SlideShare a Scribd company logo
1 of 38
Download to read offline
1.   Waarom een ondertekendienst?

2.   Aan welke juridische voorwaarden moet de
     elektronische handtekening voldoen?

3.   Consequenties voor de ondertekendienst

4.   Verdere kwesties en perspectief
Een efficiënte en betrouwbare dienst die de digitale
herkenning van zakelijke afnemers van overheidsdiensten
eenvoudig regelt.

Hierdoor weten de overheidsdienstverleners precies met
welk bedrijf zij zaken doen en of de betreffende persoon
bevoegd is om namens het bedrijf zaken te doen met de
overheid.
(overgenomen van www.eherkenning.nl)
1.   identificatie (= registratie): wie is wie?

2.   authenticatie: wie klopt aan de deur?

3.   autorisatie: wie mag wat?

4.   controle: wie heeft wat gedaan?
1.   identificatie (= registratie): wie is wie?

2.   authenticatie: wie klopt aan de deur?

3.   autorisatie: wie mag wat?

4.   controle: wie heeft wat gedaan?
18. Bewijskracht

Tegenover de cliënt strekt een uittreksel uit de administratie van de bank
tot volledig bewijs, behoudens door de cliënt geleverd tegenbewijs.
BW Artikel 94a, 5, in fine


De oprichters ondertekenen de verklaring; ontbreekt de
handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder
opgave van reden melding gemaakt.




           … en duizenden andere gelijkaardige juridische bepalingen

           verwijzen nog naar de traditionele handtekening
Ervan uitgaand dat in een geautomatiseerde omgeving

voorlopig nog nood is aan een elektronische alternatief

voor traditionele handtekeningen …




… voorzien in een oplossing die het toepassen van

elektronische handtekeningen gemakkelijker maakt.
Iets in de zin van ?
Of naar het voorbeeld van ?
Burgerlijk Wetboek Boek 3


