2. Aanleiding Meer lezen, beter in taal Voor scholen heeft het bevorderen van de taalontwikkeling een hoge prioriteit. Scholen investeren in gericht woordenschatonderwijs, maar realiseren zich vaak niet dat dit onvoldoende is om een grote achterstand weg te werken. Vrij lezen, op school en thuis, heeft een bewezen positief effect op begrijpend lezen, woordenschat (uitbreiden, consolideren, verdiepen), schrijfstijl, spelling en kennis van grammatica. Leerlingen die een kwartier per dag lezen kunnen hun woordenschat uitbreiden met 1000 woorden per jaar. De bibliotheek en de school kunnen samen de resultaten voor taal verbeteren door kinderen te stimuleren om meer te lezen, op school en thuis. Door: actuele en gevarieerde collecties, aanwezigheid van een bibliothecaris, afspraken over samenwerking, boekactiviteiten in alle klassen, tijd voor lezen en lenen op het rooster. De school en de bibliotheek houden ieder hun eigen resultaten bij: de school volgt de leerresultaten, de bibliotheek het leen- en leesgedrag. De resultaten worden regelmatig gezamenlijk geëvalueerd (opbrengstgericht werken).
3. De ideale situatie De basis van de doorgaande lijn groep 1-8 vrij lezen staat dagelijks op het rooster (groep 1/2: interactief voorlezen) er is voor het vrij lezen een ruime keuze aan boeken, tijdschriften etc. beschikbaar de kinderen mogen boeken van school mee naar huis nemen alle kinderen bezoeken regelmatig de (school)bibliotheek de leerkracht stimuleert het lezen thuis (bijvoorbeeld door hierover met ouders te praten tijdens 10-minutengesprekken en rapportbesprekingen) de leerkracht stimuleert bibliotheekbezoek van (ouders met) kinderen de leerkracht is zelf een enthousiaste lezer en brengt dit enthousiasme over op de kinderen, ouders en collega’s de school stimuleert het bezit van boeken (bijvoorbeeld door boeken als prijs te geven bij wedstrijden, door informatie te geven over Leesleeuw of door samen te werken met de lokale boekhandel) de school heeft specifiek aandacht voor zwakke lezers (bijvoorbeeld door te zorgen voor een speciale collectie en gerichte begeleiding) en voor sterke lezers (bijvoorbeeld door een naschoolse leesclub te organiseren) de school heeft een leescoördinator met ten minste 3 taakuren per week
4. Rol van de bibliotheek maakt alle leerlingen lid adviseert over uitleen vanuit de school saneert de collectie van de school en zorgt zo nodig voor een deelcollectie voor zwakke lezers biedt leerkrachten een workshop leesbevordering aan stelt met de school een jaarprogramma op voor de levering van collecties en voor groepsbezoeken aan de bibliotheek beschrijft samen met de school per bouw de prioriteiten en doelen om deze situatie te bereiken ten aanzien van collectie, leerkrachthandelen en ouders