SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 3
WERKWOORDEN

HET REGELMATIGE WERKWOORD.

In het Spaans heb je werkwoorden (de hele werkwoorden!) die eindigen op –ar, –er of –ir.
Het is belangrijk hier naar te kijken want de uitgangen voor de verschillende persoonsvormen
hangen er van af of een werkwoord op –ar, –er of –ir eindigt.

De uitgangen voor de verschillende persoonsvormen worden achter de stam van het
werkwoord geplaatst. Om deze stam te krijgen haal je –ar, –er of –ir van het hele werkwoord
af.
                            -ar        hablar              -er                                -ir
                                                           Stam+       Stam:                  Stam+   Stam:
                            Stam+      Stam:
                                                                       Com-                           viv-
                                       Habl-
                                                           -o          Como                   -o      Vivo
  Yo                        -o         Hablo
                                                           -es         Comes                  -es     Vives
  Tú                        -as        Hablas
                                                           -e          Come                   -e      Vive
  Él/ella/usted             -a         Habla
                                                           -emos       Comemos                -imos   Vivimos
  Nosostros/-a              -amos      Hablamos
                                                           -éis        Coméis                 -ís     Vivís
  Vosotros/-as              -áis       Habláis
                                                           -en         comen                  -en     viven
  Ellos/-as/ ustedes        -an        hablan




ONREGELMATIGE WERKWOORDEN:

Er zijn in het Spaans ook onregelmatige werkwoorden die niet precies volgens bovenstaande
–ar, –er, –ir schema’s worden vervoegd. Deze werkwoorden moet je gewoon leren.

                        Ser/zijn        Tener(ie)/hebben         Venir(ie)/komen       Hacer/doen      Ir/gaan
                                        (ie werkwoord)           (ie werkwoord)
Yo                      Soy             Tengo                    vengo                 hago            Voy
Tú                      Eres            Tienes                   vienes                haces           Vas
Él/ella/usted           Es              Tiene                    viene                 hace            Va

Nosostros/-a            Somos           Tenemos                  venimos               hacemos         Vamos
Vosotros/-as            Sois            Tenéis                   venís                 Hacéis          Vais
Ellos/-as/ ustedes      son             tienen                   vienen                hacen           van



WEDERKERIGE WERKWOORDEN: (vaak te vertalen ‘zich’)

Dit zijn werkwoorden waarvan de het hele werkwoord eindigt op –se.. Bij het vervoegen van
deze werkwoorden komt ‘se’ vóór het werkwoord te staan en kan veranderen naar gelang de
persoonsvorm. De rest van het werkwoord gaat gewoon volgens de werkwoord regels.

         Hele werkwoord :           Llamarse (heten)             Lavarse (zich wassen)


    Yo                              Me llamo (ik heet)           Me lavo (ik was me)
    Tú                              Te llamas (jij heet)         Te lavas (jij wast je)
    El/ ella/ usted                 Se llama (etc.)              Se lava (hij, zij, u wast zich)

    Nosotros/-as                    Nos llamamos                 Nos lavamos (wij wassen ons)
    Vosotros/-as                    Os llamáis                   Os laváis (jullie wassen je)
    Ellos/-as/ustedes               Se llaman.                   Se lavan (zij/ U(mv) wassen zich)
OEFENING BIJ DE REGELMATIGE WERKWOORDEN:


                  CANTAR (zingen)   COMER(eten)              VIVIR(wonen/leven)
Yo
Tú
Él/ella/Ud

Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/Uds

Andere werkwoorden op –AR           -ER                      -IR
Trabajar (werken)                   beber (drinken)          escribir (schrijven)
Ganar (verdienen/ winnen)           vender (verkopen)        salir !! (uitgaan)
Bailar (dansen)                     comprender (begrijpen)
Necesitar (nodig hebben)            leer (lezen)
Pagar (betalen)                     aprender (leren)
Preguntar (vragen)
Contestar (antwoorden)
Hablar (praten)
Entrar (naar binnen gaan)
Llamar (roepen, bellen)


Er zijn veel meer woorden die eindigen op –ER of –ER, echter met deze
werkwoorden gebeurt iets speciaals waardoor we ze niet bij bovenstaande rijtje
hebben gezet. In de stam komt dan namelijk een verandering van de klinker.
We zullen snel naar deze werkwoorden kijken.

