2. Oké, dit is raar. Lena staat voor de
spiegel in de badkamer en staart
naar haar spiegelbeeld. Ze is
weer Lena. Lena Sanders. Mm,
misschien moet ze toch weer haar
meisjesnaam aannemen… Ze
fronst haar wenkbrauwen.
3. Waarom eigenlijk? Harold noemt
haar toch alleen bij de voornaam
en daarbij, voor de rest, de
mensen in het dorp, blijft ze Julia.
Julia Vergroot. Neuriënd poetst
Lena haar tanden en even later
loopt ze de badkamer uit.
4. Nu Harold alles weet, lijkt alles
plotseling een stuk makkelijker
te gaan. Het aanbreken van een
nieuwe dag, het schoonmaken
van Harold’s huis en
boodschappen doen in het dorp.
Zelfs het bed instappen na een
innoverende dag, is niet moeilijk
meer.
5. De nachtmerries lijken als
sneeuw voor de zon te zijn
verdwenen. Luke is haar niet
meer lastig komen vallen. Ze is
niet meer, nat van het zweet,
midden in de nacht wakker
geworden. Ze is… tevreden. Zeer
tevreden. En het lijkt wel alsof
haar lichaam dat ook accepteert.
6. Vol trots kijkt Lena naar het
kleine oventje op haar aanrecht.
Een paar dagen geleden heeft
Harold deze aan haar gegeven.
Lena vond het kleine onding –
Harold’s woorden – achter het
tosti-ijzer en de poffertjespan in
een keukenkastje.
7. Zijn vrouw gebruikte het oventje
altijd om taarten, cakes of andere
lekkernijen mee te bakken. Na
haar dood is het apparaat nooit
meer gebruikt; vooral omdat
Harold niet weet hoe het werkt.
Maar hij kreeg het niet over zijn
hart om het weg te doen.
8. Dus bij het schoonmaken en
opruimen van de keukenkastjes
kwam Lena het tegen. Ze vond het
direct fascinerend en toen ze
tijdens de lunch aan Harold vroeg
wat het is en waar het voor dient,
was het eerste wat hij zei:“Het is
een onding en het dient om gaten
in keukenkasten mee te vullen.”
9. Daar had Lena smakelijk om
moeten lachen.Vervolgens had
Harold uitgelegd wat het is en
waar het voor dient. Lena heeft
het altijd leuk gevonden om te
bakken.Toen haar moeder nog
leefde en zij nog op school zat;
werd er bijna elk weekend wel
iets gebakken. Gewoon, om de
tijd te doden.
10. Dus besloot Harold het aan haar
te schenken.“Je mag het hebben.
Gratis en voor niets.” Natuurlijk
nam Lena het aan. Zodra Harold
de woorden had gezegd; wist ze
al wat ze ging doen. Een
heerlijke, ouderwetse appeltaart
bakken voor hem. Als dank, voor
alles.
11. Het oventje begint te piepen en
Lena klikt het deurtje open. De
heerlijke, zoete geur van een
versgebakte appeltaart vult het
houthakkershuisje. Met twee
oude vaatdoeken haalt Lena de
kleine appeltaart eruit en zet
hem, glunderend van trots, op het
fornuis neer.
12. Dan sluit ze het deurtje, loopt
naar het halletje en trekt haar jas
aan. Het is zaterdagavond en dat
betekent dat ze bij Harold gaat
eten. Na het eten drinken ze
meestal nog een kop koffie bij
het haardvuur. Een lekker stuk
appeltaart zal dan zeker lekker
smaken.
13. Lena trekt haar handen in haar
mouwen, zodat ze zich niet
verbrand aan de hete appeltaart.
Ze doet alle lichten uit en vertrekt
naar het huis van Harold. Binnen
een minuut staat ze voor zijn
voordeur. Ze heeft snel gelopen,
want het zou zonde zijn als de
appeltaart nu al afgekoeld zou
zijn.
14. Ze opent de voordeur en stapt de
warmte in. Het eerste wat ze ziet
is de mooi, gedekte tafel. Anders
heeft Harold de tafel nog nooit
gedekt. Dat doet zij meestal,
omdat Harold altijd nog tot het
laatste moment met het eten
bezig is.
15. “Hallo.” Even lijkt haar hart stil te
staan. Daar staat ze dan. Met haar
handen verstopt in haar mouwen;
mouwen die om een kleine
appeltaart geklemd zijn. Haar
neus is rood van de kou en haar
lippen trillen. En aan de mooi,
gedekte tafel zit een
politieagent…