SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 66
Grote Jupiterachtige planeten, die
vlak om hun ster lopen. Kunnen
die zo wel blijven bestaan?

Reusachtige gasplaneten
en kleinere rotsplaneten
Ons planetenstelsel als voorbeeld;
er zijn blijkbaar twee soorten
planeten

Banen van de buitenplaneten

Voorbeeld: Jupiter en Saturnus;
grote gasbollen

Banen van de
binnenplaneten

Voorbeeld: Mercurius, steenachtig
zonder echte atmosfeer

Grote verschillen in omvang;
kleine binnen-, grote buitenplaneten

Omvang van
Zon, Jupiter, Aarde en Maan

De aardplaneten; steenachtig;
dunne of zelfs geen atmosfeer

De reuzenplaneet Jupiter:
grotendeels gasvormig

De ‘Rode vlek’ met zijn wervelende
omgeving bestaat al enkele eeuwen

1994: een stukgerukte
komeet plonst in Jupiter

De oorzaak: komeet Shoemaker-Levy-9
was al eerder door de aantrekking van
Jupiter in 21 stukken gerukt

Gasvormig met kleine rotsachtige
kern (volgt uit vergelijking omvang en massa)

 Jupiter en Saturnus zijn gasplaneten met een kleine
steenachtige kern; op hun afstand tot de zon bevriest
interstellair water het komt buiten de planeten dus
niet in dampvorm voor
 De buitenste planeten, Uranus en Neptunus zijn wat
kleiner, hebben geen steenachtige kern, maar ijs
komt er veel in voor; men zou ze ijsplaneten kunnen
noemen
 Wat dat betreft lijkt hun samenstelling op die van de
buitenste gordel van kleinere lichamen, zoals Pluto
De structuur van de
buitenplaneten

Ons planetenstelsel
Hoe zou het kunnen zijn ontstaan?

Bij de ster Bèta Pictoris werd een
vlakke gasschijf ontdekt

En later zelfs een planeet
Bèta Pictoris-b

Hoe het zou kunnen zijn
ontstaan – fase 1 –een samenkrimpende gaswolk

Tweede fase: platte schijf

Van protoplanetaire schijf tot
ster met planeten

Gebeurt het echt wel zo?
De ontdekkimg van protoplanetaire
schijven

Een proplyde in Orion
(proplyde = protoplanetaire schijf)

Proplyden in de Orion nevel

Nog meer proplyden Orion
is een befaamd broeinest voor het ontstaan van sterren

Protoplanetaire schijf in Orion op
zijn kant gezien (1500 lj)

Een merkwaardige
protoplanetaire schijf

Gecompliceerder: de
Vierkante nevel

 Het scenario (schijf-instabiliteit) is onderzocht met
theoretische modellen
 Het blijkt dat het groeiproces snel voortgaat
 Planeten zoals Jupiter kunnen in één of enkele
honderden miljoenen jaren ontstaan
 Wel blijkt baanmigratie op te zullen treden (vgl. onze
maan die ten gevolge van getijdenwerking steeds
verder van de aarde komt te lopen) – dit verklaart
gedeeltelijk de grote afstand van de grote
buitenplaneten tot de zon
Onderzoek van het groeiproces

De speurtocht naar
exoplaneten
Diverse methoden ontwikkeld

Ster en planeet lopen om het
gemeenschappelijke zwaartepunt

Eerste en meest doeltreffende methode:
meting radiële snelheid van ster

Ster verplaatst zich omdat een planeet om de ster loopt.
Slechts kleine snelheden. Voorbeeld: 51 Peg

De overgangsmethode (transit)

Zwaartekracht-lens methode

 De eerste exoplaneet werd ontdekt in 1995
 Op 2 september 2013 waren 942 exoplaneten ontdekt
 Meest grote planeten, dicht bij een ster: hete Jupiters
 Hier speelt een zeer sterk selectie-effect
 Voorbeeld: de aarde loopt met 20 km/s om het
zwaartepunt van aarde en zon; dus beweegt de zon
(300 000 maal meer massa) met 6 cm/sec om
datzelfde zwaartepunt; dat is nu nog niet te meten
 Een aardachtige planeet is dus moeilijk te ontdekken
Resultaten en beperkingen

