Commentaar op mc u-2852129 vws zeven rechten voor de patiënt met voetnoten
1. Programma: zeven rechten voor de patiënt in de zorg: Investeren in de zorgrelatie1
Voorwoord.
In het voorjaar 2006 doceerde prof. Johan Leegemate in een hoorcollege aan de VU het
bestaan van de zwijgcultus rond de beoordeling van nadelig medisch handelen, waaruit
letselschade was ontstaan, oorspronkelijk vanwege aansprakelijkheidsverzekering- technische
motieven. De Politiek besloot in debat hierover, dat men op termijn de wetgeving wilde gaan
bijstellen. Prof. Here Kingsma erkende in een hogere tuchtzaak over een zaak van één van de
leden van de Nederlandse Vereniging van Medische Dissidenten dat het Tuchtrecht subjectief
in het nadeel van de patiënt werkzaam kan zijn. Uit onderzoek van de Stichting Ombudsman
te Hilversum bleek dat 75% van de onderzochte letselschadedossiers onvolledig bleken op
cruciale punten om letselschade te kunnen beoordelen. Hierbij dient opgemerkt te worden,
dat het Tuchtrecht enkel werkt met het oorspronkelijke medische dossiers en dat
onafhankelijke (buitenlandse) contra-expertises niet worden geaccepteerd, terwijl deze
weldegelijk een medisch dossier kunnen completeren met tevens een aanvulling over de
ontwikkeling van een pathologie en/of de opgelopen letselschade. Bovendien dient opgemerkt
te worden dat het letselschadeslachtoffer behalve het antwoorden van ja of nee (spelletjes)
geen enkele inbreng heeft. Het Tuchtrecht is in principe bedoeld om het professioneel
handelen van een medicus ter beoordeling te stellen. De ellenlange weg naar de civiele
rechter is de weg voor de cliënt om een schadevergoeding te verhalen op de veroorzaker.
Kiest u voor het Tuchtrecht, dan kan u niet meer naar de civiele rechter Daarnaast bestaat
er tegenwoordig de klachtencommissie binnen de ziekenhuizen om een klacht te kunnen laten
beoordelen. Tot slot dient opgemerkt te worden, dat het ministerie van Justitie bewust
medisch oneigenlijk handelen niet vervolgbaar wenst te stellen. Hiermee verzaakt zij aan haar
grondwettelijke plicht. De wantoestanden rond de medische zorg en haar beoordeling worden
hiermee in stand gehouden, ongeacht de voornemens tot verbetering van het recht van de
cliënt (patiënt) door de veiligheid centraal te stellen. Onderstaand treft u een korte kritische
voorbeschouwing op MC-U-2852129 VWS, in verband met de zorgmarkt, gevolgd door een
chronologische samenvatting van het 44 blz. tellende oorspronkelijk epistel tot
wetswijzigingen.
Globaal is het pakket onder te verdelen in drie groepen: wetten betreffende beleid en
toezicht, wetten betreffende patiëntenrechten met het recht op informatie, keuze, kwaliteit en
veiligheid en wetten rond de klachtafhandeling en Letselschade-verhaal. Opmerkelijk is dat
het recht op herstelbehandeling als eerder aangenomen wetsvoorstel niet terug wordt
aangehaald. Ook bleek uit de beleidsnota veilig melden KNMG, dat de minister van Justitie
(voorlopig) niet van plan is om vervolgbaarheid van oneigenlijkheden bespreekbaar te maken!
Goed aan het wetsvoorstel is dat voor het eerst expliciet rechten aan de cliënt toegekend
gaan worden, ook al zijn de ze effectief kennelijk nog steeds beperkt. Cliëntenraden werken
nog steeds op macro-niveau, de individuele cliënt zal misschien toch nog aangewezen blijven
op lotgenotenverenigingen om enigszins open geïnformeerd te worden Ook reist de vraag of
zorg voor iedereen betaalbaar blijft in contrast op het recht keuzevrijheid etc. Tussen de
klachtencommissies van ziekenhuizen die meer autonomie krijgen en de gang naar de civiele-
of de tuchtrechter komt een onafhankelijk commissie,die geschillen en klachten waaronder
letselzaken tot 25.000 euro kan afhandelen. Het voordeel is dat kleinere zaken sneller
afgehandeld kunnen worden. Ernstig kwalijke zaken blijven echter onaangeroerd, immers er
wordt bewust geen vervolgbaarheid geformuleerd. Bovendien is ook hier niet vastgelegd of
externe contra-expertise (op Europees niveau) geaccepteerd wordt. Daarbij hebben
cliëntencommies hebben wel meer inspraak, zij het op het niveau dat zij gehoord worden. In
het geval van een geschil zullen zij zich tot een externe commissie moeten wenden.
Kortgenomen worden er nu wel rechten toegekend, maar zij blijven effectief enig ingeperkt.
Beknopte beschouwing op MC-U-2852129 VWS 230508 aan voorzitter 2e kamer
1
Beschouwing op MC-U-2852129 VWS gevolgd met chronologische samenvatting.
Voetnoten geven het persoonlijke opiniecommentaar van Siegfried van Hoek weer.
1
2. Programma: zeven rechten voor de patiënt in de zorg: Investeren in de zorgrelatie
Blz.1
Als gevolg van de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (het
nieuwe zorgstelsel) kwam er een verzoek om de positie van de cliënt stevig te positioneren,
wat leidde tot de formulering van de zeven rechten voor de cliënt in de zorg: investeren in de
zorgrelatie. Onder druk van organisaties is er een vraag om een model van verbuiging in het
zorgstelsel ter verbetering van de zorg, met oog voor goede zorg en kwaliteit van leven.
Blz.2
Goede zorg begint tussen een goede relatie tussen de cliënt en zijn zorgverlener.
Een goed contact betekend ruimte om wederzijds vragen te kunnen stellen. De overheid heeft
daarbij de taak om te zorgen voor waarborgen tot de kwaliteit van de zorg. Het gaat er om
dat ieder individu waardig behandeld en gerespecteerd wordt, waarbij de cliënt weet wat
hij/zij mag verwachten. De zeven thema s om de positie van de cliënt te versterken dienen
voor een sterke rechtspositie binnen de zorgrelatie. Ook wil men het cliëntperspectief in de
lang durende zorg versterken door de ervaringsdeskundigheid van chronisch zieken te
benutten.
Er moet meer inzicht komen in de kwaliteit van de in samenwerking aangeboden zorg.
Blz.3
De zorgconsument moet goed geïnformeerd worden over behandelkeuzes. De ervaringen van
consumenten met zorgaanbieders moeten openbaar gemaakt worden. Als een klacht niet
opgelost wordt moet een externe onafhankelijke commissie hiervoor bestaan. Ook de cliënten
raad van een zorginstelling moet een serieuze zelfstandige gesprekspartner worden van het
bestuur van de zorgaanbieder met een eigen onafhankelijk toereikend budget. Verbeteringen
zullen echter in de praktijk moeten worden gerealiseerd. Betrokkenheid van alle partijen (en
in integriteit) is essentieel. Hiervoor wil men de cliënt met meer invloedsmacht toerusten door
de positie van de cliënt in de zorg ook daadwerkelijk te versterken. Het is dan ook van belang
dat cliënten niet afhankelijk zijn van hun zorgaanbieder. Reden waarom er juist aan cliënten
die langdurige zorg genieten (en hun belangenorganisatie) ook meer invloed wordt
toegekend. Zij zullen in sterkere mate mee moeten bepalen hoe hun zorgverlening vorm
krijgt. 2
Blz.4
AWBZ beschikbare middelen moeten ook echt aan de zorg toekomen! En er moet voorkomen
worden dat de zorgrelatie een louter zakelijke contractuele verhouding tussen de zorgverlener
en de cliënt. Hierin bestaan knelpunten voor de zorgverleners in de praktijk rekening houdend
met de proportionaliteit en praktische haalbaarheid. Zij zouden ook moeten ontlast worden in
regeldruk en administratieve lasten, zodat er ook meer aandacht voor de zorg zelf komt.
De zeven rechten voor de cliënt in de zorg: 1.) Het recht op beschikbare en bereikbare zorg.
2.) Het recht op Keuze en op keuze-informatie. 3.) Het recht op kwaliteit en veiligheid.
4.) Het recht op informatie, toestemming, dossiervorming en privacy. 5.) Het recht op
afstemming tussen zorgverleners. 6.) Het recht op een effectieve, laagdrempelige klacht- en
geschillenbehandeling. 7.) Het recht op medezeggenschap en goed bestuur.
2
(Let wel, Zorg kent ook een financieel plaatje onder de huidige financiële tekorten: eigen bijdrage versus selectieve
zorguitsluiting?)
2
3. Zeven rechten voor de cliënt in de zorg (Blz. 4 t/m 11)
1 Het recht op beschikbare en bereikbare zorg. Kwaliteit gaat voor bereikbaarheid, ook
wat betreft wachtlijsten. Om spoedeisende hulp te kunnen garanderen wordt extra budget
toegekend. Prestatiebekostiging maakt verantwoordelijkheden meer voelbaar maar ook de
financiële risico s nemen hierin toe. 3 Men wil hiervoor de kwaliteit en het innovatieve
vermogen van de zorgsector verbeteren, zonder dat dit ten koste zou moeten gaan van de
beschikbaarheid.
2 Het recht op keuze en keuze-informatie. Er moet betrouwbare en toegankelijke
informatie over kwaliteit van het aanbod en over ervaringen van cliënten openbaar zijn.
(Langdurige zorg loopt hier als gevolge in voorop.) Voor 80 aandoeningen wil men in de
curatieve sector specifieke indicatoren voor kwaliteit opstellen. 4 Het recht op informatie
behelst ook het recht op wachttijden en over de behandeling van specifieke aandoeningen.
IGZ zou in zijn toezicht op en handhaving van de kwaliteit en veiligheid van de zorg ook van
de beschikbare informatie gebruik kunnen maken. Het IGZ ziet toe op transparantie hierin. 5
NZa ziet toe op de kwaliteit van de transparantie, en zij zouden in verband met de
achterstand in informatie voor de cliënt en het machtsverschil tussen de partijen in de zorg
moeten toezien op de bescherming en verbetering van de positie van de cliënt.
