SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 34
Het literatuurprogramma in havo-5 bevat poëzie.  Het tentamen wordt afgenomen  aan het eind van de tweede periode. Om je hierop voor te bereiden krijg je theorie-uitleg en een aantal opdrachten die je toevoegt aan je literatuurdossier (waar ook de opdrachten en verslagen van je gelezen boeken in komen).
Als je in lesboeken voor literatuur kijkt, dan zie je veel verschillende omschrijving gegeven worden van poëzie. Daarom eerst aan jouw de vraag: Wat is volgens jou poëzie? Is poëzie hetzelfde als gedichten? Licht je antwoord kort toe.
Welke redenen zouden mensen hebben om een gedicht te lezen?Kun je een paar situaties noemen waarin gedichten gebruikt worden?
[object Object],						        - begrafenis                                    - toespraken                                    - sinterklaas                                    - geboorte 		        - liefde http://www.youtube.com/watch?v=bi5tH9uJ6gk
Opdracht 1 Kies een onderwerp/thema uit de lijst hieronder. Lente tijd natuurJeugd plezier bloemenOuderdom onderwijs eenzaamheidLiefde oorlog verlangenDood vrede puberteitStilte geloof thuisEigen thema Verzamel bij jouw thema 3 verschillende gedichten. De gedichten die je voor elke opdracht vindt, schrijf je netjes over voor in je dossier.Motiveer in maximaal 50 woorden de keuze voor jouw thema.
Opdracht 2 Zoek uit deze drie gedichten een gedicht dat past bij je thema en dat jou aanspreekt.Geef je mening over het gedicht, wat heeft het gedicht jou te zeggen? (maximaal 100 woorden) - Wat voor gevoelens roept het bij je op?  - Wat vind je van de manier waarop het  onderwerp onder woorden is gebracht? - Geef eventueel voorbeelden van bijzonder  taalgebruik.  - Welke zin is het belangrijkste en waarom?
Het verschil tussen proza en poëzie Er is denk ik niemand die goed kan uitleggen  wat het verschil is tussen proza en poëzie.  De dichter Gerrit Krol heeft daarover eens  gezegd: ‘Poëzie is (...) literatuur waar de plaats  van de woorden op het papier wordt bepaald  door de schrijver, terwijl van proza de plaats  van de woorden op het papier wordt bepaald  door de zetter.’ Dat is juist, en veel meer valt er vermoedelijk niet over te zeggen. Er zijn wel verschillen aan te wijzen, maar die zijn nooit algemeen geldig. In poëzie is de kans op rijm groter dan in proza, bijvoorbeeld, maar een absolute voorwaarde is het niet. De kans dat een zin ritmisch lekker loopt, is in poëzie groter dan in proza, maar ook dat is geen absolute voorwaarde.
Hieronder tref je een gedicht aan dat duidelijk erg op proza lijkt. HET MAGEREBRUGWONDER De eerste twee boten passeerden vlot maar de derde was een diep geladen aak die zo traag naderde dat (cadeau Karin pasta, room, boontjes, loodgieter bellen) Plotseling doemt de aak dichtbij op en zie ik dat hij geheel gevuld is met water dat in springerige golfjes uit het donkere ruim over de boorden stroomt Boven de wachtende mensen is de moeheid van de werkdag uitgegroeid tot een bijna zichtbare tros tekstballonnen
Verwikkeld in gedachten en beslommeringen zien we niet dat uit de aak al het water van de Amstel opwelt Incognito drijft de bron van de rivier voorbij uit: Waterstudies. Meulenhoff, Amsterdam, 1999
Het gedicht heeft een volkomen alledaagse aanleiding. In regel 3, waar het wachten zo lang duurt dat de zin niet meer wordt afgemaakt en de gedachten afdwalen naar andere belangrijke zaken zoals de boodschappen en lijstjes van dingen die niet vergeten moeten worden. Pas in die wat afgedwaalde stemming wordt iets wonderlijks waargenomen, iets dat normaal gesproken niet waargenomen wordt, of door de gemiddelde wachtende aan het eind van een  vermoeiende werkdag eenvoudigweg niet  opgemerkt: het vreemde verschijnsel van een waterboot, een blijkbaar geheel met water  gevulde aak, zo vol dat hij zelfs overloopt. En, nog vreemder: deze aak blijkt ook nog eens de bron van de Amstel te zijn.
Gaat het over een wonder, of is het de werkelijkheid?  Of, als dat niet te zeggen valt: waar gaat werkelijkheid hier over in verbeelding? Kan je je er iets bij voorstellen, bij deze stemming, bij dit verwijlen op de rand van denken en suffen, wachten en staren? Of bij de gedachte dat een dichter zich juist richt op dit soort ‘lege’, gedachteloze momenten?   Veel poëzie vindt haar inspiratie misschien niet eens zozeer in een gegeven uit de werkelijkheid, maar juist in de leegte. Tot slot: is dit poëzie of proza? Kan je aangeven waarom?
