Gebruikers handleiding voor de versie Interwrite™ Workspace V8
In de handleiding worden de volgende topics uitvoerig besproken:
* Apparaatbeheer
* Interactieve modus
* Whiteboard modus
* Interwrite™ Workspace gereedschappen
* Voorkeursinstellingen
* Bestanden opslaan en distribueren
* Beeldschermopnamen maken
* Interwrite Galerij met foto's en interactieve simulaties voor het digibord
* Handschriftherkenning
Voor meer informatie:
http://www.interwritelearning.nl/interwrite_workspace.php
2. De lesmodus gebruiken
De lesmodus is de primaire gebruiksmodus voor Interwrite Workspace. Het maakt de
interactie mogelijk tussen uw computer en het Interwrite Board, de Interwrite Pads en een
Interwrite Panel, waarbij elk aspect van deze interactie geprojecteerd wordt op het Interwrite
Board of op een ander projectiescherm zodat iedereen in de kamer het kan zien.
Voor het gebruik van de lesmodus is een hardwareconfiguratie vereist die bestaat uit een
Interwrite-apparaat (Interwrite Board, de Interwrite Pads en een Interwrite Panel), een
projectieoppervlak (als u geen Interwrite Board gebruikt), een projector voor videopresentaties
en een computer waarop Interwrite Workspace is geïnstalleerd.
Aantekeningenmodus /Muismodus
De lesmodus bevat twee functiemodussen: de aantekeningenmodus en de muismodus.
Workspace- Gebruiken voor
modus
Muismodus Selecteer toepassingen, voer deze uit
en gebruik alle functies waarvoor u
normaal gesproken uw muis en
toetsenbord zou gebruiken.
De cursor van de muismodus op de
werkbalk zal niet beschikbaar zijn als u
in de muismodus werkt.
Aantekeningenmodus In de aantekenmodus kunt u op de
pagina schrijven en tekenen.
Met de paginafuncties maakt u extra
pagina's en met de multimediafuncties
voegt u een verscheidenheid aan
multimediabestanden toe aan de
pagina's in het presentatiebestand.
3. Office-modus
Met Office-modus is rechtstreekse interactie mogelijk met de Microsoft PowerPoint, Word en
Excel.
De Office-modus maakt het mogelijk om aantekeningen rechtstreeks op een dia,
document of spreadsheet toe te voegen. De aantekeningen worden onderdeel van het
oorspronkelijke toepassingsbestand, in plaats van te worden opgeslagen als een
pagina in een Workspace-bestand.
De Office-modus wordt geselecteerd vanaf de werkbalk. Functies worden grijs
weergegeven wanneer ze niet beschikbaar zijn voor de huidige bewerking.
U schakelt over tussen Office-modus, lesmodus en de modus Aantekeningen via
desktop door op de overeenkomstige pictogrammen te klikken.
Functies Office-modus
De volgende tabel biedt een overzicht van de verschillende functies van de Office-
modus.
Knop Naam Gebruiken voor
Menu Hiermee opent u het menu Office-modus.
Muis Hiermee activeert u de muis.
Lesmodus Hiermee opent u de werkbalk van de
lesmodus.
Aantekeningen Hiermee opent u Aantekeningen via
via desktop desktop.
Office-modus Hiermee activeert u de Office-modus en
geeft u de functies voor de Office-modus
weer.
Pen Hiermee kunt u binnen de pagina in het
Microsoft-bestand tekenen of schrijven.
Instellingsopties vindt u op de werkbalk
Functie-instellingen, die bereikbaar is door
op de pijl-omlaagtoets te klikken.
Markeerstift Hiermee kunt u alle items op de huidige
pagina markeren. Klik op de pijl-
omlaagtoets voor de werkbalk Functie-
instellingen.
Wisser Aantekeningen wissen.
Tekst Typen Hiermee opent u virtueel toetsenbord,
zodat u tekst kunt invoeren. U kunt
4. zodat u tekst kunt invoeren. U kunt
hiervoor ook het toetsenbord van uw
computer gebruiken.
Miniaturen Hiermee kunt u miniaturen aan de huidige
pagina toevoegen.
Selectie Hiermee kunt u objecten of items binnen
een dia, document of spreadsheet
selecteren en deze vervolgens
verplaatsen, van formaat veranderen of
draaien. U kunt deze functie ook
gebruiken om aantekeningen te selecteren
om in de PowerPoint-dia, het Word-
document of het Excel-spreadsheet op te
slaan.
Vorige Hiermee gaat u naar de vorige dia binnen
een PowerPoint-diapresentatie of naar de
vorige pagina in een Word-document. Als
u de optie Waarschuwing weergeven bij
kans op gegevensverlies heeft
geselecteerd, zult u worden gevraagd om
de aantekeningen op te slaan in het
bestand van de Office-toepassing voordat
de opdracht ga naar vorige pagina wordt
uitgevoerd.
Volgende Hiermee gaat u naar de volgende dia
binnen een PowerPoint-diapresentatie of
naar de volgende pagina in een Word-
document. Als u de waarschuwing voor
mogelijk verlies van gegevens hebt
geselecteerd, zal aan u worden gevraagd
de aantekeningen in het Microsoft-
toepassingsbestand op te slaan voordat
de opdracht Ga naar volgende pagina
wordt uitgevoerd.
Office-functies Microsoft Office-toepassingen starten.
Aantekeningen Alle aantekeningen invoegen op de
invoegen huidige PowerPoint-dia, Word-pagina of
Excel-werkblad.
Geselecteerde De geselecteerde aantekeningen
aantekeningen invoegen in de huidige PowerPoint-dia,
invoegen Word-pagina of Excel-werkblad.
Lege dia Hiermee kunt u een blanco dia toevoegen
invoegen aan de momenteel geopende PowerPoint-
diavoorstelling. Deze functie is alleen
5. diavoorstelling. Deze functie is alleen
beschikbaar indien een PowerPoint-
diapresentatie is geopend.
Een dia Sla het huidige scherm met
invoegen in aantekeningen op als een dia in de open
PowerPoint PowerPoint presentatie. De dia zal aan
het einde van het PowerPoint-bestand
worden toegevoegd.
Wissen Hiermee wist u alle aantekeningen van het
huidige scherm.
Selectie Verwijder alle geselecteerde
verwijderen aantekeningen.
Vraag Hiermee voegt u een vraag in terwijl u een
invoegen studentreactiesysteem gebruikt.
Afsluiten Verlaat de Office-modus.
6. Het Office Mode-menu
De volgende menu-opties zijn beschikbaar in de Office-modus:
Menu Functie
Opslaan als Hiermee kunt u het bestand dat u van
aantekeningen voorziet opslaan onder een
andere naam.
PowerPoint/Word/Excel Hiermee start u de geselecteerde Office-
starten toepassing
Automatisch commentaren Selecteer deze optie als u niet telkens
invoegen gevraagd wilt worden om uw aantekeningen
op te slaan wanneer u de tool Muismodus
selecteert. De aantekeningen zullen
vervolgens automatisch worden opgeslagen.
Waarschuwing weergeven Selecteer deze optie als u gevraagd wilt
bij kans op gegevensverlies worden om uw aantekeningen op te slaan
wanneer u de tool Muismodus selecteert.
Tekst invoeren bij Biedt de mogelijkheid om tekst in te voegen
cursor/cellen op de cursorpositie in word en in een of meer
cellen in in Excel.
Alle aantekeningen Hiermee kunt u alle aantekeningen invoegen
invoegen in de huidige PowerPoint-dia, Word-pagina of
Excel-spreadsheet.
Geselecteerde Hiermee kunt u de geselecteerde
aantekeningen invoegen aantekeningen invoegen in de huidige
PowerPoint-dia, Word-pagina of Excel-
spreadsheet.
Lege dia invoegen U kunt deze tool gebruiken om een lege dia
toe te voegen aan de huidig geopende
PowerPoint-diapresentatie. Deze tool is
alleen beschikbaar indien een PowerPoint-
diapresentatie is geopend.
Als dia in PowerPoint Hiermee kunt u het huidige scherm met
opslaan aantekeningen opslaan in de vorm van een
dia in de geopende PowerPoint-presentatie.
De dia wordt toegevoegd aan het einde van
het PowerPoint-bestand.
Help Hiermee opent u het helpbestand
7. Interwrite-update Hiermee kunt u controleren op de
beschikbaarheid van Workspace-updates,
Bluetooth-updates en additionele
afbeeldingscollecties voor de galerij op de
website van Interwrite Learning.
Over Geeft contactgegevens, copyrightinformatie,
versie-informatie en een exemplaar van de
softwarelicentie weer.
Vink het selectievakje aan als u de
Voorkeuren
werkbalken met toolinstellingen wilt
verbergen wanneer u deze niet gebruikt.
De standaard vorm van de toolknoppen op
de werkbalken is de gebruikelijke
rechthoek. Kies een andere vorm die u
eerst kunt bekijken in het
voorbeeldvenster.
Wanneer u de knoppen vergroot tot 40 x
40, wordt de tekst in de menu's Office-
modus eveneens vergroot.
Klik op het tabblad Taal selecteren om de
taal te selecteren die u wenst voor de
Office-modus tekst
Afsluiten Hiermee sluit u de Office-modus af.
8. Virtueel toetsenbord
Met het virtuele toetsenbord kunt u tekst invoeren terwijl u werkt met het Interwrite-bord of
een Interwrite-matje. U kunt tekst invoeren in een toepassingsbestand of aantekeningen
typen op een pagina in het Workspacevenster.
Geef aan waar u wilt beginnen met het toevoegen van getypte tekst door op een plaats op de
pagina in het aantekeningenvenster of in het toepassingsbestand te klikken. U kunt beginnen
met typen door de toetsen van het virtueel toetsenbord te selecteren met behulp van de
Interwrite-pen.
9. Het studentenantwoordmenu
Interwrite Workspace heeft ten doel om verbindingen via het Studentenantwoordsysteem
(SRS) te verzorgen om meer interactiviteit tussen u en uw studenten mogelijk te maken.
Tijdens een sessie kunt u vragen aanmaken, bewerken en stellen. Uw studenten kunnen
deze vragen beantwoorden met behulp van de beschikbare klikkers.
