SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 44
Descargar para leer sin conexión
Digital Rights & Copyleft
                   Dossier




       opleiding   Master-na-Master Documentatie- en
                   Bibliotheekwetenschap

       onderdeel   Maatschappelijke Aspecten van Informatie

         student   David Coppoolse

  documentversie   1.0i - 2009-09-14
Digital Rights & Copyleft
(cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                      License.




                              Voor het samenstellen van dit dossier werd gebruik gemaakt van
                              opensource-software waar mogelijk:
                              OpenOffice.org is een voor en door de gemeenschap ontwikkeld
                              kantoorpakket dat draait op alle belangrijke computerplatformen
                              (o.a. Windows, MacOS, Linux) en gebruik maakt van open,
                              componentgebaseerde programmeerinterfaces en op XML
                              gebaseerde bestandsformaten (OpenDocument). Website:
                              http://www.openoffice.org/
                              Mozilla Firefox is momenteel de op één na populairste webbrowser.
                              Firefox maakt gebruik van de opensource-opmaakmachine Gecko
                              en voelt zich eveneens thuis op de belangrijkste
                              computerplatformen. Website: http://www.mozilla.com/firefox
                              Zotero is een Firefox-extensie die helpt bij het verzamelen, beheren
                              en citeren van onderzoeksbronnen. Extensies voor tekstverwerkers
                              (o.a. OpenOffice.org en Microsoft Word) en blogprogramma’s (o.a.
                              WordPress) maken het mogelijk Zotero binnen die programma’s als
                              referentiedatabank te gebruiken. Website: http://www.zotero.org/




                              This work is licensed under the Creative Commons Attribution-
                              Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. To view a copy
                              of this license, visit http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/
                              2.0/be/ or send a letter to Creative Commons, 171 Second Street,
                              Suite 300, San Francisco, California, 94105, USA.


                              Documentversies
                              0.1       2008-03-20           Initiële bronnenlijst
                              0.3       2008-05-04           Conceptversie
                              1.0       2008-05-15           Definitieve versie
                              1.0i      2009-09-14           Versie voor Internet-publicatie. Geen
                                                             inhoudelijke wijzigingen.


                              Technische gegevens bronbestand
                              Bestandsformaat                OpenDocument Text
                              Tekstverwerker                 OpenOffice.org 3.0




                                                                       2
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



Inhoudsopgave
 1 Inleiding.......................................................................................................................................4
     1.1 Digitale techniek: Kopieer- en distributiegemak..................................................................5
     1.2 Alle macht aan de auteursrechthebbende?...........................................................................6
     1.3 Het gemeenschappelijk kennisgoed.....................................................................................7
     1.4 Dit dossier............................................................................................................................8
 2 Digital rights management.........................................................................................................10
     2.1 Sociale problematiek van DRM.........................................................................................11
            2.1.1 ‘Fair use’..................................................................................................................11
            2.1.2 Privacy....................................................................................................................13
            2.1.3 Concurrentie...........................................................................................................14
            2.1.4 Afhankelijkheid & Interoperabiliteit......................................................................14
            2.1.5 Eerste verkoop........................................................................................................15
            2.1.6 Rem op opensource-software .................................................................................16
            2.1.7 Toegankelijkheid voor gehandicapten.....................................................................16
            2.1.8 Bibliotheken............................................................................................................17
            2.1.9 De Noord-Zuidproblematiek van intellectueel eigendom.......................................18
            2.1.10 Is DRM houdbaar?................................................................................................18
            2.1.11 Alternatieven voor DRM......................................................................................18
     2.2 Consumentenonderzoek naar DRM..................................................................................19
 3 Copyleft.....................................................................................................................................25
     3.1 Open Source.......................................................................................................................25
            3.1.1 Geschiedenis............................................................................................................25
            3.1.2 Definitie..................................................................................................................26
            3.1.3 Belangrijkste licenties..............................................................................................27
            3.1.4 Een revolutionair concept?......................................................................................28
     3.2 Creative Commons............................................................................................................29
            3.2.1 Filosofie...................................................................................................................30
            3.2.2 Juridische aspecten..................................................................................................31
            3.2.3 Toepassingen...........................................................................................................32
 4 Organisaties en initiatieven........................................................................................................34
 5 Referenties.................................................................................................................................42




                                                                         3
Digital Rights & Copyleft




                                                                                                                  ©
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.




1 Inleiding
Wie de laatste tijd het nieuws wat heeft gevolgd, ziet regelmatig
berichten opduiken in de media die te maken hebben met intellectueel
eigendom van digitaal materiaal. Enkele koppen:
       Amazon haalt Sony BMG binnen
       Amazon.com zal vanaf eind deze maand in zijn digitale muziekwinkel
       muziek van Sony BMG te koop aanbieden zonder kopieerbeveiliging. Dat maakte Sony
       BMG vrijdag bekend. Het is daarmee de vierde en laatste grote platenmaatschappij die
       zijn muziek zonder zogenaamde drm (digital rights management) aanbiedt via Amazon.
       (De Standaard, 2008-01-12)
       België voert strijd tegen internetpiraten op
       Al meer dan 70% van het plagiaatonderzoek ging in 2007 over piraterij op het internet,
       5% meer dan in 2006. Dat blijkt uit cijfers van de Belgian Anti-piracy Federation
       (BAF).
       (Metro, 2008-03-27)
       Hogere internetfactuur in ruil voor gratis muziek
       Nadat platenmaatschappij Sony BMG het ideetje lanceerde om muziekliefhebbers voor
       een vast maandelijks bedrag onbeperkt muziek te laten downloaden, komt ook
       concurrent Warner op de proppen met een voorstel voor een all-in formule.
       (Metro, 2008-03-31)
       Copyrightlobby Riaa kostte 2 miljoen dollar in 2007
       De Amerikaanse copyrightwaakhond Riaa heeft vorig jaar twee miljoen dollar
       uitgegeven aan pogingen om volksvertegenwoordigers over te halen strengere
       wetgeving op het gebied van intellectueel eigendom in stelling te brengen.
       (Tweakers.net, 2008-04-21)
       Microsoft trekt stekker uit MSN Music, klanten gedupeerd
       Microsoft houdt binnenkort op met ondersteuning van MSN Music, met als gevolg dat
       de drm-beveiligde muziek van betalende klanten ‘gevangen’ achterblijft.
       (Webwereld.nl, 2008-04-24)
Dit fenomeen is al geruime tijd aan de gang. In 2004 schreef Lawrence Lessig in zijn boek Free
Culture: How Big Media Uses Technology and the Law to Lock Down Culture:
       [T]he news is filled with stories about the RIAA lawsuits against almost three hundred
       individuals. Eminem has just been sued for ‘sampling’ someone else’s music. The story
       about Bob Dylan ‘stealing’ from a Japanese author has just finished making the rounds.
       [...] Congressmen are talking about deputizing computer viruses to bring down
       computers thought to violate the law. Universities are threatening expulsion for kids
       who use a computer to share content.
       Yet on the other side of the Atlantic, the BBC has just announced that it will build a
       ‘Creative Archive,’ from which British citizens can download BBC content, and rip,
       mix, and burn it. And in Brazil, the culture minister, Gilberto Gil, himself a folk hero


                                                                         4
Digital Rights & Copyleft
    (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                          License.



         of Brazilian music, has joined with Creative Commons to release content and free
         licenses in that Latin American country. (270)
 De spanning tussen auteursrechten en nieuwe technologieën is geen nieuw gegeven. Binnen de
 traditie van het auteursrecht heeft zich dit al diverse keren voorgedaan. Eerdere conflicten
 ontstonden rond muziek op de radio, films op televisie, kabeltelevisie en de videorecorder. In al
 deze gevallen ontstond een nieuwe status quo en wist de contentindustrie zich aan te passen en
 te floreren. In enkele gevallen waren wetsaanpassingen nodig. Zulke aanpassingen moeten met
 de nodige omzichtigheid worden gedaan en gebaseerd zijn op de sociale en economische noden
 van alle betrokken partijen. De technische ontwikkelingen in de digitale wereld verlopen
 echter snel en zijn soms ingrijpend.

 1.1 Digitale techniek: Kopieer- en distributiegemak
 De opkomst van de personal computer en Internet heeft een revolutie veroorzaakt in de
 manier waarop de mensheid in staat is informatie te delen. Met relatief goedkope middelen kan
 ‘iedereen’1 zich tegenwoordig begeven op de ‘informatiesnelweg’. Door het Internet is de
 personal computer het nieuwe ‘raam op de wereld’ geworden, met als verschil dat de pc (in
 tegenstelling tot de televisie) de gebruiker niet alleen veel meer in staat stelt zelf te selecteren
 wat hij uit die wereld ontvangt, maar hem ook toelaat om zelf informatie uit te zenden op een
 manier die tot op heden ongekend was qua eenvoud en reikwijdte.
 Het is de technische natuur van het Internet (of toch van het gedeelte dat we ‘het web’
 noemen) om de informatie letterlijk dicht bij de gebruiker te brengen: In essentie is een
 webbrowser een volautomatische kopieermachine, die bestanden over het netwerk kopieert
 van een computer op afstand (een host of server) naar de locale machine van de surfer om ze dan
 daar te interpreteren en (hopelijk) op een juiste manier weer te geven. Daarbij worden de
 bestanden meestal niet alleen in het geheugen van de pc gelaten, maar ook opgeslagen in een
 tijdelijke map (de cache) om het heropvragen bij de server van recent gebruikt materiaal
 overbodig te maken en zo het ‘surfen’ te versnellen.
 Deze oplossing zegt waarschijnlijk iets over de vroege ontwikkelaars van het web en het
 daarbinnen gebruikte HTTP-protocol. Het snel en eenvoudig kunnen delen van informatie was
 hun doel. In een omgeving met voor hedendaagse begrippen trage computers en netwerk­
 verbindingen, was het kopiëren van materiaal voor (tijdelijk) hergebruik een goede oplossing.
 Dat de informatie zich daarmee ook op de computer van de gebruikers nestelde, was niet in
 strijd met de doelstelling van het delen van informatie – integendeel.
         When the Internet was first born, its initial architecture effectively tilted in the ‘no
         rights reserved’ direction. Content could be copied perfectly and cheaply; rights could
         not easily be controlled. Thus, regardless of anyone’s desire, the effective regime of
         copyright under the original design of the Internet was ‘no rights reserved.’ Content
         was ‘taken’ regardless of the rights. Any rights were effectively unprotected. (Lessig
         2004, 276-277)

1 Een kanttekening die we hier moeten maken is dat de pc en het Internet toch voor een stuk zijn voorbehouden
  aan dat deel van de mensheid dat een bepaald economisch welvaartsniveau heeft bereikt.

                                                                           5
Digital Rights & Copyleft
    (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                          License.



 De opkomst van breedband-Internet heeft het kopieer- en distributievermogen van personal
 computer en Internet nog eens versterkt. Materiaal dat door zijn omvang tot voor kort nog
 vooral op fysieke dragers werd verspreid, begint meer en meer de weg door het netwerk te
 vinden (denk aan films). Voor klein materiaal gaat kopiëren bijna ongemerkt.
 Peer-to-peernetwerken hebben een mogelijkheid geschapen om bestanden uit te wisselen met
 willekeurig wie, buiten het klassieke client/servermodel van het Internet om.2 De populariteit
 van P2P-netwerken is door breedband-Internet nog toegenomen. Breedband is niet alleen snel,
 het heeft ook als implicatie dat gebruikers (of toch hun computers) langdurig of zelfs altijd
 online zijn. Materiaal dat wordt ‘ontdekt’ op een P2P-netwerk is daarom vaak ook
 onmiddellijk beschikbaar.

 1.2 Alle macht aan de auteursrechthebbende?
 Dat potentieel voor ongebreideld kopiëren heeft een reactie uitgelokt van auteursrecht­
 hebbenden. Via wetgeving, rechtszaken en aanpassingen aan de infrastructuur slagen
 rechthebbenden er meer en meer in om het originele, open karakter van het Internet te
 veranderen. De architectuur van en wetgeving rond het Internet lijkt in toenemende mate een
 omgeving te creëren waarin voor alle gebruik van ‘content’ toestemming nodig zal zijn.
 De contentindustrie probeert uit bedrijfseconomische overwegingen met technologische
 middelen de toegang tot auteursrechtelijk materiaal te controleren. Dit werkt beperkend op de
 beschikbaarheid van auteursrechtelijk beschermd materiaal, zeker voor economisch minder
 bedeelde groepen die zich de overblijvende toegangsmogelijkheden niet kunnen permitteren.
 Daarnaast is er een tendens om intellectueel eigendom steeds langer te gaan beschermen. In de
 Europese Unie is de verjaringstermijn van auteursrecht inmiddels gestandaardiseerd tot 70 jaar
 na het overlijden van de auteur (waar dit in België en Nederland 50 jaar was). Ook in de
 Verenigde Staten werd in 1998 een wet aangenomen waarin de auteursrechtelijke bescherming
 van werken werd verlengd van 50 tot 70 jaar na overlijden. De duur van het auteursrecht voor
 rechtspersonen ging van 75 jaar naar 95 jaar. De automatische toekenning van auteursrecht in
 de VS (in 1976 werd de verplichte registratie afgeschaft) heeft het aantal werken waarop
 auteursrecht rust aanzienlijk doen toenemen. Het resultaat is dat meer werk steeds langer aan
 het publieke domein wordt onttrokken.
 Lessig spreekt in dit verband over de overgang van een ‘vrije cultuur’ naar een ‘toestemmings­
 cultuur’. Hij stelt dat we komen uit een traditie van ‘vrije cultuur’. Dat is niet noodzakelijk een
 anarchistische, maar één waarin de rechten van individuen en de gemeenschap zorgvuldig tegen
 elkaar worden afgewogen en worden gerespecteerd.



2 Peer-to-peernetwerk laten gebruikers toe bestanden op hun eigen computer beschikbaar te stellen voor anderen.
  Elke deelnemende machine wordt zo een server voor de andere computers in het netwerk. Meestal wordt een
  ‘listing’ van de beschikbare bestanden gepubliceerd op een centrale server, die van alle afzonderlijke
  bestandslijsten een index bouwt. Gebruikers kunnen door te zoeken in deze index materiaal ‘ontdekken’ en
  vervolgens kopiëren van de computer van een andere gebruiker (als die op dat moment online is).

                                                                           6
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



       A free culture supports and protects creators and innovators. It does this directly by
       granting intellectual property rights. But it does so indirectly by limiting the reach of
       those rights, to guarantee that follow-on creators and innovators remain as free as
       possible from the control of the past. A free culture is not a culture without property,
       just as a free market is not a market in which everything is free. The opposite of a free
       culture is a ‘permission culture’—a culture in which creators get to create only with the
       permission of the powerful, or of creators from the past. (Lessig 2004, xiv)
De ‘toestemmingscultuur’ is waar we volgens Lessing op af stevenen, en waar we ons tegen
moeten verzetten. ‘A free culture has been our past, but it will only be our future if we change
the path we are on right now.’ (xv)
Christopher May citeert in Digital Rights Management. The Problem of Expanding Ownership
Rights (2007, 61 e.v.) Siva Vaidhyanathan, die in de aanpassingen die de laatste tijd aan het
gebeuren zijn in het veld rond intellectuele eigendomsrechten vier ‘capitulaties’ ziet:
    1. De capitulatie van balans voor controle. Er is geen balans als de auteursrechthebbende
       alle macht bezit.
    2. De capitulatie van het openbaar belang voor het individuele belang. In de discussies
       rondom intellectueel eigendom in de jaren 1990 ging het vooral over diefstal en
       pogingen de markt uit te breiden. Er was weinig publieke discussie over hoe auteurs­
       recht een algemeen goed kan zijn dat een rijk openbaar leven en diverse democratische
       cultuur bevordert.
    3. De capitulatie van democratisch overleg binnen natie-staten voor niet-verkozen,
       multilaterale, niet-gouvernementele organisaties. De bescherming van intellectueel
       eigendom was vroeger een locale aangelegenheid waarbij de bescherming van recht­
       hebbenden en de gebruikers op elkaar kon worden afgestemd op basis van concrete
       maatschappelijke behoeften. Nu worden regels ‘van buitenaf’ opgelegd via verdragen als
       het WIPO Copyright Treaty.
    4. De capitulatie van cultuur voor techniek. Vroeger was auteursrecht een compromis
       tussen producenten en gebruikers, dat democratisch werd onderhandeld, gerechtelijk
       werd gearbitreerd en vaak rommelig en imperfect was. Nu overtroeft (vaak slechte)
       techniek het openbaar belang van billijk gebruik en open toegang.

1.3 Het gemeenschappelijk kennisgoed
In reactie op deze versterking van intellectuele eigendomsrechten is opnieuw een tegen­
beweging waar te nemen. Deze beweging richt zich niet tegen intellectueel eigendom op zich.
Wel ageert men tegen de toenemende verarming die men denkt waar te nemen in het publieke
domein van kennis en informatie als gevolg van de steeds restrictievere manier van omgaan met
rechten op intellectueel eigendom. May legt in zijn hoofdstuk ‘Markets, property, and history’
(2007, 36 e.v.) uit hoe deze deze ‘knowledge commons’ langzaam onder druk is komen te staan
sinds in het proto-kapitalistische Europa een markt in kennis en technologie ontstond.



                                                                         7
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



Waar informatie in wezen geen schaars goed is (we kunnen immers informatie aan iemand
doorgeven zonder dat we daar afstand van moeten doen), begonnen ondernemers zich kennis
en technieken eigen te maken met als strategisch doel de economische exploitatie hiervan. De
juridische bescherming die men hiervoor zocht, was aanvankelijk zeer beperkt. Van zodra de
eerste vormen van intellectueel eigendomsrecht ontstonden (in de Renaissance), zien we
tegelijkertijd het besef groeien van een ‘knowledge commons’ (gemeenschappelijk kennisgoed).
Temporele beperkingen op intellectueel eigendom werden ingezet om te zorgen dat sociaal
nuttige kennis uiteindelijk het algemeen belang zou kunnen dienen. Dat hield tevens een
erkenning in van het gegeven dat veel aspecten van ‘nieuwe’ kennis eigenlijk gebaseerd zijn op
gegevens uit de ‘knowledge commons’. De ‘eigenaar’ van die nieuwe kennis is daarom
schatplichtig aan die gedeelde bron. Het terugvloeien van nieuwe kennis naar de gedeelde bron
is bovendien van cruciaal belang om verdere innovatie en creativiteit te stimuleren.
Vandaar dat het weerhouden van materiaal aan het gemeenschappelijk kennisgoed aanvankelijk
werd gezien als privilege, dat alleen onder bepaalde voorwaarden werd verleend en dan nog in
de eerste plaats om de productie van bepaalde kennisgoederen of technieken te stimuleren. We
denken hierbij aan de octrooien die rond 1500 ontstonden in het boekwezen, waarbij ‘kopij­
recht’ moest helpen een praktijk van roofdrukken in te perken. Deze privileges dienden om
drukkers in staat te stellen de investeringen die moesten worden gedaan voor nieuwe uitgaven
terug te verdienen. Dit was een tweesnijdend zwaard: de drukker had minder risico en de lezer
kon beschikken over een diverser boekenaanbod.
In het vervolg van de geschiedenis van de intellectuele eigendomsrechten zien we hoe deze vaak
zeer tijdelijke, voorwaardelijke monopolies de status van rechten krijgen, met weinig of geen
bijkomende plichten. Het idee dat kennis en informatie iemands eigendom kunnen zijn, werd
steeds vanzelfsprekender en uiteindelijk normaal gevonden. Daaraan gekoppeld werden, met
name in de twintigste eeuw, de omvang en duur van de juridische bescherming van wat
‘intellectueel eigendom’ ging heten, uitgebreid.
       These rights construct a scarcity of legitimate use which is far from natural, and indeed
       by limiting the use of such properties on the basis of wealth (by extracting a price for
       use) can hardly be said to be self-evidently to the benefit of all members of society.
       Therefore, significant time and effort is spent telling stories about intellectual property
       that are meant to justify its existence as a set of legal rights. (May 2007, 39)
Bekijk in dit licht eens de digitalisering van bibliotheken en archieven. Met het optrekken van
de verjaringstermijnen in het auteursrecht valt momenteel het grootste deel van de twintigste
eeuw buiten bereik van dit soort projecten, tenzij veel energie worden gestoken in het achter­
halen van auteursrechthebbenden (die mogelijk helemaal niet meer geïnteresseerd zijn in
uitoefening van hun rechten). Een groeiend zwart gat van recent materiaal is mogelijk het
gevolg.

1.4 Dit dossier
De problematiek van digitale rechten is complex gelaagd en zorgt voor veel discussie en
beroering zowel aan de kant van de makers en de uitgeverijen, als die van de gebruikers. Het is

                                                                         8
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



bovendien een onderwerp in volle evolutie waarin allerlei partijen de windrichting proberen te
veranderen, wat het een boeiend én actueel onderwerp maakt.
Uiteraard moeten we ons in dit dossier tot een aantal aspecten beperken. Het volgende
hoofdstuk, ‘Digital rights management’, behandelt kort een aantal sociale problemen die bij
deze techniek komen kijken. We bekijken ook de conclusies van een Europees consumenten­
onderzoek rond DRM. In hoofdstuk drie, ‘Copyleft’, nemen we een tweetal initieven onder de
loep die als doel hebben de ‘knowledge commons’ blijvend te voeden in een wereld waarin
intellectueel eigendomsrecht steeds feller wordt verdedigd. Het vierde hoofdstuk tenslotte, is
een oplijsting van een aantal organisaties en initiatieven die te maken hebben met de in dit
dossier behandelde onderwerpen. Via hun websites is een weelde aan aanvullende informatie te
bekomen.