 De aarde heeft een oppervlak dat 0,0001 dat van de
zon is.
 Met de transit methode gaat het ook niet: eenmaal
per jaar wordt de zonnestraling gedurende ruim een
uur met één-tienduizendste verzwakt
 De aarde straalt ongeveer miljoen maal minder licht
uit dan de zon
 Zoek vanuit een afstand van vele lichtjaren naar dat
zwak lichtende puntje naast de zon ….
En bovendien …

 Jupiter loop in 12 jaar om het zwaartepunt van het
planetenstelsel op een afstand van 5 maal aarde-zon. De
snelheid is ongeveer 15 km/sec
 De zon, met ongeveer 1000 maal meer massa, loopt dan
eenmaal in 12 jaar om het zwaartepunt met een snelheid
van 15 m/sec. Dit is marginaal te meten: de spectrale
golflengte verplaatsing is minder dan één op tien miljoen
 Eenmaal in 12 jaar wordt de zonnestraling gedurende ca.
drie uren met ca. 1% verzwakt
 Kortom: kleine kans
Zou een buitenaardse onderzoeker ooit
Jupiter kunnen ontdekken?

Enkele resultaten
Een willekeurige greep

CoRoT -1- 3b; massa 31,8 J ; straal 1,2 J;
periode 4,2d; Dopplermethode

OGLE – TR – 132b; massa 1,14 J; straal
1,18 J; periode 1,69 d; gravitatie-lens
methode

HAT-P-12-b; massa 0,21 J; straal 0,96 J;
periode 3,21 d; overgangsmethode

Kepler- 5-b; massa 2,11 J; straal 1,43 J;
periode 5,55 d; overgangsmethode

Samenvattend: Boven: de minimum
massa’s; onder: de halve grote baan-as

Vergelijk lengte baan-as met excentriciteit
(boven) en massa (AU = afstand aarde – zon)

Opbouw van de hete
Jupiters
We weten iets van de samenstelling dank
zij spectroscopisch onderzoek. Uit
theoretisch werk komt een summier
beeld van de opbouw te voorschijn

Hoe zo, spectroscopie? Een voorbeeld:
HD209458b (‘Osiris’) trok over de ster

In het spectrum van de ster verschenen
nieuwe lijnen


Spectroscopische analyse

 Tot dusverre pas onderzocht voor een hypothetische planeer
met een buitentemperatuur van 1250 K – zo’n planeet is
binnenin heter
 Bedenk dat H het meest voorkomt in het heelal: 90%
 De verschillende moleculen (vooral
NH3, H2O, N2, CO2, CH4, MgSiO3) condenseren op
verschillende hoogten – zo zullen wolken van verschillende
samenstelling op achtereenvolgende hoogten voorkomen.
Boven de Si-laag komen wolken voor van de andere genoemde
moleculen
 Dit alles hangt sterk af van de temperatuur van de planeet en
het verloop van de temperatuur over de diepte
 Dit onderzoek staat pas in het begin; veel zal volgen
Vermoedelijke opbouw

De stabiliteit van de hete
Jupiters
Kunnen ze wel blijven bestaan, zo dicht
bij die hete sterren?

 Waarom zien we kleine rotsplaneten op korte
afstand tot de zon en zien we de grote gasplanten op
grotere afstanden
 En equivalent daarmee: waarom komen de in het
Universum meest voorkomende gassen (H en
He, samen 99%) nauwelijks of niet voor op de
binnenplaneten en wel in de grote?
 Het klassieke antwoord was dan: het is de zon! Haar
(ultraviolette) straling en de zonnewind
Eerst: een klassieke vraag met
het klassieke antwoord

