2. 2
Introductie : Een bijzondere ontmoeting...
Even voorstellen:
Mijn behanger
Ruud van de Berg
(geb. 27-12-1942)
Rudy bennett
The Motions
(1965)
3. 3
Introductie : Oud worden, het geheim?
Very successful 'Agers'
(1941) (1942)
Other 'Non Agers'
How they would have looked like today
What's the secret ?
The average Rock Star age of death:
42 years (USA), 35 years (Europe)
4. 4
Kernvragen
Wat is vergrijzing?
Op welke maatschappelijke ontwikkelingen
heeft Vergrijzing invloed?
Is Vergrijzing eigenlijk wel een probleem?
Blijven AOW en Zorg betaalbaar?
Kunnen we de Vergrijzing beheersen en sturen?
5. 5
Agenda
Vergrijzing : Wat is dat ?
De weersverwachting: collectieve financiën
Arbeidsmarkt, Arbeidsmobiliteit, Arbeidsparticipatie
Langer leven, Raakvlakken, Levensverwachting, AOW
Vergrijzing en Zorg
Internationaal toekomstperspectief
Conclusies, Maatregelen ter overweging
Stellingen & Discussie
6. 6
Vergrijzing: Wat is dat?
Gangbaar: Demografische ontwikkeling waarbij het aantal oude
mensen naar verhouding toeneemt.
Dynamische definitie; Wat is oud?; In verhouding tot wat?
Wanneer is men echt oud? Leeftijdssamenstelling 2007 NL
Onderzoek Veldkamp (2004)
Ouderen noemen 80 jaar of ouder
vaker 'echt oud'. dan jongeren. (X mln.)
8. 8
Vergrijzing: Bevolkingsontwikkeling Wereldwijd
Bevolkingsontwikkeling 1950-2050 ( x 1 mlrd)
1950 2007 2050
Afrika 0,22 8,8% 0,96 14,5% 2,00 21,7%
Azie 1,41 55,6% 4,03 60,4% 5,27 57,3%
Europa 0,55 21,6% 0,73 11,0% 0,66 7,2%
Zuid Amerika & Caraïben 0,17 6,6% 0,57 8,6% 0,77 8,4%
Noord Amerika 0,17 6,8% 0,34 5,1% 0,45 4,8%
Oceanië (Australië+) 0,01 0,5% 0,03 0,5% 0,05 0,5%
Wereld (totaal) 2,54 100% 6,67 100% 9,19 100%
Euro p a v e rs chro m p e lt o p w e re ld s cha a l!
N ie t A z ië (China )..... m a a r A frik a
is d e m o g ra fis ch k a m p io e n 'g ro e ie n'
W a t is o ud ?
- EU(2 7 ): O ud = 6 5 + o f 7 5 + (b ij w e rk e lo o s h e id )
- N L: 6 5 +
- UN : 6 0 + = 1 0 % b e v o lk ing : O ud = 6 0 +
14. 14
Vergrijzing : Toenemende demografische druk
Groep 0-20 jr Groep > 65 jr Groep 0-20 + > 65 jr
Groep 20-65 jr Groep 20-65 jr Groep 20-65 jr
15. 15
De weersverwachting....
Hoofdoorzaken
Uitgavenstijging
Sociale Zekerheid
Stijging AOW uitgaven
van 4,7% in 2008 naar
8,8% in 2040
Zorg
Uitgaven Zorg stijgen
van 8,7% in 2008 tot
13,1% in 2040
Zorg = AWBZ, ZVW, WMO
SZ = AOW,ANW,WW,Bijstand,AO
Diversen = Bestuur, Veiligheid, Defensie, rente,etc.
Bron: Ageing and the Sustainability of Dutch Public Finances (2006) & CEP 2008
16. 16
Arbeidsmarkt: Wie Werkt, Wie Niet?
Hoofdcategorie Categorie Aantal Subtot. Rest
Totale bevolking 16,4
NWVL = Niet werkend vanwege Leeftijd 4,1 12,3
- 0-15 jaar 3,0
- 75 jaar of ouder,niet werkend 1,1
W = Werkt 7,3 5,0
- 15-65jr, Werkt >12 u p/w 7,2
- Werkende 65+ 0,1
NWO= Niet Werkende Ouderen 65-75jr, niet werkend 1,2 1,2 3,8
NWMU = Niet Werkend Met uitkering 1,3 2,5
- Arbeidsongeschikt 0,8
- Bijstand 0,3
- WW 0,2
NWZU = Niet Werkend, Zonder Uitkering 15-65jr, niet werkend,<1 u p/w 2,5 2,5 0,0
Verklaring EBB onderzoek (2006)
Wil geen betaald werk > 12 u p/w 2,8
- Zorg gezin/huishouden 0,5
- School/studie 1,0
- VUT/Hoge leeftijd 0,4
- Ziekte/Arbeidsongeschikth 0,7
- Anders, incl. correctie 2006->2007 0,3
Wil wel betaald werk > 12 u p/w 1,0
- Kan niet beginnen binnen 2 weken 0,2
- Zoekt actief naar werk 0,4 Aantallen
- Zoekt niet actief 0,3 x 1 mln
Totaal 3,8
Bron: CBS & Enquête beroepsbevolking (EBB) onderzoek (2006)
17. 17
Arbeidsmarkt: Arbeidspotentieel
Arbeidspotentie (x 1 mln) Aantallen
NWO Niet Werkende Ouderen 65-75 jaar 1,2
NWMU Niet Werkend Met uitkering 1,3
NWZU Niet Werkend Zonder uitkering 2,5
Totaal 5
Overig Potentieel
Nederlanders die minder dan 12 uur per week werken : ca. 1 mln
Van de arbeidsongeschikten werkt 14% (81.000);waarom geen 30%?