                                                                         9
Digital Rights & Copyleft
    (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                          License.




                                                                                                                                               TM
 2 Digital rights management
 Digital rights management (DRM) is een algemene benaming voor
 technieken die worden ingezet om het gebruik van gedistribueerde
 digitale content te beheren en om ongeautoriseerd gebruik ervan te
 voorkomen. DRM bestaat in veel vormen en kan worden aangebracht in
 hardware of in software. In de dagelijkse praktijk vinden we DRM bij
 cd’s met kopieerbeveiliging3, online diensten voor het downloaden van
 muziek of boeken, dvd’s die alleen in bepaalde landen kunnen worden afgespeeld of bij ‘pay-
 per-view’ televisie.
 Over het gebruik van digital rights management is nogal wat discussie. Voorstanders ervan zien
 het als een noodzakelijke middel om auteursrechthebbenden in staat te stellen hun werk te
 beschermen tegen ongeautoriseerd kopiëren. Dit zou noodzakelijk zijn om het produceren van
 oorspronkelijk werk economisch interessant te houden.
 Tegenstanders zien DRM als middel om extra munt te slaan uit oorspronkelijk materiaal. Door
 het gebruik ervan te beperken, stijgt het aantal verkoopmogelijkheden. Tegenstanders vinden
 het woord ‘rights’ misleidend omdat het bij DRM in de eerste plaats gaat om het beperken van
 het gebruik van materiaal. Tegenstanders signaleren ook dat auteursrechthebbenden via DRM
 vaak beperkingen proberen op te leggen die in het verleden niet bestonden en dat de
 bescherming van materiaal via DRM in een aantal opzichten verder gaat dan de bescherming
 die de auteurswetgeving biedt. DRM-systemen worden ook gezien als competitiebeperkend.
 (2008a) De aanzienlijk kost die distributeurs moeten maken voor DRM moet worden
 geabsorbeerd en zorgt er dus voor dat een kleiner deel van de consumentenprijs terugvloeit
 naar de makers van de werken.4
 De term ‘digital rights management’ zelf staat ook al ter discussie. ‘Digital restrictions
 managent’ zou een alternatieve, juistere benaming zijn. Volgens May (2007) is ‘digital rights
 management’ naar voor geschoven door de contentindustrie omdat het relatief neutraal klinkt.
 Vroeger werd eerder van ‘kopieerbeveiliging’ gesproken. Andere termen zoals ‘technical
 protection measures’, ‘content controle’ en ‘digital rights restrictions’ zijn accurater, maar
 minder of niet gangbaar. May gebruikt daarom toch ‘digital rights management’ (en wij doen
 dat hier verder ook).



3 Het logo op deze pagina is dat van het ‘Copy Controlled’-beschermingssysteem dat tussen 2001 en 2006 door
  EMI en Sony BMG in diverse regio’s werd gebruikt op audio-cd’s. Het logo is een geregistreerd handelsmerk en
  wordt hier geciteerd voor onderwijskundige doeleinden. De eigenaars van het handelsmerk worden op geen
  enkele manier verondersteld de inhoud van dit document te onderschrijven.
4 Schattingen van de kosten voor DRM belopen één miljard US$ voor 2007, oplopend tot 1,9 miljard per jaar
  tegen 2012. (Jaques 2007) Ter vergelijking: De omzet van de audiomarkt in de Verenigde Staten tussen 2008 en
  2012 wordt geschat op negen miljard US$ per jaar en blijft min of meer constant (door de gestaag dalende cd-
  verkoop). (McQuivey 2008, 10)

                                                                          10
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



Recentelijk horen we in de media positievere geluiden over de grote platenmaatschappijen en
DRM. Waar zij tot voor kort hardnekkig vasthielden aan allerlei technieken voor
kopieerbeveiliging in Internetdownloads, lijkt men overstag te gaan voor de druk van de
consument en de concurrentie van het (illegale) circuit van de peer-to-peernetwerken. Maar
uitspraken als die hieronder doen vermoeden dat dit niet noodzakelijk voor altijd het geval zal
zijn:
       Erwin Goegebeur, de directeur van EMI België, zegt dat ‘het experiment met drm-vrije
       muziek via iTunes zijn vruchten afwerpt. De consument vraagt duidelijk naar muziek
       zonder de verwarrende technologie.’ Volgens de platendirecteur is er met
       kopieerbeveiliging op zich niets mis. ‘Alleen bleef de technologie mank lopen en zijn
       we beter af zonder drm zoals we ze nu kennen’, aldus Goegebeur. (2007)
Bovendien gaat het hier enkel om de muziekindustrie. Filmindustrie en uitgeverij lijken nog
niet geneigd de DRM-optie over boord te gooien. DRM is voorlopig een economische en
sociale realiteit.
       ‘DRM evolved over the past two decades to serve corporations that needed a means to
       deal with information piracy, peer-to-peer file sharing and various regulatory
       requirements,’ said Robert Rosenberg, president of Insight Research. ‘So in a sense
       DRM did not arise to meet the needs of end users, and in fact it may be said to have
       evolved to spite the end user. Organisations like Creative Commons have emerged to
       balance the respective and sometimes conflicting rights of artists and creators, media
       companies, and individuals who share content. But, by and large, the focus of the DRM
       industry is to protect the rights of the owner of the content, not the end user.’ (Jaques
       2007)
In de rest van dit hoofdstuk bespreken we eerst een aantal sociale problemen die zich kunnen
voordoen als informatie wordt ingekapseld in een DRM-systeem. In het tweede deel halen we
een aantal conclusies boven uit een consumentenonderzoek naar DRM. De uitkomsten van
deze Europese enquête, die enkele jaren geleden werd gehouden, kunnen misschien helpen
verklaren waarom de muziekindustrie op het moment de DRM-piste aan het verlaten is.

2.1 Sociale problematiek van DRM

2.1.1 ‘Fair use’
Als er in de context van DRM wordt gesproken over ‘fair use’ (billijk gebruik) refereert men
aan de rechten die het auteursrecht of de rechtspraak niet reserveert voor de rechthebbende.
Sommigen zien deze privileges of wettelijke uitzonderingen als de mazen in het net van het
auteursrecht, terwijl anderen menen dat die een onvervreemdbaar deel uitmaken van de
precaire balans tussen eigendomsrechten op intellectueel materiaal en de gebruikers hiervan.
Vandaag de dag doet vrijwel elk DRM-systeem een aanslag op het gevestigde ‘billijk gebruik’
van muziek, films of boeken. Toekomstige, nog ongekende vormen van ‘fair use’ kunnen door
DRM bij voorbaat al worden verhinderd. Speciale uitzonderingen op het auteursrecht kunnen


                                                                        11
Digital Rights & Copyleft
    (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                          License.



 onmogelijk worden gemaakt. Te denken valt aan uitzonderingen voor het onderwijs,
 onderzoek, doorverkoop, bibliotheken en gehandicapten.
 Wie denkt DRM te omzeilen in voor wettelijk toegelaten uitzonderingen op het intellectuele
 eigendom, denkt beter twee keer na. Omdat gebleken is dat DRM-systemen niet onbreekbaar
 zijn5, wordt inmiddels gerechtelijke bescherming voorzien op wereldschaal. Het WIPO
 Copyright Treatment (WCT), dat ook door België werd ondertekend en hier in 2006 in
 werking trad, stelt:
         The Treaty obliges the Contracting Parties to provide legal remedies against the
         circumvention of technological measures (e.g., encryption) used by authors in
         connection with the exercise of their rights and against the removal or altering of
         information, such as certain data that identify works or their authors, necessary for the
         management (e.g., licensing, collecting and distribution of royalties) of their rights
         (“rights management information”). (1996)
 Dit werd in de Verenigde Staten doorgevoerd bij wet in de Digital Millennium Copyright Act
 (DMCA) in 1998. De Europese richtlijn 2001/29/EC, ook bekend als de EU Copyright
 Directive (EUCD), dwong de leden van de Europese Unie dit gegeven in wet om te zetten.
 Hierover is verhitte discussie geweest. Voorstanders van DRM vinden dat bewust opgelegde
 technische beperkingen een uitdrukking zijn van de wensen van de rechthebbende over wat er
 met zijn materiaal al dan niet mag gebeuren. Het illegaal maken van het omzeilen van die
 technieken is niet meer dan de wettelijke fundering van het idee dat de wens van de recht­
 hebbende steeds prevaleert. Tegenstanders vinden het hoe dan ook onwenselijk dat de hand van
 de rechthebbende zich via DRM zo ver uitstrekt dat hij in staat is om toegelaten wettelijk
 uitzonderingen op het auteursrecht te verhinderen. Door het omzeilen van DRM te
 criminaliseren, krijgt een rechthebbende een ijzeren hand – zelfs in die gevallen waarin het
 auteursrecht dat oorspronkelijk niet wenselijk achtte.
 Ook in de Belgische auteurswet is nu rechtsbescherming opgenomen tegen het omzeilen van
 “doeltreffende technische voorzieningen door een persoon die weet of redelijkerwijze behoort
 te weten dat hij aldus handelt”. (Elst 2007, 159) Om de uitzonderingen op de rechten van de
 auteur hiermee niet volledig te ontkrachten vereist de auteurswet daarnaast wel dat “de recht­
 hebbenden binnen een redelijk termijn, afdoende vrijwillige maatregelen moeten nemen [...]
 om ervoor te zorgen dat aan de gebruiker van het werk de nodige middelen verschaft worden
 om gebruik te kunnen maken van (een aantal van) de uitzonderingen op de exclusieve rechten.”
 (Elst 2007, 159)



5 Zelfs als encryptietechnieken niet kunnen worden omzeild, is er nog het ‘analog hole’ of het ‘analog
  reconversion problem’ (alweer een eufemisme van de contentindustrie). Digitale informatie moet om
  waarneembaar te zijn voor de menselijke zintuigen altijd in een analoog formaat worden omgezet. Het is dan
  relatief eenvoudig om van die analoge weergave weer een digitale (onbeschermde) opname te maken. Er is een
  lobby van de contentindustrie om ook dit ‘gat’ te dichten, onder andere via wettelijk verplichte beperkingen in
  afspeelapparatuur. De technische haalbaarheid van het dichten van het ‘analog hole’ staat even zeer ter discussie
  als de pogingen ertoe.

                                                                          12
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



Wat men zich hierbij in de praktijk moet voorstellen, is echter onduidelijk. Het lijkt
bijvoorbeeld onwaarschijnlijk dat distributeurs zullen ingaan op verzoeken van individuele
consumenten om een thuiskopie te kunnen maken, zelfs als dit legitiem zou zijn. Daarnaast is
er de praktische consequentie van het moeten verwerken van mogelijk zeer veel (al dan niet
legitieme) verzoeken om van de uitzonderingen gebruik te maken. Het verwerken van de
aanvragen van alle docenten die videomateriaal willen gebruiken in hun les (zich beroepend op
de uitzondering in het mededelingsrecht waarbij de kosteloze privé-uitvoering in het kader van
schoolactiviteiten is toegelaten) zou wel eens een tijdrovende, dure klus zijn voor een
distributeur.

2.1.2 Privacy
Doordat de bedoeling van DRM is te kunnen bepalen wie onder welke omstandigheden
gebruik maakt van beschermd materiaal, is privacy een voor de hand liggend issue bij een
dergelijk systeem. Er zijn DRM-systemen die voor elk gebruik van een bestand ‘naar huis
bellen’ om te zien of dit wel is toegelaten. Dit laat bijvoorbeeld toe dat een distributeur
individuele gebruikspatronen vastlegt en hiervan commercieel gebruik maakt.
DRM wordt vaak ingezet in een context waarin mensen gewend zijn in alle anonimiteit
gebruik te maken van een werk, zoals in hun eigen huis. Anonimiteit heeft zijn waarde bij het
ontdekken en gebruiken van intellectueel materiaal. De mogelijkheid om anoniem informatie
te bekomen, kan worden gezien als een essentieel onderdeel van het recht op vrije menings­
uiting. Het vervangen van anonimiteit door surveillance zal informatiegebruikers er zeker van
weerhouden sommige bronnen te raadplegen.
De Data Protection Working Party, een onafhankelijk adviesorgaan van de Europese Unie op
het gebied van databescherming en privacy, sprak zijn zorg uit over het nadelig effect dat het
(legitiem) gebruik van technologiën om werken te beschermen zou kunnen hebben op de
bescherming van de persoonlijke gegevens van individuen.
       As for the application of data protection principles to the digital management of rights,
       [the Working Party] has observed, an increasing gap between the protection of
       individuals in the off-line and on-line worlds, especially considering the generalised
       tracing and profiling of individuals. The Working Party calls for a development of
       technical tools offering privacy compliant properties, and more generally for a
       transparent and limited use of unique identifiers, with a choice option for the user.
       (2005a, 8)
Systemen voor kopieerbescherming die de privacy beschermen zouden wel mogelijk zijn, maar
worden niet direct gebruikt.
       The design choice to pierce anonymity using DRM is not a necessary choice or
       foregone conclusion. It is one choice among many. Content protection does not
       require information about the identity of individuals accessing that content. (Fewer,
       Gauvin en Cameron 2007, 16)




                                                                        13
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



Zelfs in een situatie waarin overheden en consumentenorganisaties kunnen garanderen dat
privacy binnen een DRM-systeem gewaarborgd blijft, ligt de macht aan de kant van de
distributeur en is de informatiegebruiker dus kwetsbaar. We kunnen ons dan ook vragen
stellen bij de wenselijkheid van zoiets als ‘privacy vriendelijke’-DRM.

2.1.3 Concurrentie
Een risico van digital rights management is dat het innovatie, concurrentie en keuze­
mogelijkheden voor de consument in de weg kan staan. DRM kan gebruikt worden om
kunstmatige beperkingen op te leggen. Daardoor worden buitenstaanders uitgesloten van
concurrentie. DRM-standaarden lijken in eerste instantie een oplossing voor allerlei
compatibiliteitsproblemen te zijn, maar dit is mogelijk niet zo. Zeker als zo’n standaard wordt
ontwikkeld door een kartel van gevestigde bedrijven binnen een sector, is waakzaamheid
geboden. Een gestandaardiseerde DMR-oplossing laat juist toe dat gevestigde bedrijven de
markt onderling verdelen en zo concurrentie uitsluiten. Een voorbeeld: Als alle distributeurs
voor e-books hetzelfde DRM-systeem toepassen, kan iedereen met willekeurige e-reader alle
boeken die hij in licentie heeft lezen. Echter, als de achtste Harry Potter maar via een enkele
distributeur beschikbaar is, kan de prijs hoog gehouden worden. Vanuit dit standpunt kan het
wettelijk beschermen van DRM-oplossingen dan ook in vraag gesteld worden, zeker als het
erom gaat de zogenaamde ‘vrije markt’ te beschermen.
DRM stelt distributeurs ook in staat om informatiegoederen selectief beschikbaar te maken.
Een bekend fenomeen is de regiocode voor dvd’s. Op deze manier probeert men te vermijden
dat goederen die in een armer land beschikbaar komen voor een lagere prijs worden
geïmporteerd naar rijkere landen en daar de verkoop ondermijnen. Goederen worden eerst
voor een hoge prijs aangeboden in de markten waar men de hoogste opbrengst denkt te halen,
en pas later in economisch minder interessante gebieden. Arme landen beschikken op die
manier altijd het laatst over informatiegoederen – pas als rijkere markten verzadigd zijn, komt
materiaal beschikbaar in ontwikkelingslanden.

2.1.4 Afhankelijkheid & Interoperabiliteit
Dat DRM de consument zeer afhankelijk kan maken van de leverancier van de informatie,
toont het recente geval waarbij Microsoft de stekker uit de autorisatieservers trekt van het
DRM-systeem van MSN Music Store – een dienst die Microsoft al enige tijd geleden verving
door Zune Marketplace. Doordat de autorisatieservers binnenkort niet meer beschikbaar zijn,
kunnen klanten van de verdwenen webwinkel straks hun nummers niet meer afspelen als zij
hun computer upgraden of herinstalleren. Ze kunnen immers geen nieuwe autorisatiesleutels
meer aanvragen. (Molenaar 2008) Dat betekent in feite dat die nummers op termijn
onbruikbaar worden. De door Microsoft geboden ‘oplossing’ (het op cd-rom branden van de
nummers) is omslachtig, duur en geeft kwaliteitsverlies. (2008)
Interoperabiliteit is een risico bij DRM. Interoperabiliteit veronderstelt dat informatie­
materialen door de legitime gebruiker kunnen gebruikt worden op verschillende manieren, dus


                                                                        14
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



zonder van toestellen of software van een bepaalde fabrikant gebruik te hoeven maken.
Momenteel zijn DRM-systemen nogal ‘vertikaal’, wat inhoudt dat ze de klant dwingen om
binnen een bepaald platform te blijven. Dat werkt ook ‘lock-in’ in de hand: Omdat een
consument zijn aangekocht materiaal wil kunnen blijven gebruiken en geen variëteit aan
software of hardware wenst aan te schaffen voor het werken met bestanden van verschillende
platforms, zal hij geneigd zijn binnen zijn oorspronkelijke DRM-systeem te blijven en in zijn
keuzemogelijkheden beperkt zijn tot de leveranciers die informatiemateriaal, toestellen of
software (mogen) maken voor dit platform. Een gekend voorbeeld van gebrek aan inter­
operabiliteit zijn de afzonderlijke DRM-systemen voor digitale muziekbestanden van Apple en
Microsoft.

2.1.5 Eerste verkoop
DRM-systemen kunnen worden gebruikt om het doorverkopen, uitlenen en zelfs het weggeven
van informatiegoederen te beperken. Voor traditionele informatiegoedederen zoals boeken en
cd's bestaat een tweedehandsmarkt. Dit is mogelijk door het recht op eerste verkoop: De
uitgeverij of distributeur verkoopt de informatie op een fysieke drager. Daarna eindigt de
controle die de rechthebbenden op dit object kunnen uitoefenen. De eigenaar ervan kan het
verkopen, uitlenen of weggeven. Een digitale variant met DRM laat dit niet toe.
Wie niet meer is geïnteresseerd in een e-book of digitaal muziekbestand, kan dit momenteel
niet doorverkopen. Voor wie bereid (of genoodzaakt) is te wachten tot materiaal in het
goedkopere tweedehandscircuit komt, is dit een stap terug. Het informele leenverkeer wordt
onmogelijk gemaakt. In ontwikkelingslanden, waar de tweedehandsmarkt belangrijk is en een
betaalbaarder bron vormt voor allerlei goederen, is de de remmende werking van de
beperkingen op doorverkoop nog sterker. Als bijvoorbeeld schoolboeken niet meer
tweedehands kunnen worden aangekocht, heeft dat een weerslag op de gemeenschap als geheel.
Recentelijk zagen we trouwens zelfs dat ook het doorverkopen (of zelfs weggooien!) van
auteursrechtelijk materiaal in fysieke vorm wordt aangevochten. Universal betwist het
doorverkopen van door hen gratis verstrekte promotie-cd’s via eBay en:
       De Electronic Frontier Foundation vreest dat, wanneer Universal in deze zaak gelijk
       krijgt, het hek van de dam zal zijn. Uitgevers zouden de doorverkoop van alle boeken,
       platen en dvd's kunnen verbieden en de rechten van de koper zouden zo onderuit
       gehaald kunnen worden. Uitgevers zien niet graag dat hun producten worden
       doorverkocht, omdat tweedehands exemplaren concurreren met nieuwe. (Stapel 2008)
Ook waren er berichten over een mogelijk verbod op ongeautoriseerd herstel of doorverkoop
van HP-printers waarin gebruik werd gemaakt van octrooien, en enige opschudding over een
(overigens ongebruikt) patent van Sony op een methode om het gebruik van PS3-spellen te
verhinderen op andere PS3-consoles dan dat waarop het aanvankelijk werd geactiveerd (met
alle consequenties van dien voor uitleen en doorverkoop). Het laatste geval zou een voorbeeld
zijn van vergaande DRM op een fysieke drager (de spellen worden op dvd uitgegeven).




                                                                        15
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



2.1.6 Rem op opensource-software
Opensource-software wordt ontwikkeld in samenwerkingsverband door programmeurs die
werken op vrijwillige basis. Deze programma’s worden vrijgegeven onder licenties die iedereen
toelaten de code ervan te zien en te verbeteren (hierover meer in hoofdstuk 3). Opensource-
software is een verre van marginaal verschijnsel: een groot deel van het Internet wordt in stand
gehouden op basis van dit soort software. Opensource-software laat niet alleen het gebruik en
het verbeteren van software toe, maar maakt het ook mogelijk software beschikbaar te maken
in locale versies, in de taal van de gebruikers. Voor kleine taalgebieden (die typisch on­
interessant zijn voor grote softwarehuizen) is dit extra interessant. Het schept ook ongekende
mogelijkheden voor organisaties of landen die geen geld hebben om aan softwarelicenties te
besteden maar wel over de nodige technische expertise beschikken om dit soort software te
gebruiken.
Opensource-software is in essentie onverenigbaar met DRM. DRM sluit de software of
bestanden met inhoud immers volledig af van de gebruiker, waardoor die alleen over de door
de fabrikant voorziene functionaliteiten beschikt en dat zonder te weten hoe die precies
werken. Wie de ‘shrinkwrap’-licenties van ‘gesloten’ software leest, weet bovendien dat die
vaak clausules bevatten waarin de sofware ‘as-is’ ter beschikking wordt gesteld – eigenlijk
zonder enige garantie dat ze werkt. Het kan dus zijn dat je auto niet goed rijdt, terwijl je ook
nog eens niet onder de motorkap mag kijken.
In de opensource-filosofie moet de gebruiker de mogelijkheid hebben om de programma’s aan
een nader onderzoek te onderwerpen. Dat betekent dat dit soort software nooit kan worden
ingezet in een context waar DRM van toepassing is. Immers, wie kan zien hoe software­
programma’s werken, kan zien hoe het DRM-mechanisme functioneert en dit vervolgens
omzeilen. Het gevolg is dat de voordelen van opensource-software niet kunnen worden
gebruikt in een gebied waar DRM wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: Een opensource e-reader zal
nooit DRM-beschermde e-books kunnen weergeven.
Dit heeft wederom een extra impact in die gebieden van de wereld waar opensource-software
een noodzaak is omdat commerciële alternatieven niet binnen het financieel bereik liggen.