Oefening: vertaal

   1. Ik (dansen)                              22. pagamos
   2. wij (vragen)                             23. habláis
   3. zij (mv) (lezen)                         24. necesito
   4. jullie (schrijven)                       25. vives
   5. hij (winnen)                             26. contestan
   6. U (nodig hebben)                         27. vendes
   7. zij (werken)                             28. escribe
   8. ik (lezen)                               29. vendéis
   9. jullie (begrijpen)                       30. vivís
   10. hij (verkopen)                          31. lees
   11. jij (antwoorden)                        32. entran
   12. wij (vragen)                            33. bailamos
   13. ik (schrijven)                          34. pregunto
   14. jij (verkopen)                          35. salgo
   15. jullie (betalen)                        36. contestas
   16. U (drinken)                             37. salen
   17. ik (wonen)                              38. leéis
   18. wij (begrijpen)                         39. comprendes
   19. jullie (leren)                          40. escribo
   20. wij (wonen)                             41. salís
   21.
Wederkerend werkwoord:
                                            Vertaal:
      1.   Ducharse (zich douchen)             1. Ik bekijk me(zelf)
      2.   lavarse (zich wassen)               2. Jij snijdt je
      3.   peinarse (zich kammen)              3. zij staan op
      4.   cortarse (zich snijden)             4. jullie heten Pedro en Anna
      5.   llamarse (zich noemen = heten)      5. Wij kammen ons
      6.   levantarse (opstaan)                6. zij douchet zich
      7.   irse (weggaan)                      7. Hij stelt zich voor.
      8.   mirarse (zich bekijken)             8. Ga jij weg?
      9.   presentarse (zich voorstellen)      9. Hoe heten zij?
                                               10. Zij wassen zich.


Enkele onregelmatige werkwoorden:

Oefening: vertaal
   1. Ik ben                                    11. ik kom
   2. Jij hebt                                  12. jullie hebben
   3. Wij komen                                 13. zij is
   4. Ik doe                                    14. u gaat
   5. jij gaat                                  15. ik ga
   6. zij doen                                  16. jullie komen
   7. U heeft                                   17. u (mv) bent
   8. jullie zijn                               18. jij bent
   9. zij gaan                                  19. wij hebben
   10. ik doe                                   20. ik maak




                                                                               3

Más contenido relacionado

Más de Josefina Moreno

Second Life Presentatie 1
Second Life Presentatie 1Second Life Presentatie 1
Second Life Presentatie 1Josefina Moreno
 
Second Life Voor Het Vak Spaans
Second Life Voor Het Vak SpaansSecond Life Voor Het Vak Spaans
Second Life Voor Het Vak SpaansJosefina Moreno
 
Beoordeling Werkstuk Groep 7
Beoordeling Werkstuk Groep 7Beoordeling Werkstuk Groep 7
Beoordeling Werkstuk Groep 7Josefina Moreno
 
Woordenlijst Van Gente Joven 1
Woordenlijst Van Gente Joven 1Woordenlijst Van Gente Joven 1
Woordenlijst Van Gente Joven 1Josefina Moreno
 
Beoordeling formulier project
Beoordeling formulier projectBeoordeling formulier project
Beoordeling formulier projectJosefina Moreno
 
Taaldorp woordenlijsten 10.12.2010
Taaldorp woordenlijsten 10.12.2010Taaldorp woordenlijsten 10.12.2010
Taaldorp woordenlijsten 10.12.2010Josefina Moreno
 
Vakinformatie Spaans 6 1 2009 2
Vakinformatie Spaans 6 1 2009 2Vakinformatie Spaans 6 1 2009 2
Vakinformatie Spaans 6 1 2009 2Josefina Moreno
 
Spaanse Presentatie Buenos días! ¿Cómo estás?
Spaanse Presentatie Buenos días!   ¿Cómo estás?Spaanse Presentatie Buenos días!   ¿Cómo estás?
Spaanse Presentatie Buenos días! ¿Cómo estás?Josefina Moreno
 
Presentatie Spaans Tellen van 1 tot 100
Presentatie Spaans Tellen van 1 tot 100Presentatie Spaans Tellen van 1 tot 100
Presentatie Spaans Tellen van 1 tot 100Josefina Moreno
 
Trainingspresentatie Spaansopendag
Trainingspresentatie SpaansopendagTrainingspresentatie Spaansopendag
Trainingspresentatie SpaansopendagJosefina Moreno
 
Arverbs / Los Verbos Regulares
Arverbs / Los Verbos RegularesArverbs / Los Verbos Regulares
Arverbs / Los Verbos RegularesJosefina Moreno
 

