Gemeente Delft: Programma veiligheid Delft 2007-2010
1. Programma Veiligheid
2007-2010
Delft – Veilige stad om te wonen, werken en recreëren
Delft, 30 oktober 2007
Registratienummer 20340472
2. Samenvatting
Delft is een veilige stad. In een vergelijking met negen andere gemeenten scoort Delft tweede
(zie 2.3). En dat willen wij graag zo houden. Door criminaliteit en overlast te verminderen en
het gevoel van veiligheid te verbeteren willen wij er voor zorgen dat Delft voor iedereen een
aangename stad is om te wonen, te werken en recreëren. Daarom gaf in het coalitieakkoord
“Ruimte zien, ruimte maken” dit college aan om jaarlijks een integraal veiligheidsplan op te
stellen. Om de samenhang en de breedte van het onderwerp veiligheid recht te doen, kiest dit
college voor een meerjarenprogramma Veiligheid, dat jaarlijks bijgesteld wordt.
Integrale aanpak
Omdat veiligheid zo’n breed begrip is, raakt het verschillende beleidsterreinen. Dat betekent
dat de aanpak van veiligheid vanuit veel verschillende disciplines aandacht moet krijgen. Dit
vraagt een goede vorm van samenwerking. In de afgelopen jaren zijn hierin belangrijke
stappen gezet, maar het is goed om de komende tijd hieraan een extra impuls te geven.
Daarom is er gekozen voor een programmatische aanpak.
Voor de komende kabinetsperiode streeft het kabinet dan ook naar een daling van de
criminaliteit met 25% in 2010 ten opzichte van 2002. Daarbij legt het de nadruk op bestrijden
en voorkomen van geweld.
In “Samen aan de Slag”, het bestuursakkoord tussen rijk en gemeenten zijn afspraken
gemaakt over de inzet van gemeenten. Deze is immers ook hard nodig om de gewenste
vermindering van criminaliteit en overlast te realiseren. De regierol van de gemeente wordt
daarom in 2007 wettelijk vastgelegd.
Ons college kan zich vinden in de doelstellingen van het kabinet. De nadruk op preventie staat
in het Bestuursakkoord tussen VNG en het rijk en in het coalitieakkoord van ons college
“Ruimte zien, ruimte maken”. In de kadernota 2008-2011 hebben wij de voornemens van dit
kabinet verwerkt. Veiligheid in de stad is voor de begroting 2008 een belangrijk thema.
Doelen van het Programma Veiligheid
Gezien de ontwikkelingen in en rond Delft kiezen wij voor de volgende doelen voor het pro-
gramma Veiligheid:
• 80% van de bewoners voelt zich veilig in de eigen buurt
• Daling criminaliteit met 25% t.o.v. 2002
• Versterken van de regierol en het verbeteren van de kwaliteit van de samenwerking waar-
binnen ook meer aandacht komt voor de relatie met de wijkaanpak en de bewonerspartici-
patie.
Jeugd is en blijft een prioriteit. In 2008 behouden wij de aandacht op jeugd, vooral op het
gebied van overlast, uitgaans-geweld en geweld waarbij jeugd betrokken is krijgt prioriteit.
De afgelopen jaren is het aantal geweldplegingen gestegen, terwijl overige vormen van crimi-
naliteit zijn gedaald. Bij huiselijk geweld heeft dit bijvoorbeeld te maken met het beter zicht-
baar worden ervan. Dat is op zich positief, omdat wij dan een goede aanpak kunnen formule-
ren. In de cijfers lijkt het dan op een stijging, terwijl er vooral sprake is van het zichtbaar
worden van dit type geweld. Maar bij andere vormen van geweld is er duidelijk een stijging te
zien. Daarom willen wij ons in 2008 vooral richten op huiselijk geweld en uitgaansgeweld.
1
3. Wij constateren vervolgens dat het begrip veiligheid nog niet in alle beleidsterreinen een ver-
taling gekregen heeft. Zo kan bij het ontwikkelen van gebieden in onze stad nog meer reke-
ning worden gehouden met aspecten van veiligheid en gevoelens van veiligheid. Hier is in
Nederland instrumentarium voor beschikbaar dat wij ook in Delft willen hanteren. Dus voor
2008 richten wij ons op beleidsterreinen waar meer aandacht aan fysieke veiligheid kan wor-
den besteed.
Op het terrein van jeugd en van geweldsbestrijding moeten in 2008 resultaten zichtbaar zijn.
Daarop willen wij dan ook een daling zien van criminaliteit en van het aandeel van jongeren
bij criminaliteit. De investering in de samenwerking is waarschijnlijk niet al in 2008 zicht-
baar. Daarom nemen wij ons voor om in 2008 een daling van de criminaliteit te hebben gerea-
liseerd ten opzichte van 2002 met 22%.
Op basis van de wijkanalyse en veiligheidsscan kijken wij per wijk naar de nodige prioritei-
ten. De hoofdthema’s van het veiligheidsbeleid voeren wij waar mogelijk (deels) op wijkni-
veau.
Programmasturing
Vanwege de breedte van het begrip ‘veiligheid’ is dit een breed programma dat meerdere
beleidsterreinen van de gemeente raakt. Het programma beschrijft de gemeentebrede inzet
voor veiligheid en omvat daarom ook meer activiteiten dan het huidige programma. Het
sturen van een dergelijk breed programma vergt dan ook een aparte invulling.
Om te beginnen heeft het programma een tijdelijk karakter en loopt tot het einde van het
collegeperiode. Veel activiteiten zullen blijken reguliere activiteiten van de gemeente en
anderen te zijn. De programmastructuur is dan ook bedoeld om belangrijke initiatieven op het
gebied van veiligheid te nemen, maar vooral om te zorgen voor een goede voortgang en
afstemming tussen de verschillende elementen.
2
4. Inhoudsopgave
1 Inleiding .........................................................................................................................4
2 Ontwikkelingen in en rondom Delft ................................................................................6
2.1 Omgevingsanalyse ..................................................................................................7
2.1.1 Kabinet heeft veel aandacht voor veiligheid.....................................................7
2.1.2 Aandacht van politie Haaglanden voor jeugd en de burgers in de regio............7
2.2 Wat is de situatie in Delft? ......................................................................................8
2.2.1 Delftse thema’s................................................................................................8
2.2.2 Integrale aanpak ..............................................................................................8
2.2.3 Vergelijking met andere steden........................................................................8
3 Doel programma Veiligheid............................................................................................9
3.1 In 2010 voelt 80% van de bewoners zich veilig in eigen buurt.................................9
3.2 In 2010 25% daling van criminaliteit t.o.v. 2002 .....................................................9
3.3 Versterking regierol en verbetering kwaliteit van samenwerking .............................9
3.3.1 Regierol gemeente.........................................................................................10
3.3.2 Bewonersparticipatie .....................................................................................10
4 Prioriteiten van het programma Veiligheid....................................................................11
4.1 Aandacht voor jeugd .............................................................................................11
4.2 Bestrijden en voorkomen van geweld ....................................................................11
4.3 Samenwerking ......................................................................................................11
4.4 Behalen van resultaten in 2008..............................................................................11
4.5 Keuze voor activiteiten in 2009-2010 ....................................................................11
4.6 Veiligheid in de wijken .........................................................................................12
5 Veiligheidsthema’s .......................................................................................................13
5.1 Schematische weergave van veiligheidsthema’s ....................................................13
5.2 Jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit .......................................................................14
5.3 Criminaliteit..........................................................................................................15
5.4 Verkeer .................................................................................................................16
5.5 Huiselijk en eergerelateerd geweld ........................................................................17
5.6 Radicalisering .......................................................................................................18
5.7 Uitgaan .................................................................................................................19
5.8 Openbare ruimte ...................................................................................................20
5.9 Externe veiligheid .................................................................................................21
6 Programmasturing.........................................................................................................22
6.1 Looptijd programma Veiligheid 2007-2010...........................................................22
6.2 Programmamanager: voortgang en samenhang......................................................22
6.3 Bestuurlijke en organisatorische afstemming programma Veiligheid.....................22
6.3.1 Stuurgroep programma Veiligheid.................................................................22
6.3.2 Bestuurlijke afstemming................................................................................22
6.3.3 Strategisch handhavingsoverleg.....................................................................23
6.3.4 Programmateam ............................................................................................23
6.3.5 Reguliere overleggen.....................................................................................23
6.4 Rapportage cyclus .................................................................................................23
6.5 Communicatie.......................................................................................................24
7 Financiën programma Veiligheid ..................................................................................25
Bijlage 1 Definities ..........................................................................................................26
3
5. 1 Inleiding
In het coalitieakkoord “Ruimte zien, ruimte maken’ gaf ons College aan om jaarlijks een inte-
graal veiligheidsplan op te stellen. Om de samenhang en de breedte van het onderwerp veilig-
heid recht te doen, kiest het college voor een meerjarenprogramma Veiligheid, dat jaarlijks
bijgesteld wordt.