Artikel 15a


1.Een elektronische handtekening heeft dezelfde rechtsgevolgen
als een handgeschreven handtekening , indien de methode die
daarbij is gebruikt voor authentificatie voldoende betrouwbaar is,
gelet op het doel waarvoor de elektronische gegevens werden
gebruikt en op alle overige omstandigheden van het geval.
2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt       3. Een in lid 1 bedoelde methode kan
vermoed voldoende betrouwbaar te zijn,       niet als onvoldoende betrouwbaar
indien een elektronische handtekening        worden aangemerkt op de enkele
voldoet aan de volgende eisen:               grond dat deze:
a. zij is op unieke wijze aan de                  ― niet is gebaseerd op een
    ondertekenaar verbonden;                          gekwalificeerd certificaat als
b. zij maakt het mogelijk de                          bedoeld in artikel 1.1,
    ondertekenaar te identificeren;                   onderdeel ss, van de
c. zij komt tot stand met middelen die de             Telecommunicatiewet;
    ondertekenaar onder zijn uitsluitende         ― niet is gebaseerd op een door
    controle kan houden; en                           een certificatiedienstverlener
d. zij is op zodanige wijze aan het                   als bedoeld in artikel 18.16,
    elektronisch bestand waarop zij                   eerste lid,
    betrekking heeft verbonden, dat elke              Telecommunicatiewet
    wijziging achteraf van de gegevens                afgegeven certificaat; of
    kan worden opgespoord;                        ― niet met een veilig middel voor
                                                      het aanmaken van
e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd             elektronische handtekening en
   certificaat als bedoeld in artikel 1.1,            is aangemaakt als bedoeld in
   onderdeel ss, van de                               artikel 1.1, onderdeel vv, van
   Telecommunicatiewet; en                            de Telecommunicatiewet.
f. zij is gegenereerd door een veilig
   middel voor het aanmaken van
   elektronische handtekening en als
   bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv,
   van de Telecommunicatiewet.
2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt       3. Een in lid 1 bedoelde methode kan
vermoed voldoende betrouwbaar te zijn,       niet als onvoldoende betrouwbaar
indien een elektronische handtekening        worden aangemerkt op de enkele
voldoet aan de volgende eisen:               grond dat deze:
a. zij is op unieke wijze aan de                  ― niet is gebaseerd op een
    ondertekenaar verbonden;                          gekwalificeerd certificaat als
b. zij maakt het mogelijk de                          bedoeld in artikel 1.1,
    ondertekenaar te identificeren;                   onderdeel ss, van de
c. zij komt tot stand met middelen die de             Telecommunicatiewet;
    ondertekenaar onder zijn uitsluitende         ― niet is gebaseerd op een door
    controle kan houden; en                           een certificatiedienstverlener
d. zij is op zodanige wijze aan het                   als bedoeld in artikel 18.16,
    elektronisch bestand waarop zij                   eerste lid,
    betrekking heeft verbonden, dat elke              Telecommunicatiewet
    wijziging achteraf van de gegevens                afgegeven certificaat; of
    kan worden opgespoord;                        ― niet met een veilig middel voor
                                                      het aanmaken van
e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd             elektronische handtekening en
   certificaat als bedoeld in artikel 1.1,            is aangemaakt als bedoeld in
   onderdeel ss, van de                               artikel 1.1, onderdeel vv, van
   Telecommunicatiewet; en                            de Telecommunicatiewet.
f. zij is gegenereerd door een veilig
   middel voor het aanmaken van
   elektronische handtekening en als
   bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv,
   van de Telecommunicatiewet.
2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt       3. Een in lid 1 bedoelde methode kan
vermoed voldoende betrouwbaar te zijn,       niet als onvoldoende betrouwbaar
indien een elektronische handtekening        worden aangemerkt op de enkele
voldoet aan de volgende eisen:               grond dat deze:
a. zij is op unieke wijze aan de                  ― niet is gebaseerd op een
    ondertekenaar verbonden;                          gekwalificeerd certificaat als
b. zij maakt het mogelijk de                          bedoeld in artikel 1.1,
    ondertekenaar te identificeren;                   onderdeel ss, van de
c. zij komt tot stand met middelen die de             Telecommunicatiewet;
    ondertekenaar onder zijn uitsluitende         ― niet is gebaseerd op een door
    controle kan houden; en                           een certificatiedienstverlener
d. zij is op zodanige wijze aan het                   als bedoeld in artikel 18.16,
    elektronisch bestand waarop zij                   eerste lid,
    betrekking heeft verbonden, dat elke              Telecommunicatiewet
    wijziging achteraf van de gegevens                afgegeven certificaat; of
    kan worden opgespoord;                        ― niet met een veilig middel voor
                                                      het aanmaken van
e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd             elektronische handtekening en
   certificaat als bedoeld in artikel 1.1,            is aangemaakt als bedoeld in
   onderdeel ss, van de                               artikel 1.1, onderdeel vv, van
   Telecommunicatiewet; en                            de Telecommunicatiewet.
f. zij is gegenereerd door een veilig
   middel voor het aanmaken van
   elektronische handtekening en als
   bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv,
   van de Telecommunicatiewet.
2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt
vermoed voldoende betrouwbaar te zijn,
indien een elektronische handtekening
voldoet aan de volgende eisen:
a. zij is op unieke wijze aan de
    ondertekenaar verbonden;
b. zij maakt het mogelijk de
    ondertekenaar te identificeren;
c. zij komt tot stand met middelen die de
    ondertekenaar onder zijn uitsluitende
    controle kan houden; en                  “geavanceerde e-handtekening”
d. zij is op zodanige wijze aan het
    elektronisch bestand waarop zij
    betrekking heeft verbonden, dat elke
    wijziging achteraf van de gegevens
    kan worden opgespoord;

e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd
   certificaat als bedoeld in artikel 1.1,
   onderdeel ss, van de
   Telecommunicatiewet; en
f. zij is gegenereerd door een veilig
   middel voor het aanmaken van
   elektronische handtekening en als
   bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv,
   van de Telecommunicatiewet.
2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt       3. Een in lid 1 bedoelde methode kan
vermoed voldoende betrouwbaar te zijn,       niet als onvoldoende betrouwbaar
indien een elektronische handtekening        worden aangemerkt op de enkele
voldoet aan de volgende eisen:               grond dat deze:
a. zij is op unieke wijze aan de                  ― niet is gebaseerd op een
    ondertekenaar verbonden;                          gekwalificeerd certificaat als
b. zij maakt het mogelijk de                          bedoeld in artikel 1.1,
    ondertekenaar te identificeren;                   onderdeel ss, van de
c. zij komt tot stand met middelen die de             Telecommunicatiewet;
    ondertekenaar onder zijn uitsluitende         ― niet is gebaseerd op een door
    controle kan houden; en                           een certificatiedienstverlener
d. zij is op zodanige wijze aan het                   als bedoeld in artikel 18.16,
    elektronisch bestand waarop zij                   eerste lid,
    betrekking heeft verbonden, dat elke              Telecommunicatiewet
    wijziging achteraf van de gegevens                afgegeven certificaat; of
    kan worden opgespoord;                        ― niet met een veilig middel voor
                                                      het aanmaken van
e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd             elektronische handtekening en
   certificaat als bedoeld in artikel 1.1,            is aangemaakt als bedoeld in
   onderdeel ss, van de                               artikel 1.1, onderdeel vv, van
   Telecommunicatiewet; en                            de Telecommunicatiewet.
f. zij is gegenereerd door een veilig
   middel voor het aanmaken van
   elektronische handtekening en als
   bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv,
   van de Telecommunicatiewet.
“Redenering waardoor wordt getracht uit een bekend gegeven
meer duidelijkheid te krijgen over een onbekend gegeven”