Het venster SRS geeft alle antwoordopties van studenten weer die betrekking hebben op
Workspace.
Na het selecteren van de optie Studentenantwoordsysteem wordt het venster
Studentenantwoordsysteem geopend.
Een SRS selecteren
1. Sluit Workspace af en selecteer de gewenste SRS op basis van de instructies voor de
installatie van dat product.
2. Start Workspace opnieuw op.
3. Ga naar Bestand>Studentenantwoordsysteem.
Hierop zal het venster Studentenantwoordsysteem worden geopend. Het geïnstalleerde
SRS is actief en vooraf geselecteerd. Wanneer u over meerdere exemplaren beschikt,
zal de bovenste worden geselecteerd.
10. Het uitvoerbare bestand toont de
locatie waar het werd geïnstalleerd.
Wanneer u het op een andere locatie
heeft geïnstalleerd, moet u de knop
Bladeren gebruiken om ernaar toe te
navigeren.
Het SRS aan de werkbalk toevoegen
Wanneer u meer dan een
Studentenantwoordsysteem heeft,
zullen deze opties actief zijn en
geselecteerd kunnen worden. Indien
u geen specifiek
Studentenantwoordsysteem heeft,
zult u dit niet kunnen selecteren.
11. Functionaliteit voor meerdere gebruikers
Via de functionaliteit voor meerdere gebruikers kunnen twee of meer personen tegelijk met de
Interwrite-producten werken. Met de Interwrite DualBoard kunnen twee personen tegelijkertijd
op het bord schrijven.
Daarnaast kunt u meerdere Interwrite Mobi's en Interwrite Pads zo instellen dat deze
tegelijkertijd op het bord worden weergegeven. Deze funtie is backwards compatible met
Interwrite Pads.
Functionaliteit voor meerdere gebruikers instellen in Workspace
1. Klik terwijl u in het Workspacevenster bent op het pictogram Meerdere gebruikers
in de rechteronderhoek.
Het venster Setup pagina meerdere gebruikers wordt geopend.
2. Sluit als u dit nog niet gedaan hebt de benodigde apparaten aan op Workspace. U kunt
maximaal 9 apparaten toevoegen.
Voeg in geen geval het tablet toe dat u nodig hebt om de
hoofdwerkbalk en de andere apparaten te besturen. Als u dat
doet, kunt u alleen via de computer of de muis controle houden
over alle apparaten voor meerdere gebruikers.
De aangesloten apparaten worden weergegeven in het gebied Beschikbare apparaten.
12. 3. Selecteer de pagina-setup voor meerdere gebruikers die u wilt gebruiken. Bepaal of
u samenwerkingsgebieden of gedefinieerde gebieden wilt gebruiken.
Zie Samenwerking versus gedefinieerd voor meer informatie.
Het geselecteerde raster wordt weergegeven in het gebied voor meerdere gebruikers.
4. Selecteer het apparaat en sleep het naar het benodigde gebied.
13. Het apparaat kan worden bekeken in het gebied dat in het venster Setup pagina
meerdere gebruikers wordt weergegeven.
14. Samenwerkingsgebieden en gedefinieerde werkgebieden
Er zijn twee werkmodussen wanneer u in Workspace de modus voor meerdere gebruikers
gebruikt: Samenwerking en Gedefinieerd.
Voeg in geen geval het tablet toe dat u nodig hebt om de hoofdwerkbalk en
de andere apparaten te besturen. Als u dat doet, kunt u alleen via de
computer of de muis controle houden over alle apparaten voor meerdere
gebruikers.
De volgende tabel beschrijft hoe deze werken:
Werkgebied Selecteer Gebruiken
voor
Samenwerking Wanneer
deze optie is
geselecteerd,
kunnen alle
apparaten in
hetzelfde
gebied
werken.
Gedefinieerd Wanneer
deze optie is
geselecteerd,
werken twee
apparaten
elk in hun
eigen,
gedefinieerde
ruimte.
Wanneer
deze optie is
geselecteerd,
kunnen tot
vier
apparaten in
hun eigen
gedefinieerde
ruimte
werken.
15. Wanneer
deze optie is
geselecteerd,
kunnen tot
zes
apparaten in
hun eigen
gedefinieerde
ruimte
werken.
Wanneer
deze optie is
geselecteerd,
kunnen tot
negen
apparaten in
hun eigen
gedefinieerde
ruimte
werken.
16. Opties binnen Voorkeuren selecteren
U kunt de opties van Voorkeuren gebruiken om een verscheidenheid aan Interwrite
Workspace-functies te configureren.
Selecteerbare mappen
Tijdens de installatie van Interwrite Workspace worden er vijf selecteerbare mappen
toegevoegd aan de map My Documents/InterWrite. Deze mappen zijn de standaardlocaties
voor GWB afbeeldingsbestanden, geëxporteerde presentatiebestanden, afbeeldingen voor de
galerij, afbeelding voor gebruik met de tool Stempel en AVI-bestanden.
De afbeeldingen die u opslaat in de map User Pictures zijn toegankelijk via Mijn galerij,
die u kunt openen via de tool Gallery. De afbeeldingen kunnen ook worden gebruikt
door de tool Pagina met een afbeelding maken als achtergronden voor pagina's met
afbeeldingen, of in een pagina in het Workspacevenster worden ingevoegd met
behulp van de tool Plaats media.
Door gebruikers toegevoegde stempels worden weergegeven op de eigenschappenbalk
voor de tool Stempel. Zowel afbeeldingen en stempels dienen het formaat BMP, GIF,
JPEG, TIFF of PNG te hebben.
De tool Opnemen en playback zal elke AVI-opname afspelen die is opgeslagen in de
map Opnames van gebruikers door het openen van de standaard videospeler op het
systeem.
Om de plaats van deze map te wijzigen, selecteer de map in de lijst Door de gebruiker
te selecteren mappen, klik op knop Bladeren en ga naar een nieuwe locatie, inclusief
een netwerklocatie, voor deze map.
Opties voor besturing
Als u de elektronische Interwrite-markeerstiften op een Interwrite-bord gebruikt en u
Workspace automatisch penwisselingen wilt laten detecteren, vinkt u deze optie aan.
Wanneer deze optie is aangevinkt, zal de kleur van de virtuele inkt automatisch
overeenkomen met de gekleurde ringen op de gebruikte markeerstift.
Opties voor het Workspacevenster
Standaard opent het Workspacevenster in het volledige scherm. Vink het selectievakje
Aanpassen van de grootte van het venster aan als u door het Workspacevenster wilt
kunnen schuiven of het formaat ervan aanpassen.
Standaard is de werkbalk met grote knoppen uitgeschakeld en wordt hij niet weergegeven in
het Workspacevenster. Klik in het selectievakje Werkbalk met grote knoppen tonen indien
u wilt dat de werkbalk met grote knoppen wordt weergegeven in de linker benedenhoek van
het Workspacevenster telkens wanneer u naar de Aantekeningenmodus gaat.
Cursororiëntatie
Standaard zijn de pentools ingesteld voor linkshandige oriëntatie. Experimenteer om te
bepalen welke oriëntatie uw voorkeur heeft.
Als u tijdens de presentatie gebruikmaakt van meer dan éen Interwrite-Mobi, klik dan in het
selectievakje Toon tablet ID bij cursor, zodat u kunt zien welk matje actief is in de
presentatie.
17. Standaard internetadres
De browsertool opent standaard het Interwrite Meeting Center, dat gebruikmaakt van WebEx
vergadertechnologie. Voer in dit veld een andere URL in om een andere internetstartpagina
weer te geven.
Pagina's automatisch opslaan elke
Presentatiebestanden worden tijdens het samenstellen automatisch opgeslagen. Standaard is
de functie Automatisch opslaan ingesteld op 5 minuten. U kunt Automatisch opslaan
uitschakelen of u kunt de tijdspanne tussen het automatisch opslaan wijzigen door het
instellen van een ander tijdsinterval.
Paginatitel toevoegen
Standaard wordt de titel die verschijnt in de titelbalk van het aantekeningenvenster
automatisch toegevoegd aan de pagina's van geëxporteerde en afgedrukte
presentatiebestanden. U kunt elk van deze twee opties uitschakelen door het uitvinken van
het respectieve selectievakje.
Curve-effening
Als u dit selectievakje aanvinkt, zal het schrijven soepeler verlopen wanneer u tools voor
aantekeningen gebruikt.
Polylijn-effening toestaan
Als u dit selectievakje aanvinkt, worden getekende objecten op een vast rasterpunt getekend.
U kunt er ook voor kiezen om het raster op het scherm weer te geven en de afstand tussen
rasterlijnen bepalen.
18. Met de Stempel werken
U kunt de Stempel gebruiken om stempels toe te voegen aan een pagina in het venster
Aantekeningen. De vooraf geïnstalleerde stempelselecties worden weergegeven op de
eigenschappenbalk van de Stempel. U kunt de Stempel personaliseren door uw eigen
afbeeldingen toe te voegen aan de map My Documents/Interwrite Workspace/User
Stamps. De afbeeldingen dienen het formaat BMP, GIF, JPEG, TIFF of PNG te hebben. De
afbeeldingen zullen uiterst rechts op de eigenschappenbalk van Stempel worden
weergegeven. Als u nieuwe stempelafbeeldingen aan de map User Stamps toevoegt terwijl
Workspace is geactiveerd, zullen de stempels pas beschikbaar zijn voor gebruik nadat u
Workspace hebt afgesloten en opnieuw hebt geopend.
Optie Functie
Hiermee kunt u een afbeelding
voor de Stempel selecteren.
Hiermee kunt u naar een andere
afbeelding op uw computer
bladeren.
19. De Workspace-galerij
De Interwrite Workspace-galerij bevat afbeeldingen en Interwrite Sims, oftewel interactieve
Flash-simulaties. De galerij is in categorieën gerangschikt op onderwerp.
Een item in een galerij gebruiken
Voer de onderstaande stappen uit om toegang te krijgen tot afbeeldingen en Interwrite Sims
binnen de galerij en deze te gebruiken.