Veiligheid is een belangrijk onderwerp. Het biedt bepalende randvoorwaarden voor de ont-
wikkeling van stad en bewoners, zowel economisch als persoonlijk. In een veilige omgeving
is het gemakkelijker zaken doen. Een veilige omgeving is je op straat veilig voelen, dat je
kinderen veilig buiten kunnen spelen. Veiligheid is een onderwerp met veel raakvlakken,
vandaar dat dit programma ook aandacht geeft aan een veelheid van onderwerpen, als jeugd
en veiligheid, veilig uitgaan, veiligheid in de openbare ruimte.
De trend in Nederland is dat de criminaliteit de afgelopen jaren is gedaald, maar dat het aantal
geweldsdelicten is gestegen. Het terugdringen van dit geweld is voor Delft, maar ook voor het
kabinet van groot belang. In zijn plannen streeft het kabinet een daling van de criminaliteit na
van 25% ten opzichte van 2002.
“Samen aan de Slag” is de titel van het bestuursakkoord van het Rijk met de gemeenten.
Daarin staat een breed programma over de verbeteringen die wij in Nederland en ook in Delft
willen bereiken. Bij een onderwerp als veiligheid, kan dat ook niet anders. Veel verschillende
mensen, instellingen, bedrijven en overheden zijn nodig om veiligheid te realiseren. Daarom
is er een apart hoofdstuk over Veiligheid. De regierol van de gemeente op het gebied van vei-
ligheid zal in 2007 nog wettelijk worden verankerd. Ook krijgt de gemeente meer bevoegdhe-
den op het gebied van bestuurlijke boetes.
Deze regierol wil Delft waarmaken. Dat betekent samenwerken met veel verschillende acto-
ren, maar ook door burgers betrekken bij de veiligheid in hun eigen wijk. Het doel van dit
programma is dan ook om die samenwerking vorm te geven waar deze ontbreekt en te verbe-
teren waar deze nog onvoldoende werkt.
Gevoelens van veiligheid worden door meer factoren beïnvloed dan alleen maar objectieve
criminaliteitscijfers. Hoe mensen hun leef- en woonomgeving ervaren speelt in veel gevallen
een doorslaggevendere rol. Wij betrekken onze bewoners bij de aanpak van veiligheids-
problemen in hun wijk. Het gaat hier niet alleen om sociale problemen die zij ervaren maar
ook om een aantal fysieke problemen zoals enge plekken of verkeersoverlast. Door zichtbaar
een aantal voorzieningen en samenwerkingsverbanden te verbeteren krijgen bewoners meer
grip op hun eigen leef- en woonomgeving. De goede ervaringen die wij hebben met de
Delftse wijkaanpak, willen wij daarom ook gebruiken om de veiligheid in onze stad en
buurten te verbeteren.
Het doel voor 2010 is een daling van de criminaliteit met 25% ten opzichte van 2002 en een
verbetering van de gevoelens van veiligheid zodat 80% van de bewoners zich veilig voelt in
de eigen buurt
In dit programma Veiligheid staat wat Delft in de komende periode blijft en gaat doen om
veiligheid in de stad te bevorderen. De doelen, de prioriteiten en het kader waarbinnen wij dat
willen realiseren worden in dit programmaplan geschetst. Het gaat dan ook om meerjarendoe-
len voor de periode 2007-2010. Tevens staan de lopende activiteiten en de activiteiten voor
4
6. 2008 in dit programma. Vervolgens stelt het programma Veiligheid jaarlijks de activiteiten
bij op basis van evaluaties en ontwikkelingen die zich voordoen.
In hoofdstuk 2 staat een omgevingsanalyse. Daarin beschrijven wij enkele ontwikkelingen die
van invloed zijn op de veiligheid in onze stad en op onze aanpak. Aan de hand van de analyse
staat in hoofdstuk 3 welke doelen ons college zich stelt met dit programma. En omdat er al
veel gebeurt en nog veel gedaan moet worden, geven wij in hoofdstuk 4 aan welke prioriteiten
wij stellen.
Binnen het programma Veiligheid is ervoor gekozen om een aantal veiligheidsthema’s te
benoemen. Bij die thema’s geven wij schematisch weer welke knelpunten onze burgers en wij
daar constateren, welke activiteiten wij ondernemen om hier aandacht aan te schenken en
welke beleidsmaatregelen en projecten hiervoor in gang zijn of worden gezet. Deze
schematische weergave staat in hoofstuk 5.
Vanwege de breedte van het begrip veiligheid is een programmatische aanpak nodig. De
programmastructuur die wij hiervoor willen inzetten beschrijven wij in hoofdstuk 6. In
hoofdstuk 7 geven wij aan welke financiële middelen hiervoor nodig zijn.
5
7. 2 Ontwikkelingen in en rondom Delft
Delft is een veilige stad. In een vergelijking met negen andere gemeenten scoort Delft tweede
(zie 2.2.3). En dat willen wij graag zo houden. Door criminaliteit en overlast te verminderen
en het gevoel van veiligheid te verbeteren willen wij er voor zorgen dat Delft voor iedereen
een aangename stad is om te wonen, te werken en recreëren. Veiligheid is een belangrijke
randvoorwaarde voor de economische ontplooiing van de stad, maar ook de individuele
ontplooiing van de bewoners.
De Randstad levert nog steeds een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie. Door
zich te ontwikkelen als kennisstad pakt Delft hiermee ook de nodige economische kansen,
hetgeen de economische positie van de stad goed van pas kan komen. De verwachting is dan
ook dat de Randstad in het algemeen en Delft in het bijzonder bijdragen aan de economische
groei.
De Randstad zorgt ook voor een jongere bevolking. Daar waar in de rest van Nederland het
aantal ouderen de komende jaren zal toenemen, is dit in de Randstad en in universiteitssteden
minder van toepassing. Dus ook voor Delft zal de vergrijzing minder gevolgen hebben. Onze
stad behoudt een relatief jonge bevolking, wat betekent dat Delft een uitgaansstad zal blijven.
De jonge bevolking stimuleert ook de economische groei.
De aanwezigheid van de universiteit in Delft biedt vele mogelijkheden op het gebied van
technologische innovatie. Dit heeft economische voordelen. Gezien de ambitie van de
Europese Unie waarbij Europa zich wil ontwikkelen in een stevige kenniseconomie, biedt dit
onbetwiste mogelijkheden. Onze plaats in de Randstad biedt economische kansen.
Echter, wij kijken ook naar de mogelijke nadelige gevolgen van technologische innovatie.
