-‐opportuniteiten
• Laat
medewerkers
experimenteren
• Laat
je
medewerker
gaan
als
hij
een
nieuwe
opportuniteit
krijgt
Geloof
me
;
investeren
in
de
professionele
groei
van
medewerkers
rendeert
alFjd
!
Als
leidinggevende
is
het
je
absolute
plicht
om
gemoFveerde
mensen
te
ondersteunen
in
deze
zoektocht
naar
professionele
groei.
Je
oogst
wat
je
zaait
(c)
d-‐Comma
44
45. Investeer
voortdurend
in
de
groei
van
medewerkers
–
Hoe
pak
je
dit
aan
?
Onlangs
voerde
ik
een
project
uit
bij
een
klant
en
sprak
ik
met
enkele
deelnemers
over
funcFonering-‐
en
evaluaFegesprekken.
Ik
viel
van
m’n
stoel
toen
ik
vernam
dat
sommige
deelnemers
al
meer
dan
20
jaar
geen
dergelijk
gesprek
meer
hadden
met
hun
leidinggevende.
Dergelijke
situaFe
is
uiteraard
ontoelaatbaar.
Een
investering
in
groei
start
met
een
goede
dialoog
tussen
medewerker
en
leidinggevende.
Van
hieruit
kunnen
dan
concrete
acFes
gepland
worden
zoals
:
• Uitdagend
project
• Opleiding
/
seminarie
• Nieuwe
verantwoordelijkheid
• Coaching
on
the
job
• …
Zodra
je
medewerkers
uit
hun
“comfort
zone”
haalt
en
in
hun
“stretch
zone”
plaatst,
gaan
ze
mits
een
goede
coaching
en
regelmaFge
feedback
groeien.
Feedback
is
uitermate
belangrijk,
om
enerzijds
posiFef
gedrag
te
bevesFgen
en
anderzijds
ontwikkelpunten
te
ondersteunen.
Zoals
Managementgoeroe
Ken
Blanchard
zegt
:
“Feedback
is
breakfast
for
champions”.
Wees
hierbij
concreet,
construcFef
en
direct
als
leidinggevende.
Draai
niet
rond
de
pot
en
leg
de
vinger
op
de
feiten.
Enkel
hiermee
kan
uw
medewerker
concreet
aan
de
slag.
Het
kan
confronterend
overkomen,
maar
als
het
goed
gebeurt,
leert
je
medewerker
er
snel
uit
en
groeit
hij.
(c)
d-‐Comma
45
46. Te
onthouden
1. Management
≠
Leiderschap
2. De
7
succesfactoren
voor
moFverend
leiderschap
zijn
:
1.
Aanstekelijk
enthousiasme
2. Neem
beslissingen
3. Geïnteresseerd
zijn
in
mensen
4. Werken
volgens
eenvoudige,
duidelijke
principes
5. Een
gezonde
porFe
EmoFonele
IntelligenFe
6. Steun
steeds
je
mensen
naar
buiten
toe
7. Investeer
voortdurend
in
de
groei
van
medewerkers
(c)
d-‐Comma
46
47. Persoonlijk
acFeplan
-‐
LEIDERSCHAP
Beantwoord
volgende
vragen
:
1. Ben
je
een
manager
of
een
leider
–
waarom
?
2. Wat
vond
je
het
meest
moFverende
aan
jou
leidinggevende
?
Doe
je
dit
zelf
ook
?
3. Wat
vond
je
het
meest
demoFverend
aan
jou
leidinggevende
?
Maak
je
ook
deze
fout
?
(c)
d-‐Comma
47
48. Dimensie
4
:
ORGANISATIE
OrganisaFes
beïnvloeden
de
moFvaFe
van
medewerkers
door
een
complex
geheel
van
verschillende
factoren.
Enerzijds
heb
je
de
missie,
visie,
waarden
en
cultuur
van
het
bedrijf.
Daarnaast
produceert
elk
bedrijf
een
bepaalde
dienst
of
product.
De
manier
waarop
er
gewerkt
wordt
omschrije
men
in
procedures
of
protocollen.
