2. Managementinformatie
3e DOT intervisie 20 maart 2012
dr. ir. Joost Zuurbier
Partner Q-Consult
Contact:
Q-Consult Bedrijfskundige Adviseurs
Tel. 026 383 05 65
samenwerken@qconsult.nl
www.qconsult.nl
3. Agenda
16.00 – 16.10u Opening door Joost Zuurbier
16.10 – 17.30u Inleiding voor discussie:
management Informatie in DOT
17.30 – 18.15u PAUZE
18.15 – 19.45u Discussie geleid door Arnt Wolter (Casemix)
19.45 – 20.00u Afsluiting
4. Stand van zaken onderhandelingen
Lumpsum?
Schadelast?
Nacalculatie?
Tarieven?
Bevoorschotting?
Hulpmiddelen MSVT?
ZBC’s?
5. Invoering DOT en uitbreiding prestatiebekostiging brengen
onzekerheden met zich mee
Onzekerheid over DOT volumes
Welke DOT zorgproducten worden precies afgeleid uit de registratie?
Wat worden de DOT-zorgprofielen?
Welke DOT zorgproducten moeten bij welke verzekeraar worden gedeclareerd?
Onzekerheid over DOT prijzen
Welke (kost)prijzen te hanteren voor DOT-zorgproducten in het vrije segment
die voorheen door het FB budget werden gedekt?
5
7. Dashboard Factsheets
Financiële effecten Proces vergelijking
Hoe kan ik mijn begrote
(en gerealiseerde) DBC
Waar wijken mijn
• Opbrengsten en DOT opbrengst
zorgprofielen (straks) af
monitoren?
van de norm?
Wat is het (verwachte) • Zorgprofielanalyse
• Marge verschil tussen opbrengst
en kosten van
zorgproducten? Waar wijkt mijn
• OHW (verwachte)
Wat is het (verwachte)
productie
onderhanden werk aan
• Casemix verschillen samenstelling
• FB Monitor het einde van 2012?
af?
In de transitieperiode wil
• Transitiemodel ik inzicht in schaduw FB.
Kwaliteit van trajectregistratie Analyse tools
Hoe kom ik stapsgewijs tot
• Niet declarabele producten de begrote zorgproductie in
• Begrotingstool 2012?
Welke trajecten leiden
in 2012 af naar niet Hoe bereid ik mij
declarabele producten? optimaal voor op de
• Onderhandelingstool prijsonderhandeling
met zorgverzekeraars?
• Inzicht in juistheid
Met DOT heb ik
afwijking van geen vangnet • Zorgproductenviewer Ik wil graag op een
goedkoopste in boom meer, kan ik
intuïtieve manier door
mogelijk foutieve
de nieuwe
trajectregistratie
productstructuur heen
toch monitoren? lopen.
9. Welke items moeten inzichtelijk zijn in
dit kwadrant?
Aantallen DOT en DBC (knelpunt: grouper communicatie en
afsluitregels)
OHW DOT en DBC (knelpunt: geen geregistreerde behandelas)
Honorarium (knelpunt: nieuwe AO en budgetafspraken)
FB parameters (knelpunt: segment indeling)
Verrekenbedrag (aandachtspunt: inrichting Grootboek)
10. Kwadrant kwaliteit trajectregistratie
Zwevende verrichtingen
Uitval producten
Doorlooptijden in het traject
Niet afgesloten DBC’s
Hoeveel DOT zorgproducten zijn wel afgesloten maar nog niet
samengevat
Hoeveel staan te wachten voor de grouper
Hoeveel wel door de grouper maar niet gefactureerd
|
11. Kwaliteit van registratie actief monitoren
Waar bestaat uitval uit? Wat zijn de oorzaken? Hoe oplossen en
voorkomen?
Onderscheid tussen “harde en zachte uitval”. Hoe monitoren we de
zachte uitval (te laag afgeleid)?
Welke specialismen springen eruit?
Zijn er specifieke producten?
Driehoeksoverleg per 2 weken nodig:
o Maatschap
o Manager zorgeenheid
o DBC consulent
12. Kwadrant proces vergelijking
Het exploitatie-overschot of tekort in het DOT tijdperk wordt meer
direct beïnvloed door het verschil tussen kosten en opbrengst per
zorgproduct, de marge per product.