Blz.6: 3 Het recht op kwaliteit en veiligheid. Kwaliteit en veiligheid zouden
zorgverleners als eerste prioriteit moeten stellen. Binnen het kader van de transparantie en
het rechtstreeks afdwingbaar recht op informatie voor de cliënt moet er systematisch een
minimumnorm zijn. De ontwikkeling zou door de partijen in het werkveld zelf gerealiseerd
moeten worden, wat regeldruk van de overheid zou voorkomen. Cliëntenorganisaties kunnen
hiervoor aanspraak maken op financiële middelen. Zij kunnen daarmee bijdragen aan
kwaliteitsverbeteringen bij zorgaanbieders en invloed uitoefenen op de zorginkoop bij de
verzekeraars. IGZ zou daarna moeten toezien op de naleving.
Blz.7 en 8: 4 Het recht op informatie, toestemming, dossiervorming en privacy. De
juridische voorwaarden moeten voor een goede samenwerking tussen cliënt en zorgaanbieder
helder zijn. De wet op geneeskundige behandeling gaat dan ook gelden in het werkgebied van
de verpleging, verzorging en begeleiding. Het recht op informatie moet ook expliciet het recht
op informatie over fouten en merkbare gevolgen beslaan. Ook spijtbetuiging is hierin
wenselijk. Bij langdurige behandeling is het wenselijk dat er een zorgplan wordt opgesteld. De
cliënt krijgt ook een recht in het Elektronisch Patiënten Dossier EPD en kan zelf dit raadplegen
en ook inzien wie zijn dossier heeft ingezien. 6 Als een zorgverlener geen bijstand wil
verlenen zal hij verplicht worden door te verwijzen naar een andere zorgverlener. Voor het
nakomen van de overeenkomst kan de cliënt naar de geschillencommissie of de rechter. In
het geval van wanprestatie of onrechtmatigheid kan men om schadevergoeding vragen.
Wilsonbekwame cliënten mogen ervan uitgaan dat hun positie wordt gerespecteerd. De
wettelijke regelingen hiertoe blijven gehandhaafd. 7
3
(Kan er extra financiering aangevraagd worden bij ernstige tekorten als vangnet ondanks
geleverde prestatie?)
4
(Een duidelijk onderscheid in zorgindicatoren zou er te bevinden moeten zijn in hoog risico
gebieden zoals
neurochirurgie en gynaecologie, in vergelijking tot minder risicovolle behandelgebieden.)
5
(IGZ verklaarde op microniveau eens, dat het goed is dat een kwalijke zaken slechts
binnenskamers blijven!)
6
(Kan een zorgconsument een klacht indienen over (de omgang/inhoud van) het EPD, en een
verhaal maken hierop?)
7
(Men gaat er van uit dat Tuchtrecht correct werkt. Voor strafrecht zal men eerst de
ellenlange weg via de civiele rechter moeten bewandelen. De natuurlijke rechtspersoon
heeft echter een veel kortere adem Ernstige kwesties moeten per direct strafrechtelijk
onderzocht worden, met eventueel gevangenisstraf ingevolge van een misdrijf.)
3
4. 4 (vervolg) Het recht op informatie, toestemming, dossiervorming en privacy.
Van belang voor een sterkere rechtspositie bestaat ook publiek toezicht van IGZ. 8
Cliëntenrechten moeten goed geregeld zijn en ook in de praktijk toegepast worden, de
betrokkenen zouden hier ook bekendheid mee moeten hebben. Een kern voor het garanderen
van een goede positie voor de cliënt kan zijn, is het maken van goede afspraken over de
geleverde eisen waar de zorg aan moet voldoen. Van de cliënt wordt verwacht dat hij zich
medewerkzaam opstelt en geen onredelijke eisen stelt etc. Zowel de commissie die klachten
en geschillen behandeld als de rechter baseren hun oordeel mede op wat de beide partijen
onderling hebben afgesproken.
Blz.8: 5 Het recht op afstemming tussen zorgverleners. Zorg wordt steeds complexer en
vereist een goed op elkaar afgestemde samenwerking. De cliënt mag hierin nooit van het
kastje naar de muur gestuurd worden. Zorgaanbieders kunnen ervoor kiezen om een afspraak
te maken over wie de regie heeft, De cliënt kan hierbij indien nodig ook de juiste partij
aanspreken op verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid. De samenwerking tussen
meerdere zorgverleners mag de cliënt niet benadelen. De centrale aansprakelijkheid voor
ziekenhuizen gaat ook gelden voor AWBZ- en eerstelijnszorg.
Blz.9: 6 Het recht op een effectieve, laagdrempelige klacht- en geschillenbehandeling
In het geval van onvrede of een klacht is het van belang dat de cliënt snel en laagdrempelig
wordt geholpen. Zorgaanbieders moeten zorgen voor een eenvoudige klachtenregeling en een
functionaris die problemen in een vroeg stadium kan helpen oplossen (efficiëntie). Er wordt
nog onderzoek gedaan naar de behoefte van een vertrouwenspersoon en of extra waarborgen
nodig zijn. Er wordt gestreefd naar een vereenvoudiging van de bestaande klachtenwetgeving.
Als het geschil blijft bestaan kan de cliënt zich ook wenden tot een externe commissie, naast
de mogelijkheid tot een civielrechtelijke procedure. De commissie kan bindend uitspraken
doen met een maximale compensatie van Euro 25.000. De commissie zal een ondersteunende
rol hebben voor het toezicht wat IGZ en Nza voeren. De weg naar de civiele rechter om het
niet naleven van en onrechtmatig handelen of de aansprakelijkheid te laten beoordelen blijft
bestaan. Ook de weg naar het tuchtrecht blijft open voor die gevallen waarin de cliënt het
professioneel handelen van de hulpverlener wil laten beoordelen door de rechter. Voor de
efficiëntie van de klachtafhandeling is eveneens wetgeving nodig. Eén toegangsloket van de
commissie kan ervoor zorgen dat de cliënt bij het goede adres terecht komt, dat de cliënt kan
kiezen uit wat goed aansluit bij wat de cliënt wil bereiken: keuze uit klachtvorm.
Blz.10 en 11: 7 Het recht op medezeggenschap en goed bestuur. Een cliënten Raad zou
een serieuze gesprekspartner moeten zijn voor het bestuur van een instelling. Die raad moet
met een eigen onafhankelijk budget vertegenwoordigd worden door professionals zoals een
landelijke belangenbehartiger. Op de jaarlijkse begroting kan flexibel ingespeeld worden op de
komende activiteiten. Hierin is tevens de positie van de cliënt stevig verankerd. Als gevolg
gaan de wet Kwaliteit zorginstellingen, Klachtrecht cliënten zorgsector, medezeggenschap
cliënten, en Toelating zorginstellingen veranderen. Men wil bereiken dat er meer competitie
op prijs in de curatieve sector wordt aangevuld met inzicht in kwaliteit, dat de samenhang van
de zorg vergroot. De overheid moet instrumenten hebben ter controle van de veiligheid van
de zorg, en deze ook handhaven. De onderlinge samenhang zal hiervoor het belangrijkste
toetspunt zijn. 9
8
(In hoeverre is er een verhullinggevaar door IGZ versus werkelijke publieke openbaarheid?)
9
(Gemeten wordt er op macroniveau, maar niet op individueel microniveau, terwijl aantallen
op micro-niveau met ernstige casi als graadmeter de basis van een macrostructuur zouden
moeten vormen en duiden. Meldingen van ernstige incidenten mogen aanleiding gaan vormen
tot nader macro-onderzoek. Kent enkel de medische sector zulke vertekeningen ? )
4
5. Overzicht van opvolgend kapittel:
Blz. 12 t/m 39 Programma tot 7 rechten voor de cliënt in de zorg: Investeren in zorgrelatie
Blz. 40 t/m 44 Contouren van de voorgenomen wetgeving
Onderstaande worden per programmapunten de belangrijkste onderwerpen uit het punt met
commentaar benoemt. Er wordt dus per aantallen pagina s tegelijk gewerkt en niet per
pagina, dit om de samenvatting beknopt en overzichtelijk te houden vanuit het cliënten-
perspectief .
Blz.12 t/m 14 I Investeren in de zorgrelatie: een nieuw perpectief
Ook de vernieuwing van het zorgstelsel is ingezet om de verzekerde een sterkere positie te
geven ten opzichte van de verzekeraar. De zorgverzekeraar kan de kwaliteit van zorg
beïnvloeden door in hun polissen en zorginkoop beter in te spelen op specifieke behoeften van
de verzekerden. Zorgvormen moeten ook dichter bij de woonomgeving van cliënten komen.
Zorgverzekeraars, aanbieders en beleidsmakers moeten zich gaan durven in te zetten voor
een goede positionering van hun cliënt, wat tot de zorg driehoek cliënt/verzekerde
aanbieder -verzekeraar. Er is hierbij behoefte aan duidelijkheid over de juridische positie van
de burger.
Hierbij werd door het NPCF benoemd het recht op toegang en informatie, het recht op
veiligheid en kwaliteit, het recht op een goede zorgrelatie en hoogwaardige dienstverlening en
het recht op een goede regeling bij fouten en geschillen. Mensen die langdurig zorg nodig
hebben willen ook zeggenschap en regie over hun eigen leven behouden. Vraagsturing van de
cliënt betekend dat hij in alle opzichten kan sturen, ook in de financiële positie met de
zorgaanbieder. Maar daar moet de verzekerde dan wel ook een financiële positie voor hebben.
Een verantwoorde zorg betekent een tweezijdige algemene voorwaarden met verantwoorde
begrippen over zorg en klacht/geschil afhandeling. Het vergroten van invloed van cliënten
vereist dat zorgaanbieders de ruimt krijgen om de wensen op elkaar af te kunnen stemmen.
De cliënt moet kennis kunnen nemen van verantwoorde zorg vooraf aan zijn behandelkeuze.
Het enkel bijeenbrengen van de patiëntenrechten geeft weliswaar geen meerwaarde aan het
wetstelsel, maar komt de overzichtelijkheid (ook voor de consument) wel ten goede.
De invoering van integrale tarieven en de vrijheid in investeringsbeslissingen, de introductie
van meer vrije prijsvorming geeft zorgaanbieders de ruimte om zorg innovatief te
organiseren. Hier zitten verplichtingen aan vast maar ook financiële risico s.
