4. De watersnoodramp Midden in de nacht breken op verschillende plaatsen de dijken. Zeewater stroomt met hoge snelheid de polders, dorpen en steden binnen.
5. Nieuws Zondagochtend. Het hele land luistert in spanning naar de radio. De Radionieuwsdienst van het ANP (het Algemeen Nederlands Persbureau) leest de binnenkomende berichten voor. Het is een chaos: niemand weet precies wat er is gebeurd met de mensen in de ondergelopen gebieden.
6. Reddingsacties Op maandag komen de eerste georganiseerde reddingsacties op gang. De mensen uit de dorpen aan de randen van het rampgebied worden gered. Pas de volgende dag worden de ondergelopen dorpen midden in het rampgebied zelf bereikt. Honderden mensen worden vermist. Uiteindelijk blijkt dat 1835 mensen de ramp niet hebben overleefd. Ze zijn verdronken.
7. Vossemeer: fotogallerij Door de stormvloed werd het Noord-Brabantse dorpje Nieuw-Vossemeer volledig van de buitenwereld afgesloten. Het duurde twee dagen voordat de eerste mensen werden geëvacueerd. In dit dorp alleen al verdronken vijftig mensen.
18. Terug- en vooruitblik Afgelopen les hebben we gezien welke schade de watersnoodramp heeft aangericht…Deze les gaan we kijken welke maatregelen in het verleden zijn genomen om ons voortaan tegen de zee te beschermen…
19. Dijken Verleden les hebben we gezien dat Nederland goed moet worden beschermd tegen de zee door bijvoorbeeld dijken. Het bouwen van de dijken is dus belangrijk. Maar wat is een dijk nu precies??
20. Zoals je op het plaatje kunt zien bestaat een dijk uit een 'lichaam'. Vroeger maakte men zo'n lichaam vaak van zand (A). Dat zand werd afgedekt met klei (B). Op de klei groeide weer gras. De zeekant van de dijk moest worden beschermd. Die werd dus ook bekleed, zoals dat heet. Vroeger deden ze dat met natuurstenen. Nu gebruiken ze asfalt of beton (C). Het gedeelte vanaf het begin van de dijk tot onder het water wordt met brokken natuursteen bedekt (D). Hoe werd een dijk gemaakt?
21. Moderne dijken Moderne dijken worden in vergelijking met de dijken van voor de ramp heel wat steviger uitgevoerd. Ze zijn breder en ze bevatten voldoende kleilagen.
23. Dijkdoorbraak Soms gaat het fout en is een dijk niet meer sterk genoeg om het achterliggende land tegen het water te beschermen. Dit was ook het geval tijdens de watersnoodramp van 1953. Maar ook kort geleden in het plaatsje Wilnis.
24. De Deltacommissie Na de ramp werd de Deltacommissie benoemd. Zij gingen onderzoeken hoe Zuidwest-Nederland beter beschermd kon worden tegen stormvloeden. De commissie komt al snel met een aantal adviezen.
26. De Deltawet In 1958 worden de adviezen van de Deltacommissie opgeschreven in een wet. De wet wordt door de Tweede Kamer goedgekeurd. Ondertussen zijn een groot aantal werkzaamheden al begonnen. Die konden niet wachten.
27. Het Deltaplan Rijkswaterstaat richt de Deltadienst op. Deze dienst gaat zich bezig houden met de uitvoer van de Deltawet. Na een tijdje komt de Deltadienst met een 'plan van aanpak'. Dit plan wordt het Deltaplan genoemd. In het Deltaplan staat beschreven in welke volgorde de dammen gebouwd zullen worden.
28. De volgorde van de bouw van de Deltawerken Op dit kaartje zie je in welke volgorde de Deltadienst van plan was de Deltawerken te bouwen. De blauwe dammen zijn de primaire dammen. Zij houden het zeewater tegen. De rode dammen zijn de secundaire dammen. Zij zijn een extra beveiliging en maken het bouwen van de primaire dammen makkelijker.
31. Deze les Deze les gaan we kijken naar het resultaat van de Deltawerken. Dit resultaat zien wij tegenwoordig in de vorm van een elftal dammen. Een van deze dammen gaan we nader bekijken! De Oosterscheldekering is een van de grootste en moeilijkskte projecten geweest.