Más de Josefina Moreno (20)

Second Life Presentatie 1
Second Life Presentatie 1Second Life Presentatie 1
Second Life Presentatie 1
 
Second Life Voor Het Vak Spaans
Second Life Voor Het Vak SpaansSecond Life Voor Het Vak Spaans
Second Life Voor Het Vak Spaans
 
Second Life
Second LifeSecond Life
Second Life
 
Beoordeling Werkstuk Groep 7
Beoordeling Werkstuk Groep 7Beoordeling Werkstuk Groep 7
Beoordeling Werkstuk Groep 7
 
Woordenlijst Van Gente Joven 1
Woordenlijst Van Gente Joven 1Woordenlijst Van Gente Joven 1
Woordenlijst Van Gente Joven 1
 
Beoordeling formulier project
Beoordeling formulier projectBeoordeling formulier project
Beoordeling formulier project
 
Taaldorp woordenlijsten 10.12.2010
Taaldorp woordenlijsten 10.12.2010Taaldorp woordenlijsten 10.12.2010
Taaldorp woordenlijsten 10.12.2010
 
Wp Lj 4 Sp Periode 2
Wp Lj 4 Sp Periode 2Wp Lj 4 Sp Periode 2
Wp Lj 4 Sp Periode 2
 
Winkelen in Spanje
Winkelen in SpanjeWinkelen in Spanje
Winkelen in Spanje
 
Film opdracht
Film opdrachtFilm opdracht
Film opdracht
 
Vakinformatie Spaans 6 1 2009 2
Vakinformatie Spaans 6 1 2009 2Vakinformatie Spaans 6 1 2009 2
Vakinformatie Spaans 6 1 2009 2
 
Talentklas Kookstudio
Talentklas KookstudioTalentklas Kookstudio
Talentklas Kookstudio
 
Spaanse Presentatie Buenos días! ¿Cómo estás?
Spaanse Presentatie Buenos días!   ¿Cómo estás?Spaanse Presentatie Buenos días!   ¿Cómo estás?
Spaanse Presentatie Buenos días! ¿Cómo estás?
 
Presentatie Spaans Tellen van 1 tot 100
Presentatie Spaans Tellen van 1 tot 100Presentatie Spaans Tellen van 1 tot 100
Presentatie Spaans Tellen van 1 tot 100
 
Trainingspresentatie Spaansopendag
Trainingspresentatie SpaansopendagTrainingspresentatie Spaansopendag
Trainingspresentatie Spaansopendag
 
Presentatie Spaans 1
Presentatie Spaans 1Presentatie Spaans 1
Presentatie Spaans 1
 
Tellen van 1 tot 100
Tellen van 1 tot 100Tellen van 1 tot 100
Tellen van 1 tot 100
 
Introductie les Spanje
Introductie les SpanjeIntroductie les Spanje
Introductie les Spanje
 
Arverbs / Los Verbos Regulares
Arverbs / Los Verbos RegularesArverbs / Los Verbos Regulares
Arverbs / Los Verbos Regulares
 