     Zo geldt in vele landen het vermoeden dat de echtgenoot
     van de moeder, de juridische vader van haar kind is.
2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt       3. Een in lid 1 bedoelde methode kan
vermoed voldoende betrouwbaar te zijn,       niet als onvoldoende betrouwbaar
indien een elektronische handtekening        worden aangemerkt op de enkele
voldoet aan de volgende eisen:               grond dat deze:
a. zij is op unieke wijze aan de                  ― niet is gebaseerd op een
    ondertekenaar verbonden;                          gekwalificeerd certificaat als
b. zij maakt het mogelijk de                          bedoeld in artikel 1.1,
    ondertekenaar te identificeren;                   onderdeel ss, van de
c. zij komt tot stand met middelen die de             Telecommunicatiewet;
    ondertekenaar onder zijn uitsluitende         ― niet is gebaseerd op een door
    controle kan houden; en                           een certificatiedienstverlener
d. zij is op zodanige wijze aan het                   als bedoeld in artikel 18.16,
    elektronisch bestand waarop zij                   eerste lid,
    betrekking heeft verbonden, dat elke              Telecommunicatiewet
    wijziging achteraf van de gegevens                afgegeven certificaat; of
    kan worden opgespoord;                        ― niet met een veilig middel voor
                                                      het aanmaken van
e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd             elektronische handtekening en
   certificaat als bedoeld in artikel 1.1,            is aangemaakt als bedoeld in
   onderdeel ss, van de                               artikel 1.1, onderdeel vv, van
   Telecommunicatiewet; en                            de Telecommunicatiewet.
f. zij is gegenereerd door een veilig
   middel voor het aanmaken van
   elektronische handtekening en als
   bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv,
   van de Telecommunicatiewet.
2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt       3. Een in lid 1 bedoelde methode kan
vermoed voldoende betrouwbaar te zijn,       niet als onvoldoende betrouwbaar
indien een elektronische handtekening        worden aangemerkt op de enkele
voldoet aan de volgende eisen:               grond dat deze:
a. zij is op unieke wijze aan de                  ― niet is gebaseerd op een
    ondertekenaar verbonden;                          gekwalificeerd certificaat als
b. zij maakt het mogelijk de                          bedoeld in artikel 1.1,
    ondertekenaar te identificeren;                   onderdeel ss, van de
c. zij komt tot stand met middelen die de             Telecommunicatiewet;
    ondertekenaar onder zijn uitsluitende         ― niet is gebaseerd op een door
    controle kan houden; en                           een certificatiedienstverlener
d. zij is op zodanige wijze aan het                   als bedoeld in artikel 18.16,
    elektronisch bestand waarop zij                   eerste lid,
    betrekking heeft verbonden, dat elke              Telecommunicatiewet
    wijziging achteraf van de gegevens                afgegeven certificaat; of
    kan worden opgespoord;                        ― niet met een veilig middel voor
                                                      het aanmaken van
e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd             elektronische handtekening en
   certificaat als bedoeld in artikel 1.1,            is aangemaakt als bedoeld in
   onderdeel ss, van de                               artikel 1.1, onderdeel vv, van
   Telecommunicatiewet; en                            de Telecommunicatiewet.
f. zij is gegenereerd door een veilig
   middel voor het aanmaken van
   elektronische handtekening en als
   bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv,
   van de Telecommunicatiewet.
Kadasterwet , Artikel 7 e

1.Indien in deze wet wordt voorgeschreven dat een document van
een elektronische handtekening wordt voorzien, wordt een
elektronische handtekening gebruikt die voldoet aan de eisen,
genoemd in artikel 15a, tweede lid, onderdelen a tot en met f, van
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

2.Een certificaat waarop een in deze wet voorgeschreven
elektronische handtekening is gebaseerd, bevat geen pseudoniem.