Mantelzorg % Mantelzorgers naar leeftijd, 2005
- ca. 4,5 mln vrijwilligers, waarvan
ca. 1 Mln Mantelzorgers
(> 3 maanden en > 8 uur per week zorg aan een naaste)
- ca. 1/3 mantelzorgers is 45+
Realisatie van dit potentieel vraagt
ander beleid dan tot nog toe
Hoe kunnen we dit potentieel realiseren?
21. 21
Arbeidsmarkt: Personen, Banen, Productiviteit
Banen Arbeidsvolume Arbeidsvolume
Totaal Totaal Totaal % Per
werkzame werkzame Waarvan werkzame werkzame Loonkosten Arbeids-
personen personen Werknemers Waarvan Waarvan personen persoon Werknemers productiviteit
Jaar voltijd deeltijd
X 1 Mln X 1 Mln X 1Mln X € 1000 X € 1000 X € 1000
personen Banen arbeidsjaren
1988 6,3 6,7 5,6 3,5 2,1 5,3 83% 25,2 38
1998 7,7 8,3 7,0 4,0 3,0 6,3 81% 33,7 52
2005 8,3 8,8 7,5 3,8 3,7 6,5 79% 44,8 70
2006 8,4 8,9 7,6 3,8 3,8 6,6 79% 45,9 73
2007 8,6 9,2 7,8 3,9 3,9 6,8 78% 47,3 75
Spanning Voltijd/Deeltijd Stijging Toenemende
Meer banen Fifty-Fifty Parttime arbeids-
dan personen werken productiviteit
CPB: loonkosten stijgen dit jaar 4% , terwijl arbeidsproductiviteit slechts 1% toeneemt.
88% 97%
AWVN: 'Dat is gevaarlijk' ( Van der Steen)
22. 22
Arbeidsmarkt: Uurloon naar leeftijd
Verdiende uurloon w erknemers (2005)
30 22 23 24
20 21 18
21 19
20 16 17 16 18 18 18 14
10 10 10
10
0
Totaal M an Vrouw
15-25 jr 25-35 jr 35-45 jr 45-55 jr 55-65 jr 65-75 jr
Arbeidsproductiviteitsgroei
Relatie arbeidsproductiviteit en leeftijd?
We werken door tot het niet meer gaat?
Relatie loon - arbeidsproductiviteit?
Arbeidsproductiviteitsgroei neemt af
25. 25
Arbeidsmobiliteit : Dalende mobiliteit ouderen
Arbeidsmarktmobiliteit (2006) Acties
Niet Niet Bind jongeren langer aan bedrijf
Recent
recent Mobiel Stimuleer mobiliteit 45+
(<1 jr) (1-4 jr) (>4jr) Flexibiliseer arbeidscontracten
15-64 jr 14% 21% 66% Investeer in opleiding & ontwikkeling
45-54 jr 6% 12% 82%
Interne/externe job-rotation
55-64 jr 3% 7% 90% (20% mobiliteitsnorm?)
Overigens
Mobiliteitskans 35–44-jarigen > 4 x 55–64-jarigen Rol
Als een 45–64-jarige minder dan 24 uur werkt, dienstverlening
is de kans op mobiliteit 65% hoger dan als Arbo &
hij/zij meer dan 36 uur werkt Reïntegratie
Bij een flexibel dienstverband is de kans op ?
mobiliteit veel groter dan bij een vast dienstverband
Bron: CBS
26. 26
Arbeidsmobiliteit : De zaak zit op slot !
Diensttijd per leefijdsgroep
25 En verder.....
Gemiddelde leeftijd van stoppen
20
met werken = 62 jaar
15 65+ werkt ook :
- Leeftijdsgroep 65-70jr: 9%
10 - Leeftijdsgroep 70-74jr: 5%
5 Slechts 3% werkeloze 50+'ers
vindt binnen 1 jaar een baan
0 ('zelfstandig ondernemer')
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 Totaal
Man Vrouw
27. 27
Arbeidsmobiliteit: De klant spreekt.....
De werknemers:
75% wil maximaal tot zijn 65e werken
Bijna 40% wil voor 65 stoppen
Slechts 20% vindt doorwerken van
Nederlanders na 65 noodzakelijk
Ruim 80% geeft aan niet meer uren te willen
werken.
Krap 4% wil doorwerken na 65
Met doorwerkbonussen en
belastingvoordelen wil 14% wel doorwerken
na 65
De werkgevers:
Pensioenleeftijd 66 jaar
91% : langer werken moet mogelijk zijn
Werknemer is zelf verantwoordelijk voor langer
werken
Bron: Onderzoek Towers Perrin en Marketresponse (2008), 660 werknemers en 75 bedrijven
28. 28
Arbeidsmobiliteit : Onderzoek NEA (2007)
Doorwerken tot 65 jaar?
2005 2007
Wil Kan Wil Kan
Totaal 21% 40% 34% 41%
45-55jr 19% 38% 33% 45%
55-65jr 24% 45% 35% 50%
Toenemend aantal mensen
wil en kan werken
Verschil tussen 'willen' en
'kunnen' wordt kleiner
Bron: Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (ca. 23000 werknemers)
29. 29
Arbeidsmobiliteit : GedragsOnderzoek (AGO).
Belangrijkste redenen
om voor een werkgever te kiezen in 2005 (2003)
(Bron: Arbeidsmarktonderzoek AGO)
1. Salaris 61% (55%)
2. Werksfeer 59% (58%)
3. Vast contract 45% (38%)
4. Inhoud van het werk 42% (39%)
5. Uitdaging van het werk 37% (36%)
6. Goede sec. arbeidsvoorwaarden 28% (34%)
7. Doorgroeimogelijkheden 26% (29%)
8. Flexibele werktijden 25% (27%)
9. Makkelijk te bereiken 23% (23%)
10. Mogelijkheid om parttime te werken 19% (21%)
30. 30
Arbeidsmobiliteit : De gepensioneerden spreken.......