Yo Quiero Chunks
Yo Quiero ChunksYo Quiero Chunks
Yo Quiero Chunks
 

Werkwoorden

  • 1. WERKWOORDEN HET REGELMATIGE WERKWOORD. In het Spaans heb je werkwoorden (de hele werkwoorden!) die eindigen op –ar, –er of –ir. Het is belangrijk hier naar te kijken want de uitgangen voor de verschillende persoonsvormen hangen er van af of een werkwoord op –ar, –er of –ir eindigt. De uitgangen voor de verschillende persoonsvormen worden achter de stam van het werkwoord geplaatst. Om deze stam te krijgen haal je –ar, –er of –ir van het hele werkwoord af. -ar hablar -er -ir Stam+ Stam: Stam+ Stam: Stam+ Stam: Com- viv- Habl- -o Como -o Vivo Yo -o Hablo -es Comes -es Vives Tú -as Hablas -e Come -e Vive Él/ella/usted -a Habla -emos Comemos -imos Vivimos Nosostros/-a -amos Hablamos -éis Coméis -ís Vivís Vosotros/-as -áis Habláis -en comen -en viven Ellos/-as/ ustedes -an hablan ONREGELMATIGE WERKWOORDEN: Er zijn in het Spaans ook onregelmatige werkwoorden die niet precies volgens bovenstaande –ar, –er, –ir schema’s worden vervoegd. Deze werkwoorden moet je gewoon leren. Ser/zijn Tener(ie)/hebben Venir(ie)/komen Hacer/doen Ir/gaan (ie werkwoord) (ie werkwoord) Yo Soy Tengo vengo hago Voy Tú Eres Tienes vienes haces Vas Él/ella/usted Es Tiene viene hace Va Nosostros/-a Somos Tenemos venimos hacemos Vamos Vosotros/-as Sois Tenéis venís Hacéis Vais Ellos/-as/ ustedes son tienen vienen hacen van WEDERKERIGE WERKWOORDEN: (vaak te vertalen ‘zich’) Dit zijn werkwoorden waarvan de het hele werkwoord eindigt op –se.. Bij het vervoegen van deze werkwoorden komt ‘se’ vóór het werkwoord te staan en kan veranderen naar gelang de persoonsvorm. De rest van het werkwoord gaat gewoon volgens de werkwoord regels. Hele werkwoord : Llamarse (heten) Lavarse (zich wassen) Yo Me llamo (ik heet) Me lavo (ik was me) Tú Te llamas (jij heet) Te lavas (jij wast je) El/ ella/ usted Se llama (etc.) Se lava (hij, zij, u wast zich) Nosotros/-as Nos llamamos Nos lavamos (wij wassen ons) Vosotros/-as Os llamáis Os laváis (jullie wassen je) Ellos/-as/ustedes Se llaman. Se lavan (zij/ U(mv) wassen zich)
  • 2. OEFENING BIJ DE REGELMATIGE WERKWOORDEN: CANTAR (zingen) COMER(eten) VIVIR(wonen/leven) Yo Tú Él/ella/Ud Nosotros Vosotros Ellos/ellas/Uds Andere werkwoorden op –AR -ER -IR Trabajar (werken) beber (drinken) escribir (schrijven) Ganar (verdienen/ winnen) vender (verkopen) salir !! (uitgaan) Bailar (dansen) comprender (begrijpen) Necesitar (nodig hebben) leer (lezen) Pagar (betalen) aprender (leren) Preguntar (vragen) Contestar (antwoorden) Hablar (praten) Entrar (naar binnen gaan) Llamar (roepen, bellen) Er zijn veel meer woorden die eindigen op –ER of –ER, echter met deze werkwoorden gebeurt iets speciaals waardoor we ze niet bij bovenstaande rijtje hebben gezet. In de stam komt dan namelijk een verandering van de klinker. We zullen snel naar deze werkwoorden kijken. Oefening: vertaal 1. Ik (dansen) 22. pagamos 2. wij (vragen) 23. habláis 3. zij (mv) (lezen) 24. necesito 4. jullie (schrijven) 25. vives 5. hij (winnen) 26. contestan 6. U (nodig hebben) 27. vendes 7. zij (werken) 28. escribe 8. ik (lezen) 29. vendéis 9. jullie (begrijpen) 30. vivís 10. hij (verkopen) 31. lees 11. jij (antwoorden) 32. entran 12. wij (vragen) 33. bailamos 13. ik (schrijven) 34. pregunto 14. jij (verkopen) 35. salgo 15. jullie (betalen) 36. contestas 16. U (drinken) 37. salen 17. ik (wonen) 38. leéis 18. wij (begrijpen) 39. comprendes 19. jullie (leren) 40. escribo 20. wij (wonen) 41. salís 21.
  • 3. Wederkerend werkwoord: Vertaal: 1. Ducharse (zich douchen) 1. Ik bekijk me(zelf) 2. lavarse (zich wassen) 2. Jij snijdt je 3. peinarse (zich kammen) 3. zij staan op 4. cortarse (zich snijden) 4. jullie heten Pedro en Anna 5. llamarse (zich noemen = heten) 5. Wij kammen ons 6. levantarse (opstaan) 6. zij douchet zich 7. irse (weggaan) 7. Hij stelt zich voor. 8. mirarse (zich bekijken) 8. Ga jij weg? 9. presentarse (zich voorstellen) 9. Hoe heten zij? 10. Zij wassen zich. Enkele onregelmatige werkwoorden: Oefening: vertaal 1. Ik ben 11. ik kom 2. Jij hebt 12. jullie hebben 3. Wij komen 13. zij is 4. Ik doe 14. u gaat 5. jij gaat 15. ik ga 6. zij doen 16. jullie komen 7. U heeft 17. u (mv) bent 8. jullie zijn 18. jij bent 9. zij gaan 19. wij hebben 10. ik doe 20. ik maak 3