Alertheid is bijvoorbeeld geboden voor het fenomeen dat kinderen elkaar via mobiele
telefonie of internet pesten. En wat valt te denken van de mogelijkheid dat groepen elkaar snel
kunnen oproepen als bijvoorbeeld ergens een confrontatie dreigt. Ernstiger is de mogelijkheid
die nieuwe informatie- en communicatietechnologie biedt aan bijvoorbeeld georganiseerde
criminaliteit. Daarnaast kunnen technische innovaties juist helpen om bepaalde vormen van
misdaad te bestrijden.
Een goed voorbeeld hiervan is cameratoezicht. Gericht cameratoezicht in bepaalde openbare
ruimten zoals uitgaanscentra, wegen en pleinen kunnen helpen bij de handhaving van de
openbare orde en voor de verkeersveiligheid. Ook kunnen camera’s strafbare feiten registre-
ren en daarmee bijdragen aan de opsporing ervan. Op dit moment gebruikt een vijfde van de
Nederlandse gemeenten cameratoezicht1. Uit evaluaties over cameratoezicht blijkt dat het
bijdraagt aan gevoelens van veiligheid en tot daling van criminaliteit en overlast kan leiden2.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) moedigt gemeenten aan
om gebruik te maken van ‘intelligent cameratoezicht’, waarmee automatisch agressief gedrag
wordt geregistreerd en het analyseren van beelden makkelijker en efficiënter wordt gemaakt.
Onze plaats in de Randstad en de aanwezigheid van de universiteit bieden ons economische
kansen. Veiligheid is daarbij een randvoorwaarde om deze kansen te benutten.
1
Onderzoek “Cameratoezicht in Nederland”, Ministerie van BZK, 2006
2
Evaluaties van gebruik cameratoezicht in Alkmaar (2004-2005), Amsterdam (2003-2004) en Rotterdam (2000-
2001)
6
8. Bij veiligheid in Delft ligt de nadruk op het verhogen van de sociale veiligheid en het
zorgdragen voor de afwezigheid van criminaliteit en overlast.3 Daarnaast gaat het erom te
zorgen voor een fysiek veilige leefomgeving en het bewust afwegen van resterende risico’s.
2.1 Omgevingsanalyse
Bij de totstandkoming van dit programma hebben wij rekening gehouden met een aantal
ontwikkelingen in en om Delft. Het betreft de doelen die het kabinet zich gesteld heeft, maar
ook enkele algemene ontwikkelingen om onze stad heen. Het wegvallen van de Europese
grenzen, de uitbreiding van de Europese Unie met nieuwe lidstaten, maar ook het gebruik van
internet hebben de omgeving van onze bewoners vergroot.
2.1.1 Kabinet heeft veel aandacht voor veiligheid
Het kabinet besteedt in haar plannen veel aandacht aan veiligheid. Het kabinet wil een
samenleving waarin mensen zich veilig, vertrouwd en met elkaar verbonden voelen.
Veiligheid, stabiliteit en respect vormen een van de peilers van het Coalitieakkoord van de
regering. Het gaat daarbij niet alleen om bestrijding van criminaliteit en geweld, maar ook om
preventie daarvan. Voor de komende kabinetsperiode streeft het kabinet dan ook naar een
daling van de criminaliteit met 25% in 2010 ten opzichte van 2002. Daarbij legt het kabinet de
nadruk op het bestrijden en voorkomen van geweld.
In “Samen aan de Slag”, het bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten, zijn afspraken
gemaakt over de inzet van gemeenten. Dezeinzet is immers hard nodig om de gewenste
vermindering van criminaliteit en overlast te realiseren. De regierol van de gemeente wordt
daarom in 2007 wettelijk vastgelegd.
Ons college kan zich vinden in de doelstellingen van het kabinet. De nadruk op preventie
staat in het Bestuursakkoord tussen VNG en het rijk en in het coalitieakkoord van ons college
“Ruimte zien, ruimte maken”. In de kadernota 2008-2011 hebben wij de voornemens van dit
kabinet verwerkt. Veiligheid in de stad is voor de begroting 2008 een belangrijk thema.
Op regionaal niveau is veiligheid ook een thema. In 2006 is een eerste tekst van de concept
wet veiligheidsregio’s beschikbaar gekomen. De strekking daarvan luidde: meer regionale
samenwerking op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing en (gedwongen) regi-
onalisering van de brandweer. Dit wetsontwerp is niet ter behandeling aan de Kamer aange-
boden. De burgemeesters in Haaglanden hebben echter, vooruitlopend op een nieuw ontwerp,
besloten nader te gaan samenwerken en regionalisering van de brandweer te onderzoeken. Het
nieuwe wetsontwerp van juli 2007 kan rekenen op brede politieke steun. Ook hiervan is de
strekking meer regionale samenwerking en regionalisering van de brandweer, maar met een
sterke lokale inbedding en niet gedwongen. Daarnaast zullen er bij algemene maatregel van
bestuur kwaliteitseisen worden gesteld. In de regio Haaglanden wordt aangestuurd op regio-
nalisering van de brandweer.
2.1.2 Aandacht van politie Haaglanden voor jeugd en de burgers in de regio
De prioriteiten van dit kabinet voor de politie - jeugdcriminaliteit, geweld, veilige wijken en
versterking van de opsporing - zijn door het regionale college Haaglanden overgenomen. De
politie in de regio werkt ook met het concept burgeroriëntatie. Het gaat om het betrekken van
burgers bij het politiewerk zoals bij burgernet, digitaal platform en burgers in blauw.
3
Gehanteerde definities rond het begrip ‘veiligheid’ treft u in bijlage 1.
7
9. Ons college herkent zich in de door het rijk en de politie gestelde doelen. Er is sprake van een
goede overlap met de vraagstukken waar onze bewoners zich zorgen over maken.
2.2 Wat is de situatie in Delft?
2.2.1 Delftse thema’s
Uit politiecijfers, de wijkbarometers en bezoeken van de burgemeester aan de buurt blijkt dat
er sprake is van relatief veel jeugdoverlast, een verhoging in de afgelopen jaren van geweld en
dreigingen, diefstallen, uitgaansoverlast en verkeersoverlast. Dit zijn zaken waar onze burgers
direct last van hebben. Daarnaast constateren wij zelf dat op het gebied van samenwerking
tussen partners nog veel winst te behalen valt.
In zijn algemeenheid kan echter gesteld worden dat de afgelopen jaren de criminaliteit in
Delft flink gedaald is. Ten opzichte van 2002 is in 2006 sprake van een daling van de
criminaliteit van 21%4. Onze bewoners geven verder aan dat zij zich in toenemende mate
veilig voelen in eigen wijk. In 2006 was dit 74% van de ondervraagde bewoners.
2.2.2 Integrale aanpak
Omdat veiligheid zo’n breed begrip is, raakt het verschillende beleidsterreinen. Dat betekent
dat de aanpak van veiligheid vanuit veel verschillende disciplines aandacht moet krijgen. Dit
vraagt een goede vorm van samenwerking. In de afgelopen jaren zijn hierin belangrijke
stappen gezet, maar het is goed om de komende tijd hieraan een extra impuls te geven.
Daarom is er gekozen voor een programmatische aanpak.
2.2.3 Vergelijking met andere steden
Het veiligheidsbeeld van Delft hebben wij met negen andere gemeenten vergeleken5. Het gaat
om steden die voor wat betreft het inwonertal, het vervullen van een regiofunctie, de aanwe-
zigheid van een historisch stadscentrum en de aanwezigheid van een universiteit of hoge-
school, gelijkenissen vertonen met onze stad. Het gaat om Amersfoort, Alkmaar, Deventer,
Dordrecht, Haarlem, Leeuwarden, Leiden, 's-Hertogenbosch en Zwolle.