Globaal kunnen we een of meer van de volgende verschillen tussen Proza en Poëzie zien. Poëzie:• Bepaalde regellengte en opbouw in strofen• Beknoptheid, concentratie in de zinsopbouw• Momentopname van een gedachte of gevoel• Veel beeldspraak• Veel herhaling• Er is meestal maar     één persoon aan het     woord
Opdracht 3 Zoek een gedicht dat helemaal niet rijmt, maar wel bij je thema past. Leg in maximaal 100 woorden uit waarom dit volgens jou wel een gedicht is en geen prozatekst.
				Veel gedichten rijmen, er zijn veel 				soorten rijm. Hieronder 					bespreken we de 						meest voorkomende. VolrijmZowel klinker als medeklinkers rijmen op elkaar:Wond - hond (wordt mannelijk of staand rijm genoemd)Wonde – ronde (wordt wel vrouwelijk rijm genoemd)Wonderen – donderen (wordt wel glijdend rijm genoemd)Speciaal soort volrijm is gelijk rijm: dezelfde woorden worden steeds herhaald. (Dit wordt ook wel rimeriche of rijk rijm genoemd.)
  Gewapend trokken wij verderEn zochten naar Moskou onze wegNaarmate wij vorderdenTrokken de Russen verder weg
HalfrijmOf alleen de klinkers of alleen de medeklinkers rijmen op elkaar. Er zijn daarom twee soorten halfrijm: klinkerrijm(assonantie) en medeklinkerrijm (alliteratie) Het waren twee conincskinderenSi hadden malcanderso liefSi conden bijeen niet comenHet water was veel te diep
medeklinkerrijm  (alliteratie) Zeven  zwarte  zwanen  zwommen  zwoegend door de  zwarte  zee De titels van de beroemde stripboekenserie Suske en Wiske allitereren vaak:'De nerveuze Nerviërs', 'De koddige kater', 'De mollige meivis', 'Het statige standbeeld' enz.
EindrijmAls de woorden aan het eind van de versregels op elkaar rijmen, dan is er sprake van eindrijm.  Meestal is eindrijm geordend in een bepaald rijmschema.  Er zijn bepaalde namen voor de verschillende schema’s.  De belangrijkste staan hieronder genoemd. (A en B stellen verschillende rijmklanken voor). Slagrijm:  AAAA loop koop sloop dope Hoe ik mijn haar ook kam, bij kaars- of neonlicht:Wat er ontstaat is nooit een eigentijds gezicht
Gepaard rijm AABB loop koop slaaf raaf Tachtig Al ben je bijna tachtig,toch vind ik je prachtig.Maak me tot je koningvan je aanleunwoning.
Gekruist rijm ABAB loop slaaf koop raaf Ik heb je lief Ik heb je liefJe ogen, je handenIk heb je liefJe lippen, je tanden
Omarmend rijm ABBA loop slaaf raaf koop Natuur Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Gebroken rijma b c b d e f e of: a b a c d e d f Zo'n jongen nou als Piet,een intellectueel,hij had niet zoveel eisen,hij wou niet eens zoveel,gewoon een beetje trekkende Balkan door of zo,of een keer met een vrachtschipnaar de Golf van Mexico.Maar Ansje z'n verloofde,die zei: Da's niks gedaan.Je moet solliciteren.Hier staat een goeie baan. (Annie M.G. Schmidt)
Als er geen eindrijm voorkomt spreek je van vrije verzen.
http://www.youtube.com/watch?v=-2Xf5kPjpUc http://www.youtube.com/watch?v=V2DNSkHYyv0
Opdracht 4 Bepaal van de volgende gedichten (indien aanwezig) welk rijmschema van toepassing is. 1.
Voor een dag van morgen. Schrijver: Hans Andreus.Wanneer ik morgen doodga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield. vertel het aan de wind, die in de bomen klimt, of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield. Vertel het aan het kind, dat jong genoeg is om het te begrijpen. Vertel het aan het dier, misschien alleen door het aan te kijken. Vertel het aan de huizen van steen, vertel het aan de stad, hoe lief ik je had. Maar zeg het aan geen mens. Ze zouden je niet geloven. Ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man alleen maar een vrouw, dat een mens een mens zo liefhad als ik jou.  2.
3. 4.
  Een mooie vrouw is langs 	me heen gegaan;  	Heel even bleef zij staan;  	Toen is zij weer haar gang 	gegaan.   	( P. van Ostaijen.) 5.
6.  De pantippel werd geborenOp een mooie dag in mei,Met een arendsneus van vorenEn een ezelsoor opzij. (C. Budding': 'Ballade van de pantippel')
ERWTJES Toen ze een meisje was van zeventienMoest ze de hele middag erwtjes doppenOp het balkon, ze wou de teil omschoppenZe was heel woest, ze kon geen erwt meer zien  Toen ging ze maar wat dromen van gelukEn dat geluk had niets van doen met erwtenWel met de Liefde en de Grote VerteDat dromen hielp. Het scheelde heus een stuk  En dat is meer dan vijftig jaar terugZe is nu zeventig en heel erg fitEn altijd als ze ‘s middags even zitMijmert ze met een kussen in de rug  Over geluk en zo, een beetje warrigEn dat heef niets te maken met de verteOf met de Grote Liefde, wel met erwtenDie komen altijd weer terug, halsstarrig.  Ach ja, zegt ze, ik kan mezelf nog zienDaar bij mijn moeder thuis, op het balkonBezig met erwtjes doppen in de zon.Dat was geluk, toen was ik zeventien  7.
8.