1. Selecteer Gallery op de Workspace-werkbalk.
Hierop zal het hoofdvenster Interwrite Gallery worden weergegeven.
2. Selecteer een blanco pagina via de Workspace-werkbalk.
Workspace zal een blanco pagina openen.
3. Selecteer het gewenste galerij-item voor uw les met behulp van de uitklapfunctie (+).
De lessen worden weergegeven in de galerijlijst.
4. Klik met de Interwrite Pen of de muis, op een les om deze te selecteren, en sleep de
les naar de blanco pagina.
De geselecteerde les zal op de blanco pagina worden weergegeven.
20. 5. Gebruik de tool Selectie om een afbeelding te verplaatsen, te verkleinen/vergroten of te
roteren.
Galerie-opties
De volgende tabel biedt een overzicht en beschrijving van de galerij-opties.
Galerie-
Naam Beschrijving
optie
Menu Functies van de galerij
Zoeken naar specifieke
Zoeken afbeeldingen, lessen of
Interwrite Sims
Virtueel Hiermee opent u het
toetsenbord virtuele toetsenbord
Galerie-afbeeldingen
Afbeeldingen in de galerij kunnen ook in andere toepassingen worden gebruikt.
U kunt uw eigen afbeeldingen, grafieken en foto's toevoegen aan Mijn galerij. Workspace
ondersteunt de volgende bestandsformaten: JPG, BMP, GIF, DIB, RLE, EMF, WMF, TIFF en
PNG. Klik op het Galerijmenu om een of meer bestanden aan Mijn galerij toe te voegen.
21. Het galerijmenu
Het galerijmenu biedt functies voor het bouwen en onderhouden van de inhoud van de
Interwrite Workspace-galerij.
Menu-item Beschrijving
Bestandsnamen Hiermee kunt u de namen van de
weergeven bestanden in de galerij verbergen en
opnieuw laten weergeven.
Een bestand aan Hiermee kunt u een afbeelding, les of
Mijn Galerij interactieve Flash-les naar de galerij
toevoegen uploaden.
Meerdere Hiermee kunt u meerdere
bestanden aan afbeeldingen, lessen of interactief
Mijn galerij Flash-lessen vanuit uw persoonlijke
toevoegen archieven aan de galerij toevoegen.
Nieuwe categorie Hiermee kunt u een nieuw gebied aan
toevoegen de galerij toevoegen om afbeeldingen,
lessen of Interwrite Sims in op te slaan.
Verwijderen Hiermee verwijdert u de geselecteerde
les, de geselecteerde afbeelding of de
geselecteerde Interwrite Sim uit de
galerij.
Hiermee maakt u een verbinding met
Interwrite-update
Interwrite Learning, zodat u toegang
krijgt tot nieuwe toevoegingen aan de
galerij.
Galerijdatabase Hiermee kunt u de galerijdatabase
opbouwen maken en onderhouden.
22. Galerij - zoeken op trefwoorden
Voer de onderstaande stappen uit om naar een afbeelding of Interwrite Sim in de galerij te
zoeken.
Naar een item in de galerij zoeken
1. Voer uw zoekcriteria in het veld Trefwoorden invoeren... in.
2. Klik op Zoeken.
De galerij-items worden weergegeven in het onderste venster van de galerij.
23. Een bestand aan Mijn galerij toevoegen
Voer de onderstaande stappen uit om een bestand aan de galerij toe te voegen.
Een bestand aan de galerij toevoegen
Wanneer u een bestand aan de galerij wilt toevoegen, kunt u dezelfde zoekbeschrijvingen
gebruiken waarmee de afbeeldingen in de galerij eenvoudig te doorzoeken zijn.
1. Voer het volledige pad en de bestandsnaam in, of selecteer Bladeren om het bestand te
zoeken dat u wilt toevoegen.
2. Selecteer een categorie in de vervolgkeuzelijst.
3. Voer de naam voor het bestand in het veld Weergavenaam in. Dit is de naam die wordt
weergegeven onder de miniatuurweergave van het bestand.
4. Selecteer de optie Foto als achtergrond als dit bestand wordt gebruikt als de
achtergrond voor de pagina waarnaar het wordt versleept. Achtergrondafbeeldingen
kunnen niet verplaatst of vergroot/verkleind worden.
5. Geef de gewenste optie op in de vervolgkeuzelijst voor Foto weergeven. Wanneer het
miniatuurvoorbeeld van het bestand wordt weergegeven, zal het een paginarand
hebben om aan te geven dat het om een achtergrondafbeelding gaat.
6. Voer trefwoorden in die de afbeelding beschrijven. Druk op Druk na elk trefwoord op
Enter.
7. Kies een van de opties onder Opslaan om het bestand toe te voegen aan Mijn galerij.
24. Meerdere bestanden aan Mijn galerij toevoegen
Als u een hele map met afbeeldingen aan Mijn galerij wilt toevoegen, kunt u deze optie
gebruiken om tijd te besparen. Wanneer de mappen (en eventuele opgegeven submappen)
zijn toegevoegd, zal de galerij opnieuw worden geladen. De naam van de map zal worden
gebruikt als naam voor de categorie.
Meerdere bestanden aan Mijn galerij toevoegen
1. Klik op Bladeren om naar de bestandslocatie te gaan.
2. Select Gebruik de mapstructuur als categorieën, zodat de huidige rangschikking van
bestanden blijft behouden
OF:
3. Selecteer Alle bestanden in één categorie onderbrengen.
De vervolgkeuzelijst van de categorie zal worden geactiveerd.
4. Selecteer een categorie in de vervolgkeuzelijst.
5. Selecteer Inclusief submappen om de mappen binnen de geselecteerde locatie
eveneens mee te nemen.
6. Klik op Toevoegen.
De bestanden zullen vervolgens aan de galerij worden toegevoegd.
25. Nieuwe categorie toevoegen
Met de optie Nieuwe categorie toevoegen kunt u categorieën aan de galerij toevoegen. U kunt
een nieuwe broncategorie maken of een subcategorie aan een bestaande categorie
toevoegen.
Een nieuwe categorie toevoegen
1. Selecteer de categorie in het veld Categorie en verwijder deze.
2. Voer de naam van de nieuwe categorie in.
3. Klik op Toevoegen.
De nieuwe categorie zal aan de galerij worden toegevoegd.
Een nieuwe subcategorie aan een bestaande categorie toevoegen
1. Selecteer in de galerij de categorie waaraan de subcategorie moet worden toegevoegd.
2. Ga naar Menu>Nieuwe categorie toevoegen.
Hierop zal het venster Nieuwe categorie toevoegen worden geopend.
3. Voer de naam van de nieuwe subcategorie in achter de categorie die in het veld
Categorie wordt weergegeven.
4. Klik op Toevoegen.
De nieuwe subcategorie zal aan de galerij worden toegevoegd.
26. Interwrite-update
De functie Interwrite-update maakt automatisch een verbinding met de database van
Interwrite Learning om naar nieuwe afbeeldingen, lessen en Interwrite Sims te zoeken.
De galerij bijwerken
1. Ga naar het menu Galerij>Interwrite-update.
Het venster Gallery Web Update wordt geopend en er wordt een verbinding met de
database van Interwrite Learning gemaakt. De nieuwe bestanden om te downloaden
worden weergegeven in het veld Gallerijpakketten.
2. Klik op het Veld om het pakket of de pakketten te selecteren die u wilt downloaden. Als
u het bovenste veld selecteert, zullen alle beschikbare pakketten worden geselecteerd.
3. Klik op Downloaden.
De pakketten worden naar de Galerij gedownload, en het venster Gallery Update zal
worden gesloten.
27. Een galerijdatabase bouwen
Het venster Galerijdatabase bouwen biedt u de mogelijkheid om gebruikersspecifieke
galerijdatabases te bouwen en onderhouden. De standaardmappen voor de te bouwen
bestanden zijn de map Gallery Repository in de map My Documents, de standaardgalerij en
de online galerijdatabase van Interwrite Learning.
Gebruik deze functie als u problemen heeft met het raadplegen
van downloads en om items aan uw galerijdatabase toe te
voegen.
De galerijdatabase opnieuw bouwen
1. Selecteer een van de galerijen in het gedeelte Mappen doorzoeken.
2. Voeg in het veld Bijkomende zoekmappen additionele mappen toe die moeten worden
doorzocht en klik op Toevoegen.
3. Blader naar de nieuwe te doorzoeken map.
4. Klik op Bouwen om de uitgebreide galerij te bouwen.
De opnieuw gebouwde galerij zal vervolgens in het galerijvenster worden weergegeven.
Bijkomende online zoekmappen toevoegen
28. 1. Klik op Toevoegen.
Het venster Voer het adres van een website in wordt geopend.
2. Geef het internetadres voor de locatie van de galerijbestanden op.
3. Klik op OK.
Het internetadres zal worden geaccepteerd en toegevoegd. Indien het internetadres
ongeldig is, zal een foutmelding in het venster worden weergegeven.
29. Met de Stempel werken
U kunt de Stempel gebruiken om stempels toe te voegen aan een pagina in het venster
Aantekeningen. De vooraf geïnstalleerde stempelselecties worden weergegeven op de
eigenschappenbalk van de Stempel. U kunt de Stempel personaliseren door uw eigen
afbeeldingen toe te voegen aan de map My Documents/Interwrite Workspace/User
Stamps. De afbeeldingen dienen het formaat BMP, GIF, JPEG, TIFF of PNG te hebben. De
afbeeldingen zullen uiterst rechts op de eigenschappenbalk van Stempel worden
weergegeven. Als u nieuwe stempelafbeeldingen aan de map User Stamps toevoegt terwijl
Workspace is geactiveerd, zullen de stempels pas beschikbaar zijn voor gebruik nadat u
Workspace hebt afgesloten en opnieuw hebt geopend.
Optie Functie
Hiermee kunt u een afbeelding
voor de Stempel selecteren.
Hiermee kunt u naar een andere
afbeelding op uw computer
bladeren.