Uit de vergelijking blijkt dat Delft als tweede scoort op veiligheid. Er zijn dus acht gemeenten
die slechter scoren dan Delft. Het gaat hier om het aantal aangiften per 1.000 inwoners, op
basis van de Misdaadscore 2006. Alleen Leeuwarden heeft een betere score. Uit de vergelij-
king blijkt ook dat ten opzichte van 2005, Delft in 2006 een stijging ziet in het aantal aangif-
ten per 1.000 inwoners.
De conclusie uit deze vergelijking is dat Delft een veilige stad is, maar dat er inspanningen
nodig zijn om dit zo te houden.
Aan de hand van dit overzicht hebben wij het doel van het programma Veiligheid
geformuleerd en zijn de prioriteiten voor de periode 2007-2010 vastgelegd.
4
Jaarverslag 2006 regiopolitie Haaglanden, juni 2007.
5
Wever, J. “Veiligheidsbeleid gemeente Delft: een snelle vergelijking met negen andere gemeenten”, op basis
van de misdaadmeter 2006, DSP Groep, augustus 2007.
8
10. 3 Doel programma Veiligheid
Gezien de ontwikkelingen in en rond Delft kiezen wij voor de volgende doelen voor het
programma Veiligheid per 2010:
• 80% van de bewoners voelt zich veilig in eigen buurt
• Daling criminaliteit met 25% t.o.v. 2002
• Versterken van de regierol en het verbeteren van de kwaliteit van de samenwerking waarbinnen ook meer aandacht komt
voor de relatie met de wijkaanpak en de bewonersparticipatie.
3.1 In 2010 voelt 80% van de bewoners zich veilig in eigen buurt
74% van de bewoners geeft aan zich veilig in eigen buurt te voelen. Dat vinden wij nog te
weinig. Daarom willen wij de komende tijd meer aandacht besteden aan het bevorderen van
de gevoelens van veiligheid. Het hoofddoel van het programma Veiligheid 2007-2010 is
daarom dat in 2010 80% van onze inwoners zich in de eigen buurt veilig voelt.
Uit onderzoek naar gevoelens van veiligheid blijkt dat veel verschillende aspecten hierbij een
rol spelen. Een rechtstreeks causaal verband tussen de objectieve veiligheid en subjectieve
van gevoelens van veiligheid is niet aangetoond. Ook kunnen plotselinge gebeurtenissen een
grote indruk maken op gevoelens van veiligheid. Desalniettemin is het van belang hiervoor
aandacht te blijven houden.
3.2 In 2010 25% daling van criminaliteit t.o.v. 2002
De afgelopen tijd is veel aandacht besteed aan de aanpak van criminaliteit. Dat heeft dan ook
z’n vruchten afgeworpen. Het aantal aangiften van de meeste vormen van criminaliteit is
gedaald. Deze resultaten willen wij vasthouden, maar extra accenten zijn nog nodig. Dit sluit
aan bij de doelstellingen van het nieuwe programma Veiligheid van het rijk om tussen 2008
en 2010 een daling van criminaliteit te realiseren van 25% ten opzichte van 2002. In Delft is
in 2006 ten opzichte van 2002 al een daling gerealiseerd van 21%.
De komende tijd blijven wij hier dan ook aandacht aan besteden. Ook omdat het niveau
gedurende meerdere jaren vastgehouden moet worden. Vooral op de thema’s jeugd en geweld
moet nog het nodige gebeuren. Deze daling is niet alleen vanuit Delft te realiseren. Landelijk
beleid, maar ook trends in Nederland kunnen van invloed zijn op criminaliteit. Ook de ligging
van Delft, in de buurt van Den Haag en Rotterdam brengt z’n eigen dynamiek mee.
3.3 Versterking regierol en verbetering kwaliteit van samenwerking
De basis van de veiligheidsaanpak is brede samenwerking tussen overheden,
maatschappelijke organisaties en instellingen en betrokkenheid van onze bewoners. Het is van
belang om veiligheid met alle mogelijke middelen te steunen. Bewoners, bedrijven,
instellingen en overheid werken ieder op hun eigen manier aan het waarborgen van de
veiligheid van hun omgeving. Zo werkt de inzet van iedereen mee om een goed niveau van
veiligheid te realiseren.
Maatregelen die huiseigenaren kunnen nemen en een betere inbedding van
veiligheidsaspecten in planvorming bij de bouw van gebouwen en buurten, dragen bij aan het
voorkomen van verschillende vormen van criminaliteit. Daarnaast vernieuwen technische
ontwikkelingen bijvoorbeeld het toezicht. Het gebruik van cameratoezicht, zoals rondom het
stationsplein, biedt de politie en gemeentelijke handhavers meer ‘ogen’. En omdat potentiële
daders zich gezien voelen, gaat hier een preventieve werking van uit. Preventie is daarom de
9
11. kern van de aanpak die wij voorstaan. Cameratoezicht zal ook de komende jaren als instument
kunnen worden ingezet om met name preventief toezicht te verbeteren. Er komt in het
voorjaar van 2008 een evaluatie van het cameratoezicht in het stationsgebied.
Naast preventie is toezicht een belangrijk veiligheidsinstrument. Flexibele inzet moet
aansluiten op veiligheidsvraagstukken in Delft en in de wijken. Een goede samenhang tussen
de inzet van toezicht en andere maatregelen uit het Veiligheidsprogramma is daarvoor van
groot belang, zoals bijvoorbeeld bij de aanpak van jeugdoverlast.
3.3.1 Regierol gemeente
De regierol van de gemeente bij veiligheid wordt nog in 2007 wettelijk verankerd. Daarbij
geldt dat iedere gemeente een werkplan integrale veiligheid moet hebben, hetgeen in Delft al
vier jaar bestaat. De kernwerkzaamheden van de gemeente liggen op het gebied van proactie,
preventie, toezicht en zorg. Het is vooral die keten waar de gemeente de regierol op heeft.
De regierol zorgt ervoor dat er nu in nauw overleg met intern en extern betrokkenen een
programma Veiligheid opgesteld wordt, en dat in de projecten nauw wordt samengewerkt bij
het opstellen en uitvoeren van de plannen. De belangrijkste partners van de gemeente zijn
politie, brandweer, onderwijs, woningbouwcorporaties, welzijnsinstellingen en bedrijfsleven
zoals horeca en spoorwegen.
De regierol houdt bovendien in dat de gemeente op de kwaliteit van de samenwerking let en
waar nodig met de betrokken partners afspraken maakt over gezamenlijke inzet, afstemming
en het verbeteren van werkprocessen. Het gaat hierbij om het maken van goede en duidelijke
afspraken, waar men zich aan houdt. Maar ook een goede informatie-uitwisseling tussen
betrokken instellingen en diensten komt de kwaliteit van de samenwerking ten goede.
3.3.2 Bewonersparticipatie
De afgelopen jaren is steeds meer aandacht voor de aanpak in de wijk. Daarmee pogen wij de
directe leefomgeving van bewoners op een positieve manier te beïnvloeden. En
vanzelfsprekend is daarvoor de betrokkenheid van de bewoners essentieel.
Gevoelens van veiligheid worden namelijk door meer factoren beïnvloed dan alleen maar
objectieve criminaliteitscijfers. Hoe mensen hun leef- en woonomgeving ervaren speelt in
veel gevallen een doorslaggevendere rol. Wij betrekken onze bewoners bij de aanpak van
veiligheids-problemen in hun wijk. Door zichtbaar een aantal voorzieningen en
samenwerkingsverbanden te verbeteren krijgen bewoners meer grip op hun eigen leef- en
woonomgeving. De goede ervaringen die wij hebben met de Delftse wijkaanpak, willen wij
daarom ook gebruiken om de veiligheid in onze stad en buurten te verbeteren.