3.De in artikel 2:16, derde zin, van de Algemene wet bestuursrecht
bedoelde aanvullende eisen met betrekking tot het gebruik van
een elektronische handtekening worden gesteld bij of krachtens
regeling van Onze Minister.
Voorlopige conclusie:

Het “vermoeden” in art. 15a, lid 2 BW Boek 3
biedt weinig hulp bij het meten van
de betrouwbaarheid van handtekeningen
Waar komt het dan op aan?
Waar komt het dan op aan?




  De elektronische handtekening moet voldoende betrouwbaar zijn,
gelet op het doel waarvoor de elektronische gegevens worden gebruikt
         en op alle overige omstandigheden van het geval.
   Wettelijke criteria (vooral art. 15a, lid 2, a-d)

   Bijlagen van de Europese richtlijn (overgenomen in
    de Nederlandse Telecommunicatiewet)

   Europese standaardisatiedocumenten
   “ondertekenaar”
    › Art. 15a, lid 5: “Onder ondertekenaar wordt degene verstaan die
      een middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen
      als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv, van de
      Telecommunicatiewet* gebruikt.”
    › = degene die zich als “gebruiker” registreert en verantwoordelijk
      voor het gebruik van het middel
    › = steeds een natuurlijke persoon

   pseudoniemen
    › Huidige werkwijze voor authenticatie kan ook voor handtekeningen
      dienst doen




                 * “middel voor het aanmaken van elektronische
                 handtekeningen: geconfigureerde software of hardware die
                 wordt gebruikt om de gegevens voor het aanmaken van
                 elektronische handtekeningen te implementeren”
Jos Dumortier
K.U.Leuven – ICRI
Sint-Michielsstraat 6
B-3000 Leuven
(t) +32 (0)16 32 51 49
www.icri.be / jos.dumortier@law.kuleuven.be




Jos Dumortier
time.lex - Information & Technology Law
Congresstraat 35
B-1000 Brussel
(t) +32 (0)2 229 19 47
www.timelex.eu / jos.dumortier@timelex.eu

More Related Content

Viewers also liked

Informativo nº 36 1º basico a - 21 de noviembre
Informativo nº 36   1º basico a - 21 de noviembreInformativo nº 36   1º basico a - 21 de noviembre
Informativo nº 36 1º basico a - 21 de noviembreColegio Camilo Henríquez
 
History Project
History ProjectHistory Project
History Projectelgin1614
 
8 traditional turkish dishes and fast f
8 traditional turkish dishes and fast f8 traditional turkish dishes and fast f
8 traditional turkish dishes and fast fEmin Kutlu
 
Incontri
IncontriIncontri
Incontristero57
 
Vest 2012 apostila 2 geopolítica oriente médio
Vest 2012   apostila 2 geopolítica oriente médioVest 2012   apostila 2 geopolítica oriente médio
Vest 2012 apostila 2 geopolítica oriente médioKatcavenum
 
горно во вьетнаме, мьянме, лаосе, камбодже, таиланде, индонезии, малайзии
горно во вьетнаме, мьянме, лаосе, камбодже, таиланде, индонезии, малайзиигорно во вьетнаме, мьянме, лаосе, камбодже, таиланде, индонезии, малайзии
горно во вьетнаме, мьянме, лаосе, камбодже, таиланде, индонезии, малайзииThomas Export
 
Improving Student Thinking and Learning with Databases
Improving Student Thinking and Learning with DatabasesImproving Student Thinking and Learning with Databases
Improving Student Thinking and Learning with DatabasesRoberta Niche
 
Урок-суд "Архимедова сила"
Урок-суд "Архимедова сила" Урок-суд "Архимедова сила"
Урок-суд "Архимедова сила" zyukova
 
Resume nick soltys
Resume nick soltysResume nick soltys
Resume nick soltysNickSoltys
 
Bilhetes construídos pela turma do I Período Integral
Bilhetes construídos pela turma do I Período IntegralBilhetes construídos pela turma do I Período Integral
Bilhetes construídos pela turma do I Período Integraljaqueegervasio
 