Blz.14 t/m 16 II Investeren in de zorgrelatie De cliënt staat centraal in de zorg en moet dat
ook zo ervaren. Zij moeten zonodig kunnen terugvallen op heldere juridische voorwaarden
voor een goede zorgrelatie. En zij moeten invloed kunnen uitoefenen met suggesties en
reacties op de verleende zorg, zij moeten kunnen bijdragen aan een betere kwaliteit en
innovatie van de zorg in Nederland. Zij die niet een dergelijke invloed kunnen uitoefenen
hebben een wettelijke vertegenwoordiger die deze rol uitdraagt.
waarbij de kracht van het collectief wordt ingezet Cliënten moeten over de gehele linie
van de zorg een serieuze gesprekspartner worden voor het verder verbeteren van de zorg,
ook bij het formuleren van indicatoren om de veiligheid van de zorg te meten en te stimuleren
van innovatie. 10
PatiëntenGezondheidsOrgasnisaties kunnen de stem van cliënten op macroniveau bundelen.
De verzekeraar kan hiermee een bondgenoot zijn voor de cliënt met de cliëntenrechten als
uitgangspunt om tot snelle geïndiceerde zorg met passende zorgaanbieder te komen.
10
(Dit epistel van mij (als zorgconsument) is ook als een zodanige bijdrage te zien.)
5
6. waarbij zorgaanbieders cliëntgericht zorg verlenen Zorg is cliëntgericht en cliënten
hebben een grote stem in de wijze hoe zorg wordt verleend. De cultuur in de zorg moet er
vooral één zijn waar signalen en klachten worden benut voor verdere verbetering van de zorg.
Het centraal stellen van de cliënt zou het werken ook moeten veraangenamen als de inzet
ervan optimaal tot zijn recht komt in de aandacht voor de cliënt en het ingaan op de
wensen.11
en de overheid de kwaliteit en veiligheid van de zorg bewaakt De overheid is en blijft
systeemverantwoordelijk. Die rol vereist adequaat toezicht van de IGZ en de Nza, die niet op
de stoel van de zorgaanbieder gaan zitten, maar zonodig stevig optreden tegen partijen die
hun rol niet nakomen, zeker op de terreinen waar de veiligheid van de zorg gevaar loopt.
Blz. 15 en 16 III Investeren in de relatie tussen cliënt en zorgverlener: een combinatie van
instrumenten Om de invloed van de cliënt op de zorg te bevorderen stellen wij een combinatie
van instrumenten voor, het zogeheten Zorgbrede transparantie, het Centrum Klantervaringen
Zorg dat de betrouwbaarheid van gemeten klantervaringen bewaakt, 12 en het financieel
ondersteunen van het tot stand komen van tweezijdige algemene voorwaarden in de zorg en
het steunen van initiatieven van veldpartijen om de werking van geschillencommissies uit te
breiden naar andere sectoren. De subsidiesystematiek voor de PGO is er op gericht dat zij hun
werk kunnen voortzetten in op moeten komen voor de belangen van mensen die door
omstandigheden kwetsbaar zijn geworden, en het zich verder ontwikkelen tot sterke
organisaties 13, waar cliënten ondersteuning kunnen krijgen in het maken van keuzes in de
zorg als volwaardig gesprekspartner met het behoud van de regie over het eigen leven als
cliënt. Wetgeving is nodig om de rechtspositie van cliënten uit te breiden en moet als
stimulans werken voor het tot stand komen normen van veiligheid voor patiëntenveiligheid.
De overheid zal aandacht besteden aan het terugdringen van regeldruk en administratieve
lasten voor de zorgaanbieders, zodat zij zich meer kunnen richten op hun taak: het verlenen
van zorg aan de cliënt.
De voorgenomen wetgeving wordt na advisering door de Raad van State begin 2009 in de
Tweede Kamer ingediend, en het streven is dat de wet per 01 januari 2011 in werking is.
Blz. 16 IV Investeren in de zorgrelatie: wat cliënten mogen verwachten in de zorgrelatie
Het doel is om cliënten centraal te stellen in de zorgverlening en dat ze ervaren dat ze rechten
hebben, die tot leven komen in de praktijk. In de analyse met organisaties van
zorgaanbieders, -verzekeraars en cliënten kwamen zeven thema s voort. Deze zijn formuleert
geworden in de (in dit geschrift al eerder beschreven) zeven rechten voor de cliënt in de zorg.
Onderstaand volgt een nadere uitwerking van de zeven eerder genoemde thema s.
Blz. 17 t/m 20 Het recht op beschikbare en bereikbare zorg Het recht op een
naturaverzekering geeft een afdwingbaar recht op zorg. Dit strekt zich voort in
restitutiepolisvoorwaarden, PGB en AWBZ. Dit strekt zich ook voort tot het recht op
beschikbaarheid en bereikbaarheid van preventieve zorg. Hierbinnen wordt ook preventieve
zorg gerekend ook op afzonderlijke doelgroepen. Het toezicht op de kwaliteit zal in de
wetgeving over goede kwalitatieve zorg aan cliënten vastgelegd zijn. De overheid regelt de
toegang tot openbare gezondheidszorg, bevolkingsonderzoek, rijksvaccinatieprogramma s en
preventie door GGD-en in specifieke, bestaande wetgeving.
11
(Artsen werken al onder een tijdsdruk; extra tijd zal dan hiervoor gevraagd moeten worden)
12
(Zolang de cliënt juridisch achtergesteld blijft in medische kwesties in de praktijk, zal de
betrouwbaarheid van gemeten klantervaringen en de bewaking ervan subjectief zijn)
13
(Het opkomen voor de belangen van cliënten is een gebeuren op macroniveau , de
individuele cliënt is hier niet mee gediend concreet in de directe praktijk)
6
7. Het recht op beschikbare en bereikbare acute zorg moet 24 uur per dag binnen 45 minuten
geboden kunnen worden. Het IGZ zal hier toezicht op houden. In enkele dunbevolkte
gebieden kan de situatie ontstaan dat aan die eis tot acute hulpverlening niet kan worden
voldaan, ontstaat er een spanning tussen kwaliteit die boven bereikbaarheid wordt gesteld.
De beschikbaarheid van overige zorg moet voldoende verspreid zijn met het aanbieden van
zorg die dichter bij de cliënt wordt aangeboden. Fusiebeleid tussen instellingen moet ook
aangescherpt worden met toezicht van het IGZ om de bereikbaarheid te blijven bewaken.
Crisisopvang moet gegarandeerd voldoende aanwezig zijn. Voor het uitvoeren van welke
handelingen in de zorg moet een minimumnorm in de frequentie dat die handelingen gedaan
worden bestaan om deze te mogen verrichten? 14 Dit kan er toe leiden dat bepaalde vormen
van zorg geconcentreerd beschikbaar gaan zijn, wat ook spanningen oplevert tussen kwaliteit
en bereikbaarheid, waarbij kwaliteit toch boven bereikbaarheid gesteld moet worden.
De overheid bewaakt de continuïteit van zorg. Cliënten moeten hier op kunnen vertrouwen.
Integrale prestatiebekostiging geeft zorgaanbieders meer ruimte voor eigenkeuzes en
beslissingen. Hun verantwoordelijkheden worden meer voelbaar, maar de financiële risico s
nemen ook toe. De overheid wil hiermee de kwaliteit en het innovatieve vermogen van de
zorgsector verbeteren. Die impuls mag echter niet ten koste gaan van de bereikbaarheid van
zorg voor de cliënt. De overheid wil met een wettelijke bevoegdheid ook preventief in kunnen
grijpen als het vertrouwen in de continuïteit van zorg in het gevaar komt. De Nza wordt
gevraagd een monitorsysteem op te zetten om financiële positie van zorgaanbieders te volgen
en daar tijdig over te rapporteren als daar aanleiding toe is en kan hiertoe gebruik maken van
het College sanering zorginstellingen.
Blz. 20 t/m 23 Het recht op keuze en het recht op keuze-informatie Eén van de wezenlijke
rechten voor de cliënt is het recht op vrije keuze voor een zorgverlener (waar zelfs religie een
persoonlijke reden kan vormen), en ook het recht op de beëindiging ervan. Dat past ook bij
de vertrouwensband. Als die er niet meer is moet een cliënt ook ergens anders naar toe
kunnen. Afstanden, aanbod van zorg, budgetten en de noodzaak van acute zorg stellen wel
enige grenzen aan de keuzevrijheid.
Informatie: bevorderen inzicht in kwaliteit en ervaringen van cliënten. De cliënt wil kiezen en
heeft informatie daartoe nodig, die gemakkelijk te vinden moet zijn. Ook hier krijgt IGZ een
toezichtfunctie in. In alle sectoren moeten kwaliteitsindicatoren worden ontwikkeld en ook
toegepast. 15 Deze indicatoren moeten vervolgens geactualiseerd blijven. Het Centrum
Klantervaring Zorg moet hierbij helpen. Hieruit zou een keurmerk moeten ontstaan waar
cliënten vertrouwen op de betrouwbaarheid van de ervaringen van andere cliënten, die onder
andere op KiesBeter.nl worden gepubliceerd. De eerste resultaten zijn inmiddels zichtbaar!
Vanuit de Kamer is aangedrongen op een betere inzichtbaarheid van het BIG-register. Het
college bescherming persoonsgegevens heeft hiertoe ingestemd. Zorgverleners die een
berisping hebben ontvangen, worden nog steeds vakbekwaam geacht, deze gegevens zullen
niet inzichtbaar worden gesteld. IGZ zal wel op de hoogte zijn van berispingen en kan op
termijn bij herhalingen zou wel een onderzoek mogen kunnen instellen naar het functioneren
van een zorgverlener. Tuchtrechtelijke uitspraken zouden wel anoniem gepubliceerd moeten
gaan worden.16
14
De frequentieminimumnorm om te mogen behandelen (ervaringsverplichting) zal ook het
behandelprotocol inhoudelijk algemeen kunnen duiden en opstellen.
15
Het verzamelen van cliëntervaringen met kwaliteitsindicatoren zal in de hoogrisicogebieden
meer aandacht vragen, omdat de zorg daar risicovoller en complexer in de uitwerking is.
16
Rechtspraak is doorgaans openbaar en publiek? Zal de anoniem gepubliceerde uitspraak in
Tuchtrechtzaken ook de medische behandelinformatie bevatten, opdat iedereen kan zien dat
er anoniem (!) recht is gesproken zonder onvolledige medische dossiers? En zal een ter
vervolging schuldig bevonden persoon dan ook werkelijk vervolgd gaan worden?
