2. must + hele werkwoord
Als iets moet of mag gebruik je in het Engels:
3. must + hele werkwoord
Als iets moet of mag gebruik je in het Engels:
must + hele werkwoord
4. must + hele werkwoord
Als iets moet of mag gebruik je in het Engels:
must + hele werkwoord
You must do your homework! Je moet je huiswerk maken!
5. must + hele werkwoord
Als iets moet of mag gebruik je in het Engels:
must + hele werkwoord
You must do your homework! Je moet je huiswerk maken!
Als iets niet moet of niet mag gebruik je in het Engels:
6. must + hele werkwoord
Als iets moet of mag gebruik je in het Engels:
must + hele werkwoord
You must do your homework! Je moet je huiswerk maken!
Als iets niet moet of niet mag gebruik je in het Engels:
must not + hele werkwoord
7. must + hele werkwoord
Als iets moet of mag gebruik je in het Engels:
must + hele werkwoord
You must do your homework! Je moet je huiswerk maken!
Als iets niet moet of niet mag gebruik je in het Engels:
must not + hele werkwoord
You must not forget your books! Je mag je boeken niet vergeten!
8. must + hele werkwoord
Als iets moet of mag gebruik je in het Engels:
must + hele werkwoord
You must do your homework! Je moet je huiswerk maken!
Als iets niet moet of niet mag gebruik je in het Engels:
must not + hele werkwoord
You must not forget your books! Je mag je boeken niet vergeten!
Als iets nooit moet of nooit mag gebruik je in het Engels:
9. must + hele werkwoord
Als iets moet of mag gebruik je in het Engels:
must + hele werkwoord
You must do your homework! Je moet je huiswerk maken!
Als iets niet moet of niet mag gebruik je in het Engels:
must not + hele werkwoord
You must not forget your books! Je mag je boeken niet vergeten!
Als iets nooit moet of nooit mag gebruik je in het Engels:
must never + hele werkwoord
10. must + hele werkwoord
Als iets moet of mag gebruik je in het Engels:
must + hele werkwoord
You must do your homework! Je moet je huiswerk maken!
Als iets niet moet of niet mag gebruik je in het Engels:
must not + hele werkwoord
You must not forget your books! Je mag je boeken niet vergeten!
Als iets nooit moet of nooit mag gebruik je in het Engels:
must never + hele werkwoord
You must never kick a teacher! Je mag nooit een leraar schoppen!
(Ten strengste verboden / (levens)gevaarlijk))