SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 51
Descargar para leer sin conexión
XML en Organisatie: vijf tegenstellingen
“We’re going through a transition in technology, which I’ll talk about, from
the world of the PC to the graphical user interface to the Internet, and now to
the XML revolution, which I think will actually be as big or bigger as any of
                   the revolutions which have preceded it.”

     Steve Ballmer, Chief Executive Officer Microsoft Corporation
        InfoWorld CTO Summit, San Francisco, June 21, 2001
XML en Organisatie: vijf tegenstellingen
             Pieter van der Hijden




        SGML/XML Users Group Holland
Over de auteur
Pieter van der Hijden is organisatie- en ICT-adviseur met als specialismen
XML, e-government en management games (pvdh@sofos.nl). Hij werkt via zijn
eigen Sofos Consultancy te Amsterdam (www.sofos.nl).

De activiteiten van de Werkgroep Organisatie van de SGML/XML-User Group
vormden de bouwstenen voor de totstandkoming van deze uitgave. De Werk-
groep bestaat uit de volgende leden:
      Eduard Bonjer, SolVision
      Bea van Ette, Nijgh
      John de Gast, Scan Laser
      Pieter van der Hijden, Sofos Consultancy
      Aad Kamsteeg, Diderot Track (voorzitter)
      John Leenen, DCE Consultants
      Sam van der Meij, ITM management & informatie
      Steven Metz, DCE Consultants
      Quirijn Schuurmans, Mitsubishi Motors
      Henk Verbeek, Kluwer




Copyright
© Copyright 2002 SGML/XML Users Group Holland, Postbus 20, 1687 ZGþWog-
num.
                 http://www.sgml-ug.nl

ISBN
90 807527 1 1

Zet- en drukwerk
Grafidata, Deventer, http://www.grafidata.nl

Illustraties
Frank Kamsteeg, Rijswijk



Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgesla-
gen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op
enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere
manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud




    Voorwoord                                                                              7

1   Inleiding                                                                            9
    1.1   Korte introductie XML ................................................ 9
          1.1.1 Definitie .............................................................. 9
          1.1.2 Historie ............................................................... 9
          1.1.3 Documenten ..................................................... 11
          1.1.4 Documentschema's ............................................ 12
          1.1.5 XML-familie ..................................................... 13
          1.1.6 Toepassingen..................................................... 14
    1.2   Leeswijzer .................................................................. 14

2   Kiezen voor XML: technische standaard of
    strategische technologie?                                                              17
    2.1   Technische standaard .................................................           17
    2.2   Strategische technologie..............................................           18
    2.3   Overweging ................................................................      20
          2.3.1 Statische omgeving ............................................            20
          2.3.2 Dynamische omgeving .......................................                21
          2.3.3 Turbulente omgeving.........................................               22
    2.4   Conclusie ...................................................................    23

3   Innoveren met XML: bottom-up of top-down?                                              25
    3.1   Bottom-up .................................................................      25
    3.2   Top-down ..................................................................      26
    3.3   Overweging ................................................................      27
    3.4   Conclusie ...................................................................    27

4   Externe relaties: Ketens of netwerken?                                                 29
    4.1   Ketens .......................................................................   29
    4.2   Netwerken .................................................................      31
    4.3   Overweging ................................................................      33
    4.4   Conclusie ...................................................................    34




                                                                                           5
5   Focus van XML: Techniek of organisatie?                                                 35
    5.1   Techniek ....................................................................     35
    5.2   Organisatie .................................................................     36
          5.2.1 Relatie tot de omgeving ......................................              36
          5.2.2 Organisatiestructuur ..........................................             36
          5.2.3 Processen ..........................................................        37
          5.2.4 Medewerkers .....................................................           37
          5.2.5 Organisatiecultuur .............................................            37
          5.2.6 Infrastructuur ....................................................         38
          5.2.7 Huisvesting........................................................         38
          5.2.8 Financiën ..........................................................        38
    5.3   Overweging ................................................................       38
    5.4   Conclusie ...................................................................     39

6   Invoeren van XML: Project of proces?                                                    41
    6.1   Project .......................................................................   41
          6.1.1 Initiatieffase .......................................................      42
          6.1.2 Definitiefase ......................................................        42
          6.1.3 Ontwerpfase ......................................................          43
          6.1.4 Realisatiefase .....................................................        43
          6.1.5 Implementatiefase..............................................             43
          6.1.6 Gebruik en beheerfase........................................               43
    6.2   Proces ........................................................................   44
          6.2.1 Management .....................................................            44
          6.2.2 Medewerkers .....................................................           45
          6.2.3 ICT-ers .............................................................       45
          6.2.4 Afnemers...........................................................         46
          6.2.5 Leveranciers ......................................................         46
          6.2.6 Context .............................................................       46
    6.3   Overweging ................................................................       46
    6.4   Conclusie ...................................................................     47

7   Uitleiding                                                                              49

    Bijlagen                                                                                51




6
Voorwoord




De eXtensible Markup Language (XML) is een open standaard voor
het annoteren van informatie. Documenten gebaseerd op deze stan-
daard zijn door computers te lezen en te interpreteren. Het gebruik van
XML is sterk in opkomst. Alleen al in Nederland zijn naar onze inschat-
ting honderden XML-projecten uitgevoerd.
        Informatie over XML en zijn toepassingen is overvloedig beschik-
baar. Academische boekhandels vullen meters schaplengte met XML-
titels en zelfs in warenhuizen en kiosken zijn boeken over XML terug te
vinden. De insteek van al dat moois is echter vooral technisch. De orga-
nisatorische kant van de invoering van XML krijgt nauwelijks aandacht.
Dat is vreemd, omdat vooral op organisatorisch gebied er nogal eens
wat mis gaat bij XML-projecten.
        De SGML/XML Users Group Holland is een vereniging gericht
op het creëren, delen en onder de aandacht brengen van voorhoedeken-
nis op het gebied van SGML/XML. Ze heeft het gebrek aan informatie
over de organisatorische aspecten van XML gesignaleerd en een werk-
groep ingesteld om daar wat aan te doen.
        De Werkgroep Organisatie had niet de middelen om een groots
onderzoek op te zetten. Ze heeft zich daarom beperkt tot het onderzoe-
ken van een tiental bedrijven met interessante XML-cases. Deze bedrij-
ven behoorden tot de volgende sectoren: productie van transport–
middelen, productie van elektronica, banken, verzekeringen, persagent-
schappen, uitgeverijen, onderwijs, onderzoek, omroep en overheid. Uit
de onderzochte cases heeft de werkgroep meer algemeen bruikbare
inzichten gedestilleerd.
        De werkgroep heeft een vijftal vragen geïsoleerd die managers,
adviseurs, ICT-professionals en betrokken medewerkers zouden moeten
afwegen. In het kort gaat het hierbij om:
1.     Zien wij XML als een technische standaard of als een strategische
       technologie?
2.     Innoveren wij met XML bottom-up of kan dat beter top-down?
3.     Zien wij onze relaties met de buitenwereld als een keten of als een
       netwerk?
4.     Draait het bij de invoering van XML om de techniek of om de
       organisatie?


                                                                       7
5.    Pakken wij de verandering aan als een project of als een proces?
Over deze vijf afwegingen valt veel te zeggen. De werkgroep heeft dat
gedaan in de vorm van de publicatie die nu voor u ligt.
      De vereniging is de onderzochte bedrijven dankbaar voor hun
bereidwillige medewerking aan het onderzoek. Hun namen worden hier
niet vermeld, omdat een deel van de verstrekte informatie daarvoor te
vertrouwelijk was. Onze erkentelijkheid is daar uiteraard niet minder
om.

Met genoegen biedt de vereniging u hierbij de publicatie aan.

Namens het bestuur van SGML/XML Users Group Holland

Gerard te Vaanhold

Voorzitter




 8
1   Inleiding




    Dit hoofdstuk start speciaal voor nieuwkomers op het terrein van XML met
    een ultrakorte behandeling van XML voor beginners. Het geeft een informele
    definitie van XML, beschrijft kort zijn historie en gaat in op XML-documen-
    ten en XML-documentschema’s, de familie van XML-standaards en de
    belangrijkste XML-toepassingen. Het eindigt met een leeswijzer.


    1.1 Kor te introductie XML
    1.1.1 DEFINITIE
    XML staat voor eXtensible Markup Language, ofwel uitbreidbare mar-
    keringstaal. Het is een open standaard voor het annoteren van informa-
    tie, in principe digitale tekstuele informatie. We noemen XML een taal
    omdat het een vocabulaire kent en grammaticaregels. De markering van
    informatie gebeurt door middel van labels of “tags”. De gebruiker kan
    zelf nieuwe “tags” benoemen en aan het vocabulaire van de taal toevoe-
    gen. In die zin is de taal dus uitbreidbaar.

       Voorbeeld 1
       Om in een tekst aan te geven dat de passage “Lange Poten 4” een
       adres betreft, zou je de volgende XML-notatie kunnen gebruiken:
       <adres>Lange Poten 4</adres>

    In voorgaand voorbeeld geven de tags <adres> en </adres> het begin en
    einde aan van een tekstfragment dat als “adres” moet worden opgevat.
    De eindtag verschilt van de begintag in het extra “/”-teken (slash). Tags
    komen altijd paarsgewijs voor. Het zijn als het ware open- en sluithaak-
    jes. De combinatie van begintag, inhoud en eindtag heet “element”. Ele-
    menten kunnen ook genest worden (tagpaar binnen tagpaar).

    1.1.2 HISTORIE
    In 1986 heeft de International Standards Organisation de SGML-stan-
    daard vastgesteld (ISO8879). SGML staat voor Standardised General
    Markup Language. Dit is een zeer uitgebreide markeringstaal met veel
    variatiemogelijkheden. Ze werd en wordt vooral toegepast in bedrijfstak-

                                                                            9
ken met grote volume’s aan ingewikkelde documenten, zoals de vlieg-
tuigindustrie. Daarnaast is ze vooral bij uitgeverijen in gebruik. Zij
kunnen met behulp van deze standaard hun digitale informatie
medium- en opmaakneutraal opslaan. Dat wil zeggen dat de vormeigen-
schappen van het publicatiemedium geen onderdeel van het bestand
zijn. Het bestand is daardoor gemakkelijk te hergebruiken voor een
ander dan het oorspronkelijke publicatiemedium of format.
       In 1989 heeft het CERN in Genève een Hypertext Markup Lan-
guage (HTML) geformuleerd. Daarbij is gebruik gemaakt van een aan-
tal principes uit SGML. HTML is een markeringstaal voor
webpagina’s. Surfen over het Internet komt in feite neer op het elders
ophalen van een HTML-document. De internetbrowser op de eigen PC
maakt daar dan een webpagina van. Het programmeren van webpa-
gina’s is vrij eenvoudig, terwijl ook de internetbrowsers niet al te com-
plex hoeven te zijn.
       Ook HTML was oorspronkelijk bedoeld om informatie opmaak-
neutraal te markeren. Het zou dan de taak van de browser zijn om bij
een bepaalde informatie-inhoud een adequate opmaak te genereren. In
de praktijk van het snel groeiende World Wide Web bleek echter dat de
houders van websites zo veel mogelijk zélf wilden bepalen hoe hun web
site op de PC van de ontvangers er uit zou komen te zien. Bouwers van
concurrerende internetbrowsers gingen daarom hun producten van
steeds meer toeters en bellen voorzien en verzonnen eigen uitbreidingen
op HTML. Met moeite heeft het World Wide Web Consortium (W3C)
die ontwikkeling weten te bezweren. Deze organisatie nam de zorg voor
HTML over. Er verschenen nieuwe, meer uitgebreide versies van
HTML met meer mogelijkheden om de uiteindelijke opmaak te beïn-
vloeden.
       De oorspronkelijke bedoeling achter HTML was door de werke-
lijkheid ingehaald. Het World Wide Web Consortium besloot daarom
om een nieuwe start te maken. Het ontwikkelde in 1998 XML als een
lichte vorm van SGML. De oorspronkelijke bedoeling hiervan is het
inhoudelijk markeren van webinformatie. Inhoud en opmaak zijn nu te
scheiden. Via een eenvoudige vertaalslag aan de kant van de webserver
of binnen de internetbrowser op de PC wordt deze informatie dan van
een bepaalde opmaak voorzien. De taal is uitbreidbaar met eigen voca-
bulaires, bijvoorbeeld per vakgebied. Bovendien zijn XML-teksten
dankzij de grammaticaregels door een computer op syntactische cor-
rectheid te controleren. Net als HTML-documenten, zijn ook XML-
documenten moeiteloos via het Internet op te vragen en te transporte-
ren.
       XML is goed aangeslagen. Als lichte uitgave van SGML blijkt het
niet alleen nuttig voor webpagina’s, maar ook voor allerlei zaken die eer-


 10
der met SGML werden aangepakt. Ook uitgeverijen maken daarom in
toenemende mate van XML gebruik. Het is daarnaast het bindmiddel
voor applicatie-integratie en de basis voor het gestandaardiseerd berich-
tenverkeer bij elektronisch zaken doen. De computerindustrie van IBM
via Microsoft tot Sun heeft XML omarmd. XML is daarom zeker geen
hype, maar een blijvende verandering.
      De ontwikkeling van HTML is intussen na versie 4 gestopt. Het
World Wide Web Consortium heeft nu XHTML gelanceerd (2000) dat
in eerste instantie identiek is aan HTML 4, maar dan als een volwaar-
dige XML-toepassing. Programmeren blijft relatief eenvoudig, ook de
browsers kunnen relatief eenvoudig zijn. Dankzij de strikte grammatica
kunnen webpagina’s nu gevalideerd worden. Verdere ontwikkelingen
van XHTML vinden plaats. Ook daarbij is de tendens om inhoud en
presentatie uit elkaar te halen.

1.1.3 DOCUMENTEN
Een samenhangende hoeveelheid informatie voorzien van XML-tags
heet een XML-document. In een XML-document geven de tags de
structuur aan en lopende tekst de eigenlijke inhoud. Doordat de inhoud
van een tagpaar weer een ander tagpaar kan bevatten (het nesten van
elementen) heeft vrijwel elk XML-document een hiërarchische indeling
(boomstructuur).
       Een XML-document is op te vatten als een lange reeks van tekens
die machinaal leesbaar is. Voor de tekens zijn verschillende coderingen
mogelijk, onder andere Unicode. XML is daarmee geschikt om vrijwel
elke schriftsoort op de wereld vast te leggen. Fysiek gezien is een XML-
document vaak één computerbestand of één databaserecord. Een
XML-document kan echter ook opgesplitst worden in meerdere fysieke
entiteiten. Die fysieke entiteiten kunnen ook een geheel ander format
hebben dan tekst, bijvoorbeeld beeld of geluid. XML is daardoor
geschikt voor het inhoudelijk structureren van multimediaal bronmateri-
aal.
       Een van de belangrijkste eisen die aan programmatuur voor het
verwerken van XML-documenten wordt gesteld is dat deze altijd moet
controleren of een XML-document grammaticaal en syntactisch correct
is. In XML-jargon: een XML document moet altijd well formed zijn.
Wanneer een programma vaststelt dat een document niet aan die eis
voldoet, dan stopt de verwerking en zal een foutmelding worden gege-
ven. Als een XML-document niet well formed is dan is het geen XML-
document. Deze strenge regel zorgt ervoor dat XML betrouwbaar ver-
werkt kan worden, omdat elementaire fouten in de structuur zijn uitge-
sloten.