Wat drijft gepensioneerden om te blijven werken?
Niet
Neutraal Wel Belangrijk Ranking
Belangrijk
Geld 17 39 44
Sociale contacten 5 21 74 3
Nuttig bezig zijn 4 15 81 2
Verder ontwikkelen 29 46 25
Leuk/aard van het werk 1 9 90 1
Kennis & vaardigheden benutten 8 26 66 4
Betrokkenheid bij onderneming 9 34 57 5
Uitdaging 16 38 46
Waardering 21 45 34
Carrière 61 36 3
Loopbaanstap 65 30 5
Pensioen geeft onvoldoende voldoening 22 39 39
Meetellen in de maatschappij 21 34 45
Verveling 50 34 17
Bron: TNO Kwaliteit van Leven (2008)
31. 31
Arbeidsmobiliteit: Invloed Werkdruk?
Drukte huidige functie
veel te druk 5%
5%
Onderzoek Blauw / Randstad (2007)
16%
te druk 16%
20%
druk, maar niet te 34%
40%
druk 39% Toenemende werkdruk
in balans
27%
27%
52% werknemers, bijna
26% 3 mln werknemers,
rustig, maar niet te
3%
5% werkt structureel over
rustig (7 uur per week).
__________________
te rustig
ter vergelijking
veel te rustig
NEA onderzoek
11%
kan niet zeggen,
4% 2003/2006
wisselt sterk 4% Ca. 29% werkt over
weet niet
0% 10% 20% 30% 40% 50%
18 t/m 30 jaar (n=127) 31 t/m 45 jaar (n=377) 46 jaar en ouder (n=327)
32. 32
Arbeidsmobiliteit: Een kwestie van HR visie?
Ontwikkeling In-, Door- en Uit-stroomkosten personeel
Werkgever I
% Salaris
Geen actief IDU beleid
Totale kosten 75% Salaris
Werkgever II
Wel actief IDU beleid
Totale kosten 48% Salaris
IDU-Beleid > Leeftijdsbewust Personeelsbeleid
Het rendement van 1% p/j meer investeren in je personeel
33. 33
Langer Leven : Vergrijzing en Raakvlakken
Fina ncie e l
Pensioen, Levensverzekeringen (Lang Leven risico)
Zorg, Arbeidsongeschiktheid, Verzuim
AOW,ANW,AWBZ,WIA,WW,etc.
S o cia a l
Vrijwilligerswerk,Mantelzorg
Wonen, Verkeer,
Zieken-, Bejaardenhuizen,
Verzorgingshuizen
Be d rijfs le v e n / HR
Opleiding, Training, Mobiliteit
Arbo, Verzuim,Herplaatsing,
Management,etc.
37. 37
AOW : Ontwikkeling
1947 Noodwet Ouderdomsvoorziening (Drees): Sociale Voorziening
- Nederlandse mannen en ongehuwde vrouwen van 65 jaar of ouder
- Max. Fl. 1375 p/j. Overige inkomsten: Korten op de uitkering
1957: Invoering AOW : Verzekering
- Verplichte volksverzekering
- Omslagsysteem; Alle werkenden betalen premie;
- De uitkering is niet afhankelijk van de betaalde premie
- Mannen en ongehuwde vrouwen van 65 jaar of ouder
- Bodempensioen: als aanvulling op andere inkomsten
1962: Verhoging basispensioen met 15 procent
1965: Bodempensioen-principe wordt verlaten; AOW naar Sociaal Minimum
1974: AOW Welvaartsvast: Koppeling aan minimumloon
1985: Mannen en vrouwen krijgen zelfstandig recht op AOW
1987: Gelijke behandeling van gehuwden en ongehuwd samenwonenden
1998: Aanpassing financieringsstructuur AOW
- Invoering maximum premie AOW: 18,25%, (in 1999 e.v. op 17,9% gesteld)
- Invoering Spaarfonds AOW: financiering vanuit de algemene middelen
(fiscalisering AOW: Verzekeringskarakter onder druk: Staatspensioen?)
38. 38
AOW : Financiering, uitgangspunten
Lopende AOW Uitkeringen: Jaarlijkse financiering (omslag) d.m.v.
A. Premieheffing AOW (maximaal 18,25%, voorlopig bepaald op 17,9%)
B. Bijdrage in de Kosten van de Kortingen (BIKK) door SZW ter grootte van de gederfde
premie over de heffingskortingen (voortvloeiend uit belastingherziening 2001)
C. Eventuele aanvullende financiering door het Rijk
Jaarlijks aanvulling van een eventueel begroot tekort ( C = Uitkeringen – A – B ) uit
de algemene middelen (belastingen) t.l.v. SZW
Reserveren voor toekomstige vergrijzing d.m.v. Spaarfonds AOW (sinds 1998)
A. Doelstelling : € 3,2 mlrd (HFL 7 mlrd) fonds in 2020 t.b.v. Vergrijzingspiek daarna
B. Dotatie SZW: Jaarlijks € 0,68 mln + minimaal € 113 mln. p/j stijging
C. Jaarlijkse rentetoevoeging over het saldo van het Spaarfonds AOW (MvF)
Doelstellingen Spaarfonds AOW
Over een langere periode gelden reserveren om de AOW financiering in de toekomst,
in het licht van de toenemende vergrijzing zeker te stellen
Pas vanaf 2020 kan het Ouderdomsfonds een beroep doen op het Spaarfonds.
Vanaf dat jaar zullen opnamen ten laste van Spaarfonds, ceteris paribus, leiden tot een
navenante stijging van de overheidsschuld.
39. 39
AOW : Financiering lopen de AOW uitkeringen
Let's keep
things simple!