Uiteraard
heee
ook
de
arbeidsvoorwaarden
een
impact
op
de
moFvaFe
van
medewerkers.
Hierbij
denk
ik
aan
verloning,
extra
legale
voordelen,
vakanFedagen,
…
Dit
geheel
van
factoren
maakt
de
eigenheid
van
een
organisaFe.
Indien
medewerkers
zich
met
deze
factoren
kunnen
idenFficeren
en
deze
als
correct
en
rechtvaardig
vinden,
zullen
ze
de
organisaFe
doorgaans
als
een
moFverende
omgeving
ervaren.
Het
heee
geen
zin
om
medewerkers
aan
te
werven
die
zich
totaal
niet
interesseren
in
de
producten
die
je
produceert,
of
medewerkers
die
heel
andere
waarden
erop
na
houden
dan
je
organisaFe.
Indien
je
dit
toch
zou
doen,
dan
is
de
kans
heel
reëel
dat
je
medewerker
de
organisaFe
snel
terug
zal
verlaten.
Dit
stellen
we
vaak
vast
indien
een
organisaFe
overgenomen
is.
Op
dat
moment
implementeert
de
overnemende
organisaFe
een
nieuwe
cultuur
in
de
organisaFe,
waardoor
sommige
medewerkers
zich
niet
meer
thuis
voelen
in
de
nieuwe
organisaFe
en
vertrekken.
MoFvaFe
IK
TEAM
LEIDING
GEVENDE
ORGANI-‐
SATIE
(c)
d-‐Comma
48
49. Missie,
visie
en
waarden
Missie
en
visie
geven
organisaFes
een
duidelijk
doel
om
naartoe
te
werken.
Op
organisaFeniveau
mag
dit
gerust
high
level
omschreven
worden,
zolang
het
inspirerend
is
en
dat
alle
acFes
die
de
organisaFe
onderneemt
bijdragen
aan
deze
visie.
De
waarden
van
een
organisaFe
omschrijven
het
gedrag
van
de
organisaFe.
Om
eenheid
te
creëren
is
het
belangrijk
dat
medewerkers
deze
waarden
onderschrijven.
Ik
kom
te
vaak
organisaFes
tegen
waar
medewerkers
de
waarden
niet
kennen
en
dat
waarden
beperkt
blijven
tot
een
mooi
kadertje
in
de
inkomhal.
Onderzoek
heee
echter
al
meermaals
aangetoond
dat
bedrijven
met
sterke
waarden
die
beleefd
worden
door
iedereen
veel
betere
prestaFes
neerze:en.
Missie,
visie
en
waarden
geven
duidelijkheid
aan
medewerkers,
wat
op
haar
beurt
inspireert
en
moFveert.
Bij
elke
rekrutering,
evaluaFe
kan
(moet!)
een
organisaFe
teruggrijpen
naar
deze
heilig
drie-‐vuldigheid
en
er
niet
op
afdingen.
In
rekrutering
geldt
immers
Hire
for
a+tude,
train
for
skills
Medewerkers
die
qua
a{tude
niet
passen
binnen
de
missie,
visie,
waarden
van
de
organisaFe
zullen
zich
nooit
binnen
deze
organisaFe
thuis
voelen
en
hun
moFvaFe
en
engagement
zal
dan
ook
veel
lager
zijn.
Of
om
de
woorden
van
voormalig
vice
president
Adlai
Stevenson
te
gebruiken
:
Het
is
moeilijk
om
bij
de
cavalerie
te
horen
als
je
denkt
dat
je
belachelijk
bent
op
een
paard
(c)
d-‐Comma
49
50. Case
Atlas
Copco
Atlas
Copco
is
de
marktleider
op
gebied
van
compressoren.
Naast
compressoren
produceert
de
groep
oa
drilwerktuigen,
generatoren
en
machines
voor
de
bouw.
Voor
elk
product
tracht
Atlas
Copco
de
nummer
1
te
zijn
in
de
markt.
Achter
deze
producten
en
strategie
schuilt
een
heel
duidelijke
visie
:
“First
in
mind,
first
in
choice”.