30. Opnemen en afspelen
U kunt de tool Opnemen en afspelen gebruiken om gebeurtenissen op te nemen en af te
spelen, inclusief eventueel geluid. Deze tool neemt audio- en schermgebeurtenissen op en
slaat deze op in een afspeelbaar AVI-bestand.
De volgende tabel biedt een overzicht en beschrijving van de functies van Opnemen en
afspelen.
Functie Toepassing
Opname starten Klik op deze optie om met
opnemen te beginnen.
Hiermee opent u de functie
Beeldscherminhoud
opnemen.
Opname Klik op deze knop om met
stoppen opnemen te stoppen. Hiermee
opent u het virtueel
toetsenbord en het venster
AVI-bestand opslaan.
Pauzeren Hiermee pauzeert u de
opname.
Opname Hiermee kunt u de huidige
afspelen opname afspelen
Huidige opname Hiermee verwijdert u de
verwijderen huidige opnamesessie.
Een Workspace-sessie opnemen
1. Open de functie Opnemen en afspelen.
De tool Opnemen en afspelen zal worden geopend.
2. Klik op Starten.
De tool Opnemen en afspelen zal het venster Beeldscherminhoud opnemen openen.
3. Selecteer Deel of Scherm.
Het gedeelte dat moet worden opgenomen wordt geactiveerd. Als de optie Deel is
geselecteerd, zal de cursor binnen een selectiegebied veranderen.
4. Voltooi uw taak terwijl Opnemen en afspelen uw handelingen vastlegt.
5. Klik op Pauzeren indien u de opname wilt pauzeren.
31. 6. Klik op Stoppen.
De opname wordt beëindigd. Het virtueel toetsenbord wordt geopend en het venster AVI
opslaan wordt weergegeven.
7. Gebruik indien nodig het virtuele toetsenbord om de naam van het bestand te
wijzigen. De standaardnaam is de huidige datum.
8. Klik op Opslaan.
Het AVI-bestand wordt opgeslagen.
Menu-opties voor Opnemen en afspelen
32. Beeldscherminhoud opnemen
Met deze functie maakt u een snapshot van het gehele scherm, een geselecteerd venster of
een geselecteerd onderdeel van het scherm. De beschikbare opties voor het opnemen van
beeldscherminhoud zijn afhankelijk van de modus waarin u zich bevindt wanneer u de tool
Beeldscherminhoud opnemen selecteert
Als u zich in de muismodus bevindt wanneer u de tool Beeldscherminhoud opnemen
selecteert, zal dit venster worden weergegeven.
Als u zich in de aantekenmodus bevindt wanneer u de tool Beeldscherminhoud opnemen
selecteert, zal dit venster worden weergegeven.
33. Menu's van Opnemen en afspelen
De volgende tabel beschrijft de menuopties van Opnemen en afspelen
Het menu Bestand
De volgende tabel geeft een overzicht van de functies in het menu Bestand.
Functie Gebruik
Openen Hiermee opent u de standaardmap
voor AVI-opnamen, namelijk My
Documents/Interwrite
Workspace/My Recordings
Voorkeuren Hiermee opent u het venster
Voorkeuren
E-mail Hiermee opent u een e-mailformulier
met een AVI-bestandsbijlage
Afsluiten Hiermee verlaat u de tool Opnemen en
afspelen
Het menu Help
De volgende tabel biedt een overzicht van de functies van het menu Help.
Functie Gebruik
Functies Hiermee opent u het venster Opnemen
van en afspelen
Opnemen
en
afspelen
Over Hiermee geeft u de versie en
contactgegevens van de recorder weer
34. Het menu Bestand van Opnemen en afspelen -
voorkeursinstellingen
U kunt voorkeursinstellingen opgeven voor audio, video en opnamefuncties in het venster
Opnemen en afspelen-voorkeuren
Let erop dat de voorkeursinstellingen voor zowel audio als video kunnen worden teruggezet
naar de standaardwaarden door op de knop Standaard te klikken.
U heeft de keuze uit het opnemen van het volledige scherm of slechts een geselecteerd
deel van het scherm dat u definieert met de cursor Beeldscherminhoud opnemen.
Standaard zal elke keer als u begint met opnemen, gevraagd worden wat uw keuze voor
het opnemen van beeldscherminhoud is.
Wanneer u kiest voor het opnemen van een deel van het scherm, heeft u de optie de
rechthoek voor het opnemen van beeldscherminhoud te verbergen. Terwijl u opneemt,
zal het kader van de rechthoek voor het opnemen van beeldscherminhoud dienen als
een herinnering voor de grenzen van het op te nemen gebied. Het kader zelf maakt
nooit deel uit van de opname. Wanneer u een venster of een andere gemakkelijk te
definiëren gebied gaat opnemen, kunt u het selectievakje Verbergen van het kader van
de rechthoek voor het opnemen van beeldscherminhoud aanvinken en het venster zelf
gebruiken voor het aangeven van de grenzen van het op te nemen gebied. Tijdens het
opnemen mag het venster niet worden bewogen.
35. Het menu Gereedschap
Het menu Gereedschap wordt weergegeven wanneer u op de optie Gereedschap klikt. In dit
menu worden de minder vaak gebruikte gereedschappen weergegeven. U kunt de volgorde
van de gereedschappen wijzigen via dit menu of via de werkbalk in het venster
Voorkeursinstellingen werkbalk aanpassen.
Ga naar Beschikbare gereedschappen voor meer informatie over een bepaalde gereedschap
binnen het menu.
36. De werkbalk aanpassen
U kunt de voorkeursinstellingen gebruiken om tools op de werkbalk en onder
Gereedschappen toe te voegen, te verwijderen en te rangschikken.
Het venster Huidig toont de tools in het geselecteerde schema. De tools worden
weergegeven in de volgorde waarin ze in de tool, voorkeuren en het snelmenu voor de
werkbalk worden weergegeven.
De volgende tabel biedt een overzicht en beschrijving van de schema-opties voor de
werkbalk.
Werkbalkschema Beschrijving
Schema Een basisverzameling van vaak gebruikte tools
Geavanceerd schema Dit is de standaardinstelling. Het omvat de meest
gebruikte pennen en opties op de werkbalk
Geavanceerd schema Dit schema omvat de meer grafisch georiënteerde
opties op te werkbalk
Tools toevoegen
Voer de onderstaande stappen uit om een tool aan de hoofdwerkbalk, het menu
Gereedschappen of het snelmenu van de werkbalk toe te voegen.
1. Zoek naar de tool die u wilt toevoegen in het veld Beschikbaar gereedschap.
37. 2. Selecteer de tool met de muis of Interwrite-pen.
3. Versleep de tool naar de gewenste locatie. Herhaal dit proces totdat u klaar bent met
het toevoegen of verplaatsen van de benodigde tools.
4. Klik op OK.
De tools worden in hun nieuwe locatie opgeslagen.
Tools van een werkbalk verwijderen
Voer de volgende stappen uit om een tool uit de hoofdwerkbalk, het menu Gereedschappen of
het snelmenu van de werkbalk te verwijderen.
1. Selecteer met uw muis of Interwrite-pen de tool die moet worden verwijderd.
38. 2. Sleep de tool uit het venster weg waarin deze wordt weergegeven. Herhaal dit proces
totdat u klaar bent met het verwijderen van de tools.
3. Klik op de knop Alles verwijderen als u alle tools uit de lijst Huidige gereedschap wilt
verwijderen.
4. Klik op OK.
De tools worden van de werkbalk of uit Gereedschappen of het snelmenu van de
werkbalk verwijderd.
Aangepaste schema's
Nadat u tools naar hun gewenste locatie heeft verplaatst, kunt u de nieuwe configuratie
opslaan in een aangepast schema. Dit schema kunt u later verwijderen indien het niet langer
is benodigd.
Een aangepast schema opslaan
1. Klik op Schema opslaan.
Hierop zal het venster Naam opgeven worden weergegeven.
2. Geef een naam voor het nieuwe schema op.
3. Klik op OK.
Het nieuwe schema zal aan de vervolgkeuzelijst voor Huidig schema worden
toegevoegd.
Als u het schema niet opslaat, zult u worden gevraagd om het
schema op te slaan voordat u het venster Interwrite werkbalk
aanpassen verlaat.
Een aangepast schema verwijderen
1. Selecteer het aangepaste schema dat u uit de vervolgkeuzelijst voor Huidig schema wilt
verwijderen.
2. Klik op Schema verwijderen.
Het aangepaste schema zal worden verwijderd.
39. Beschikbare functies
De volgende tabel bevat alle functies die voor de werkbalk en werkset beschikbaar zijn.
Gebruik Customize Toolbar Preferences (voorkeuren werkbalk aanpassen) om uw keuzes te
maken.
Tool Naam Gebruik
Muismodus Schakel van Aantekeningenmodus naar Muismodus, waardoor het
venster Aantekeningen wordt gesloten en het bureaublad wordt
weergegeven.
Lesmodus Lesmodus is de primaire gebruiksmodus voor Interwrite Workspace. In
deze modus kunt u zowel de muis als de aantekeningentools
gebruiken.
Aantekeningen via Het venster Aantekeningen via desktop stelt u ertoe in staat de
desktop aantekeningenfuncties of paginafuncties te gebruiken terwijl uw Active
Desktop wordt weergegeven.
Office-modus Hiermee start u de werkbalk Office Mode en de bijbehorende functies.
Pen Gebruik de penfunctie om op de pagina te schrijven of tekenen in het
aantekeningenvenster. De instellingsopties voor de functie Pen staan
op de eigenschappenbalk. De huidige instellingen van de functie
worden weergegeven in het voorbeeldvenster. Klik op Klik op een
functie in de eigenschappenbalk voor meer informatie hierover.
Meerkleurenpen Gebruik de meerkleurenpen om kleurige lijnen te trekken op een
pagina in het aantekeningenvenster. De meerkleurenpen heeft twee
verschillende stijlen, Kleurovergang en Kleur op kleur.
Wanneer de stijl Kleurovergang geselecteerd is, bepalen de
kleur, lijndikte en eigenschappen voor transparantheid links van
de knop Stijl kleurovergang de beginkleur, terwijl de
eigenschappen aan de rechterkant de eindkleur bepalen.
