2. In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader
GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010 in werking getreden Wet veiligheidsregio’s
stelt wettelijke eisen aan de inrichting van de regionale crisisorganisatie, de
samenstelling van de crisisteams en de opkomsttijden. In deze brochure worden het
Referentiekader GRIP en deze wettelijke eisen nader toegelicht.
Wat is GRIP?
Bij een incident moeten hulpverleners en hulpverleningsdiensten vanuit de
dagelijkse werkzaamheden snel kunnen omschakelen naar één organisatie
die het incident bestrijdt. Dit wordt opschalen genoemd. Om snel te kunnen
opschalen is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdingsprocedure
ontwikkeld, de zogenoemde GRIP-procedure.
Eenheid in procedures
Om meer eenheid aan te brengen in de verschillende GRIP-procedures die in
het land zijn ontwikkeld, heeft de toenmalige Veiligheidskoepel, voorloper van
het Veiligheidsberaad, in 2006 een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld.
Vervolgens heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK) in 2006 aan de veiligheidsregio’s in oprichting gevraagd het
referentiekader te implementeren.
Met het van kracht worden van de Wet veiligheidsregio’s in oktober 2010
worden specifieke wettelijke eisen gesteld aan de inrichting van de regionale
crisisorganisatie, de samenstelling van de crisisteams en de opkomsttijden.
Brongebied en effectgebied
Binnen het Referentiekader GRIP komen de begrippen ‘brongebied’ en
‘effectgebied’ een aantal keren terug. Het brongebied is het gebied waar de
hulpverleningsdiensten uitvoering geven aan de directe bestrijding van
het incident. Het effectgebied is het gebied buiten het brongebied, waar het
incident effecten heeft op de omgeving.
Wanneer er bijvoorbeeld een explosie bij een chemisch bedrijf plaatsvindt
waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen, dan is het brongebied het gebied waar de
explosie heeft plaatsgevonden. Het effectgebied is het gebied dat benedenwinds
ligt en waar de gifwolk een gevaar vormt voor de gezondheid van de bewoners.
2
3. GRIP-opschalingsniveaus
Het Referentiekader GRIP gaat uit van vier opschalingsniveaus, ook wel
coördinatiealarmen genoemd: GRIP 1, GRIP 2, GRIP 3 en GRIP 4.
GRIP 1
Wanneer bij de bestrijding van een incident in het brongebied meerdere
disciplines betrokken zijn en structurele coördinatie tussen de disciplines
noodzakelijk is, wordt opgeschaald naar GRIP 1. Er wordt op de plaats van het
incident een team ingericht, het commando plaats incident (COPI). Dit team
wordt geleid door een leider COPI.
GRIP 2
Wanneer ook structurele coördinatie buiten het brongebied, dat wil zeggen
in het effectgebied, noodzakelijk is, wordt opgeschaald naar GRIP 2. Naast
het COPI wordt een regionaal operationeel team (ROT) ingericht. Dit team
wordt geleid door een leider ROT. De leider ROT wordt ook wel (regionaal)
operationeel leider genoemd.
GRIP 3
Wanneer er sprake is van een bedreiging van het welzijn van (grote groepen
van) de bevolking en bestuurlijke coördinatie of besluitvorming noodzakelijk
is, wordt opgeschaald naar GRIP 3. Naast het COPI en het ROT wordt een
gemeentelijk beleidsteam (GBT) gevormd, onder voorzitterschap van de
betrokken burgemeester.
GRIP 4
Wanneer er sprake is van een gemeentegrensoverschrijdend incident, de
hulpdiensten in meerdere gemeenten moeten optreden en bestuurlijke
coördinatie van betrokken gemeenten aan de orde is, wordt opgeschaald naar
GRIP 4. Het GBT komt te vervallen en er wordt een regionaal beleidsteam (RBT)
gevormd, onder voorzitterschap van de voorzitter veiligheidsregio.
Referentiekader GRIP
Niveau Reikwijdte incident Invulling regionale
hoofdstructuur
1 brongebied COPI
2 bron- en effectgebied COPI + ROT
3 bedreiging van het welzijn van (grote groepen van) COPI + ROT + GBT
de bevolking
4 gemeentegrensoverschrijdend, eventueel schaarste COPI + ROT + RBT
3
4. Hoofdstructuur van de regionale crisisorganisatie
In de Wet veiligheidsregio’s en het Besluit veiligheidsregio’s is geregeld dat
de hoofdstructuur van de regionale crisisorganisatie bestaat uit: meldkamer,
commando plaats incident (COPI), regionaal operationeel team (ROT), team
bevolkingszorg, gemeentelijk beleidsteam (GBT) of regionaal beleidsteam (RBT).
Afhankelijk van het incident en de wijze waarop het incident zich ontwikkelt,
kunnen meerdere COPI’s worden ingesteld. Bij twee of meer COPI’s is er
behoefte aan coördinatie tussen de COPI’s. In het Besluit veiligheidsregio’s is
opgenomen dat bij meerdere COPI’s één COPI de coördinatie op zich neemt.
Organogram van de regionale crisisorganisatie
RBT of GBT
hoofdprocessen
- bevolkingszorg
ROT - brandweerzorg
- geneeskundige zorg
- politiezorg
- water- en scheepvaartzorg
COPI
eenheden gezagslijn
- brandweer
meldkamer - geneeskundige hulpverlening
- politie advieslijn
Hoofdprocessen
Afhankelijk van het incident en de effecten ervan worden verschillende
activiteiten uitgevoerd. Reeksen van samenhangende activiteiten worden
aangeduid als een proces.
De crisisbestrijding kent de volgende hoofdprocessen: bevolkingszorg,
brandweerzorg, geneeskundige zorg, politiezorg en water- en scheepvaartzorg.
