Er wordt door werkgevers en (ex-)werknemers nogal eens geprocedeerd over het terugbetalen van studiekosten. Een wettelijke regeling ontbreekt echter. In de rechtspraak zijn gelukkig criteria ontwikkeld waaraan een studiekostenbeding moet voldoen.
De studiekostenregeling moet helder zijn geformuleerd en de verplichting tot terugbetaling moet zijn beperkt tot een bepaalde periode. Ook moet een glijdende schaal zijn toegepast, wat inhoudt dat de verplichting tot terugbetaling vermindert naarmate de tijd verstrijkt.
Stel dat uw werknemer de arbeidsovereenkomst opzegt in de proeftijd en dat u voor deze werknemer toch al studiekosten heeft gemaakt voor (het starten van) een opleiding.
Deze kwestie is in de rechtspraak aan de orde geweest. Het ging daarbij om een werknemer die op 1 april 2009 bij de werkgever in dienst is getreden. De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de duur van 18 maanden, met een proeftijd van één maand. In de arbeidsovereenkomst is een studiekostenbeding opgenomen, dat inhoudt dat, als de werknemer de arbeidsovereenkomst vóór 30 september 2010 opzegt, de studiekosten ter hoogte van maximaal € 13.000,- door hem moeten worden terugbetaald. In de periode na 30 september 2010 wordt het bedrag gehalveerd en nog weer later op nihil gesteld.
De werknemer heeft de arbeidsovereenkomst op 9 april 2009 opgezegd. Hij had ruzie gekregen met zijn echtgenote omdat hij te laat van het werk thuis kwam vanwege lange reistijden. De werkgever berust in de opzegging, maar stelt dat de werknemer de inmiddels gemaakte studiekosten wel terug moet betalen.
Werknemer stelt dat het voor risico van werkgever komt om studiekosten te maken terwijl de werknemer nog in zijn proeftijd zit. Daarnaast voert de werknemer aan dat het hanteren van een studiekostenbeding het karakter van een proeftijd frustreert. Als hij eerst € 13.000,- moet betalen om de arbeidsovereenkomst in de proeftijd op te zeggen, stelt dit recht weinig voor, aldus de werknemer. Naar het oordeel van de kantonrechter is het studiekostenbeding echter rechtsgeldig overeengekomen en geldt het beding ook tijdens de proeftijd.
Alleen in situaties waarin het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de werknemer de (volledige) kosten moet terugbetalen is dit anders. De rechter vindt dat hiervan in dit geval geen sprake is. Daarbij is van belang dat de reden voor de opzegging niet aan de werkgever verwijtbaar is, maar puur in de privésfeer van de werknemer ligt. De werknemer moet dan ook het bedrag van € 13.000,- terugbetalen.
De reden van de opzegging tijdens de proeftijd door de werknemer bepaalt hier of de werkgever onder bepaalde omstandigheden de studiekosten kan terugvorderen. Een helder geformuleerd beding dat aan de in de rechtspraak ontwikkelde criteria voldoet, helpt in ieder geval.
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Ontslagname tijdens proeftijd: terugbetalen studiekosten? | Boskamp en Willems advocaten
1. Ontslagname tijdens proeftijd: terugbetalen studiekosten?
Er wordt door werkgevers en (ex-)werknemers nogal eens geprocedeerd over het
terugbetalen van studiekosten. Een wettelijke regeling ontbreekt echter. In de
rechtspraak zijn gelukkig criteria ontwikkeld waaraan een studiekostenbeding
moet voldoen.
De studiekostenregeling moet helder zijn geformuleerd en de verplichting tot
terugbetaling moet zijn beperkt tot een bepaalde periode. Ook moet een glijdende
schaal zijn toegepast, wat inhoudt dat de verplichting tot terugbetaling vermindert
naarmate de tijd verstrijkt.
Stel dat uw werknemer de arbeidsovereenkomst opzegt in de proeftijd en dat u
voor deze werknemer toch al studiekosten heeft gemaakt voor (het starten van)
een opleiding.
Deze kwestie is in de rechtspraak aan de orde geweest. Het ging daarbij om een
werknemer die op 1 april 2009 bij de werkgever in dienst is getreden. De
arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de duur van 18 maanden, met een
proeftijd van één maand. In de arbeidsovereenkomst is een studiekostenbeding
opgenomen, dat inhoudt dat, als de werknemer de arbeidsovereenkomst vóór 30
september 2010 opzegt, de studiekosten ter hoogte van maximaal € 13.000,- door
hem moeten worden terugbetaald. In de periode na 30 september 2010 wordt het
bedrag gehalveerd en nog weer later op nihil gesteld.
De werknemer heeft de arbeidsovereenkomst op 9 april 2009 opgezegd. Hij had
ruzie gekregen met zijn echtgenote omdat hij te laat van het werk thuis kwam
vanwege lange reistijden. De werkgever berust in de opzegging, maar stelt dat de
werknemer de inmiddels gemaakte studiekosten wel terug moet betalen.
Werknemer stelt dat het voor risico van werkgever komt om studiekosten te
maken terwijl de werknemer nog in zijn proeftijd zit. Daarnaast voert de
werknemer aan dat het hanteren van een studiekostenbeding het karakter van een
proeftijd frustreert. Als hij eerst € 13.000,- moet betalen om de
arbeidsovereenkomst in de proeftijd op te zeggen, stelt dit recht weinig voor,
aldus de werknemer. Naar het oordeel van de kantonrechter is het
studiekostenbeding echter rechtsgeldig overeengekomen en geldt het beding ook
tijdens de proeftijd.
Alleen in situaties waarin het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid
onaanvaardbaar is dat de werknemer de (volledige) kosten moet terugbetalen is
dit anders. De rechter vindt dat hiervan in dit geval geen sprake is. Daarbij is van
belang dat de reden voor de opzegging niet aan de werkgever verwijtbaar is, maar
puur in de privésfeer van de werknemer ligt. De werknemer moet dan ook het
bedrag van € 13.000,- terugbetalen.
2. De reden van de opzegging tijdens de proeftijd door de werknemer bepaalt hier of
de werkgever onder bepaalde omstandigheden de studiekosten kan terugvorderen.
Een helder geformuleerd beding dat aan de in de rechtspraak ontwikkelde criteria
voldoet, helpt in ieder geval.
Boskamp & Willems Advocaten
- uw succes , onze uitdaging -
mr. M. (Marcel) Kokx
(Hoofd) Sectie Arbeidsrecht
Dr. Holtroplaan 42, Eindhoven
T 040-250 14 14
m.kokx@boskampwillems.nl
www.boskampwillems.nl