7
8. Informatie: regie, coördinatie en vindbaarheid. RVZ is van mening dat burgers makkelijk
toezicht moeten hebben tot informatie over zorg. Er zou echter geen behoefte en draagvlak
bestaan voor één centraal fysiek informatie- en adviescentrum. 17 Uit onderzoek bleek dat er
daar en tegen wel lacunes bestaan in de informatievoorziening over het aanbod van zorg, de
bijbehorende kwaliteit en cliënten- ervaringen, als wel in de informatie over de rechten van de
cliënt en om deze rechten tot leven te laten komen. Voor de cliënt moet het duidelijk zijn wat
hij van klachtenprocedures, de geschillencommissies en de tuchtrechter mag verwachten,
door een beter beeld te krijgen wat er verwacht mag worden van dergelijke procedures in hun
uitkomst. 18 Relevant is dat de regie op transparantie van de prestatie van instellingen ook
publiek worden.
Acties door de Nederlandse Zorgautoriteit. De Nza heeft conform de wet Marktordening
gezondheidszorg een belangrijke rol bij de bescherming en bevordering van de positie van de
cliënt en wil middels het consultatiedocument de knelpunten bepalen waar cliënten tegen aan
lopen. Hoofdlijnen zijn het verbeteren van de transparantie van de markt, vergroting van de
keuzevrijheid en advisering over het verbeteren van de rechtspositie van de cliënt. Hiervoor
zou binnenkort een visiedocument gepubliceerd gaan worden, waarin ook aandacht besteed
wordt over de wijze waarop IGZ en Nza hierbij gaan samenwerken.
Informatie: de cliënt heeft er recht op. Inzicht in de kwaliteit van de geleverde zorg en de
ervaringen van cliënten is van belang voor iedereen die zorg nodig heeft. Dit recht moet
individueel afdwingbaar zijn met een verankering in de wetgeving. De RVZ concludeerde dat
de cliënt nog onvoldoende recht heeft op vergelijkbare informatie over de behandeling van
specifieke aandoeningen en de kwaliteit van die zorg ook in resultaat. 19
Blz. 23 t/m 25 Het recht op kwaliteit en veiligheid. Het recht op kwaliteit en veiligheid wordt
als een individueel recht geregeld. Verantwoorde zorg moet van goede kwaliteit zijn en
aansluiten bij de behoeften en de rechten van de cliënt. Zorgverleners, bestuurders en raden
van toezicht in de zorg zouden het bewaken van de kwaliteit en de veiligheid als eerste
prioriteit moeten beschouwen. Bestaande jurisprudentie over de betekenis van de norm voor
verantwoorde zorg blijft hiermee overeind. Daarom bestaat de minimum eis in de frequentie
van specifieke behandelingen om de te mogen verrichten. Optimale toepassing van richtlijnen
is een belangrijk aandachtspunt. Als deze richtlijnen naar de mening van IGZ niet voldoende
tot stand komen, kan er tijdelijk een norm voor verantwoorde verrichtingen in de zorg
opgesteld worden. IGZ moet duidelijk maken wat de norm is en die handhaven, waarbij het
voorstel bestaat om de mogelijkheden om actief en proportioneel op te kunnen treden uit te
breiden met de mogelijkheden van de Inspectie om het handhaven uit te breiden met
bestuurlijke boetes of een dwangsom. 20
17
(Een centraal instituut met informatie over zorg zou echter ook op het gebied van
letselschadepreventie een wetenschappelijke kennisbase op kunnen bouwen. De burgerij
beseft het belang er niet van, en de zorgsector wenst een dergelijke openbaarheid niet?)
18
(Laat de overheid de mogelijkheid tot ernstig vergrijp open? Beroepsuitzetting geldt enkel
binnen Nederland. Bewuste normoverschrijding hoort volgens de formulering van het
strafrecht ook echt strafrechtelijk aangepakt te worden!) (De juridische steunpunten zoals
het Consument en Zorg van het NPCF werken echter op macroniveau, voor het individu
wordt er op micro-niveau geen persoonlijke consumenten ondersteuning geboden.)
19
Verenigingen die de belangen van Letselschadeslachtoffers behartigen, zouden vanuit de
burgerij autonoom een second opinion over aandoeningen en behandelrisico s, en ook over
extreme wanprestaties kunnen geven, gelijke het recht op openbaarheid, om hiermee de
integriteit van informatie te zekeren. Deze zouden zich op Europees niveau moeten laten
gelden om beroepsuitzettingen ook internationaal te laten gelden met informatie.)
20
Gaat Nza ook een aanspreekpunt worden voor cliëntenraden op de verrichtingen van IGZ in
het toezicht op de kwaliteit van de transparantie van IGZ?)
8
9. Blz. 25 t/m 28 Recht op informatie, toestemming, dossiervorming en privacy.
Verbetering van de rechtspositie: van patiëntenrechten en cliëntenrechten. Men merkt aan,
dat de publicaties en rapporten laten zien, dat de patiëntenrechten in Nederland goed
geregeld zijn. Op grond van bestaande bepalingen in het Burgerlijk Wetboek boek 7 afdeling 5
geldt op dit moment tussen partijen een behandelingsovereenkomst op de volgende punten:
1.) Een goed hulpverlenerschap. 2.) Informatieverstrekking door de hulpverlener. 3.) Het
vereiste dat vooraf toestemming wordt verkregen voor behandeling en voor wetenschappelijk
onderzoek. 4.) De eis dat een deugdelijk dossier wordt bijgehouden. 5.) Het recht om
vernietiging van het dossier/relevante bescheiden te vragen. 6.) Recht op inzage en afschrift
van het dossier. 7.) Plicht tot geheimhouding voor de zorgaanbieder. 8.) Recht op privacy.
Deze rechten en de jurisprudentie die hierover is ontwikkeld wil men behouden. 21
Het recht om geïnformeerd toe te stemmen, het informed consent . Voor goede zorg is het
van belang dat cliënten zelf meedenken en meebeslissen over hun behandeling of zorg. Een
goede wederzijdse informatie overdracht is hiervoor essentieel. 22 De cliënt mag verwachten
dat hij duidelijk geïnformeerd wordt en als hij wil tevens schriftelijk. 23 Nieuw aan de
informatieverplichting is, dat deze ook voor de langdurige behandeling, de verpleging, de
verzorging en de begeleiding in een zorgplan moeten zijn omschreven. 24 Van belang is dat de
cliënt de verstrekte informatie ook heeft begrepen. Deze norm heeft zich in jurisprudentie al
verankerd en behoeft verdere wettelijke verankering. Sterker nog, de zorgaanbieder moet
ongevraagd de informatie aanbieden, ook over de wijze waarop medezeggenschap is
geregeld , waarbij in het geval van ongewenste uitkomsten van de behandeling ook expliciet
het recht bestaat op informatie over de merkbare gevolgen voor de cliënt. Door dit expliciet te
regelen kunnen polisvoorwaarden van aansprakelijkheids-verzekeraars daar geen beperkingen
in opleggen en een eerzaam arts geniet dan ook meer respect en een deugdelijkere
bescherming. Die verzekering wordt hierdoor niet getroffen in zijn belang tot het beperken
van de eigen financiële schade. Daarnaast is het van belang dat zorgverleners incidenten en
bijna fouten in een veilige omgeving intern kunnen melden, om ze te analyseren en er
daarna van te kunnen leren. De grens in de besloten melding ligt in het de rechten van de
cliënt op een goed dossier en informatie over gemaakte fouten. De KNMG heeft hiervoor een
beleidsdocument opgesteld wat als leidraad hiertoe dient.
Het recht op goede dossiervorming. Cliënten hebben het recht dat er goed dossier wordt
gehouden en hebben in beginsel (!) recht op inzage en afschrift van alle bescheiden. Uit de
prakrijk blijkt dat de te verkrijgen inzage niet altijd zo eenvoudig is. Problemen in kwestie kan
een cliënt ook (zijnde ook een meningsverschil) eveneens voorleggen aan een externe en
onpartijdige commissie om zijn recht te halen. Het IGZ kan structureel optreden als een
zorgaanbieder structureel zijn dossiers niet op orde heeft. De wet bestuurlijke handhaving is
hiertoe uitgebreid geworden, opdat het IGZ ook zonder toestemming van betrokken cliënten
medische dossiers kan controleren op bijvoorbeeld volledigheid in haar toezicht houdende
taak. 25 Het EPD zal in de controlemogelijkheden ook een bijdrage leveren. Het EPD kent
rechten aan de patiënt toe. De cliënt wordt geïnformeerd wie het dossier heeft ingezien, en
kan zelf te allen tijde het dossier inzien. Hierbij moet aandacht zijn voor toegankelijke taal in
het EPD.
21
(Helaas is gebleken dat tot op heden de regelgeving geschonden kan worden op micro-
niveau; de individuele zorgconsument is niet bij machte om dit aan de kaak te stellen en
instanties werken op macro-niveau. Kortom regelgeving bestaat enkel op papier. Pas als
(ernstige) normovertreding ook daadwerkelijk bestraft zal gaan worden zal er werkelijk iets
gaan veranderen in de positie van de cliënt op micro-niveau met bijbehorende rechten.)
22
(Meebeslissen over goede zorg en empathie van de arts kost tijd en ruimte (geld) hiervoor.)
23
(De behandelovereenkomst zou standaard altijd schriftelijk bevestigd moeten zijn!)
24
(De zorgomschrijving komt de rechtsgeldigheid en de bescherming van de arts ten goede.)
25
(Mag de advocatuur van cliëntenverenigingen het IGZ ook aansporen tot volledigheid in de
uitoefening van haar functie als toezichthouder op de kwaliteit van de zorg?)
9
10. De zorgaanbieder is verplicht deel te nemen aan het EPD, de cliënt daar en tegen kan dit
weigeren en bezwaar hierop maken. 26
Het recht op privacy. Het recht op privacy betekent op de eerste plaats, dat het behandelen,
verplegen of verzorgen buiten de waarneming van anderen moet plaats vinden (fysieke
privacy). Iedere cliënt heeft recht op een respectvolle bejegening. 27Er mag in geen geval
informatie over de gezondheidstoestand van een cliënt aan anderen worden verstrekt, buiten
de gemachtigden. Ook in het berichtenverkeer tussen de zorgaanbieder en verzekeraar moet
zorgvuldig met de privacy van de cliënt omgaan.
