2. Na nog een kopje koffie te hebben
gedronken en de details door te
hebben gesproken, ging Yvonne gauw
weer op huis aan, waar een oppas op
Isa paste. Ze wilde zo snel mogelijk
weer naar haar dochtertje toe. Niet
alleen omdat ze bij haar wilde zijn,
maar ook omdat ze de oppas niet voor
nog een uur wilde betalen. Ze
probeerde zo zuinig mogelijk te zijn,
en dat was soms nog knap lastig.
3. Myrthe had met haar mee naar huis
willen gaan, maar dat had Yvonne
afgeslagen. Haar vriendin had nu al
meer dan genoeg voor haar gedaan. Ze
was haar erg dankbaar, maar ze wilde
nu even alleen zijn – met Isa. Terwijl ze
op haar horloge keek stapte ze uit de
lift op haar verdieping. Ze was mooi
op tijd.
4. Ze stak de sleutel in het slot en dacht
aan wat ze de rest van de dag zou gaan
doen. Helemaal niks, had ze besloten.
Ze wilde de gebeurtenissen eens goed
overdenken, en alles op een rijtje
zetten. Maar toen ze de deur opendeed
stond haar een nare verrassing te
wachten. Uit de woonkamer klonk een
stem die ze uit duizenden zou
herkennen, en die niet welkom was in
haar huis. Met een klap gooide ze de
deur dicht en rende ze de kamer in.
5. ‚Wat doe jij in mijn huis?‛ riep ze
kwaad naar de rug van haar ex-man.
‚Rot op!‛
De oppas keek haar geschrokken aan,
maar Yvonne zag het niet.
Ondertussen stond Geert op van de
plek op de grond waar hij met Isa had
zitten spelen. ‚Ook goeiemorgen,‛ zei
hij met een klein glimlachje.
Yvonne klemde haar kaken op elkaar.
‚Wat doe je hier?‛ vroeg ze nog een
keer.
6. ‚Ik kom mijn dochter bezoeken,‛ zei
Geert en hij sloeg zijn armen over
elkaar. ‚Is daar iets mis mee?‛
‚Of daar iets mis mee is?! Je bent zes
maanden volledig uit beeld geweest
en nu kom je ineens weer binnen
walsen, achter mijn rug om terwijl ik
niet thuis ben!‛ riep Yvonne.
De oppas, een meisje van een jaar of
negentien met de naam Mieke, keek
met grote ogen toe, en nu pas merkte
Yvonne haar op.
7. ‚Sorry,‛ zei ze, een beetje beschaamd,
al vroeg ze zich ook af of het meisje
zomaar iedereen zou binnen laten die
zei hij Isa’s vader was. Daar moest ze
het nog maar eens met haar over
hebben. ‚Er ligt geld op het aanrecht,
pak het maar. Ik bel je nog wel voor de
volgende keer, oké?‛
Mieke knikte, pakte het geld en
maakte snel dat ze wegkwam uit het
appartement. Toen keerde Yvonne zich
weer naar Geert. ‚Heb je daar enige
verklaring voor?‛ zei ze, alsof de korte
onderbreking niet had
plaatsgevonden.
8. Geert haalde zijn schouders op. ‚Ik
had het druk.‛
‚Te druk om je eigen dochter te
bezoeken?‛ vroeg Yvonne terwijl ze
voelde hoe ze rood aan begon te lopen
van woede. ‚En dan durf je ook nog
ineens met zo’n belachelijke brief aan
te komen zetten dat je de voogdij over
haar wilt? Waar slaat dat in ’s
hemelsnaam op?‛
Geert zuchtte. ‚Misschien moeten we
even gaan zitten.‛
9. ‚Misschien wel,‛ siste Yvonne. ‚Dan
heb je tenminste minder kans dat ik je
aanvlieg.‛
Ze wierp even een blik op Isa, die hen
een beetje geschrokken aankeek. ‚Het
is goed, liefje, ga maar lekker verder
spelen,‛ zei Yvonne met een tedere
glimlach.
Isa keek nog even wantrouwend van
haar moeder naar haar vader, maar
deed toen wat haar gezegd werd, en
richtte zich weer op haar speelgoed.