Teste 1 Fevereiro Camões Lírico
Teste 1 Fevereiro  Camões LíricoTeste 1 Fevereiro  Camões Lírico
Teste 1 Fevereiro Camões LíricoVanda Sousa
 
конкурс сучасні заклади освіти
конкурс сучасні заклади освітиконкурс сучасні заклади освіти
конкурс сучасні заклади освітиlexey32
 

Viewers also liked (18)

Informativo nº 36 1º basico a - 21 de noviembre
Informativo nº 36   1º basico a - 21 de noviembreInformativo nº 36   1º basico a - 21 de noviembre
Informativo nº 36 1º basico a - 21 de noviembre
 
Cfi e2 ea_vm_lumt
Cfi e2 ea_vm_lumtCfi e2 ea_vm_lumt
Cfi e2 ea_vm_lumt
 
History Project
History ProjectHistory Project
History Project
 
8 traditional turkish dishes and fast f
8 traditional turkish dishes and fast f8 traditional turkish dishes and fast f
8 traditional turkish dishes and fast f
 
Incontri
IncontriIncontri
Incontri
 
Vest 2012 apostila 2 geopolítica oriente médio
Vest 2012   apostila 2 geopolítica oriente médioVest 2012   apostila 2 geopolítica oriente médio
Vest 2012 apostila 2 geopolítica oriente médio
 
горно во вьетнаме, мьянме, лаосе, камбодже, таиланде, индонезии, малайзии
горно во вьетнаме, мьянме, лаосе, камбодже, таиланде, индонезии, малайзиигорно во вьетнаме, мьянме, лаосе, камбодже, таиланде, индонезии, малайзии
горно во вьетнаме, мьянме, лаосе, камбодже, таиланде, индонезии, малайзии
 
Problema+Del+Cambio+Climatico
Problema+Del+Cambio+ClimaticoProblema+Del+Cambio+Climatico
Problema+Del+Cambio+Climatico
 
Ldb
LdbLdb
Ldb
 
Slideshare
SlideshareSlideshare
Slideshare
 
Improving Student Thinking and Learning with Databases
Improving Student Thinking and Learning with DatabasesImproving Student Thinking and Learning with Databases
Improving Student Thinking and Learning with Databases
 
Урок-суд "Архимедова сила"
Урок-суд "Архимедова сила" Урок-суд "Архимедова сила"
Урок-суд "Архимедова сила"
 
Romantismo,realismo
Romantismo,realismoRomantismo,realismo
Romantismo,realismo
 
Resume nick soltys
Resume nick soltysResume nick soltys
Resume nick soltys
 
Bilhetes construídos pela turma do I Período Integral
Bilhetes construídos pela turma do I Período IntegralBilhetes construídos pela turma do I Período Integral
Bilhetes construídos pela turma do I Período Integral
 
Teste 1 Fevereiro Camões Lírico
Teste 1 Fevereiro  Camões LíricoTeste 1 Fevereiro  Camões Lírico
Teste 1 Fevereiro Camões Lírico
 
конкурс сучасні заклади освіти
конкурс сучасні заклади освітиконкурс сучасні заклади освіти
конкурс сучасні заклади освіти
 
CEO DEVELOPMENT PROGRAM
CEO DEVELOPMENT PROGRAMCEO DEVELOPMENT PROGRAM
CEO DEVELOPMENT PROGRAM
 

Presentatie Professor Dumortier - Bijeenkomst elektronische handtekening en e herkenning (27 juni 2012)