Deze doelen vergen een brede inzet van activiteiten. Omdat niet alles tegelijk kan, stellen wij
prioriteiten. Door onze inzet hierop te richten kunnen wij de gestelde doelen behalen.
10
12. 4 Prioriteiten van het programma Veiligheid
Vanaf 2002 is een belangrijke daling te zien in de criminaliteit in onze stad. Voor 2008 willen
wij ons daarom ook richten op een aantal prioriteiten.
4.1 Aandacht voor jeugd
Jeugd is en blijft een prioriteit. Daar zijn de afgelopen tijd goede projecten en samenwer-
kingsverbanden voor opgezet. Te denken valt aan aanpak jeugdoverlast met signaleringsover-
leg, interventieteams en regiegroepen. Vanuit de samenwerking tussen de programma’s Vei-
ligheid en Jeugd en Onderwijs is het beleid tot stand gekomen en in samenwerking en af-
stemming wordt het uitgevoerd.
4.2 Bestrijden en voorkomen van geweld
De afgelopen jaren is het aantal geweldplegingen gestegen, terwijl overige vormen van crimi-
naliteit zijn gedaald. Bij huiselijk geweld heeft dit bijvoorbeeld te maken met het beter zicht-
baar worden ervan. Dat is op zich positief, omdat wij dan een goede aanpak kunnen formule-
ren. In de cijfers lijkt het dan op een stijging, terwijl er vooral sprake is van het zichtbaar
worden van dit type geweld. Maar bij andere vormen van geweld is er wel een duidelijke stij-
ging waarneembaar. Daarom willen wij ons in 2008 vooral richten op huiselijk geweld en
uitgaansgeweld.
4.3 Samenwerking
Wij constateren vervolgens dat het begrip veiligheid nog niet in alle beleidsterreinen een ver-
taling gekregen heeft. Zo wordt bij het ontwikkelen van gebieden in onze stad nog onvol-
doende rekening gehouden met aspecten van veiligheid en gevoelens van veiligheid. In ons
coalitieakkoord staat dat bij de inrichting van de openbare ruimte en de herstructurering van
buurten veiligheid één van de leidende principes is. Hier is in Nederland instrumentarium
voor beschikbaar dat wij ook in Delft willen hanteren. Dus voor 2008 en volgende jaren rich-
ten wij ons met name ook op beleidsterreinen waar meer aandacht aan fysieke veiligheid kan
worden besteed. Daarnaast willen wij investeren in samenwerkingsvormen waarbij de kennis
van verschillende organisatieonderdelen beter wordt benut, zodat mogelijke knelpunten
vroegtijdig worden geconstateerd.
4.4 Behalen van resultaten in 2008
Op het terrein van jeugd en van geweldsbestrijding moeten eind 2008 de eerste resultaten
zichtbaar zijn. Daarop willen wij dan ook een daling zien van criminaliteit en van het aandeel
van jongeren bij criminaliteit. De investering in de samenwerking is waarschijnlijk niet al in
2008 zichtbaar. Daarom nemen wij ons voor om in 2008 een daling van de criminaliteit te
hebben gerealiseerd ten opzichte van 2002 met 22%.
4.5 Keuze voor activiteiten in 2009-2010
In 2009 en 2010 willen wij de resterende 3%-punt daling van criminaliteit realiseren. Gezien
de gemiddelde daling van zo’n 3% per jaar over de afgelopen vier jaar, zou het ook mogelijk
moeten zijn meer ambitie te tonen. Maar in combinatie van de daling van criminaliteit willen
wij ook dat onze bewoners zich veiliger in eigen buurt voelen. Dat vergt een ander type aan-
dacht dan alleen de aandacht voor de daling van criminaliteit. Daarom investeren wij de ko-
mende tijd liever in de kwaliteit van de samenwerking tussen verschillende organisaties en
instellingen en in een goede dialoog met onze burgers. Dat levert op de lange termijn een be-
ter resultaat.
11
13. De activiteiten voor 2009 en 2010 willen wij aan de hand van goede evaluaties en monitoring
over 2007 en 2008 formuleren. De aandacht voor de geconstateerde veiligheidsthema’s blijft,
maar het is goed denkbaar dat er accentverschuivingen komen in de knelpunten die wij willen
aanpakken. Over de activiteiten in 2009 en 2010 rapporteren wij in de reguliere programma-
begrotingen voor die jaren.
4.6 Veiligheid in de wijken
Op basis van de wijkanalyse en veiligheidsscan kijken wij per wijk naar de nodige prioritei-
ten. De hoofdthema’s van het veiligheidsbeleid voeren wij waar mogelijk (deels) op wijkni-
veau uit.
12
14. 5 Veiligheidsthema’s
Uit de omgevingsanalyse, politiecijfers, de wijkbarometer en de bezoeken van onder andere
de burgemeester aan de buurt, is voor onze stad een aantal knelpunten gebleken. Deze knel-
punten hebben wij thematisch ingedeeld. Het gaat om de thema’s jeugd, criminaliteit, verkeer,
huiselijk geweld, radicalisering, uitgaan, openbare ruimte en externe veiligheid.
Niet alle knelpunten zijn voor onze bewoners zichtbaar. Soms constateren wij achterstallig
onderhoud in onze eigen plannen, maar ook willen wij dat de samenwerking tussen verschil-
lende partijen wordt verbeterd.
5.1 Schematische weergave van veiligheidsthema’s
In dit programma Veiligheid hebben wij gekozen om per veiligheidsthema’s de knelpunten
schematisch weer te geven. In dit hoofdstuk, staat per knelpunt waar wij ons in 2008 op wil-
len richten.
In het schema staan in het ‘blauw’ de geconstateerde knelpunten. In het ‘geel’ staan de activi-
teiten en instrumenten die nodig zijn om de knelpunten aan te pakken. In de tabel staat welke
beleidsstukken en projecten op dit moment onze aanpak beschrijven. Daarna geven wij aan
welke activiteiten wij op dit moment voor de komende jaren voor ogen hebben. Het kan daar-
bij gaan om een beleidsnota, maar ook om bijvoorbeeld een evaluatie. In sommige gevallen
ronden wij een bepaald project af.
Verschillende van de activiteiten kennen eigen doelstellingen en voortgangsrapportages. De
programmamanager stuurt op het geheel maar let daarbij ook op de voortgang van de ver-
schillende activiteiten .
Voor intern gebruik is er een overzicht gemaakt van de betrokken in- en externe partners bij
het programma veiligheid. In dat kader is er ook een korte beschrijving van alle activiteiten
gemaakt in verband met de sturing.
De schema’s staan telkens op een eigen pagina om de leesbaarheid ervan te bevorderen.
13
15. 5.2 Jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit
Jeugdcriminaliteit Jeugdoverlast
Beheer-
plannen Regiegroep Veiligheid Graffitibeleid Aanpak veel- Toezicht en
herstruc- op locatie op scholen plegers/ door- handhaving
turering stromers/
starters
Tegegaan Opvoedings- Sluitende
school- onder- jeugd-
verzuim steuning aanpak
Stand beleid Onderwijsbeleidsplan – samenwerkingsovereenkomst Veilig uitgaan – Coffeeshopnota
Lopende Projectgroep Veilige school – Aanpak Jeugd en Overlast (signaleringsoverleg en interventieteam) –
activiteiten Ontwikkelen draaiboek overlast van jeugd op locatie – Regiegroep Brasserskade – Regiegroep
Tanthof – analyse Buitenhof – Halt – Aanpak Enge Plekken – Aanpak Oud & Nieuw – advisering
herstructurering Bomenwijk – advisering beheerplan herstructurering Poptahof – Keurmerk Veilig
Ondernemen (KVO) Hoven Passage – samenwerkingsverband aanpak overlast Kromstraat – APV –
plan van aanpak Jongeren en alcohol
Nieuwe activiteiten Beleid Graffiti –Alcoholmatiging
2008
Nieuwe activiteiten Evaluatie regieaanpak
2009
Nieuwe activiteiten
2010
In 2008 behouden wij de aandacht op jeugd. Vooral het gebied van overlast, uitgaans-geweld
en geweld waarbij jeugd betrokken is krijgt prioriteit. Wij sturen hierbij sterk op een goede
samenwerking en ketenaanpak. Vanuit de samenwerking tussen de programma’s Veiligheid
en Jeugd en Onderwijs is het beleid tot stand gekomen en in nauwe samenwerking en af-
stemming wordt het uitgevoerd.