10. Yvonne ging zitten en keek naar Geert,
nu met een hele andere blik in haar
ogen. Een blik vol verachting. Ze had
niet verwacht dat ze ooit zoiets voor
deze man zou voelen. Ze had
verwacht dat ze haar ‘en ze leefden
nog lang en gelukkig’ met deze man
zou hebben. Nou, viel dat even flink
tegen.
11. ‚Wil je me nu dan misschien uitleggen
waar die rechtszaak op slaat?‛ zei
Yvonne zacht en dreigend. ‚Waarom
wil je in vredesnaam de volledige
voogdij over Isa? Je hebt haar zes
maanden niet gezien! Zelfs toen we
nog getrouwd waren zag je haar
amper, omdat je het te druk had met je
werk. En die del,‛ voegde ze er aan
toe.
12. Geert keek haar met een ruk aan. ‚Die
del is nu anders wel mijn vrouw,‛ zei
hij vinnig.
‚Wat?‛ Yvonne had niet verwacht dat
het haar uit zou maken, maar dit
voelde als een klap in haar gezicht.
Ook al voelde ze helemaal niets meer –
behalve misschien een beetje haat –
voor Geert, dit kwam toch even hard
aan. Ze had niet verwacht dat hij het
uit zou houden met – hoe heette ze
ook alweer? – Esmee.
13. ‚We zijn een maand geleden
getrouwd,‛ zei Geert. ‚En… Ze is nu
drie maanden zwanger,‛ voegde hij er
aan toe.
‚Goh,‛ mompelde Yvonne, niet wetend
wat ze hierop moest antwoorden.
‚We willen allebei graag dat ons kind
opgroeit met zijn of haar grote zus,‛ zei
Geert. ‚Daarom willen we de voogdij.‛
14. Yvonne snoof. ‚Ga nu niet eens de
vader die het beste voor zijn kind wil
uithangen, want we weten allebei dat je
zo egoïstisch als de pest bent.‛
Geert keek beledigd en een beetje
verbaasd.
‚Ja, dat had je zeker niet verwacht, hè,
dat ik niet zomaar zou meegaan in alles
wat je zegt. Maar ik zal jou eens wat
vertellen: dingen zijn veranderd, Geert.
Ik ben niet meer dat meisje van achttien
die alles doet wat je wilt. En zolang als
ik er iets over te zeggen heb zal je Isa
niet krijgen.‛
15. Geert glimlachte. ‚Maar dat is het nou
juist, Yvonne. Je hebt er niets over te
zeggen, de rechter bepaalt het. En ik
kan mijn advocaat nu in ieder geval
meedelen dat Isa veel beter af is bij mij
thuis,‛ zei hij terwijl hij minachtend
rondkeek door het appartement.
Yvonne voelde een steek in haar maag,
en even voelde ze weer een
paniekaanval opkomen, maar die
onderdrukte ze gauw.
16. ‚Jij bent dan financieel gezien de
betere ouder van ons twee, maar
emotioneel win ik dit op m’n sloffen,‛
zei ze.
‚We zullen wel zien wat er gaat
gebeuren,‛ zei Geert, geheel op zijn
gemak en volkomen zelfverzekerd.
Yvonne stond op. ‚Dat zullen we
zeker. En nu wegwezen,‛ zei ze met
gebalde vuisten.
17. Geert stond braaf op en Yvonne liep
met hem mee naar de deur. ‚En laat ik
je hier niet weer zien,‛ zei Yvonne met
gebalde vuisten.
‚Goh, dat zal mijn advocaat leuk
vinden om te horen,‛ zei Geert
meesmuilend. ‚Dat ik mijn dochter
niet mag zien van jou. Heel interessant
zal hij dat vinden.‛
Daarna trok hij de voordeur open.
Yvonne, inmiddels kokend van woede
gooide de deur met een smak achter
hem dicht.
18. Trillend liep ze terug naar de
woonkamer, waar Isa ondertussen
gestopt was met spelen en haar
moeder bang aankeek.
‚Mama?‛
‚Het is al goed schatje,‛ zei Yvonne en
ze tilde haar dochtertje op en drukte
haar dicht tegen zich aan. ‚Het is al
goed.‛
Terwijl ze dat zei liep er één enkele
traan over haar wang. Want of het
goed ging komen, dat wist ze zo net
nog niet…