  • 1.
  • 2. 1. Waarom een ondertekendienst? 2. Aan welke juridische voorwaarden moet de elektronische handtekening voldoen? 3. Consequenties voor de ondertekendienst 4. Verdere kwesties en perspectief
  • 3. Een efficiënte en betrouwbare dienst die de digitale herkenning van zakelijke afnemers van overheidsdiensten eenvoudig regelt. Hierdoor weten de overheidsdienstverleners precies met welk bedrijf zij zaken doen en of de betreffende persoon bevoegd is om namens het bedrijf zaken te doen met de overheid.
  • 5.
  • 6. 1. identificatie (= registratie): wie is wie? 2. authenticatie: wie klopt aan de deur? 3. autorisatie: wie mag wat? 4. controle: wie heeft wat gedaan?
  • 7. 1. identificatie (= registratie): wie is wie? 2. authenticatie: wie klopt aan de deur? 3. autorisatie: wie mag wat? 4. controle: wie heeft wat gedaan?
  • 8.
  • 9.
  • 10.
  • 11. 18. Bewijskracht Tegenover de cliënt strekt een uittreksel uit de administratie van de bank tot volledig bewijs, behoudens door de cliënt geleverd tegenbewijs.
  • 12.
  • 13. BW Artikel 94a, 5, in fine De oprichters ondertekenen de verklaring; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. … en duizenden andere gelijkaardige juridische bepalingen verwijzen nog naar de traditionele handtekening
  • 14. Ervan uitgaand dat in een geautomatiseerde omgeving voorlopig nog nood is aan een elektronische alternatief voor traditionele handtekeningen … … voorzien in een oplossing die het toepassen van elektronische handtekeningen gemakkelijker maakt.
  • 15. Iets in de zin van ?
  • 16. Of naar het voorbeeld van ?
  • 17. Burgerlijk Wetboek Boek 3 Artikel 15a 1.Een elektronische handtekening heeft dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening , indien de methode die daarbij is gebruikt voor authentificatie voldoende betrouwbaar is, gelet op het doel waarvoor de elektronische gegevens werden gebruikt en op alle overige omstandigheden van het geval.
  • 18. 2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt 3. Een in lid 1 bedoelde methode kan vermoed voldoende betrouwbaar te zijn, niet als onvoldoende betrouwbaar indien een elektronische handtekening worden aangemerkt op de enkele voldoet aan de volgende eisen: grond dat deze: a. zij is op unieke wijze aan de ― niet is gebaseerd op een ondertekenaar verbonden; gekwalificeerd certificaat als b. zij maakt het mogelijk de bedoeld in artikel 1.1, ondertekenaar te identificeren; onderdeel ss, van de c. zij komt tot stand met middelen die de Telecommunicatiewet; ondertekenaar onder zijn uitsluitende ― niet is gebaseerd op een door controle kan houden; en een certificatiedienstverlener d. zij is op zodanige wijze aan het als bedoeld in artikel 18.16, elektronisch bestand waarop zij eerste lid, betrekking heeft verbonden, dat elke Telecommunicatiewet wijziging achteraf van de gegevens afgegeven certificaat; of kan worden opgespoord; ― niet met een veilig middel voor het aanmaken van e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd elektronische handtekening en certificaat als bedoeld in artikel 1.1, is aangemaakt als bedoeld in onderdeel ss, van de artikel 1.1, onderdeel vv, van Telecommunicatiewet; en de Telecommunicatiewet. f. zij is gegenereerd door een veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekening en als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv, van de Telecommunicatiewet.
  • 19. 2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt 3. Een in lid 1 bedoelde methode kan vermoed voldoende betrouwbaar te zijn, niet als onvoldoende betrouwbaar indien een elektronische handtekening worden aangemerkt op de enkele voldoet aan de volgende eisen: grond dat deze: a. zij is op unieke wijze aan de ― niet is gebaseerd op een ondertekenaar verbonden; gekwalificeerd certificaat als b. zij maakt het mogelijk de bedoeld in artikel 1.1, ondertekenaar te identificeren; onderdeel ss, van de c. zij komt tot stand met middelen die de Telecommunicatiewet; ondertekenaar onder zijn uitsluitende ― niet is gebaseerd op een door controle kan houden; en een certificatiedienstverlener d. zij is op zodanige wijze aan het als bedoeld in artikel 18.16, elektronisch bestand waarop zij eerste lid, betrekking heeft verbonden, dat elke Telecommunicatiewet wijziging achteraf van de gegevens afgegeven certificaat; of kan worden opgespoord; ― niet met een veilig middel voor het aanmaken van e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd elektronische handtekening en certificaat als bedoeld in artikel 1.1, is aangemaakt als bedoeld in onderdeel ss, van de artikel 1.1, onderdeel vv, van Telecommunicatiewet; en de Telecommunicatiewet. f. zij is gegenereerd door een veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekening en als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv, van de Telecommunicatiewet.