Na 2013 is deze relatie zelfs voor het gehele B-segment aanwezig.
Rendementsverbetering per RVE mogelijk door:
1. Uitvalreductie
2. Zorgpad analyse: benchmark op zorgpaden en kosten
3. Tariefkwaliteit
4. Afleiding zorgproduct in grouper
5. Benchmarking op marktaandelen
13. Ad 1: uitvalreductie
De uitvalproducten in de uitvallijst worden voorzien van een
verwachte opbrengstwaarde door te zoeken in de Zorgproduct
viewer naar het verwachte zorgproduct.
Vervolgens wordt de totale DOT uitvalopbrengst vergeleken met
de totale opbrengst van de productie. Dit levert inzicht in de
omvang van het probleem.
De oorzaken van de uitval worden hierna bepaald door het
zorgpad te analyseren in de Zorgproduct Viewer.
Deze uitval moet tot 0 worden teruggebracht.
14. Ad 2: zorgpad analyse
Door een specialisme en een benchmarkgroep te kiezen kan
worden bekeken welke zorgproducten lichtere profielen hebben
dan de benchmark en welke zorgproducten zwaardere profielen
hebben dan de benchmark.
Op deze zorgproducten kan worden ingezoomd zodat duidelijk
wordt welke zorgactiviteiten vaker worden geregistreerd dan de
benchmark.
Daarnaast is een kortste pad analyse mogelijk: wat is het
gerealiseerde pad naar een gedeclareerd zorgproduct en wat is het
kortste pad volgens de Zorgproduct Viewer?
15. Ad 3: tariefkwaliteit
De tariefkwaliteit heeft betrekking op het verschil tussen de interne
kostprijs en de gerealiseerde opbrengstwaarde.
In het B-segment wordt de opbrengstwaarde door het ziekenhuis
zelf bepaald. Hiervoor is afstemming met P&C noodzakelijk.
In het A-segment worden de tarieven door DBC Onderhoud
vastgesteld. Grote verschillen tussen kosten en opbrengsten voor
een bepaald zorgproduct moeten via het Hoofd Zorgadministratie
onder de aandacht worden gebracht bij werkgroepen van DBC
Onderhoud.
Hierbij gaat het niet alleen om de opbouw van de boomstructuur,
maar ook om de opbrengstwaarde.
16. Ad 4: afleiding zorgproduct in grouper
Indien een verschil wordt geconstateerd tussen de kosten en de
opbrengsten van een zorgproduct, kan ook gekeken worden hoe
de opbrengst tot stand komt.
De vraag daarbij is of er als gevolg van de gehanteerde
kwaliteitsnormen niet een te laag zorgproduct wordt afgeleid.
Dit kan worden geanalyseerd door met de Zorgproduct Viewer
voor het betreffende zorgproduct de boomstructuur te doorlopen.
De vraag is welke verrichtingen in welke aantallen een beslissende
invloed hebben op de opbrengstwaarde.
17. Ad 5: benchmark op marktaandelen nodig
Het Bestuurlijk Hoofdlijnen Akkoord maakt melding van een Macro
Beheers Instrument (MBI) om ook vanaf 2014 het BKZ te kunnen
handhaven (Verdrag van Maastricht 1991).
Dat betekent dat alle instellingen gekort worden bij overschrijding
van het BKZ, ook al bent u binnen de productieafspraak gebleven.
Het gevolg hiervan zal zijn dat instellingen proactief zullen willen
groeien om een korting op te vangen.
Niet alleen uit offensieve maar dus ook uit defensieve
overwegingen wordt inzicht in de marktaandelen per specialisme
en de herkomst van patiënten belangrijker.
21. Stelling 3
“Om in het zorglandschap van de toekomst adequaat te
kunnen sturen, is meer inhoudelijke informatie nodig.
We moeten de omslag van managementinformatie naar
Business Intelligence maken.”
22. Stelling 4
“Tot 2014 zal onze managementinformatie niet structureel
veranderen”.
23. Stelling 5
“Intern zullen wij ons primair richten op de verbetering van
de kostprijzen in plaats van op de verbetering van de
maandelijkse managementinformatie.”