2. Nakijken
1 A.
3.000 v.C. Tot 500 n.C.
B.
Begin van de Griekse kolonisatie – 750 v.C.
Begin van de democratie in Athene – 509 v.C.
Perzen veroveren Egypte – 525 v.C.
Perzische oorlogen – 490 v.C.-479 v.C.
Herodotus in Egypte – 450 v.C.
Philippus van Macedonië verovert Griekenland – 338 v.C.
3. Nakijken
2
Zie TB afbeelding 2
3
De Grieken hadden zeilschepen
Er waren dolfijnen
Er waren druivenbomen
4
a. Juist
b. Onjuist
c. Juist
10. Nakijken
Een polis was een stad met het gebied
eromheen, met een eigen regering en een eigen
leger.
In Griekenland ontstonden aparte stadstaten
doordat het landschap erg verbrokkeld is.
11. Landbouw en kolonisatie
Griekenland was een landbouwstedelijke
samenleving.
De meeste mensen verdienden hun brood met
landbouw.
De Grieken verbouwden olijven, fruit, groenten
en graan.
12. 20% van het land was geschikt voor landbouw.
800 v.C. Sterke bevolkingsgroei
↓
gebrek aan landbouwgrond
Oplossing: Emigratie
↓
De Grieken stichtten kolonies.
Massalia
Neapolis
Byzantum
13. Nijverheid
De Agora was het marktplein van Athene
Rondom de Agora woonden en werkten de
ambachtslieden
Nijverheid is het maken van ambachtelijke
producten.
14. Athene exporteerde vazen, wijn, honing en
olijven.
Ronde de Middellandse Zee en Zwarte Zee zijn
resten van Grieks aardewerk teruggevonden.
600 v.C.: De Grieken leerden het geld kennen.
Zilveren munten werden het betaalmiddel in de
Griekse stadstaten.
17. Nakijken
2 a. Landbouwstedelijke samenleving
b.
Oorzaak
Gevolg
Tekort aan landbouwgrond
Emigreren
Veel contacten door de
handel
De Grieken leerden veel van
andere culturen
Veel Grieken werkten in de
nijverheid
Er waren veel producten voor
de handel
De Grieken vestigden overal
kolonies
Andere volkeren leerden veel
van de Grieken
18. Nakijken
2 c.
Beroepen in de nijverheid
Producten
pottenbakker
schaal
smid
wapens
bakker
brood
timmerman
stoel
metselaar
huis
wever
textiel, stof
leerbewerker
riem
schilder
beschilderde schaal
scheepsbouwer
schip
19. De samenleving van Athene
Grote sociale verschillen.
De samenleving van Athene bestond uit vier
groepen.
1. Vrije, volwassen mannen die in de stadstaat
waren geboren.
2. Alle inwoners die niet in de stadstaat geboren
waren.
3. Vrouwen
4. Slaven
20. De samenleving van Sparta
Het Spartaanse leger was erg belangrijk.
Spartaanse Jongens werden vanaf hun 7e jaar
opgeleid voor het leger.
1. Spartaanse mannen
2. Omwonenden
3. Overwonnenen