Hiermee
bedoelen
Atlas
Copco
dat
ze
als
organisaQe
er
alles
aan
doen
zodat
klanten
die
een
product
uit
het
gamma
van
Atlas
Copco
nodig
heeR
meteen
denkt
aan
Atlas
Copco
en
ook
bewust
kiest
voor
een
Atlas
Copco
product.
Daarnaast
wordt
deze
visie
ondersteunt
door
3
belangrijke
waarden
:
InnovaQe,
interacQe
en
toewijding.
Atlas
Copco
werkt
voortdurend
aan
het
verbeteren
van
haar
producten.
Hierdoor
worden
en
blijven
ze
marktleider.
InnovaQe
kan
maar
tot
stand
komen
door
een
degelijk
overleg
tussen
medewerkers,
maar
ook
met
klanten,
leveranciers
en
andere
parQjen.
Tot
slot
eist
de
organisaQe
dat
iedereen
toegewijd
is
aan
de
taak
die
hij
vervult
binnen
het
geheel.
Deze
missie,
visie
en
waarden
zijn
door
iedereen
gekend
en
gedragen
en
dragen
bij
aan
het
succes
van
deze
Zweedse
groep.
(c)
d-‐Comma
50
51. Procedures
en
protocollen
Procedures
omschrijven
“hoe”
het
werk
dient
verricht
te
worden.
Bij
veel
organisaFes
wordt
dit
omschreven
in
kwaliteitshandboeken
en
leidt
dit
tot
ISO
cerFfiëring.
Sommige
sectoren
hebben
nood
aan
strikte
procedures
(vb
medische
sector,
pharma,
…)
andere
sectoren
kunnen
het
werk
organiseren
met
beperkte
procedures.
Ik
geloof
in
procedures,
omdat
ze
een
duidelijk
kader
creëren
en
de
transfert
van
kennis
over
hoe
het
werk
dient
te
gebeuren
helder
definiëren.
Daarenboven
laten
procedures
ook
toe
om
te
werken
aan
conFnue
verbetering
van
het
werk.
Ik
geloof
dat
procedures
niet
té
strak
mogen
zijn.
Er
moet
een
bepaalde
mate
van
pragmaFsme
zijn,
zodat
het
werken
mogelijk
blije.
Te
strakke
procedures
geven
weinig
vrijheid
en
autonomie
aan
medewerkers
wat
op
haar
beurt
leidt
tot
een
lagere
moFvaFe.
In
welke
mate
hebben
uw
medewerkers
de
mogelijkheid
om
procedures
te
verbeteren
of
zelfs
te
schrappen,
zonder
dat
de
kwaliteit
van
het
werk
hieronder
lijdt
?
(c)
d-‐Comma
51
52. Mo2va2e
en
arbeidsvoorwaarden
Als
we
aan
arbeidsvoorwaarden
denken,
denken
we
eerst
aan
loon.
En
als
er
nu
één
ding
is
waar
medewerkers
vaak
over
beginnen
als
we
spreken
over
moFvaFe,
dan
is
het
wel
loon.
Eigenlijk
kunnen
we
hier
kort
en
bondig
over
zijn
:
Loon
dient
een
resultaat
te
zijn
van
complexiteit
van
het
werk
en
de
mate
van
verantwoordelijkheid.
Daarnaast
dient
loon
alFjd
eerlijk
en
correct
te
zijn.
Medewerkers
met
dezelfde
anciënniteit
en
in
dezelfde
funcFe,
dienen
in
dezelfde
lijn
betaald
te
worden.
Uiteraard
kunnen
er
loonverschillen
zijn,
maar
deze
kunnen
niet
extreem
groot
zijn
of
medewerkers
ervaren
dit
als
onrechtvaardig
(en
vroeg
of
laat
ontdekken
ze
hoeveel
elkeen
verdient).
Maar
loon
is
maar
één
zaak.
Daarnaast
zijn
er
nog
tal
van
extra
legale
arbeidsmiddelen.