14
16. Criminaliteit
Fietsendiefstal Diefstal uit auto Woninginbraak Middencriminaliteit Hennepkwekerijen
(lokaal en ernstig) en kleine drugs-
dealers
Aanpak Aanpak Aanpak Toezicht en Sluitende Informatie- Veiligheid in
veelplegers fietsen- Stations- handhaving aanpak positie winkelcentra
diefstal gebied versterken
Camera- Aanpak ex- Burgernet
toezicht gedetineer-
den
Staand beleid Nota Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) – Nota Maatschappelijk herstel veelplegers –
handhavingsarrangement en beheerconvenant Station
Lopende Cameratoezicht – Beheerplan dagopvang Surinamestraat – Advisering herinrichting TU-gebied –
activiteiten Burgernet – (uitvoering) Plan van aanpak Fietsendiefstal – Keurmerk Veilig ondernemen Hoven
Passage – Samenwerkingsverband aanpak overlast Kromstraat – Slachtofferhulp en Tourist
Assistance Service (TAS) Halt – Plan van aanpak Coördinatiepunt Nazorg Ex-gedetineerden –
Voorbereidingen pilot Burgernet
Nieuwe activiteiten Uitvoeringen beheerplan dagopvang Surinamestraat – Uitvoering plan van aanpak Coördinatiepunt
2008 Nazorg Ex-gedetineerden – Evaluatie cameratoezicht station – Onderzoek toepassing cameratoezicht
in uitgaansgebied binnenstad – Pilot Burgernet
Nieuwe activiteiten
2009
Nieuwe activiteiten
2010
In 2008 richten wij onze aandacht vooral op het bestrijden van geweld, waarbij de samenwer-
king een belangrijk middel is.
15
17. 5.3 Verkeer
Fout parkeren Te hard rijden
‘Hufterig” rijgedrag
(fiets en auto)in
de wijken
Educatie en Inventarisatie Toezicht en
gevaarlijke plek- Alcoholcontrole Bewonersacties
Voorlichting Handhaving
ken
Staand beleid Lokaal Verkeers- en Vervoersplan – Fietsactieplan II - Kinderen Veiliger door Delft
Lopende Delft doet! - Herinrichting Ruys de Beerenbrouckstraat (in het kader van het LVVP) – “Groene Golf
activiteiten acties” – Inzet snelheidsinformatieborden – Straatspeeldag – Actie “De scholen zijn weer begonnen” –
Activiteiten in de Week van de Vooruitgang – Monitoring Verkeersveiligheid
Nieuwe Herinrichting Krakeelpolderweg (in het kader van het LVVP) – Verkeersquiz 2008 – Hernieuwde aanpak
activiteiten 2008 Verkeersexamen
Nieuwe Verkeersquiz 2009
activiteiten 2009
Nieuwe
activiteiten 2010
De inwoners van Delft ervaren relatief veel overlast van het verkeer. In 2008 ligt de nadruk
dan ook komen op het bestrijden van te hard rijden in de wijken. per jaar en ook op basis van
de wijkveiligheidsscans kunnen wij hier per jaar accenten leggen.
16
18. 5.4 Huiselijk en eergerelateerd geweld
Huiselijk geweld Eer gerelateerd
geweld
Regie- Relevant Informatie-
groepen op netwerk on- voor-
locatie derhouden ziening
Staand beleid Aanpak Huiselijk geweld (casusoverleg, meld- en adviespunt HG)
Lopende activiteiten Startnotitie en uitvoering aanpak Eer gerelateerd geweld (ketenaanpak, preventie, bescherming
en Strafrechtelijke aanpak)
Nieuwe activiteiten 2008 Verder ontwikkelen van maatregelen aanpak huiselijk en eer gerelateerd geweld
Nieuwe activiteiten 2009
Nieuwe activiteiten 2010
Door meer aandacht te besteden aan huiselijk en eergerelateerd geweld zal in eerste instantie
het aantal aangiften moeten stijgen. Dat is een positieve ontwikkeling omdat wij daarmee
beter zicht krijgen op de ware toedracht. Daarom investeren wij in 2008 om onze
informatiepositie op dit veiligheidsthema te versterken, om zo onze aanpak beter te kunnen
richten. Hiervoor werken wij samen met het programma Wonen Zorg Welzijn.
17
19. 5.5 Radicalisering
.
Radicalisering (extreem
links, extreem rechts,
extreme geloofsuitingen,
dierenactivisme)
Integratie Relevant net- Informatie- Meer betrok-
werk onder- positie verbe- ken-heid bur-
houden teren gers
Staand beleid Nvt
Lopende activiteiten Notitie Radicalisering
Nieuwe activiteiten 2008 afhankelijkvan notitie in 2007
Nieuwe activiteiten 2009
Nieuwe activiteiten 2010
Radicalisering is voor Nederland een relatief nieuw begrip. Daarom willen wij ook in 2008
veel aandacht besteden aan het verbeteren van ons inzicht in de ware toedracht van dit
knelpunt. Dat biedt ons de mogelijkheid om onze aanpak te verbeteren. Hierbij wordt nauw
samengewerkt met het programma Integratie en Inburgering.
18
20. 5.6 Uitgaan
Uitgaansgeweld Alcoholoverlast/
uitgaansoverlast
Aanpak
Vergunning- Samen- Aanpak Aanpak Oud- en Toezicht en
verlening werking evenemen- alcohol en Nieuw handhaving
horeca ten jeugd
Staand beleid Samenwerkingsconvenant Veilig Uitgaan – Veiligheidsplan Evenemententerrein Lijm & Cultuur –
Coffeeshopnota
Lopende activiteiten Jaarlijkse aanpak Oud & Nieuw – Evenementenbeleid – Ontwikkelen Informatiegestuurde
handhaving – Advisering herinrichting TU-gebied – samenwerkingsverband aanpak overlast
Kromstraat – plan van aanpak jongeren en alcohol
Nieuwe activiteiten 2008 Uitvoering van de handhaving Evenementenbeleid –Alcoholmatiging
Nieuwe activiteiten 2009
Nieuwe activiteiten 2010
In 2008 zal de aandacht vooral gericht zijn op het bestrijden van geweld en geweld waarbij
jongeren betrokken zijn.