                                                                     11
1.1.4 DOCUMENTSCHEMA'S
Een documentschema is een voorschrift dat aangeeft hoe de structuur
van een bepaald type XML-document er uit hoort te zien. Het geeft aan
welke elementen in welke volgorde horen voor te komen, welke elemen-
ten verplicht zijn en welke optioneel.
      De begintag van een element kan voorzien worden van additionele
gegevens zoals parameterwaarden. Deze gegevens heten attributen. Het
documentschema kan ook voorschrijven of een element attributen heeft,
welke dat zijn (verplicht of optioneel) en welke waarden de attributen
kunnen aannemen.

     Voorbeeld 2
     De begintag uit voorbeeld 1 is nu van een attribuut voorzien dat
     aangeeft dat het om een bezoekadres gaat:
     <adres type="bezoek">Lange Poten 4</adres>

Het grote voordeel van het werken met documentschema’s is dat XML-
documenten daarmee automatisch valideerbaar worden. Voor ieder
XML-document kan een computer nagaan hoe het zit met de wellfor-
medness. Voor een XML-document dat naar een documentschema ver-
wijst kan een computer bovendien nagaan of het document voldoet aan
het schema. Documenten zijn daarmee automatisch te controleren. De
uitwisseling van documenten tussen verschillende computersystemen
wordt daarmee een stuk betrouwbaarder omdat nu voorspelbaar is
geworden wat een document mag en kan bevatten. Onaangename ver-
rassingen zijn daarmee uitgesloten.
        Binnen XML heten documentschema’s Document Type Definiti-
ons (DTD’s). Deze hebben een beperkte functionaliteit en kunnen bij-
voorbeeld niet aangeven tot welk datatype de inhoud van een bepaald
element behoort en wat minimum en/of maximum waarden zijn. Het
World Wide Web Consortium heeft echter inmiddels een nieuwe en
meer uitgebreide definitie voor documentschema’s opgesteld. Deze
heten kortweg XML-schema’s. Daarnaast hebben enkele andere consor-
tia alternatieven voor XML-schema’s bedacht (bijv. Relax NG van Oasis
en Schematron van het Academia Sinica Computing Center in Taiwan).
        Onderstaande tabel geeft enkele voorbeelden van bestaande docu-
mentschema’s.




12
Tabel 1.1: Voorbeelden van documentschema's
Documentschema                         Toepassingsgebied
DocBook                                Technische handleidingen
CML                                    Chemische formules
EML                                    Onderwijsmodules
MathML                                 Wiskundige formules
NewsML                                 Nieuwsberichten
SVG                                    Schaalbare vector voorstellingen
XHTML                                  Websites
WML 3                                  Waptelefoons


1.1.5 XML-FAMILIE
Behalve de eigenlijke XML-aanbeveling (het World Wide Web Consor-
tium spreekt niet van standaards omdat het W3C geen officiële stan-
daardorganisatie is) is inmiddels een hele familie van verwante
aanbevelingen gecreëerd. We noemen hier kort de “namespaces” en
XSL. Een uitgebreider overzicht staat in onderstaande tabel.
       Er is een voorziening genaamd “Namespaces” die een methode
geeft om ervoor te zorgen dat bij gebruik van een XML-document dat is
samengesteld uit fragmenten van andere XML-documenten die door
verschillende schema’s zijn gedefinieerd geen conflicten in naamgeving
van elementen of attributen kan ontstaan. Met een namespacedefinitie is
in alle omstandigheden zichtbaar uit welk schema het element afkomstig
is. Dit is vooral van belang bij uitwisseling van XML-gegevens.
       XSL (eXtensible Stylesheet Language) bestaat feitelijk uit twee
delen: XSLT (transformaties) is een XML vocabulaire waarmee trans-
formaties van het ene XML-model naar een willekeurig ander XML-
model, HTML of “tekst” kunnen worden uitgevoerd. Het andere deel is
XSLFO (Formatting Objects). XSLFO is een XML-vocabulaire waar-
mee een paginaopmaak kan worden beschreven. XSLFO is een presen-
tatietaal voor in XML. Met behulp van XSLT kan een XML-document
worden getransformeerd in een XSLFO-document. Wanneer gesproken
wordt over XSL worden beide delen bedoeld.




                                                                          13
Tabel 2: De belangrijkste leden van de XML-familie
Technische standaard           Beschrijving                     Status
EXtensible Markup Language     De basisdefinitie voor XML.      Versie 1.0 (Tweede Editie).
(XML) 1.0                                                       Aanbeveling sinds 6 oktober
                                                                2000.
EXtensible Stylesheet Language Standaard transformatietaal      Versie 1.0. Aanbeveling sinds 16
for Transformations (XSLT)     voor XML.                        november 1999.
Extensible Style sheet Language Standaard opmaaktaal (pagina- Versie 1.0. Aanbeveling sinds 15
for Formatting Objects          beschrijvingstaal) voor het   oktober 2001.
(XSLFO)                         omzetten van XML naar print-
                                bare pagina’s.
XML Schema                     Standaard voor het beschrijven Versie 1.0. Aanbeveling sinds 2
                               van XML structuren, inhoud en mei 2001.
                               semantiek van XML documen-
                               ten. Modelleringstaal.
XML Namespaces                 Standaard voor het definiëren    Aanbeveling sinds 14 januari
                               van unieke kenmerken om ele-     1999.
                               menten en attributen met een
                               zelfde naam afkomstig uit ver-
                               schillende schema’s te kunnen
                               onderscheiden.
Document Object Model          Generieke methode om dyna-     Level 1: aanbeveling sinds 1
(DOM)                          misch toegang te krijgen tot   oktober 1998; Level 2: aanbeve-
                               XML structuren en deze te kun- ling sinds 13 november 2000.
                               nen aanpassen in het geheugen
                               van een computer.
XML Path Language (XPath)      Syntax om specifieke posities in Versie 1.0. Aanbeveling sinds 16
                               een XML structuur te kunnen november 1999.
                               benoemen en te kunnen bevra-
                               gen.
XML Linking Language           Taal om de relatie tussen XML Versie 1.0. Aanbeveling sinds 27
(XLink)                        documenten te kunnen beschrij- juni 2001.
                               ven.
XML-Signature Syntax and       Syntax en regels voor het opne- Aanbeveling sinds 12 februari
Processing                     men van digitale handtekening 2002.
                               in een XML document en hoe
                               deze weer te geven.


1.1.6 TOEPASSINGEN
De bekendste toepassingsgebieden voor XML zijn: mediumneutraal
uitgeven, interactieve webportalen, berichtenverkeer binnen en buiten
de organisatiegrenzen. Hiermee zijn zaken mogelijk als digitale duur-
zaamheid, content management als aanvulling op document manage-
ment, applicatie-integratie, keteninformatisering en webservices.




 14
1.2 Leeswijzer
In de navolgende hoofdstukken wordt een vijftal vragen rond XML en
organisatie behandeld.
1.   Zien wij XML als een technische standaard of als een strategische tech-
     nologie?
     Organisaties kunnen XML inzetten als een technische standaard
     of als een strategische technologie. Waarop de nadruk ligt, hangt
     af van de wijze waarop een organisatie wil innoveren. Dat laatste
     wordt vooral ingegeven door de aard van de omgeving waarbinnen
     die organisatie opereert.
2.   Innoveren wij met XML bottom-up of kan dat beter top-down?
     Organisaties blijken vrij spontaan met innovatie bezig te zijn. Dat
     gebeurt op initiatief van decentrale managers en zonder veel
     bemoeienis van de top (bottom-up). Het kan ook anders, als een
     door de top geïnitieerd en gestuurd verandertraject (top-down).
     Ook innoveren met XML kan zowel bottom-up als top-down
     plaatsvinden. Vaak gaat een periode van spontaniteit vooraf aan
     het moment waarop elektronisch zaken doen en het belang van
     standaards op de agenda van het topmanagement staat.
3.   Zien wij onze relaties met de buitenwereld als een keten of als een net-
     werk?
     Organisaties zien hun relaties met de buitenwereld soms als een
     keten of bedrijfskolom, soms als netwerken. Hun business model
     bepaalt hun blik. Voor XML-trajecten is dit onderscheid relevant.
4.   Draait het bij de invoering van XML om de techniek of om de organi-
     satie?
     Afhankelijk van het vertrekpunt en het ambitieniveau is een XML-
     traject voor een organisatie vooral een technische of een organisa-
     torische uitdaging.
5.   Pakken wij de verandering aan als een project of als een proces?
     Organisaties kunnen een XML-verandertraject op verschillende
     wijzen aanpakken. Globaal gezien valt er te kiezen tussen een aan-
     pak als project of een aanpak als proces. De afweging hangt af van
     organisatorische condities.
De publicatie eindigt met een “uitleiding” waarin als samenvatting de
twee “extremen” uit bovenstaande vragen met elkaar worden vergele-
ken.




                                                                         15
16
2   Kiezen voor XML: technische
    standaard of strategische
    technologie?




    Organisaties kunnen XML inzetten
    als een technische standaard of als
    een strategische technologie. Waarop
    de nadruk ligt, hangt af van de wijze
    waarop een organisatie wil innove-
    ren. Dat laatste wordt vooral ingege-
    ven door de aard van de omgeving
    waarbinnen die organisatie opereert.


    2.1 Technische
    standaard
    XML kan worden opgevat als een
    louter technische standaard voor het platformneutraal, applicatieneu-
    traal en presentatie-/mediumneutraal opslaan van informatie.
           Een XML-document is platformneutraal, omdat het gebruikte
    platform (Windows/Intel, Macintosh, Sun/Solaris e.d.) er niet toe doet.
    Een XML-document bevat geen platformspecifieke coderingen en kan
    bovendien probleemloos via Internetprotocollen worden uitgewisseld
    tussen verschillende platforms.
           Een XML-document is ook applicatieneutraal. De enige eis die
    aan applicaties gesteld wordt is dat ze XML kunnen lezen en schrijven.
    Steeds meer applicaties die op de markt zijn hebben die eigenschap.
    Eigen ontwikkelde applicaties zijn relatief eenvoudig met XML-functio-
    naliteit uit te breiden. Veel gebruikte programmeeromgevingen bevatten
    daar de hulpmiddelen voor. Verder is allerlei nuttige XML-software, als
    afzonderlijke applicatie of als component, in het publieke domein
    beschikbaar of tegen relatief lage kosten aan te schaffen.
           Een XML-document kan presentatie- of mediumneutraal zijn. Er
    staat “kan” omdat het van de ontwikkelaar afhangt of het ook zo is.
    Zoals het met een gestructureerde programmeertaal toch mogelijk is om

                                                                       17
programma’s de inzichtelijkheid van een bord spaghetti te geven, zo is
het ook met XML mogelijk om toch een onleesbaar document op te zet-
ten waarin inhoud en opmaak dwars door elkaar heen staan. Erg gebrui-
kelijk is dat gelukkig niet.
        Het inzetten van XML als een technische standaard biedt organi-
saties de volgende mogelijkheden:
•      Inhoudelijke informatie hoeft slechts eenmaal opgeslagen en
       onderhouden te worden en is telkens weer opnieuw te gebruiken;
•      De kwaliteit van informatie verbetert; de informatie moet immers
       voldoen aan de voorschriften uit het documentschema (consisten-
       tie);
•      De overgang naar een nieuwe publicatieopmaak of naar een nieuw
       publicatiemedium is gemakkelijker te maken;
•      Onderling verschillende applicaties en platforms zijn gemakkelij-
       ker te integreren;
•      De workflow rond inhoudelijke informatie is beter te stroomlijnen.


2.2 Strategische technologie
XML is ook op te vatten als een strategische technologie. Deze techno-
logie maakt het mogelijk om:
•     Gestructureerde informatiecomponenten te creëren, te bewerken,
      op te slaan en terug te vinden;
•     Gestandaardiseerde berichten uit te wisselen tussen verschillende
      applicaties, óók over de grenzen van de eigen organisatie heen.
XML is bedoeld om informatie inhoudelijk te annoteren. Dat kan tot op
een zeer gedetailleerd niveau. Iedere vorm van annotatie is vervolgens te
gebruiken bij het selecteren en filteren van informatie. Het beheer van
informatie speelt zich daardoor niet meer alleen op documentniveau af,
maar op ieder te kiezen deelniveau zo lang als dat correspondeert met
een XML-element.
      XML biedt een fraaie oplossing voor gestandaardiseerd berich-
tenverkeer die flexibeler en goedkoper is dan EDI en in potentie een veel
groter bereik heeft. De XML-oplossing is flexibeler omdat een docu-
mentschema gemakkelijk is uit te breiden. Ze is ook goedkoper, omdat
de standaard open is en berichten over de relatief goedkope infrastruc-
tuur van het Internet te versturen zijn. Een bijkomend voordeel is dat
hoewel XML-documenten bedoeld zijn voor computers, ze toch ook
voor niet-ingewijde mensen redelijk leesbaar zijn. EDI-documenten zijn
alleen leesbaar voor ingewijden.




 18
Het inzetten van XML als een strategische technologie biedt orga-
nisaties de volgende mogelijkheden:
•     Een organisatie die zich gesteld ziet voor een explosie van de hoe-
      veelheid technische documentatie, kan die documentenstroom
      beter beheersen. Informatiecomponenten kunnen uit verschillende
      bronnen afkomstig zijn, bijvoorbeeld productinformatie afkomstig
      van verschillende toeleveranciers. Versiebeheer op componentni-
      veau is relatief eenvoudig te implementeren. Ook kan productin-
      formatie op een gedifferentieerde wijze ingezet worden voor
      wereldwijde marketing. Via autorisaties voor bepaalde selecties is
      ook daar genuanceerd mee om te gaan.
•     Een organisatie die op componentniveau versiebeheer en auteurs-
      bevoegdheden weet te regelen, kan daarmee de kwaliteit van haar
      informatie en de efficiency van haar beheerprocessen drastisch
      verbeteren.
•     Een organisatie kan relatief snel nieuwe elektronische diensten via
      elektronische media ontwikkelen en daarmee tegemoet komen aan
      de wens van nieuwe (typen) klanten en het aanbod van bepaalde
      leveranciers (bijvoorbeeld persbureaus die hun materiaal in de
      vorm van XML aanbieden).
•     Een organisatie kan verschillende bedrijfsonderdelen integreren.
      Het uitwisselen van gestructureerde documenten is de lijm die dat
      mogelijk maakt. Vooral bij mediabedrijven waar alles draait om
      digitaal informatiemateriaal kan zo een integratie ingrijpend zijn.
      Bijvoorbeeld bij de omslag van kanaalgeoriënteerde business units
      naar een multimediaal bedrijf.
•     Een organisatie kan haar core business herdefiniëren, bijvoorbeeld
      van uitgever van bepaalde media naar expertisecentrum in
      bepaalde kennisdomeinen.
•     Een organisatie kan aan ketenintegratie binnen haar bedrijfstak
      gaan doen; het applicatieneutraal kunnen uitwisselen van gestan-
      daardiseerde berichten is daar namelijk een voorwaarde voor.
•     Een organisatie die als eerste relevante en geaccepteerde docu-
      mentschema’s voor haar bedrijfstak weet te ontwikkelen heeft de
      mogelijkheid om de inrichting van die bedrijfstak te beïnvloeden in
      een voor haar gunstige richting. Zo loopt Reuters met zijn
      NewsML voorop in de news business.