B elas ting herziening 2001
Verhoging premieplichtig inkomen (van 17.695 naar 27.009 euro)
Invoering heffing s kortingen (achteraf) i.p.v. belas tingvrije s ommen (vooraf)
S chommelende rijks bijdragen a.g.v. begrotings fouten (foute ins chattingen)
De B elas ting diens t kan inkomens heffing pas na vier jaar definitief vas ts tellen
40. 40
AOW : Premieheffing, Voorbeeld jaar 2007
A B C=A+B D E F=C+D+E G H I=F-G-H
Voorbeeld AOW 2007 Bruto Heffings- Netto BIKK Rijks- Totaal Uitkeringen Uitvoerings- Overschot
Heffing tekorten Heffing bijdrage financiering AOW kosten
Bedrag (X 1 Mlrd) 34,2 -16,4 18,2 2,9 5,5 26,6 25,2 0,1 1,3
In % premieplichtig 17,9% -8,6% 9,5% 1,5% 2,9% 13,9% 13,2% 0,1% 0,7%
Inkomen 2007 ad: 191
(1) (2) (3) (4) (5)
Heffingsperikelen
Heffingstekorten = Σ Gederfde Heffingsbijdrage + Overige naverrekeningen
Premiemisverstand
Werknemers betalen dus geen 17,9% AOW premie maar slechts 9,5% van het
premieplichtig inkomen (netto heffing)
I Fiscalisering AOW
4,4%, ofwel 32% van de 13,9% AOW financiering komt uit belastingheffing
II Koekje van eigen AOW deeg
Gepensioneerden met extra pensioen betalen dus al mee aan eigen AOW
AOW Financieringsmisverstand
De 'echte' AOW financiering bedraagt geen 17,9%, maar 13,9%
van het premieplichtig inkomen
EMU Hocus Pocus
Overschot wordt gebruikt voor vermindering EMU schuld
41. 41
AOW : Spaarfonds, De Opzet (1997/1998)
Doelstelling Spaarfonds omvang
Jaar 2010: HFL 4,5 Mlrd
Jaar 2020: HFL 7 Mlrd
42. 42
AOW : Spaarfonds AOW, Identiteit onthuld
MvF 2006: Misverstanden rond het AOW spaarfonds
Het aflossen van de nationale schuld is één van de mogelijke antwoorden op de uitdaging die de
vergrijzing stelt voor de overheidsfinanciën. De aflossing van de schuld leidt immers tot vrijvallende
rentelasten, die gebruikt kunnen worden voor de opvang van de vergrijzingkosten. Vanuit deze gedachte
is in de jaren negentig het zogenoemde AOW-spaarfonds ingesteld.
Economisch gezien is er geen verschil tussen het aanhouden van vermogen in de vorm van
overheidsobligaties in een fonds of het aflossen van de overheidsschuld met hetzelfde bedrag.
Om onnodige administratieve rompslomp te voorkomen, is er indertijd voor gekozen om de aflossing
van de overheidsschuld ten behoeve van de toekomstige betaalbaarheid van de AOW te boeken op het
AOW-spaarfonds.
Het AOW-spaarfonds bevat dus geen vermogenstitels, maar is een registratie van een op
specifieke titel afgeloste schuld. Sinds de oprichting van het fonds is 23 miljard euro staatsschuld
afgelost uit naam van het AOW-spaarfonds.
In de huidige situatie kan ten onrechte het beeld ontstaan dat het vergrijzingsprobleem is opgelost, als er
maar voldoende wordt afgedragen aan het AOW-spaarfonds. Dit is echter niet het geval.
Voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën is namelijk de totale ontwikkeling van de uitgaven en
ontvangsten van belang. Zonder extra bezuinigingen betekent een hogere afdracht aan het AOW-
spaarfonds simpelweg een hoger tekort op de rijksbegroting. Op de totale houdbaarheid heeft deze
storting geen effect. Het AOW spaarfonds biedt geen extra ruimte naast of bovenop normale
schuldaflossing
Bron: MvF, Advies van de Studiegroep Begrotingsruimte, 22-06-2006
43. 43
AOW : Spaarfonds AOW, Fata Morgana
Conclusie: Het Spaarfonds AOW ..,
is een papieren fonds (Flip de Kam)
is een Italiaanse overheidsboekhouding (Rob ten Wolde)
fictief opzij gelegde miljarden
is een boekhoudtruc (ANBO)
geeft een belangrijk psychologische effect (Jan van Zijl)
is een Fata Morgana (Wim Boonstra)
Internationaal
Geen papieren begrotingsfondsen maar 'echte' fondsen
Belgie: Zilverfonds, ca. 15,5 mlrd
Ierland: Irish National Pensions Reserve Fund, ca. 15,5 mlrd,
(negatief rendement 17,3% eerste negen maanden 2008)
Frankrijk: Fond de Réserve pour les Retraites 2007, 34,5 mlrd
44. 44
AOW : Spaarfonds Quotes
De Toekomst van de AOW
Van Den Bosch, Van Eekelen, Petersen
Wil fondsvorming overigens zinvol zijn, dan is
een minimale eis dat structureel gezien het
rentepeil het inflatietempo overtreft, m. a. w. dat
er sprake is van een positieve reële rente
Source
Aan het slot van deze beschouwingen van financiering met behulp van fondsvorming
wordt opgemerkt dat ten aanzien van het al dan niet veiligstellen" van de
pensioenuitkeringen bedacht moet worden dat - ongeacht via welk stelsel de
ouderdomspensioenen worden gefinancierd - te allen tijde deze pensioenen ten laste
komen van de lopende productie. Dit geldt niet alleen voor het omslagstelsel, maar
evenzo voor stelsels die op fondsvorming zijn gebaseerd.
Een en ander betekenis derhalve dal hel “veiligstellen" van pensioenuitkeringen,
overigens niet alleen om deze reden, een relatief begrip blijft.