19
21. 5.7 Openbare ruimte
Grafitti Enge plekken Verloedering/ Overlast her-
rommel op structurering/
straat nieuwbouw
Bevorderen Beheer- 'Veiligheid' in ‘hot spot’ Sociaal Grafitti- Toezicht en
samenleven plannen structuur- benadering veilig ont- beleid handhaving
in buurten plannen werpen
Staand beleid Delft doet! – Nota Pkvw – Nota Nalevingsstrategie – handhavingsarrangement en
beheerconvenant Station
Lopende activiteiten Aanpak Enge Plekken – Aanpak Oud & Nieuw – verankering Pkvw in processen IB en SO –
Draaiboek overlast van jeugd op locaties – Afbouw regiegroep Brasserskade – Regiegroep
Tanthof – advisering beheerplan herstructurering Bomenwijk – advisering beheerplan
herstructurering Poptahof – advisering beheerplan Delftse Hout – Keurmerk Veilig Ondernemen
(KVO) Hoven Passage – samenwerkingsverband aanpak overlast Kromstraat – Beheerplan
Dagopvang Surinamestraat
Nieuwe activiteiten 2008 uitvoering beheerplan Dagopvang Surinamestraat – Beleid Grafitti
Nieuwe activiteiten 2009
Nieuwe activiteiten 2010
In 2008 komt de nadruk te liggen het investeren in samenwerkingsvormen binnen de gemeen-
te waarbij de kennis van verschillende organisatieonderdelen beter wordt benut, zodat moge-
lijke knelpunten vroegtijdig worden geconstateerd. Daarnaast zal worden gewerkt aan de
verankering van het begrip veiligheid in verschillende ontwikkelings- en bouwplannen.
20
22. 5.8 Externe veiligheid
Risico- Risico rele-
relevante ob- vante trajecten
jecten en -
Actuele Voorlichting Oefen- Milieubeleid Bouwen
rampen- programma en handhav- en wonen
plannen ing
Staand beleid Rampenplan, rampenbestrijdingsplan, extern veiligheidsbeleid Haaglanden, handhavingsbeleid
milieutoezicht, risicoinventarisatiei inrichtingen
Lopende activiteiten Veiligheidseffecten in beeld bij grote projecten dmv veiligheidseffectrapportages. Criteria voor
herzien (rampen- en rampbestrijdings)plannen, beter opleiden gemeentelijke organisatie voor
taken bij rampenbestrijding. Risico-inventarisatie op alle soorten risico’s voor grootschalige
incidenten. Integrale handhaving, bereikbaarheid stad voor hulpdiensten. Projecten integrale
veiligheid: Ikea, Bomenwijk, Spoorzone, Reinier de Graaff, herontwikkeling TU-gebied.
Actualisatie rampen (bestrijdings-) plannen, reguliere milieu controles inrichtingen, afronding
risicoinventarisatie inrichtingen
Deelname aan bureau Externe Veiligheid haaglanden (BEVH) tot 2010, bevorderen kennis en
ervaring over EV en verankering daarvan in gemeentelijke organisatie, project transport en
EV(BEVH). Advisering bij ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, ontwikkelingsplannen).
Ontwikkelen EV-visie voor delft. Opleiden gemeentelijek organisatie op EV gebied.
Nieuwe activiteiten 2008 Wijzigingen in planvorming rampenbestrijding vanwege wet op de veiligheidsregio’s. Coordinatie
van plannen regionaal, gemeentelijke uitvoering blijft lokaal. Regionalisering van de brandweer,
samenwerking gemeenten borgen.
Opleidings- en oefenbeleid gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie.
Nieuwe activiteiten 2009
Nieuwe activiteiten 2010
21
23. 6 Programmasturing
Vanwege de breedte van het begrip ‘veiligheid’ is dit een breed programma dat meerdere
beleidsterreinen van de gemeente raakt. Het programma beschrijft de gemeentebrede inzet
voor veiligheid en omvat daarom ook meer activiteiten dan de huidige nota integrale
veiligheid. Het sturen van een dergelijk breed programma vergt dan ook een aparte invulling.
6.1 Looptijd programma Veiligheid 2007-2010
Om te beginnen heeft het programma een tijdelijk karakter en loopt tot het einde van het
collegeperiode. Veel activiteiten zullen blijken straks reguliere activiteiten van de gemeente
en anderen te zijn. De programmastructuur is dan ook bedoeld om belangrijke initiatieven op
het gebied van veiligheid te nemen, maar vooral om te zorgen voor een goede voortgang en
afstemming tussen de verschillende elementen. Zodra hier een goede structuur voor
gerealiseerd is, kunnen de werkzaamheden in de staande organisatie worden geplaatst. Het
laatste jaar van het programma besteedt dan ook aandacht aan deze fase.
6.2 Programmamanager: voortgang en samenhang
Het programma Veiligheid heeft een programmastructuur waarbij de programmamanager
verantwoordelijk is voor de goede voortgang van en samenhang in het programma. De
programmamanager stuurt op de naleving van de samenwerkingsafspraken, zowel binnen de
gemeentelijke organisatie als met de externe partners. In dat kader rapporteert de
programmamanager in formele zin aan het college van burgemeester en wethouders over de
samenhang, vorderingen, knelpunten, vertragingen en resultaten van het gehele programma en
de afzonderlijke activiteiten. De programmamanager zorgt voor een goede afstemming met de
betrokkenen.
6.3 Bestuurlijke en organisatorische afstemming programma Veiligheid
Gezien de vele deelnemers die een bijdrage leveren aan de veiligheid in onze stad, is
afstemming over de te nemen maatregelen zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau van
groot belang.
6.3.1 Stuurgroep programma Veiligheid
De burgemeester – als portefeuillehouder Veiligheid – zit de nieuw op te richten stuurgroep
programma Veiligheid voor. In de stuurgroep worden de vorderingen van het programma
besproken. Trends en ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op de voortgang van het
programma zijn voortdurend onderwerp van bespreking. Deze stuurgroep vervangt de
stuurgroep integrale veiligheid
De stuurgroep bestaat uit de volgende deelnemers: bureauchef politie, commandant
brandweer, vakteamhoofd Wijkzaken, vakteamhoofd Mobiliteit, vakteamhoofd Vergunningen
en Ontheffingen, coördinator Zorg, sectorhoofd Toezicht Openbare Ruimte, sectorhoofd
Stadsbeheer, handhavingregisseur, vakteamhoofd Milieu, sectorhoofd Bouw- en
Milieutoezicht. De stuurgroep komt maandelijks bijeen.
6.3.2 Bestuurlijke afstemming
Naast de burgemeester zijn de activiteiten uit de portefeuilles van de wethouder Jeugd en
Onderwijs en de wethouder Wijkaanpak van belang voor een goede uitvoering van het
programma. De burgemeester en deze twee wethouders bespreken regelmatig de vorderingen
van het Veiligheidsprogramma. De programmamanager is secretaris van dit overleg.
22
24. 6.3.3 Strategisch handhavingsoverleg
Het Strategisch Handhavingsoverleg speelt eveneens een rol bij het realiseren van de doelen
van het programma Veiligheid. Naast de programmamanager Veiligheid (voorzitter) nemen
vakteamhoofd Wijkzaken, sectorhoofd Toezicht Openbare Ruimte, sectorhoofd Bouw- en
Milieutoezicht, vakteamhoofd Ruimtelijke Ordening, vakteamhoofd Milieu en de
handhavingsregisseur (secretaris) aan deze stuurgroep deel. Dit overleg buigt zich over de
strategie bij handhaving en toezicht, waarbij kwaliteit van de handhaving en vertaling van
strategie naar uitvoering centraal staan. Onder deze stuurgroep zijn twee operationele
overleggen ingesteld, te weten het integraal handhavingsoverleg openbare ruimte (IHOR) en
het integraal handhavingsoverleg gebouw en gebruik (IHOGG).
6.3.4 Programmateam
Er is ook een programmateam dat bestaat uit de vier programmamanagers van
maatschappelijek ontwikkeling, de programmamanager wijk-stad en een vertegenwootrdiging
van WIZ. Doel is om op strategisch niveau maatschappelijk relevante vraagstukken te
bespreken en te bezien hoe ontwikkelingen passen in de verschillende programma’s.