                                                                     19
Oude situatie: kanaalgeoriënteerde bussiness units




Nieuwe situatie: geïntegreerd multimediaal bedrijf


2.3 Overweging
Bedrijven en andere organisaties kunnen op verschillende manieren
innoveren. Het hangt van de karakteristiek van de omgeving af welke
manier het meest passend is. We onderscheiden een statische, een dyna-
mische en een turbulente omgeving.

2.3.1 STATISCHE OMGEVING
Voor een organisatie die opereert in een statische en daarmee stabiele
omgeving zal het optimaliseren van de winst en/of het vergroten van de
efficiency de belangrijkste drijfveer voor innoveren zijn. Het innoveren
is dan vooral gericht op het productieproces en minder op de producten
en diensten zelf.
       Een organisatie waarbij een productieproces zelf uit informatie-
verwerking bestaat, kan haar kosten verlagen door informatie meer
geschikt te maken voor een tweede leven. Een gegevensbestand dat niet
alleen de tekst van een boek bevat, maar daartussen door eindeloos veel
opmaakinstructies, is nauwelijks opnieuw te gebruiken voor een andere
opmaak. Scheiden van inhoud en presentatie, i.c. de opmaakinstructies,
is dan het recept. Voor het vastleggen van de inhoud is XML een

 20
geschikt hulpmiddel. Als in de opmaakinstructies een patroon te ont-
dekken is, kan met hulpmiddelen zoals XSL een XML-document auto-
matisch geconverteerd worden naar een bestand met tekst+opmaak. Als
in de opmaakinstructies geen vast patroon zit, kan het nodig zijn om de
wensen ten aanzien van de presentatie wat bij te stellen zodat dat
patroon er wel is. Automatisch een XML-document converteren naar
tekst+opmaak is namelijk alleen mogelijk als er volgens vaste regels van-
uit de structuur van het XML-document te bepalen valt welke opmaak
gewenst is.
       Dit kan betekenen dat de bestaande presentatie voor een product
wat aangepast moet worden. Om automatisch vanuit XML opmaak te
kunnen genereren dient alle opmaak te worden gebaseerd op regels die
door de structuur worden bepaald.
       Het scheiden van inhoud en presentatie voorkomt ook kostbare
conversies wanneer oude applicaties of systemen niet langer beschikbaar
zijn. Het omzetten van een multimediatitel van Cd-i naar DVD is bij-
voorbeeld “met de hand” onbegonnen werk. Als het bronmateriaal voor
de Cd-i destijds mediumneutraal was opgeslagen was dat gemakkelijker
geweest. In dat geval was er destijds eenmalig een script nodig voor het
automatisch omzetten van mediumneutraal materiaal naar Cd-i. Recent
zou er opnieuw eenmalig een script nodig zijn geweest voor de omzet-
ting van mediumneutraal bronmateriaal naar DVD. Voor een toekom-
stig en nu nog onbekend medium is dan opnieuw slechts een aangepast
script nodig om mediumneutraal bronmateriaal automatisch te kunnen
converteren.

2.3.2 DYNAMISCHE OMGEVING
Voor veel organisaties zal de omgeving geleidelijk aan veranderen. Een
organisatie zal zichzelf niet uit de markt willen prijzen en moet daarom
mee veranderen. Voor een informatieverwerkend productieproces gaat
het er daarbij om voorwaarden te creëren om op tijd te kunnen innove-
ren: flexibel opslaan van informatie met het oog op hergebruik en/of
nieuwe media.
       Zoals al eerder aangegeven is de scheiding tussen inhoud en pre-
sentatie cruciaal. De organisatie hoeft de inhoud dan maar éénmaal te
onderhouden. Die vormt de gemeenschappelijke basis voor verschil-
lende selecties en presentatievormen.
       De selectiemogelijkheden die in de toekomst gewenst zijn, zijn nu
nog niet volledig te overzien. Om in de toekomst zo veel mogelijk opties
open te houden, moet nu de juiste balans gevonden worden tussen ener-
zijds gedetailleerd annoteren van het inhoudelijk materiaal en anderzijds
zuinig omgaan met de beschikbaar middelen, i.c. menskracht.



                                                                     21
Automatisering kan dit proces nog efficiënter maken. Leg de
inhoud vast in XML-documenten. Die zijn namelijk automatisch te vali-
deren en relatief eenvoudig in andere presentatievormen om te zetten.
Een uitgever kan zo relatief eenvoudig de inhoud van een tijdschrift ook
op CD-ROM zetten of de inhoud van een adresboek volgens diverse
ingangen toegankelijk maken en publiceren. In feite legt een organisatie
daarmee de basis voor het later kunnen publiceren van nu vastgelegde
informatie naar op dit moment nog onbekende media.

2.3.3 TURBULENTE OMGEVING
De veranderingen in de omgeving van een organisatie kunnen zo heftig
en grillig zijn dat ze haast niet meer te overzien zijn en als chaos overko-
men. Er zijn telkens nieuwe producten en diensten nodig waarover via
steeds weer veranderende communicatiekanalen met zakenrelaties
gecommuniceerd wordt. Intussen treden ook verschuivingen binnen
bedrijfstakken op en is recent een geheel nieuwe bedrijfstak ontstaan: de
internetindustrie.
       In zo een turbulente omgeving is het op het juiste moment benut-
ten van nieuwe business opportunities bepalend voor het voortbestaan.
Dit vraagt om een stroom van productinnovaties die elkaar veel sneller
dan voorheen moeten opvolgen. Het assortiment wordt groter, de tijd
dat een product op de markt is wordt kleiner. Bovendien zorgt mass cus-
tomisation, het leveren van op de klant toegesneden producten tegen een
op massaproductie gebaseerde prijs, voor steeds kleinere seriegroottes.
Dit alles geldt zowel voor materiële producten als voor informatiepro-
ducten en diensten. Voor alle complexere producten geldt bovendien
dat de hoeveelheid technische documentatie rond ontwikkeling, produc-
tie, marketing, gebruik en onderhoud van die producten zal exploderen.
       Er komen telkens nieuwe interactieve media beschikbaar zoals
chatsessie, elektronisch discussieforum, e-mail, i-mode, netmeeting,
sms, video conference, voice response, wap, webformulier, webpagina.
Zakenrelaties zullen die willen gebruiken. Daarnaast blijven de
bestaande communicatiekanalen als antwoordkaart, balie, billboard,
brief, direct mail, fax, folder, inspectiebezoek, loket, ontmoeting, publi-
catie, radio, telefoon, teletekst, televisie, winkel en workshop ook
bestaan. Organisaties zullen een verantwoorde mediamix proberen
samen te stellen en periodiek gaan aanpassen. Ook wordt de coördinatie
van al die kanalen, het multi channel management, belangrijker. Informa-
tie over nu eens mailende en dan weer telefonerende klanten zal toch
ergens bij elkaar moeten komen.
       Het elektronisch zaken doen is in opkomst. Het maakt wereldwijd
zaken doen mogelijk (meer potentiële leveranciers, meer afnemers, meer



 22
omzet) en kan intern tot een kostenbesparing leiden. Het vraagt er wel
om dat bepaalde diensten volcontinu beschikbaar zijn.
       Van de hele organisatie vraagt dit alles om permanente verande-
ring en voortdurend leren. Wat ICT betreft zullen applicaties meer dan
voorheen met elkaar moeten kunnen samenwerken, óók over de organi-
satiegrenzen heen. Dat betekent standaardiseren, wat haaks kan staan
op het zo nodige flexibiliseren.
       Organisaties die al langere tijd elektronische relaties met zaken-
partners onderhouden doen dat veelal via EDI. Dit gestandaardiseerd
berichtenverkeer vormt in een turbulente omgeving een te star keurslijf.
Voor nieuwe, kleine marktpartijen is EDI te duur. Voor zakendoen in
een netwerkeconomie is het te beperkt.
       XML kan al deze ontwikkelingen ondersteunen:
•     XML is bij uitstek een hulpmiddel om complexe informatie (zowel
      informatieproducten als productinformatie) van een voor compu-
      ters herkenbare structuur te voorzien;
•     XML maakt het mogelijk om digitale communicatiekanalen te
      baseren op gemeenschappelijke informatie die maar éénmaal hoeft
      te worden gecreëerd;
•     XML is een ideale basis voor gestandaardiseerde e-business docu-
      menten, omdat XML-documenten moeiteloos via het Internet zijn
      op te vragen en te transporteren.


2.4 Conclusie
Voor organisaties die opereren in een statische omgeving hoeft de inzet
van XML niet veel meer consequenties te hebben dan de invoering van
een andere al dan niet in huis ontwikkelde technische standaard. De
organisatie kan snel ervaring opdoen. De effecten van de verandering
zijn lokaal, dus veel risico’s loop je niet. Een nadeel is weliswaar dat je
niet vanuit een heldere toekomstvisie opereert en tamelijk incrementeel
te werk gaat. Na elk project volgt wel weer een volgend project. De uit-
komsten daarvan kunnen weer gevolgen hebben voor eerdere projecten
en een nieuwe conversieslag nodig maken. Het is daarom raadzaam om
bij het opstellen van documentschema’s eerder gebruik te maken van
bestaande schema’s en de daarin “gestolde” kennis en ervaring van
anderen dan zelf weer het wiel te gaan uitvinden.
       In een dynamische en zeker in een turbulente omgeving is de inzet
van XML van strategisch belang. Onder deze omstandigheden kan een
uitgebreid XML-traject een organisatie maken of breken. XML biedt de
basis om:
•      de informatie-explosie binnen organisaties beheersbaar te maken;
•      met meerdere digitale communicatiekanalen te gaan werken;


                                                                       23
•      geheel diverse computerapplicaties via de uitwisseling van gestan-
       daardiseerde berichten met elkaar te laten samenwerken.
Het strategisch belang van XML houdt ook in dat de geschetste inzet
van XML strategische risico’s met zich mee kan brengen. De strategi-
sche aanpak staat of valt met een heldere en gedeelde toekomstvisie. Dat
is iets anders dan een snel geformuleerde groeifantasie. Het ontwikkelen
van een heldere en gedeelde toekomstvisie is niet gemakkelijk. Een
andere voorwaarde voor succes is dat de organisatie klaar moet zijn voor
een ingewikkeld en ingrijpend verandertraject. De juiste competenties
moeten ontwikkeld zijn. Ten slotte moet ook de omgeving er klaar voor
zijn. Als de zakenrelaties nog niet zo ver zijn dat zij de juiste aansluiting
kunnen vinden op de nieuwe ontwikkelingen, creëer je als het ware een
hogesnelheidstrein die de eerste jaren over bestaand spoor moet blijven
rijden. Of dat de juiste keuze is, valt hier niet zomaar te zeggen. Belang-
rijk is wel, dat het een bewuste keuze is.

Tabel 2.1: Technische standaard of strategische technologie
Afweging                 Omgeving               Voordelen               Nadelen
Technische standaard     Statisch               Snel ervaring opdoen    Incrementeel te werk
                                                                        gaan, dus later opnieuw
                                                                        converteren
Strategische technolo-   Dynamisch of turbulent Diepte-investering van- Een heldere en
gie                                             uit een heldere toe-    gedeelde toekomstvisie
                                                komstvisie              is niet gemakkelijk te
                                                                        formuleren

                                                                        Eigen competenties zijn
                                                                        hiervoor misschien nog
                                                                        onvoldoende ontwik-
                                                                        keld
                                                                        Bedrijfsonderdelen en/
                                                                        of zakenrelaties ver-
                                                                        schillen sterk in hun
                                                                        ontwikkeling op dit
                                                                        gebied

                                                                        Benodigde standaards
                                                                        zijn hiervoor misschien
                                                                        nog onvoldoende ont-
                                                                        wikkeld




    24
3   Innoveren met XML: bottom-up
    of top-down?




    Organisaties blijken vrij spontaan met
    innovatie bezig te zijn. Dat gebeurt op
    initiatief van decentrale managers en
    zonder veel bemoeienis van de top
    (bottom-up). Het kan ook anders, als
    een door de top geïnitieerd en gestuurd
    verandertraject (top-down). Ook inno-
    veren met XML kan zowel bottom-up
    als top-down plaatsvinden. Vaak gaat
    een periode van spontaniteit vooraf
    aan het moment waarop elektronisch
    zaken doen en het belang van stan-
    daards op de agenda van het topma-
    nagement staat.


    3.1 Bottom-up
    Het is heel gebruikelijk dat in grote organisaties op tal van plaatsen en
    vaak zonder dat men het van elkaar weet innovatieve trajecten op ICT-
    gebied gestart worden, met inbegrip van XML-trajecten. Decentrale
    managers hebben altijd wel wat speelruimte en budget om dit soort
    zaken aan te pakken. Veelgehoorde motiveringen zijn: flexibiliteit, snel-
    heid, experimenteel karakter, praktijkervaring opdoen, proeftuin en
    pilot. Soms nemen ICT    -afdelingen in dit stadium het initiatief. Soms
    blijven ICT-afdelingen juist geheel buiten spel.
           De geschetste tamelijk spontane aanpak heeft een aantal voor- en
    nadelen. Als innoveren niet voorbehouden is aan een enkele afdeling,
    maar door de hele organisatie plaatsvindt, is dat op zich een goede zaak.
    Het ideaal van een lerende organisatie lijkt daarmee bereikt. Een lokale
    manager kan zonder veel bureaucratische rompslomp een XML-traject
    starten. Het budget is beperkt, de impact ook. Er kan veel geleerd wor-
    den en niet zo veel echt misgaan.


                                                                         25
Toch kleven er aan de bottom-up aanpak ook een aantal nadelen.
Allereerst dreigt er het gevaar van hobbyisme. Het is voor de betrokken
managers soms aantrekkelijker om een aardige website voor de afde-
lingsdatabase plus aanverwante rekenmodulen te (laten) bouwen, dan
een webservice te ontwikkelen die vanuit websites of applicaties van
andere instanties geactiveerd wordt. Vanuit het belang van de organisa-
tie is dat laatste misschien wel harder nodig. Ook als experiment om van
te leren kan die webservice interessanter zijn.
        Als meerdere onderdelen van de organisatie extern gerichte initia-
tieven nemen, gaat de eenheid van optreden naar buiten verloren. Ook
het beheer van de innovatie kan beneden de maat zijn. De oorzaak hier-
van kan zijn dat het innoverende onderdeel niet over de kennis van
zaken of de middelen beschikt om het beheer goed aan te pakken, of dit
simpelweg niet als zijn taak ziet.
        Het leren van de ervaringen wordt vaak niet systematisch aange-
pakt. Er zijn weinig contacten met andere innoverende onderdelen. De
organisatie heeft ook nauwelijks overzicht over welke initiatieven er alle-
maal lopen. Ongetwijfeld zullen ook af en toe lokale initiatieven een
financiële uitglijder maken.
        De tekortkomingen die de bottom-up aanpak kan hebben zijn
enigszins te compenseren door op decentraal niveau voor voldoende
sturing te zorgen:
•      bevorderen dat er adequate besluitvorming plaatsvindt vóórdat
       een lokaal initiatief start;
•      borgen dat er van de ervaringen geleerd wordt en dat ook andere
       instanties (binnen de organisatie) van die lessen kunnen profite-
       ren;
•      bij gebleken succes van de decentrale initiatieven samen met geest-
       verwanten de aandacht vragen van de “opinion leaders” van het
       topmanagement én van mogelijke veranderingsmanagers zodat
       mogelijk besloten wordt tot een top-down benadering.


