8. Gezondheid: medisch, voeding
Groen: ecodesign, groen leven
Geluk: recreatie, natuur, thuis cocoonen
Communicatie: digitaal verbonden
Lifestyle: kleding, wonen, gadgets
Veiligheid: versus privacy?
…
Trends in de 21e eeuw
Editor's Notes
Het huidige en toekomstige tekort aan technici vormt een belemmering voor de kenniseconomie en de ontwikkeling van het Nederlandse technische bedrijfsleven. Innovatie is immers van doorslaggevend belang om duurzaam te kunnen concurreren op de mondiale markt. De grote behoefte aan technici (van allerlei aard) behoeft geen betoog, ook niet in deze crisistijd. De dalende in- en uitstroom in het technische onderwijs enerzijds en de hogere vervangingsvraag door de uitstroom van babyboomers anderzijds leiden tot een toenemende vraag naar gekwalificeerde technici. Recente cijfers van het ROA tonen tot 2012 een geschat tekort aan hoger beroepstechnici van ongeveer 30.000. Kortom, de arbeidsvraag naar bètatechnici is groter dan het arbeidsaanbod.
Nederland groeit niet alleen maar wordt ook steeds ouder. Op dit moment is de grijze druk 22 procent. Dit betekent dat op elke honderd potentiële arbeidskrachten 22 65-plussers zijn. Vijftig jaar geleden waren dit er nog veertien. Kort na 2010 is een versnelling in de toename van het aantal ouderen te verwachten. Vanaf dat jaar bereiken de eerste babyboomers van de naoorlogse geboortegeneratie de leeftijd van 65 jaar.
De huidige techniekopleidingen spreken vrijwel uitsluitend concrete bèta´s aan. Gegeven de demografische trends en de min of meer stabiele spreiding van de bètamentality-types kan uitbreiding van het aantal technici alleen gerealiseerd worden door naast de concrete bèta's ook de ‘geïnteresseerde generalisten’ en de ‘carrièrebèta’s’ aan te spreken, die in de huidige techniekopleidingen hun toekomstbeelden en ambities niet terugzien. Wil de vraag naar technici ook maar enigszins beantwoord kunnen worden, dan kan dat alleen door het aanbod uit te breiden met opleidingen / leerroutes die de andere bètamentality’s aanspreken.
Meisjes vormen een onbenut potentieel. Er zijn maar weinig meisjes die kiezen voor een technische opleiding, terwijl de groep concrete bèta’s voor ongeveer een derde uit meisjes bestaat. Bij de geïnteresseerde generalisten en de carrièrebèta’s is de verhouding meisjes/jongens ongeveer fifty-fifty.
Het aantal havo/vwo-meisjes dat kiest voor een natuurprofiel stijgt licht. Het valt niet te verwachten dat op afzienbare termijn er een grote toestroom van meisjes in de huidige techniekopleidingen plaatsvindt. Het aandeel vrouwen in de instroom van htno schommelt al jaren rond de 15%, met grote - maar stabiele - verschillen per studierichting. Opleidingen met relatief een bovengemiddelde instroom van vrouwelijke studenten zijn vaak (nieuwe) opleidingen waarin techniek wordt gecombineerd met een of meer andere disciplines.
http://www.scienceguide.nl/201009/nederland-op-weg-naar-top-5.aspx
http://www.scienceguide.nl/201011/india-kennisland.aspx
De Kennismonitor 2010 wijst op de snellere, relatieve achteruitgang ten opzichte van nieuwe kennisnaties als India en China en de kwetsbaarheid voor materiële tekorten, zoals die bij zeldzame metalen.
Het gemiddelde opleidingsniveau stijgt in landen als India en China in rap tempo. In 2006 leverde de EU de meeste afgestudeerden in het hoger onderwijs, net iets meer dan de VS en Azië (in absolute aantallen). In 2010: EU en VS beide circa 2,5 miljoen, in China 4 miljoen.
In 2020 zal China naar verwachting boven de 10 miljoen afgestudeerden hebben, waar de VS tegen de 4 miljoen zit en de EU net boven de 3 miljoen.
China wilde niet langer slechts de fabriek van de wereld zijn en verhoogt jaarlijks de investeringen in onderwijs, onderzoek en innovatie. China staat nu op de 2e plek met investeringen in R&D, achter de VS.
India volgt een beleid van vergaande, langetermijninvesteringen in bètaonderwijs om armoede en analfabetisme te bestrijden en de omvorming te ondersteunen naar een land dat een wereldcentrum van innovatie wordt (Indiase minister voor Wetenschap en Technologie Prithviraj Chavan). India: nu 500 universiteiten, er komen er binnen enkele jaren 700 bij.
6
7
Zie ook Koudstaal, P. en G. Bijloo (2010), Nieuwe Verbindingen. Inspiratie voor Innovatie, Schiedam, ISBN 9789490177072.