Wanneer de stijl Kleur op kleur geselecteerd is, bepalen de kleur,
lijndikte en eigenschappen voor transparantheid links van de
knop Stijl kleurovergang de buitenste randkleur, terwijl de
eigenschappen aan de rechterkant de binnenste kleur bepalen.
Uw selecties worden weergegeven in het voorbeeldvenster.
Experimenteer met verschillende combinaties om het effect van elke
instelling op de stijlselectie te bepalen.
Fotopen Gebruik de fotopen om een pad van afbeeldingen te tekenen op een
pagina in het aantekeningenvenster.
De huidige geselecteerde afbeelding wordt aan de linkerkant van
de eigenschappenbalk weergegeven. Klik hierop voor toegang
tot een Afbeeldingenmenu.
Klik op de eigenschap Lijnbreedte om een afmeting te selecteren
voor de afbeeldingen op het pad.
U kunt een nieuwe afbeelding toevoegen aan het
Afbeeldingenmenu. Klik op de knop Afbeelding wijzigen.
Standaard wordt de map Program Files/ Interwrite
Learning/Interwrite Workspace/stamps geopend. U kunt een
afbeelding selecteren uit deze map of u kunt naar een andere
map bladeren. Afbeeldingen voor gebruik met de functie
Fotopen moeten in het formaat BMP, GIF, JPEG, TIFFof PNG
zijn. De nieuwe afbeelding zal de huidige geselecteerde
afbeelding in het Afbeeldingenmenu vervangen.
U kunt ook de achtergrondkleur van de geselecteerde afbeelding
vervangen.
40. vervangen.
Lijn Gebruik de lijnfunctie om lijnen te tekenen op de pagina in het
aantekeningenvenster. De instellingsopties voor de functie Lijn worden
op de eigenschappenbalk weergegeven. De huidige instellingen van
de functie worden weergegeven in het voorbeeldvenster. Klik op een
functie in de eigenschappenbalk voor meer informatie hierover.
Handschrift Alle alfanumerieke tekens die met deze functies worden geschreven,
worden automatisch geconverteerd in getypte tekst waarvoor het
lettertype wordt gebruikt dat wordt weergegeven in het
voorbeeldvenster op de eigenschappenbalk van de functie. Selecteer
een ander lettertype, wijzig de tekengrootte, de tekenstijl en de
tekenkleur in de eigenschappenbalk. Uw selecties worden
weergegeven in het voorbeeldvenster
Vrije vorm Deze functie converteert met de losse hand getekende objecten, zoals
rechthoeken, automatisch naar een echte rechthoek met hoeken van
90 graden en rechte omtreklijnen. Met de eigenschappenbalk van de
functie kunt u de lijneigenschappen van de functie wijzigen.
Markeerstift Gebruik de functie om dingen op de huidige pagina te markeren.
Selecteer de functiekenmerken in de eigenschappenbalk.
Vormen Gebruik deze functie om verschillende vormen te tekenen. Klik op de
knop Vormen in het midden van de eigenschappenbalk en selecteer
een vorm uit het menu. De instellingen aan de linkerkant van de
eigenschappenbalk bepalen de lijnkenmerken van de vorm. De
instellingen aan de rechterkant bepalen de opvulkenmerken van de
vorm. De momenteel geselecteerde vorm en de lijn- en
opvulkenmerken ervan worden weerspiegeld in de knop Vormen.
Flash-speler Met de Flash-speler kunt u SWF-bestanden aan uw presentatie
toevoegen. Klik op de functie en selecteer een SWF-flashbestand in
de map. Klik op de groene pijl op het flash-bestand te activeren.
Gebruik de functie Selectie om flash-bestanden te verplaatsen,
vergroten, verkleinen of te verwijderen. Opmerking: Per pagina zijn
slechts twee (2) flash-bestanden toegestaan.
Tekst Gebruik de functie Tekst voor het toevoegen van getypte tekst op de
pagina's in uw presentatiebestand.
Selecteer de functie Tekst in de Werkbalk
Wijzig de eigenschappen van het lettertype voordat u begint met
typen. Het lettertype en de kenmerken die u selecteert, worden
weergegeven in het voorbeeldvenster.
Klik waar u het tekstvenster wilt plaatsen en begin te typen.
Wanneer u klaar bent met typen, selecteert u de functie Selectie.
Het tekstvenster wordt gesloten en de tekst wordt op de pagina
geplaatst.
Stempel Gebruik de stempel om stempels aan de huidige pagina in het
aantekeningenvenster toe te voegen. De vooraf geïnstalleerde
stempelselecties worden weergegeven op de eigenschappenbalk van
Stempel. U kunt de stempel personaliseren door uw afbeeldingen toe
te voegen aan de map My Documents/Interwrite Workspace/User
Stamps. De afbeeldingen dienen het formaat BMP, GIF, JPEG, TIFF
of PNG te hebben. De afbeeldingen zullen aan het rechteruiteinde van
de eigenschappenbalk van Stempel worden weergegeven. Als u
nieuwe stempelafbeeldingen aan de map met gebruikersstempels
toevoegt terwijl Workspace is geactiveerd, zullen de stempels pas
beschikbaar zijn voor gebruik nadat u Workspace hebt afgesloten en
opnieuw geopend.
41. Audiobestand Audiobestand stelt u ertoe in staat audiobestanden aan uw
presentatiebestanden toe te voegen. Het ondersteunt de volgende
audiobestandsformaten: WAV, MP2, MP3, MPA, MPEG, SND en
WMA. Ook audiobestanden die met de functie Opnemen en afspelen
zijn gemaakt en bestanden die uit andere bronnen zijn gedownload
(bijv. iTunes), kunnen worden gebruikt. Wanneer het bestand
geselecteerd is, wordt een audiospeler met het geselecteerde
audiobestand aan de pagina toegevoegd.
Videobestand Voeg videobestanden toe aan uw presentatie met de functie
Videobestand. Het ondersteunt de volgende videobestandsformaten:
AVI, WMV, MOV en MPG.
Selecteer de functie Videobestand en blader naar de locatie van het
videobestand dat u wilt toevoegen. Een videospeler met het
geselecteerde videobestand wordt aan de pagina toegevoegd. Druk
op de groene pijl om Mediaspeler te starten. U kunt de functies op de
Werkbalk Mediaspeler gebruiken om de video te annoteren.
Paginapanorama Verplaats de pagina in het venster Aantekeningen.
Selectie Gebruik de functie Selectie voor het selecteren van objecten
(elementen) op de huidige pagina. Geselecteerd objecten kunnen
worden vergroot/verkleind, verplaatst, geknipt, gekopieerd, geplakt,
verwijderd, opnieuw gerangschikt, geroteerd, gegroepeerd, niet-
gegroepeerd, naar de achtergrond worden verplaatst, worden
geëxporteerd en toegevoegd aan Mijn galerij. Wanneer de functie
Selectie geselecteerd is, wordt de selectie-eigenschappenbalk
weergegeven. Alle bewerkingsfuncties worden weergegeven aan de
linkerkant van de eigenschappenbalk, de functies voor
paginanavigatie worden weergegeven aan de rechterkant. Wanneer u
een object selecteert, zal de eigenschappenbalk ervan in het midden
worden weergegeven, samen met de functie Links zodat u de
eigenschappen van het geselecteerde object kunt wijzigen of er een
link voor kunt maken.
Klik op een functie in de werkbalk Bewerken voor meer informatie
hierover. Bepaalde bewerkingsopties zullen grijs worden weergegeven
totdat er een selectie is gemaakt of totdat de actie ervan kan worden
toegepast op de selectie.
Wisser Gebruik deze functie voor het verwijderen van objecten op de pagina
in het venster Aantekeningen. Pas de grootte van de wisser aan door
de schuifregelaar in de eigenschappenbalk te verplaatsen.
Inzoomen Selecteer de functie Inzoomen en klik op de pagina in het venster
Aantekeningen om dit telkens met een factor 100 te vergroten. Of klik
op de hoeveelheid vergroting in de eigenschappenbalk van de functie
Inzoomen om de pagina te vergroten.
Indien u een specifiek gebied van de pagina wilt vergroten, selecteert
u de functie Inzoomvenster aan het rechter einde van de
eigenschappenbalk en sleep een venster rond het deel van de pagina
dat u wilt vergroten.
Maak een blanco Voeg een blanco pagina toe aan het presentatiebestand. Zie de
pagina instellingen Blanco pagina voor het wijzigen van de achtergrondkleur.
Pagina dupliceren Voeg een duplicaat van de huidige pagina toe aan het venster
Aantekeningen van het presentatiebestand. De duplicaatpagina wordt
aan het presentatiebestand toegevoegd, onmiddellijk achter de
originele pagina.
Pagina met een Gebruik deze functie om een nieuwe pagina met een kalender toe te
kalender maken voegen aan het presentatiebestand. Selecteer en bekijk voorbeelden
van kalenders voor een week, voor twee, drie of vier weken, of voor
vier maanden. Vermeld een beginmaand en jaar (standaard is dit de
42. vier maanden. Vermeld een beginmaand en jaar (standaard is dit de
huidige maand en het jaar) en kies een achtergrondkleur voor de
kalender. Wanneer u vaak kalenders gebruikt in uw presentaties, kunt
u de functie quot;Pagina met een kalender makenquot; aan de werkbalk
toevoegen met behulp van de optie Werkbalk instellingen aanpassen.
Pagina met raster Voeg een rasterpagina toe aan het presentatiebestand. Zie de
maken Instellingen Rasterpagina om de configuratie van de rasterpagina te
wijzigen.
Pagina met afbeelding Voeg een pagina met afbeelding toe aan het presentatiebestand. Zie
maken Instellingen Afbeeldingspagina voor informatie over het wijzigen van
de achtergrondafbeelding op de pagina.
Galerie De Interwrite Workspace Gallery bevat een uitgebreide verzameling
afbeeldingen en interactieve Flash-simulaties, ook wel Interwrite Sims
genaamd, die voor uw gemak in categorieën zijn ondergebracht.