2.1.7 Toegankelijkheid voor gehandicapten
In veel landen bevat het auteursrecht provisies die het mogelijk maken gehandicapten toegang
te geven tot informatiemateriaal. Zolang dit zonder winstbejag is, mag vaak zonder
toestemming van de auteur een ‘toegankelijke’ versie van bijvoorbeeld een boek worden
gemaakt. Doven, blinden en mensen met andere beperkingen kunnen zo kennis nemen van
materiaal dat anders voor hen buiten bereik blijft.
Juist door het beschikbaar komen van informatie in digitaal formaat wordt informatie dan ook
gemakkelijker toegankelijk voor mensen met beperkingen. De recente evoluties in de
informatie- en communicatietechnologie zijn voor hen meer dan voor anderen een revolutie.
Een elektronisch boek kan door een computer worden voorgelezen of weergegeven op een
braille-terminal, waardoor een blinde niet meer afhankelijk is van en hoeft te wachten op een

                                                                        16
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



vrijwilliger die een opname maakt of een versie in braille typt. Er is geen vertraging meer op
materiaal met actualiteitswaarde – de blinde kan hiervan gelijk met de ziende kennis nemen.
DRM kan hier een sta-in-de-weg vormen. Het e-book van Adobe kan worden voorgelezen,
maar het formaat laat distributeurs ook toe deze mogelijkheid voor een specifiek boek af te
zetten. Als een DRM-formaat of -implementatie het voorlezen helemaal niet toelaat, is het
omzeilen van deze beperking illegaal (zie boven). Op deze manier heeft DRM de technische
mogelijkheid om wettelijk toegelaten uitzonderingen op het auteursrecht te blokkeren, met alle
gevolgen van dien voor zwakkere informatiegebruikers.

2.1.8 Bibliotheken
Bibliotheken spelen een belangrijke maatschappelijke rol omdat ze alle leden van de gemeen­
schap in staat stellen om toegang te krijgen tot kennis, ideeën, meningen en culturele en
wetenschappelijke informatie. In onderzoek en onderwijs is toegang tot informatie essentieel.
De toevoeging van digitale informatie aan bibliotheekdiensten heeft het belang van de
bibliotheek daarbij nog versterkt. De manier waarop die toegang tot digitaal materiaal wordt
verstrekt is soms technisch en juridisch complex. DMR verhoogt die complexiteit nog eens.
Het kan toegang verhinderen (waar dit bijvoorbeeld wel zou zijn toegelaten onder het locale
auteurrecht) of onnodig ingewikkeld maken. De bibliotheek wordt bovendien nog
afhankelijker van de leverancier. Het onderhandelen over uitzonderingen op digitale
beperkingen is voorbehouden aan de grotere, rijkere bibliotheken.
       The result is that the digital divide will increase as under-resourced libraries or those in
       smaller, rural or underprivileged communities (ironically standing to benefit most from
       digital technologies) lose out on their statutory rights. (2005)
Voor bibliotheken en archieven die een rol spelen bij het conserveren en beschikbaar houden
van ons cultureel en wetenschappelijk erfgoed is DRM een extra handicap. De problemen met
het bewaren van digitaal materiaal, dat regelmatig moet worden aangepast aan nieuwe data­
formaten, applicatie- en besturingssysteemsoftware en dragers, zijn op zich al groot. Het
gebruik van producentspecifieke DRM-formaten levert grote risico’s naar toekomstige
ontsluiting van het materiaal. De kans dat de juiste hard- en software om het weer te geven in
de toekomst niet meer beschikbaar zijn, is reëel.
Anderzijds moeten we vermelden dat DRM een aantal mogelijkheden biedt voor bibliotheken
wat betreft het uitlenen van werken. Het is onwaarschijnlijk dat bibliotheken toelating zullen
krijgen voor zoiets als het uitlenen van actuele boeken via Internet als er geen enkele vorm van
controle kan zijn op het aantal (gelijktijdige) uitleningen of op de uitleentermijn. Het gaat hier
dan echter wel om het extern beschikbaar maken van materialen (met mogelijk ook weer de
nodige issues voor de consument).
In de context van erfgoed kunnen we nog opmerken dat DRM bedrijven toelaat zich werk toe
te eigenen dat deel uitmaakt van het publieke domein.




                                                                        17
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



2.1.9 De Noord-Zuidproblematiek van intellectueel eigendom
Dat DRM speciaal voor armere landen problematisch kan zijn, werd in het voorafgaande al
enkele keren aangestipt. Dit is gerelateerd aan een breder issue, waarbij intellectuele eigendoms­
rechten in het algemeen een hindernis vormen voor de ontwikkeling van deze landen. In deze
tijd van digitale revolutie, waarin wereldwijde communicatie gemakkelijker is dan ooit,
verhindert de wetgeving op intellectueel eigendom het delen van informatie en van elkaar
leren.
Wie is geïnteresseerd in deze problematiek, kan de volgende publicatie als uitgangspunt nemen
voor verdere studie:
       Story, Alan, Colin Darch en Debora Halbert. 2006. The Copy/South Dossier. Issues in
       the economics, politics, and ideology of copyright in the global South. The
       Copy/South Research Group http://www.copysouth.org/ (Bezocht 2008-05-09).
Het dossier is integraal beschikbaar op Internet.

2.1.10 Is DRM houdbaar?
Ondanks DRM tieren ‘illegaal kopiëren’ en ‘Internetpiraterij’ welig. Aanvankelijk leek DRM
misschien dé manier om informatieconsumenten ‘eerlijk te houden’. Dat DRM wetgeving
nodig heeft om zich te kunnen handhaven, zou wel eens een symptoom van de onhoud­
baarheid van DRM kunnen zijn. Elk DRM-systeem kan worden omzeild (al is het maar door
de informatie analoog te kopiëren en eventueel kwaliteitsverlies voor lief te nemen) en het
delen van gegevens is technisch zo gemakkelijk geworden dat het bijna vanzelf gaat. De
beperkingen die DRM oplegt zouden er wel eens mede de oorzaak van kunnen zijn dat
consumenten zich wenden tot ongeautoriseerde kanalen zoals P2P-netwerken.
DRM straft bovendien de goedwillende consument. Als een kwaadwillende gebruiker een e-
boek wil downloaden dat beschikbaar is in onbeschermd formaat, zal die dat toch wel doen. De
goedwillende betaalt voor het boek en zit dan opgescheept met allerlei beperkingen. DRM-
systemen zijn bovendien een extra kostenpost voor informatiedistributie.
Tenslotte hindert DRM mogelijk een aantal cruciale aspecten van informatie, zoals beschik­
baarheid, gebruiksgemak en uitwisseling.

2.1.11 Alternatieven voor DRM
Een alternatief voor DRM is het bevorderen van cultuur via open licenties en zakenmodellen
die niet proberen een informatiepolitiestaat te installeren. Er zijn al voorbeelden van hoe dit
mogelijk is. Als men er in slaagt massaal flessenwater te verkopen in een land als België, waar
overal drinkbaar water uit de kraan komt, moet het ook mogelijk zijn MP3-downloads te
verkopen op een manier die kan concurreren met P2P-netwerken.
In een rapport van INDICARE over DRM en consumentenacceptatie worden de volgende
mogelijke alternatieven voor DRM genoemd (Helberger e.a. 2004, 104 e.v.):



                                                                        18
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



    ●    Open Licensing Schemes
         Dit komt neer op ‘gewoon geen DRM gebruiken’. Dit vereist een zeker vertrouwen
         tussen de producent en de consument en is eerder geschikt voor bepaalde soorten
         content met een hoge specialistische of actualiteitswaarde (bijvoorbeeld bij kranten) of
         waar de financiële kost van ‘lekken’ relatief klein is.
    ●    Sponsorship and Advertising
         Dit is analoog aan de gekende reclame van radio, televisie en websites.
    ●    Content Promotion
         Een voorbeeld hiervan is het gratis beschikbaar maken van muziek van nog onbekende
         artiesten, schrijvers, etc.
    ●    Promotion of Complementary Products and Services
         Denk aan bijkomende diensten (bijvoorbeeld toegang via een mobiele telefoon),
         bijkomende hardware (een specifiek toestel om de bestanden mee weer te geven) of
         andere producten (concerttickets, merchandising, etc.).
    ●    Syndication
         Verkoop van werk via andere aanbieders, bijvoorbeeld een platenmaatschappij die
         muziek aanbied via de fabrikant van mobiele telefoons of via de ISP als extra optie bij
         het Internetabonnement.
    ●    Levies
         Makers en distributeurs worden vergoed via heffingen op fysieke dragers (harde
         schijven, usb-sticks, ...) en afspeelapparatuur (mp3-spelers, computers, ...). Momenteel
         worden heffingen eigenlijk vooral gebruikt als schadeloosstelling voor illegaal gebruik
         van werken.
Voor elk van deze alternatieven zijn nu al voorbeelden te vinden. In hoeverre ze in een
economische praktijk levensvatbaar zullen zijn, zal afhangen van veel factoren, zoals het
aangeboden materiaal, de doelgroep en het business model van de distributeur.

2.2 Consumentenonderzoek naar DRM
INDICARE staat voor INformed DIalogue about Consumer Acceptability of DRM Solutions
in Europe. De doelen van het INDICARE-project, dat in 2006 werd afgesloten, waren het
bevorderen van het bewustzijn rondom DRM, helpen bij het in overeenstemming brengen van
de heterogene belangen van de diverse spelers en het ondersteunen van de ontwikkeling van
een gemeenschappelijke Europese positie wat betreft de consumenten- en gebruikersproblemen
bij DRM-oplossingen.
Het INDICARE-project heeft enkele jaren geleden twee consumentenonderzoek uitgevoerd:
Eén naar het gebruik van digitale muziek en DRM (Dufft e.a. 2005) en één naar digitale video
en DRM (Dufft e.a. 2006). De doelstelling van deze onderzoeken was “to gather reliable data
on the preferences and behaviour of European consumers with respect to digital goods and on
their awareness and acceptance of DRM.” (Dufft e.a. 2006, 6)


                                                                        19
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



Met name het onderzoek naar muziek is interessant omdat veel Internetgebruikers al daad­
werkelijke ervaring hebben met digitale muziek. Hierdoor kon men in het onderzoek veel
concrete vragen stellen over het effectief gebruik ervan en niet over potentieel of voorgenomen
gebruik. Dat levert namelijk vaak oppervlakkige resultaten op. Het onderzoek betrof zeven
Europese landen (Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Spanje, Frankrijk, Hongarije, Nederland en
Zweden) en meer dan 4800 respondenten, wat het statistisch zeer relevant maakt.
Hieronder volgen enkele interessante conclusies uit het onderzoek over digitale muziek en
DRM, hier en daar aangevuld met informatie uit het onderzoek over digitale video. Daarbij
moet worden opgemerkt dat er soms belangrijke verschillen zijn tussen de onderzochte landen.
In het volgende kijken we alleen naar de Europese gemiddelden.
    ●    Het gebruik van digitale muziek is onder Europese Internetgebruikers wijd verbreid.
         69% van de Internetgebruikers ervaring heeft met muziek op de computer, waarbij 34%
         hun computer regelmatig gebruikt voor digitale muziek.
    ●    De belangrijkste redenen om géén digitale muziek te gebruiken, zijn gebrek aan kennis
         (38%), gebrek aan tijd (25%) en gebrek aan technische uitrusting (22%). Deze laatste
         reden kan ook wijzen op een gebrek aan kennis: De meeste Internetgebruikers
         beschikken immers wel degelijk over het juiste materiaal om digitale muziek te
         gebruiken. Door het gebruik van digitale muziek snel en eenvoudig te maken, kan dus
         nog een grote markt worden aangeboord.
    ●    Digitale muziek is niet hetzelfde als ‘Internetdownloads’. Het merendeel van de digitale
         muziek komt van eigen cd's of die van vrienden. Het gebruik van P2P-netwerken is ook
         een populaire bron. Hoewel een derde van de Internetgebruikers een online
         muziekwinkel heeft gebruikt, doet nog geen 10% dit enkele keren of meer per maand.
    ●    Het op cd branden, het delen en het
         lokaal opslaan van muziekbestanden
         wordt door alle gebruikers van digitale
         muziek veel gedaan (zie de grafiek
         hiernaast). Hieruit concluderen de
         auteurs dan DRM-systemen die deze
         activiteiten sterk beperken niet snel
         zullen kunnen rekenen op acceptatie
         door de consument. Consumenten zijn
         eraan gewend geraakt te kunnen
         branden, delen en opslaan en zullen
         kiezen voor een digitaal muziekaanbod                                       Gebruik van digitale muziek (Dufft e.a. 2005, 17)

         dat dit gedrag wel ondersteunt.
    ●    Hoewel het merendeel het Internet gebruikt om gekende muziek van gekende artiesten
         te downloaden (85%), blijkt een aanzienlijk deel ook onbekende muziek van gekende
         artiesten (44%) of muziek van onbekende artiesten (32%) te downloaden. De auteurs



                                                                        20
Digital Rights & Copyleft
(cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                      License.



       zien dit als een indicatie dat het Internet een goede bron is voor consumenten om
       nieuwe muziek en nieuwe artiesten te leren kennen.
  ●    Bijna twee derde van de gebruikers van digitale muziek die een nieuwe artiest ontdekten
       op het Internet, heeft daarna een cd van die artiest gekocht. Dit geldt zelfs voor 57% van
       de jongeren. 16% van de downloaders kocht digitale muziek van zijn nieuwe artiest en
       maar liefst 33% ging naar een concert. De auteurs komen tot een interessante
       economische gevolgtrekking:
                 We can conclude that the Internet is an excellent tool for musicians and their
                 labels to promote new works. This is particularly true for less known musicians.
                 This finding calls into question frequent claims by the music industry that the
                 large availability of music on the Internet does depress music sales. Music on
                 the Internet rather seems to support the marketing activities of music labels.
                 The music industry should, therefore, aim at making it easy for consumers to
                 discover new music on the Internet. Rather than discouraging file sharing with
                 DRM technology, they should support sharing and recommendation features.
                 (Dufft e.a. 2005, 22)
  ●    Consumenten hechten belang aan de interoperabiliteit en duurzaamheid van digitale
       muziekbestanden. 84% van de gebruikers vind het tamelijk (26%) of heel (58%)
       belangrijk dat bestanden tussen verschillende toestellen kunnen worden uitgewisseld.
       45% maakt zich in meer of mindere mate zorgen over het kunnen blijven gebruiken van
       bestanden in de toekomst. Muziekleveranciers zouden er dus goed aan doen inter­
       operabiliteit te promoten, bijvoorbeeld door organisaties voor technische standaarden te
       ondersteunen.
  ●    In de context van DRM wordt vaak gesproken over de (on)mogelijkheden van het weer
       verkopen van ‘gebruikt’ materiaal dat niet langer interessant wordt gevonden. Slechts
       een kwart van de gebruikers zou dit in meer of mindere mate willen kunnen doen – het
       merendeel (56%) wil dit helemaal niet. (Het zou interessant zijn eens te onderzoeken of
       dit overeenkomt met de tweedehandsmarkt in cd's: Laten de meeste mensen hun niet-
       langer-gedraaide cd's gewoon in de kast staan?)
  ●    Niet alleen willen gebruikers geen muziekdiensten die hun flexibiliteit beperken, het
       onderzoek ontkracht tevens de bewering van contentproviders dat consumenten allerlei
       features en flexibele gebruiksrechten verwachten zonder daarvoor te willen betalen. Een
       paar voorbeelden: 63% betaalt liever één euro voor een nummer waarmee men kan
       doen wat men wil in plaats van vijfig cent voor een nummer dat men maar drie keer
       kan branden of kopiëren. 86% betaalt liever één euro voor een nummer dat op alle
       toestellen kan worden afgespeeld dan vijftig cent voor een nummer dat maar op één
       soort toestel werkt. 56% betaalt liever één euro voor een nummer dat kan worden
       gedeeld met familie en vrienden dan de helft voor een nummer dan niet kan worden
       gedeeld.
  ●    De meerderheid van de consumenten wil de muziek die zij kopen graag ‘bezitten’ en
       wijst beperkingen in tijd voor het gebruik van muziekbestanden af. Streaming en huren

                                                                      21
Digital Rights & Copyleft
(cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                      License.



       zijn dan ook voor de meesten mindere interessant opties. 79% betaalt liever één euro
       voor een ‘eindeloos’ nummer dan twintig cent voor een nummer dat gedurende één
       maand kan worden afgespeeld.
  ●    Consumenten zijn (nog) geen fan van een techniek als ‘watermerken’ die het toelaat om
       illegaal gebruikt materiaal terug te voeren op de consument aan wie het materiaal ooit
       was verkocht. Materiaal met een watermerk is typisch niet beperkt qua gebruik, maar
       toch betaalt een kleine meerderheid liever meer voor een onbeperkt muziekbestand
       zonder watermerk, of minder voor een muziekbestand zonder watermerk en met
       kopieerbeperkingen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de onbekendheid van deze
       technologie.
  ●    Met de consumentenkennis over DRM is
       het nog zeer triest gesteld in Europa.
       Zoals uit het taartdiagram hiernaast blijkt,
       weet 63% van de digitale muziek­
       gebruikers helemaal niet wat DRM is en
       weet 86% dit niet of niet precies. Het
       kennisniveau over DRM stijgt met leeftijd
       en opleidingsniveau en mannen menen er
       meer over te weten dan vrouwen.
       Opvallend genoeg zijn frequente
       gebruikers van digitale muziek niet beter
       dan gemiddeld geïnformeerd. Het
       onderzoek over digitale video geeft
       vergelijkbare percentages. Hierin stellen
       de onderzoekers ook:                                                                 Kennis van DRM (Dufft e.a. 2005, 36)

                 DRM awareness will probably rise over time, when commercial offerings
                 protected by DRM technologies are becoming more widely used and
                 consumers start reaching the limits that DRM can set to usage. For example,
                 consumers that purchased digital content replacing their computers or mobile
                 devices may find that licensed content becomes inaccessible because they were
                 not able to backup their DRM licenses. Hence, independent music producers
                 and labels, for example, are abandoning DRM technologies and use this
                 decision as promotion for their content and consumer-friendliness [...]. (Dufft
                 e.a. 2006, 33)
  ●    De online-winkels lijken niet al te scheutig te zijn met het verstrekken van informatie
       over DRM op de muziek die zij verstrekken. 79% van de gebruikers heeft geen idee of
       de muziek die zij het laatste kochten een vorm van bescherming bevatte. 71% weet niet
       of er sprake van van gebruiksbeperkingen op dat materiaal en nog eens 16% weet het
       wel, maar niet in welke mate. Van de kopers van digitale video weet maar 33% te
       vertellen of het laatst gekochte materiaal al dan niet beschermd was. Gezien het feit dat
       de meeste gebruikers flexibiliteit wensen bij het gebruik van aangekocht materiaal,


                                                                      22
Digital Rights & Copyleft
(cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                      License.



       lopen online-winkels het risico op teleurgestelde (wegblijvende) klanten als zij hun
       kopers niet beter beginnen te informeren.
  ●    Van de gebruikers van digitale muziek kan 43% het niet schelen of er auteursrecht rust
       op muziek. 14% zegt niet te weten wat copyright is. Onder tieners zijn deze percentages
       nog hoger (47% en 24%). Het onderzoek naar digitale video geeft een hoger percentage
       (50%) van Internetgebruikers die het iets kan schelen of er auteursrecht op digitale video
       rust, met een duidelijk verschil tussen tieners (40%) en ouderen (55%).
  ●    Er heerst grote onzekerheid over welk gebruik van digitale muziek is toegelaten en
       welke niet. De onderzoekers voeren dit onder meer terug op de onduidelijkheid over
       het maken van privé-kopieën in de auteurswetgeving van de meeste Europese landen.
       Ook het ongenuanceerde, criminaliserende beeld dat in ‘anti-piracy’-campagnes wordt
       opgehangen over Internet-downloaders zou kunnen leiden tot onzekerheid over legale
       issues.
  ●    Weinig gebruikers zijn op de hoogte van privacy-issues die spelen bij DRM. Van de
       ondervraagden die een minimaal begrip heeft van DRM, weet de helft niet dat DRM-
       systemen kunnen worden gebruikt voor monitoring en het maken van consumenten­
       profielen. Maar 17% is om deze reden tegen het gebruik van DRM. Het onderzoek over
       digitale video geeft vergelijkbare uitkomsten. Zware Internetgebruikers of frequente
       gebruikers van digitale video zijn even ongeïnformeerd over DRM als de lichte
       gebruikers. Tieners weten er het minst over.
  ●    Veel gebruikers weten niet wat ze moeten denken van DRM. Tussen een kwart en een
       derde van de ondervraagden had geen mening over de statements in de tabel ‘Mening
       over DRM’. Een grote groep is er van overtuigd dat DRM bedoeld is om de winsten van
       de muziekindustrie te vergroten. De groep die denkt dat DRM helpt om muzikanten te
       compenseren is al kleiner. Vooral oudere gebruikers (die minder geneigd zijn om via
       P2P muziek te zoeken) nemen
       DRM voor lief – dat hoort nu
       eenmaal bij online
       muziekwinkels. Met name de
       frequente gebruikers van digitale
       muziek betalen liever een heffing
       op blanco opslagmedia dan voor
       beschermde bestanden. Maar iets
       meer dan de helft ziet DRM als
       een middel om alleen maar te
       hoeven betalen voor de muziek
       zie ze echt willen (losse nummers
       versus volledige albums).                       Mening over DRM (Dufft e.a. 2005, 44)


  ●    Peer-to-peer (P2P)-netwerken krijgen veel aandacht als het gaat om de problematiek van
       illegaal kopiëren en hun gebruikers worden gestigmatiseerd als ‘piraten’. Het onderzoek


                                                                      23
Digital Rights & Copyleft
(cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                      License.



       richtte zich daarom in meer detail op de (regelmatige) P2P-gebruikers en kwam tot de
       volgende conclusies:
       ○     P2P-gebruikers zijn voornamelijk tieners (32% van de internetgebruikers tussen 10
             en 19 jaar is een regelmatige P2P-gebruiker tegenover 14% van de 40-plussers). P2P-
             gebruikers zijn vaker mannen dan vrouwen.
       ○     P2P-gebruikers experimenteren met allerlei soorten digitale muziek en zijn veel
             vaker dan gemiddeld ook gebruiker van digitale muziek op een draagbare speler of
             telefoon. Opvallend genoeg hebben de meeste P2P-gebruikers een relatief kleine
             hoeveelheid muziek op hun PC staan.
       ○     P2P-ers gebruiken ook vaker dan gemiddeld het Internet om onbekende muziek of
             artiesten te ontdekken. Daarbij zijn P2P-ers er niet alleen maar op uit gratis muziek
             binnen te halen. 60% kocht een cd, 34% ging naar een concert en 15% kocht meer
             digitale muziek van een nieuw ontdekte artiest. Dat is maar juist onder het
             gemiddelde van alle Internetgebruikers en hier geldt dus ook dat
                            P2P users are [...] an interesting customer group for the music industry.
                            Contrary to the common picture of ‘illegal file sharers’ that do not
                            want to pay for music, we find that an above average share of P2P users
                            have purchased music from online music stores over the past 6 months
                            (36% compared to 29% on average) and/or used subscription services
                            (17% compared to 11%). It is also interesting to see that their evaluation
                            of online music stores and their willingness to pay a higher price for
                            digital content with more flexible usage rights or the ability to transfer
                            music to different devices does not differ significantly from the average
                            use. (Dufft e.a. 2005)
       ○     P2P-ers liggen wel minder wakker van auteursrecht: 57% kan het niet schelen of er
             auteursrecht op muziek rust (tegenover 43% gemiddeld). Ze zijn er ook vaker van
             overtuigd dat het legaal is om P2P-netwerken te gebruiken voor het verkrijgen of
             aanbieden van muziek.