Voorlichting over cliëntenrechten. Rechten drukken uit wat cliënten mogen verwachten in een
zorgrelatie, zodat de juridische voorwaarden voor een goede relatie tussen zorgaanbieder en
cliënt helder zijn. 28 Men wil bereiken, dat de cliëntenrechten tot leven komen in de relatie
tussen cliënt en zorgverlener en goede voorlichting kan hier toe bijdragen. Het is ook een
goede zaak om samen met de veldpartijen de toepassing over de patiëntenrechten, zoals
jurisprudentie beter toegankelijk te maken voor cliënten en beroepsbeoefenaren.
Tweezijdige algemene voorwaarden. De praktische toepassing van cliëntenrechten kent een
plek in tweezijdige algemene voorwaarden, in bijvoorbeeld de dossierplicht die helpt in wat
beide partijen van elkaar kunnen verwachten. Ook de zorgverzekeraar kan een bevorderende
invloed laten gelden in hun afspraken met zorgaanbieders dat alle partijen in de zorg het
overleg snel ter hand nemen. Ook de consumentenbond en de NPCF worden gevraagd een
impuls te geven aan de ontwikkeling. Bij de beoordeling van een geschil wordt immers ook
gekeken naar beide partijen in het geschil en als zodanig bieden tweezijdige voorwaarden ook
houvast in de beoordeling van een kwestie. Die algemene tweezijdige voorwaarden komen tot
stand in overleg tussen organisaties van cliënten en organisaties van zorgaanbieders, en het
is bij uitstek een taak van de betrokken partijen in de aanbieding van de zorg. De overheid
denkt het kader van de Sociaal Economische Raad te willen gebruiken voor het noodzakelijk,
om de kwaliteit van de afspraken te kunnen waarborgen.
Goed Patiëntschap. Tegenover de rechten van cliënt staan ook verantwoordelijkheden
(plichten). De cliënt dient naar beste weten de zorgaanbieder te informeren en medewerking
te geven voor wat redelijkerwijs nodig is voor een goede uitvoering van de zorgverlening. Een
goed patiëntschap gaat ook samen met het vertrouwen in de behandelend arts. Een goed
patiëntschap bevat ook goede omgangsvormen, zakelijke verplichtingen (zoals afspraken
nakomen etc.) en ook verantwoordelijkheden die gelden in de behandelrelatie. Volgens de
RVZ zijn de mogelijkheden op het laatste terrein nog te beperkt om de cliënt aan te kunnen
spreken. Hierin moet echter ook rekening gehouden worden met deins mogelijkheden en
beperkingen. De Raad denkt dat de oplossing eerder ligt in de maatschappelijke acceptatie
van het stellen van grenzen door zorgaanbieders en /verleners, dan op juridisch terrein.
Blz. 29 t/m 34 Recht op afstemming tussen zorgverleners. Moderne is altijd een keten van
zorgaanbieders vanaf de huisarts tot soms aan meerdere zorgorganisaties tegelijkertijd. In
het versterken van de positie van de zorgconsument met een sturende werking (keuzerecht)
heeft dit consequenties in de positie van de cliënt tussen al de zorgaanbieders/ partijen in.
Met name de chronisch zieke als ervaringsdeskundige zou men als co-producent kunnen zien.
26
(Als een cliënt om vernietiging van (onjuiste of verouderde?) dossierstukken kan vragen,
zou dit ook om EPD gegevens moeten kunnen. Het EPD is overigens ook een interessant
instrument voor het letselschadeslachtoffer om te vernemen tot in welke mate letselschade op
correcte wijze wordt beschreven met oorzaak etc.)
27
(De arts zou men in omgekeerde richting ook als cliënt kunnen zien, in het gewone
bedrijfsleven worden collegae ook als cliënten gezien.)
28
(Helder zijn over de juridische voorwaarden voor een goede zorgrelatie komt de rechtsgang
ten goede in alle aspecten, als deze ook worden gerespecteerd.)
10
11. Daarom worden er ook duidelijke rechten over de verantwoordelijkheden en samenwerking
geformuleerd hierover. Zorgverleners die tegelijk of na elkaar zorg verlenen moeten de zorg en
informatie over de cliënt zo goed mogelijk et de cliënt en met elkaar afstemmen. Alhoewel de eis
tot afstemming al tot de wettelijke plicht behoort, kan de cliënt om een noodzakelijke afstemming
vragen van ieder van zijn zorgverleners. De cliënt krijgt ook het recht op een afstemming tussen
zorgverleners. De cliënt mag nooit van het kastje naar de muur gestuurd worden als het gaat over
wie verantwoordelijk is voor een goede afstemming. Zorgverleners kunnen er voor kiezen om een
centrale regie aan te wijzen, anders kan de cliënt er op rekenen dat iedere zorgverlener de plicht
heeft om af te stemmen. De cliënt kan iedere betrokken zorgverlener aan spreken op een goede
afstemming, op het actief zoeken naar oplossingen bij tegenstrijdige adviezen en in het organiseren
van een goede nazorg. Wanneer de zorg voor een cliënt wordt overgedragen blijft de diegene die
de zorg overdraagt verantwoordelijk voor de zorg, totdat de zorg ook feitelijk is overgenomen,
waarbij wordt verwacht dat de nieuwe zorgaanbieder zich tijdig in het dossier heeft verdiept.
Bij de gewenste duidelijke rechten en verantwoordelijkheden in de keten hoort de cliënt te weten
wie hij/zij aansprakelijk kan stellen als er iets mis gaat in een samenwerkingsverband tot
zorgaanbieding. De centraal geregelde aansprakelijkheid zou naast ziekenhuizen ook voor
verpleging, verzorging en begeleiding en de extramurale zorg moeten gelden. Er wordt nog
onderzocht in hoeverre een schakel in de keten succesvol aansprakelijk gesteld kan worden. 29
De klachtafhandeling. De cultuur in de zorg ten aanzien van signalen en klachten zou erop gericht
moeten zijn om deze te benutten ter verbetering van de zorgverlening. Als er iets mis gaat moet de
cliënt veilig en laagdrempelig zijn onvrede kunnen uiten. Doorgaans wil een cliënt erkenning van
de klacht en een zekere mate van excuus, en moet een procedure kunnen voeren hiervoor, die
aansluit bij wat zij willen bereiken met hun klacht. In de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector is
een klachtrechtgeregeld omkleed met procedurele waarborgen 30Onderzoek toonde aan dat cliënten
nochtans hoge drempels ervaren, weinig waarborgen zien voor onafhankelijkheid, waar klagers
niet tevreden mee zijn. Noodgedwongen werd uitgeweken naar de Tuchtrechter. 31 Direct handelen
bij het signaleren van een klacht en goede nazorg leveren hierin als er iets mis gaat kan de escalatie
van de klacht voorkomen en de kwaliteit van de zorg verbeteren.
De klachtopvang binnen een instelling. De diverse belangenorganisaties van cliëntenraden en
vertegenwoordigers van klachtenfunctionarissen en commissies hechten aan een van
overheidswege voorgeschreven goede klachtvoorziening met goede waarborgen. Zij wijzen er op
dat laagdrempeligheid en in een vroeg stadium knelpunten helpen oplossen en het direct koppelen
van noodzakelijke verbeteringen aan het kwaliteitsbeeld van de zorgaanbieder als een meerwaarde.
Bij onvrede moet de cliënt snel en laagdrempelig geholpen kunnen worden. Vertrouwenspersonen
en klachtenfunctionarissen zouden in de bestaande praktijk een rol kunnen hebben, en dit gaat dan
ook wettelijk omschreven worden. Zorgaanbieders zonder een cliëntenraad dienen een voor de
cliënten representatieve organisatie (bijvoorbeeld een regionale zorgbelang-organisatie) te
betrekken bij de klachtregeling. Organisaties voor cliënten kunnen cliëntenraden ondersteunen in
het overleg met de instelling over een op de doelgerichte klachtopvang.
29
(Het aansprakelijk stellen binnenin de zorgketen Juridisch kan een kip of het ei verhaal
worden, immers vanwege de afstemmingsplicht heeft ieder een verantwoordelijkheid )
30
(De Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector met/en haar procedurele waarborgen is/zijn
incompleet zonder het toekennen van Strafrechtelijke opties )
31
(De Tuchtrechter heeft enkel de functie om het professioneel handelen te beoordelen van
een zorgverlener met een evntuele beroepsuitzetting als santie. U kan echter ook op
professionele wijze ook misbruikt zijn er is dan kundig gehandeld )
11
12. Cliënten moeten gemakkelijk toegang hebben tot de informatie en de personen bij wie ze
terecht kunnen. Voor de zorgaanbieder betekend een vereenvoudiging ten opzichte van de
bestaande procedurele eis om een klachtencommissie in te stellen. Die vereenvoudiging is
echter niet vrijblijvend. De ervaringen van cliënten worden openbaar. 32
De externe klacht- en geschillencommissie. De mogelijkheid voor een zorgaanbieder om de
klachtopvang in eerste aanleg beter te organiseren wordt gecombineerd met bestaan van een
krachtige externe onpartijdige behandeling van klachten en geschillen die niet zijn opgelost.
In de wetgeving wordt geregeld dat cliënten toegang hebben tot een externe onpartijdige
commissie! Langs deze weg zouden cliënten ook op een goedkope en laagdrempelige wijze
hun recht moeten kunnen halen. 33 De cliënt kan er zelfs voor kiezen direct zich tot een
externe commissie te wenden.
De commissie kan zaken tot 25.000 Euro beoordelen. De weg naar de civiele rechter blijft
bestaan. Een laagdrempelige klachtenprocedure zal beter aansluiten bij het motief van de
klager om op eenvoudige manier genoegdoening te krijgen. Op termijn moeten alle
zorginstellingen een klachtencommissie hebben. 34 De inrichting van de externe
onafhankelijke commissie(s) wordt in nauw overleg met de veldpartijen bepaald. De
commissie kan een klacht gegrond of ongegrond verklaren. Er wordt nog onderzocht in
hoeverre zo n commissie ook klachten kan behandelen, waarin geen financiële aspecten
spelen. Uitspraken met een gegrond verklaring dienen gemeld te bij het IGZ. Hierbij is het
ook van belang dat er een eenheid komt in de uitspraken van commissies ten bate van de
normering. Cliënten moeten een goed idee krijgen (bewegwijzering) via een intake van de
mogelijke procedures, zodat zij afhankelijk van hun motief de juiste procedure kiezen. Indien
de schade boven de 25.000 komt of het motief van de klager er op gericht is een maatregel
ten aanzien van de beroepsuitoefening op te leggen, dient de cliënt doorverwezen te worden
naar de civiele rechter of de tuchtrechter. 35 Met name de gang naar de tuchtrechter wordt
niet als bevredigend ervaren. 36 Daarnaast wordt de zwaarte van de maatregel vaak als te ligt
opgevat. Eerzaam artsen ervaren een berisping of waarschuwing wel als een stevige straf. 37
Tuchtrecht moet ingezet worden waar het voor is bedoeld: bevordering van kwaliteit en
professionaliteit van de beroepsuitoefening. De overheid verwacht dat publicatie over de
ervaringen van cliënten over de afhandeling van de klacht zal bijdragen tot een grotere
32
(In het beleidsdocument veilig melden KNMG worden de melder en het slachtoffer in de
anonimiteit geplaatst, om enerzijds de melding voor artsen ook laagdrempelig te houden en
anderzijds om persoonsgegevens af te schermen in het onderzoek naar het leren van fouten.