3.2 Top-down
Innoveren met XML kan ook door het topmanagement geïnitieerd wor-
den. Het kan daarbij om een grote verandering gaan of om een beperkte
verandering.
      Voordelen van de top-down gestuurde verandering is dat het top-
management er borg voor kan staan dat de innoverende acties passen
binnen de uitgezette strategische visie en andere beleidskaders van de
organisatie. Het centrale initiatief kan ook leiden tot schaalvoordelen,
bijvoorbeeld door de aanwezige expertise te bundelen.



 26
De top-down aanpak heeft ook nadelen. De organisatie kan er nog
niet rijp voor zijn, er zijn teveel onzekerheden om met een blauwdruk te
werken, de financiële risico’s worden te groot. Om de nadelen te com-
penseren kan een organisatie op centraal niveau bekijken hoe decentrale
innovaties het beste opgezet kunnen worden. Ook kan het centrale
niveau stimuleren dat het decentrale niveau innoveert en experimenteert
en dat bij gebleken succes het centrale niveau de resultaten adopteert en
bijvoorbeeld uitbouwt tot een volwaardige nieuwe dienst. Daarnaast kan
het centrale niveau natuurlijk ook zelf het initiatief nemen tot concrete
pilots.


3.3 Overweging
Of innoveren met XML een spontane/decentrale of een gestuurde/cen-
trale aangelegenheid is, hangt vooral af van de agenda van het topma-
nagement. Komen daar zaken aan de orde als een e-businessstrategie en
het belang van standaardisatie, of niet?
       Zolang het topmanagement onvoldoende op de hoogte is van
elektronisch zaken doen en het belang van internationale standaardisatie
daarbij, zullen deze zaken geen reguliere agendapunten worden. In dat
stadium is er veel ruimte voor spontane initiatieven en een bottom-up
benadering.
       Staat elektronisch zaken doen inmiddels op de agenda, dan bete-
kent dat nog niet meteen groen licht voor een centrale top-down aan-
pak. Het kan zijn dat de nodig geachte aanpak grote organisatorische en
financiële risico’s kent. Een centrale aanpak wordt dan vooralsnog afge-
wezen. Zodra het management overtuigd is van de voordelen van een e-
business strategie en het werken met internationale standaards en bereid
is om eventuele weerstanden in de organisatie te overwinnen, is een cen-
trale aanpak mogelijk. Ongetwijfeld blijft er daarnaast ook ruimte voor
decentrale initiatieven. Die zullen zich dan wel moeten voegen naar de
nieuwe centrale kaders.


3.4 Conclusie
Zolang het topmanagement van een organisatie geen duidelijk stand-
punt over XML heeft ingenomen, zijn spontane initiatieven voor inno-
veren met XML in principe positief te waarderen. De impact en het
budget zijn beperkt en een dergelijk initiatief is doorgaans zonder veel
schade terug te draaien. Eventuele nadelen kan het topmanagement
ondervangen door wat centrale spelregels vast te stellen voor dit soort
experimenten.



                                                                     27
Zodra elektronisch zaken doen, standaardisatie en daarmee het
belang van XML onderwerpen op de agenda van het topmanagement
zijn geworden, is van een gestuurde aanpak sprake. Het management
kan een duidelijke koers uitzetten voor de hele organisatie, maar ook kie-
zen voor lokale veranderingen. Het kan ook meer afwachtend zijn en de
decentrale managers kraamkamers laten inrichten voor diensten die dan
later door de centrale organisatie geadopteerd gaan worden.

Tabel 3.1: Bottom-up of top-down?
Afweging           Agenda           Voordelen             Nadelen
Bottom-up          Geen issue       Geen grote risico’s   Weinig eenheid van
                                                          optreden naar buiten
                                    Flexibel              Beheer vaak niet gere-
                                                          geld

                                    Experimenteerruimte   Leren vaak niet georga-
                                                          niseerd
Top-down           Wel issue        Afgeleid van visie    Te vroeg beginnen

                                    Schaalvoordelen       Onvoldoende
                                                          deskundigheid

                                    Consistent            Grote financiële risico’s




 28
4   Externe relaties: Ketens of
    netwerken?




    Organisaties zien hun relaties met de bui-
    tenwereld soms als een keten of bedrijfsko-
    lom, soms als netwerken. Hun business
    model bepaalt hun blik. Voor XML-trajec-
    ten is dit onderscheid relevant.


    4.1 Ketens
    Veel organisaties zien zichzelf als onder-
    deel van een keten van aan elkaar leve-
    rende bedrijven die samen een bedrijfs-
    kolom vormen. Via supply chain mana-
    gement of ketenintegratie, proberen zij
    de verschillende schakels in die keten
    beter op elkaar af te stemmen. Dat levert efficiencyvoordelen op én een
    betere dienstverlening aan de uiteindelijke afnemers.
    Ketenintegratie is op vier verschillende niveaus te realiseren:
    1.    Fysieke integratie
          Fysieke integratie heeft betrekking op het goederentransport tus-
          sen twee organisaties. Hulpmiddelen hierbij zijn bijvoorbeeld rol-
          containers die door meerdere organisaties in een keten gebruikt en
          aan elkaar uitgeleend worden.
    2.    Informatie-integratie
          Bij informatie-integratie gaat het om het berichtenverkeer tussen
          twee organisaties. Als dit goed wordt aangepakt kan dit verkeer
          elektronisch verlopen en wel zodanig dat de ontvangende partij de
          informatie automatisch kan verwerken en niet opnieuw hoeft in te
          voeren.
    3.    Besturingsintegratie
          Besturingsintegratie heeft betrekking op het automatisch uitwisse-
          len van besturingsinformatie tussen verschillende organisaties.
          Hiermee is het mogelijk om de besturing van de hele keten sneller
          te laten verlopen en daarmee de service aan de afnemer te verho-

                                                                        29
gen. Zo kan een afnemer zijn wisselende magazijnvoorraad aan de
      betreffende leverancier laten zien. Het blijft echter de eigen verant-
      woordelijkheid van elke organisatie om met deze informatie al dan
      niet iets te doen.
4.    Organisatorische integratie
      Bij organisatorische integratie gaat de ene organisatie de andere
      organisatie gedeeltelijk besturen. Een leverancier wordt bijvoor-
      beeld zelf verantwoordelijk voor de voorraadhoogte van zijn pro-
      ducten in het magazijn van zijn afnemer. In het verlengde hiervan
      liggen zaken als Just-in-Time productie en comakership.




De vier niveaus van ketenintegratie

Bij informatie-integratie, besturingsintegratie en organisatorische inte-
gratie levert geautomatiseerd berichtenverkeer een belangrijke bijdrage
aan de te behalen voordelen op het gebied van efficiency en klantenser-
vice. Om automatisch verwerkt te kunnen worden zijn die berichten
gestandaardiseerd. Omdat het om uitwisseling tussen verschillende in
principe autonome partijen betreft gaat het om extern vastgelegde stan-
daards.
      Een technische oplossing die al enkele tientallen jaren bestaat is
EDI, Electronic Document Interchange. Organisaties gaan daarbij onder-
ling een overeenkomst aan om hun informatie in de vorm van gestan-

 30
daardiseerde EDI-berichten via een value added network provider en
rechtstreekse datacommunicatielijnen daarmee uit te wisselen.
       EDI voldoet vooral in het berichtenverkeer tussen vaste zaken-
partners die op een vaste wijze zaken doen. Vooral grote bedrijven
gebruiken EDI. Voor het midden- en kleinbedrijf is EDI nogal duur. De
investeringen in proprietary programmatuur en de diensten van het
rekencentrum dat als schakelpunt functioneert tikken aan. Een nadeel
van EDI is dat het weinig flexibel is. Ook zijn EDI-documenten in hun
oorspronkelijke vorm alleen door ingewijden te lezen.
       XML knaagt aan de positie van EDI. Dat gebeurt overigens in alle
openheid. EDI standaardisatieorganen zijn zelf bezig om hun stan-
daards om te zetten naar XML en meteen een grote onderhoudsbeurt te
geven. XML is een open en gratis standaard, XML-documenten zijn
goedkoop en eenvoudig via het Internet te transporteren. Ook is XML
veel flexibeler aan te passen aan gewijzigde omstandigheden. Tenslotte
is XML voor iedereen beschikbaar. Elektronische documentuitwisseling
hoeft daarmee niet meer beperkt te blijven tot een klein gezelschap van
vaste zakenpartners.
       Vanwege de hoge investeringen in het verleden zijn grote bedrij-
ven niet al te happig om EDI los te laten en op XML over te schakelen.
Ook interne EDI-experts en in EDI gespecialiseerde dienstverleners
lopen niet te juichen. Toch blijkt bij nieuwe projecten de keuze steeds
meer op XML te vallen. Voor het midden- en kleinbedrijf is XML zon-
der meer een aantrekkelijker optie.


4.2 Netwerken
Haaks op het beeld van de goed gecoördineerde en op vaste relaties
gebaseerde supply chain staat het beeld van de netwerkeconomie. Orga-
nisaties zien zichzelf daarin als een onderdeel van een wereldwijd net-
werk. Dankzij het Internet kan in principe de hele wereld je leverancier
zijn. Ook je afnemers zitten overal en hoeven niet per se een vaste relatie
met je te hebben. Elektronisch zaken doen heeft de toekomst.
       Hoe het elektronisch zaken doen gaat functioneren is nog niet
geheel duidelijk. Verschillende business models zijn mogelijk. In onder-
staande figuur staan er vier afgebeeld:
1.    één afnemer, één leverancier (kwadrant linksboven);
2.    één afnemer, veel leveranciers (kwadrant rechtsboven),
3.    veel afnemers, veel leveranciers (kwadrant rechtsonder),
4.    veel afnemers, één leverancier (kwadrant linksonder).




                                                                       31
Vier bedrijfsmodellen voor electronisch zaken doen

In de praktijk zijn voorbeelden van alle vier de modellen te vinden. Het
is zeker niet vanzelfsprekend dat één van deze modellen zal gaan domi-
neren. Het is zelfs denkbaar dat de modellen oplossen en er een alge-
mene variant van de elektronische markt ontstaat die zo groot is als het
hele Internet en geen centrale instantie meer nodig heeft.
       Een organisatie die goed wil functioneren in de netwerkeconomie
zal zich moeten voorbereiden op het kunnen functioneren volgens elk
van de vier aangeduide modellen. Dat stelt hoge eisen aan de interne
organisatie.
       Het nut dat XML kan hebben als de enabler van gestandaardiseerd
berichtenverkeer via het Internet lijkt ons evident. Maar XML alleen is
niet genoeg. Er is een hele stapel van XML-toepassingen nodig om e-
business mogelijk te maken:
•     de filosofie van het elektronisch zaken doen zoals bijvoorbeeld
      neergelegd in ebXML;

 32
•     de wijze van opbouwen van business directories met daarin een
      verwijzing naar zogeheten webservices zoals omschreven in de
      UDDI-standaard en uitgevoerd door UDDI-servers;
•     het beschrijven van de webservices op basis van WSDL;
•     het daadwerkelijk aanroepen van webservices op basis van SOAP.
Met deze opsomming is een generieke aanpak gegeven. Per bedrijfstak
zullen vaak specifieke standaards gewenst zijn die voortbouwen op de
generieke. Een consortium of een brancheorganisatie neemt hiertoe
doorgaans het initiatief. Materiedeskundigen bereiden de functionele
kant van de standaard voor: een aantal collectieve noties over het toepas-
singsgebied. Informatiedeskundigen richten zich op de technische kant
ervan: de specificatie van de XML-documentschema’s. Terwijl dat pro-
ces gaande is zullen ook de generieke standaards zich verder ontwikke-
len.




Voorbeeld van een UDDI-transactie


4.3 Overweging
Of een organisatie haar relaties met de buitenwereld ziet als een keten of
als een netwerk hangt van het gehanteerde business model af. Is dat
business model stabiel en gaat het uit van een stabiele bedrijfskolom,
dan verdient de ketenbenadering de voorkeur. Heeft het business model



                                                                      33
zijn vorm nog niet gevonden, of gaat de organisatie uit van meerdere
business models dan is een netwerkbenadering vruchtbaarder.
      De ketenbenadering heeft als nadeel dat een organisatie relatief
traag zal reageren op nieuwe kansen op het gebied van elektronisch
zaken doen. Daar staat tegenover dat ze haar bricks and mortar proces-
sen op orde kan hebben. Het nadeel valt te compenseren door voor een
gedeelte van de inkoop (en daarmee voor een deel van de leveranciers)
en voor een deel van de verkoop (en daarmee voor een deel van de afne-
mers) tóch van een netwerkbenadering uit te gaan. Terwijl de kracht van
de ketenbenadering optimaal benut wordt, bouwt een organisatie dan
toch de competenties op die in een later stadium onmisbaar kunnen blij-
ken.
      De netwerkbenadering heeft als nadeel dat nog onduidelijk is
welke business models op den duur het meest relevant zullen zijn. Een
organisatie moet zich daarom op meerdere modellen prepareren en dus
op meerdere paarden tegelijk wedden. Dat is kostbaar. Het nadeel van
deze kostbare netwerkbenadering valt te compenseren door samen te
werken met organisaties die in hetzelfde schuitje zitten.
      Overigens kunnen grote organisaties onze beschouwing over
ketens en netwerken niet alleen toepassen op hun externe relaties, maar
ook op de interne relaties.


4.4 Conclusie
Als een organisatie vooral hecht aan het efficiënter en meer klantgericht
maken van de productie, dan verdient de ketenbenadering de voorkeur.
Om toch te anticiperen op een ongewisse toekomst is het verstandig om
daarbij op kleine schaal een netwerkbenadering toe te passen.
      Voor organisaties die vooral op de nieuwe economie gericht zijn, is
de netwerkbenadering het meest adequaat. De hoge kosten bij het anti-
ciperen op meerdere business models kunnen via samenwerkingsver-
banden gedeeld worden.

Tabel 4.1: Ketens of netwerken?
Afweging           Business model        Voordelen        Nadelen
Ketens             Vaste relaties        Efficiënt        Minder flexibel bij
                                                          opkomende nieuwe
                                                          business models
                                         Klantenservice
Netwerken          Wisselende relaties   Flexibel         Kostbaar standpunt
                                                          voor een afzonderlijke
                                                          organisatie




 34
5   Focus van XML: Techniek of
    organisatie?




    Afhankelijk van het vertrekpunt en het
    ambitieniveau is een XML-traject voor
    een organisatie vooral een technische of
    een organisatorische uitdaging.


