Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de Palmzondagviering (Palmpasen) 2014
op Ten Bos (Sint Amanduskerk Erembodegem). Met een gedeelte van “Het oratorium voor de Veertigdagentijd en Pasen” van Marijke De Bruijne op muziek van Anneke Plieger-van de Heide, Peter Rippen en Chris van Bruggen met illustraties van Rien Poortvliet (uit het boek “Hij was een van ons” ) De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
32. DE GEVESTIGDE ORDE:
Wat is dat
voor een man,
die dat kan,
die mensen
zo snel op de been brengt?
Wat spreekt hij voor een taal,
welk verhaal vertelt hij
een volk zo ontvlambaar?
33. STEM UIT HET VOLK:
Eindelijk een mens
die over dingen spreekt
uit ons bestaan van alledag,
een mens die ons begrijpt.
Eindelijk een mens
die ons uit de sleur
van eten, werken, slapen haalt,
het leven weer een feest.
35. STEM UIT HET VOLK:
Eindelijk een mens
die ons de vreugde toont
van dromen, dansen en elkaar,
wat ons gelukkig maakt.
36. DE GEVESTIGDE ORDE:
We zoeken een stok
om die hond,
die valse profeet
mee te slaan.
Een reden nu nog,
om het volk te slaan
met de dood van hun held.
37. STEM UIT HET VOLK:
Eindelijk een mens
die ons van binnen raakt,
die over werelden verhaalt,
zo onbegrepen mooi!
40. Kijk naar het graan,
dat uitgezaaid, geborgen
in de schoot der aarde,
vruchtbaar tot in honderdvoud
ons voedsel wordt,
de korenaar.
41. Wij, in ons dragend
de vonk-van-hoop-doet-leven
die ons gaande houdt,
zoeken nieuwe vergezichten,
plaatsbepaling, ...................................................................................
worden aangeraakt
door wat ons uit de verte roept
over de vlakten, dichtbij op de wind.
Welke richting moeten wij gaan?
44. Dit was een gedeelte van “Het oratorium voor de Veertigdagentijd en Pasen”
van Marijke De Bruijne op muziek van Anneke Plieger-van de Heide, Peter Rippen en Chris van Bruggen
met illustraties van Rien Poortvliet (uit het boek “Hij was een van ons” )
45.
46. In the Lord I’ll be ever thankful,
in the Lord, I will rejoice!
Look to Him, do not be afraid
in Him rejoicing: the Lord is near,
in Him rejoicing: the Lord is near.
In de Heer vind ik heel mijn sterkte,
in mijn God de vreugdezang.
Gij die mijn bevrijding bewerkt,
op U vertrouw ik en 'k ken geen angst,
op U vertrouw ik en 'k ken geen angst.
(Taizé)
47.
48. [Vg.]
God wij danken Jou,
voor deze gemeenschap.
Dat er mensen zijn, hier ter plekke,
die elkaars hand vasthouden
en elkaar bemoedigen.
Maar bovenal willen we Jou danken
om Jezus, Jouw Zoon,
die al weldoende rondging
en zo Jouw zorg voor ons zichtbaar maakte.
Hij is ons Voorbeeld.
49. [Al.]
Hij werd ingehaald als een koning,
toegezwaaid met palmen,
toegezongen met ‘hosanna’.
Daarna verguisd
omdat zijn koningschap
niet van deze wereld was.
50. [Vg.]
Koninklijk in de waarheid,
prachtig in de liefde,
een en al zorg voor misdeelden en onderdrukten,
voor weerlozen en zieken, voor iedereen.
Zo was en is Hij, Jezus, onze Heer, onze Koning.
Hoor daarom onze woorden van dank, God,
om Hem, die het als zijn roeping zag, te dienen,
overal waar Hij kwam.
Die de eenvoud van een ezel verkoos
boven macht over mensen.
51. [Al.]
Hij baande voor ons de weg.
Wij bidden dat ook wij die weg kunnen gaan:
een weg van eenvoud,
een weg van dienen,
een Koninklijke weg van zorg voor elkaar.
[rechtstaan]
52. [Vg.] Om ons te helpen die weg te gaan,
wou Hij voor altijd bij ons blijven.
Daarom gaf Hij, vlak voor Hij heenging, ...
… [consecratie] …
Beziel ons nu met Zijn geest, God.
Dan zullen wij, geïnspireerd door Jouw voorbeeld,
elkaar bewaren en met elkaar bouwen
aan meer menswaardigheid. Dan zullen wij
niet zwichten voor macht en eigenbaat,
maar waakzaam zijn om tekenen van hoop te zien.
En moge wijzelf zo’n teken worden.
53. [Al.]
God, wij danken Jou
om dit teken van Jouw nabijheid.
Moge wij het verhaal van Jezus, uw Zoon,
onder ons levend houden
en daaruit de moed putten
om steeds opnieuw de weg te gaan
van Palmzondag naar Pasen,
ook al kunnen wij niet om Goede Vrijdag heen.
54. [Vg.]
Om die moed en die hoop
willen wij samen bidden
met de woorden
die Jezus zelf ons heeft aangereikt.
58. Wij zijn tot hier gekomen,
vanuit het hele land,
wij willen welkom heten,
met takken in de hand,
de koning op zijn ezel,
zo hoog en zo gewoon,
een dienaar voor de mensen,
geen staf, geen paard, geen troon!
59. Wij zwaaien hier met palmen
voor God in onze stad,
omdat Hij alle mensen
zozeer heeft liefgehad.
Hij wil in onze straten
de vredeskoning zijn
een dienaar voor de mensen,
geen kroon, geen hermelijn!
Mel:Gijzijtiinglansverschenen