                                                                      24
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.




3 Copyleft
Laten we beginnen met te stellen wat ‘copyleft’ niet is. Het is geen
parodie op copyright. Het is geen ontkenning van het auteursrecht of
intellectueel eigendom per se. Het is geen oproep voor het kapen van
oorspronkelijk materiaal. Het is geen anarchistische beweging. Zoals we
hieronder zullen zien is ‘copyleft’ een serieus alternatief om te
voorkomen dat een bepaalde creatie wordt afgeschermd van vrije verspreiding, juist door
gebruik te maken van het auteursrecht.
Copyleft is ontsproten aan de wereld van softwareprogrammeurs, waar het principe een eerste
toepassing vond in de General Public License en mee aan de basis lag van de ‘free and open
source’-beweging. Inmiddels heeft het een bredere toepassing gekregen onder makers van ander
oorspronkelijk werk. Via de Creative Commons-licenties is copyleft een eenvoudig toepasbare
praktijk geworden voor iedereen die auteursrechtelijk beschermd werk creëert of bezit en dit
gedeeltelijk wil vrijgeven aan de gemeenschap.
Zoals we zullen zien, houdt het copyleftprincipe niet alleen vrijgave in, maar ook bescherming
van het materiaal. Niet, zoals bij DRM, tegen de gebruiker, maar tegen het verdwijnen ervan
uit het publieke domein.

3.1 Open Source
       “[T]o use copyright law to build a world of software that must be kept free”
       (Lessig 2004, 280)


3.1.1 Geschiedenis
De schrijver van de eerste ‘open source’-licentie voor software, Richard Stallman, had een hekel
aan intellectuele eigendomsrechten voor software en was er van overtuigd dat deze onnodig
waren om programmeurs te motiveren om code te schrijven. Hij vond dat ze het gebruik en de
verspreiding van software tegenwerkten. Hij vond het delen van elkaars code ‘a fundamental
act of friendship’ en het kopiëren van software ‘as natural as breathing’ (bij De Laat 2005,
1519). Vanuit een hedendaags perspectief lijkt dat misschien een extreem concept, gewend als
we zijn aan het andere uiterste met zijn licentiecodes, software-activering over het Internet en
campagnes als ‘Windows Genuine Advantage’ die er op uit zijn de rechten op programmatuur
zo veel mogelijk voor te behouden aan de producent ervan.
Maar Stallman kwam uit de computeroertijd, waarin software bestemd was voor specifieke
hardware en fabrikanten niet wakker lagen van het beschermen van de software. Die draaide
toch niet op andermans machines. Dat betekende dat er een gemeenschap van onderzoekers en
ontwikkelaars ontstond die vrije toegang had tot de software die op hun computers draaide en
die naar believen kon aanpassen en verbeteren. Net zoals wetenschappelijk werk stond
computercode open voor kritiek en verbetering door iedereen met voldoende inzicht in de


                                                                        25
Digital Rights & Copyleft
    (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                          License.



 materie. Echter, naar mate software ‘portable’ werd en relatief gemakkelijk kon worden
 overgezet tussen verschillende systemen, werd het economisch aantrekkelijk (in de visie van
 sommigen) om te zorgen dat de code ervan niet meer beschikbaar was voor iedereen. Dit had
 de ‘noodzaak’ tot het geheim houden van de inhoud van software tot gevolg.6
         Thus, the practice of proprietary code began to spread, and by the early 1980s,
         Stallman found himself surrounded by proprietary code. The world of free software
         had been erased by a change in the economics of computing. And as he believed, if he
         did nothing about it, then the freedom to change and share software would be
         fundamentally weakened. (Lessig 2004, 280)
 Als tegenreactie begon Stallman in 1984 aan de ontwikkeling van
 een vrij besturingssysteem, in de hoop op die manier vrije
 softwareontwikkeling deels in stand te kunnen houden. Hij
 richtte de Free Software Foundation op en begon aan het GNU7-
 project, dat resulteerde in het GNU/Linux-besturingssysteem.
 Om de door vrijwilligers geschreven programmacode van het
 project te beschermen, creëerde hij een tegendraads soort van
 licentie, die mee aan de bron ligt van de ‘open source’-beweging.
                                                                                                                         Het GNU-logo

 3.1.2 Definitie
 Wat ‘open source’ is, laat zich het gemakkelijkst uitleggen aan de hand van de definitie van het
 Open Source Initiative (OSI). Na verwoede discussies binnen de opensource-gemeenschap heeft
 OSI vastgesteld wat nu eigenlijk opensource-software is. Dat is software die wordt uitgebracht
 onder een licentie die:
      1. Het gebruik, de correctie en het aanpassen van de broncode van het programma vrijelijk
         toelaat; én
      2. De vrije distributie toelaat van het programma en de correcties en aanpassingen erop; én
      3. Geen personen of groepen uitsluit van het gebruik van het programma; én


6 In dit verband is het goed om te weten dat softwarecode op twee manieren gepubliceerd kan worden: als
  ‘broncode’ (source code) of als ‘objectcode’. Broncode wordt meestal opgeslagen als tekstbestand en bevat de door
  de ontwikkelaar in een programmeertaal geschreven routines. Als zodanig is zo’n bronbestand leesbaar (en
  herbruikbaar) voor andere programmeurs. Objectcode wordt (via een ‘compiler’, een vertaalprogramma) van de
  broncode afgeleid en zo geschikt gemaakt om door een specifiek soort computer te worden ingelezen en
  uitgevoerd. Bestanden in objectcode noemt men wel ‘binaries’ omdat de programmatuur die erin is vervat is
  gereduceerd tot enen en nullen en voor mensen onleesbaar is. Wie alleen over de objectcode van een programma
  beschikt, heeft een technisch probleem als hij de precieze werking ervan wil kennen. Objectcode is van een veel
  lager abstractieniveau dan broncode en het terugvertalen van objectcode naar broncode is een uitermate
  moeizaam of zelfs onmogelijk proces. Door alleen de objectcode van software vrij te geven en niet de broncode,
  kan men software in een functionele vorm distribueren zonder het achterliggende raderwerk te hoeven bloot te
  geven. Software waarvan de leesbare broncode wél vrij beschikbaar is, noemt men daarom ‘open source’.
7 GNU is een recursief acroniem dat staat voor ‘GNU's Not Unix’. Stallman vond precies de verwikkelingen
  rond het eigendomsrecht van het besturingssysteem UNIX uitermate onverkwikkelijk.

                                                                          26
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



    4. Alle vormen van gebruik toelaat.
Deze voorwaarden zorgen ervoor dat bij opensource-software een cyclus ontstaat waarin de
broncode voortdurend wordt aangepast en weer beschikbaar wordt gemaakt ten voordele van
iedereen. (Bovenstaande voorwaarden zijn overigens maar de belangrijkste – de volledige lijst
van de in totaal tien vereisten van de Open Source Definition (OSD) is te vinden op de website
van OSI.)

3.1.3 Belangrijkste licenties
De meest invloedrijke opensource-licenties werden al in de jaren 1980 geformuleerd: de General
Public Licence (GPL) en de Berkeley Software Distribution (BSD)-licentie. De verschillen
tussen de twee reflecteren fundamentele meningsverschillen over intellectueel eigendom en
zakelijke belangen.
De GPL werd opgesteld door Richard Stallman en het mag dan ook niet verbazen dat die in
alle opzichten al voldeed aan de bovengenoemde voorwaarden van OSI voor een opensource-
licentie. Maar daarnaast bevat de GPL een intrigerende vondst: Aanpassingen van de code of
software die op de code is gebaseerd mogen alleen opnieuw in omloop worden gebracht onder
dezelfde licentievoorwaarden als de oorspronkelijke code. Niet alleen de code wordt door­
gegeven – de rechten die bij de code horen moeten óók doorgegeven worden.
Dat heeft twee implicaties:
    1. Alle afgeleide code blijft altijd beschikbaar in het publieke domein. Zelfs als er een
       commerciële versie van de code wordt uitgebracht, moet tegelijkertijd de broncode
       worden gepubliceerd.
    2. Alle code die eenmaal onder de GPL is uitgebracht, blijft voor altijd gebonden aan de
       GPL.
De licentie wordt daarom wel vergeleken met een virus: vanaf het moment dat code is uit­
gebracht onder de GPL zijn alle volgende generaties ‘besmet’ met die licentie. Niemand mag
zich een latere versie van de code toe-eigenen. Het paradoxale is dat hier het auteursrecht
(‘copyright’) wordt gebruikt om origineel materiaal stevig te verankeren in het publieke
domein en voor altijd voor iedereen beschikbaar te houden. Vandaar dat de GPL de bijnaam
‘copyleft’ heeft gekregen.
De tweede belangrijke opensource-licentie is van iets later datum, maar bevat dit ‘virus’ niet.
De schrijvers van de BSD-licentie waren al gewend aan en overtuigd van de voordelen van de
opensource-praktijk. Wie goede software wilde maken, redeneerden ze, zou die praktijk ook
zonder beperkende clausules wel volgen. Het ging hen er vooral om dat software zo breed
mogelijk verspreid en gebruikt kon worden. De BSD-licentie is dan ook vrijzinniger dan de
GPL en laat toe om nieuwe versies van code te verspreiden in gesloten vorm.
BSD en GPL zijn nog altijd de meest gebruikte opensource-licenties. Uiteraard ontstonden er
in de loop der jaren alternatieven, geschreven door mensen die niet volledig tevreden waren
met de bestaande licenties. Het merendeel hiervan is echter een afgeleide van de BSD (de

                                                                        27
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



meeste) en GPL (enkele), en geen van de nieuwe licenties is ooit algemeen gebruikt. De enige
uitzondering is misschien de Hacktivismo-licentie, die een radicalere versie is van de GLP en
politieke beperkingen oplegt voor het (her)gebruik van de code. Zo mag de code niet gebruikt
worden voor schendingen van de mensenrechten. Vanwege die gebruiksbeperkingen is het
overigens geen opensource-licentie in de definitie van OSI.
Enkele statistische gegevens over de opensource-licenties die in 2005 in gebruik waren op twee
grote ontwikkelplatformen laten zien dat het grootste deel van de ontwikkelaars van
opensource-software hun programma’s onder een GPL(-achtige) licentie openbaar maakt (De
Laat 2005, 1520):

                   Platform                                         Freshmeat                          Sourceforge
                   Website                                   http://freshmeat.net/              http://sourceforge.net/
                   Aantal softwarepaketten                             36.000                              60.000
                   Onder een licentie van de...
                   ... GPL-familie                                       77%                                 79%
                   ... BSD-familie                                       15%                                 14%
                   In het publiek domein                                1,3%                                2,6%

Slechts een heel klein deel van de programmatuur wordt volledig vrijgegeven in het publieke
domein (door afstand te doen van het auteursrecht). De meeste programmeurs die aan
opensource-projecten werken kiezen er dus voor om auteursrechtelijke aanspraak te maken op
de code die ze beschikbaar stellen én stellen dat toekomstige aanpassingen aan hun code voor
iedereen beschikbaar moet blijven.

3.1.4 Een revolutionair concept?
Is het vrij beschikbaar willen houden van softwarebroncode een revolutionair concept? Niet
volgens Lessig:
       [Stallman] was seeking a way to rebuild a kind of freedom that was taken for granted
       before. Through the affirmative use of licenses that bind copyrighted code, Stallman
       was affirmatively reclaiming a space where free software would survive. He was
       actively protecting what before had been passively guaranteed. (2004, 280)
De aanhangers van opensource zijn van mening dat kunnen voortbouwen op elkaars werk
noodzakelijk is voor het creëren van goede software. Dit is vergelijkbaar met de werkwijze in
de academische wereld, waar het kunnen kennisnemen van elkaars werk ook van essentieel
belang wordt geacht. In een wetenschappelijke context behoudt de onderzoeker meestal zijn
volledige auteursrechten. In de wetenschap volstaat het dat men kennis kan nemen van
andermans bevindingen in een vakgebied, en dus dat teksten en de kennis die erin besloten ligt
beschikbaar zijn. Het voortschrijden van de wetenschap wordt niet direct gediend door
bestaande teksten te herwerken maar eerder door nieuwe, oorspronkelijke ideeën en teksten te
genereren. Het auteursrecht (met de daarbinnen gedefinieerde uitzonderingen voor bijvoor­

                                                                        28
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



beeld citaties) volstaat daarom in die context. (De beschikbaarheid van wetenschappelijke
informatie is hierbij natuurlijk wel cruciaal. De issues die hier rond bestaan, hebben onder
andere geresulteerd in een beweging als Open Access. Zie voor deze problematiek de dossiers
rond ‘de informatiestroom van auteur tot lezer’.)
Bij softwareontwikkeling volstaat het niet om telkens vanaf nul te moeten beginnen bij het
vormgeven van een idee – dit is ontzettend inefficiënt en foutgevoelig. Voortbouwen op een
reeds bestaande ‘tekst’ helpt juist om bestaande fouten te elimineren en om sneller nieuwe
functionaliteiten te kunnen toevoegen. Men zou daartoe kunnen volstaan met het vrijgeven
van code in het publieke domein, maar zoals we eerder zagen, kiest het merendeel van de
programmeurs daar niet voor omdat dit te veel vrijheden zou inhouden. De meeste
ontwikkelaars willen erkend worden als de auteur van een specifiek stuk code (en dat in alle
afleidingen ervan). Daarnaast wil men dat toekomstige verbeteringen beschikbaar komen voor
iedereen.
Waar in juridische termen originele werken auteursrechtelijk zijn beschermd of tot het
publieke domein behoren (doordat een auteur zijn rechten heeft opgegeven of doordat de
beschermingstermijn is verjaard), vinden we bij opensource een alternatief regime. Daarbij
wordt de functie die het intellectuele eigendomsrecht speelt bij ‘gesloten’ software omgedraaid.
Via contractuele uitzonderingen wordt het auteursrecht niet langer gebruikt om anderen uit te
sluiten, maar om hen te betrekken bij het ontwikkelen van de software – zij het niet zonder
meer. Zoals we hebben gezien leggen de opensource-licenties wel degelijk beperkingen op aan
deelnemende ontwikkelaars (de GPL al wat meer dan de BSD).
       ‘Open source and free software’ is not software in the public domain. Instead, like
       Microsoft’s software, the copyright owners of free and open source software insist
       quite strongly that the terms of their software license be respected by adopters of free
       and open source software. (Lessig 2004, 264)
Bij opensource-software spelen intellectuele eigendomsrechten dus nog altijd een rol, zij het een
onorthodoxe. De makers claimen auteursrecht op hun programma’s en vanuit hun recht als
auteur, voegen ze vervolgens een licentie toe die het toekomstig gebruik van ervan bepaalt.

3.2 Creative Commons
       “Some rights reserved”
Naar analogie van ‘open source’ is er iets ontstaan als ‘open
content’: oorspronkelijk werk (teksten, muziek, foto’s, films, ...)
gepubliceerd op een manier waarbij expliciet aan iedereen
toestemming wordt verleend om het werk onder bepaalde
voorwaarden te kopiëren of te bewerken. Het grootste
opencontent-project is Wikipedia, dat wordt gepubliceerd onder
de GNU Free Documentation License (GFDL). Hoewel GFDL
kan worden gebruikt voor willekeurig welk materiaal, was de licentie in de eerste plaats
bedoeld voor documentatie bij opensource-software die onder GPL-vlag wordt verspreid.


                                                                        29
Digital Rights & Copyleft
  (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium
                                                                        License.



De opencontent-licentie die de de facto standaard aan het worden is, is echter Creative
Commons, ‘het gedeelde oorspronkelijk goed’. Opensource-licenties waren het initiatief van
softwareontwikkelaars zelf, terwijl de Creative Commons-licenties ontwikkeld zijn door
juristen. Intiatiefnemer is Lawrence Lessig, een Amerikaans professor in de rechten en
voorvechter van een evenwichtig systeem van intellectueel eigendomsrecht, met name in
technische toepassingen.

3.2.1 Filosofie
Het debat rond auteursrechten en andere vormen van intellectueel eigendom is sterk
gepolariseerd. Enerzijds is er de visie waarin het gebruik van een werk volkomen is geregula­
riseerd en alle rechten zijn voorbehouden aan de wettige eigenaar. In de alternatieve,
anarchistische visie is er sprake van grote vrijheid voor hergebruik, met als keerzijde een groot
risico op misbruik en ontmoediging van de makers van origineel werk. Creative Commons is
in het leven geroepen om het grijze gebied tussen de extremen van volledig auteursrecht (‘alle
rechten voorbehouden’) en het publieke domein (‘geen rechten voorbehouden’) duidelijker te
kunnen definiëren.
De Creative Commons-licenties laten auteursrechthebbenden (of hun vertegenwoordigers) toe
om aanspraak te maken op de auteursrechten die op een werk berusten en tegelijkertijd aan te
geven onder welke omstandigheden of op welke manier een werk zonder meer mag worden
gebruikt (‘sommige rechten voorbehouden’).