    5.1 Techniek
    Organisaties die een XML-traject
    vooral zien als een technische onder-
    neming kunnen doorgaans terug-
    vallen op hun kennis en kunde van
    reguliere automatisering. Ook voor
    het XML-traject heb je dan de keus
    uit tientallen ontwikkelmethoden en
    bijbehorende geautomatiseerde ge-
    reedschappen.
           Toch is ook reguliere automa-
    tisering niet zonder problemen.
    Vooral de stroom aan nieuwe ontwikkelingen op de markt zorgt voor
    verwarring. Nauwelijks is een organisatie vertrouwd met een nieuwe
    ontwikkelomgeving of de wereldwijde belangstelling daarvoor verflauwt
    en richt zich op een nieuwe belofte. Het blijft moeilijk om in een wereld
    vol verandering de hypes en de trends te onderscheiden en niet te vroeg,
    maar ook niet te laat over te stappen op andere technische oplossingen.
           Belangrijke ontwikkelingen op het gebied van systeemontwikke-
    ling zijn op dit moment:
    •      Platformdiscussie .Net versus J2EE;
    •      Webservices ontwikkeling m.b.v. UDDI, WSDL, SOAP;
    •      Enterprise application integration.
    Bovendien is een XML-traject niet in alle opzichten regulier te noemen.
    Afwijkend is in het bijzonder dat de structuur van XML-documenten
    veel complexer kan zijn dan die van een relationele database. Verder is
    bij relationele databases de wijze waarop de logische structuur van een

                                                                         35
database wordt vertaald naar de fysieke structuur voor iedere imple-
mentatie vergelijkbaar. Voor de vertaling van de logische structuur van
XML-documenten naar de fysieke structuur van de onderliggende
database is dat niet zo eenduidig. Iedere aanbieder op de markt van
XML-databases heeft daar zo zijn eigen ideeën over. Een ongelukkige
keuze op dit punt kan in een later stadium voor veel problemen zorgen,
m.n. op het gebied van de performance.


5.2 Organisatie
Een XML-traject kan vele niet-technische implicaties hebben, zowel
voor een organisatie intern als voor haar relaties met de buitenwereld.
Voor organisaties kan dat reden zijn om een XML-traject niet zo zeer te
zien als een technische onderneming, maar vooral als een organisatie-
verandertraject. Ter illustratie beschrijven we hier mogelijke organisato-
rische implicaties van een XML-traject.

5.2.1 RELATIE TOT DE OMGEVING
Naar buiten gerichte XML-trajecten kunnen leiden tot een betere
dienstverlening door het toevoegen van extra communicatiekanalen.
Over het algemeen zien organisaties die als aanvulling op en niet als ver-
vanging van bestaande communicatiekanalen. Een aandachtspunt hier-
bij is de digital divide, de digitale tweedeling van burgers, bedrijven,
instellingen en overheidsinstanties mét toegang tot moderne ICT en
zónder dergelijke toegang.
       Wat verder van belang is, is de afbakening van de grenzen tussen
organisaties en de zichtbaarheid daarvan voor de buitenwereld. Een
zelfstandige website kan zorgen voor een sterke herkenbaarheid, maar
een bescheidener plek binnen een portal of, nog bescheidener, het op
basis van syndication aanleveren van informatie aan de website van een
ander verleent de afnemer misschien een betere dienst, maar vermindert
de herkenbaarheid van de leverancier. Ook is het denkbaar dat in de
reguliere bedrijfskolom extra intermediairs verschijnen en andere inter-
mediairs verdwijnen.

5.2.2 ORGANISATIESTRUCTUUR
Een organisatie die inzet op een ontwikkeling richting elektronisch
zaken doen zal veel meer procesgeoriënteerd worden. Dat zal doorwer-
ken in de organisatiestructuur. Een populaire aanpak is bijvoorbeeld die
van een frontoffice, midoffice en backoffice. Het frontoffice onderhoudt
alle contacten met de buitenwereld, het backoffice verzorgt de afwikke-
ling waarbij geen rechtstreeks klantcontact nodig is en het midoffice



 36
zorgt onder meer voor channel management en werkt als schakelstation
tussen frontoffice en backoffice.
      De organisatie wordt transparanter. Informatie voor management
en medewerkers is gemakkelijker te verkrijgen dan voorheen. Managers
hoeven niet meer persoonlijk ervoor te zorgen dat allerlei informatie van
het ene niveau in de organisatie op het andere niveau belandt.
      Het kennen van de doelgroepen gaat nog meer nadruk krijgen dan
voorheen. Dat kan een aanpassing van de positie van “marketing &
sales” nodig maken.

5.2.3 PROCESSEN
Omdat de buitenwereld zelf een keuze kan maken uit de aangeboden
communicatiekanalen is multi channel management nodig. Via alle kana-
len moet een organisatie immers identieke informatie verstrekken.
Bovendien moeten handelingen die via het ene kanaal zijn opgestart,
desgewenst via een ander kanaal kunnen worden afgerond.
      Een deel van de bedrijfsprocessen zal herontworpen moeten wor-
den om ze geschikter te maken voor elektronisch zaken doen (bijv. ver-
minderen en concentreren van de handmatige bewerkingen).
      Stapelgewijs georganiseerde bedrijfsprocessen zullen omgezet
moeten worden in transactiegewijs georganiseerde. Een opdracht wordt
niet meer op een stapel gelegd en met stapel en al naar de volgende
afdeling verplaatst. In plaats daarvan is het streven naar het meteen
afhandelen van een complete transactie ook als daar verschillende afde-
lingen bij betrokken zijn.

5.2.4 MEDEWERKERS
Herschikkingen binnen de bedrijfskolom leiden ook tot herschikkingen
van de bijbehorende werkgelegenheid. Los daarvan zal globaal gezien
het eenvoudige administratieve werk verminderen, terwijl de meer com-
plexe administratieve functies breder en/of rijker worden. Als de organi-
satie voor de buitenwereld transparanter en efficiënter wordt, wordt ze
dat ook voor de eigen medewerkers (vandaar dat zij soms ook tot de bui-
tenwereld gerekend worden). Door (mobiel) telewerken vervaagt de
grens tussen werk en vrije tijd. Aandachtspunt is ook hier de digital
divide: de tweedeling van het personeelsbestand in ICT  -vaardigen en de
rest.

5.2.5 ORGANISATIECULTUUR
De buitenwereld komt naar binnen en de binnenwereld wordt transpa-
ranter. Als de organisatie met eigen virtuele loketten werkt, kan de iden-
titeit versterkt worden. Bij het gebruik van de loketten van andere
organisaties word je juist minder zichtbaar.


                                                                      37
5.2.6 INFRASTRUCTUUR
De capaciteit en continuïteit van de ICT -infrastructuur en de beveiliging
ervan worden nog belangrijker dan ze al zijn. Internettechnologie zal de
ruggengraat worden van intern en extern gegevenstransport. Integratie
van applicaties vindt plaats via standaard berichten. Applicaties worden
vernieuwd en eerder procesgeoriënteerd dan afdelinggeoriënteerd. Ze
gaan transactiegewijs in plaats van batchgewijs te werk.

5.2.7 HUISVESTING
Waar het werk plaats vindt, wordt steeds minder van belang. Telewerken
kan niet alleen thuis, maar in feite overal.

5.2.8 FINANCIËN
Een ontwikkeling richting elektronisch zaken doen vraagt forse investe-
ringen met flinke afbreukrisico’s. In de exploitatiesfeer zijn bij een goede
aanpak efficiencywinsten te boeken. Bij een minder goede aanpak kun-
nen de exploitatiekosten gigantisch oplopen.


5.3 Overweging
De afweging of een XML-traject vooral gezien moet worden als het
oplossen van een technisch probleem of als het uitvoeren van een orga-
nisatieverandering hangt van twee zaken af: de uitgangspositie en het
ambitieniveau.
       De huidige situatie binnen de organisatie is het vertrekpunt voor
het XML-traject. Het maakt wat uit of de organisatie al klaar is voor
elektronisch zaken doen of dat er nog een hele weg te gaan is op dat
gebied. Hetzelfde geldt voor de technische infrastructuur. Als die de
vorm heeft van een eilandenrijk vallen er nog heel wat bruggen te bou-
wen. De organisatie kan dus zowel in technisch als in organisatorisch
opzicht voldoende of onvoldoende ontwikkeld zijn.
       Behalve de uitgangssituatie is ook het ambitieniveau van het
XML-traject van belang. Streeft de organisatie een eindsituatie na die
organisatorisch op een hoger plan staat of vooral technisch?
       In de praktijk blijkt het van belang om een eventuele achterstand
in de huidige situatie in te lopen vóór er aan nieuwe en verder reikende
ambities gewerkt gaat worden. Ook is het niet verstandig om tegelijker-
tijd een sprong voorwaarts te willen maken op technisch én op organisa-
torisch gebied.




 38
5.4 Conclusie
Als de huidige situatie een achterstand vertoont op ofwel organisato-
risch, ofwel technisch terrein, krijgt dat terrein als eerste de focus. Is het
op beide terreinen mis, dan worden beide aangepakt, maar niet tegelijk.
       Als de huidige situatie voldoende ontwikkeld is, volgt afhankelijk
van de geformuleerde ambitie een traject met de nadruk op organisatie
dan wel met de nadruk op techniek.

Tabel 5.1: Techniek of organisatie
Afweging            Ambitie                  Voordelen                 Nadelen
Techniek            Vooral technisch         Stabiele infrastructuur   Organisatie weet die
                                             creeren                   maar gedeeltelijk te
                                                                       benutten
Organisatie         Vooral organisatorisch   Lerende en flexibele      Techniek blijft achter
                                             organisatie creëren       bij wat de organisatie
                                                                       nodig heeft




                                                                                            39
40
6   Invoeren van XML: Project of
    proces?




    Organisaties kunnen een XML-ver-
    andertraject op verschillende wijzen
    aanpakken. Globaal gezien valt er te
    kiezen tussen een aanpak als project
    of een aanpak als proces. De afwe-
    ging hangt af van organisatorische
    condities.


    6.1 Project
    Bij een projectmatige aanpak van
    een XML-verandertraject staat
    het realiseren van een concreet
    doel in een afgebakende periode
    en met vooraf gealloceerde middelen (mensen en geld) centraal. Door-
    gaans treedt één van de managers op als opdrachtgever voor een pro-
    jectgroep, een tijdelijk werkverband. Zodra de projectgroep haar
    opdracht vervuld heeft, draagt ze de resultaten over aan de staande
    organisatie. De projectgroep kan dan ophouden te bestaan.
          Een gangbare aanpak om projecten overzichtelijk en beheersbaar
    te houden is het opsplitsen van de werkzaamheden in fasen. Fasen wor-
    den na elkaar uitgevoerd. Elke fase eindigt met de oplevering van een
    beslisdocument op basis waarvan de opdrachtgever décharge kan verle-
    nen voor de uitgevoerde werkzaamheden en aanvullende beslissingen
    kan nemen voor de volgende fasen.
          Er bestaan tal van methoden voor systeemontwikkeling die elk een
    specifieke projectindeling en aanpak voorstaan. Daarbij wordt voor zo
    ver ons bekend geen aandacht besteed aan specifieke XML-aangelegen-
    heden zoals:
    •     een genuanceerde make-or-buy afweging;
    •     contentanalyse;
    •     het modulair opzetten van documentschema’s;
    •     het converteren van bestaande informatie.

                                                                      41
Wanneer een organisatie uitdrukkelijk één bepaalde ontwikkelmethode
als standaard heeft uitgeroepen, zal die ook voor een XML-traject zo
goed mogelijk gevolgd moeten worden. Wanneer een organisatie niets
voorschrijft op dit gebied, zal de keuze aan de projectgroep zijn. Hoe die
uitpakt, doet er niet zo veel toe. Het is belangrijker dát er een methode
gevolgd wordt, dan wélke methode dat zal zijn.
        Op deze plaats volstaan we met een vrij generieke fase-indeling
van projecten. Ze bestaat uit:
1.     initiatieffase;
2.     definitiefase;
3.     ontwerpfase;
4.     realisatiefase;
5.     implementatiefase;
6.     gebruik en beheerfase.
Voor elke fase geven we kort aan wat de bedoeling is en welke zaken spe-
cifiek van belang zijn bij XML-trajecten.

6.1.1 INITIATIEFFASE
De initiatieffase is de aanloopfase tot een project. Feitelijk is er dan nog
geen sprake van een project.
      Voor XML-trajecten is het verstandig om in deze fase de afweging
te maken tussen enerzijds een projectmatige aanpak en anderzijds een
procesmatige aanpak. Valt de keuze op een projectmatige aanpak, dan
verdient het aanbeveling om de tekortkomingen daarvan door enkele
aanvullende maatregelen te compenseren (zie later).

6.1.2 DEFINITIEFASE
De definitiefase bestaat uit de analyse van het voorliggende probleem en
het definiëren van wat wél en wat níet de bedoeling van het project is.
Deze activiteit wordt ook wel de haalbaarheidstudie genoemd.
       Het resultaat van de definitiestudie is niet alleen dat er een dege-
lijke probleembeschrijving ligt, maar ook dat er verschillende globale
oplossingsrichtingen (systeemconcepten) zijn bedacht en afgewogen.
De architectuur van de oplossing ligt in grote lijnen vast (bijvoorbeeld
een uitgeefstraat, een portal, een content management system).
       Bij XML-trajecten is de make-or-buy beslissing belangrijk. Het
inkopen van specifieke expertise werkt doorgaans sneller en goedkoper
dan het gebruik maken van eigen expertise die eerst ontwikkeld moet
worden. Maar ook bij inkopen moet een organisatie tóch over een zekere
expertise in huis beschikken om deze inkoop in goede banen te kunnen
leiden. Naarmate het strategisch belang van het XML-traject voor een
organisatie groter is, is het belangrijker om in huis over eigen expertise
te beschikken.


 42
6.1.3 ONTWERPFASE
Tijdens de ontwerpfase worden de concepten voor de uiteindelijke
oplossing ontwikkeld. Het gaat hier niet alleen om technische concep-
ten, maar ook om organisatorische (herontwerpen bedrijfsprocessen,
aanpassen organisatiestructuren).
      Bij XML-trajecten is dit de fase waarin een content analysis plaats-
vindt en documentschema’s ontwikkeld worden. Belangrijk is daarbij de
vraag in welke mate de organisatie aansluiting zoekt bij al bestaande
documentschema’s, bijvoorbeeld van de eigen bedrijfstak of op het
gebied van elektronische handel als zodanig. Naarmate het strategisch
belang van het XML-traject voor een organisatie groter is, is het meer
gewenst om aan te sluiten bij bestaande standaards op dit gebied (of nóg
beter: invloed te hebben op het tot stand komen van die standaards).
      Het ontwerpen van een XML-oplossing wordt wel vergeleken met
het ontwerpen van een datamodel voor een relationele database. Er zijn
inderdaad overeenkomsten, maar er zijn ook grote verschillen.
      De overeenkomst zit in het feit dat een relationele database oplos-
sing vrij eenvoudig in een XML-oplossing is te vertalen. Het omge-
keerde is echter niet het geval. Een XML-documentschema kan
repeterende groepen van elementen bevatten; een relationeel datamodel
niet. Een XML-documentschema kan optionele elementen bevatten,
een relationeel datamodel niet.

6.1.4 REALISATIEFASE
Tijdens de realisatiefase vindt het daadwerkelijk bouwen van de oplos-
sing plaats. Dit kan ook het “verbouwen” van de organisatie inhouden.

6.1.5 IMPLEMENTATIEFASE
De implementatiefase betreft het in gebruik nemen van de oplossing en
het overdragen aan de staande organisatie. In deze fase vinden ook de
eventuele gebruikerstrainingen plaats.
      Bij XML-trajecten moet in deze fase vaak een conversie van
bestaand materiaal plaatsvinden. Dat is vaak een project op zichzelf.