Más contenido relacionado

La actualidad más candente

Gedichten Lezen 1 H4
Gedichten Lezen 1 H4Gedichten Lezen 1 H4
Gedichten Lezen 1 H4silvia
 
Biografie bart moeyaert
Biografie bart moeyaertBiografie bart moeyaert
Biografie bart moeyaertJUFEVI
 
Gedichtengroep Amstelrade Part 2011-2 SdR
Gedichtengroep Amstelrade Part 2011-2 SdRGedichtengroep Amstelrade Part 2011-2 SdR
Gedichtengroep Amstelrade Part 2011-2 SdRSieneke de Rooij
 
Onvriend Van De PoëZie
Onvriend Van De PoëZieOnvriend Van De PoëZie
Onvriend Van De PoëZieAnn De Roey
 
Nederlands Poëzie Rutger Steens V5c
Nederlands Poëzie Rutger Steens V5cNederlands Poëzie Rutger Steens V5c
Nederlands Poëzie Rutger Steens V5crsteens
 
32 tekstgeschiedenissen en frames
32 tekstgeschiedenissen en frames32 tekstgeschiedenissen en frames
32 tekstgeschiedenissen en framesThomas Vaessens
 
volgorde van ontleden
volgorde van ontledenvolgorde van ontleden
volgorde van ontledenGeertehage
 
Complexe commandanten. Een dubbelportret van Albert Gemmeker en Karl Berg in ...
Complexe commandanten. Een dubbelportret van Albert Gemmeker en Karl Berg in ...Complexe commandanten. Een dubbelportret van Albert Gemmeker en Karl Berg in ...
Complexe commandanten. Een dubbelportret van Albert Gemmeker en Karl Berg in ...Bram Benthem
 
Hans P Meyer
Hans P MeyerHans P Meyer
Hans P Meyerijs3000
 

La actualidad más candente (13)

Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Gedichten Lezen 1 H4
Gedichten Lezen 1 H4Gedichten Lezen 1 H4
Gedichten Lezen 1 H4
 
Jw ia 6
Jw ia 6Jw ia 6
Jw ia 6
 
Biografie bart moeyaert
Biografie bart moeyaertBiografie bart moeyaert
Biografie bart moeyaert
 
Gedichtengroep Amstelrade Part 2011-2 SdR
Gedichtengroep Amstelrade Part 2011-2 SdRGedichtengroep Amstelrade Part 2011-2 SdR
Gedichtengroep Amstelrade Part 2011-2 SdR
 
Onvriend Van De PoëZie
Onvriend Van De PoëZieOnvriend Van De PoëZie
Onvriend Van De PoëZie
 