 De UV-straling van de zon splitst de moleculen in de
buitenlagen van een planeet in de afzonderlijke
atomen – indien de planeet niet te ver van de zon af
staat. Deze lichte atomen worden weggeblazen door
de zonnewind
 Dat geldt vooral voor het lichte waterstofmolecuul
 Zo gaat dat door tot de lichtste atomen en moleculen
van de planeet in de ruimte verdwenen zijn. Over
blijft de rotsachtige kern – zo wordt het bestaan van
de binnenplaneten verklaard; Jupiter staat te ver om
zo beïnvloedt te worden.
De ultraviolette straling

De zonnecorona –bron van de
zonnewind

Schets van de zonnewind

De zonnewind uit zich in kometen. Komeet
Hale-Bopp (1997) met de gas- en stof-staarten

Dit was/is de gangbare
theorie
Maar is hij wel juist? Een opzienbarende
ontwikkeling: het H3
+molecuul

 Waterstof en helium, die 99% uitmaken van het
planeetgas stralen nauwelijks de opgeslagen energie
uit
 Als de UV-straling van de zon sterker is dan een te
berekenen grenswaarde, kan dit de temperatuur van
de planeet zodanig verhogen dat de planeet zelfs
geheel verdampt.
 Bovendien: In de jeugd van zon en planeten was de
UV-straling van de zon wel honderd maal feller dan
nu het geval is. Zouden dan de Jupiters wel hebben
kunnen ontstaan? Zie de volgende tabel.
Hete Jupiters kunnen verdampen
door UV zonne-energie

In de ontstaansperiode van zon en
planeten was de UV-straling van de zon
ca. 100 maal sterker (laatste kolom: zie later)

Een schrikwekkend
voorbeeld: HD15671-b
 Massa = 3 × Jupiter. Straal = 0,964 × Jupiter. Loopt
om de ster vin 21,22 dagen.
 Zeer excentrische baan.
 Periastron afstand is slechts 0,05 van aphastron
afstand. (dit zijn punten van de baan dichtst en verst
van de ster)
 In periastron ontvangt de planeet ca. 2500 maal meer
sterstraling dan in aphastron. Wordt hij dan niet zo
heet dat hij verdampt of zelfs explodeert?

 Dit molecuul werd 100 jaar geleden (1911) ontdekt
door J. J. Thomson. Een wonderlijk molecuul van
drie waterstofatomen waartussen twee elektronen
rondkrioelen
 Het werd in 1988 ontdekt in poollicht op Jupiter in
1996 in de interstellaire ruimte.
 Het heeft een enorm afkoelend vermogen.
Opgenomen energie van de twee elektronen en de
drie atomen wordt snel uitgestraald
Redder uit de nood: het
H3
+-molecuul

 Twee waterstofmoleculen, waarvan een geïoniseerd
is, botsen:
 H2
+ + H2 -> H3
+ + H
 Zo ontstaat het H3
+ ion
 Het is zeldzaam; komt nergens meer voor dan één
op miljard waterstof moleculen
 Maar draagt per molecuul 10 miljoen maal sterker bij
tot de afkoeling dan een H2 waterstofmolecuul
Hoe het ion ontstaat

 Breng Jupiter dichter bij de zon , tot op 1 AE (=
astronomische eenheid). Hij wordt nu 27 maal sterker
bestraald
 Maar ook de ionisatie van het waterstofmolecuul wordt
versterkt; er komen meer H2
+–moleculen en daardoor
ook meer H3
+-moleculen
 Die stralen sterk uit en daardoor koelt de planeet af
 Pas wanneer we Jupiter tot op 0,16 AE zouden
brengen, zullen de H2 moleculen uiteenvallen en dan kan
het H3
+-molecuul ook niet meer gevormd worden. Dan
loopt de planeet gevaar.
Gedachten-experiment

De laatste kolom geeft de grens waar buiten Jupiter kon
bestaan. Jupiter ontstond na 1 à 2 miljoen jaar. Kon dus niet
dichter bij de zon ontstaan dan 1,68 AE.

De planeten ontstonden in een vroeg stadium
van het leven van de zon
Toen konden Jupiter, Saturnus … kortom de
grote buitenplaneten, niet ontstaan op kortere
afstanden tot de zon dan een of twee AE
Daarna werden ze verder naar buiten gebracht
door getijdenwerking
Op kleinere afstanden ontstonden de
rotsplaneten
Probleem van ons planetenstelsel
is nu ook opgelost!