6.1.6 GEBRUIK EN BEHEERFASE
Tijdens de gebruik en beheerfase vindt het eigenlijke gebruik van de
oplossing plaats. Dat vraagt ook om beheer en onderhoud. Feitelijk is
het project dan al achter de rug.
       Bij een XML-traject is het van belang dat helder is wie de docu-
mentschema’s gaat beheren en wat de procedure is om deze te wijzigen.
Een bruikbaar model is dat de materiedeskundigen adviseren over ver-
nieuwingen, maar niet er zelf over beslissen. Het management neemt de
beslissing en maakt daarbij de afweging tussen het belang van stabiele


                                                                      43
schema’s en het belang van vernieuwen. De ICT-afdeling kan de aan-
passingen uitvoeren.


6.2 Proces
Bij een procesmatige aanpak van een XML-verandertraject ligt de
nadruk op de vele partijen die bij het traject betrokken zijn. De partijen
verschillen onderling in het belang dat ze bij het XML-traject hebben,
wat ook zijn weerslag heeft op de energie waarmee ze zullen meewerken.
Voor het slagen van een XML-traject is het belangrijk dat er tussen deze
partijen een coalitie tot stand komt en in stand blijft. De initiatiefnemer
levert doorgaans de procesmanager.
        Bij een procesmatige aanpak is eerder sprake van een voorgeno-
men ontwikkelrichting dan van een concreet afgebakend en nauwkeurig
in de tijd aangegeven einddoel. Als er al een einddoel geformuleerd is,
dan kan dat tijdens de rit best gaan schuiven. Ook kunnen zich tijdens
de rit nog partijen bij het proces aansluiten of het proces verlaten. Par-
tijen in de vorm van verschillende organisaties zijn autonoom en niet
door een hoger gezag tot de orde te roepen. Zogenaamd “strategisch
gedrag” van partijen is bij een dergelijk proces niet ongewoon.
        In het centrum van een procesmatig verandertraject staat de pro-
cesmanager. Deze is minder bezig met feitelijke veranderingen en meer
met de manier waarop die bereikt kunnen worden. De procesmanager
zorgt ervoor dat beslissingen in alle openheid en met ruimte voor ieders
inbreng genomen worden, dat de core values van de partijen gerespec-
teerd worden, dat er voldoende voortgang is en dat uitkomsten van het
traject van voldoende kwaliteit zijn.
        Op deze plaats volstaan we met een vrij generieke opsomming van
mogelijke partijen bij een XML-traject:
•      management;
•      medewerkers;
•      ICT-ers;
•      partners;
•      afnemers;
•      leveranciers;
•      de omgeving.
Vanuit het perspectief van elk van deze partijen geven we een korte
beschrijving van een mogelijk XML-traject.

6.2.1 MANAGEMENT
Voor het management is de huidige situatie misschien wel stabiel in
organisatorisch en technisch opzicht. Ze is echter niet efficiënt, onder
meer omdat de verschillende geautomatiseerde systemen niet op elkaar


 44
aansluiten. Wil de organisatie in een turbulente omgeving kunnen over-
leven, dan zullen in ieder geval alle systemen onderling geïntegreerd
moeten zijn. Aandachtspunten voor het management zijn daarbij:
•     het efficiënt laten verlopen van het XML-traject
      Het proces moet in balans zijn. De organisatie moet veranderen
      door vanuit een stabiel stadium naar een volgend stabiel stadium
      te trekken.
•     het beleggen van nieuwe functies
      Een XML-traject kan een organisatie belasten met nieuwe zaken
      die beheerd moeten worden: documentschema’s, multimedia
      assets en de rechten daarop. Voor elk daarvan wachten de vol-
      gende vragen op een antwoord. Wie gaat straks nieuw beleid voor
      deze zaken ontwikkelen? Wie gaat ermee innoveren en experimen-
      teren? Wie gaat ontwikkelwerk uitvoeren? Wie doet het beheer?
      Wat wordt uitbesteed? Wie neemt de besluiten en wie ziet op de
      uitvoering ervan?
•     het oog hebben voor het toekomstige business model
•     het verrichten van het nodige “zendingswerk”.

6.2.2 MEDEWERKERS
De medewerkers opereren in de huidige situatie wellicht minder effi-
ciënt en met ondermaatse informatie, dubbel werk en ambigue rollen.
Het werk zal na doorlopen van een XML-traject minder administratief
en meer kennisgericht kunnen zijn. Aandachtspunten voor medewer-
kers zijn hierbij:
•     het XML-traject impliceert een organisatieverandering; dat brengt
      onzekerheid met zich mee, behoefte aan inspraak en aan bijscho-
      len voor een nieuwe of veranderende functie;
•     het werk wordt minder gericht op het bijdragen aan een enkel pro-
      duct en méér op het bijdragen aan herbruikbare content;
•     het werk wordt minder gericht op complete documenten en meer
      op onderdelen van documenten (componenten);
•     een verandering van de organisatiestructuur ligt daarbij in de rede.

6.2.3 ICT-ERS
Een aparte categorie medewerkers wordt gevormd door de ICT-ers.
Informatiesystemen en de bijbehorende ondersteuning zijn nu nog vaak
verticaal georganiseerd. Ieder systeem heeft zijn eigen karakteristiek, de
daarbij behorende ICT-ers eveneens. In de toekomst is veel meer inte-
gratie tussen alle systemen nodig en zijn de systemen meer nog dan
tegenwoordig van vitaal belang voor de organisatie. Voor het tot een
goed einde brengen van een XML-traject is het daarom gewenst dat
ICT-ers zich in twee richtingen ontwikkelen. Ze moeten meer horizon-


                                                                      45
taal weten te functioneren en ze moeten meer verstand krijgen van het
bedrijf in plaats van alleen van ICT.

6.2.4 AFNEMERS
Voor afnemers is een organisatie in de huidige situatie moeilijk aan te
spreken. Vaak moeten zij meerdere loketten benaderen en dezelfde
informatie meermalen verstrekken. In de toekomst zou dat één loket
moeten zijn dat aangepast is aan de klant en de organisatie transparant
maakt. Dat ene loket is echter wel met verschillende communicatiekana-
len aan te spreken. De afnemer voert nog maar eenmaal zijn gegevens in
en krijgt er een hoogwaardiger product voor terug.

6.2.5 LEVERANCIERS
Leveranciers communiceren in de huidige situatie via een beperkt aantal
verschillende kanalen met de organisatie. Tijdens een XML-traject
komt daar op een gegeven moment een op XML gebaseerd kanaal bij.
Vroeg of laat zullen daardoor een of meer andere kanalen verdwijnen.
De informatie-uitwisseling wordt rijker, vormen van ketenintegratie zijn
mogelijk. Daar staat tegenover dat ook steeds meer andere leveranciers
naar de gunsten van de organisatie kunnen dingen. Uiteindelijk resultaat
is een efficiënte e-commerce oplossing waarbij informatie- en bestu-
ringsinformatie zo veel mogelijk elektronisch worden uitgewisseld. De
externe communicatie is gestandaardiseerd waardoor “iedereen” kan
leveren.

6.2.6 CONTEXT
Een organisatie heeft rechtstreeks te maken met haar zogeheten transac-
tieomgeving (de omgeving waar ze daadwerkelijk zaken mee kan doen).
De rest van de buitenwereld noemen we hier simpelweg “context”.
Daar speelt zich bijvoorbeeld de standaardisatie van documentschema’s
af. De partij die dat regelt hoeft niet per se een nationale standaardorga-
nisatie te zijn. Allerlei brancheorganisaties of consortia kunnen als zo
danig optreden. Het kan voor een organisatie relevant zijn om ook deze
partij bij zijn procesmatige aanpak van een XML-traject te betrekken.
Via die partij is de discussie over de standaards te voeren en kunnen
eventueel aanpassingen worden aangekaart.


6.3 Overweging
Een XML-traject kan op een projectmatige of op een procesmatige
wijze aangepakt worden. De keuze hangt af van de aard van het veran-
dertraject. We zetten in onderstaande tabel twee karakteristieken tegen-
over elkaar.


 46
Tabel 6.1: XML-verandertrajecten – twee karakteristieken
Verandertraject          Karakteristiek A                  Karakteristiek B
Scope                    Klein deel van de organisatie     Groot deel van de organisatie
Intern / extern          Voornamelijk interne partijen     Ook diverse externe partijen
                         betrokken                         betrokken
Autonomie                Betrokken partijen maken deel     Betrokken partijen zijn behoor-
                         uit van één groter geheel en      lijk autonoom en kunnen bij-
                         hebben daardoor maar beperkte     voorbeeld zelf beslissen of ze
                         autonomie                         nog langer wensen te participe-
                                                           ren.
Integratie               Nog niet nodig, nieuwe oplos-     Is nodig
                         sing naast bestaande oplossin-
                         gen
Snelheid                 Is belangrijk                     Is minder belangrijk
Doelstelling             Ligt vast gedurende het traject   Kan tijdens het traject verande-
                                                           ren

Bij XML-verandertrajecten die voldoen aan karakteristiek A ligt een
projectmatige aanpak voor de hand. Trajecten die overeenkomen met
karakteristiek B kunnen beter procesmatig worden aangepakt.
      In de praktijk zullen XML-trajecten niet altijd zo mooi in één van
beide categorieën zijn in te delen. Het is dan gewenst om de meest opti-
male aanpak te kiezen en deze ter compensatie aan te vullen met
bepaalde elementen uit de andere aanpak.


6.4 Conclusie
Zolang er voornamelijk interne partijen bij een XML-traject betrokken
zijn die niet te veel autonomie hebben en de doelstelling concreet is, is
projectmatig werken de beste keus. Bij veel externe partijen, en vage of
verschuivende doelstellingen, verdient procesmanagement de voorkeur.
      Een organisatie die kiest voor projectmanagement loopt risico’s in
de relatie met vooral externe partijen. Als het XML-traject gevolgen
voor hen heeft en zij onvoldoende betrokken zijn, levert dat vroeg of laat
problemen op. Om dit te voorkomen is het verstandig om in het project-
plan expliciet melding te maken van de betrokken stakeholders. In de
planning komt dan te staan hoe en op welk moment tijdens het project
met hen gecommuniceerd gaat worden en wat de aard is van die com-
municatie. Is het stikken of slikken? Wordt het project aan hen “ver-
kocht”? Worden er wat proefballonnen opgelaten? Worden zij om advies
gevraagd? Kunnen zij op sommige punten meedoen aan de activiteiten?
      Ook procesmanagement heeft zijn risico’s. Hierbij kunnen vooral
de voortgang en de inhoudelijke kwaliteit in het gedrang komen. Het is
echter zeker mogelijk om binnen een proces te zoeken naar mogelijkhe-
den om kleine goedafgebakende deelprojecten uit te voeren. Die starten



                                                                                          47
pas als alle betrokkenen het daar over eens zijn, maar leveren vervolgens
wel concrete bijdragen aan de resultaten van het geheel.

Tabel 6.2: Project of proces
                    Aard van
Afweging                                      Voordelen              Nadelen
                    verandertraject
Project             Concreet doel, weinig     Snelheid maken         Achteraf komen de
                    externe partijen                                 bezwaren vanuit de
                                                                     organisatie
Proces              Veranderend doel, ver-    Commitment staat cen- Risico van tragere
                    schillende externe par-   traal                 voortgang
                    tijen
                                                                     Risico van geringere
                                                                     kwaliteit oplossing




 48
7   Uitleiding




    In de voorgaande hoofdstukken stonden vijf vragen of afwegingen cen-
    traal:
    1.     Zien wij XML als een technische standaard of als een strategische
           technologie?
    2.     Innoveren wij met XML bottom-up of kan dat beter top-down?
    3.     Zien wij onze relaties met de buitenwereld als een keten of als een
           netwerk?
    4.     Draait het bij de invoering van XML om de techniek of om de
           organisatie?
    5.     Pakken wij de verandering aan als een project of als een proces?
            Elke vraag bestaat uit twee schijnbare tegenpolen die we hebben
    beschreven en vergeleken en van een conclusie voorzien. Dat gaan we
    hier niet herhalen.
            Met vijf vragen en telkens twee antwoorden zijn al 32 verschil-
    lende combinaties te maken; met de aangebrachte nuanceringen en
    compensatie mogelijkheden in de antwoorden zelfs een veelvoud hier-
    van. Dat is uiteraard in theorie, in de praktijk bestaan er allerlei afhanke-
    lijkheden tussen de vragen waardoor het aantal mogelijke combinaties
    weer kleiner wordt.
            Als afsluiting zullen we hier nog eenmaal de vijf vragen de revue
    laten passeren. We zetten daarbij onze “extremen” nog één keer tegen-
    over elkaar:
    •      Profiel A: technische standaard, bottom-up, ketens, techniek, pro-
           ject;
    •      Profiel B: strategische keuze, top-down, netwerken, organisatie,
           proces.




                                                                             49
Tabel 7.1: Samenvattend overzicht
             voordelen (+)                                   voordelen (+)
Profiel A                             bepalende factor                                Profiel B
             nadelen (-)                                     nadelen (-)
technische   + Snel ervaring          Omgeving dyna-         + Diepte-investe-    strategische
standaard    opdoen                   misch of turbulent,    ring vanuit een hel- keuze
                                      dan ...>               dere toekomstvisie-
             - Incrementeel te                               Een heldere en
             werk gaan, dus later                            gedeelde toekomstvi-
             opnieuw converteren                             sie is niet gemakke-
                                                             lijk te formuleren

                                                             - Eigen competenties
                                                             zijn hiervoor mis-
                                                             schien nog onvol-
                                                             doende ontwikkeld

                                                             - Bedrijfsonderdelen
                                                             en/of zakenrelaties
                                                             verschillen sterk in
                                                             hun ontwikkeling op
                                                             dit gebied

                                                             - Benodigde stan-
                                                             daards zijn hiervoor
                                                             misschien nog onvol-
                                                             doende ontwikkeld
bottom-up    + geen grote risico’s    e-business en stan-    + afgeleid van visie     top-down
                                      daards op agenda
             + flexibel               topmanagement,         + schaalvoordelen
                                      dan ...>
             + experimenteer-                                + consistent
             ruimte- weinig een-
             heid in optreden                                - te vroeg beginnen
             naar buiten
                                                             - onvoldoende des-
             - beheer vaak niet                              kundigheid
             geregeld
                                                             - grote financiële
             - leren vaak niet                               risico’s
             georganiseerd
ketens       + efficiënt              werken met meer-    + flexibel           netwerken
                                      dere businessmodel-
             + klantenservice         len, dan ...>       - kostbaar stand-
                                                          punt voor een afzon-
             - minder flexibel bij                        derlijke organisatie
             opkomende nieuwe
             business models
techniek     + stabiele infrastruc- ambitie vooral orga-     + lerende en flexi-    organisatie
             tuur creëren           nisatorisch, dan ...>    bele organisatie creë-
                                                             ren
             - organisatie weet die
             maar gedeeltelijk te                            - techniek blijft ach-
             benutten                                        ter bij wat organisa-
                                                             tie nodig heeft
project      + snelheid maken         conditie van veel      + commitment staat proces
                                      partijen en onzeker-   centraal
             - achteraf komen de      heden, dan ...>
             bezwaren vanuit de                              - risico van tragere
             organisatie                                     voortgang

                                                             - risico van geringere
                                                             kwaliteit oplossingen




 50
8 Bijlagen


  Geraadpleegde literatuur
  •   H. de Bruijn, E. Ten Heuvelhof, R. in ’t Veld; Procesmanagement;
      over procesontwerp en besluitvorming; Academic Service,
      Schoonhoven, 2002.
  •   K. Doppler et al.; Change management: vormgeven aan het ver-
      anderingsproces; Addison-Wesley, Amsterdam, 1996.
  •   Electronic Government; challenges to the effective adoption of the
      extensible markup language; United States General Accounting
      Office, April 2002.
  •   Themanummer XML; Informatie, juni 2001.
  •   Ph. Evans et al.; De nieuwe economie blown to bits: hoe de infor-
      matie-economie bedrijfsstrategieën fundamenteel verandert; Busi-
      ness Contact, Amsterdam, 2000.
  •   Ch. Goldfarb; The XML Handbook; 4th edition; Prentice-Hall
      PTR, Upper-Saddle River, 2001.
  •   P. van der Hijden; Drie cases rond XML; Informatie, juni 2001.
  •   P. van der Hijden; Auteursprocessen; Element, nr.1, 2001.
  •   P. Noordam et al.; Trends in IT – 2002; Ten Hagen & Stam, Den
      Haag, 2002.
  •   B. Timmer et al.; Elektronisch inkopen op een open markt; NEVI,
      Zoetermeer, 2001.
  •   H. Visser, A. van Goor; Werken met logistiek; Wolters-Noordhoff,
      1999.
  •   G. Wijnen, W. Renes, P. Storm; Projectmatig werken; Het Spec-
      trum, Utrecht, 2001.