  • 20. 2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt 3. Een in lid 1 bedoelde methode kan vermoed voldoende betrouwbaar te zijn, niet als onvoldoende betrouwbaar indien een elektronische handtekening worden aangemerkt op de enkele voldoet aan de volgende eisen: grond dat deze: a. zij is op unieke wijze aan de ― niet is gebaseerd op een ondertekenaar verbonden; gekwalificeerd certificaat als b. zij maakt het mogelijk de bedoeld in artikel 1.1, ondertekenaar te identificeren; onderdeel ss, van de c. zij komt tot stand met middelen die de Telecommunicatiewet; ondertekenaar onder zijn uitsluitende ― niet is gebaseerd op een door controle kan houden; en een certificatiedienstverlener d. zij is op zodanige wijze aan het als bedoeld in artikel 18.16, elektronisch bestand waarop zij eerste lid, betrekking heeft verbonden, dat elke Telecommunicatiewet wijziging achteraf van de gegevens afgegeven certificaat; of kan worden opgespoord; ― niet met een veilig middel voor het aanmaken van e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd elektronische handtekening en certificaat als bedoeld in artikel 1.1, is aangemaakt als bedoeld in onderdeel ss, van de artikel 1.1, onderdeel vv, van Telecommunicatiewet; en de Telecommunicatiewet. f. zij is gegenereerd door een veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekening en als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv, van de Telecommunicatiewet.
  • 21. 2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt vermoed voldoende betrouwbaar te zijn, indien een elektronische handtekening voldoet aan de volgende eisen: a. zij is op unieke wijze aan de ondertekenaar verbonden; b. zij maakt het mogelijk de ondertekenaar te identificeren; c. zij komt tot stand met middelen die de ondertekenaar onder zijn uitsluitende controle kan houden; en “geavanceerde e-handtekening” d. zij is op zodanige wijze aan het elektronisch bestand waarop zij betrekking heeft verbonden, dat elke wijziging achteraf van de gegevens kan worden opgespoord; e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel ss, van de Telecommunicatiewet; en f. zij is gegenereerd door een veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekening en als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv, van de Telecommunicatiewet.
  • 22.
  • 23.
  • 24.
  • 25. 2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt 3. Een in lid 1 bedoelde methode kan vermoed voldoende betrouwbaar te zijn, niet als onvoldoende betrouwbaar indien een elektronische handtekening worden aangemerkt op de enkele voldoet aan de volgende eisen: grond dat deze: a. zij is op unieke wijze aan de ― niet is gebaseerd op een ondertekenaar verbonden; gekwalificeerd certificaat als b. zij maakt het mogelijk de bedoeld in artikel 1.1, ondertekenaar te identificeren; onderdeel ss, van de c. zij komt tot stand met middelen die de Telecommunicatiewet; ondertekenaar onder zijn uitsluitende ― niet is gebaseerd op een door controle kan houden; en een certificatiedienstverlener d. zij is op zodanige wijze aan het als bedoeld in artikel 18.16, elektronisch bestand waarop zij eerste lid, betrekking heeft verbonden, dat elke Telecommunicatiewet wijziging achteraf van de gegevens afgegeven certificaat; of kan worden opgespoord; ― niet met een veilig middel voor het aanmaken van e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd elektronische handtekening en certificaat als bedoeld in artikel 1.1, is aangemaakt als bedoeld in onderdeel ss, van de artikel 1.1, onderdeel vv, van Telecommunicatiewet; en de Telecommunicatiewet. f. zij is gegenereerd door een veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekening en als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv, van de Telecommunicatiewet.
  • 26. “Redenering waardoor wordt getracht uit een bekend gegeven meer duidelijkheid te krijgen over een onbekend gegeven” Zo geldt in vele landen het vermoeden dat de echtgenoot van de moeder, de juridische vader van haar kind is.