Ongelukkigerwijze is
de afgelopen jaren de staatsschuld niet
gedaald en wordt de doelstelling van het
AOW-fonds niet waargemaakt.
J.B. Kuné
45. 45
AOW : De werkelijke kostenontwikkeling
( € 1 mln) AOW-Lasten, BBP en EMU Schuld ontwikkeling
Jaar 1995 2000 2005 2006 2007 2008 P 2009 P
BBP (Geharmoniseerd) 305.261 417.960 513.407 539.929 567.066 593.210 621.920
Spaarfonds AOW 0 7.035 23.010 26.943 31.140 35.630 40.435
EMU-Schuld 232.233 224.765 266.060 256.109 253.374 249.673 246.426
EMU-Schuld-quote
- Normaal 76% 54% 52% 47% 45% 42% 40%
- Excl. AOW-Spaarfonds 76% 55% 56% 52% 50% 48% 46%
AOW-Uitkering 15.180 19.098 23.369 24.169 25.198 26.480 27.653
AOW in % BBP 5% 5% 5% 4% 4% 4% 4%
Doelstelling: AOW financieren t.l.v. Staatsschuld,
wordt niet gehaald!
Staatsschuld zal nog zelfs verder oplopen
(Krediet Crisis)
AOW-Uitkeringslast (% BBP) daalt zelfs
van 5% naar 4%, dus...
Het valt allemaal wel mee
als we het BBP maar kunnen laten groeien
46. 46
AOW : Helaas....
Het valt allemaal niet mee....
bij ongewijzigd beleid
Jaar 2020 2040 2060 2100
AOW Lasten ( % BBP ) 6,60% 8,80% 7,80% 8,20%
EMU-Schuld ( % BBP ) 41,00% 74,50% 126,40% 213,30%
De Nederlandse overheidsfinanciën zijn – bij ongewijzigd beleid- op de langere
termijn niet “houdbaar”.
Structureel geven we met elkaar meer uit dan we binnenkrijgen.
De Nederlandse EMU Schuld loopt op EMU Schuld (% BBP)
2005 2006 2007
Belgie 92,1 87,8 83,9
Duitsland 67,8 67,6 65,1
Frankrijk 66,4 63,6 63,9
Luxemburg 6,1 6,6 7,0
Nederland 51,8 47,4 45,7
Italie 105,9 106,9 104,1
Spanje 43,0 39,6 36,2
UK 42,3 43,4 44,2
US 64,4 64,7 65,5
47. 47
AOW : Statische koopkracht ontwikkeling
Statische
koopkracht
is sinds
1965
verdubbeld
Statische koopkracht
De verandering van het nominaal beschikbaar inkomen van een
huishouden in een jaar vergeleken met een identiek huishouden
in een ander jaar, gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling
Dynamische koopkracht (incl. periodieken, promoties e.d.)
Dynamische koopkrachtverbetering periode 1990-2005
- Werkenden 2,4% p/j
- Gepensioneerde 0,6% p/j Bron: Paul de Beer
48. 48
AOW : Inkomensontwikkeling t.o.v. Modaal
35000 Inkomensontwikkeling AOW/BMI 1989-2008
167%
30000
AOW
25000 Welvaartsvast?
100%
20000
194%
15000
100% 184%
10000
100%
5000
0
1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007
1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008
AOW Gehuwden AOW Bruto Modaal
Ongehuwden Inkomen
AOW-pensioen en de netto Anw-uitkering zijn gekoppeld aan het netto
minimumloon
Sinds 2004 wordt het minimumloon (onder condities) geïndexeerd met de
gewogen gemiddelde stijging van de regelingslonen “Grote CAO’s”
49. 49
AOW : De toekomst...
Uitstel AOW leeftijd
- Donner: 70 jaar?; Bakker: 65 -> 67 geleidelijk; Wientjes: 65 -> 67 direct
Financiering AOW & Welvaartsvastheidsgarantie
2011: premieheffing AOW bij 65-plussers met extra pensioen
die eerder stoppen met werken ( Coalitieakkoord 2007)
Flexibilisering AOW
- Individualisering AOW
> 2015 AOW Toeslag 'jongere partner' vervalt ( AOW-gat)
> Hoogleraar later met pensioen dan bouwvakker?
- Bonus: 5% extra per jaar uitstel tot 70 jaar
30000
25000
20000
Traditioneel
15000 Donner Sigaren uit eigen doos, klappen
10000 Op de Bank
Beter 1 vogel in de hand..
5000
Hoog/Laag behoefte
0
65 66 67 68 69 70 71 72 73..
50. 50
AOW : Scenario's & Keuzes I
In principe : Vier AOW basis scenario's
1. Beperken AOW wordt bijstandsvoorziening op termijn Einde AOW
2. Uitstellen Doet pijn, maar dwingt tot handelen/nadenken AOW blijft & niet duurder
3. Financieren Lost niets op, legt onnodige belastingdruk AOW duurder
4. Dynamiseren (Donner 65-70 Plan), Lost niets op, Complexer AOW duurder
Kies één duidelijk AOW toekomstscenario, geen vier !
AOW moet simpele basisvoorziening blijven
- Complexiteit en kosten uitvoering laag houden
- Als pijler 1,2 èn 3 flexibel worden, raakt de consument het overzicht kwijt
Individuele dynamisering of flexibilisering AOW is onnodig
duur en lost het vergrijzingsprobleem niet op
Stop extra AOW financiering (Bos-Belasting van 'AOW-ers met extra pensioen')
51. 51
AOW : Scenario's & Keuzes II
AOW Wettekst
'Verplichte verzekering tegen geldelijke gevolgen van ouderdom'
Ouderdom is in de tijd gezien een relatief begrip
In 1957 was iemand van 65 oud, anno 2008 is iemand van 75 pas oud
1. Langer leven betekent dus op latere leeftijd pas 'oud' zijn
2. 'Op later leeftijd pas oud zijn' betekent dus volgens de huidige wettekst
'op latere leeftijd met pensioen gaan'
Oplossing
Koppel de Pensioenleeftijd AOW aan de maatschappelijke ontwikkeling
en het financieel (demografisch) draagvermogen:
- Vast % aandeel ouderen in de maatschappij is 'oud' en heeft recht op AOW
Alleen de X% oudsten krijgt AOW.