DANK!
Deze presentatie zal vanaf 19 september
te lezen zijn op de website
www.cdejager.com
Ga naar ‘presentaties’ en daar naar
‘8-hete-Jupiters’

Más contenido relacionado

La actualidad más candente (20)

3 kometen
3 kometen3 kometen
3 kometen
 
8 supernova-1006
8 supernova-10068 supernova-1006
8 supernova-1006
 
explosies-zon
explosies-zonexplosies-zon
explosies-zon
 
3 ontstaan-maan-aarde
3 ontstaan-maan-aarde3 ontstaan-maan-aarde
3 ontstaan-maan-aarde
 
6 zon-levensloop
6 zon-levensloop6 zon-levensloop
6 zon-levensloop
 
10 zandkorrels
10 zandkorrels10 zandkorrels
10 zandkorrels
 
8 planetaire-nevels
8 planetaire-nevels8 planetaire-nevels
8 planetaire-nevels
 
zon en klimaat 2014
zon en klimaat 2014zon en klimaat 2014
zon en klimaat 2014
 
6 actieve zon
6 actieve zon6 actieve zon
6 actieve zon
 
Zon klimaat
Zon klimaatZon klimaat
Zon klimaat
 
10 1-oerknal
10 1-oerknal10 1-oerknal
10 1-oerknal
 
8 krab
8 krab8 krab
8 krab
 
Supernova 1006
Supernova 1006Supernova 1006
Supernova 1006
 
Heelal
HeelalHeelal
Heelal
 
3 hemelstenen-op-nederland
3 hemelstenen-op-nederland3 hemelstenen-op-nederland
3 hemelstenen-op-nederland
 
Water ijs
Water ijsWater ijs
Water ijs
 
Mira sterren
Mira sterrenMira sterren
Mira sterren
 
11 ruimteonderzoek
11 ruimteonderzoek11 ruimteonderzoek
11 ruimteonderzoek
 
8 supernova-1006
8 supernova-10068 supernova-1006
8 supernova-1006
 
Venus
VenusVenus
Venus
 

Destacado (20)

2 vernieuwde-sterrenwacht
2 vernieuwde-sterrenwacht2 vernieuwde-sterrenwacht
2 vernieuwde-sterrenwacht
 
Evolutie van melkwegstelsels
Evolutie van melkwegstelselsEvolutie van melkwegstelsels
Evolutie van melkwegstelsels
 
Eerste sterren in het heelal
Eerste sterren in het heelalEerste sterren in het heelal
Eerste sterren in het heelal
 
10 snelle-neutrinos
10 snelle-neutrinos10 snelle-neutrinos
10 snelle-neutrinos
 
11 geschiedenis-utrecht
11 geschiedenis-utrecht11 geschiedenis-utrecht
11 geschiedenis-utrecht
 
Ijsdwerg
IjsdwergIjsdwerg
Ijsdwerg
 
10 4-evolutie-melkwegstelsels
10 4-evolutie-melkwegstelsels10 4-evolutie-melkwegstelsels
10 4-evolutie-melkwegstelsels
 
Diamantster
DiamantsterDiamantster
Diamantster
 
Heliosfeer en de Locale Leegte
Heliosfeer en de Locale LeegteHeliosfeer en de Locale Leegte
Heliosfeer en de Locale Leegte
 
Mercurius
MercuriusMercurius
Mercurius
 
Geschiedenis van Texel
Geschiedenis van TexelGeschiedenis van Texel
Geschiedenis van Texel
 
Botsende stelsels
Botsende stelselsBotsende stelsels
Botsende stelsels
 
willibrord
willibrordwillibrord
willibrord
 
Superclusters
SuperclustersSuperclusters
Superclusters
 
oerknal
oerknaloerknal
oerknal
 
Ontstaan planeten
Ontstaan planetenOntstaan planeten
Ontstaan planeten
 
10 het eerste licht
10 het eerste licht10 het eerste licht
10 het eerste licht
 
3 komeetbezoek
3 komeetbezoek3 komeetbezoek
3 komeetbezoek
 
solar activity and climate
solar activity and climatesolar activity and climate
solar activity and climate
 