  Nuttige links
  •   International SGML/XML Users’ Group: www.isgmlug.org
  •   OASIS: www.oasis-open.org
  •   SGML/XML User Group Holland: www.sgml-ug.nl
  •   Startpagina XML: xml.pagina.nl
  •   The XML Industrial Portal: www.xml.org
  •   World Wide Web Consortium: www.w3c.org

                                                                    51

Más contenido relacionado

La actualidad más candente

koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
Marc van Gemert
 
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevens
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevensEindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevens
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevens
Frank Smilda
 
Kookhulp ontwerpdossier
Kookhulp ontwerpdossierKookhulp ontwerpdossier
Kookhulp ontwerpdossier
Brutcat
 
Beleidsnota Bestuurszaken 2009-2014, Geert Bourgeois
Beleidsnota Bestuurszaken 2009-2014, Geert BourgeoisBeleidsnota Bestuurszaken 2009-2014, Geert Bourgeois
Beleidsnota Bestuurszaken 2009-2014, Geert Bourgeois
Bart Gysens
 
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris PeetersBeleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Bart Gysens
 
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...
Twittercrisis
 
Masterthesis definitieve versie Jorieke de Wit 16052016
Masterthesis definitieve versie Jorieke de Wit 16052016Masterthesis definitieve versie Jorieke de Wit 16052016
Masterthesis definitieve versie Jorieke de Wit 16052016
Jorieke de Wit
 

La actualidad más candente (12)

koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
 
NHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekje
NHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekjeNHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekje
NHG Congres De Nieuwe Huisarts - programmaboekje
 
RAPPORT Betreffende de vergelijkende onderzoeksopdracht inzake toelage aan de...
RAPPORT Betreffende de vergelijkende onderzoeksopdracht inzake toelage aan de...RAPPORT Betreffende de vergelijkende onderzoeksopdracht inzake toelage aan de...
RAPPORT Betreffende de vergelijkende onderzoeksopdracht inzake toelage aan de...
 
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevens
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevensEindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevens
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevens
 
Kookhulp ontwerpdossier
Kookhulp ontwerpdossierKookhulp ontwerpdossier
Kookhulp ontwerpdossier
 
Thesis Big Data
Thesis Big DataThesis Big Data
Thesis Big Data
 
Beleidsnota Bestuurszaken 2009-2014, Geert Bourgeois
Beleidsnota Bestuurszaken 2009-2014, Geert BourgeoisBeleidsnota Bestuurszaken 2009-2014, Geert Bourgeois
Beleidsnota Bestuurszaken 2009-2014, Geert Bourgeois
 
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris PeetersBeleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
 
Communicatie familiebedrijven
Communicatie familiebedrijvenCommunicatie familiebedrijven
Communicatie familiebedrijven
 
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...
 
Masterthesis definitieve versie Jorieke de Wit 16052016
Masterthesis definitieve versie Jorieke de Wit 16052016Masterthesis definitieve versie Jorieke de Wit 16052016
Masterthesis definitieve versie Jorieke de Wit 16052016
 
Trendrapport Internetgebruik 2012
Trendrapport Internetgebruik 2012Trendrapport Internetgebruik 2012
Trendrapport Internetgebruik 2012
 

Destacado

Destacado (7)

Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...
Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...
Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...
 
Canvas beoordelen STEM-activiteiten; Pieter van der Hijden
Canvas beoordelen STEM-activiteiten; Pieter van der HijdenCanvas beoordelen STEM-activiteiten; Pieter van der Hijden
Canvas beoordelen STEM-activiteiten; Pieter van der Hijden
 
F.A.Q. bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der Hijden
F.A.Q. bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der Hijden F.A.Q. bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der Hijden
F.A.Q. bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der Hijden
 
Instructiekaart "Individueel: Ervaar een STEM-activiteit (Maak een scribbling...
Instructiekaart "Individueel: Ervaar een STEM-activiteit (Maak een scribbling...Instructiekaart "Individueel: Ervaar een STEM-activiteit (Maak een scribbling...
Instructiekaart "Individueel: Ervaar een STEM-activiteit (Maak een scribbling...
 
Presentation "Fab Lab Life Cycle & Business Models"; Pieter van der Hijden; B...
Presentation "Fab Lab Life Cycle & Business Models"; Pieter van der Hijden; B...Presentation "Fab Lab Life Cycle & Business Models"; Pieter van der Hijden; B...
Presentation "Fab Lab Life Cycle & Business Models"; Pieter van der Hijden; B...
 
Fab Lab Safety Game; Facilitators Guide; Pieter van der Hijden; 2016
Fab Lab Safety Game; Facilitators Guide; Pieter van der Hijden; 2016Fab Lab Safety Game; Facilitators Guide; Pieter van der Hijden; 2016
Fab Lab Safety Game; Facilitators Guide; Pieter van der Hijden; 2016
 
Social Business for Complex Organizations
Social Business for Complex OrganizationsSocial Business for Complex Organizations
Social Business for Complex Organizations
 

Similar a XML en Organisatie: vijf tegenstellingen

Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...
Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...
Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...
HenrietteReerink
 
Onetouch 810 user manual - dutch
Onetouch 810   user manual - dutchOnetouch 810   user manual - dutch
Onetouch 810 user manual - dutch
Matinator10
 
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
AndereTijden
 
Presentatie wp fujifilm eneco 110412
Presentatie wp fujifilm eneco 110412Presentatie wp fujifilm eneco 110412
Presentatie wp fujifilm eneco 110412
jaapbosch
 
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"
Cito Benelux
 
DA de Waard (oratie)
DA de Waard (oratie)DA de Waard (oratie)
DA de Waard (oratie)
Dick de Waard
 
afstuderenBPMIT Gerben de Wolf
afstuderenBPMIT Gerben de WolfafstuderenBPMIT Gerben de Wolf
afstuderenBPMIT Gerben de Wolf
Gerben de Wolf
 
Capita selecta florine deimann 2
Capita selecta florine deimann 2Capita selecta florine deimann 2
Capita selecta florine deimann 2
Sanoma NL
 

Similar a XML en Organisatie: vijf tegenstellingen (20)

Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...
Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...
Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...
 
Masterscriptie Lenneke van der Meijden
Masterscriptie Lenneke van der MeijdenMasterscriptie Lenneke van der Meijden
Masterscriptie Lenneke van der Meijden
 
Cyberrisico's - de actuele stand van zaken
Cyberrisico's - de actuele stand van zakenCyberrisico's - de actuele stand van zaken
Cyberrisico's - de actuele stand van zaken
 
2 Part1
2 Part12 Part1
2 Part1
 
6153 V01 Fc (2)
6153 V01 Fc (2)6153 V01 Fc (2)
6153 V01 Fc (2)
 
Verbeter Fashion Supply Chain planning
Verbeter Fashion Supply Chain planningVerbeter Fashion Supply Chain planning
Verbeter Fashion Supply Chain planning
 
Verbeter de Fashion Supply Chain
Verbeter de Fashion Supply ChainVerbeter de Fashion Supply Chain
Verbeter de Fashion Supply Chain
 
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de LeefloonwetStudieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
 
Onetouch 810 user manual - dutch
Onetouch 810   user manual - dutchOnetouch 810   user manual - dutch
Onetouch 810 user manual - dutch
 
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
 
Presentatie wp fujifilm eneco 110412
Presentatie wp fujifilm eneco 110412Presentatie wp fujifilm eneco 110412
Presentatie wp fujifilm eneco 110412
 
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"
 
DA de Waard (oratie)
DA de Waard (oratie)DA de Waard (oratie)
DA de Waard (oratie)
 
Eindraport versie 14; 24 08-2014
Eindraport versie 14; 24 08-2014Eindraport versie 14; 24 08-2014
Eindraport versie 14; 24 08-2014
 
afstuderenBPMIT Gerben de Wolf
afstuderenBPMIT Gerben de WolfafstuderenBPMIT Gerben de Wolf
afstuderenBPMIT Gerben de Wolf
 
2020 start vandaag! #GRAFOC-studie naar de nieuwe competenties voor de printm...
2020 start vandaag! #GRAFOC-studie naar de nieuwe competenties voor de printm...2020 start vandaag! #GRAFOC-studie naar de nieuwe competenties voor de printm...
2020 start vandaag! #GRAFOC-studie naar de nieuwe competenties voor de printm...
 
Tms online 1 1
Tms online 1 1Tms online 1 1
Tms online 1 1
 
Capita selecta florine deimann 2
Capita selecta florine deimann 2Capita selecta florine deimann 2
Capita selecta florine deimann 2
 
Flexibele oplossingen voor het laagspanningsnet van morgen [pt. I]
Flexibele oplossingen voor het laagspanningsnet van morgen [pt. I]Flexibele oplossingen voor het laagspanningsnet van morgen [pt. I]
Flexibele oplossingen voor het laagspanningsnet van morgen [pt. I]
 
Masterproef
MasterproefMasterproef
Masterproef
 

Más de Pieter van der Hijden

A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...
A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...
A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...
Pieter van der Hijden
 

Más de Pieter van der Hijden (20)

Fab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der Hijden
Fab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der HijdenFab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der Hijden
Fab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der Hijden
 
A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...
A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...
A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...
 
Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...
Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...
Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...
 
Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...
Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...
Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...
 
Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...
Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...
Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...
 
Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...
Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...
Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...
 
Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...
Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...
Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...
 
Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...
Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...
Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...
 
Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...
Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...
Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...
 
[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgame
[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgame[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgame
[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgame
 
Internet-of-Things en LoRaWAN Launch Suriname
Internet-of-Things en LoRaWAN Launch SurinameInternet-of-Things en LoRaWAN Launch Suriname
Internet-of-Things en LoRaWAN Launch Suriname
 
Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...
Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...
Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...
 
Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...
Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...
Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...
 
Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...
Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...
Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...
 
De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...
De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...
De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...
 
The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...
The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...
The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...
 
Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...
Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...
Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...
 
Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...
Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...
Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...
 
Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...
Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...
Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...
 
ICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop Suriname
ICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop SurinameICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop Suriname
ICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop Suriname
 