Nederlands Poëzie Rutger Steens V5c
Nederlands Poëzie Rutger Steens V5cNederlands Poëzie Rutger Steens V5c
Nederlands Poëzie Rutger Steens V5c
 
32 tekstgeschiedenissen en frames
32 tekstgeschiedenissen en frames32 tekstgeschiedenissen en frames
32 tekstgeschiedenissen en frames
 
volgorde van ontleden
volgorde van ontledenvolgorde van ontleden
volgorde van ontleden
 
KRIJGSKUNST-OMSLAG-DRKKL
KRIJGSKUNST-OMSLAG-DRKKLKRIJGSKUNST-OMSLAG-DRKKL
KRIJGSKUNST-OMSLAG-DRKKL
 
Complexe commandanten. Een dubbelportret van Albert Gemmeker en Karl Berg in ...
Complexe commandanten. Een dubbelportret van Albert Gemmeker en Karl Berg in ...Complexe commandanten. Een dubbelportret van Albert Gemmeker en Karl Berg in ...
Complexe commandanten. Een dubbelportret van Albert Gemmeker en Karl Berg in ...
 
Catullus 4 En 5
Catullus 4 En 5Catullus 4 En 5
Catullus 4 En 5
 
Hans P Meyer
Hans P MeyerHans P Meyer
Hans P Meyer
 

Similar a Poezie 1

Similar a Poezie 1 (14)

Sxrivn is koken in corona
Sxrivn is koken in coronaSxrivn is koken in corona
Sxrivn is koken in corona
 
Dromen en verlangen boekje 2010
Dromen en verlangen boekje 2010Dromen en verlangen boekje 2010
Dromen en verlangen boekje 2010
 
Dromen en verlangen programmaboekje 2010
Dromen en verlangen programmaboekje 2010Dromen en verlangen programmaboekje 2010
Dromen en verlangen programmaboekje 2010
 
Poezie havo 5.2014
Poezie havo 5.2014Poezie havo 5.2014
Poezie havo 5.2014
 
Poëzie havo 5 2014
Poëzie havo 5 2014Poëzie havo 5 2014
Poëzie havo 5 2014
 
Gedichtendag
GedichtendagGedichtendag
Gedichtendag
 
De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis artikelen tijdschrift Penta...
De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis artikelen tijdschrift Penta...De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis artikelen tijdschrift Penta...
De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis artikelen tijdschrift Penta...
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Kralingenboek_090902 1317
Kralingenboek_090902 1317Kralingenboek_090902 1317
Kralingenboek_090902 1317
 