Mira sterren
Mira sterrenMira sterren
Mira sterren
 

Similar a 8 hete reuzenplaneten

Reis van de zon door melkwegstelsel
Reis van de zon door melkwegstelselReis van de zon door melkwegstelsel
Reis van de zon door melkwegstelsel
Kees De Jager
 
Zonnestelsel+Beetje Sterrenstelsels
Zonnestelsel+Beetje SterrenstelselsZonnestelsel+Beetje Sterrenstelsels
Zonnestelsel+Beetje Sterrenstelsels
Rongen
 
Asteroiden
AsteroidenAsteroiden
Asteroiden
jonas132
 
Teacher Training (Leiden, NL) - Session 2 part 1
Teacher Training (Leiden, NL) - Session 2 part 1Teacher Training (Leiden, NL) - Session 2 part 1
Teacher Training (Leiden, NL) - Session 2 part 1
unawe
 
De Aarde Ppt
De Aarde PptDe Aarde Ppt
De Aarde Ppt
jokeDU
 

Similar a 8 hete reuzenplaneten (19)

Mysteries in ons heelal
Mysteries in ons heelalMysteries in ons heelal
Mysteries in ons heelal
 
Levensloop van Sterren - werkgroep op Woudschoten Natuurkunde 2009
Levensloop van Sterren - werkgroep op Woudschoten Natuurkunde 2009Levensloop van Sterren - werkgroep op Woudschoten Natuurkunde 2009
Levensloop van Sterren - werkgroep op Woudschoten Natuurkunde 2009
 
Het raadsel van de eerste sterren...
Het raadsel van de eerste sterren...Het raadsel van de eerste sterren...
Het raadsel van de eerste sterren...
 
Reis van de zon door melkwegstelsel
Reis van de zon door melkwegstelselReis van de zon door melkwegstelsel
Reis van de zon door melkwegstelsel
 
Jupiter
JupiterJupiter
Jupiter
 
Exoplaneten
ExoplanetenExoplaneten
Exoplaneten
 
RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 2
RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 2RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 2
RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 2
 
RS 2009-02 Planeten bij Andere Sterren
RS 2009-02 Planeten bij Andere SterrenRS 2009-02 Planeten bij Andere Sterren
RS 2009-02 Planeten bij Andere Sterren
 
Hoe oud is het heelal?
Hoe oud is het heelal?Hoe oud is het heelal?
Hoe oud is het heelal?
 
Zonnestelsel+Beetje Sterrenstelsels
Zonnestelsel+Beetje SterrenstelselsZonnestelsel+Beetje Sterrenstelsels
Zonnestelsel+Beetje Sterrenstelsels
 
Verslag mira
Verslag miraVerslag mira
Verslag mira
 
RS 2009-11 De Manen van Jupiter
RS 2009-11 De Manen van JupiterRS 2009-11 De Manen van Jupiter
RS 2009-11 De Manen van Jupiter
 
Asteroiden
AsteroidenAsteroiden
Asteroiden
 
Kometen
KometenKometen
Kometen
 
Teacher Training (Leiden, NL) - Session 2 part 1
Teacher Training (Leiden, NL) - Session 2 part 1Teacher Training (Leiden, NL) - Session 2 part 1
Teacher Training (Leiden, NL) - Session 2 part 1
 
5 ijsdwerg
5 ijsdwerg5 ijsdwerg
5 ijsdwerg
 
RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 1
RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 1RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 1
RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 1
 
De Aarde Ppt
De Aarde PptDe Aarde Ppt
De Aarde Ppt
 
Het heelal een ontdekkingsreis
Het heelal een ontdekkingsreisHet heelal een ontdekkingsreis
Het heelal een ontdekkingsreis
 