6.3.5 Reguliere overleggen
Het politieoverleg en de lokale driehoek (burgemeester, officier van justitie en bureauchef van
politie) blijven bestaan. Deze overleggen vloeien voort uit de wettelijke verantwoordelijkheid
van de burgemeester voor de openbare orde en veiligheid.
Het periodieke brandweeroverleg blijft eveneens bestaan. Dit overleg vloeit eveneens voort
uit de wettelijke verantwoordelijkheid van de burgemeester voor veiligheid en
crisisbeheersing.
6.4 Rapportage cyclus
Het doel van dit programma is de verbetering van het gevoel van veiligheid en daling van de
criminaliteit. Jaarlijks wordt dit resultaat in de jaarcijfers van politiebureau Delft, de Politie-
monitor Bevolking , na 2008 de Veiligheidsmonitor, gemeten.
Daarnaast kennen afzonderlijk projecten een eigen projectresultaat. De eindresultaten worden
in de stuurgroep Veiligheid besproken. Aan de hand daarvan kan telkens worden bekeken
welke nieuwe activiteiten nodig zijn om de dan geconstateerde knelpunten aan te pakken.
Maar het is ook mogelijk dat activiteiten worden beëindigd omdat de resultaten zijn bereikt en
het knelpunt in belangrijke mate verholpen is of beheersbaar geworden is.
Het is het totaal aan succesvolle projecten en samenwerking dat ervoor zorgt dat de doelen
van het programma gerealiseerd worden. De verantwoording van het programma vindt plaats
via de formele lijnen van programmabegroting, de eerste en tweede beheersrapportage en de
jaarrekening.
Indien nodig rapporteert de programmamanager aan de portefeuillehouder over de afwijkin-
gen van afzonderlijke projecten, vooral daar waar het samenwerking of samenhang met ander
projecten kan hinderen. De kracht van het programma ligt in een goede monitoring van de
veelheid van activiteiten die de veiligheid van de stad vooruit helpen.
23
25. 6.5 Communicatie
Een goede vordering van het programma Veiligheid staat of valt met goede communicatie. De
brede verspreiding van informatie, zodat ieder zijn werkzaamheden in samenhang met ande-
ren kan uitvoeren is uiteindelijk de kracht van de programmatische aanpak. Voor dit pro-
gramma heeft communicatie verschillende aspecten, te weten:
• Communicatie van de programmamanager Veiligheid met de portefeuillehouder en het
college: de stuurgroep programma Veiligheid, de daaruit voortvloeiende rapportages en de
reguliere rapportagecyclus (programmabegroting, beheersrapportages en jaarrekening)
moeten de portefeuillehouder en het college informeren over de vorderingen van het pro-
gramma. Deze informatie moet tijdig beschikbaar zijn, zodat de leden van het college
adequaat kunnen reageren.
• Communicatie van de programmamanager met de verschillende projectleiders: de stuur-
groep programma Veiligheid, het Strategisch Handhavingsoverleg en de reguliere over-
leggen met politie en justitie en met de brandweer bieden de mogelijkheid om de beschik-
bare informatie breed uit te wisselen, zodat ieder zijn werkzaamheden in samenhang met
anderen kan uitvoeren.
• Communicatie van de projecten met de belangrijkste stakeholders: vanwege de breedte
van het onderwerp veiligheid zijn er veel verschillende mensen bij betrokken, zoals scho-
len, horecagelegenheden, maatschappelijke instellingen etc. Het is van groot belang om de
vorderingen met deze stakeholders te bespreken, zodat ieder zijn werkzaamheden in sa-
menhang met anderen kan uitvoeren.
• Communicatie met bewoners uit wijken: wij betrekken onze bewoners bij de aanpak van
veiligheids-problemen in hun wijk. De goede ervaringen die wij hebben met de Delftse
wijkaanpak, willen wij daarom ook gebruiken om de veiligheid in onze stad en buurten te
verbeteren.
De programmamanager is verantwoordelijk voor een goede informatie-uitwisseling binnen de
activiteiten van het programma. Uiteindelijk wordt het beste resultaat geboekt als alle partijen
hun werkzaamheden in samenhang met anderen uitvoeren.
24
26. 7 Financiën programma Veiligheid
Voor 2008 en volgende jaren is er totaal € 633.000,- als werkbudget beschikbaar voor veilig-
heid.
In de programmabegroting 2008 is budget gekomen voor de handhaving (zowel geluid als van
reiniging) van het in 2007 op te stellen evenementenbeleid (€ 100.000), voor een beleid rond
illegale graffiti (€ 50.000) en een uitbreiding van het algemene budget veiligheid onder andere
voor de evaluatie cameratoezicht, enge plekken en Delft doet campagnes (€50.000). Deze
gelden zijn reeds verwerkt in het bedrag van €633.000,- .
Daarnaast is voor 2008 en 2009 (125.000 jaarlijks) een investeringsbudget opgenomen voor
uitbreiding cameratoezicht.
Om het programma veiligheid te kunnen uitvoeren is per 1 oktober 2007 4,3 fte beschikbaar.
In de programmabegroting 2008 is voorzien in de uitbreiding met 1 beleidsadviseur voor het
versterken van de adviesfunctie m.b.t. fysieke veiligheid zoals sociaal veilig ontwerpen en
verbeteren veiligheidsbeleving openbare ruimte en het instellen van een coördinatiepunt te-
rugkeer gedetineerden (0,5fte).
De programmamanager heeft de verantwoordelijkheid om jaarlijks met diverse leidinggeven-
den af te spreken welke capaciteit (beleid, project, uitvoering) beschikbaar wordt gesteld uit
de lijnorganisatie om de programmadoelen te realiseren. Daarnaast is er ook overleg met poli-
tie en brandweer over hun bijdrage aan het programma Veiligheid.
25
27. Bijlage 1 Definities
In deze bijlage geven wij aan welke definities wij hanteren in dit programma Veiligheid. Hier
definiëren wij vier begrippen, te weten: sociale veiligheid, fysieke veiligheid, objectieve
veiligheid en subjectieve veiligheid. Deze vier begrippen spelen allen een rol bij het meten en
beleven van veiligheid. Deze definities worden in Delft al sinds de nota “Een veilige stad voor
iedereen” uit 1999 gehanteerd.
Objectieve veiligheid
Onder objectieve veiligheid verstaan wij de kans om daadwerkelijk slachtoffer van criminali-
teit te worden. Deze kans houdt direct verband met het aantal woninginbraken, auto-inbraken,
fietsdiefstallen, en andere vormen van criminaliteit die in Delft voorkomen.
Subjectieve veiligheid
Onder subjectieve veiligheid verstaan wij het gevoel van veiligheid of onveiligheid dat bewo-
ners hebben. Deze gevoelens hoeven niet altijd te sporen met de feitelijke veiligheid in de
leefomgeving van burgers. Veel verschillende factoren zijn hierop van invloed.
Sociale veiligheid
Sociale veiligheid betreft ‘het mogelijke gevaar (of dreiging daarvan) voor mens en dier dat
samenhangt met het menselijk gedrag ten aanzien van andermans lichaam, persoonlijke
integriteit, eerbaarheid, opvattingen, gewoonten en bezittingen.’ Sociale veiligheid betreft de
dreiging die uitgaat van ‘mensen’.
Fysieke veiligheid
Fysieke veiligheid betreft ‘het mogelijke gevaar (of dreiging daarvan) voor mens en dier dat
samenhangt met de ontwikkeling, de staat en het gebruik van grond/water/lucht, gebouwen,
transportwegen, vervoermiddelen, technische hulpmiddelen, energiebronnen en chemische
stoffen.’ Fysieke veiligheid betreft de dreiging die uitgaat van ‘zaken’.
Externe veiligheid
Met externe veiligheid bedoelen wij de bescherming van burgers en bedrijven tegen gevolgen
van calamiteiten.
26