2. 4 Want het is onmogelijk , degenen, die eens verlicht zijn geweest (…) 6 en daarna afgevallen zijn, weder opnieuw tot bekering te brengen , daar zij wat hen betreft de Zoon van God opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken. 8 (…) ondeugdelijk en niet ver van de vervloeking , die uitloopt op verbranding . Hebreeën 6 ? 2
3. DE VRAGEN… 1. Wie zijn de geadresseerden? 2. Wie is de schrijver? 3. Wanneer is de brief geschreven? 4. Wat is het doel van de brief ? en (last but least): 5. Wat doet het er toe? 3
5. 1. de geadresseerden 1. oudste drie complete NT-manuscripten* hebben opschrift: "aan de Hebreeën"; * Sinaïticus, Vaticanus, Alexandrinus 5
6.
7. 1. de geadresseerden 1. oudste drie complete NT-manuscripten* hebben opschrift: "aan de Hebreeën"; 2. "De vaderen" waar de aanhef van spreekt, betreft Hebreeën; 3. het profetenwoord "de Here zal Zijn volk oordelen" slaat op de Hebreeën; 7
8.
9. 1. de geadresseerden 1. oudste drie complete NT-manuscripten* hebben opschrift: "aan de Hebreeën"; 2. "De vaderen" waar de aanhef van spreekt, betreft Hebreeën; 3. het profetenwoord "de Here zal Zijn volk oordelen" slaat op de Hebreeën; 4. De lezers worden gewaarschuwd voor terugval in het Jodendom. 9
14. 1. in de (oudste) Griekse manuscripten is de brief geplaatst tussen Paulus' brieven*; 2. hoorde niet bij de kring van de directe discipelen…; 2. de schrijver * Tussen 2Thessalonika en 1Timotheüs 14
15. 3 … een heil, dat allereerst verkondigd is door de Here, en door hen , die het gehoord hebben, op betrouwbare wijze ons is overgeleverd … Hebreeën 2 2. de schrijver 15
16. 1. in de (oudste) Griekse manuscripten is de brief geplaatst tussen Paulus' brieven; 2. hoorde niet bij de kring van de directe discipelen…; 3. een groot kenner van de Hebreeuwse Bijbel; 4. een metgezel van Timotheüs; 2. de schrijver 16
17. 23 Weet, dat onze broeder Timoteüs in vrijheid gesteld is; als hij spoedig komt, zal ik met hem u bezoeken. Hebreeën 13 2. de schrijver 17
18. 1. in de (oudste) Griekse manuscripten is de brief geplaatst tussen Paulus' brieven; 2. hoorde niet bij de kring van de directe discipelen…; 3. een groot kenner van de Hebreeuwse Bijbel; 4. een metgezel van Timotheüs; 5. karakteristiek Paulinisch slot; 2. de schrijver 18
19. 25 De genade zij met u allen. Hebreeën 13 2. de schrijver 19
20. 1. in de (oudste) Griekse manuscripten is de brief geplaatst tussen Paulus' brieven; 2. hoorde niet bij de kring van de directe discipelen…; 3. een groot kenner van de Hebreeuwse Bijbel; 4. een metgezel van Timotheüs; 5. karakteristiek Paulinisch slot; 6. volgens 2Petrus 3:15 schreef Paulus een brief aan de besnijdenis. 2. de schrijver 20
21. 15 … houdt de lankmoedigheid van onze Here voor zaligheid, zoals ook onze geliefde broeder Paulus naar de hem gegeven wijsheid u geschreven heeft , >> 2Petrus 3 2. de schrijver = "de besnijdenis"* * 1Petr.1:1 ("vreemdelingen de diaspora") 21
22. 16 evenals in alle brieven, wanneer hij over deze dingen spreekt. Daarin is een en ander moeilijk te verstaan , wat de onkundige en onstandvastige lieden tot hun eigen verderf verdraaien, evenals trouwens de overige schriften. 2Petrus 3 2. de schrijver 22
23. en verder… 1. Paulus' was een "Hebreeër uit de Hebreeën"*; 2. de schrijver * Filipp 3:6 23
24. en verder… 1. Paulus' was een Hebreeër uit de Hebreeën" 2. Paulus had een boodschap voor "de kinderen Israëls"; 2. de schrijver 24
25. 2. de schrijver 15 Maar de Here zeide tot hem (=Ananias) : Ga, want deze (=Saulus) is Mij een uitverkoren werktuig om mijn naam te brengen voor heidenen en koningen en DE KINDEREN ISRAËLS … Handelingen 9 25
26. 2. de schrijver 13 Juist omdat ik apostel der heidenen ben, acht ik dit de heerlijkheid van mijn bediening, 14 dat ik zo mogelijk de naijver van mijn vlees (en bloed) mocht opwekken, en ENIGEN uit hen behouden . 15 Want, indien HUN VERWERPING de verzoening der wereld is, wat zal hun aanneming anders wezen dan leven uit de doden? Romeinen 11 26
27. en verder… 1. Paulus' was een Hebreeër uit de Hebreeën" 2. Paulus had een boodschap voor "de kinderen Israëls"; 3. Paulus predikte Israëls ondergang; 2. de schrijver 27
28.
29. en verder… 1. Paulus' was een Hebreeër uit de Hebreeën" 2. Paulus had een boodschap voor "de kinderen Israëls"; 3. Paulus predikte Israëls ondergang; 4. Paulus' naam staat model voor Israëls terzijdestelling… > verzwijgen van naam is veelzeggend! 2. de schrijver 29
30. 2. de schrijver * Hand. 13:9 "Saulus, anders gezegd Paulus" Elymas > ongelovig Israël de verblinding van Elymas* 30