30. Waardenkaders Fasen Metavisie eclectisch-integratief Ideologie e.d. over o.a. communicatie beïnvloedingsprocessen en leerprocessen Kennis/Theorie Visie Referentiekaders Mens Gedrag Maatschappij Kennis/Theorie Blz 73
31. Fasen Interactioneel Probleeminhoudelijk Probleemafwikkeling Cliëntontwikkeling Interactieafwikkeling Initiatief cliënt Activerende rol mwer Meer zelfsturing cliënt Zelfsturing contactlegging, initiatief/sturing mwer Afbouw werkrelatie wel/niet bereid tot hulp wel/niet bewust van probleem of acceptatie bereid tot hulp bewust van probleem en acceptatie bereid tot aanpakken daadwerkelijk stappen zetten Intake Handhaving nieuwe aanpak probleemanalyse doelformulering strategiebepaling uitvoering probleemspecifieke interventies afsluiting evaluatie
Wanneer we over werkmodellen nadenken (nabootsingen van de onzichtbare werkelijkheid) en dus over methodiek, dan kunnen we een soort OERmodel verzinnen. Een model dus wat in alle gevallen bruikbaar is. Een beweging in je denken en handelen die feitelijk en noodzakelijk plaatsvindt in je hoofd om tot een actie te komen. Zo’n model is het model van Veening, dat ik zo genoemd heb omdat ik het heb opgepikt van een oude leermeester van mij Eite Veening. Dat was overigens geen hulpverlener. Hij ontwikkelde dit model om zindelijk en zorgvuldig te kunnen voor- en nadenken bij het hulpverleningswerk. In dit Oermodel vind je ingrediënten die je in elke hulpverleningsgerecht nodig hebt om bv. Verantwoording af te leggen, of vooraf te bepalen hoe en wat je gaat aanpakken. Als je je dit patroon eigen maakt zul je in allerlei situaties je juiste gegevens en bronnen kunnen oproepen om tot een keuze voor je handelen te komen of achteraf deze keuze te kunnen verantwoorden. De zeshoek werk als volgt. Op de onderste punt schrijven we het begrip SITUATIE. (KLIK) De situatie omvat alles waarmee een hulpvrager te maken heeft. Haar leven, gedachten, omstandigheden, voorouders, kinderen, sexe, gezondheid, intelligentie en vul zelf maar verder aan. Deze lijst is oneindig. Je cliënt zou je dan ook nooit “alles” kunnen vertellen. Dat is namelijk te veel omvattend, laat staan dat jij het als luisteraar allemaal zou kunnen bevatten. In plaats daar van vertelt deze persoon je een gedeelte van dat “alles”. En dan begint het spannend te worden. Want wie en wat bepaalt nu welk deel en hoeveel verteld wordt? Waartoe vertelt iemand haar verhaal aan jou?? Meestal met de verwachting dat je iets doet. Een reactie, een handeling. Dat is echter het eind van een reeks gebeurtenissen in je hoofd. We gaan die gebeurtenissen een naam geven en zien wie welke invloed heeft. Op de rechteronderpunt zetten we dus het begrip HANDELEN. We verstaan hieronder alles wat je doet of nalaat in reactie op het verhaal van je cliënt.