                                 all rights reserved        some rights reserved          no rights reserved


Op deze manier hoopt men een bijdrage te leveren aan het terugbrengen van een evenwicht dat
lange tijd werd gegarandeerd door het auteursrecht: dat tussen vernieuwing en bescherming.
Creative Commons wil in reactie op ontwikkelingen binnen het auteursrecht (zoals de
verlenging van de beschermingsduur en de verminderde toegang tot beschermde werken door
onder andere DRM) de mogelijkheid bieden aan makers om hun werk vrij te verspreiden via
internet en op die manier het publieke domein te vergroten. Via Creative Commons-licenties is
het mogelijk om werk waarop intellectuele eigendomsrechten rusten gedeeltelijk vrij te geven
voor publiek gebruik.
Dit werkt in essentie op dezelfde manier als bij de hiervoor besproken licenties voor open­
source-software. Creative Commons zelf verwijst expliciet naar opensource als inspiratiebron:
       We use private rights to create public goods: creative works set free for certain uses.
       Like the free software and open-source movements, our ends are cooperative and
       community-minded, but our means are voluntary and libertarian. We work to offer
       creators a best-of-both-worlds way to protect their works while encouraging certain
       uses of them — to declare ‘some rights reserved.’ (2007a)




                                                                        30
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)
Digital Rights & Copyleft (Dossier)

Más contenido relacionado

Similar a Digital Rights & Copyleft (Dossier)

Workshop Digital Radio (03/27/2009)
Workshop Digital Radio (03/27/2009)Workshop Digital Radio (03/27/2009)
Workshop Digital Radio (03/27/2009)Maarten Verwaest
 
Wat is open office.org
Wat is open office.orgWat is open office.org
Wat is open office.orgRoel Palmaers
 
Long Tail Tot Second Life
Long Tail Tot Second LifeLong Tail Tot Second Life
Long Tail Tot Second LifeDenis De Bruyne
 
Presentatie saMBO~ICT 2010
Presentatie saMBO~ICT 2010Presentatie saMBO~ICT 2010
Presentatie saMBO~ICT 2010Wytze Koopal
 
Web 2.0 in de openbare bibliotheek (presentatie)
Web 2.0 in de openbare bibliotheek (presentatie)Web 2.0 in de openbare bibliotheek (presentatie)
Web 2.0 in de openbare bibliotheek (presentatie)Jan Van Hee
 
Bib 20
Bib 20Bib 20
Bib 20mgas
 
Web X.0 (evolution from the static web to the intelligent web) in nederlands
Web X.0 (evolution from the static web to the intelligent web) in nederlandsWeb X.0 (evolution from the static web to the intelligent web) in nederlands
Web X.0 (evolution from the static web to the intelligent web) in nederlandsKaren De Groof
 
Inleiding open source
Inleiding open sourceInleiding open source
Inleiding open sourceFARO
 
OpenTechTalks: Haal méér uit Chrome en Firefox (Gregory Deseck & Merijn Supply)
OpenTechTalks: Haal méér uit Chrome en Firefox (Gregory Deseck & Merijn Supply)OpenTechTalks: Haal méér uit Chrome en Firefox (Gregory Deseck & Merijn Supply)
OpenTechTalks: Haal méér uit Chrome en Firefox (Gregory Deseck & Merijn Supply)Avansa Mid- en Zuidwest
 
Top Technologie Voor De Genkse Bibliotheek
Top Technologie Voor De Genkse BibliotheekTop Technologie Voor De Genkse Bibliotheek
Top Technologie Voor De Genkse Bibliotheekjosewa
 

Similar a Digital Rights & Copyleft (Dossier) (20)

Workshop Digital Radio (03/27/2009)
Workshop Digital Radio (03/27/2009)Workshop Digital Radio (03/27/2009)
Workshop Digital Radio (03/27/2009)
 
Wat is open office.org
Wat is open office.orgWat is open office.org
Wat is open office.org
 
Module 1 Nmm
Module 1 NmmModule 1 Nmm
Module 1 Nmm
 
Long Tail Tot Second Life
Long Tail Tot Second LifeLong Tail Tot Second Life
Long Tail Tot Second Life
 
Presentatie saMBO~ICT 2010
Presentatie saMBO~ICT 2010Presentatie saMBO~ICT 2010
Presentatie saMBO~ICT 2010
 
Bib20
Bib20Bib20
Bib20
 
Web 2.0 in de openbare bibliotheek (presentatie)
Web 2.0 in de openbare bibliotheek (presentatie)Web 2.0 in de openbare bibliotheek (presentatie)
Web 2.0 in de openbare bibliotheek (presentatie)
 
Bib 20
Bib 20Bib 20
Bib 20
 
Web X.0 (evolution from the static web to the intelligent web) in nederlands
Web X.0 (evolution from the static web to the intelligent web) in nederlandsWeb X.0 (evolution from the static web to the intelligent web) in nederlands
Web X.0 (evolution from the static web to the intelligent web) in nederlands
 
Web 2.0 Vdab
Web 2.0 VdabWeb 2.0 Vdab
Web 2.0 Vdab
 
Publiek domein - namiddagsessie partnerevent 30 nov 2023
Publiek domein - namiddagsessie partnerevent 30 nov 2023Publiek domein - namiddagsessie partnerevent 30 nov 2023
Publiek domein - namiddagsessie partnerevent 30 nov 2023
 
Social Software
Social SoftwareSocial Software
Social Software
 
Inleiding open source
Inleiding open sourceInleiding open source
Inleiding open source
 
OpenTechTalks: Haal méér uit Chrome en Firefox (Gregory Deseck & Merijn Supply)
OpenTechTalks: Haal méér uit Chrome en Firefox (Gregory Deseck & Merijn Supply)OpenTechTalks: Haal méér uit Chrome en Firefox (Gregory Deseck & Merijn Supply)
OpenTechTalks: Haal méér uit Chrome en Firefox (Gregory Deseck & Merijn Supply)
 
Top Technologie Voor De Genkse Bibliotheek
Top Technologie Voor De Genkse BibliotheekTop Technologie Voor De Genkse Bibliotheek
Top Technologie Voor De Genkse Bibliotheek
 
Eindwerk Web2
Eindwerk Web2Eindwerk Web2
Eindwerk Web2
 
Een reis door de wereld van open source
Een reis door de wereld van open sourceEen reis door de wereld van open source
Een reis door de wereld van open source
 
Ict Bijscholing
Ict BijscholingIct Bijscholing
Ict Bijscholing
 
Software anno 2009
Software anno 2009Software anno 2009
Software anno 2009
 
Web 2.0
Web 2.0Web 2.0
Web 2.0
 

Digital Rights & Copyleft (Dossier)