Spotlight Gebruik de functie Spotlight om een interessegebied aan te geven en
de aandacht naar een deel van het scherm te trekken. Wanneer de
functie Spotlight is geselecteerd, verschijnt er een cirkel in het midden
van een zwart gordijn. De opening van het spotlight is transparant en
laat zien wat zich direct daaronder op het scherm bevindt. Klik en
sleep de cursor om het spotlight over het scherm te bewegen. De
functie Spotlight kan zowel in Muismodus als in Aantekeningenmodus
worden gebruikt.
Paginasorteerder Gebruik de functie Paginasorteerder om miniatuurweergaven van de
pagina's in een presentatiebestand te zien. Selecteer een pagina door
erop te klikken. Klik en sleep een pagina naar een andere plaats in het
presentatiebestand. Andere opties van Paginasorteerder zijn
beschikbaar in het menu Paginasorteerder.
Vorige pagina Ga naar de vorige pagina in het presentatiebestand. De functie zal
grijs worden weergegeven wanneer de eerste pagina van het
presentatiebestand zich in het venster Aantekeningen bevindt.
Volgende pagina Ga naar de volgende pagina in het presentatiebestand. De functie zal
grijs worden weergegeven wanneer de laatste pagina in het bestand
zich in het venster Aantekeningen bevindt.
Wissen Gebruik deze functie om het geselecteerde object of de objecten te
verwijderen. Wanneer op de pagina niets is geselecteerd, wist de
functie Wissen alles op die pagina.
Opslaan Sla het momenteel geopende presentatiebestand op. Er zal aan u
worden gevraagd het presentatiebestand op te slaan wanneer u het
sluit of wanneer u Workspace verlaat. De functie Opslaan is ook
beschikbaar in het functiemenu van het Interwrite Board™.
Standaard slaat de functie Automatisch opslaan het
presentatiebestand om de vijf minuten automatisch op. U kunt de
functie Automatisch opslaan uitschakelen of de frequentie van het
automatisch opslaan wijzigen via Voorkeursinstellingen, Opties.
Virtueel toetsenbord Het virtueel toetsenbord stelt u ertoe in staat tekst in te voeren terwijl u
aan het Interwrite Board werkt of wanneer u een Interwrite Pad
gebruikt. U kunt tekst invoeren in een toepassingsbestand of
aantekeningen typen op een pagina in het venster Aantekeningen.
Pads blokkeren Gebruik deze functie voor tot zwijgen brengen of vergrendelen van
alle aangesloten Interwrite Pads, waardoor deze niet meer kunnen
bijdragen aan de huidige sessie. Geblokkeerde Pads blijven
verbonden totdat ze worden uitgeschakeld. Deze functie dient als
schakelfunctie. Dit houdt in dat u er Pads mee kunt vergrendelen en
43. schakelfunctie. Dit houdt in dat u er Pads mee kunt vergrendelen en
ontgrendelen.
Sessiebeheer biedt meer gedetailleerde functies voor het beheer van
Pads. De functies Pads vergrendelen en Pads ontgrendelen zijn ook
beschikbaar in het functiemenu van Interwrite Boards.
Internetbrowser Gebruik deze functie om uw internetbrowser te starten en de website
te openen die vermeld is onder Voorkeursinstellingen/Opties.
Een pagina terug Gebruik deze functie om naar de vorige pagina in een PowerPoint-
diavoorstelling te gaan, waarbij de geannoteerde pagina in het venster
Aantekeningen wordt opgeslagen in het presentatiebestand. Ofschoon
de functie specifiek is ontworpen om met PowerPoint te werken, werkt
het met elke toepassing onder Interwrite Workspace die de opdracht
Een pagina terug herkent.
Een pagina verder Gebruik deze functie om naar de volgende pagina in een PowerPoint-
diavoorstelling te gaan, waarbij de geannoteerde pagina in het venster
Aantekeningen wordt opgeslagen in het presentatiebestand. Ofschoon
de functie specifiek is ontworpen om met PowerPoint te werken, werkt
het met elke toepassing onder Interwrite Workspace die de opdracht
Een pagina verder herkent.
Voorzetscherm De functie Voorzetscherm wordt gebruikt om de huidige pagina in het
openen venster Aantekeningen te verbergen of om het huidige
bureaubladscherm te verbergen wanneer u in de Muismodus werkt.
Media invoegen Voeg elk soort mediabestand in, met inbegrip van BMP, JPEG, GIF,
EMF, WMF, TIFF PNG, ICO, audiobestanden, videobestanden en
flash-bestanden. Audiobestanden worden ingevoerd in een
audiospeler en videobestanden worden ingevoerd op een videospeler
en afgespeeld in de Mediaspeler.
Beeldscherminhoud Een opgenomen beeldscherminhoud is een weergave van het
opnemen volledige scherm, een geselecteerd venster of een geselecteerd deel
van het scherm. De beschikbare opties voor het opnemen van
beeldscherminhoud zijn afhankelijk van de modus waarin u zich
bevindt wanneer u de functie Beeldscherminhoud opnemen selecteert
Ongedaan maken Gebruik deze functie om de laatst uitgevoerde handeling ongedaan te
maken. Indien u een lijn had getekend, zal Ongedaan maken deze
verwijderen. U kunt het Ongedaan maken herhalen totdat u de laatste
bewerking die u op de pagina hebt uitgevoerd, ongedaan hebt
gemaakt. Uiteraard kunt u, wanneer u alles op de pagina ongedaan
wilt maken om tijd te besparen ook op de functie Wissen klikken.
Herhalen Gebruik deze functie om de laatste handeling Ongedaan maken te
herhalen. U kunt doorgaan met herhalen totdat u alles hersteld hebt
dat ongedaan was gemaakt. de functie is pas beschikbaar nadat iets
ongedaan werd gemaakt.
Voorkeursinstellingen De optie Voorkeursinstellingen opent het dialoogvenster
Voorkeursinstellingen, waar u de instellingen kunt bepalen voor veel
van de opties en functies van Interwrite Workspace.
Handschriftherkenning Gebruik deze functie om handgeschreven tekst te converteren naar
getypte tekst en om de getypte tekst in te voeren in een actieve
toepassing, zoals Word of Excel. Het venster Handschriftherkenning,
hieronder weergegeven, beschikt over een spellingcontrole en de
mogelijkheid voor het invoeren van regeleindes, spaties, tabs en
backspaces in de tekst.
Opnemen en afspelen Gebruik de functie Opnemen en afspelen om gebeurtenissen
rechtstreeks op te nemen en af te spelen. Deze functie is in staat om
44. rechtstreeks op te nemen en af te spelen. Deze functie is in staat om
audio en schermgebeurtenissen op te nemen en deze in een
afspeelbaar AVI-bestand op te slaan.
PDF-bestand Gebruik deze functie voor het exporteren van het huidige open
exporteren presentatiebestand naar een PDF-formaat. Standaard wordt het PD-
bestand opgeslagen in de map Mijn documenten /Interwrite
Workspace/Export.
PDF-bestand per Gebruik deze functie voor het exporteren van het huidige open
Email verzenden presentatiebestand naar een PDF-formaat en voeg het automatisch
toe aan een e-mailbericht.
Timer Gebruik de Timer voor activiteiten met een tijdlimiet, examents of
overhoringen.
Studentreactiesysteem Het klikkerpictogram wordt weergegeven wanneer een
studentreactiesysteem op uw systeem is geënstalleerd. Klik op het
pictogram om het vragenmenu weer te geven.
Klik hier voor meer informatie over het gebruik van het
studentreactiesysteem.
Examview Hiermee start u Examview.
Lineaal De lineaal stelt u ertoe in staat te demonstreren hoe u metingen
gebruikt tussen twee punten in het aantekeningenvenster.
Driehoek De functie Driehoek stelt u ertoe in staat te in het
aantekeningenvenster te demonstreren hoe metingen werken.
Gradenboog De gradenboog stelt u ertoe in staat in het aantekeningenvenster te
demonstreren hoe hoekmetingen moeten worden gebruikt.
Passer De passer stelt u ertoe in staat in het aantekeningenvenster te
demonstreren hoe men cirkels en bogen moet trekken en hoe men
afstanden moet meten.
Linkgeschiedenis Linkgeschiedenis is een overzicht van waar u naartoe bent gegaan via
GWB-links. De functie houdt alle retourlinks bij, zodat u de
geschiedenis van uw links kunt volgen en tijdens de huidige sessie
terug kunt gaan naar een van deze links. Deze functie is alleen
beschikbaar wanneer een presentatiebestand geopend is in het
venster Aantekeningen en een GWB-link werd gevolgd.
Nieuwe pagina- Met de functie Nieuwe pagina-instelling kunt u alle opties voor het
instelling maken van pagina's selecteren.
Vulfunctie Wordt gebruikt om objecten met kleur te vullen of om de achtergrond
van de pagina te wijzigen, als er geen object is geselecteerd.
Pagina met Hiermee voegt u een pagina met kleurovergang toe aan het
kleurovergang presentatiebestand. Zie Pagina met kleurovergang Voorkeuren voor
het wijzigen van de achtergrondkleur.
Afsluiten Interwrite Workspace afsluiten.
Werkset Het menu Werkset wordt weergegeven wanneer u op de Werkset klikt.
Hierin worden de minder gebruikte functies weergegeven. U kunt de
organisatie van de functies in dit menu en op de werkbalk aanpassen
in het dialoogvenster Voorkeuren werkbalk aanpassen.
45. Werkbalk Klik op deze functie om de werkbalk te minimaliseren of de volledige
minimaliseren werkbalk terug te zetten.
Menu Werkruimte Hiermee opent u de Workspace-menu's.
46. Office-modus
Met Office-modus is rechtstreekse interactie mogelijk met de Microsoft PowerPoint, Word en
Excel.
De Office-modus maakt het mogelijk om aantekeningen rechtstreeks op een dia,
document of spreadsheet toe te voegen. De aantekeningen worden onderdeel van het
oorspronkelijke toepassingsbestand, in plaats van te worden opgeslagen als een
pagina in een Workspace-bestand.
De Office-modus wordt geselecteerd vanaf de werkbalk. Functies worden grijs
weergegeven wanneer ze niet beschikbaar zijn voor de huidige bewerking.