8 hete reuzenplaneten

  • 1. Grote Jupiterachtige planeten, die vlak om hun ster lopen. Kunnen die zo wel blijven bestaan?
  • 2.  Reusachtige gasplaneten en kleinere rotsplaneten Ons planetenstelsel als voorbeeld; er zijn blijkbaar twee soorten planeten
  • 3.  Banen van de buitenplaneten
  • 4.  Voorbeeld: Jupiter en Saturnus; grote gasbollen
  • 7.  Grote verschillen in omvang; kleine binnen-, grote buitenplaneten
  • 9.  De aardplaneten; steenachtig; dunne of zelfs geen atmosfeer
  • 11.  De ‘Rode vlek’ met zijn wervelende omgeving bestaat al enkele eeuwen
  • 12.  1994: een stukgerukte komeet plonst in Jupiter
  • 13.  De oorzaak: komeet Shoemaker-Levy-9 was al eerder door de aantrekking van Jupiter in 21 stukken gerukt
  • 14.  Gasvormig met kleine rotsachtige kern (volgt uit vergelijking omvang en massa)
  • 15.   Jupiter en Saturnus zijn gasplaneten met een kleine steenachtige kern; op hun afstand tot de zon bevriest interstellair water het komt buiten de planeten dus niet in dampvorm voor  De buitenste planeten, Uranus en Neptunus zijn wat kleiner, hebben geen steenachtige kern, maar ijs komt er veel in voor; men zou ze ijsplaneten kunnen noemen  Wat dat betreft lijkt hun samenstelling op die van de buitenste gordel van kleinere lichamen, zoals Pluto De structuur van de buitenplaneten
  • 16.  Ons planetenstelsel Hoe zou het kunnen zijn ontstaan?
  • 17.  Bij de ster Bèta Pictoris werd een vlakke gasschijf ontdekt
  • 18.  En later zelfs een planeet Bèta Pictoris-b
  • 19.  Hoe het zou kunnen zijn ontstaan – fase 1 –een samenkrimpende gaswolk
  • 21.  Van protoplanetaire schijf tot ster met planeten
  • 22.  Gebeurt het echt wel zo? De ontdekkimg van protoplanetaire schijven
  • 23.  Een proplyde in Orion (proplyde = protoplanetaire schijf)
  • 24.  Proplyden in de Orion nevel
  • 25.  Nog meer proplyden Orion is een befaamd broeinest voor het ontstaan van sterren
  • 26.  Protoplanetaire schijf in Orion op zijn kant gezien (1500 lj)
  • 29.   Het scenario (schijf-instabiliteit) is onderzocht met theoretische modellen  Het blijkt dat het groeiproces snel voortgaat  Planeten zoals Jupiter kunnen in één of enkele honderden miljoenen jaren ontstaan  Wel blijkt baanmigratie op te zullen treden (vgl. onze maan die ten gevolge van getijdenwerking steeds verder van de aarde komt te lopen) – dit verklaart gedeeltelijk de grote afstand van de grote buitenplaneten tot de zon Onderzoek van het groeiproces
  • 31.  Ster en planeet lopen om het gemeenschappelijke zwaartepunt
  • 32.  Eerste en meest doeltreffende methode: meting radiële snelheid van ster
  • 33.  Ster verplaatst zich omdat een planeet om de ster loopt. Slechts kleine snelheden. Voorbeeld: 51 Peg
  • 36.   De eerste exoplaneet werd ontdekt in 1995  Op 2 september 2013 waren 942 exoplaneten ontdekt  Meest grote planeten, dicht bij een ster: hete Jupiters  Hier speelt een zeer sterk selectie-effect  Voorbeeld: de aarde loopt met 20 km/s om het zwaartepunt van aarde en zon; dus beweegt de zon (300 000 maal meer massa) met 6 cm/sec om datzelfde zwaartepunt; dat is nu nog niet te meten  Een aardachtige planeet is dus moeilijk te ontdekken Resultaten en beperkingen