  • 1. Digital Rights & Copyleft Dossier opleiding Master-na-Master Documentatie- en Bibliotheekwetenschap onderdeel Maatschappelijke Aspecten van Informatie student David Coppoolse documentversie 1.0i - 2009-09-14
  • 2. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. Voor het samenstellen van dit dossier werd gebruik gemaakt van opensource-software waar mogelijk: OpenOffice.org is een voor en door de gemeenschap ontwikkeld kantoorpakket dat draait op alle belangrijke computerplatformen (o.a. Windows, MacOS, Linux) en gebruik maakt van open, componentgebaseerde programmeerinterfaces en op XML gebaseerde bestandsformaten (OpenDocument). Website: http://www.openoffice.org/ Mozilla Firefox is momenteel de op één na populairste webbrowser. Firefox maakt gebruik van de opensource-opmaakmachine Gecko en voelt zich eveneens thuis op de belangrijkste computerplatformen. Website: http://www.mozilla.com/firefox Zotero is een Firefox-extensie die helpt bij het verzamelen, beheren en citeren van onderzoeksbronnen. Extensies voor tekstverwerkers (o.a. OpenOffice.org en Microsoft Word) en blogprogramma’s (o.a. WordPress) maken het mogelijk Zotero binnen die programma’s als referentiedatabank te gebruiken. Website: http://www.zotero.org/ This work is licensed under the Creative Commons Attribution- Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. To view a copy of this license, visit http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/ 2.0/be/ or send a letter to Creative Commons, 171 Second Street, Suite 300, San Francisco, California, 94105, USA. Documentversies 0.1 2008-03-20 Initiële bronnenlijst 0.3 2008-05-04 Conceptversie 1.0 2008-05-15 Definitieve versie 1.0i 2009-09-14 Versie voor Internet-publicatie. Geen inhoudelijke wijzigingen. Technische gegevens bronbestand Bestandsformaat OpenDocument Text Tekstverwerker OpenOffice.org 3.0 2
  • 3. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. Inhoudsopgave 1 Inleiding.......................................................................................................................................4 1.1 Digitale techniek: Kopieer- en distributiegemak..................................................................5 1.2 Alle macht aan de auteursrechthebbende?...........................................................................6 1.3 Het gemeenschappelijk kennisgoed.....................................................................................7 1.4 Dit dossier............................................................................................................................8 2 Digital rights management.........................................................................................................10 2.1 Sociale problematiek van DRM.........................................................................................11 2.1.1 ‘Fair use’..................................................................................................................11 2.1.2 Privacy....................................................................................................................13 2.1.3 Concurrentie...........................................................................................................14 2.1.4 Afhankelijkheid & Interoperabiliteit......................................................................14 2.1.5 Eerste verkoop........................................................................................................15 2.1.6 Rem op opensource-software .................................................................................16 2.1.7 Toegankelijkheid voor gehandicapten.....................................................................16 2.1.8 Bibliotheken............................................................................................................17 2.1.9 De Noord-Zuidproblematiek van intellectueel eigendom.......................................18 2.1.10 Is DRM houdbaar?................................................................................................18 2.1.11 Alternatieven voor DRM......................................................................................18 2.2 Consumentenonderzoek naar DRM..................................................................................19 3 Copyleft.....................................................................................................................................25 3.1 Open Source.......................................................................................................................25 3.1.1 Geschiedenis............................................................................................................25 3.1.2 Definitie..................................................................................................................26 3.1.3 Belangrijkste licenties..............................................................................................27 3.1.4 Een revolutionair concept?......................................................................................28 3.2 Creative Commons............................................................................................................29 3.2.1 Filosofie...................................................................................................................30 3.2.2 Juridische aspecten..................................................................................................31 3.2.3 Toepassingen...........................................................................................................32 4 Organisaties en initiatieven........................................................................................................34 5 Referenties.................................................................................................................................42 3
  • 4. Digital Rights & Copyleft © (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. 1 Inleiding Wie de laatste tijd het nieuws wat heeft gevolgd, ziet regelmatig berichten opduiken in de media die te maken hebben met intellectueel eigendom van digitaal materiaal. Enkele koppen: Amazon haalt Sony BMG binnen Amazon.com zal vanaf eind deze maand in zijn digitale muziekwinkel muziek van Sony BMG te koop aanbieden zonder kopieerbeveiliging. Dat maakte Sony BMG vrijdag bekend. Het is daarmee de vierde en laatste grote platenmaatschappij die zijn muziek zonder zogenaamde drm (digital rights management) aanbiedt via Amazon. (De Standaard, 2008-01-12) België voert strijd tegen internetpiraten op Al meer dan 70% van het plagiaatonderzoek ging in 2007 over piraterij op het internet, 5% meer dan in 2006. Dat blijkt uit cijfers van de Belgian Anti-piracy Federation (BAF). (Metro, 2008-03-27) Hogere internetfactuur in ruil voor gratis muziek Nadat platenmaatschappij Sony BMG het ideetje lanceerde om muziekliefhebbers voor een vast maandelijks bedrag onbeperkt muziek te laten downloaden, komt ook concurrent Warner op de proppen met een voorstel voor een all-in formule. (Metro, 2008-03-31) Copyrightlobby Riaa kostte 2 miljoen dollar in 2007 De Amerikaanse copyrightwaakhond Riaa heeft vorig jaar twee miljoen dollar uitgegeven aan pogingen om volksvertegenwoordigers over te halen strengere wetgeving op het gebied van intellectueel eigendom in stelling te brengen. (Tweakers.net, 2008-04-21) Microsoft trekt stekker uit MSN Music, klanten gedupeerd Microsoft houdt binnenkort op met ondersteuning van MSN Music, met als gevolg dat de drm-beveiligde muziek van betalende klanten ‘gevangen’ achterblijft. (Webwereld.nl, 2008-04-24) Dit fenomeen is al geruime tijd aan de gang. In 2004 schreef Lawrence Lessig in zijn boek Free Culture: How Big Media Uses Technology and the Law to Lock Down Culture: [T]he news is filled with stories about the RIAA lawsuits against almost three hundred individuals. Eminem has just been sued for ‘sampling’ someone else’s music. The story about Bob Dylan ‘stealing’ from a Japanese author has just finished making the rounds. [...] Congressmen are talking about deputizing computer viruses to bring down computers thought to violate the law. Universities are threatening expulsion for kids who use a computer to share content. Yet on the other side of the Atlantic, the BBC has just announced that it will build a ‘Creative Archive,’ from which British citizens can download BBC content, and rip, mix, and burn it. And in Brazil, the culture minister, Gilberto Gil, himself a folk hero 4
  • 5. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. of Brazilian music, has joined with Creative Commons to release content and free licenses in that Latin American country. (270) De spanning tussen auteursrechten en nieuwe technologieën is geen nieuw gegeven. Binnen de traditie van het auteursrecht heeft zich dit al diverse keren voorgedaan. Eerdere conflicten ontstonden rond muziek op de radio, films op televisie, kabeltelevisie en de videorecorder. In al deze gevallen ontstond een nieuwe status quo en wist de contentindustrie zich aan te passen en te floreren. In enkele gevallen waren wetsaanpassingen nodig. Zulke aanpassingen moeten met de nodige omzichtigheid worden gedaan en gebaseerd zijn op de sociale en economische noden van alle betrokken partijen. De technische ontwikkelingen in de digitale wereld verlopen echter snel en zijn soms ingrijpend. 1.1 Digitale techniek: Kopieer- en distributiegemak De opkomst van de personal computer en Internet heeft een revolutie veroorzaakt in de manier waarop de mensheid in staat is informatie te delen. Met relatief goedkope middelen kan ‘iedereen’1 zich tegenwoordig begeven op de ‘informatiesnelweg’. Door het Internet is de personal computer het nieuwe ‘raam op de wereld’ geworden, met als verschil dat de pc (in tegenstelling tot de televisie) de gebruiker niet alleen veel meer in staat stelt zelf te selecteren wat hij uit die wereld ontvangt, maar hem ook toelaat om zelf informatie uit te zenden op een manier die tot op heden ongekend was qua eenvoud en reikwijdte. Het is de technische natuur van het Internet (of toch van het gedeelte dat we ‘het web’ noemen) om de informatie letterlijk dicht bij de gebruiker te brengen: In essentie is een webbrowser een volautomatische kopieermachine, die bestanden over het netwerk kopieert van een computer op afstand (een host of server) naar de locale machine van de surfer om ze dan daar te interpreteren en (hopelijk) op een juiste manier weer te geven. Daarbij worden de bestanden meestal niet alleen in het geheugen van de pc gelaten, maar ook opgeslagen in een tijdelijke map (de cache) om het heropvragen bij de server van recent gebruikt materiaal overbodig te maken en zo het ‘surfen’ te versnellen. Deze oplossing zegt waarschijnlijk iets over de vroege ontwikkelaars van het web en het daarbinnen gebruikte HTTP-protocol. Het snel en eenvoudig kunnen delen van informatie was hun doel. In een omgeving met voor hedendaagse begrippen trage computers en netwerk­ verbindingen, was het kopiëren van materiaal voor (tijdelijk) hergebruik een goede oplossing. Dat de informatie zich daarmee ook op de computer van de gebruikers nestelde, was niet in strijd met de doelstelling van het delen van informatie – integendeel. When the Internet was first born, its initial architecture effectively tilted in the ‘no rights reserved’ direction. Content could be copied perfectly and cheaply; rights could not easily be controlled. Thus, regardless of anyone’s desire, the effective regime of copyright under the original design of the Internet was ‘no rights reserved.’ Content was ‘taken’ regardless of the rights. Any rights were effectively unprotected. (Lessig 2004, 276-277) 1 Een kanttekening die we hier moeten maken is dat de pc en het Internet toch voor een stuk zijn voorbehouden aan dat deel van de mensheid dat een bepaald economisch welvaartsniveau heeft bereikt. 5
  • 6. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. De opkomst van breedband-Internet heeft het kopieer- en distributievermogen van personal computer en Internet nog eens versterkt. Materiaal dat door zijn omvang tot voor kort nog vooral op fysieke dragers werd verspreid, begint meer en meer de weg door het netwerk te vinden (denk aan films). Voor klein materiaal gaat kopiëren bijna ongemerkt. Peer-to-peernetwerken hebben een mogelijkheid geschapen om bestanden uit te wisselen met willekeurig wie, buiten het klassieke client/servermodel van het Internet om.2 De populariteit van P2P-netwerken is door breedband-Internet nog toegenomen. Breedband is niet alleen snel, het heeft ook als implicatie dat gebruikers (of toch hun computers) langdurig of zelfs altijd online zijn. Materiaal dat wordt ‘ontdekt’ op een P2P-netwerk is daarom vaak ook onmiddellijk beschikbaar. 1.2 Alle macht aan de auteursrechthebbende? Dat potentieel voor ongebreideld kopiëren heeft een reactie uitgelokt van auteursrecht­ hebbenden. Via wetgeving, rechtszaken en aanpassingen aan de infrastructuur slagen rechthebbenden er meer en meer in om het originele, open karakter van het Internet te veranderen. De architectuur van en wetgeving rond het Internet lijkt in toenemende mate een omgeving te creëren waarin voor alle gebruik van ‘content’ toestemming nodig zal zijn. De contentindustrie probeert uit bedrijfseconomische overwegingen met technologische middelen de toegang tot auteursrechtelijk materiaal te controleren. Dit werkt beperkend op de beschikbaarheid van auteursrechtelijk beschermd materiaal, zeker voor economisch minder bedeelde groepen die zich de overblijvende toegangsmogelijkheden niet kunnen permitteren. Daarnaast is er een tendens om intellectueel eigendom steeds langer te gaan beschermen. In de Europese Unie is de verjaringstermijn van auteursrecht inmiddels gestandaardiseerd tot 70 jaar na het overlijden van de auteur (waar dit in België en Nederland 50 jaar was). Ook in de Verenigde Staten werd in 1998 een wet aangenomen waarin de auteursrechtelijke bescherming van werken werd verlengd van 50 tot 70 jaar na overlijden. De duur van het auteursrecht voor rechtspersonen ging van 75 jaar naar 95 jaar. De automatische toekenning van auteursrecht in de VS (in 1976 werd de verplichte registratie afgeschaft) heeft het aantal werken waarop auteursrecht rust aanzienlijk doen toenemen. Het resultaat is dat meer werk steeds langer aan het publieke domein wordt onttrokken. Lessig spreekt in dit verband over de overgang van een ‘vrije cultuur’ naar een ‘toestemmings­ cultuur’. Hij stelt dat we komen uit een traditie van ‘vrije cultuur’. Dat is niet noodzakelijk een anarchistische, maar één waarin de rechten van individuen en de gemeenschap zorgvuldig tegen elkaar worden afgewogen en worden gerespecteerd. 2 Peer-to-peernetwerk laten gebruikers toe bestanden op hun eigen computer beschikbaar te stellen voor anderen. Elke deelnemende machine wordt zo een server voor de andere computers in het netwerk. Meestal wordt een ‘listing’ van de beschikbare bestanden gepubliceerd op een centrale server, die van alle afzonderlijke bestandslijsten een index bouwt. Gebruikers kunnen door te zoeken in deze index materiaal ‘ontdekken’ en vervolgens kopiëren van de computer van een andere gebruiker (als die op dat moment online is). 6
  • 7. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. A free culture supports and protects creators and innovators. It does this directly by granting intellectual property rights. But it does so indirectly by limiting the reach of those rights, to guarantee that follow-on creators and innovators remain as free as possible from the control of the past. A free culture is not a culture without property, just as a free market is not a market in which everything is free. The opposite of a free culture is a ‘permission culture’—a culture in which creators get to create only with the permission of the powerful, or of creators from the past. (Lessig 2004, xiv) De ‘toestemmingscultuur’ is waar we volgens Lessing op af stevenen, en waar we ons tegen moeten verzetten. ‘A free culture has been our past, but it will only be our future if we change the path we are on right now.’ (xv) Christopher May citeert in Digital Rights Management. The Problem of Expanding Ownership Rights (2007, 61 e.v.) Siva Vaidhyanathan, die in de aanpassingen die de laatste tijd aan het gebeuren zijn in het veld rond intellectuele eigendomsrechten vier ‘capitulaties’ ziet: 1. De capitulatie van balans voor controle. Er is geen balans als de auteursrechthebbende alle macht bezit. 2. De capitulatie van het openbaar belang voor het individuele belang. In de discussies rondom intellectueel eigendom in de jaren 1990 ging het vooral over diefstal en pogingen de markt uit te breiden. Er was weinig publieke discussie over hoe auteurs­ recht een algemeen goed kan zijn dat een rijk openbaar leven en diverse democratische cultuur bevordert. 3. De capitulatie van democratisch overleg binnen natie-staten voor niet-verkozen, multilaterale, niet-gouvernementele organisaties. De bescherming van intellectueel eigendom was vroeger een locale aangelegenheid waarbij de bescherming van recht­ hebbenden en de gebruikers op elkaar kon worden afgestemd op basis van concrete maatschappelijke behoeften. Nu worden regels ‘van buitenaf’ opgelegd via verdragen als het WIPO Copyright Treaty. 4. De capitulatie van cultuur voor techniek. Vroeger was auteursrecht een compromis tussen producenten en gebruikers, dat democratisch werd onderhandeld, gerechtelijk werd gearbitreerd en vaak rommelig en imperfect was. Nu overtroeft (vaak slechte) techniek het openbaar belang van billijk gebruik en open toegang. 1.3 Het gemeenschappelijk kennisgoed In reactie op deze versterking van intellectuele eigendomsrechten is opnieuw een tegen­ beweging waar te nemen. Deze beweging richt zich niet tegen intellectueel eigendom op zich. Wel ageert men tegen de toenemende verarming die men denkt waar te nemen in het publieke domein van kennis en informatie als gevolg van de steeds restrictievere manier van omgaan met rechten op intellectueel eigendom. May legt in zijn hoofdstuk ‘Markets, property, and history’ (2007, 36 e.v.) uit hoe deze deze ‘knowledge commons’ langzaam onder druk is komen te staan sinds in het proto-kapitalistische Europa een markt in kennis en technologie ontstond. 7
  • 8. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. Waar informatie in wezen geen schaars goed is (we kunnen immers informatie aan iemand doorgeven zonder dat we daar afstand van moeten doen), begonnen ondernemers zich kennis en technieken eigen te maken met als strategisch doel de economische exploitatie hiervan. De juridische bescherming die men hiervoor zocht, was aanvankelijk zeer beperkt. Van zodra de eerste vormen van intellectueel eigendomsrecht ontstonden (in de Renaissance), zien we tegelijkertijd het besef groeien van een ‘knowledge commons’ (gemeenschappelijk kennisgoed). Temporele beperkingen op intellectueel eigendom werden ingezet om te zorgen dat sociaal nuttige kennis uiteindelijk het algemeen belang zou kunnen dienen. Dat hield tevens een erkenning in van het gegeven dat veel aspecten van ‘nieuwe’ kennis eigenlijk gebaseerd zijn op gegevens uit de ‘knowledge commons’. De ‘eigenaar’ van die nieuwe kennis is daarom schatplichtig aan die gedeelde bron. Het terugvloeien van nieuwe kennis naar de gedeelde bron is bovendien van cruciaal belang om verdere innovatie en creativiteit te stimuleren. Vandaar dat het weerhouden van materiaal aan het gemeenschappelijk kennisgoed aanvankelijk werd gezien als privilege, dat alleen onder bepaalde voorwaarden werd verleend en dan nog in de eerste plaats om de productie van bepaalde kennisgoederen of technieken te stimuleren. We denken hierbij aan de octrooien die rond 1500 ontstonden in het boekwezen, waarbij ‘kopij­ recht’ moest helpen een praktijk van roofdrukken in te perken. Deze privileges dienden om drukkers in staat te stellen de investeringen die moesten worden gedaan voor nieuwe uitgaven terug te verdienen. Dit was een tweesnijdend zwaard: de drukker had minder risico en de lezer kon beschikken over een diverser boekenaanbod. In het vervolg van de geschiedenis van de intellectuele eigendomsrechten zien we hoe deze vaak zeer tijdelijke, voorwaardelijke monopolies de status van rechten krijgen, met weinig of geen bijkomende plichten. Het idee dat kennis en informatie iemands eigendom kunnen zijn, werd steeds vanzelfsprekender en uiteindelijk normaal gevonden. Daaraan gekoppeld werden, met name in de twintigste eeuw, de omvang en duur van de juridische bescherming van wat ‘intellectueel eigendom’ ging heten, uitgebreid. These rights construct a scarcity of legitimate use which is far from natural, and indeed by limiting the use of such properties on the basis of wealth (by extracting a price for use) can hardly be said to be self-evidently to the benefit of all members of society. Therefore, significant time and effort is spent telling stories about intellectual property that are meant to justify its existence as a set of legal rights. (May 2007, 39) Bekijk in dit licht eens de digitalisering van bibliotheken en archieven. Met het optrekken van de verjaringstermijnen in het auteursrecht valt momenteel het grootste deel van de twintigste eeuw buiten bereik van dit soort projecten, tenzij veel energie worden gestoken in het achter­ halen van auteursrechthebbenden (die mogelijk helemaal niet meer geïnteresseerd zijn in uitoefening van hun rechten). Een groeiend zwart gat van recent materiaal is mogelijk het gevolg. 1.4 Dit dossier De problematiek van digitale rechten is complex gelaagd en zorgt voor veel discussie en beroering zowel aan de kant van de makers en de uitgeverijen, als die van de gebruikers. Het is 8
  • 9. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. bovendien een onderwerp in volle evolutie waarin allerlei partijen de windrichting proberen te veranderen, wat het een boeiend én actueel onderwerp maakt. Uiteraard moeten we ons in dit dossier tot een aantal aspecten beperken. Het volgende hoofdstuk, ‘Digital rights management’, behandelt kort een aantal sociale problemen die bij deze techniek komen kijken. We bekijken ook de conclusies van een Europees consumenten­ onderzoek rond DRM. In hoofdstuk drie, ‘Copyleft’, nemen we een tweetal initieven onder de loep die als doel hebben de ‘knowledge commons’ blijvend te voeden in een wereld waarin intellectueel eigendomsrecht steeds feller wordt verdedigd. Het vierde hoofdstuk tenslotte, is een oplijsting van een aantal organisaties en initiatieven die te maken hebben met de in dit dossier behandelde onderwerpen. Via hun websites is een weelde aan aanvullende informatie te bekomen. 9
  • 10. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. TM 2 Digital rights management Digital rights management (DRM) is een algemene benaming voor technieken die worden ingezet om het gebruik van gedistribueerde digitale content te beheren en om ongeautoriseerd gebruik ervan te voorkomen. DRM bestaat in veel vormen en kan worden aangebracht in hardware of in software. In de dagelijkse praktijk vinden we DRM bij cd’s met kopieerbeveiliging3, online diensten voor het downloaden van muziek of boeken, dvd’s die alleen in bepaalde landen kunnen worden afgespeeld of bij ‘pay- per-view’ televisie. Over het gebruik van digital rights management is nogal wat discussie. Voorstanders ervan zien het als een noodzakelijke middel om auteursrechthebbenden in staat te stellen hun werk te beschermen tegen ongeautoriseerd kopiëren. Dit zou noodzakelijk zijn om het produceren van oorspronkelijk werk economisch interessant te houden. Tegenstanders zien DRM als middel om extra munt te slaan uit oorspronkelijk materiaal. Door het gebruik ervan te beperken, stijgt het aantal verkoopmogelijkheden. Tegenstanders vinden het woord ‘rights’ misleidend omdat het bij DRM in de eerste plaats gaat om het beperken van het gebruik van materiaal. Tegenstanders signaleren ook dat auteursrechthebbenden via DRM vaak beperkingen proberen op te leggen die in het verleden niet bestonden en dat de bescherming van materiaal via DRM in een aantal opzichten verder gaat dan de bescherming die de auteurswetgeving biedt. DRM-systemen worden ook gezien als competitiebeperkend. (2008a) De aanzienlijk kost die distributeurs moeten maken voor DRM moet worden geabsorbeerd en zorgt er dus voor dat een kleiner deel van de consumentenprijs terugvloeit naar de makers van de werken.4 De term ‘digital rights management’ zelf staat ook al ter discussie. ‘Digital restrictions managent’ zou een alternatieve, juistere benaming zijn. Volgens May (2007) is ‘digital rights management’ naar voor geschoven door de contentindustrie omdat het relatief neutraal klinkt. Vroeger werd eerder van ‘kopieerbeveiliging’ gesproken. Andere termen zoals ‘technical protection measures’, ‘content controle’ en ‘digital rights restrictions’ zijn accurater, maar minder of niet gangbaar. May gebruikt daarom toch ‘digital rights management’ (en wij doen dat hier verder ook). 3 Het logo op deze pagina is dat van het ‘Copy Controlled’-beschermingssysteem dat tussen 2001 en 2006 door EMI en Sony BMG in diverse regio’s werd gebruikt op audio-cd’s. Het logo is een geregistreerd handelsmerk en wordt hier geciteerd voor onderwijskundige doeleinden. De eigenaars van het handelsmerk worden op geen enkele manier verondersteld de inhoud van dit document te onderschrijven. 4 Schattingen van de kosten voor DRM belopen één miljard US$ voor 2007, oplopend tot 1,9 miljard per jaar tegen 2012. (Jaques 2007) Ter vergelijking: De omzet van de audiomarkt in de Verenigde Staten tussen 2008 en 2012 wordt geschat op negen miljard US$ per jaar en blijft min of meer constant (door de gestaag dalende cd- verkoop). (McQuivey 2008, 10) 10
  • 11. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. Recentelijk horen we in de media positievere geluiden over de grote platenmaatschappijen en DRM. Waar zij tot voor kort hardnekkig vasthielden aan allerlei technieken voor kopieerbeveiliging in Internetdownloads, lijkt men overstag te gaan voor de druk van de consument en de concurrentie van het (illegale) circuit van de peer-to-peernetwerken. Maar uitspraken als die hieronder doen vermoeden dat dit niet noodzakelijk voor altijd het geval zal zijn: Erwin Goegebeur, de directeur van EMI België, zegt dat ‘het experiment met drm-vrije muziek via iTunes zijn vruchten afwerpt. De consument vraagt duidelijk naar muziek zonder de verwarrende technologie.’ Volgens de platendirecteur is er met kopieerbeveiliging op zich niets mis. ‘Alleen bleef de technologie mank lopen en zijn we beter af zonder drm zoals we ze nu kennen’, aldus Goegebeur. (2007) Bovendien gaat het hier enkel om de muziekindustrie. Filmindustrie en uitgeverij lijken nog niet geneigd de DRM-optie over boord te gooien. DRM is voorlopig een economische en sociale realiteit. ‘DRM evolved over the past two decades to serve corporations that needed a means to deal with information piracy, peer-to-peer file sharing and various regulatory requirements,’ said Robert Rosenberg, president of Insight Research. ‘So in a sense DRM did not arise to meet the needs of end users, and in fact it may be said to have evolved to spite the end user. Organisations like Creative Commons have emerged to balance the respective and sometimes conflicting rights of artists and creators, media companies, and individuals who share content. But, by and large, the focus of the DRM industry is to protect the rights of the owner of the content, not the end user.’ (Jaques 2007) In de rest van dit hoofdstuk bespreken we eerst een aantal sociale problemen die zich kunnen voordoen als informatie wordt ingekapseld in een DRM-systeem. In het tweede deel halen we een aantal conclusies boven uit een consumentenonderzoek naar DRM. De uitkomsten van deze Europese enquête, die enkele jaren geleden werd gehouden, kunnen misschien helpen verklaren waarom de muziekindustrie op het moment de DRM-piste aan het verlaten is. 2.1 Sociale problematiek van DRM 2.1.1 ‘Fair use’ Als er in de context van DRM wordt gesproken over ‘fair use’ (billijk gebruik) refereert men aan de rechten die het auteursrecht of de rechtspraak niet reserveert voor de rechthebbende. Sommigen zien deze privileges of wettelijke uitzonderingen als de mazen in het net van het auteursrecht, terwijl anderen menen dat die een onvervreemdbaar deel uitmaken van de precaire balans tussen eigendomsrechten op intellectueel materiaal en de gebruikers hiervan. Vandaag de dag doet vrijwel elk DRM-systeem een aanslag op het gevestigde ‘billijk gebruik’ van muziek, films of boeken. Toekomstige, nog ongekende vormen van ‘fair use’ kunnen door DRM bij voorbaat al worden verhinderd. Speciale uitzonderingen op het auteursrecht kunnen 11