Poezie 1

  • 1.
  • 2. Het literatuurprogramma in havo-5 bevat poëzie. Het tentamen wordt afgenomen aan het eind van de tweede periode. Om je hierop voor te bereiden krijg je theorie-uitleg en een aantal opdrachten die je toevoegt aan je literatuurdossier (waar ook de opdrachten en verslagen van je gelezen boeken in komen).
  • 3. Als je in lesboeken voor literatuur kijkt, dan zie je veel verschillende omschrijving gegeven worden van poëzie. Daarom eerst aan jouw de vraag: Wat is volgens jou poëzie? Is poëzie hetzelfde als gedichten? Licht je antwoord kort toe.
  • 4. Welke redenen zouden mensen hebben om een gedicht te lezen?Kun je een paar situaties noemen waarin gedichten gebruikt worden?
  • 5.
  • 6.
  • 7. Opdracht 1 Kies een onderwerp/thema uit de lijst hieronder. Lente tijd natuurJeugd plezier bloemenOuderdom onderwijs eenzaamheidLiefde oorlog verlangenDood vrede puberteitStilte geloof thuisEigen thema Verzamel bij jouw thema 3 verschillende gedichten. De gedichten die je voor elke opdracht vindt, schrijf je netjes over voor in je dossier.Motiveer in maximaal 50 woorden de keuze voor jouw thema.
  • 8. Opdracht 2 Zoek uit deze drie gedichten een gedicht dat past bij je thema en dat jou aanspreekt.Geef je mening over het gedicht, wat heeft het gedicht jou te zeggen? (maximaal 100 woorden) - Wat voor gevoelens roept het bij je op? - Wat vind je van de manier waarop het onderwerp onder woorden is gebracht? - Geef eventueel voorbeelden van bijzonder taalgebruik. - Welke zin is het belangrijkste en waarom?
  • 9. Het verschil tussen proza en poëzie Er is denk ik niemand die goed kan uitleggen wat het verschil is tussen proza en poëzie. De dichter Gerrit Krol heeft daarover eens gezegd: ‘Poëzie is (...) literatuur waar de plaats van de woorden op het papier wordt bepaald door de schrijver, terwijl van proza de plaats van de woorden op het papier wordt bepaald door de zetter.’ Dat is juist, en veel meer valt er vermoedelijk niet over te zeggen. Er zijn wel verschillen aan te wijzen, maar die zijn nooit algemeen geldig. In poëzie is de kans op rijm groter dan in proza, bijvoorbeeld, maar een absolute voorwaarde is het niet. De kans dat een zin ritmisch lekker loopt, is in poëzie groter dan in proza, maar ook dat is geen absolute voorwaarde.
  • 10. Hieronder tref je een gedicht aan dat duidelijk erg op proza lijkt. HET MAGEREBRUGWONDER De eerste twee boten passeerden vlot maar de derde was een diep geladen aak die zo traag naderde dat (cadeau Karin pasta, room, boontjes, loodgieter bellen) Plotseling doemt de aak dichtbij op en zie ik dat hij geheel gevuld is met water dat in springerige golfjes uit het donkere ruim over de boorden stroomt Boven de wachtende mensen is de moeheid van de werkdag uitgegroeid tot een bijna zichtbare tros tekstballonnen
  • 11. Verwikkeld in gedachten en beslommeringen zien we niet dat uit de aak al het water van de Amstel opwelt Incognito drijft de bron van de rivier voorbij uit: Waterstudies. Meulenhoff, Amsterdam, 1999
  • 12. Het gedicht heeft een volkomen alledaagse aanleiding. In regel 3, waar het wachten zo lang duurt dat de zin niet meer wordt afgemaakt en de gedachten afdwalen naar andere belangrijke zaken zoals de boodschappen en lijstjes van dingen die niet vergeten moeten worden. Pas in die wat afgedwaalde stemming wordt iets wonderlijks waargenomen, iets dat normaal gesproken niet waargenomen wordt, of door de gemiddelde wachtende aan het eind van een vermoeiende werkdag eenvoudigweg niet opgemerkt: het vreemde verschijnsel van een waterboot, een blijkbaar geheel met water gevulde aak, zo vol dat hij zelfs overloopt. En, nog vreemder: deze aak blijkt ook nog eens de bron van de Amstel te zijn.
  • 13. Gaat het over een wonder, of is het de werkelijkheid? Of, als dat niet te zeggen valt: waar gaat werkelijkheid hier over in verbeelding? Kan je je er iets bij voorstellen, bij deze stemming, bij dit verwijlen op de rand van denken en suffen, wachten en staren? Of bij de gedachte dat een dichter zich juist richt op dit soort ‘lege’, gedachteloze momenten? Veel poëzie vindt haar inspiratie misschien niet eens zozeer in een gegeven uit de werkelijkheid, maar juist in de leegte. Tot slot: is dit poëzie of proza? Kan je aangeven waarom?
  • 14. Globaal kunnen we een of meer van de volgende verschillen tussen Proza en Poëzie zien. Poëzie:• Bepaalde regellengte en opbouw in strofen• Beknoptheid, concentratie in de zinsopbouw• Momentopname van een gedachte of gevoel• Veel beeldspraak• Veel herhaling• Er is meestal maar één persoon aan het woord