  • 37.   De aarde heeft een oppervlak dat 0,0001 dat van de zon is.  Met de transit methode gaat het ook niet: eenmaal per jaar wordt de zonnestraling gedurende ruim een uur met één-tienduizendste verzwakt  De aarde straalt ongeveer miljoen maal minder licht uit dan de zon  Zoek vanuit een afstand van vele lichtjaren naar dat zwak lichtende puntje naast de zon …. En bovendien …
  • 38.   Jupiter loop in 12 jaar om het zwaartepunt van het planetenstelsel op een afstand van 5 maal aarde-zon. De snelheid is ongeveer 15 km/sec  De zon, met ongeveer 1000 maal meer massa, loopt dan eenmaal in 12 jaar om het zwaartepunt met een snelheid van 15 m/sec. Dit is marginaal te meten: de spectrale golflengte verplaatsing is minder dan één op tien miljoen  Eenmaal in 12 jaar wordt de zonnestraling gedurende ca. drie uren met ca. 1% verzwakt  Kortom: kleine kans Zou een buitenaardse onderzoeker ooit Jupiter kunnen ontdekken?
  • 40.  CoRoT -1- 3b; massa 31,8 J ; straal 1,2 J; periode 4,2d; Dopplermethode
  • 41.  OGLE – TR – 132b; massa 1,14 J; straal 1,18 J; periode 1,69 d; gravitatie-lens methode
  • 42.  HAT-P-12-b; massa 0,21 J; straal 0,96 J; periode 3,21 d; overgangsmethode
  • 43.  Kepler- 5-b; massa 2,11 J; straal 1,43 J; periode 5,55 d; overgangsmethode
  • 44.  Samenvattend: Boven: de minimum massa’s; onder: de halve grote baan-as
  • 45.  Vergelijk lengte baan-as met excentriciteit (boven) en massa (AU = afstand aarde – zon)
  • 46.  Opbouw van de hete Jupiters We weten iets van de samenstelling dank zij spectroscopisch onderzoek. Uit theoretisch werk komt een summier beeld van de opbouw te voorschijn
  • 47.  Hoe zo, spectroscopie? Een voorbeeld: HD209458b (‘Osiris’) trok over de ster
  • 48.  In het spectrum van de ster verschenen nieuwe lijnen
  • 50.   Tot dusverre pas onderzocht voor een hypothetische planeer met een buitentemperatuur van 1250 K – zo’n planeet is binnenin heter  Bedenk dat H het meest voorkomt in het heelal: 90%  De verschillende moleculen (vooral NH3, H2O, N2, CO2, CH4, MgSiO3) condenseren op verschillende hoogten – zo zullen wolken van verschillende samenstelling op achtereenvolgende hoogten voorkomen. Boven de Si-laag komen wolken voor van de andere genoemde moleculen  Dit alles hangt sterk af van de temperatuur van de planeet en het verloop van de temperatuur over de diepte  Dit onderzoek staat pas in het begin; veel zal volgen Vermoedelijke opbouw
  • 51.  De stabiliteit van de hete Jupiters Kunnen ze wel blijven bestaan, zo dicht bij die hete sterren?
  • 52.   Waarom zien we kleine rotsplaneten op korte afstand tot de zon en zien we de grote gasplanten op grotere afstanden  En equivalent daarmee: waarom komen de in het Universum meest voorkomende gassen (H en He, samen 99%) nauwelijks of niet voor op de binnenplaneten en wel in de grote?  Het klassieke antwoord was dan: het is de zon! Haar (ultraviolette) straling en de zonnewind Eerst: een klassieke vraag met het klassieke antwoord
  • 53.   De UV-straling van de zon splitst de moleculen in de buitenlagen van een planeet in de afzonderlijke atomen – indien de planeet niet te ver van de zon af staat. Deze lichte atomen worden weggeblazen door de zonnewind  Dat geldt vooral voor het lichte waterstofmolecuul  Zo gaat dat door tot de lichtste atomen en moleculen van de planeet in de ruimte verdwenen zijn. Over blijft de rotsachtige kern – zo wordt het bestaan van de binnenplaneten verklaard; Jupiter staat te ver om zo beïnvloedt te worden. De ultraviolette straling