  • 12. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. onmogelijk worden gemaakt. Te denken valt aan uitzonderingen voor het onderwijs, onderzoek, doorverkoop, bibliotheken en gehandicapten. Wie denkt DRM te omzeilen in voor wettelijk toegelaten uitzonderingen op het intellectuele eigendom, denkt beter twee keer na. Omdat gebleken is dat DRM-systemen niet onbreekbaar zijn5, wordt inmiddels gerechtelijke bescherming voorzien op wereldschaal. Het WIPO Copyright Treatment (WCT), dat ook door België werd ondertekend en hier in 2006 in werking trad, stelt: The Treaty obliges the Contracting Parties to provide legal remedies against the circumvention of technological measures (e.g., encryption) used by authors in connection with the exercise of their rights and against the removal or altering of information, such as certain data that identify works or their authors, necessary for the management (e.g., licensing, collecting and distribution of royalties) of their rights (“rights management information”). (1996) Dit werd in de Verenigde Staten doorgevoerd bij wet in de Digital Millennium Copyright Act (DMCA) in 1998. De Europese richtlijn 2001/29/EC, ook bekend als de EU Copyright Directive (EUCD), dwong de leden van de Europese Unie dit gegeven in wet om te zetten. Hierover is verhitte discussie geweest. Voorstanders van DRM vinden dat bewust opgelegde technische beperkingen een uitdrukking zijn van de wensen van de rechthebbende over wat er met zijn materiaal al dan niet mag gebeuren. Het illegaal maken van het omzeilen van die technieken is niet meer dan de wettelijke fundering van het idee dat de wens van de recht­ hebbende steeds prevaleert. Tegenstanders vinden het hoe dan ook onwenselijk dat de hand van de rechthebbende zich via DRM zo ver uitstrekt dat hij in staat is om toegelaten wettelijk uitzonderingen op het auteursrecht te verhinderen. Door het omzeilen van DRM te criminaliseren, krijgt een rechthebbende een ijzeren hand – zelfs in die gevallen waarin het auteursrecht dat oorspronkelijk niet wenselijk achtte. Ook in de Belgische auteurswet is nu rechtsbescherming opgenomen tegen het omzeilen van “doeltreffende technische voorzieningen door een persoon die weet of redelijkerwijze behoort te weten dat hij aldus handelt”. (Elst 2007, 159) Om de uitzonderingen op de rechten van de auteur hiermee niet volledig te ontkrachten vereist de auteurswet daarnaast wel dat “de recht­ hebbenden binnen een redelijk termijn, afdoende vrijwillige maatregelen moeten nemen [...] om ervoor te zorgen dat aan de gebruiker van het werk de nodige middelen verschaft worden om gebruik te kunnen maken van (een aantal van) de uitzonderingen op de exclusieve rechten.” (Elst 2007, 159) 5 Zelfs als encryptietechnieken niet kunnen worden omzeild, is er nog het ‘analog hole’ of het ‘analog reconversion problem’ (alweer een eufemisme van de contentindustrie). Digitale informatie moet om waarneembaar te zijn voor de menselijke zintuigen altijd in een analoog formaat worden omgezet. Het is dan relatief eenvoudig om van die analoge weergave weer een digitale (onbeschermde) opname te maken. Er is een lobby van de contentindustrie om ook dit ‘gat’ te dichten, onder andere via wettelijk verplichte beperkingen in afspeelapparatuur. De technische haalbaarheid van het dichten van het ‘analog hole’ staat even zeer ter discussie als de pogingen ertoe. 12
  • 13. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. Wat men zich hierbij in de praktijk moet voorstellen, is echter onduidelijk. Het lijkt bijvoorbeeld onwaarschijnlijk dat distributeurs zullen ingaan op verzoeken van individuele consumenten om een thuiskopie te kunnen maken, zelfs als dit legitiem zou zijn. Daarnaast is er de praktische consequentie van het moeten verwerken van mogelijk zeer veel (al dan niet legitieme) verzoeken om van de uitzonderingen gebruik te maken. Het verwerken van de aanvragen van alle docenten die videomateriaal willen gebruiken in hun les (zich beroepend op de uitzondering in het mededelingsrecht waarbij de kosteloze privé-uitvoering in het kader van schoolactiviteiten is toegelaten) zou wel eens een tijdrovende, dure klus zijn voor een distributeur. 2.1.2 Privacy Doordat de bedoeling van DRM is te kunnen bepalen wie onder welke omstandigheden gebruik maakt van beschermd materiaal, is privacy een voor de hand liggend issue bij een dergelijk systeem. Er zijn DRM-systemen die voor elk gebruik van een bestand ‘naar huis bellen’ om te zien of dit wel is toegelaten. Dit laat bijvoorbeeld toe dat een distributeur individuele gebruikspatronen vastlegt en hiervan commercieel gebruik maakt. DRM wordt vaak ingezet in een context waarin mensen gewend zijn in alle anonimiteit gebruik te maken van een werk, zoals in hun eigen huis. Anonimiteit heeft zijn waarde bij het ontdekken en gebruiken van intellectueel materiaal. De mogelijkheid om anoniem informatie te bekomen, kan worden gezien als een essentieel onderdeel van het recht op vrije menings­ uiting. Het vervangen van anonimiteit door surveillance zal informatiegebruikers er zeker van weerhouden sommige bronnen te raadplegen. De Data Protection Working Party, een onafhankelijk adviesorgaan van de Europese Unie op het gebied van databescherming en privacy, sprak zijn zorg uit over het nadelig effect dat het (legitiem) gebruik van technologiën om werken te beschermen zou kunnen hebben op de bescherming van de persoonlijke gegevens van individuen. As for the application of data protection principles to the digital management of rights, [the Working Party] has observed, an increasing gap between the protection of individuals in the off-line and on-line worlds, especially considering the generalised tracing and profiling of individuals. The Working Party calls for a development of technical tools offering privacy compliant properties, and more generally for a transparent and limited use of unique identifiers, with a choice option for the user. (2005a, 8) Systemen voor kopieerbescherming die de privacy beschermen zouden wel mogelijk zijn, maar worden niet direct gebruikt. The design choice to pierce anonymity using DRM is not a necessary choice or foregone conclusion. It is one choice among many. Content protection does not require information about the identity of individuals accessing that content. (Fewer, Gauvin en Cameron 2007, 16) 13
  • 14. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. Zelfs in een situatie waarin overheden en consumentenorganisaties kunnen garanderen dat privacy binnen een DRM-systeem gewaarborgd blijft, ligt de macht aan de kant van de distributeur en is de informatiegebruiker dus kwetsbaar. We kunnen ons dan ook vragen stellen bij de wenselijkheid van zoiets als ‘privacy vriendelijke’-DRM. 2.1.3 Concurrentie Een risico van digital rights management is dat het innovatie, concurrentie en keuze­ mogelijkheden voor de consument in de weg kan staan. DRM kan gebruikt worden om kunstmatige beperkingen op te leggen. Daardoor worden buitenstaanders uitgesloten van concurrentie. DRM-standaarden lijken in eerste instantie een oplossing voor allerlei compatibiliteitsproblemen te zijn, maar dit is mogelijk niet zo. Zeker als zo’n standaard wordt ontwikkeld door een kartel van gevestigde bedrijven binnen een sector, is waakzaamheid geboden. Een gestandaardiseerde DMR-oplossing laat juist toe dat gevestigde bedrijven de markt onderling verdelen en zo concurrentie uitsluiten. Een voorbeeld: Als alle distributeurs voor e-books hetzelfde DRM-systeem toepassen, kan iedereen met willekeurige e-reader alle boeken die hij in licentie heeft lezen. Echter, als de achtste Harry Potter maar via een enkele distributeur beschikbaar is, kan de prijs hoog gehouden worden. Vanuit dit standpunt kan het wettelijk beschermen van DRM-oplossingen dan ook in vraag gesteld worden, zeker als het erom gaat de zogenaamde ‘vrije markt’ te beschermen. DRM stelt distributeurs ook in staat om informatiegoederen selectief beschikbaar te maken. Een bekend fenomeen is de regiocode voor dvd’s. Op deze manier probeert men te vermijden dat goederen die in een armer land beschikbaar komen voor een lagere prijs worden geïmporteerd naar rijkere landen en daar de verkoop ondermijnen. Goederen worden eerst voor een hoge prijs aangeboden in de markten waar men de hoogste opbrengst denkt te halen, en pas later in economisch minder interessante gebieden. Arme landen beschikken op die manier altijd het laatst over informatiegoederen – pas als rijkere markten verzadigd zijn, komt materiaal beschikbaar in ontwikkelingslanden. 2.1.4 Afhankelijkheid & Interoperabiliteit Dat DRM de consument zeer afhankelijk kan maken van de leverancier van de informatie, toont het recente geval waarbij Microsoft de stekker uit de autorisatieservers trekt van het DRM-systeem van MSN Music Store – een dienst die Microsoft al enige tijd geleden verving door Zune Marketplace. Doordat de autorisatieservers binnenkort niet meer beschikbaar zijn, kunnen klanten van de verdwenen webwinkel straks hun nummers niet meer afspelen als zij hun computer upgraden of herinstalleren. Ze kunnen immers geen nieuwe autorisatiesleutels meer aanvragen. (Molenaar 2008) Dat betekent in feite dat die nummers op termijn onbruikbaar worden. De door Microsoft geboden ‘oplossing’ (het op cd-rom branden van de nummers) is omslachtig, duur en geeft kwaliteitsverlies. (2008) Interoperabiliteit is een risico bij DRM. Interoperabiliteit veronderstelt dat informatie­ materialen door de legitime gebruiker kunnen gebruikt worden op verschillende manieren, dus 14
  • 15. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. zonder van toestellen of software van een bepaalde fabrikant gebruik te hoeven maken. Momenteel zijn DRM-systemen nogal ‘vertikaal’, wat inhoudt dat ze de klant dwingen om binnen een bepaald platform te blijven. Dat werkt ook ‘lock-in’ in de hand: Omdat een consument zijn aangekocht materiaal wil kunnen blijven gebruiken en geen variëteit aan software of hardware wenst aan te schaffen voor het werken met bestanden van verschillende platforms, zal hij geneigd zijn binnen zijn oorspronkelijke DRM-systeem te blijven en in zijn keuzemogelijkheden beperkt zijn tot de leveranciers die informatiemateriaal, toestellen of software (mogen) maken voor dit platform. Een gekend voorbeeld van gebrek aan inter­ operabiliteit zijn de afzonderlijke DRM-systemen voor digitale muziekbestanden van Apple en Microsoft. 2.1.5 Eerste verkoop DRM-systemen kunnen worden gebruikt om het doorverkopen, uitlenen en zelfs het weggeven van informatiegoederen te beperken. Voor traditionele informatiegoedederen zoals boeken en cd's bestaat een tweedehandsmarkt. Dit is mogelijk door het recht op eerste verkoop: De uitgeverij of distributeur verkoopt de informatie op een fysieke drager. Daarna eindigt de controle die de rechthebbenden op dit object kunnen uitoefenen. De eigenaar ervan kan het verkopen, uitlenen of weggeven. Een digitale variant met DRM laat dit niet toe. Wie niet meer is geïnteresseerd in een e-book of digitaal muziekbestand, kan dit momenteel niet doorverkopen. Voor wie bereid (of genoodzaakt) is te wachten tot materiaal in het goedkopere tweedehandscircuit komt, is dit een stap terug. Het informele leenverkeer wordt onmogelijk gemaakt. In ontwikkelingslanden, waar de tweedehandsmarkt belangrijk is en een betaalbaarder bron vormt voor allerlei goederen, is de de remmende werking van de beperkingen op doorverkoop nog sterker. Als bijvoorbeeld schoolboeken niet meer tweedehands kunnen worden aangekocht, heeft dat een weerslag op de gemeenschap als geheel. Recentelijk zagen we trouwens zelfs dat ook het doorverkopen (of zelfs weggooien!) van auteursrechtelijk materiaal in fysieke vorm wordt aangevochten. Universal betwist het doorverkopen van door hen gratis verstrekte promotie-cd’s via eBay en: De Electronic Frontier Foundation vreest dat, wanneer Universal in deze zaak gelijk krijgt, het hek van de dam zal zijn. Uitgevers zouden de doorverkoop van alle boeken, platen en dvd's kunnen verbieden en de rechten van de koper zouden zo onderuit gehaald kunnen worden. Uitgevers zien niet graag dat hun producten worden doorverkocht, omdat tweedehands exemplaren concurreren met nieuwe. (Stapel 2008) Ook waren er berichten over een mogelijk verbod op ongeautoriseerd herstel of doorverkoop van HP-printers waarin gebruik werd gemaakt van octrooien, en enige opschudding over een (overigens ongebruikt) patent van Sony op een methode om het gebruik van PS3-spellen te verhinderen op andere PS3-consoles dan dat waarop het aanvankelijk werd geactiveerd (met alle consequenties van dien voor uitleen en doorverkoop). Het laatste geval zou een voorbeeld zijn van vergaande DRM op een fysieke drager (de spellen worden op dvd uitgegeven). 15
  • 16. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. 2.1.6 Rem op opensource-software Opensource-software wordt ontwikkeld in samenwerkingsverband door programmeurs die werken op vrijwillige basis. Deze programma’s worden vrijgegeven onder licenties die iedereen toelaten de code ervan te zien en te verbeteren (hierover meer in hoofdstuk 3). Opensource- software is een verre van marginaal verschijnsel: een groot deel van het Internet wordt in stand gehouden op basis van dit soort software. Opensource-software laat niet alleen het gebruik en het verbeteren van software toe, maar maakt het ook mogelijk software beschikbaar te maken in locale versies, in de taal van de gebruikers. Voor kleine taalgebieden (die typisch on­ interessant zijn voor grote softwarehuizen) is dit extra interessant. Het schept ook ongekende mogelijkheden voor organisaties of landen die geen geld hebben om aan softwarelicenties te besteden maar wel over de nodige technische expertise beschikken om dit soort software te gebruiken. Opensource-software is in essentie onverenigbaar met DRM. DRM sluit de software of bestanden met inhoud immers volledig af van de gebruiker, waardoor die alleen over de door de fabrikant voorziene functionaliteiten beschikt en dat zonder te weten hoe die precies werken. Wie de ‘shrinkwrap’-licenties van ‘gesloten’ software leest, weet bovendien dat die vaak clausules bevatten waarin de sofware ‘as-is’ ter beschikking wordt gesteld – eigenlijk zonder enige garantie dat ze werkt. Het kan dus zijn dat je auto niet goed rijdt, terwijl je ook nog eens niet onder de motorkap mag kijken. In de opensource-filosofie moet de gebruiker de mogelijkheid hebben om de programma’s aan een nader onderzoek te onderwerpen. Dat betekent dat dit soort software nooit kan worden ingezet in een context waar DRM van toepassing is. Immers, wie kan zien hoe software­ programma’s werken, kan zien hoe het DRM-mechanisme functioneert en dit vervolgens omzeilen. Het gevolg is dat de voordelen van opensource-software niet kunnen worden gebruikt in een gebied waar DRM wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: Een opensource e-reader zal nooit DRM-beschermde e-books kunnen weergeven. Dit heeft wederom een extra impact in die gebieden van de wereld waar opensource-software een noodzaak is omdat commerciële alternatieven niet binnen het financieel bereik liggen. 2.1.7 Toegankelijkheid voor gehandicapten In veel landen bevat het auteursrecht provisies die het mogelijk maken gehandicapten toegang te geven tot informatiemateriaal. Zolang dit zonder winstbejag is, mag vaak zonder toestemming van de auteur een ‘toegankelijke’ versie van bijvoorbeeld een boek worden gemaakt. Doven, blinden en mensen met andere beperkingen kunnen zo kennis nemen van materiaal dat anders voor hen buiten bereik blijft. Juist door het beschikbaar komen van informatie in digitaal formaat wordt informatie dan ook gemakkelijker toegankelijk voor mensen met beperkingen. De recente evoluties in de informatie- en communicatietechnologie zijn voor hen meer dan voor anderen een revolutie. Een elektronisch boek kan door een computer worden voorgelezen of weergegeven op een braille-terminal, waardoor een blinde niet meer afhankelijk is van en hoeft te wachten op een 16
  • 17. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. vrijwilliger die een opname maakt of een versie in braille typt. Er is geen vertraging meer op materiaal met actualiteitswaarde – de blinde kan hiervan gelijk met de ziende kennis nemen. DRM kan hier een sta-in-de-weg vormen. Het e-book van Adobe kan worden voorgelezen, maar het formaat laat distributeurs ook toe deze mogelijkheid voor een specifiek boek af te zetten. Als een DRM-formaat of -implementatie het voorlezen helemaal niet toelaat, is het omzeilen van deze beperking illegaal (zie boven). Op deze manier heeft DRM de technische mogelijkheid om wettelijk toegelaten uitzonderingen op het auteursrecht te blokkeren, met alle gevolgen van dien voor zwakkere informatiegebruikers. 2.1.8 Bibliotheken Bibliotheken spelen een belangrijke maatschappelijke rol omdat ze alle leden van de gemeen­ schap in staat stellen om toegang te krijgen tot kennis, ideeën, meningen en culturele en wetenschappelijke informatie. In onderzoek en onderwijs is toegang tot informatie essentieel. De toevoeging van digitale informatie aan bibliotheekdiensten heeft het belang van de bibliotheek daarbij nog versterkt. De manier waarop die toegang tot digitaal materiaal wordt verstrekt is soms technisch en juridisch complex. DMR verhoogt die complexiteit nog eens. Het kan toegang verhinderen (waar dit bijvoorbeeld wel zou zijn toegelaten onder het locale auteurrecht) of onnodig ingewikkeld maken. De bibliotheek wordt bovendien nog afhankelijker van de leverancier. Het onderhandelen over uitzonderingen op digitale beperkingen is voorbehouden aan de grotere, rijkere bibliotheken. The result is that the digital divide will increase as under-resourced libraries or those in smaller, rural or underprivileged communities (ironically standing to benefit most from digital technologies) lose out on their statutory rights. (2005) Voor bibliotheken en archieven die een rol spelen bij het conserveren en beschikbaar houden van ons cultureel en wetenschappelijk erfgoed is DRM een extra handicap. De problemen met het bewaren van digitaal materiaal, dat regelmatig moet worden aangepast aan nieuwe data­ formaten, applicatie- en besturingssysteemsoftware en dragers, zijn op zich al groot. Het gebruik van producentspecifieke DRM-formaten levert grote risico’s naar toekomstige ontsluiting van het materiaal. De kans dat de juiste hard- en software om het weer te geven in de toekomst niet meer beschikbaar zijn, is reëel. Anderzijds moeten we vermelden dat DRM een aantal mogelijkheden biedt voor bibliotheken wat betreft het uitlenen van werken. Het is onwaarschijnlijk dat bibliotheken toelating zullen krijgen voor zoiets als het uitlenen van actuele boeken via Internet als er geen enkele vorm van controle kan zijn op het aantal (gelijktijdige) uitleningen of op de uitleentermijn. Het gaat hier dan echter wel om het extern beschikbaar maken van materialen (met mogelijk ook weer de nodige issues voor de consument). In de context van erfgoed kunnen we nog opmerken dat DRM bedrijven toelaat zich werk toe te eigenen dat deel uitmaakt van het publieke domein. 17
  • 18. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. 2.1.9 De Noord-Zuidproblematiek van intellectueel eigendom Dat DRM speciaal voor armere landen problematisch kan zijn, werd in het voorafgaande al enkele keren aangestipt. Dit is gerelateerd aan een breder issue, waarbij intellectuele eigendoms­ rechten in het algemeen een hindernis vormen voor de ontwikkeling van deze landen. In deze tijd van digitale revolutie, waarin wereldwijde communicatie gemakkelijker is dan ooit, verhindert de wetgeving op intellectueel eigendom het delen van informatie en van elkaar leren. Wie is geïnteresseerd in deze problematiek, kan de volgende publicatie als uitgangspunt nemen voor verdere studie: Story, Alan, Colin Darch en Debora Halbert. 2006. The Copy/South Dossier. Issues in the economics, politics, and ideology of copyright in the global South. The Copy/South Research Group http://www.copysouth.org/ (Bezocht 2008-05-09). Het dossier is integraal beschikbaar op Internet. 2.1.10 Is DRM houdbaar? Ondanks DRM tieren ‘illegaal kopiëren’ en ‘Internetpiraterij’ welig. Aanvankelijk leek DRM misschien dé manier om informatieconsumenten ‘eerlijk te houden’. Dat DRM wetgeving nodig heeft om zich te kunnen handhaven, zou wel eens een symptoom van de onhoud­ baarheid van DRM kunnen zijn. Elk DRM-systeem kan worden omzeild (al is het maar door de informatie analoog te kopiëren en eventueel kwaliteitsverlies voor lief te nemen) en het delen van gegevens is technisch zo gemakkelijk geworden dat het bijna vanzelf gaat. De beperkingen die DRM oplegt zouden er wel eens mede de oorzaak van kunnen zijn dat consumenten zich wenden tot ongeautoriseerde kanalen zoals P2P-netwerken. DRM straft bovendien de goedwillende consument. Als een kwaadwillende gebruiker een e- boek wil downloaden dat beschikbaar is in onbeschermd formaat, zal die dat toch wel doen. De goedwillende betaalt voor het boek en zit dan opgescheept met allerlei beperkingen. DRM- systemen zijn bovendien een extra kostenpost voor informatiedistributie. Tenslotte hindert DRM mogelijk een aantal cruciale aspecten van informatie, zoals beschik­ baarheid, gebruiksgemak en uitwisseling. 2.1.11 Alternatieven voor DRM Een alternatief voor DRM is het bevorderen van cultuur via open licenties en zakenmodellen die niet proberen een informatiepolitiestaat te installeren. Er zijn al voorbeelden van hoe dit mogelijk is. Als men er in slaagt massaal flessenwater te verkopen in een land als België, waar overal drinkbaar water uit de kraan komt, moet het ook mogelijk zijn MP3-downloads te verkopen op een manier die kan concurreren met P2P-netwerken. In een rapport van INDICARE over DRM en consumentenacceptatie worden de volgende mogelijke alternatieven voor DRM genoemd (Helberger e.a. 2004, 104 e.v.): 18
  • 19. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. ● Open Licensing Schemes Dit komt neer op ‘gewoon geen DRM gebruiken’. Dit vereist een zeker vertrouwen tussen de producent en de consument en is eerder geschikt voor bepaalde soorten content met een hoge specialistische of actualiteitswaarde (bijvoorbeeld bij kranten) of waar de financiële kost van ‘lekken’ relatief klein is. ● Sponsorship and Advertising Dit is analoog aan de gekende reclame van radio, televisie en websites. ● Content Promotion Een voorbeeld hiervan is het gratis beschikbaar maken van muziek van nog onbekende artiesten, schrijvers, etc. ● Promotion of Complementary Products and Services Denk aan bijkomende diensten (bijvoorbeeld toegang via een mobiele telefoon), bijkomende hardware (een specifiek toestel om de bestanden mee weer te geven) of andere producten (concerttickets, merchandising, etc.). ● Syndication Verkoop van werk via andere aanbieders, bijvoorbeeld een platenmaatschappij die muziek aanbied via de fabrikant van mobiele telefoons of via de ISP als extra optie bij het Internetabonnement. ● Levies Makers en distributeurs worden vergoed via heffingen op fysieke dragers (harde schijven, usb-sticks, ...) en afspeelapparatuur (mp3-spelers, computers, ...). Momenteel worden heffingen eigenlijk vooral gebruikt als schadeloosstelling voor illegaal gebruik van werken. Voor elk van deze alternatieven zijn nu al voorbeelden te vinden. In hoeverre ze in een economische praktijk levensvatbaar zullen zijn, zal afhangen van veel factoren, zoals het aangeboden materiaal, de doelgroep en het business model van de distributeur. 2.2 Consumentenonderzoek naar DRM INDICARE staat voor INformed DIalogue about Consumer Acceptability of DRM Solutions in Europe. De doelen van het INDICARE-project, dat in 2006 werd afgesloten, waren het bevorderen van het bewustzijn rondom DRM, helpen bij het in overeenstemming brengen van de heterogene belangen van de diverse spelers en het ondersteunen van de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese positie wat betreft de consumenten- en gebruikersproblemen bij DRM-oplossingen. Het INDICARE-project heeft enkele jaren geleden twee consumentenonderzoek uitgevoerd: Eén naar het gebruik van digitale muziek en DRM (Dufft e.a. 2005) en één naar digitale video en DRM (Dufft e.a. 2006). De doelstelling van deze onderzoeken was “to gather reliable data on the preferences and behaviour of European consumers with respect to digital goods and on their awareness and acceptance of DRM.” (Dufft e.a. 2006, 6) 19
  • 20. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. Met name het onderzoek naar muziek is interessant omdat veel Internetgebruikers al daad­ werkelijke ervaring hebben met digitale muziek. Hierdoor kon men in het onderzoek veel concrete vragen stellen over het effectief gebruik ervan en niet over potentieel of voorgenomen gebruik. Dat levert namelijk vaak oppervlakkige resultaten op. Het onderzoek betrof zeven Europese landen (Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Spanje, Frankrijk, Hongarije, Nederland en Zweden) en meer dan 4800 respondenten, wat het statistisch zeer relevant maakt. Hieronder volgen enkele interessante conclusies uit het onderzoek over digitale muziek en DRM, hier en daar aangevuld met informatie uit het onderzoek over digitale video. Daarbij moet worden opgemerkt dat er soms belangrijke verschillen zijn tussen de onderzochte landen. In het volgende kijken we alleen naar de Europese gemiddelden. ● Het gebruik van digitale muziek is onder Europese Internetgebruikers wijd verbreid. 69% van de Internetgebruikers ervaring heeft met muziek op de computer, waarbij 34% hun computer regelmatig gebruikt voor digitale muziek. ● De belangrijkste redenen om géén digitale muziek te gebruiken, zijn gebrek aan kennis (38%), gebrek aan tijd (25%) en gebrek aan technische uitrusting (22%). Deze laatste reden kan ook wijzen op een gebrek aan kennis: De meeste Internetgebruikers beschikken immers wel degelijk over het juiste materiaal om digitale muziek te gebruiken. Door het gebruik van digitale muziek snel en eenvoudig te maken, kan dus nog een grote markt worden aangeboord. ● Digitale muziek is niet hetzelfde als ‘Internetdownloads’. Het merendeel van de digitale muziek komt van eigen cd's of die van vrienden. Het gebruik van P2P-netwerken is ook een populaire bron. Hoewel een derde van de Internetgebruikers een online muziekwinkel heeft gebruikt, doet nog geen 10% dit enkele keren of meer per maand. ● Het op cd branden, het delen en het lokaal opslaan van muziekbestanden wordt door alle gebruikers van digitale muziek veel gedaan (zie de grafiek hiernaast). Hieruit concluderen de auteurs dan DRM-systemen die deze activiteiten sterk beperken niet snel zullen kunnen rekenen op acceptatie door de consument. Consumenten zijn eraan gewend geraakt te kunnen branden, delen en opslaan en zullen kiezen voor een digitaal muziekaanbod Gebruik van digitale muziek (Dufft e.a. 2005, 17) dat dit gedrag wel ondersteunt. ● Hoewel het merendeel het Internet gebruikt om gekende muziek van gekende artiesten te downloaden (85%), blijkt een aanzienlijk deel ook onbekende muziek van gekende artiesten (44%) of muziek van onbekende artiesten (32%) te downloaden. De auteurs 20