In het patiëntendossier dient de medische geschiedenis wel in medische feiten benoemd te
worden. Helaas is de minister van Justitie van mening dat als de plannen voor het in te
voeren meldingssysteem door de betrokken brancheorganisaties zijn omarmd en nader
geconcretiseerd, dat hij en het OM dan pas bereid zouden zijn om te gaan werken aan
beleidsregels tot vervolging incl. het vorderen van gegevens voor strafrechtelijk beleid. De
ministerwil oneigenlijkheden op medisch vlak tot heden niet vervolgbaar stellen en erkend
enerzijds impliciet dat ernstige verwijtbare medische handelingen (kunnen) bestaan tot aan
dodelijk misbruik of poging daartoe, en permitteert dan anderzijds ernstige schending van de
cliënt als rechtspersoon, en dat hij ondanks de wetenschap ervan verzaakt aan het strafrecht
om zeer ernstige kwesties onder de loep te nemen, terwijl dit in strijd is met de grondwet in
het recht op bescherming van de burger zonder discriminatie en met een deugdelijke
gezondheiszorg. Er kan toch een voorselectie gemaakt worden op zaken die beslist een
strafrechtelijk vervolg behoeven?)
33
(Wat voor antwoord geeft het recht op medische dossiers die onvolledig blijken waarbij geen
externe medische deskundigheid ter beoordeling van letselschade gevoerd mag worden?)
34
(Positief punt is dat de cliënten in de geestelijke gezondheidszorg toegang krijgen tot een
externe en een (hopelijk) onpartijdige commissie.)
35
(Ernstig misbruik wordt niet navenant bestraft.)
36
(Met cruciaal onvolledige dossiers en subjectiviteit in de rechtspraak wordt de gang naar de
tuchtrechter als onbevredigend ervaren?)
37
(Eerzame artsen horen ondersteuning te krijgen in de procedure tot letselschadeonderzoek.)
12
13. tevredenheid. 38 No fault compensatiesysteem. Wanneer (medisch) handelen financiële schade
tot gevolg heeft kan vergoeding gevraagd worden op basis van het aansprakelijkheidsrecht.
In het Nederlands recht geldt dat ieder zijn eigen schade draagt, tenzij die schade verwijtbaar
door een ander is veroorzaakt. Bij een gerechtelijke procedure wordt vastgesteld of er sprake
is van een toerekenbare tekortkoming van de hulpverlener en zal de schade bewezen moeten
worden. In een no fault compensation systeem ontvangt de cliënt een schadeloosstelling
onafhankelijk van de verwijtbaarheid van de zorgverlener. Op dit moment wordt er onderzoek
gedaan naar dit systeem, een aantal Europese landen kennen een dergelijk systeem. Alles
afwegende zou een no fault compensation systeem geen adequate oplossing betekenen voor
de knelpunten die de cliënt ervaren. 39 De knelpunten die cliënten ervaren zijn de
hoogdrempeligheid, de tijdspanne en de hoge kosten daartoe. Om die klachten weg te nemen
wil men de procedure voor de cliënt eenvoudiger maken, de centrale aansprakelijkheid uit te
breiden, en hun te ondersteunen in het kiezen van de juiste procedure. 40 De doelstelling is
om cliënten die schade oplopen door verwijtbaar medisch handelen vaker, sneller en
goedkoper een passende financiële genoegdoening daarvoor krijgen. Enkel voor de
gezondheidszorg wil men de eis loslaten dat vergoeding van schade enkel het gevolg moet
zijn van verwijtbare schade. Hiervoor is de voorgenomen verruiming van de centrale
aansprakelijkheid samen met de tweezijdige voorwaarden en een betere informatie over
procedures etc tot aan schadevergoeding van 25.000 Euro voor laagdrempelige kwesties . 41
Verder verwelkomt de overheid de door de letselschadeverzekeraars opgestelde gedragscode
afwikkeling van letselschade . Deze code zou ook het mogelijk maken dat cliënten
makkelijker hun schade verhaald kunnen krijgen. De overheid zal bij de
letselschadeverzekeraars ook het voorstel van de KNMG onder de aandacht brengen om de
zorginstellingen onder randvoorwaarden toe te staan tot hogere limieten in het zelf beslissen
over schadeclaims. 42 De voornemens van de overheid zullen naar hen oordeel tot de
gewenste versnelling en vereenvoudiging van de procesgang leiden. 43
Blz. 35 t/m 39 Het recht op medezeggenschap en goed bestuur. Invloed van de cliënten op de
organisatie van de zorg draagt er aan bij, dat de zorg op de wensen van de cliënten is
afgestemd. De betrokkenheid van cliënten bij een besluitvorming door een zorgaanbieder is
essentieel voor goede zorgverlening. Het komt de tevredenheid van cliënten ook ten goede.
Er ligt een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen.44
38
(Online publicatie door de cliënt zelf of vertegenwoordigende private instellingen ten
behoeve van de waarheidsgetrouwheid over de ervaringen van cliënten en de afhandeling
van een klacht zal vanwege de transparantie bijdragen tot een grotere tevredenheid)
39
(De knelpunten in het gehele proces tot klacht en aansprakelijkheid liggen vooraan in de
afhandeling ervan, en een no fault compensation systeem doet daar niets aan af of bij.)
40
(De cliënt mag kiezen uit enkele klachtenprocedures met uitzondering van het Strafrecht!)
41
(Cliënten zijn niet geld belust, maar willen een eerlijke behandeling en erkenning van hun
medische situatie. Het verder kunnen in het leven vraagt dan soms protheses etc. en dat dit
geld kost is een gegeven. Maar is hier technisch met de laagdrempelige 25.000 Euroregeling
niet sprake van het creëren van de mogelijkheid om discutabel medisch handelen ten
nadele van de cliënt bij voorbaat af te kopen, ook als dit bewust en kwalijk gedaan was?)
42
(Minder zware kwesties van letselschade verdienen zich terug door het vermijden van
ellenlange juridische procedures. De zeer ernstige kwesties blijven ongeroerd. Misbruik is
geen medische vergissing, alhoewel men dan in de fout gaat, de schade zou technisch dan
niet als claim bij de aansprakelijkheidsverzekering komen te liggen, maar bij het ziekenhuis
en de individuele veroorzakers, hetgeen niet wil zeggen dat dit soort kwesties dan daarom
maar niet berecht dienen te worden vanwege de problemen die dit opwerpt bij de daders!)
43
(De meerderheid van de bevolking zal met minder serieuze klachten bediend zijn, terwijl de
ernstige kwestie gewoon kunnen blijven voortgaan? Hun ongenoegen gaat juist hierover.)
44
Vanuit de Kamer waren er vooral vragen over met name het afstemmen van inspraak op de
zorg en financiële zelfstandigheid van de cliëntenraad, en men vroeg zich af, of de positie
van de cliënt wel voldoende wordt versterkt? Welnu, niet zolang de mogelijkheden tot
sanctieoplegging (garanties tot handhaving van de wet) te beperkt blijven!
13
14. De overheid zou wel bereid zijn tot een enig rekening houden met de wensen van de Kamer.
De bevoegdheden bij uitoefening van medezeggenschap gaan wettelijk verankerd worden.
Bevoegdheden bij het uitoefenen van medezeggenschap. De wettelijk te regelen
bevoegdheden tot medezeggenschap betreffen primair inspraak op besluiten die de cliënt in
de kwaliteit van zijn eigen leven zal treffen. Het gaat hier om keuzes die gebieden raken zoals
voedingsaangelegenheden, het algemeen beleid op veiligheid in de zorg, gezondheid, hygiëne,
geestelijke verzorging, maatschappelijke bijstand, maar ook mogelijkheden tot recreatie en
ontspanning. Ook de systematische bewaking, beheersing of verbetering van de kwaliteit van
de zorg is een onderwerp waarop op basis van het patiëntenrecht inspraak geldt. Maar
inspraak geldt ook in besluiten van financiële, beleidsmatige of strategische aard die de cliënt
op lager niveau in de zorg treffen. (Met betrekking tot inspraak in besluiten gericht op fusie
geldt zelfs een verzwaard adviesrecht van cliëntenraden, wat men overdenkt te verheffen tot
een instemmingbevoegdheid.) Er is geen sprake van een vetorecht voor cliëntenraden, maar
in het geval van een geschil, zal dit voorgelegd moeten worden aan een externe commissie.
Decentrale en de Centrale Cliëntenraden
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een centrale en een dé-centrale cliëntenraad. De
decentrale raad is de algemenere raad voor een zorginstelling. Zij heeft inspraak op gebieden
die in het algemeen de persoonlijke levenssfeer raken van de cliënten, zoals boven
beschreven. De centrale cliëntenraad is de cliëntenraad voor instellingen waar onder de AWBZ
intramurale zorg wordt geboden, en wordt ingesteld op het niveau waarop ook het bestuur en
intern toezicht is georganiseerd, waardoor de mogelijkheden tot inspraak worden uitgebreid
door deze effectief te organiseren.
Extramurale AWBZ-zorg en eerstelijnszorg. Ook bij extramurale zorg (waar cliënten niet
langdurig opgenomen zijn in een zorginstelling) op basis van de AWBZ-zorg geldt de
verplichting dat de zorgaanbieder een medezeggenschap voor cliënten effectief organiseert.
Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat de cliënt in die positie (beter) zelf zijn invloed kan
laten gelden in zijn keuze van zorgverstrekkers door zich vooraf goed te informeren. Om deze
reden is een cliëntenraad voor eerste lijnszorg niet verplicht. Maar er moet dan wel
aansluiting bestaan bij een externe raad, opdat cliënten desgewenst zich daar naar toe
kunnen wenden. 45 Vanwege karakter van langdurige zorg bij extramurale AWBZ-zorg, moet
ook die cliëntenraad volgens voorschrift wel op centraal niveau bestaan.
Zelfstandig beschikken over adequaat budget. Financiële zelfstandigheid is een essentiële
voorwaarde voor effectieve inspraak van een cliëntenraad. Het bestuur van een zorginstelling
mag geen voorwaarden stellen aan het verkrijgen van een budget. Het instellen van één
normbedrag voor cliëntenraden doet geen recht aan de variëteit van tevens grote en kleinere
Raden. Indien een Raad het wenst kan deze bij de Centrale Cliëntenraad voor ieder jaar een
begroting indienen. In ieder geval zouden er middelen beschikbaar gesteld moeten worden
voor een vergoeding voor de voorzitter, vergaderfaciliteiten, reiskosten externe vergaderingen
scholing, ondersteuning, inhuur expertise of het lidmaatschap van een cliëntenraad. Mocht in
de loop van het jaar blijken dat vanwege onvoorziene kosten dat er een bijstelling gemaakt
moet worden in de begroting, dan kan hiertoe een verzoek worden ingediend. Indien een
vertegenwoordiging van cliënten of een cliëntenraad van mening is, dat het toegekende
budget te beperkt is, hebben zij toegang tot de landelijke commissie van vertrouwenslieden.
45
(Ik ben op Internet op zoek geweest naar informatie over zorgverstrekkers etc, maar die
informatiebron is nog erg pril in aanzet binnen een digitaal oerwoud aan informatie: ga maar
zoeken. Ik denk dat maatschappelijk werk hier een mooie functie intermediair in zou kunnen
betekenen. Breng de zorg dichter naar de mensen toe is het credo van WVS? Breng dan ook
de weg tot keuze-informatie etc. dichter bij de cliënt in het persoonlijke vlak op micro-niveau!
Maatschappelijk werk is tegenwoordig toch een publiek toegankelijke bewegwijzering ? )
14
15. Ook bij een conflict over de inrichting van de medezeggenschap tussen cliëntenraden en een
bestuur kunnen cliëntenraden zich wenden tot die landelijke commissie. Deze landelijke
commissie van vertrouwenslieden zal mogelijk meer bevoegdheden moeten krijgen dan thans
het geval is, om voldoende uitgerust te zijn hiertoe.
De organisatie van goed bestuur en intern toezicht. De cliënt mag er op vertrouwen dat de
zorgverleners, de bestuurders en de raden van toezicht in de zorg het bewaken en bevorderen
van de kwaliteit veiligheid van de aangeboden zorg als eerste prioriteit mogen beschouwen,
en dat zij daar op aan gesproken mogen worden. 46 Hiervoor moeten natuurlijk eerst de
verantwoordelijkheden binnen een zorginstelling goed geregeld zijn. Besturen willen de
kwaliteit van hun geleverde zorg verbeteren en gebruiken daarvoor vergelijkende informatie
over prestaties. Raden van Toezicht hebben hierin een controlerende taak, waarmee zij het
Bestuur van een instelling ook kunnen vormgeven. Cliënten en verzekeraars samen kunnen
binnen de zogeheten zorgdriehoek ook meer kracht stellen in hun eisen over de te leveren
prestaties. Cliënten kunnen de vergelijkende informatie over kwaliteit van de zorg en
informatie en ervaringen van andere cliënten gebruiken bij hun keuze van zorgaanbieder.
Verzekeraars kunnen aan de hand van kwaliteitsinformatie en klantervaringen afspraken
maken met de zorgaanbieder over verbeteringen. Zonodig kunnen zij selectief contracteren.
Onafhankelijkheid van de Raad van Toezicht. De eis tot toezicht blijft bestaan, en de leden
van interen toezicht dienen onafhankelijk te zijn, opdat zij zonder last of ruggespraak kunnen
functioneren. Onafhankelijkheid vereist uitsluiting van belangenverstrengeling. Voordracht van
leden door derden is hierom niet gewenst. De Gouvernancecode schrijft openbare werving van
leden van de Raad van Toezicht voor. De zorgaanbieder mag er voor kiezen om cliënten te
laten meepraten over het type bestuurder of toezichthouder dat nodig is (profielschets).
Behoud van vermogen voor de zorg. Premiemiddelen die voor de zorg zijn opgebouwd, dienen
ook voor de zorg behouden te blijven. Het bestuur en interne toezicht hebben hier een
verantwoordelijkheid in. Ook het gebruik van onroerend goed moet puur voor zorg gebruikt
worden om aan die eis te voldoen. Het ex ante toezicht op vastgoedtransacties moet robuust
worden neergezet, zonder daarbij de verantwoordelijkheden van het bestuur van de instelling
af te zwakken! Het bouwregime voor de geestelijke gezondheidszorg gaat hierom afgeschaft
worden. Omdat de NZa bij haar reguliere toezicht de vermogenspositie van instellingen al
beziet en beoordeelt, krijgt zij de taak tot toezicht op het behoud van vermogen voor zorg.
Blz. 39 t/m 44 V Contouren van de voorgenomen wetgeving. De voorstellen die in de vorige
paragrafen zijn beschreven leveren een stevige agenda op voor de voorgenomen wetgeving.
Kort samengevat wil de overheid met de wetgeving bereiken: 1) het recht op verantwoorde
zorg stevig verankerd vanuit het perspectief van de cliënt 47 2) de veiligheid van de zorg
waarborgen; 3) de werking van cliëntenrechten verbreden naar verpleging, verzorging en
begeleiding toe; 4) goede afstemming in ketenzorg in cure en care; en de aansprakelijkheid
voor goede afstemming en nazorg regelen; 5) de cliënt recht geven op betrouwbare en
vergelijkbare informatie over kwaliteit en ervaringen van anderen; 6) de rechten en plichten
van de cliënt en de zorgaanbieder goed op elkaar laten aansluiten; meer ruimte en
vertrouwen geven aan zorgaanbieders om op de zorgvraag in te spelen; 7) de cliënt het recht
geven op laagdrempelige en onpartijdige behandeling van niet opgeloste klachten; 8)
medezeggenschap en de financiering ervan goed regelen 48
46
(Zorgaanbieders moeten aangesproken kunnen worden op de bevordering van de kwaliteit
van de zorg en de veiligheid. Dat is net iets anders dan een aangesproken mogen worden .)
47
Een stevig verankerd recht op verantwoorde zorg zonder enige vorm van strafbaarstelling
op medisch oneigenlijk handelen ? Zij behoeft een sanctieapparaat ter bewaking ervan.
48
(De medezeggenschap van cliënten heeft geen vetorecht in de inspraakbevoegdheid. In het
geval van een prangend geschil zal zij zich eerst naar een externe commissie moeten
wenden, en vervolgens eventueel tot de rechter. Men kan echter ook op zoek gaan naar een
andere zorginstelling, weliswaar met een ónline melding over de kwestie voor derden )
15
16. De beleidsvoornemens die in dit programma worden geschetst leiden er toe dat de Wetten op
de Kwaliteit zorginstellingen, toelating zorginstellingen, en WGBO zullen worden gewijzigd.
De overzichtelijkheid van het resultaat, de samenhang, en de consequenties voor een
spoedige inwerking treden zullen als belangrijke toetspunten zijn voor de overheid.
Versterking van de rechtspositie: uitbreiding en verbreding van rechten. Op het moment dat
de voorgenomen uitbreiding van de patiëntenrechten ontstaat ook een verbreding van de
werking ervan. 49 Nieuw is dat als bruikbaar alternatief voor de gang naar de civiele rechter
om individuele rechten te verwezenlijken men ook zich ook rechtstreeks kan wenden bij een
externe onafhankelijke commissie. Met behulp van de klachtenfunctionaris, algemene
tweezijdige voorwaarden, en de toegang tot de klachten- en geschillencommissie wordt het
makkelijker om klachten met beperkte en zonder financiële schade te behandelen. 50
Cliëntenrechten gelden op het moment dat er feitelijk zorg wordt verleend, ook voor
wilsonbekwame cliënten. Men mag er van uitgaan dat de cliëntenrechten voor iedere cliënt
moet worden gerespecteerd. De overheid heeft met de zorgpartijen afgesproken of de positie
voor wilsonbekwamen en hun vertegenwoordigers met de algemene bepaling verder moet
worden versterkt, naast de huidig bestaande wetgeving voor deze meer kwetsbare groep
cliënten.
Versterking van de rechtspositie: rechtstreeks werkende normen voor goede zorg.
Dit ziet er als volgt uit:
De cliënt krijgt zeven rechten; De rechten en plichten worden nader uitgewerkt in tweezijdige
algemene voorwaarden; Het recht op kwaliteit en veiligheid wordt nader uitgewerkt in
standaarden en protocollen of richtlijnen; Zorgaanbieders zijn geregistreerd en leggen
verantwoordelijkheid af voor hun prestaties en verrichtingen; De IGZ ziet er op toe dat
normen in de wet worden nageleefd.
Het bouwregime voor de geestelijke gezondheidszorg gaat afgeschaft worden. De NZa krijgt
de taak tot toezicht op het behoud van vermogen voor zorg bij haar reguliere toezicht op de
vermogenspositie van instellingen. Er zijn diverse registraties rond een instelling van BIG tot
aan de kamer van koophandel etc. In de basis registratie zal informatie komen te staan over
wie waar welke zorg verleent, zodat cliënten en toezichthouders weten waar welke zorg wordt
verricht. De wet van toelating wordt vervangen door het uitgebreidere recht om een instelling
(tijdelijk) te kunnen sluiten op grond van de Kwaliteitswet.
Regeldruk: administratieve lasten voor zorgaanbieders. Als zorgaanbieders meer transparant
zijn over de prestaties die zij leveren en cliënten voldoende informatie geven via inspraak of
via de klachtenregeling, kunnen zij ook meer vrijheden krijgen om de zorg te verlenen. Dit
betekent een verschuiving in de administratieve lasten van het verstrekken van informatie
vooraf naar het leveren van inzicht in prestaties achteraf (aan de Raad van Toezicht etc.) en
als zodanig een verlichting. Ook de jaarverslagen zullen in de nieuwe wetgeving worden
vereenvoudigd. Hier staat tegen over dat op basis van de Wet marktordening gezondheids-
informatie over de kwaliteit van prestaties en diensten openbaar wordt gemaakt:
transparantie over prestaties bestuur en bedrijfsvoering. Het recht van de patiënt omvat ook
het recht op informatie over de behandeling van specifieke aandoeningen, klantervaringen en
wachttijden.