- Trek AOW Pensioenleeftijd in fases op naar ca. 70 jaar
- Schaf 'pensioenleeftijd 65' in CAO's af Hoeveel % van
- Maak deeltijdpensioen vanaf leeftijd 55 werken mogelijk de bevolking
kreeg AOW in
- Stimuleer en faciliteer werken tot 70 jaar 1957?
52. 52
AOW : Nieuw scenario,Pensioenleeftijd koppelen?
Koppelen aan wat? Jaar
1957 1988 2008 2040
Aandeel 65+ : [ 65+ ] / [ Gehele bevolking ] 9% 13% 15% 26%
Grijze druk : [ 65+ ] / [ 20-65 ] 16% 21% 24% 51%
Pensioenleeftijd
1. Aandeel 65+ in 1956 constant ( 9% ) 65
2. Aandeel 65+ in 2008 constant ( 15% )
3. Grijze druk * 1956 constant ( 16% ) 65
4. Grijze druk * 2008 constant ( 24% )
Conclusies
Huidige scenario's kabinet
beteugelen vergrijzing niet
AOW is verworden tot ASW
(Algemene Senioren Wet)
Pensioenleeftijd moet fors en
snel omhoog ( 74 jaar) !
54. 54
Vergrijzing en Zorg : NL internationaal vergeleken
Health expenditure ( % GDP ) selected OECD countries 2006
Total health % GDP
Total Public Private
US 15,3 7,0 8,3
CH 11,3 6,8 4,5
BE 10,4 7,2 2,7
NL 9,3 7,6 1,7
Gemiddeld OECD : 8,9% Zorg uitgaven
GDP:Gross
Nederland : 9,3% o.b.v. 'System of Health Accounts definitie' Domestic Product
(excl. o.a. AWBZ, Verzorgingstehuizen, thuiszorg, etc) = BBP
Accent ligt in Nederland op Publieke Zorg
Bron: OECD (2008)
55. 55
Vergrijzing en Zorg : Ontwikkeling Zorguitgaven
Ontwikkeling Zorg uitgaven (%BBP)
Jaar
Definitie 2004 2005 2006
Zorgrekeningen 13,4 13,5 13,6
SHA 9,1 9,3 9,4
Toelichting / Aanvulling
Periode 1994-1999: stijging zorguitgaven 5,1% per jaar
Periode: 1999-2003: 9,7% (gemiddeld)
Oorzaak vnl. prijs- en loonontwikkelingen.
Daarnaast volume groei (van 2,3 naar 4,0%)
Vergrijzing: Beperkte invloed op zorgvolume, ca. 1%
Toename levensverwachting leidt tot uitstel van kosten
Preventie: Dalende kosten voor gedragsgerelateerde ziekten worden
gecompenseerd door hoge kosten voor ouderdomskwalen.
56. 56
Vergrijzing en Zorg : Zorgkosten Leeftijdsafhankelijk
Gemiddelde zorgkosten (€) naar leeftijd (2005;RIVM)
Zorgkosten per
inwoner nemen fors
toe met de leeftijd
Kosten worden met
name gemaakt in het
laatste levensjaar
De toenemende
levensverwachting
leidt tot uitstel van
zorgkosten
(Bron: Poos et al., 2008.)
57. 57
Vergrijzing en Zorg : Samenstelling Zorgkosten
Gemiddelde kosten per individu
Mannen Vrouwen
Met de leeftijd toenemende kosten voor
ziekenhuiszorg ,thuiszorg en intramurale zorg
Kosten vrouwen stijgen harder dan die van mannen
(langere levensverwachting, alleenstaand)
RIVM: L evens loop en zorg kos ten (2008)
58. 58
Vergrijzing en Zorg : Kosten laatste levensfase
Gemiddelde ziekenhuiszorgkosten per individu
Toenemende
kosten in de
laatste
levensfase
RIVM: L evens loop en zorg kos ten (2008)
59. 59
Vergrijzing en Zorg : Daly's naar Leeftijd
Ziektelast (DALY’s per 1.000 personen) naar leeftijd en aandoening
Overige ziekten
o.a. diabetes mellitus, astma en
COPD, gezichts- en gehoor-
stoornissen
Disability-Adjusted Life-Years
(DALY's; spreek uit als 'dallies').
Een DALY staat voor 1 gezond of normaal
levensjaar dat iemand als gevolg van een
minder goede gezondheid verliest.
Bron: RIVM, Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2006
60. 60
Vergrijzing en Zorg : Veroorzakers & Preventie
Roken
- Groot aantal overlijdensgevallen a.g.v. een rookgerelateerde aandoening
- Is de belangrijkste oorzaak van : Longkanker;
- Maar ook van: coronaire hartziekten, COPD en beroerte
- En zeker: versterkt door de onder jongeren toenemende 'ongezonde leefstijl'
Diabetes
- Diabetes mellitus: Ruim ca. 75.000 geregistreerd; Omvang geschat: 0,6 mln
- Lage sterfte aan diabetes komt door toeschrijven aan andere doodsoorzaken
Preventie
Slechts ca. 1,5% van de totale zorguitgaven wordt besteed
aan preventie binnen de gezondheidszorg.