  • 27. 2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt 3. Een in lid 1 bedoelde methode kan vermoed voldoende betrouwbaar te zijn, niet als onvoldoende betrouwbaar indien een elektronische handtekening worden aangemerkt op de enkele voldoet aan de volgende eisen: grond dat deze: a. zij is op unieke wijze aan de ― niet is gebaseerd op een ondertekenaar verbonden; gekwalificeerd certificaat als b. zij maakt het mogelijk de bedoeld in artikel 1.1, ondertekenaar te identificeren; onderdeel ss, van de c. zij komt tot stand met middelen die de Telecommunicatiewet; ondertekenaar onder zijn uitsluitende ― niet is gebaseerd op een door controle kan houden; en een certificatiedienstverlener d. zij is op zodanige wijze aan het als bedoeld in artikel 18.16, elektronisch bestand waarop zij eerste lid, betrekking heeft verbonden, dat elke Telecommunicatiewet wijziging achteraf van de gegevens afgegeven certificaat; of kan worden opgespoord; ― niet met een veilig middel voor het aanmaken van e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd elektronische handtekening en certificaat als bedoeld in artikel 1.1, is aangemaakt als bedoeld in onderdeel ss, van de artikel 1.1, onderdeel vv, van Telecommunicatiewet; en de Telecommunicatiewet. f. zij is gegenereerd door een veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekening en als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv, van de Telecommunicatiewet.
  • 28. 2. Een in lid 1 bedoelde methode wordt 3. Een in lid 1 bedoelde methode kan vermoed voldoende betrouwbaar te zijn, niet als onvoldoende betrouwbaar indien een elektronische handtekening worden aangemerkt op de enkele voldoet aan de volgende eisen: grond dat deze: a. zij is op unieke wijze aan de ― niet is gebaseerd op een ondertekenaar verbonden; gekwalificeerd certificaat als b. zij maakt het mogelijk de bedoeld in artikel 1.1, ondertekenaar te identificeren; onderdeel ss, van de c. zij komt tot stand met middelen die de Telecommunicatiewet; ondertekenaar onder zijn uitsluitende ― niet is gebaseerd op een door controle kan houden; en een certificatiedienstverlener d. zij is op zodanige wijze aan het als bedoeld in artikel 18.16, elektronisch bestand waarop zij eerste lid, betrekking heeft verbonden, dat elke Telecommunicatiewet wijziging achteraf van de gegevens afgegeven certificaat; of kan worden opgespoord; ― niet met een veilig middel voor het aanmaken van e. zij is gebaseerd op een gekwalificeerd elektronische handtekening en certificaat als bedoeld in artikel 1.1, is aangemaakt als bedoeld in onderdeel ss, van de artikel 1.1, onderdeel vv, van Telecommunicatiewet; en de Telecommunicatiewet. f. zij is gegenereerd door een veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekening en als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv, van de Telecommunicatiewet.
  • 29. Kadasterwet , Artikel 7 e 1.Indien in deze wet wordt voorgeschreven dat een document van een elektronische handtekening wordt voorzien, wordt een elektronische handtekening gebruikt die voldoet aan de eisen, genoemd in artikel 15a, tweede lid, onderdelen a tot en met f, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. 2.Een certificaat waarop een in deze wet voorgeschreven elektronische handtekening is gebaseerd, bevat geen pseudoniem. 3.De in artikel 2:16, derde zin, van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde aanvullende eisen met betrekking tot het gebruik van een elektronische handtekening worden gesteld bij of krachtens regeling van Onze Minister.
  • 30. Voorlopige conclusie: Het “vermoeden” in art. 15a, lid 2 BW Boek 3 biedt weinig hulp bij het meten van de betrouwbaarheid van handtekeningen
  • 31. Waar komt het dan op aan?
  • 32. Waar komt het dan op aan? De elektronische handtekening moet voldoende betrouwbaar zijn, gelet op het doel waarvoor de elektronische gegevens worden gebruikt en op alle overige omstandigheden van het geval.
  • 33.
  • 34. Wettelijke criteria (vooral art. 15a, lid 2, a-d)  Bijlagen van de Europese richtlijn (overgenomen in de Nederlandse Telecommunicatiewet)  Europese standaardisatiedocumenten
  • 35.
  • 36. “ondertekenaar” › Art. 15a, lid 5: “Onder ondertekenaar wordt degene verstaan die een middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel vv, van de Telecommunicatiewet* gebruikt.” › = degene die zich als “gebruiker” registreert en verantwoordelijk voor het gebruik van het middel › = steeds een natuurlijke persoon  pseudoniemen › Huidige werkwijze voor authenticatie kan ook voor handtekeningen dienst doen * “middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen: geconfigureerde software of hardware die wordt gebruikt om de gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen te implementeren”
  • 37.
  • 38. Jos Dumortier K.U.Leuven – ICRI Sint-Michielsstraat 6 B-3000 Leuven (t) +32 (0)16 32 51 49 www.icri.be / jos.dumortier@law.kuleuven.be Jos Dumortier time.lex - Information & Technology Law Congresstraat 35 B-1000 Brussel (t) +32 (0)2 229 19 47 www.timelex.eu / jos.dumortier@timelex.eu