De uitvoering van deze processen wordt in het ROT multidisciplinair afgestemd
en aangestuurd. De opdrachten van het ROT worden dus enerzijds ter plaatse
multidisciplinair uitgevoerd door het COPI en anderzijds monodisciplinair
uitgevoerd door de procesverantwoordelijke voor het betreffende proces.
Team bevolkingszorg
Het team bevolkingszorg is onder meer verantwoordelijk voor de voorlichting
aan de bevolking, de opvang en verzorging van de bevolking, de nazorg aan
de bevolking en de registratie van slachtoffers en schade. Afhankelijk van het
incident en de afspraken in de veiligheidsregio kunnen een of meerdere teams
bevolkingszorg worden ingesteld.
4
5. Meldkamer
De meldkamer is continu paraat voor spoedeisende hulp. Ze alarmeert het
ambulancevervoer, de geneeskundige hulpverlening, de brandweer en de
politie en ondersteunt hun inzet.
Kernbezetting van de crisisteams en hun opkomsttijden
De Wet veiligheidsregio’s en het Besluit veiligheidsregio’s stellen minimale
eisen aan de kernbezetting van de crisisteams die tot de hoofdstructuur van
de regionale crisisorganisatie behoren. Ook worden eisen gesteld aan de
opkomsttijden. De opkomsttijd is de tijd tussen alarmering en aankomst van
(de leden van) het team.
Verschillende regio’s werken, boven op de kernbezetting van de crisisteams,
met een eigen regionale inkleuring. Zo is in veel regio’s een officier van dienst
bevolkingszorg in een COPI opgenomen. Ook gebeurt het steeds vaker dat een
informatiemanager niet alleen deel uitmaakt van een COPI en ROT, maar ook
een vast lid is van een GBT of RBT.
Op pagina 6 en 7 zijn de kernbezetting van de crisisteams en hun
opkomsttijden weergegeven.
Crisispartners en ad-hocvertegenwoordigers
Vanzelfsprekend kunnen, afhankelijk van het incident, crisispartners of
vertegenwoordigers van private partijen als ad-hocadviseur aan een crisisteam
worden toegevoegd. Crisispartners zijn bijvoorbeeld (gedeconcentreerde)
overheidsdiensten en het Regionaal Militair Commando. Bij private partijen
kan gedacht worden aan ProRail, NS, nutsbedrijven of andere bedrijven uit de
vitale sectoren.
Literatuur
NIFV (2010). Basisboek regionale crisisbeheersing.
Veiligheidskoepel (2006). Referentiekader GRIP.
Projectteam Regionaal Crisisplan (2009). Referentiekader Regionaal Crisisplan.
Staatsblad (1 juli 2010). Wet veiligheidsregio’s en Besluit veiligheidsregio’s.
Colofon
Uitgave van Infopunt Veiligheid, december 2010
Tekst: Sjan Martens adviseur Academie voor Crisisbeheersing. Beeld: Rob Jastrzebski
5
7. GRIP 3 GRIP 4
Kernbezetting GBT Kernbezetting RBT
• burgemeester • voorzitter veiligheidsregio
• (hoofd)officier van justitie* • burgemeesters betrokken gemeenten
• lid GBT bevolkingszorg • hoofdofficier van justitie
• lid GBT brandweer • voorzitter van elk betrokken
• lid GBT geneeskundig waterschap wordt uitgenodigd
• lid GBT politie • lid RBT bevolkingszorg*
• voorlichtingsfunctionaris GBT* • lid RBT brandweer*
• lid RBT geneeskundig*
Opkomsttijd: binnen 60 minuten • lid RBT politie*
• voorlichtingsfunctionaris RBT*
* Functionaris is niet vermeld in Wet veiligheidsregio’s,
wel in Referentiekader GRIP Opkomsttijd: niet geregeld in het Besluit
veiligheidsregio’s
* Functionaris is niet vermeld in Wet veiligheidsregio’s,
wel in Referentiekader GRIP
7
8. Infopunt Veiligheid
Infopunt Veiligheid, onderdeel van het Nederlands Instituut
Fysieke Veiligheid (NIFV), is hét centrale vraag- en informatie-
loket op het gebied van fysieke veiligheid. Beroepsbeoefenaars
kunnen hier hun vragen voorleggen aan vakspecialisten. Dat kan
telefonisch, per e-mail of via een webformulier. De toegang tot
de informatieservice en informatiebemiddeling is laagdrempelig
en kosteloos.
Actuele dossiers
Infopunt Veiligheid biedt ook inzage in een online kennisbank
met dossiers die actueel worden gehouden door een redactie-
team van kennismakelaars en deskundigen uit de praktijk. U hebt
24 uur per dag toegang tot enkele duizenden kennisdocumenten
verdeeld over meerdere kennisgebieden. Een belangrijke kennis-
bron voor veiligheidsregio’s, hulpverleningsdiensten, landelijke,
provinciale en gemeentelijke overheden en organisaties in de
vitale sectoren.
Kennispartners
Om meer doelgroepen van dienst te kunnen zijn en de kennis
verder te verbreden, werkt Infopunt Veiligheid samen met
kennispartners zoals: het Centrum Industriële Veiligheid (CIV),
GHOR Nederland, de Nederlandse Vereniging voor Brand-
weerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) en het Centrum voor
C
riminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV).
Het informatiepunt wordt ondersteund door een gebruiks
vriendelijke, interactieve website: www.infopuntveiligheid.nl
Als veiligheid ook úw punt is!
Infopunt Veiligheid
Kemperbergerweg 783
Postbus 7010
6801 HA Arnhem
T 0900 235 112 112 (lokaal tarief)
november 2011
F 026 351 50 51
E infopuntveiligheid@nifv.nl
www.infopuntveiligheid.nl 8