Acties gericht op: Gemiddelde uitgaven per inwoner
- stoppen met of voorkomen van roken naar leeftijd (2003)
- bevorderen van lichamelijke activiteit
- gezonde leefstijl, gezonde voeding
Zorgkosten 2003 (x 1 mlrd) 57,5
Waarvan ziekte 47,4 100%
- Psychische stoornissen 12,7 27%
- Hartvaatstelsel 5,3 11%
- Spijsverteringsstelsel 4,6 10%
- Symptomen, onvol. Omschreven 4,2 9%
- Bewegingsstelsel, bindweefsel 3,9 8%
- Rest 16,7 35%
61. 61
Vergrijzing en Zorg : Voorbeeld Diabetes
Oorzaken obesitas
- Energie-inname hoger dan verbruik
- Omgeving, leefstijl
Gevolgen obesitas
- Afname levensduur: 0,8 jaar
- Hartproblemen, suikerziekte, kanker e.d.
(Olshansky et al., 2005)
- 2% van de zorgkosten
- 2x zo veel verzuimen
- 10% verlies productiviteit door ziekteverzuim
- € 2 miljard verlies (verzuim, arbeidsjaren, uitkeringen)
(RVZ, 2002; GBW, 2001;Vischer 200; TNO, 2006)
- Arbeidsongeschiktheid: 1,5 - 2x hoger
Bron: CBS, F. Spikmans: Voeding &
Dietetiek
62. 62
Vergrijzing en Zorg : Diabetes zelfrapportage
Zelfgerapporteerd onder- en overgewicht (CBS;2008)
2000 2006 2007
Totaal Matig Ernstig Totaal Matig Ernstig Totaal Matig Ernstig
Mannen 48% 39% 9% 51% 41% 10% 51% 41% 10%
Vrouwen 40% 30% 10% 42% 29% 13% 40% 28% 12%
70%
Ernstig overwicht (BMI>30)
60% 10% mannen
12% vrouwen
50%
40% Overwicht (25<BMI<30)
51% mannen
30% 40% vrouwen
20%
Overgewicht tot 75 jaar neemt
10% toe met de leeftijd
0%
18-25 jr 25-35 jr 35-45 jr 45-55 jr 55-65 jr 65-75 jr >75 jr
64. 64
Vergrijzing en Zorg : AWBZ
Zorgkosten stijgen met
name door AWBZ
(leeftijd, volume)
Eigen bijdragen AWBZ
zullen stijgen
Conclusie
Extra pensioen(indexatie)
van 65-plussers zal
grotendeels opgaan aan
(AOW)belastingen en
AWBZ bijdragen
AWBZ Eigen bijdrage
Extramurale zorg (verpleging en verzorging)
Inkomensafhankelijk tarief bij benadering: € 1200 + (Jaarinkomen-21000)x 15%
Intramurale zorg
Tarief: 12,5 procent van het bijdrageplichtige inkomen met een minimum van € 138,60 en een
maximum van € 727,60 per maand.
De maximum eigen bijdrage op jaarbasis bedraagt € 1804,60 per maand
Bron: "Ageing and the Sustainability of Dutch Public Finances"
65. 65
Vergrijzing en Zorg : Conclusies
C onclus ies Verg rijzing en Zorg
De zorg kos ten zijn het hoog s t in de laats te levens jaren. We zullen tot een
afweg ing moeten komen m.b.t. de kos ten in het laats te levens jaar
Alleens taanden g ebruiken aanzienlijk meer zorg dan mens en die (nog )
een partner hebben.
De mees te ouderenzorg wordt bes teed aan vrouwen
Oorzaak: hog ere levens verwachting
Toekoms tig e s tijg ing van de levens verwachting van mannen en vrouwen
betekent een s terke toename van kos ten op de lang e termijn
E r moet nu en meer g eïnves teerd worden in preventie en Health beleid om
toekoms tig e kos ten te beteug elen
De huidig e AWB Z zorg zal s teeds meer g efinancierd worden door eig en
bijdrag en. E xtra pens ioen(indexatie) van 65-plus s ers zullen dus s teeds
meer opg aan aan eig en bijdrag en en (AOW)belas ting en.
Bron : RIVM “Levensloop en zorgkosten”(2008)
66. 66
Internationaal Perspectief : Eurobarometer
Thinking about your country in, let’s say, 20 years’ time, do you
1 strongly agree, 2 agree, 3 disagree, 4 strongly disagree with the following statement
Overall, in 20 years’ time, would you say that people’s lives in The Netherlands will be
better than today?
Bron: Flash Eurobarometer april 2008
67. 67
Internationaal Perspectief : Eurobarometer I
Thinking about your country in, let’s say, 20 years’ time, do you strongly agree,
agree, disagree orstrongly disagree with the following statements?
Bron: Flash Eurobarometer april 2008
70. 70
Conclusies
Effecten Vergrijzing
2008-2012: Beperkt, Arbeidsmarktspanning, toenemende 45+ werkloosheid
2008-2040
- Sterk stijgende kosten Zorg en AOW: Prijs, Volume, beperkt door vergrijzing
- Huidig Zorgstelsel leidt tot ongebreidelde vraag en zo tot forse kostenstijgingen
- AOW is verworden tot ASW (Algemene Senioren Wet)
AOW-leeftijd houdt geen gelijke tred met stijging levensverwachting
- Verdubbeling van Grijze Druk bij ongewijzigd beleid: Stijging AOW lasten
- Meer vraag dan aanbod op arbeidsmarkt (aantallen, kwaliteit, leeftijd)
- Beperkte arbeidsmobiliteit en verhoogde werkloosheid van 45+ werknemers
- Verouderd pensioenstelsel, Welvaartsvastheid kan niet meer gegarandeerd worden
- Internationale positie van Nederland t.o.v. E27 redelijk positief
Risico's
- Uiteindelijke kostenstijging AOW en Zorg is naast demografische factoren (= feit)
op termijn, sterk afhankelijk van de toekomstige macro economische ontwikkeling
- Belangrijke parameters als Inflatie, Rendement op aandelen & obligaties kunnen
niet op lange termijn ingeschat worden en zijn uiteindelijk zeer bepalend
- We zullen als samenleving moeten leren leven met risico's
Maatregelen
- Maatregelen baseren op verwachting middellange termijn (5 – 10 jaar)
- Maatregelen moeten wel NU genomen worden. Als we afwachten is het te laat.