Het
zou
onmogelijk
zijn
om
alle
mogelijke
extralegale
middelen
hier
op
te
lijsten.
Er
bestaan
experten
die
dit
veel
beter
kunnen
dan
ik.
Het
enige
dat
ik
hierover
kwijt
wil
is
dat
als
medewerkers
over
loon
spreken
dan
moet
het
volledige
plaatje
meegenomen
worden
zodat
ze
een
totaal
beeld
krijgen.
(c)
d-‐Comma
52
53. Investeren
in
groei
van
medewerkers
Een
investering
in
professionele
groei
van
medewerkers
moFveert
alFjd.
Immers,
medewerkers
die
competent
zijn,
hebben
meer
zelfvertrouwen
om
het
werk
uit
te
voeren
en
hebben
dus
ook
meer
zin
om
te
werken.
Formele
processen
die
dit
ondersteunen
zijn
evaluaFe-‐,
waarderings-‐,
funcFoneringsgesprekken.
Maar
ook
buiten
deze
formele
momenten
moet
er
over
persoonlijke
ontwikkeling
kunnen
gesproken
worden.
Ik
ben
dus
grote
voorstander
van
een
sterke
leer-‐
omgeving
in
organisaFes,
waarbij
er
een
cultuur
heerst
om
over
persoonlijke
professionele
ambiFes
te
spreken
en
waarbij
de
organisaFe
medewerkers
in
dit
groei-‐traject
ondersteunt.
Mijn
advies
:
investeer
in
de
groei
van
je
medewerkers,
maar
zorg
dat
je
een
cultuur
creëert
waarbij
het
iniFaFef
voor
groei
bij
de
medewerker
zelf
blije
liggen.
Immers,
indien
de
medewerker
WIL
leren
zal
hij
gemakkelijker
leren.
Als
je
meer
uit
medewerkers
wil
halen,
ben
je
dan
bereid
er
iets
in
te
steken
?
(c)
d-‐Comma
53
54. Te
onthouden
1. Creëer
een
duidelijke,
inspirerende
visie
waarachter
je
mensen
zich
ze:en.
Hoe
meer
deze
visie
leee,
hoe
hoger
de
moFvaFe.
2. Hou
je
procedures
eenvoudig
en
werkbaar.
Complexe
en
onnodige
procedures
zijn
een
aanslag
op
de
moFvaFe
van
je
medewerkers.
3. Loon
moFveert
niet,
maar
een
slecht
loonbeleid
kan
zeker
en
vast
medewerkers
demoFveren.
4. Investeer
in
de
groei
van
al
je
medewerkers.
(c)
d-‐Comma
54
55. Persoonlijk
acFeplan
-‐
ORGANISATIE
Beantwoord
volgende
vragen
:
1. Waar
wilt
uw
organisaFe
staan
over
5
jaar,
10
jaar
?
Wat
is
de
visie
van
uw
organisaFe
?
2. Welke
procedures
kan
u
vereenvoudigen
zonder
a†reuk
te
doen
aan
kwaliteit
?
3. Hebt
u
een
gestructureerd
opleidingsplan,
of
gebeurt
dit
ad
hoc
bij
u
?
(c)
d-‐Comma
55
56. (inspiraFe)Bronnen
• (1)
–
Tribes
–
Jij
moet
ons
leiden
–
Seth
Godin
(2009)
p.
97
e.v.
• (2)
–
Vertellen
is
nog
geen
training
–
Harold
D.
Stolovitch
en
Erica
J
Keeps
(2002)
• (3)
-‐
h:p://www.medicalnewstoday.com/releases/200350.php
-‐
02:02/2013
• De
7
eigenschappen
van
effecFef
leiderschap
–
stephen
covey
• Daniel
Goleman
over
leiderschap
-‐
Daniel
Goleman
• From
Good
to
great
–
Jim
Collins
• Verbaal
Meesterschap
–
Remco
Claassen
• Talloze
gesprekken
met
vrienden
en
collega’s
om
meer
te
ontdekken
over
hun
drijfveren.
(c)
d-‐Comma
56