U schakelt over tussen Office-modus, lesmodus en de modus Aantekeningen via
desktop door op de overeenkomstige pictogrammen te klikken.
Functies Office-modus
De volgende tabel biedt een overzicht van de verschillende functies van de Office-
modus.
Knop Naam Gebruiken voor
Menu Hiermee opent u het menu Office-modus.
Muis Hiermee activeert u de muis.
Lesmodus Hiermee opent u de werkbalk van de
lesmodus.
Aantekeningen Hiermee opent u Aantekeningen via
via desktop desktop.
Office-modus Hiermee activeert u de Office-modus en
geeft u de functies voor de Office-modus
weer.
Pen Hiermee kunt u binnen de pagina in het
Microsoft-bestand tekenen of schrijven.
Instellingsopties vindt u op de werkbalk
Functie-instellingen, die bereikbaar is door
op de pijl-omlaagtoets te klikken.
Markeerstift Hiermee kunt u alle items op de huidige
pagina markeren. Klik op de pijl-
omlaagtoets voor de werkbalk Functie-
instellingen.
Wisser Aantekeningen wissen.
Tekst Typen Hiermee opent u virtueel toetsenbord,
zodat u tekst kunt invoeren. U kunt
47. zodat u tekst kunt invoeren. U kunt
hiervoor ook het toetsenbord van uw
computer gebruiken.
Miniaturen Hiermee kunt u miniaturen aan de huidige
pagina toevoegen.
Selectie Hiermee kunt u objecten of items binnen
een dia, document of spreadsheet
selecteren en deze vervolgens
verplaatsen, van formaat veranderen of
draaien. U kunt deze functie ook
gebruiken om aantekeningen te selecteren
om in de PowerPoint-dia, het Word-
document of het Excel-spreadsheet op te
slaan.
Vorige Hiermee gaat u naar de vorige dia binnen
een PowerPoint-diapresentatie of naar de
vorige pagina in een Word-document. Als
u de optie Waarschuwing weergeven bij
kans op gegevensverlies heeft
geselecteerd, zult u worden gevraagd om
de aantekeningen op te slaan in het
bestand van de Office-toepassing voordat
de opdracht ga naar vorige pagina wordt
uitgevoerd.
Volgende Hiermee gaat u naar de volgende dia
binnen een PowerPoint-diapresentatie of
naar de volgende pagina in een Word-
document. Als u de waarschuwing voor
mogelijk verlies van gegevens hebt
geselecteerd, zal aan u worden gevraagd
de aantekeningen in het Microsoft-
toepassingsbestand op te slaan voordat
de opdracht Ga naar volgende pagina
wordt uitgevoerd.
Office-functies Microsoft Office-toepassingen starten.
Aantekeningen Alle aantekeningen invoegen op de
invoegen huidige PowerPoint-dia, Word-pagina of
Excel-werkblad.
Geselecteerde De geselecteerde aantekeningen
aantekeningen invoegen in de huidige PowerPoint-dia,
invoegen Word-pagina of Excel-werkblad.
Lege dia Hiermee kunt u een blanco dia toevoegen
invoegen aan de momenteel geopende PowerPoint-
diavoorstelling. Deze functie is alleen
48. diavoorstelling. Deze functie is alleen
beschikbaar indien een PowerPoint-
diapresentatie is geopend.
Een dia Sla het huidige scherm met
invoegen in aantekeningen op als een dia in de open
PowerPoint PowerPoint presentatie. De dia zal aan
het einde van het PowerPoint-bestand
worden toegevoegd.
Wissen Hiermee wist u alle aantekeningen van het
huidige scherm.
Selectie Verwijder alle geselecteerde
verwijderen aantekeningen.
Vraag Hiermee voegt u een vraag in terwijl u een
invoegen studentreactiesysteem gebruikt.
Afsluiten Verlaat de Office-modus.
49. Het Office Mode-menu
De volgende menu-opties zijn beschikbaar in de Office-modus:
Menu Functie
Opslaan als Hiermee kunt u het bestand dat u van
aantekeningen voorziet opslaan onder een
andere naam.
PowerPoint/Word/Excel Hiermee start u de geselecteerde Office-
starten toepassing
Automatisch commentaren Selecteer deze optie als u niet telkens
invoegen gevraagd wilt worden om uw aantekeningen
op te slaan wanneer u de tool Muismodus
selecteert. De aantekeningen zullen
vervolgens automatisch worden opgeslagen.
Waarschuwing weergeven Selecteer deze optie als u gevraagd wilt
bij kans op gegevensverlies worden om uw aantekeningen op te slaan
wanneer u de tool Muismodus selecteert.
Tekst invoeren bij Biedt de mogelijkheid om tekst in te voegen
cursor/cellen op de cursorpositie in word en in een of meer
cellen in in Excel.
Alle aantekeningen Hiermee kunt u alle aantekeningen invoegen
invoegen in de huidige PowerPoint-dia, Word-pagina of
Excel-spreadsheet.
Geselecteerde Hiermee kunt u de geselecteerde
aantekeningen invoegen aantekeningen invoegen in de huidige
PowerPoint-dia, Word-pagina of Excel-
spreadsheet.
Lege dia invoegen U kunt deze tool gebruiken om een lege dia
toe te voegen aan de huidig geopende
PowerPoint-diapresentatie. Deze tool is
alleen beschikbaar indien een PowerPoint-
diapresentatie is geopend.
Als dia in PowerPoint Hiermee kunt u het huidige scherm met
opslaan aantekeningen opslaan in de vorm van een
dia in de geopende PowerPoint-presentatie.
De dia wordt toegevoegd aan het einde van
het PowerPoint-bestand.
Help Hiermee opent u het helpbestand
50. Interwrite-update Hiermee kunt u controleren op de
beschikbaarheid van Workspace-updates,
Bluetooth-updates en additionele
afbeeldingscollecties voor de galerij op de
website van Interwrite Learning.
Over Geeft contactgegevens, copyrightinformatie,
versie-informatie en een exemplaar van de
softwarelicentie weer.
Vink het selectievakje aan als u de
Voorkeuren
werkbalken met toolinstellingen wilt
verbergen wanneer u deze niet gebruikt.
De standaard vorm van de toolknoppen op
de werkbalken is de gebruikelijke
rechthoek. Kies een andere vorm die u
eerst kunt bekijken in het
voorbeeldvenster.
Wanneer u de knoppen vergroot tot 40 x
40, wordt de tekst in de menu's Office-
modus eveneens vergroot.
Klik op het tabblad Taal selecteren om de
taal te selecteren die u wenst voor de
Office-modus tekst
Afsluiten Hiermee sluit u de Office-modus af.
51. Het studentenantwoordmenu
Interwrite Workspace heeft ten doel om verbindingen via het Studentenantwoordsysteem
(SRS) te verzorgen om meer interactiviteit tussen u en uw studenten mogelijk te maken.
Tijdens een sessie kunt u vragen aanmaken, bewerken en stellen. Uw studenten kunnen
deze vragen beantwoorden met behulp van de beschikbare klikkers.
Het venster SRS geeft alle antwoordopties van studenten weer die betrekking hebben op
Workspace.
Na het selecteren van de optie Studentenantwoordsysteem wordt het venster
Studentenantwoordsysteem geopend.
Een SRS selecteren
1. Sluit Workspace af en selecteer de gewenste SRS op basis van de instructies voor de
installatie van dat product.
2. Start Workspace opnieuw op.
3. Ga naar Bestand>Studentenantwoordsysteem.
Hierop zal het venster Studentenantwoordsysteem worden geopend. Het geïnstalleerde
SRS is actief en vooraf geselecteerd. Wanneer u over meerdere exemplaren beschikt,
zal de bovenste worden geselecteerd.
52. Het uitvoerbare bestand toont de
locatie waar het werd geïnstalleerd.
Wanneer u het op een andere locatie
heeft geïnstalleerd, moet u de knop
Bladeren gebruiken om ernaar toe te
navigeren.
Het SRS aan de werkbalk toevoegen
Wanneer u meer dan een
Studentenantwoordsysteem heeft,
zullen deze opties actief zijn en
geselecteerd kunnen worden. Indien
u geen specifiek
Studentenantwoordsysteem heeft,
zult u dit niet kunnen selecteren.
53. Vrije vorm - tekst
Alle alfanumerieke tekens die met dit gereedschap worden geschreven, worden automatisch
omgezet naar getypte tekst op basis van het lettertype dat in het voorbeeldvenster op de
eigenschappenbalk van het gereedschap wordt weergegeven. Selecteer een ander lettertype,
wijzig de tekengrootte, de tekenstijl, en de tekenkleur in de eigenschappenbalk voordat u
begint te schrijven. Uw selecties worden weergegeven in het voorbeeldvenster
Optie Functie
Hiermee selecteert u een
kleur voor het lettertype.
Kies bijkomende kleuren uit
het Kleurenpalet.
Selecteer een lettertype in de
lijst met lettertypes. Het
geselecteerde lettertype zal
in het veld worden
weergegeven.
Selecteer een tekengrootte.
Selecteer een andere stijl
voor het lettertype. De
standaard tekststijl is
Regular.
54. De tool Videobestand
Hiermee kunt u videobestanden aan uw presentatie toevoegen met behulp van de tool
Videobestand. Het ondersteunt de volgende videobestandsformaten: AVI, WMV, MOV en
MPG.
Selecteer de tool Videobestand en blader naar de locatie van het videobestand dat u wilt
toevoegen. Een videospeler met het geselecteerde videobestand wordt aan de pagina
toegevoegd. Druk op de groene pijl om Media Player te starten. U kunt de tools op de
werkbalk van de Media Player gebruiken om de video van aantekeningen te voorzien.
Klik op knop Afspelen aan de onderkant van het venster om de video vanaf het begin af te
spelen. Met de knop Stop stopt de video. Regel het volume door op de Volume schuif in de
linker benedenhoek te klikken.
55. Voorkeursinstellingen voor een nieuwe pagina opgeven
U kunt voorkeursinstellingen voor een nieuwe pagina opgeven om een verscheidenheid aan
functies van Interwrite Workspace te configureren.