  • 21. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. zien dit als een indicatie dat het Internet een goede bron is voor consumenten om nieuwe muziek en nieuwe artiesten te leren kennen. ● Bijna twee derde van de gebruikers van digitale muziek die een nieuwe artiest ontdekten op het Internet, heeft daarna een cd van die artiest gekocht. Dit geldt zelfs voor 57% van de jongeren. 16% van de downloaders kocht digitale muziek van zijn nieuwe artiest en maar liefst 33% ging naar een concert. De auteurs komen tot een interessante economische gevolgtrekking: We can conclude that the Internet is an excellent tool for musicians and their labels to promote new works. This is particularly true for less known musicians. This finding calls into question frequent claims by the music industry that the large availability of music on the Internet does depress music sales. Music on the Internet rather seems to support the marketing activities of music labels. The music industry should, therefore, aim at making it easy for consumers to discover new music on the Internet. Rather than discouraging file sharing with DRM technology, they should support sharing and recommendation features. (Dufft e.a. 2005, 22) ● Consumenten hechten belang aan de interoperabiliteit en duurzaamheid van digitale muziekbestanden. 84% van de gebruikers vind het tamelijk (26%) of heel (58%) belangrijk dat bestanden tussen verschillende toestellen kunnen worden uitgewisseld. 45% maakt zich in meer of mindere mate zorgen over het kunnen blijven gebruiken van bestanden in de toekomst. Muziekleveranciers zouden er dus goed aan doen inter­ operabiliteit te promoten, bijvoorbeeld door organisaties voor technische standaarden te ondersteunen. ● In de context van DRM wordt vaak gesproken over de (on)mogelijkheden van het weer verkopen van ‘gebruikt’ materiaal dat niet langer interessant wordt gevonden. Slechts een kwart van de gebruikers zou dit in meer of mindere mate willen kunnen doen – het merendeel (56%) wil dit helemaal niet. (Het zou interessant zijn eens te onderzoeken of dit overeenkomt met de tweedehandsmarkt in cd's: Laten de meeste mensen hun niet- langer-gedraaide cd's gewoon in de kast staan?) ● Niet alleen willen gebruikers geen muziekdiensten die hun flexibiliteit beperken, het onderzoek ontkracht tevens de bewering van contentproviders dat consumenten allerlei features en flexibele gebruiksrechten verwachten zonder daarvoor te willen betalen. Een paar voorbeelden: 63% betaalt liever één euro voor een nummer waarmee men kan doen wat men wil in plaats van vijfig cent voor een nummer dat men maar drie keer kan branden of kopiëren. 86% betaalt liever één euro voor een nummer dat op alle toestellen kan worden afgespeeld dan vijftig cent voor een nummer dat maar op één soort toestel werkt. 56% betaalt liever één euro voor een nummer dat kan worden gedeeld met familie en vrienden dan de helft voor een nummer dan niet kan worden gedeeld. ● De meerderheid van de consumenten wil de muziek die zij kopen graag ‘bezitten’ en wijst beperkingen in tijd voor het gebruik van muziekbestanden af. Streaming en huren 21
  • 22. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. zijn dan ook voor de meesten mindere interessant opties. 79% betaalt liever één euro voor een ‘eindeloos’ nummer dan twintig cent voor een nummer dat gedurende één maand kan worden afgespeeld. ● Consumenten zijn (nog) geen fan van een techniek als ‘watermerken’ die het toelaat om illegaal gebruikt materiaal terug te voeren op de consument aan wie het materiaal ooit was verkocht. Materiaal met een watermerk is typisch niet beperkt qua gebruik, maar toch betaalt een kleine meerderheid liever meer voor een onbeperkt muziekbestand zonder watermerk, of minder voor een muziekbestand zonder watermerk en met kopieerbeperkingen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de onbekendheid van deze technologie. ● Met de consumentenkennis over DRM is het nog zeer triest gesteld in Europa. Zoals uit het taartdiagram hiernaast blijkt, weet 63% van de digitale muziek­ gebruikers helemaal niet wat DRM is en weet 86% dit niet of niet precies. Het kennisniveau over DRM stijgt met leeftijd en opleidingsniveau en mannen menen er meer over te weten dan vrouwen. Opvallend genoeg zijn frequente gebruikers van digitale muziek niet beter dan gemiddeld geïnformeerd. Het onderzoek over digitale video geeft vergelijkbare percentages. Hierin stellen de onderzoekers ook: Kennis van DRM (Dufft e.a. 2005, 36) DRM awareness will probably rise over time, when commercial offerings protected by DRM technologies are becoming more widely used and consumers start reaching the limits that DRM can set to usage. For example, consumers that purchased digital content replacing their computers or mobile devices may find that licensed content becomes inaccessible because they were not able to backup their DRM licenses. Hence, independent music producers and labels, for example, are abandoning DRM technologies and use this decision as promotion for their content and consumer-friendliness [...]. (Dufft e.a. 2006, 33) ● De online-winkels lijken niet al te scheutig te zijn met het verstrekken van informatie over DRM op de muziek die zij verstrekken. 79% van de gebruikers heeft geen idee of de muziek die zij het laatste kochten een vorm van bescherming bevatte. 71% weet niet of er sprake van van gebruiksbeperkingen op dat materiaal en nog eens 16% weet het wel, maar niet in welke mate. Van de kopers van digitale video weet maar 33% te vertellen of het laatst gekochte materiaal al dan niet beschermd was. Gezien het feit dat de meeste gebruikers flexibiliteit wensen bij het gebruik van aangekocht materiaal, 22
  • 23. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. lopen online-winkels het risico op teleurgestelde (wegblijvende) klanten als zij hun kopers niet beter beginnen te informeren. ● Van de gebruikers van digitale muziek kan 43% het niet schelen of er auteursrecht rust op muziek. 14% zegt niet te weten wat copyright is. Onder tieners zijn deze percentages nog hoger (47% en 24%). Het onderzoek naar digitale video geeft een hoger percentage (50%) van Internetgebruikers die het iets kan schelen of er auteursrecht op digitale video rust, met een duidelijk verschil tussen tieners (40%) en ouderen (55%). ● Er heerst grote onzekerheid over welk gebruik van digitale muziek is toegelaten en welke niet. De onderzoekers voeren dit onder meer terug op de onduidelijkheid over het maken van privé-kopieën in de auteurswetgeving van de meeste Europese landen. Ook het ongenuanceerde, criminaliserende beeld dat in ‘anti-piracy’-campagnes wordt opgehangen over Internet-downloaders zou kunnen leiden tot onzekerheid over legale issues. ● Weinig gebruikers zijn op de hoogte van privacy-issues die spelen bij DRM. Van de ondervraagden die een minimaal begrip heeft van DRM, weet de helft niet dat DRM- systemen kunnen worden gebruikt voor monitoring en het maken van consumenten­ profielen. Maar 17% is om deze reden tegen het gebruik van DRM. Het onderzoek over digitale video geeft vergelijkbare uitkomsten. Zware Internetgebruikers of frequente gebruikers van digitale video zijn even ongeïnformeerd over DRM als de lichte gebruikers. Tieners weten er het minst over. ● Veel gebruikers weten niet wat ze moeten denken van DRM. Tussen een kwart en een derde van de ondervraagden had geen mening over de statements in de tabel ‘Mening over DRM’. Een grote groep is er van overtuigd dat DRM bedoeld is om de winsten van de muziekindustrie te vergroten. De groep die denkt dat DRM helpt om muzikanten te compenseren is al kleiner. Vooral oudere gebruikers (die minder geneigd zijn om via P2P muziek te zoeken) nemen DRM voor lief – dat hoort nu eenmaal bij online muziekwinkels. Met name de frequente gebruikers van digitale muziek betalen liever een heffing op blanco opslagmedia dan voor beschermde bestanden. Maar iets meer dan de helft ziet DRM als een middel om alleen maar te hoeven betalen voor de muziek zie ze echt willen (losse nummers versus volledige albums). Mening over DRM (Dufft e.a. 2005, 44) ● Peer-to-peer (P2P)-netwerken krijgen veel aandacht als het gaat om de problematiek van illegaal kopiëren en hun gebruikers worden gestigmatiseerd als ‘piraten’. Het onderzoek 23
  • 24. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. richtte zich daarom in meer detail op de (regelmatige) P2P-gebruikers en kwam tot de volgende conclusies: ○ P2P-gebruikers zijn voornamelijk tieners (32% van de internetgebruikers tussen 10 en 19 jaar is een regelmatige P2P-gebruiker tegenover 14% van de 40-plussers). P2P- gebruikers zijn vaker mannen dan vrouwen. ○ P2P-gebruikers experimenteren met allerlei soorten digitale muziek en zijn veel vaker dan gemiddeld ook gebruiker van digitale muziek op een draagbare speler of telefoon. Opvallend genoeg hebben de meeste P2P-gebruikers een relatief kleine hoeveelheid muziek op hun PC staan. ○ P2P-ers gebruiken ook vaker dan gemiddeld het Internet om onbekende muziek of artiesten te ontdekken. Daarbij zijn P2P-ers er niet alleen maar op uit gratis muziek binnen te halen. 60% kocht een cd, 34% ging naar een concert en 15% kocht meer digitale muziek van een nieuw ontdekte artiest. Dat is maar juist onder het gemiddelde van alle Internetgebruikers en hier geldt dus ook dat P2P users are [...] an interesting customer group for the music industry. Contrary to the common picture of ‘illegal file sharers’ that do not want to pay for music, we find that an above average share of P2P users have purchased music from online music stores over the past 6 months (36% compared to 29% on average) and/or used subscription services (17% compared to 11%). It is also interesting to see that their evaluation of online music stores and their willingness to pay a higher price for digital content with more flexible usage rights or the ability to transfer music to different devices does not differ significantly from the average use. (Dufft e.a. 2005) ○ P2P-ers liggen wel minder wakker van auteursrecht: 57% kan het niet schelen of er auteursrecht op muziek rust (tegenover 43% gemiddeld). Ze zijn er ook vaker van overtuigd dat het legaal is om P2P-netwerken te gebruiken voor het verkrijgen of aanbieden van muziek. 24
  • 25. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. 3 Copyleft Laten we beginnen met te stellen wat ‘copyleft’ niet is. Het is geen parodie op copyright. Het is geen ontkenning van het auteursrecht of intellectueel eigendom per se. Het is geen oproep voor het kapen van oorspronkelijk materiaal. Het is geen anarchistische beweging. Zoals we hieronder zullen zien is ‘copyleft’ een serieus alternatief om te voorkomen dat een bepaalde creatie wordt afgeschermd van vrije verspreiding, juist door gebruik te maken van het auteursrecht. Copyleft is ontsproten aan de wereld van softwareprogrammeurs, waar het principe een eerste toepassing vond in de General Public License en mee aan de basis lag van de ‘free and open source’-beweging. Inmiddels heeft het een bredere toepassing gekregen onder makers van ander oorspronkelijk werk. Via de Creative Commons-licenties is copyleft een eenvoudig toepasbare praktijk geworden voor iedereen die auteursrechtelijk beschermd werk creëert of bezit en dit gedeeltelijk wil vrijgeven aan de gemeenschap. Zoals we zullen zien, houdt het copyleftprincipe niet alleen vrijgave in, maar ook bescherming van het materiaal. Niet, zoals bij DRM, tegen de gebruiker, maar tegen het verdwijnen ervan uit het publieke domein. 3.1 Open Source “[T]o use copyright law to build a world of software that must be kept free” (Lessig 2004, 280) 3.1.1 Geschiedenis De schrijver van de eerste ‘open source’-licentie voor software, Richard Stallman, had een hekel aan intellectuele eigendomsrechten voor software en was er van overtuigd dat deze onnodig waren om programmeurs te motiveren om code te schrijven. Hij vond dat ze het gebruik en de verspreiding van software tegenwerkten. Hij vond het delen van elkaars code ‘a fundamental act of friendship’ en het kopiëren van software ‘as natural as breathing’ (bij De Laat 2005, 1519). Vanuit een hedendaags perspectief lijkt dat misschien een extreem concept, gewend als we zijn aan het andere uiterste met zijn licentiecodes, software-activering over het Internet en campagnes als ‘Windows Genuine Advantage’ die er op uit zijn de rechten op programmatuur zo veel mogelijk voor te behouden aan de producent ervan. Maar Stallman kwam uit de computeroertijd, waarin software bestemd was voor specifieke hardware en fabrikanten niet wakker lagen van het beschermen van de software. Die draaide toch niet op andermans machines. Dat betekende dat er een gemeenschap van onderzoekers en ontwikkelaars ontstond die vrije toegang had tot de software die op hun computers draaide en die naar believen kon aanpassen en verbeteren. Net zoals wetenschappelijk werk stond computercode open voor kritiek en verbetering door iedereen met voldoende inzicht in de 25
  • 26. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. materie. Echter, naar mate software ‘portable’ werd en relatief gemakkelijk kon worden overgezet tussen verschillende systemen, werd het economisch aantrekkelijk (in de visie van sommigen) om te zorgen dat de code ervan niet meer beschikbaar was voor iedereen. Dit had de ‘noodzaak’ tot het geheim houden van de inhoud van software tot gevolg.6 Thus, the practice of proprietary code began to spread, and by the early 1980s, Stallman found himself surrounded by proprietary code. The world of free software had been erased by a change in the economics of computing. And as he believed, if he did nothing about it, then the freedom to change and share software would be fundamentally weakened. (Lessig 2004, 280) Als tegenreactie begon Stallman in 1984 aan de ontwikkeling van een vrij besturingssysteem, in de hoop op die manier vrije softwareontwikkeling deels in stand te kunnen houden. Hij richtte de Free Software Foundation op en begon aan het GNU7- project, dat resulteerde in het GNU/Linux-besturingssysteem. Om de door vrijwilligers geschreven programmacode van het project te beschermen, creëerde hij een tegendraads soort van licentie, die mee aan de bron ligt van de ‘open source’-beweging. Het GNU-logo 3.1.2 Definitie Wat ‘open source’ is, laat zich het gemakkelijkst uitleggen aan de hand van de definitie van het Open Source Initiative (OSI). Na verwoede discussies binnen de opensource-gemeenschap heeft OSI vastgesteld wat nu eigenlijk opensource-software is. Dat is software die wordt uitgebracht onder een licentie die: 1. Het gebruik, de correctie en het aanpassen van de broncode van het programma vrijelijk toelaat; én 2. De vrije distributie toelaat van het programma en de correcties en aanpassingen erop; én 3. Geen personen of groepen uitsluit van het gebruik van het programma; én 6 In dit verband is het goed om te weten dat softwarecode op twee manieren gepubliceerd kan worden: als ‘broncode’ (source code) of als ‘objectcode’. Broncode wordt meestal opgeslagen als tekstbestand en bevat de door de ontwikkelaar in een programmeertaal geschreven routines. Als zodanig is zo’n bronbestand leesbaar (en herbruikbaar) voor andere programmeurs. Objectcode wordt (via een ‘compiler’, een vertaalprogramma) van de broncode afgeleid en zo geschikt gemaakt om door een specifiek soort computer te worden ingelezen en uitgevoerd. Bestanden in objectcode noemt men wel ‘binaries’ omdat de programmatuur die erin is vervat is gereduceerd tot enen en nullen en voor mensen onleesbaar is. Wie alleen over de objectcode van een programma beschikt, heeft een technisch probleem als hij de precieze werking ervan wil kennen. Objectcode is van een veel lager abstractieniveau dan broncode en het terugvertalen van objectcode naar broncode is een uitermate moeizaam of zelfs onmogelijk proces. Door alleen de objectcode van software vrij te geven en niet de broncode, kan men software in een functionele vorm distribueren zonder het achterliggende raderwerk te hoeven bloot te geven. Software waarvan de leesbare broncode wél vrij beschikbaar is, noemt men daarom ‘open source’. 7 GNU is een recursief acroniem dat staat voor ‘GNU's Not Unix’. Stallman vond precies de verwikkelingen rond het eigendomsrecht van het besturingssysteem UNIX uitermate onverkwikkelijk. 26
  • 27. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. 4. Alle vormen van gebruik toelaat. Deze voorwaarden zorgen ervoor dat bij opensource-software een cyclus ontstaat waarin de broncode voortdurend wordt aangepast en weer beschikbaar wordt gemaakt ten voordele van iedereen. (Bovenstaande voorwaarden zijn overigens maar de belangrijkste – de volledige lijst van de in totaal tien vereisten van de Open Source Definition (OSD) is te vinden op de website van OSI.) 3.1.3 Belangrijkste licenties De meest invloedrijke opensource-licenties werden al in de jaren 1980 geformuleerd: de General Public Licence (GPL) en de Berkeley Software Distribution (BSD)-licentie. De verschillen tussen de twee reflecteren fundamentele meningsverschillen over intellectueel eigendom en zakelijke belangen. De GPL werd opgesteld door Richard Stallman en het mag dan ook niet verbazen dat die in alle opzichten al voldeed aan de bovengenoemde voorwaarden van OSI voor een opensource- licentie. Maar daarnaast bevat de GPL een intrigerende vondst: Aanpassingen van de code of software die op de code is gebaseerd mogen alleen opnieuw in omloop worden gebracht onder dezelfde licentievoorwaarden als de oorspronkelijke code. Niet alleen de code wordt door­ gegeven – de rechten die bij de code horen moeten óók doorgegeven worden. Dat heeft twee implicaties: 1. Alle afgeleide code blijft altijd beschikbaar in het publieke domein. Zelfs als er een commerciële versie van de code wordt uitgebracht, moet tegelijkertijd de broncode worden gepubliceerd. 2. Alle code die eenmaal onder de GPL is uitgebracht, blijft voor altijd gebonden aan de GPL. De licentie wordt daarom wel vergeleken met een virus: vanaf het moment dat code is uit­ gebracht onder de GPL zijn alle volgende generaties ‘besmet’ met die licentie. Niemand mag zich een latere versie van de code toe-eigenen. Het paradoxale is dat hier het auteursrecht (‘copyright’) wordt gebruikt om origineel materiaal stevig te verankeren in het publieke domein en voor altijd voor iedereen beschikbaar te houden. Vandaar dat de GPL de bijnaam ‘copyleft’ heeft gekregen. De tweede belangrijke opensource-licentie is van iets later datum, maar bevat dit ‘virus’ niet. De schrijvers van de BSD-licentie waren al gewend aan en overtuigd van de voordelen van de opensource-praktijk. Wie goede software wilde maken, redeneerden ze, zou die praktijk ook zonder beperkende clausules wel volgen. Het ging hen er vooral om dat software zo breed mogelijk verspreid en gebruikt kon worden. De BSD-licentie is dan ook vrijzinniger dan de GPL en laat toe om nieuwe versies van code te verspreiden in gesloten vorm. BSD en GPL zijn nog altijd de meest gebruikte opensource-licenties. Uiteraard ontstonden er in de loop der jaren alternatieven, geschreven door mensen die niet volledig tevreden waren met de bestaande licenties. Het merendeel hiervan is echter een afgeleide van de BSD (de 27
  • 28. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. meeste) en GPL (enkele), en geen van de nieuwe licenties is ooit algemeen gebruikt. De enige uitzondering is misschien de Hacktivismo-licentie, die een radicalere versie is van de GLP en politieke beperkingen oplegt voor het (her)gebruik van de code. Zo mag de code niet gebruikt worden voor schendingen van de mensenrechten. Vanwege die gebruiksbeperkingen is het overigens geen opensource-licentie in de definitie van OSI. Enkele statistische gegevens over de opensource-licenties die in 2005 in gebruik waren op twee grote ontwikkelplatformen laten zien dat het grootste deel van de ontwikkelaars van opensource-software hun programma’s onder een GPL(-achtige) licentie openbaar maakt (De Laat 2005, 1520): Platform Freshmeat Sourceforge Website http://freshmeat.net/ http://sourceforge.net/ Aantal softwarepaketten 36.000 60.000 Onder een licentie van de... ... GPL-familie 77% 79% ... BSD-familie 15% 14% In het publiek domein 1,3% 2,6% Slechts een heel klein deel van de programmatuur wordt volledig vrijgegeven in het publieke domein (door afstand te doen van het auteursrecht). De meeste programmeurs die aan opensource-projecten werken kiezen er dus voor om auteursrechtelijke aanspraak te maken op de code die ze beschikbaar stellen én stellen dat toekomstige aanpassingen aan hun code voor iedereen beschikbaar moet blijven. 3.1.4 Een revolutionair concept? Is het vrij beschikbaar willen houden van softwarebroncode een revolutionair concept? Niet volgens Lessig: [Stallman] was seeking a way to rebuild a kind of freedom that was taken for granted before. Through the affirmative use of licenses that bind copyrighted code, Stallman was affirmatively reclaiming a space where free software would survive. He was actively protecting what before had been passively guaranteed. (2004, 280) De aanhangers van opensource zijn van mening dat kunnen voortbouwen op elkaars werk noodzakelijk is voor het creëren van goede software. Dit is vergelijkbaar met de werkwijze in de academische wereld, waar het kunnen kennisnemen van elkaars werk ook van essentieel belang wordt geacht. In een wetenschappelijke context behoudt de onderzoeker meestal zijn volledige auteursrechten. In de wetenschap volstaat het dat men kennis kan nemen van andermans bevindingen in een vakgebied, en dus dat teksten en de kennis die erin besloten ligt beschikbaar zijn. Het voortschrijden van de wetenschap wordt niet direct gediend door bestaande teksten te herwerken maar eerder door nieuwe, oorspronkelijke ideeën en teksten te genereren. Het auteursrecht (met de daarbinnen gedefinieerde uitzonderingen voor bijvoor­ 28
  • 29. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. beeld citaties) volstaat daarom in die context. (De beschikbaarheid van wetenschappelijke informatie is hierbij natuurlijk wel cruciaal. De issues die hier rond bestaan, hebben onder andere geresulteerd in een beweging als Open Access. Zie voor deze problematiek de dossiers rond ‘de informatiestroom van auteur tot lezer’.) Bij softwareontwikkeling volstaat het niet om telkens vanaf nul te moeten beginnen bij het vormgeven van een idee – dit is ontzettend inefficiënt en foutgevoelig. Voortbouwen op een reeds bestaande ‘tekst’ helpt juist om bestaande fouten te elimineren en om sneller nieuwe functionaliteiten te kunnen toevoegen. Men zou daartoe kunnen volstaan met het vrijgeven van code in het publieke domein, maar zoals we eerder zagen, kiest het merendeel van de programmeurs daar niet voor omdat dit te veel vrijheden zou inhouden. De meeste ontwikkelaars willen erkend worden als de auteur van een specifiek stuk code (en dat in alle afleidingen ervan). Daarnaast wil men dat toekomstige verbeteringen beschikbaar komen voor iedereen. Waar in juridische termen originele werken auteursrechtelijk zijn beschermd of tot het publieke domein behoren (doordat een auteur zijn rechten heeft opgegeven of doordat de beschermingstermijn is verjaard), vinden we bij opensource een alternatief regime. Daarbij wordt de functie die het intellectuele eigendomsrecht speelt bij ‘gesloten’ software omgedraaid. Via contractuele uitzonderingen wordt het auteursrecht niet langer gebruikt om anderen uit te sluiten, maar om hen te betrekken bij het ontwikkelen van de software – zij het niet zonder meer. Zoals we hebben gezien leggen de opensource-licenties wel degelijk beperkingen op aan deelnemende ontwikkelaars (de GPL al wat meer dan de BSD). ‘Open source and free software’ is not software in the public domain. Instead, like Microsoft’s software, the copyright owners of free and open source software insist quite strongly that the terms of their software license be respected by adopters of free and open source software. (Lessig 2004, 264) Bij opensource-software spelen intellectuele eigendomsrechten dus nog altijd een rol, zij het een onorthodoxe. De makers claimen auteursrecht op hun programma’s en vanuit hun recht als auteur, voegen ze vervolgens een licentie toe die het toekomstig gebruik van ervan bepaalt. 3.2 Creative Commons “Some rights reserved” Naar analogie van ‘open source’ is er iets ontstaan als ‘open content’: oorspronkelijk werk (teksten, muziek, foto’s, films, ...) gepubliceerd op een manier waarbij expliciet aan iedereen toestemming wordt verleend om het werk onder bepaalde voorwaarden te kopiëren of te bewerken. Het grootste opencontent-project is Wikipedia, dat wordt gepubliceerd onder de GNU Free Documentation License (GFDL). Hoewel GFDL kan worden gebruikt voor willekeurig welk materiaal, was de licentie in de eerste plaats bedoeld voor documentatie bij opensource-software die onder GPL-vlag wordt verspreid. 29
  • 30. Digital Rights & Copyleft (cc) David Coppoolse - Some Rights Reserved - This work is licensed under the Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 2.0 Belgium License. De opencontent-licentie die de de facto standaard aan het worden is, is echter Creative Commons, ‘het gedeelde oorspronkelijk goed’. Opensource-licenties waren het initiatief van softwareontwikkelaars zelf, terwijl de Creative Commons-licenties ontwikkeld zijn door juristen. Intiatiefnemer is Lawrence Lessig, een Amerikaans professor in de rechten en voorvechter van een evenwichtig systeem van intellectueel eigendomsrecht, met name in technische toepassingen. 3.2.1 Filosofie Het debat rond auteursrechten en andere vormen van intellectueel eigendom is sterk gepolariseerd. Enerzijds is er de visie waarin het gebruik van een werk volkomen is geregula­ riseerd en alle rechten zijn voorbehouden aan de wettige eigenaar. In de alternatieve, anarchistische visie is er sprake van grote vrijheid voor hergebruik, met als keerzijde een groot risico op misbruik en ontmoediging van de makers van origineel werk. Creative Commons is in het leven geroepen om het grijze gebied tussen de extremen van volledig auteursrecht (‘alle rechten voorbehouden’) en het publieke domein (‘geen rechten voorbehouden’) duidelijker te kunnen definiëren. De Creative Commons-licenties laten auteursrechthebbenden (of hun vertegenwoordigers) toe om aanspraak te maken op de auteursrechten die op een werk berusten en tegelijkertijd aan te geven onder welke omstandigheden of op welke manier een werk zonder meer mag worden gebruikt (‘sommige rechten voorbehouden’). all rights reserved some rights reserved no rights reserved Op deze manier hoopt men een bijdrage te leveren aan het terugbrengen van een evenwicht dat lange tijd werd gegarandeerd door het auteursrecht: dat tussen vernieuwing en bescherming. Creative Commons wil in reactie op ontwikkelingen binnen het auteursrecht (zoals de verlenging van de beschermingsduur en de verminderde toegang tot beschermde werken door onder andere DRM) de mogelijkheid bieden aan makers om hun werk vrij te verspreiden via internet en op die manier het publieke domein te vergroten. Via Creative Commons-licenties is het mogelijk om werk waarop intellectuele eigendomsrechten rusten gedeeltelijk vrij te geven voor publiek gebruik. Dit werkt in essentie op dezelfde manier als bij de hiervoor besproken licenties voor open­ source-software. Creative Commons zelf verwijst expliciet naar opensource als inspiratiebron: We use private rights to create public goods: creative works set free for certain uses. Like the free software and open-source movements, our ends are cooperative and community-minded, but our means are voluntary and libertarian. We work to offer creators a best-of-both-worlds way to protect their works while encouraging certain uses of them — to declare ‘some rights reserved.’ (2007a) 30