Regeldruk: inhoudelijke nalevingskosten voor zorgaanbieders. Het recht op informatie,
toestemming en dossier4voming zal naast de cure ook gaan gelden in de care.
49
(De rechten van de patiënt waren voorheen slechts een afgeleide van de zorgverplichting)
50
(De ernstige kwesties blijven achter (onaangeroerd?) in het niemandsland van de rechten
van de patiënt?)
16
17. Om te zorgen dat cliënten informatie, toestemming, en een dossier kunnen afdwingen, wordt
het recht vastgelegd dat het zorgplan net als in de cure met de cliënt wordt afgestemd.
De noodzaak en de urgentie om tot deze verbreding van wetten te komen wordt ondersteund
door de zorgaanbieders. De centrale cliëntenraad is nog niet verplicht. Onder de nieuwe
wetgeving zal die plicht voor de eerstelijns hulp vervallen, maar zij dienen zich dan wel aan te
sluiten bij een externe onafhankelijke commissie. Hoe dit per saldo uitpakt is afhankelijk van
de vormgeving en de inbedding van de externe commissies.
Versterking rechtspositie: publiek toezicht op alle zeven thema s van het recht op goede zorg.
De wettelijke normen hebben de kwaliteit van zorg als doel, het voorstel bevat recht op goede
zorg in al zijn facetten 51
Goed intern toezicht en horizontale verantwoording. Het bestuur en het interne toezicht van
een zorginstelling zijn integraal verantwoordelijk voor het leveren van goede zorg. Cliënten
worden betrokken bij besluiten die hun in gevolg in de levensfeer raakt, en hun klachten en
geschillen moeten laagdrempelig effectief afgehandeld worden. Prestaties worden inzichtelijk
gemaakt en cliënten en zorgverzekeraars kunnen op basis van die informatie beter hun
keuzes maken. Zorginstellingen zijn transparant en leggen hiervoor jaarlijks verantwoording
af in een jaardocument. Voor het recht op medezeggenschap legt de zorginstelling vast op
wat voor wijze deze is voorzien, waarbij cliënten zelf door middel van de Landelijke commissie
van vertrouwenspersonen er op toezien. Hiermee worden extra toezichtlasten voor
zorgaanbieders voorkomen. Ook in de huidige wetgeving heeft de IGZ geen taak bij het
toezicht en verantwoording over medezeggenschap voor cliënten.
Slagvaardig toezicht door de overheid. Goed toezicht op de naleving van de normen voor
goede zorg is het sluitstuk op de werking van het interne toezicht. De IGZ ziet toe op de
kwaliteit en de veiligheid van de zorgverlening, en zal verantwoordelijk zijn voor het bepalen
van kwaliteitsindicatoren. Dit is essentieel voor het verkrijgen van inzicht in de kwaliteit van
de zorg. Nieuw is dat het IGZ het naleven van cliëntenrechten door zorginstellingen gaat
handhaven. Het IGZ zak bezien of het interne inzicht en de horizontale verantwoording ook
effect gaan hebben op de kwaliteit van de zorg. Het IGZ bepaalt op basis van informatie over
prestaties en aan de hand van signalen die binnenkomen van cliënten uit de praktijk van
geschillencommissies welke zorginstelling zij nader gaan inspecteren. Indien blijkt dat een
zorgaanbieder de norm in verantwoorde zorg schendt kan zij haar instrumentarium inzetten
en ingrijpen. De IGZ kan met haar instrumentarium ook afdwingen dat zorgaanbieders
passende maatregelen treffen richting individuele werkers in de zorg die niet naar wens
functioneren.
De NZa kijkt naar de openbaarheid van informatie over de prestaties van zorgaanbieders en
verzekeraars om vanuit het algemeen consumentenbelang op de werking van de zorg- en
zorgverzekeringsmarkt te kunnen toezien, en zo nodig te interveniëren. De overheid stelt voor
om ook het toezicht op het verbod op het voeren van een winstoogmerk in de zorg en het
bewaken van het vermogen voor de zorg (nu nog IGZ) ook onder de NZa te plaatsen.
De geprotocolleerde samenwerking tussen NZa en IGZ garandeert zorgverleners dat de
benodigde informatie maar één keer wordt opgevraagd, en dat de bevoegdheden ten aanzien
van het afdwingen van transparantie in samenhang worden ingezet. De IGZ en de NZa
moeten naast elkaar gaan functioneren als toezichthouders in de zorg. De IGZ gaat toezien
op de transparantie van de kwaliteit van de geboden zorg, en de NZa gaat toezien op de
kwaliteit van die transparantie. (Einde samenvatting MC-U-2852129 zeven patiëntenrechten.)
51
De wettelijke normen hebben de kwaliteit van zorg als doel, (en het in acht nemen van de
veiligheid in medisch handelen). Het voorstel bevat recht op goede zorg in al zijn facetten met
uitzondering van strafrechtelijke vervolging van medisch oneigenlijk handelen. Een wet zonder
omschreven handhavinggaranties (strafbaarstelling op normoverschrijding) is onmachtig).
17
18. (Nawoord:
Voorheen waren de rechten van de Patiënt een afgeleide van de zorgverplichting. Het
afdwingen van het recht van de patiënt werd juridisch een enorme omweg, men moest eerst
aantonen dat er niet aan de zorgverplichting was voldaan. Nu zijn er zeven rechten (als
voorstel) ter verdediging van de positie van de patiënt als zorgconsument:
1 Het recht op beschikbare en bereikbare zorg
2 Het recht op keuze en keuze-infomatie
3 Het recht op kwaliteit en veiligheid
4 Het recht op informatie, toestemming, dossiervorming en privacy
5 Het recht op afstemming tussen zorgverleners
6 Het recht op een effectieve, laagdrempelige klacht- en geschillenbehandeling
7 Het recht op medezeggenschap en goed bestuur
De omschreven rechten leiden tot een wet. Een wet hoort nageleefd worden. De vraag is hoe
dit dan gedaan kan worden. In de opstelling van de zeven rechten is helder het beginsel tot
handhaving omschreven, vervolgens behoeft het stelsel ook een serieus sanctieapparaat ter
bewaking en garantie van de omschreven norm. Normoverschrijdingen (ernstige) worden
normaliter volgens de wijze omschreven in het wetboek van Strafvordering beoordeeld en
vervolgens volgens het wetboek van strafrecht correctioneel gesanctioneerd. Ik denk dat
enige reserve in medische kwesties op zijn plaats is, maar ernstig verwijtbare handelingen
zoals bewust ernstige veronachtzaming/verzaking in functie en misbruik in functie weldegelijk
strafrechtelijk vervolgd dienen te worden. De wet is hiertoe immers ingericht.
De minister van Justitie heeft expliciet te kennen gegeven, dat de minister medische
oneigenlijkheden voorlopig nog steeds niet vervolgbaar wil stellen. En dat is de ziektebron in
de problematiek. De medische wetgeving volgt na de grondwet en het burgerlijk wetboek, en
zij zou deze voorgaande wetten moeten respecteren. Mijns inziens is de minister zelf
oneigenlijk in functie bezig en zou daar op aangesproken mogen worden. Op zich voldoen de
bestaande wetten al, bij voorkeur met een toe te voegen expliciete formulering van de
rechten van de patiënt, mits ze ook nageleefd worden.
In het openbaarstellen van de informatie voor zorgconsumenten zal een eigen onafhankelijk
privaat apparaat nodig blijven, zolang de overheid (in het grondwettelijk recht op een
bescherming van de burger voor alle partijen zonder discriminatie in de positie van de
zorgconsument ten opzichte van de zorgaanbieder en diens verzekeraar binnenkaders het
grondwettelijk garanderen van een deugdelijke gezondheidszorg) haar verantwoordelijkheid in
een verder gaande privatisering op micro-niveau niet draagt. Ik denk dat daarom private
belangenorganisaties zoals onder andere Dimitri noodzakelijk blijven om de belangen van
cliënten op micro-niveau (persoonlijke schaal) te blijven bewaken, omdat het beeld wat op
macro-niveau over de zorg in de praktijk wordt geschetst ernstige kwesties niet aanroert.
Terwijl de behandeling van ernstige kwesties eigenlijk de graadmeter zouden kunnen zijn over
de functionaliteit in effect van een systeem inclusief zijn rechtsapparaat, worden deze juist
eerder veronachtzaamd. (In statistiekberekeningen worden grove uitschieters er uit gefilterd,
maar in de beoordeling van een functionaliteit zouden deze juist extra aandacht behoeven.)
Er is meer integriteit nodig, daar is geen wet voor op te stellen, dat moeten de mensen zelf
doen. Als de wet niet wordt nageleefd mag het individu in uiterste consequentie zelf wet gaan
stellen, hetgeen de wederzijdse maatschappelijke wetteloosheid weer verder zal bevorderen.
Het niet bewaken van de inachtneming van de wet zal de staat op termijn in verval brengen.
Met dank voor uw aandacht, Siegfried van Hoek.
18
19. ENKELE VAN MIJN BRONNEN:
http://www.minvws.nl/kamerstukken/mc/2008/programma-zeven-rechten-voor-de-client-in-de-
zorg-investeren-in-de-zorgrelatie.asp
http://knmg.artsennet.nl/Actueel/Nieuwsartikel/Nieuw-KNMGproject-Randvoorwaarden-Veilig-
melden.htm
http://knmg.artsennet.nl/web/file?uuid=5e9de343-e1d9-4f3d-9e9b-
811bf82da2b6&owner=1241e94e-4d67-4f1d-b812-dff169c48acb
http://www.site-supply.nl/loc-lpr/zorg_behandeling/geestelijke_gezondheidszorg/loc_lpr
http://www.npcf.nl/?id=51, www.dimitri.nu, www.nevemedis.nl, www.sin-nl.org
http://www.trouw.nl/nieuws/zorg/
Enige eigen geschriften:
http://www.mensenrechten.org/opinie.php?oid=14
http://www.dimitri.nu/site/index.php?option=com_content&task=view&id=5823&Itemid=67
http://www.wanttoknow.nl/gezondheid/farmaceuten-krijgen-juridische-opdoffer-in-de-vs/
19