71. 71
Conclusies : Maatregelen ter overweging I
AOW (1e pijler)
- Verhoog AOW leeftijd (65) getrapt (4 maanden per kalenderjaar) in 15 jaar naar 70 jaar
- Stop flexibilisering AOW
Pensioen (2e Pijler)
- Stimuleer en faciliteer deeltijdpensioen vanaf 55 jaar
Criterium bijvoorbeeld: minimaal 20 uur p/w tot 65 jaar en 10 uur p/w bij 65+
- Pas pensioen aan op primaire inkomensbehoefte:
Hoog deeltijdpensioen tot leeftijd 75, maximaliseren op Loongrens SZ vanaf 75
- Zekerheid en financiering verbeteren:
Beperk inflatierisico, bijvoorbeeld: Inflatie garanderen tot maximaal Loongrens SZ
Aanvullend Pensioen (3e pijler)
- Faciliteer aanvullend deeltijdpensioensparen (Levensloop)
- Subsidie (overheid, werkgevers) op deeltijdpensioensparen (Zilvervlootprincipe)
- Koppel deze subsidie aan 'preventief gezond gedrag'
Bijv.: Participatie Gezondheidsonderzoeken, Health Checks, RI&E, Mobiliteitsplan
72. 72
Conclusies : Maatregelen ter overweging II
Voltijd '55-Plus' werknemers: Langer, maar Minder werken
Faciliteer (arbeidsvoorwaarden, diensten) waar nodig (belasting versus capaciteit) tijdig
(preventief) dat voltijd werknemers vanaf 55 jaar minder en daardoor ook langer kunnen
blijven werken
Deeltijd '50-Min' werknemers: Meer werken
Stimuleer en faciliteer (o.a. fiscaal), voor deeltijd(<20 uur p/w) medewerkers jonger dan
50 jaar, uitbreiding van werktijd tot 20 uur per week.
Stimuleer Mobiliteit
- Formuleer eisen (normen) voor Leeftijdsbewust personeelsbeleid
- Stimuleer en faciliteer preventief in- en externe mobiliteit van werknemers
Bijvoorbeeld d.m.v. externe begeleiding en aanvullende financiering.
- Verplichte mobiliteitsscan op leeftijd 40 en 50 of na 10 jaar in dezelfde functie.
Innoveren Zorgdiensten
- Stimuleer (financieel, fiscaal) arbeidsparticipatie in Mantelzorg,
- Kinderopvang en Zorg door inzet van met name 55+ ers
73. 73
Conclusies : Maatregelen ter overweging III
Zorg
- Stel (financiële) limieten/condities aan jaarlijkse zorgkosten in basispakket
- Beperk basispakket tot absoluut minimum
- Leg relatie tussen 'gezond preventief gedrag' en 'recht op vergoeding'
Bijvoorbeeld: Bij niet deelname aan een nader gedefinieerd pakket preventie
(bevolkings)onderzoeken, wordt het basispakket beperkt tot 'passieve behandeling'
- Breidt de aanvullende verzekering uit o.b.v bonus/malus systeem
Health diensten leveranciers
- Ontwikkeling van branchebrede uniforme preventie-onderzoeken, health checks,etc.
- Ontwikkeling van een individuele vitaliteitsscan
- Ontwikkeling van mobiliteitsscans o.b.v. Belasting versus Belastbaarheid
(meten arbeidsvermogen, inzet Workability Index)
- Advies in- en externe mobiliteit, deeltijdpensioen (hoeveel uur, welk werk)
- Begeleiding en opvolging advies inclusief plaatsing ( “Mobiliteitsmakelaar” )
- Ontwikkeling kwantitatief Mobiliteits-beslissingsmodel voor wg-ers en wn-ers
- Ontwikkeling ziekte vroegsignaleringssystemen
74. 74
Conclusies : Maatregelen ter overweging IV
Werkgevers
- Definieer Leefijdsbewust PersoneelsBeleid (LBP) in organisatie
- Vertaal LPB in een beter rendement en gezonde hogere groei van de onderneming
(roep externe hulp in als dit onmogelijk lijkt)
- Schaf beloningsbeleid o.b.v. Ancieniteit of leeftijd af
- Voer beloningsbeleid o.b.v. Prestatie (toegevoegde waarde) en arbeidsvermogen in
- Regel In-, Door- en Uitstroom preventief en actief, o.b.v. een kostenanalyse
- Regel Pro-, RE- en DE-motie in arbeidsvoorwaarden en CAO's
- Geef Health diensten leveranciers een adviestaak tbv managers
en HR. Reken af o.b.v. performance.
- Faciliteer, beloon gezond gedrag en actieve opstelling
werknemers in benefit pakket
- Voer Mantelzorg vriendelijk personeelsbeleid in
- Geef de OR en vakbonden een actieve committerende, rol
- Voer met OR of bonden afgesproken maatregelen effectief door
Overheid
- AOW leeftijd fasegewijs optrekken naar leeftijd 70 jaar
- Schaf 'Pensioenleeftijd 65' in CAO's af
- Marktwerking (vraag/aanbod) Zorg versnellen
- Preventie stimuleren, faciliteren; Sociale partners meer betrekken in beleid
76. 76
Vergrijzing: Visie vertalen in actie...
2040
2009
We zullen de fruitboom van Sociale
Zekerheid en Zorg moeten snoeien om
een goede oogst te kunnen blijven
garanderen.
Nu ferm ingrijpen,
straks oogsten
Jos Berkemeijer
(2009)
Bron foto robot: Honda