34. Moeilijk karwei In Zeeland begon men met het afsluiten van de zeegaten.. De Oosterschelde was een probleem, want men wilde zowel de veiligheid kunnen garanderen aan de inwoners en tevens het unieke natuurgebied behouden. Uiteindelijk werd besloten voor een stormvloedkering. De afsluiting van de Oosterschelde werd gezien als het moeilijkste karwei van de hele deltawerken. Er moesten speciaal nieuwe technieken worden ontwikkeld om de dam te kunnen realiseren.
35. Problemen Er waren veel mensen die vonden dat in de Oosterschelde geen dam moest komen, omdat men de natuur wilde behouden. De voorstanders van de dam vonden juist dat de veiligheid voorop moest staan. Een aantal argumenten die werden gegeven voor het open en dichthouden van de dam:
36.
37. Het plan De stormvloedkering zou in 1985 klaar zijn, maar als snel zag men in dat dit niet gehaald kon worden en werd de oplevering ervan opgeschoven naar 1986. In de Tweede Kamer waren nogal eens discussies over de stormvloedkering. De verschillende partijen konden het niet eens worden over hoeveel geld er uitgegeven moest worden aan dit project. In 1976 stemde men eindelijk toe met de bouw van een stormvloedkering die een opening van 115000 m2 had en meer dan 2 miljard gulden zou gaan kosten. Sommige instanties denken dat het budget toch wel overtreden zal worden en dat de beloofde veiligheid niet snel genoeg kan worden gerealiseerd. Men besluit dat de problemen onderweg maar opgelost moeten worden. Inderdaad blijkt een aantal jaar later dat er te weinig geld beschikbaar is en er wordt besloten om de kosten van de dam over verschillende ministeries te verdelen. De kosten zijn met 6% toegenomen. Toch besluit met door te gaan en ondanks alles dit megaproject niet op te geven
38. De bouw De bouw van de Oosterscheldekering was een erg ingewikkeld proces. Om er toch een beetje een beeld van te krijgen kijken we even naar een filmpje over de bouw…
39. De werking De Oosterscheldekering is een stormvloedkering. Dat wil zeggen, dat de schuiven meestal open zijn. Het zeewater kan met eb en vloed gewoon in en uit de Oosterschelde stromen. Alleen bij zware storm wordt de kering gesloten. Zo worden de Zeeuwse eilanden, die aan de Oosterschelde liggen beschermd tegen stormvloeden. Bij de bouw van de Oosterscheldekering dacht men, dat de kering één of twee keer per jaar gesloten zou moeten worden. In werkelijkheid gebeurt dat veel minder vaak. Ongeveer eens in de 5 jaar.
40. De Schuiven De schuiven van de Oosterscheldekering worden bediend vauit het Topshuis, dat naast de kering op het werkeiland Neeltje Jans staat. Als er een stormwaarschuwing is, worden de schuiven met een druk op de knop gesloten. De hydraulische pompen in de verkeerskokers beginnen olie te pompen, waardoor de cilinders langzaam zakken. Omdat de schuiven aan de cilinders vastzitten, zakken zij ook. De grootste schuif doet er 82 minuten over om te sluiten. Als de storm is gaan liggen, worden de schuiven op dezelfde manier weer geopend.
41. De natuur De kering in de Oosterschelde is er gekomen, omdat verschillende groepen mensen streden voor het milieu in de zeearm. Door de kering blijft er zout water de Oosterschelde instromen en zijn eb en vloed gebleven. Toch blijkt de laatste jaren steeds meer, dat de Oosterschelde toch schade heeft opgelopen door de kering. Verschillende stromingen zijn van richting veranderd. Daardoor verdwijnen zandplaten en hebben watervogels minder voedsel. Een probleem waar nog geen oplossing voor is gevonden. We kijken nu even kort naar de bijzondere natuur die aanwezig is in de Oosterschelde…
42. In en rond de Oosterschelde komen vele planten- en dierensoorten voor. De watertemperatuur en het zoutgehalte in de Oosterschelde zijn hoog en dit is erg aangenaam voor een groot aantal vissen en waterplanten. Er komen vele soorten voor en ook nog eens in grote hoeveelheden. Door een samenloop van omstandigheden komen op sommige plekjes bijzondere soorten voor.
43.
44.
45.
46. Mossels & Oesters De mossels en oesters zijn erg belangrijk voor de Zeeuwse vissers. Niet elk jaar wordt er evenveel ‘geoogst’, want de ‘mosselboeren’ zijn erg afhankelijk van het weer. Alle omstandigheden dragen bij tot een goede of juist slechte kwaliteit van zo’n schelpdier. Daarom moeten de plaatsen nauwkeurig gekozen worden.