  • 54.  De zonnecorona –bron van de zonnewind
  • 55.  Schets van de zonnewind
  • 56.  De zonnewind uit zich in kometen. Komeet Hale-Bopp (1997) met de gas- en stof-staarten
  • 57.  Dit was/is de gangbare theorie Maar is hij wel juist? Een opzienbarende ontwikkeling: het H3 +molecuul
  • 58.   Waterstof en helium, die 99% uitmaken van het planeetgas stralen nauwelijks de opgeslagen energie uit  Als de UV-straling van de zon sterker is dan een te berekenen grenswaarde, kan dit de temperatuur van de planeet zodanig verhogen dat de planeet zelfs geheel verdampt.  Bovendien: In de jeugd van zon en planeten was de UV-straling van de zon wel honderd maal feller dan nu het geval is. Zouden dan de Jupiters wel hebben kunnen ontstaan? Zie de volgende tabel. Hete Jupiters kunnen verdampen door UV zonne-energie
  • 59.  In de ontstaansperiode van zon en planeten was de UV-straling van de zon ca. 100 maal sterker (laatste kolom: zie later)
  • 60.  Een schrikwekkend voorbeeld: HD15671-b  Massa = 3 × Jupiter. Straal = 0,964 × Jupiter. Loopt om de ster vin 21,22 dagen.  Zeer excentrische baan.  Periastron afstand is slechts 0,05 van aphastron afstand. (dit zijn punten van de baan dichtst en verst van de ster)  In periastron ontvangt de planeet ca. 2500 maal meer sterstraling dan in aphastron. Wordt hij dan niet zo heet dat hij verdampt of zelfs explodeert?
  • 61.   Dit molecuul werd 100 jaar geleden (1911) ontdekt door J. J. Thomson. Een wonderlijk molecuul van drie waterstofatomen waartussen twee elektronen rondkrioelen  Het werd in 1988 ontdekt in poollicht op Jupiter in 1996 in de interstellaire ruimte.  Het heeft een enorm afkoelend vermogen. Opgenomen energie van de twee elektronen en de drie atomen wordt snel uitgestraald Redder uit de nood: het H3 +-molecuul
  • 62.   Twee waterstofmoleculen, waarvan een geïoniseerd is, botsen:  H2 + + H2 -> H3 + + H  Zo ontstaat het H3 + ion  Het is zeldzaam; komt nergens meer voor dan één op miljard waterstof moleculen  Maar draagt per molecuul 10 miljoen maal sterker bij tot de afkoeling dan een H2 waterstofmolecuul Hoe het ion ontstaat
  • 63.   Breng Jupiter dichter bij de zon , tot op 1 AE (= astronomische eenheid). Hij wordt nu 27 maal sterker bestraald  Maar ook de ionisatie van het waterstofmolecuul wordt versterkt; er komen meer H2 +–moleculen en daardoor ook meer H3 +-moleculen  Die stralen sterk uit en daardoor koelt de planeet af  Pas wanneer we Jupiter tot op 0,16 AE zouden brengen, zullen de H2 moleculen uiteenvallen en dan kan het H3 +-molecuul ook niet meer gevormd worden. Dan loopt de planeet gevaar. Gedachten-experiment
  • 64.  De laatste kolom geeft de grens waar buiten Jupiter kon bestaan. Jupiter ontstond na 1 à 2 miljoen jaar. Kon dus niet dichter bij de zon ontstaan dan 1,68 AE.
  • 65.  De planeten ontstonden in een vroeg stadium van het leven van de zon Toen konden Jupiter, Saturnus … kortom de grote buitenplaneten, niet ontstaan op kortere afstanden tot de zon dan een of twee AE Daarna werden ze verder naar buiten gebracht door getijdenwerking Op kleinere afstanden ontstonden de rotsplaneten Probleem van ons planetenstelsel is nu ook opgelost!
  • 66.  DANK! Deze presentatie zal vanaf 19 september te lezen zijn op de website www.cdejager.com Ga naar ‘presentaties’ en daar naar ‘8-hete-Jupiters’