  • 15. Opdracht 3 Zoek een gedicht dat helemaal niet rijmt, maar wel bij je thema past. Leg in maximaal 100 woorden uit waarom dit volgens jou wel een gedicht is en geen prozatekst.
  • 16. Veel gedichten rijmen, er zijn veel soorten rijm. Hieronder bespreken we de meest voorkomende. VolrijmZowel klinker als medeklinkers rijmen op elkaar:Wond - hond (wordt mannelijk of staand rijm genoemd)Wonde – ronde (wordt wel vrouwelijk rijm genoemd)Wonderen – donderen (wordt wel glijdend rijm genoemd)Speciaal soort volrijm is gelijk rijm: dezelfde woorden worden steeds herhaald. (Dit wordt ook wel rimeriche of rijk rijm genoemd.)
  • 17.   Gewapend trokken wij verderEn zochten naar Moskou onze wegNaarmate wij vorderdenTrokken de Russen verder weg
  • 18. HalfrijmOf alleen de klinkers of alleen de medeklinkers rijmen op elkaar. Er zijn daarom twee soorten halfrijm: klinkerrijm(assonantie) en medeklinkerrijm (alliteratie) Het waren twee conincskinderenSi hadden malcanderso liefSi conden bijeen niet comenHet water was veel te diep
  • 19. medeklinkerrijm (alliteratie) Zeven zwarte zwanen zwommen zwoegend door de zwarte zee De titels van de beroemde stripboekenserie Suske en Wiske allitereren vaak:'De nerveuze Nerviërs', 'De koddige kater', 'De mollige meivis', 'Het statige standbeeld' enz.
  • 20. EindrijmAls de woorden aan het eind van de versregels op elkaar rijmen, dan is er sprake van eindrijm. Meestal is eindrijm geordend in een bepaald rijmschema. Er zijn bepaalde namen voor de verschillende schema’s. De belangrijkste staan hieronder genoemd. (A en B stellen verschillende rijmklanken voor). Slagrijm: AAAA loop koop sloop dope Hoe ik mijn haar ook kam, bij kaars- of neonlicht:Wat er ontstaat is nooit een eigentijds gezicht
  • 21. Gepaard rijm AABB loop koop slaaf raaf Tachtig Al ben je bijna tachtig,toch vind ik je prachtig.Maak me tot je koningvan je aanleunwoning.
  • 22. Gekruist rijm ABAB loop slaaf koop raaf Ik heb je lief Ik heb je liefJe ogen, je handenIk heb je liefJe lippen, je tanden
  • 23. Omarmend rijm ABBA loop slaaf raaf koop Natuur Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
  • 24. Gebroken rijma b c b d e f e of: a b a c d e d f Zo'n jongen nou als Piet,een intellectueel,hij had niet zoveel eisen,hij wou niet eens zoveel,gewoon een beetje trekkende Balkan door of zo,of een keer met een vrachtschipnaar de Golf van Mexico.Maar Ansje z'n verloofde,die zei: Da's niks gedaan.Je moet solliciteren.Hier staat een goeie baan. (Annie M.G. Schmidt)
  • 25. Als er geen eindrijm voorkomt spreek je van vrije verzen.
  • 27.
  • 28. Opdracht 4 Bepaal van de volgende gedichten (indien aanwezig) welk rijmschema van toepassing is. 1.
  • 29. Voor een dag van morgen. Schrijver: Hans Andreus.Wanneer ik morgen doodga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield. vertel het aan de wind, die in de bomen klimt, of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield. Vertel het aan het kind, dat jong genoeg is om het te begrijpen. Vertel het aan het dier, misschien alleen door het aan te kijken. Vertel het aan de huizen van steen, vertel het aan de stad, hoe lief ik je had. Maar zeg het aan geen mens. Ze zouden je niet geloven. Ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man alleen maar een vrouw, dat een mens een mens zo liefhad als ik jou. 2.
  • 30. 3. 4.
  • 31.   Een mooie vrouw is langs me heen gegaan;   Heel even bleef zij staan;   Toen is zij weer haar gang gegaan.   ( P. van Ostaijen.) 5.
  • 32. 6. De pantippel werd geborenOp een mooie dag in mei,Met een arendsneus van vorenEn een ezelsoor opzij. (C. Budding': 'Ballade van de pantippel')
  • 33. ERWTJES Toen ze een meisje was van zeventienMoest ze de hele middag erwtjes doppenOp het balkon, ze wou de teil omschoppenZe was heel woest, ze kon geen erwt meer zien Toen ging ze maar wat dromen van gelukEn dat geluk had niets van doen met erwtenWel met de Liefde en de Grote VerteDat dromen hielp. Het scheelde heus een stuk En dat is meer dan vijftig jaar terugZe is nu zeventig en heel erg fitEn altijd als ze ‘s middags even zitMijmert ze met een kussen in de rug Over geluk en zo, een beetje warrigEn dat heef niets te maken met de verteOf met de Grote Liefde, wel met erwtenDie komen altijd weer terug, halsstarrig. Ach ja, zegt ze, ik kan mezelf nog zienDaar bij mijn moeder thuis, op het balkonBezig met erwtjes doppen in de zon.Dat was geluk, toen was ik zeventien 7.
  • 34. 8.