6. “Mag je eindelijk naar school, krijg je
sneeuwvrij! Dat slaat nergens op” “Wel
papa het is gewoon zo, en zullen we zo in
de sneeuw spelen?”
7. “Dat gaan we doen Folkert, dan haal ik
zo meteen even je zusje uit haar bed en
neem ik haar ook mee naar buiten”
“Maar papa eerst gaan we ons
aankleden!” Dan lachen ze allebei.
16. “Laat ik ok maar eens aan mijn
schilderkunsten werken.”
17. Rond 8 uur word Folkert weer wakker.
“Zo wat heb ik lang geslapen, voor mijn
gevoel..”
18. Als Folkert beneden komt zie hij
iedereen aan tafel zitten. “Jochhie!
Lekker geslapen? Ja we weten dat het
eten is aangebrand maar ja, er staat
een bord voor je!” Zegt Robin.
19. Snel gaat Folkert aan tafel zitten, en
begint maar aan het aangebrande eten.
30. Langzaam laat ze zich zakken, en denkt
aan het ongeluk dat alleen zij heeft
overleefd…
31. Dan draait ze zich weer om. “We botste
tegen een boom aan, ik snap nog
steeds niet dat ze daar aan dood zijn
kunnen gegaan.. alleen ik overleefde
het…” denkt Grietje.
32. “We reden in het bos, net weg van een
feest, waar veel bier was, en pap wilde
perse rijden terwijl hij te veel op had.
33. “Er was niks te zien in de omtrek, alleen
maar bos bos en nog eens bos!”
34. “en toen gebeurde het! Hij draaide het
stuur en kon er geen controle over
hebben en we botste tegen de boom
aan..”
35. “ik zag hoe pap en mam, uit de auto
vielen snel stapte ik uit, en ik zag dat ze
bleven liggen.. Ze waren dood..”
36. Grietje staat op, de tranen rollen over
haar wangen. Snel loopt ze naar
beneden en ging schilderen.
43. `Haai pap en mam, ik heb geen honger!
En zullen we vandaag iets leuks doen?´
44. `zo dus jongen man zegt wat we
vandaag gaan doen? Nou ga je maar
eens aankleden!` Zegt Robin.
45. Dan word er op de deur geklopt en loopt
Grietje naar buiten om te kijken wie het
was.
46. Maar daar ziet ze alleen maar een
kindje liggen, met een briefje snel leest
ze hem.
47. Hallo, degene die mijn kindje vind.
Ik kon niet meer goed voor hem zorgen.. Dus heb ik
hem bij u hier neergelegd, ik hoop dat u goed voor
mijn zoontje zorgt, hij heet Adriaan. Als hij later
vraagt naar zijn moeder zeg je gewoon dat jij zijn
moeder bent!
Groeten, de moeder van Adriaan.
48. `Robin.. Dit is Adriaan` Dan geeft
Grietje het briefje aan Robin. `WAT!`
zegt hij.