Blanco pagina's instellen
Gebruik deze voorkeursinstellingen voor het configureren van blanco pagina's. U kunt de
standaard achtergrondkleur en de standaardopties voor het opnemen van beeldscherminhoud
configureren.
Stelt een achtergrondkleur in voor het gereedschap Blanco pagina aanmaken. De standaard
achtergrondkleur is wit.
Klik op de knop Achtergrondkleur wijzigen om de kleur van de achtergrond op de
rasterpagina te wijzigen.
Aantekeningen maken op het bureaublad instellen
Standaard wordt in Workspace een venster geopend waarin voor het opslaan Bevestiging
wordt gevraagd. Deze optie kunt u wijzigen in Altijd opslaan.
Beeldscherminhoud opnemen instellen
Standaard schakelt Workspace over naar Aantekeningenmodus, neemt de
beeldscherminhoud op en geeft die weer in het Aantekeningenvenster.
Het selecteren van een andere optie Beeldscherminhoud opnemen werkt alleen wanneer
deze wordt geselecteerd in de Muismodus. De voorkeursinstellingen hebben geen invloed op
de wijze waarop het gereedschap Beeldscherminhoud opnemen werkt.
De optie Functie
Beeldscherminhoud
opnemen
Altijd deel opnemen Klik met de cursor rond het gedeelte
van het scherm dat u wilt opnemen,
en versleep vervolgens de cursor. De
gedeeltelijk opgenomen
beeldscherminhoud zal worden
weergegeven op een nieuwe blanco
pagina.
Altijd een venster Terwijl u de cursor beweegt, zal er
opnemen een raster worden weergegeven dat
de grenzen van het selecteerbare
venster definieert. Beweeg de cursor
naar het venster dat u wilt opnemen
en klik erop. Het venster zal worden
weergegeven op een nieuwe blanco
pagina.
Altijd Maakt een snapshot van het volledige
beeldscherminhoud scherm en geeft dit weer op een
van het scherm nieuwe pagina in het venster
56. van het scherm nieuwe pagina in het venster
opnemen Aantekeningen (standaardinstelling).
Vraagt bevestiging op Selecteer het selectievakje wanneer u
het moment dat de wilt dat de opgenomen
beeldscherminhoud beeldscherminhoud op een nieuwe
wordt opgenomen blanco pagina wordt geplaatst (vink
het niet aan wanneer u dit niet wenst)
en kies daarna uw optie voor het
opnemen van de beeldscherminhoud.
Pagina's met rasters instellen
U kunt deze voorkeursinstelling gebruiken om pagina's met rasters te configureren . U kunt
gelinieerde rasterpagina's, pagina's met kolommen en echte rasterpagina's met horizontale en
verticale lijnen configureren.
Optie Functie
Horizontaal Hiermee kunt u horizontale lijnen op de
pagina aanbrengen.
Verticaal Hiermee kunt u kolommen aan de
pagina toevoegen. Bepaal de ruimte (in
pixels) die u tussen de verticale lijnen
van de kolommen wilt. Vink het
selectievakje voor Verticaal niet aan
wanneer u geen pagina's met kolommen
wilt.
Raster centreren Hiermee kunt u het raster centreren
wanneer u het geconfigureerde raster in
het midden van de pagina wilt.
Titel toevoegen Hiermee kunt u een titelvenster bovenin
de rasterpagina toevoegen, zoals
weergegeven in het venster
Voorbeeldweergave.
Wijzig de kleur Hiermee kunt u de kleur van de
van de lijn rasterlijnen wijzigen.
Lijntype Hiermee kunt u een lijntype in de
vervolgkeuzelijst selecteren. Geef
vervolgens de lijnbreedte op in pixels.
Achtergrondkleur Hiermee kunt u de achtergrondkleur van
wijzigen de rasterpagina wijzigen.
57. Alle geselecteerde en geconfigureerde opties worden in het
venster Voorbeeldweergave weergegeven.
58. De onderdelen van het Workspace-venster
Het Workspace-venster wordt geopend wanneer een muisfunctie, een paginafunctie of de
opnamefunctie wordt geselecteerd. Een pagina in het presentatiebestand wordt in het
Workspace-venster weergegeven. Het Workspace-venster wordt standaard in de modus
Volledig venster weergegeven. Als u het venster wilt kunnen vergroten of verkleinen en
verplaatsen, moet u de paginavoorkeuren gebruiken.
Onderdeel Naam Omschrijving
Werkbalk De werkbalk van
Interwrite Workspace
wordt weergegeven
wanneer Workspace in
de interactieve modus
wordt geopend. Het
schema Intermediate
(tussenliggend) is de
standaardrangschikking
voor functies op de
werkbalk.
U kunt overschakelen
tussen de
meegeleverde
werkbalkinstellingen of
u kunt uw eigen
instellingen van de
functies definiëren met
gebruik van de optie
Voorkeursinstellingen
werkbalk aanpassen.
Werkbalk De werkbalk
Paginanavigatie Paginanavigatie geeft
de functies weer die u
gebruikt om door het
presentatiebestand te
navigeren, inclusief de
functies voor
paginapanorama,
vorige pagina,
paginateller, volgende
pagina, en invoegen
(CPS/reactie) vraag.
Pagina Hiermee kunt u de
uitbreiden/schuiven pagina uitbreiden.
Eigenschappenbalk De eigenschappenbalk
toont de
kenmerkinstellingen
voor de geselecteerde
aantekeningenfunctie.
Elke definitie van een
aantekeningenfunctie
in de Help van
Workspace omvat een
beschrijving van de
instellingen op de
eigenschappenbalk van
de functie.
59. Prullenbak Gebruik de Prullenbak
voor het verwijderen
van geselecteerde
objecten van de
pagina. Sleep het
geselecteerde object
naar de Prullenbak. Het
deksel zal opengaan
wanneer u het object
kunt laten vallen. Klik
op Ongedaan maken
om in de Prullenbak
gegooide objecten
terug te zetten.
60. Beeldscherminhoud opnemen
Met deze functie maakt u een snapshot van het gehele scherm, een geselecteerd venster of
een geselecteerd onderdeel van het scherm. De beschikbare opties voor het opnemen van
beeldscherminhoud zijn afhankelijk van de modus waarin u zich bevindt wanneer u de tool
Beeldscherminhoud opnemen selecteert
Als u zich in de muismodus bevindt wanneer u de tool Beeldscherminhoud opnemen
selecteert, zal dit venster worden weergegeven.
Als u zich in de aantekenmodus bevindt wanneer u de tool Beeldscherminhoud opnemen
selecteert, zal dit venster worden weergegeven.
61. De tool pagina met een kalender maken
U kunt deze tool gebruiken om een nieuwe pagina met een kalender aan het
presentatiebestand toe te voegen.
Selecteer en bekijk voorbeelden van kalenders voor een week, voor twee, drie of vier
weken, of voor vier maanden. Vermeld een beginmaand en jaar (standaard is dit de
huidige maand en het jaar) en kies een achtergrondkleur voor de kalender.
U kunt de tool quot;Pagina met een kalender makenquot; aan de werkbalk toevoegen via
Voorkeursinstellingen werkbalk aanpassen - Voorkeuren.
62. Spotlight
U kunt de tool Spotlight gebruiken om de aandacht te vestigen op een bepaald gedeelte
van het scherm. Wanneer u de tool Spotlight selecteert, verschijnt er een cirkel in het
midden van een zwart gordijn. De opening van het spotlight is transparant en laat zien wat
zich direct daaronder op het scherm bevindt. Klik en sleep de cursor om het spotlicht over
het scherm te bewegen. De tool Spotlight kan zowel in Muismodus als in
Aantekeningenmodus worden gebruikt.
Functies van Spotlight
Vergroot-/verkleinrechthoek weergeven/verbergen
Dit is een schakelfunctie waarmee u de Spotlight-
rechthoek kunt weergeven of verbergen. Klik en versleep
de randen van de rechthoek om de grootte van de
rechthoek aan te passen.
Spotlight-voorkeuren
Klik op deze tool om het venster Spotlight weer te geven.
U kunt de vorm van het Spotlight, de kleur van het
voorzetscherm en de transparantie van de kleur van het
voorzetscherm wijzigen. Wijzigingen worden direct
toegepast, zodat u het effect van elke wijziging direct kunt
zien.
Spotlight afsluiten
63. Paginasorteerder
U kunt de tool Paginasorteerder gebruiken om miniatuurweergaven weer te geven van de
pagina's in een presentatiebestand weer te geven. Selecteer een pagina door erop te klikken.
Klik en sleep een pagina naar een andere plaats in het presentatiebestand. Andere opties van
Paginasorteerder zijn beschikbaar in het menu Paginasorteerder.
Selecteer de tool Menu om dit menu weer te geven.
Menu-item Functie
Verwijderen Selecteer een of meer pagina's en klik op de
Prullenbak of selecteer deze menu-optie om
de pagina('s) te verwijderen.
Pagina Hiermee maakt u een kopie van de huidig
dupliceren geselecteerde pagina. Deze kopie wordt
direct achter de oorspronkelijke pagina
geplaatst.
Samenvoegen Hiermee voegt u geselecteerde pagina's
samen binnen een ander
presentatiebestand. De pagina's zullen aan
het einde van het bestand worden
ingevoegd.
64. Paginaviewer Klik op deze optie om de huidig
starten geselecteerde pagina in de Paginaviewer te
openen, of versleep de pagina uit het venster
Paginasorteerder en laat het los. De tools
Paginaviewer omvatten de tools
Transparantieschuif, Volledige grootte en
Passend maken, die de grootte van de
paginaweergave controleren en de tools
Vorige en Volgende pagina.
Inzoomen Het menu Inzoomen biedt een reeks van
miniatuurweergaveformaten voor de
Paginasorteerder.
Geselecteerde De huidige naam van elke pagina bevindt
pagina zich onder de miniatuurweergave voor de
hernoemen pagina. U kunt deze optie gebruiken om de
naam van de pagina te wijzigen.
Hiermee kunt u het huidige
Exporteren
presentatiebestand exporteren in een
bestandsformaat dat u in de vervolgkeuzelijst
kunt selecteren.