XML en Organisatie: vijf tegenstellingen

  • 1. XML en Organisatie: vijf tegenstellingen
  • 2. “We’re going through a transition in technology, which I’ll talk about, from the world of the PC to the graphical user interface to the Internet, and now to the XML revolution, which I think will actually be as big or bigger as any of the revolutions which have preceded it.” Steve Ballmer, Chief Executive Officer Microsoft Corporation InfoWorld CTO Summit, San Francisco, June 21, 2001
  • 3. XML en Organisatie: vijf tegenstellingen Pieter van der Hijden SGML/XML Users Group Holland
  • 4. Over de auteur Pieter van der Hijden is organisatie- en ICT-adviseur met als specialismen XML, e-government en management games (pvdh@sofos.nl). Hij werkt via zijn eigen Sofos Consultancy te Amsterdam (www.sofos.nl). De activiteiten van de Werkgroep Organisatie van de SGML/XML-User Group vormden de bouwstenen voor de totstandkoming van deze uitgave. De Werk- groep bestaat uit de volgende leden: Eduard Bonjer, SolVision Bea van Ette, Nijgh John de Gast, Scan Laser Pieter van der Hijden, Sofos Consultancy Aad Kamsteeg, Diderot Track (voorzitter) John Leenen, DCE Consultants Sam van der Meij, ITM management & informatie Steven Metz, DCE Consultants Quirijn Schuurmans, Mitsubishi Motors Henk Verbeek, Kluwer Copyright © Copyright 2002 SGML/XML Users Group Holland, Postbus 20, 1687 ZGþWog- num. http://www.sgml-ug.nl ISBN 90 807527 1 1 Zet- en drukwerk Grafidata, Deventer, http://www.grafidata.nl Illustraties Frank Kamsteeg, Rijswijk Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgesla- gen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
  • 5. Inhoud Voorwoord 7 1 Inleiding 9 1.1 Korte introductie XML ................................................ 9 1.1.1 Definitie .............................................................. 9 1.1.2 Historie ............................................................... 9 1.1.3 Documenten ..................................................... 11 1.1.4 Documentschema's ............................................ 12 1.1.5 XML-familie ..................................................... 13 1.1.6 Toepassingen..................................................... 14 1.2 Leeswijzer .................................................................. 14 2 Kiezen voor XML: technische standaard of strategische technologie? 17 2.1 Technische standaard ................................................. 17 2.2 Strategische technologie.............................................. 18 2.3 Overweging ................................................................ 20 2.3.1 Statische omgeving ............................................ 20 2.3.2 Dynamische omgeving ....................................... 21 2.3.3 Turbulente omgeving......................................... 22 2.4 Conclusie ................................................................... 23 3 Innoveren met XML: bottom-up of top-down? 25 3.1 Bottom-up ................................................................. 25 3.2 Top-down .................................................................. 26 3.3 Overweging ................................................................ 27 3.4 Conclusie ................................................................... 27 4 Externe relaties: Ketens of netwerken? 29 4.1 Ketens ....................................................................... 29 4.2 Netwerken ................................................................. 31 4.3 Overweging ................................................................ 33 4.4 Conclusie ................................................................... 34 5
  • 6. 5 Focus van XML: Techniek of organisatie? 35 5.1 Techniek .................................................................... 35 5.2 Organisatie ................................................................. 36 5.2.1 Relatie tot de omgeving ...................................... 36 5.2.2 Organisatiestructuur .......................................... 36 5.2.3 Processen .......................................................... 37 5.2.4 Medewerkers ..................................................... 37 5.2.5 Organisatiecultuur ............................................. 37 5.2.6 Infrastructuur .................................................... 38 5.2.7 Huisvesting........................................................ 38 5.2.8 Financiën .......................................................... 38 5.3 Overweging ................................................................ 38 5.4 Conclusie ................................................................... 39 6 Invoeren van XML: Project of proces? 41 6.1 Project ....................................................................... 41 6.1.1 Initiatieffase ....................................................... 42 6.1.2 Definitiefase ...................................................... 42 6.1.3 Ontwerpfase ...................................................... 43 6.1.4 Realisatiefase ..................................................... 43 6.1.5 Implementatiefase.............................................. 43 6.1.6 Gebruik en beheerfase........................................ 43 6.2 Proces ........................................................................ 44 6.2.1 Management ..................................................... 44 6.2.2 Medewerkers ..................................................... 45 6.2.3 ICT-ers ............................................................. 45 6.2.4 Afnemers........................................................... 46 6.2.5 Leveranciers ...................................................... 46 6.2.6 Context ............................................................. 46 6.3 Overweging ................................................................ 46 6.4 Conclusie ................................................................... 47 7 Uitleiding 49 Bijlagen 51 6
  • 7. Voorwoord De eXtensible Markup Language (XML) is een open standaard voor het annoteren van informatie. Documenten gebaseerd op deze stan- daard zijn door computers te lezen en te interpreteren. Het gebruik van XML is sterk in opkomst. Alleen al in Nederland zijn naar onze inschat- ting honderden XML-projecten uitgevoerd. Informatie over XML en zijn toepassingen is overvloedig beschik- baar. Academische boekhandels vullen meters schaplengte met XML- titels en zelfs in warenhuizen en kiosken zijn boeken over XML terug te vinden. De insteek van al dat moois is echter vooral technisch. De orga- nisatorische kant van de invoering van XML krijgt nauwelijks aandacht. Dat is vreemd, omdat vooral op organisatorisch gebied er nogal eens wat mis gaat bij XML-projecten. De SGML/XML Users Group Holland is een vereniging gericht op het creëren, delen en onder de aandacht brengen van voorhoedeken- nis op het gebied van SGML/XML. Ze heeft het gebrek aan informatie over de organisatorische aspecten van XML gesignaleerd en een werk- groep ingesteld om daar wat aan te doen. De Werkgroep Organisatie had niet de middelen om een groots onderzoek op te zetten. Ze heeft zich daarom beperkt tot het onderzoe- ken van een tiental bedrijven met interessante XML-cases. Deze bedrij- ven behoorden tot de volgende sectoren: productie van transport– middelen, productie van elektronica, banken, verzekeringen, persagent- schappen, uitgeverijen, onderwijs, onderzoek, omroep en overheid. Uit de onderzochte cases heeft de werkgroep meer algemeen bruikbare inzichten gedestilleerd. De werkgroep heeft een vijftal vragen geïsoleerd die managers, adviseurs, ICT-professionals en betrokken medewerkers zouden moeten afwegen. In het kort gaat het hierbij om: 1. Zien wij XML als een technische standaard of als een strategische technologie? 2. Innoveren wij met XML bottom-up of kan dat beter top-down? 3. Zien wij onze relaties met de buitenwereld als een keten of als een netwerk? 4. Draait het bij de invoering van XML om de techniek of om de organisatie? 7
  • 8. 5. Pakken wij de verandering aan als een project of als een proces? Over deze vijf afwegingen valt veel te zeggen. De werkgroep heeft dat gedaan in de vorm van de publicatie die nu voor u ligt. De vereniging is de onderzochte bedrijven dankbaar voor hun bereidwillige medewerking aan het onderzoek. Hun namen worden hier niet vermeld, omdat een deel van de verstrekte informatie daarvoor te vertrouwelijk was. Onze erkentelijkheid is daar uiteraard niet minder om. Met genoegen biedt de vereniging u hierbij de publicatie aan. Namens het bestuur van SGML/XML Users Group Holland Gerard te Vaanhold Voorzitter 8
  • 9. 1 Inleiding Dit hoofdstuk start speciaal voor nieuwkomers op het terrein van XML met een ultrakorte behandeling van XML voor beginners. Het geeft een informele definitie van XML, beschrijft kort zijn historie en gaat in op XML-documen- ten en XML-documentschema’s, de familie van XML-standaards en de belangrijkste XML-toepassingen. Het eindigt met een leeswijzer. 1.1 Kor te introductie XML 1.1.1 DEFINITIE XML staat voor eXtensible Markup Language, ofwel uitbreidbare mar- keringstaal. Het is een open standaard voor het annoteren van informa- tie, in principe digitale tekstuele informatie. We noemen XML een taal omdat het een vocabulaire kent en grammaticaregels. De markering van informatie gebeurt door middel van labels of “tags”. De gebruiker kan zelf nieuwe “tags” benoemen en aan het vocabulaire van de taal toevoe- gen. In die zin is de taal dus uitbreidbaar. Voorbeeld 1 Om in een tekst aan te geven dat de passage “Lange Poten 4” een adres betreft, zou je de volgende XML-notatie kunnen gebruiken: <adres>Lange Poten 4</adres> In voorgaand voorbeeld geven de tags <adres> en </adres> het begin en einde aan van een tekstfragment dat als “adres” moet worden opgevat. De eindtag verschilt van de begintag in het extra “/”-teken (slash). Tags komen altijd paarsgewijs voor. Het zijn als het ware open- en sluithaak- jes. De combinatie van begintag, inhoud en eindtag heet “element”. Ele- menten kunnen ook genest worden (tagpaar binnen tagpaar). 1.1.2 HISTORIE In 1986 heeft de International Standards Organisation de SGML-stan- daard vastgesteld (ISO8879). SGML staat voor Standardised General Markup Language. Dit is een zeer uitgebreide markeringstaal met veel variatiemogelijkheden. Ze werd en wordt vooral toegepast in bedrijfstak- 9
  • 10. ken met grote volume’s aan ingewikkelde documenten, zoals de vlieg- tuigindustrie. Daarnaast is ze vooral bij uitgeverijen in gebruik. Zij kunnen met behulp van deze standaard hun digitale informatie medium- en opmaakneutraal opslaan. Dat wil zeggen dat de vormeigen- schappen van het publicatiemedium geen onderdeel van het bestand zijn. Het bestand is daardoor gemakkelijk te hergebruiken voor een ander dan het oorspronkelijke publicatiemedium of format. In 1989 heeft het CERN in Genève een Hypertext Markup Lan- guage (HTML) geformuleerd. Daarbij is gebruik gemaakt van een aan- tal principes uit SGML. HTML is een markeringstaal voor webpagina’s. Surfen over het Internet komt in feite neer op het elders ophalen van een HTML-document. De internetbrowser op de eigen PC maakt daar dan een webpagina van. Het programmeren van webpa- gina’s is vrij eenvoudig, terwijl ook de internetbrowsers niet al te com- plex hoeven te zijn. Ook HTML was oorspronkelijk bedoeld om informatie opmaak- neutraal te markeren. Het zou dan de taak van de browser zijn om bij een bepaalde informatie-inhoud een adequate opmaak te genereren. In de praktijk van het snel groeiende World Wide Web bleek echter dat de houders van websites zo veel mogelijk zélf wilden bepalen hoe hun web site op de PC van de ontvangers er uit zou komen te zien. Bouwers van concurrerende internetbrowsers gingen daarom hun producten van steeds meer toeters en bellen voorzien en verzonnen eigen uitbreidingen op HTML. Met moeite heeft het World Wide Web Consortium (W3C) die ontwikkeling weten te bezweren. Deze organisatie nam de zorg voor HTML over. Er verschenen nieuwe, meer uitgebreide versies van HTML met meer mogelijkheden om de uiteindelijke opmaak te beïn- vloeden. De oorspronkelijke bedoeling achter HTML was door de werke- lijkheid ingehaald. Het World Wide Web Consortium besloot daarom om een nieuwe start te maken. Het ontwikkelde in 1998 XML als een lichte vorm van SGML. De oorspronkelijke bedoeling hiervan is het inhoudelijk markeren van webinformatie. Inhoud en opmaak zijn nu te scheiden. Via een eenvoudige vertaalslag aan de kant van de webserver of binnen de internetbrowser op de PC wordt deze informatie dan van een bepaalde opmaak voorzien. De taal is uitbreidbaar met eigen voca- bulaires, bijvoorbeeld per vakgebied. Bovendien zijn XML-teksten dankzij de grammaticaregels door een computer op syntactische cor- rectheid te controleren. Net als HTML-documenten, zijn ook XML- documenten moeiteloos via het Internet op te vragen en te transporte- ren. XML is goed aangeslagen. Als lichte uitgave van SGML blijkt het niet alleen nuttig voor webpagina’s, maar ook voor allerlei zaken die eer- 10
  • 11. der met SGML werden aangepakt. Ook uitgeverijen maken daarom in toenemende mate van XML gebruik. Het is daarnaast het bindmiddel voor applicatie-integratie en de basis voor het gestandaardiseerd berich- tenverkeer bij elektronisch zaken doen. De computerindustrie van IBM via Microsoft tot Sun heeft XML omarmd. XML is daarom zeker geen hype, maar een blijvende verandering. De ontwikkeling van HTML is intussen na versie 4 gestopt. Het World Wide Web Consortium heeft nu XHTML gelanceerd (2000) dat in eerste instantie identiek is aan HTML 4, maar dan als een volwaar- dige XML-toepassing. Programmeren blijft relatief eenvoudig, ook de browsers kunnen relatief eenvoudig zijn. Dankzij de strikte grammatica kunnen webpagina’s nu gevalideerd worden. Verdere ontwikkelingen van XHTML vinden plaats. Ook daarbij is de tendens om inhoud en presentatie uit elkaar te halen. 1.1.3 DOCUMENTEN Een samenhangende hoeveelheid informatie voorzien van XML-tags heet een XML-document. In een XML-document geven de tags de structuur aan en lopende tekst de eigenlijke inhoud. Doordat de inhoud van een tagpaar weer een ander tagpaar kan bevatten (het nesten van elementen) heeft vrijwel elk XML-document een hiërarchische indeling (boomstructuur). Een XML-document is op te vatten als een lange reeks van tekens die machinaal leesbaar is. Voor de tekens zijn verschillende coderingen mogelijk, onder andere Unicode. XML is daarmee geschikt om vrijwel elke schriftsoort op de wereld vast te leggen. Fysiek gezien is een XML- document vaak één computerbestand of één databaserecord. Een XML-document kan echter ook opgesplitst worden in meerdere fysieke entiteiten. Die fysieke entiteiten kunnen ook een geheel ander format hebben dan tekst, bijvoorbeeld beeld of geluid. XML is daardoor geschikt voor het inhoudelijk structureren van multimediaal bronmateri- aal. Een van de belangrijkste eisen die aan programmatuur voor het verwerken van XML-documenten wordt gesteld is dat deze altijd moet controleren of een XML-document grammaticaal en syntactisch correct is. In XML-jargon: een XML document moet altijd well formed zijn. Wanneer een programma vaststelt dat een document niet aan die eis voldoet, dan stopt de verwerking en zal een foutmelding worden gege- ven. Als een XML-document niet well formed is dan is het geen XML- document. Deze strenge regel zorgt ervoor dat XML betrouwbaar ver- werkt kan worden, omdat elementaire fouten in de structuur zijn uitge- sloten. 11
  • 12. 1.1.4 DOCUMENTSCHEMA'S Een documentschema is een voorschrift dat aangeeft hoe de structuur van een bepaald type XML-document er uit hoort te zien. Het geeft aan welke elementen in welke volgorde horen voor te komen, welke elemen- ten verplicht zijn en welke optioneel. De begintag van een element kan voorzien worden van additionele gegevens zoals parameterwaarden. Deze gegevens heten attributen. Het documentschema kan ook voorschrijven of een element attributen heeft, welke dat zijn (verplicht of optioneel) en welke waarden de attributen kunnen aannemen. Voorbeeld 2 De begintag uit voorbeeld 1 is nu van een attribuut voorzien dat aangeeft dat het om een bezoekadres gaat: <adres type="bezoek">Lange Poten 4</adres> Het grote voordeel van het werken met documentschema’s is dat XML- documenten daarmee automatisch valideerbaar worden. Voor ieder XML-document kan een computer nagaan hoe het zit met de wellfor- medness. Voor een XML-document dat naar een documentschema ver- wijst kan een computer bovendien nagaan of het document voldoet aan het schema. Documenten zijn daarmee automatisch te controleren. De uitwisseling van documenten tussen verschillende computersystemen wordt daarmee een stuk betrouwbaarder omdat nu voorspelbaar is geworden wat een document mag en kan bevatten. Onaangename ver- rassingen zijn daarmee uitgesloten. Binnen XML heten documentschema’s Document Type Definiti- ons (DTD’s). Deze hebben een beperkte functionaliteit en kunnen bij- voorbeeld niet aangeven tot welk datatype de inhoud van een bepaald element behoort en wat minimum en/of maximum waarden zijn. Het World Wide Web Consortium heeft echter inmiddels een nieuwe en meer uitgebreide definitie voor documentschema’s opgesteld. Deze heten kortweg XML-schema’s. Daarnaast hebben enkele andere consor- tia alternatieven voor XML-schema’s bedacht (bijv. Relax NG van Oasis en Schematron van het Academia Sinica Computing Center in Taiwan). Onderstaande tabel geeft enkele voorbeelden van bestaande docu- mentschema’s. 12
  • 13. Tabel 1.1: Voorbeelden van documentschema's Documentschema Toepassingsgebied DocBook Technische handleidingen CML Chemische formules EML Onderwijsmodules MathML Wiskundige formules NewsML Nieuwsberichten SVG Schaalbare vector voorstellingen XHTML Websites WML 3 Waptelefoons 1.1.5 XML-FAMILIE Behalve de eigenlijke XML-aanbeveling (het World Wide Web Consor- tium spreekt niet van standaards omdat het W3C geen officiële stan- daardorganisatie is) is inmiddels een hele familie van verwante aanbevelingen gecreëerd. We noemen hier kort de “namespaces” en XSL. Een uitgebreider overzicht staat in onderstaande tabel. Er is een voorziening genaamd “Namespaces” die een methode geeft om ervoor te zorgen dat bij gebruik van een XML-document dat is samengesteld uit fragmenten van andere XML-documenten die door verschillende schema’s zijn gedefinieerd geen conflicten in naamgeving van elementen of attributen kan ontstaan. Met een namespacedefinitie is in alle omstandigheden zichtbaar uit welk schema het element afkomstig is. Dit is vooral van belang bij uitwisseling van XML-gegevens. XSL (eXtensible Stylesheet Language) bestaat feitelijk uit twee delen: XSLT (transformaties) is een XML vocabulaire waarmee trans- formaties van het ene XML-model naar een willekeurig ander XML- model, HTML of “tekst” kunnen worden uitgevoerd. Het andere deel is XSLFO (Formatting Objects). XSLFO is een XML-vocabulaire waar- mee een paginaopmaak kan worden beschreven. XSLFO is een presen- tatietaal voor in XML. Met behulp van XSLT kan een XML-document worden getransformeerd in een XSLFO-document. Wanneer gesproken wordt over XSL worden beide delen bedoeld. 13
  • 14. Tabel 2: De belangrijkste leden van de XML-familie Technische standaard Beschrijving Status EXtensible Markup Language De basisdefinitie voor XML. Versie 1.0 (Tweede Editie). (XML) 1.0 Aanbeveling sinds 6 oktober 2000. EXtensible Stylesheet Language Standaard transformatietaal Versie 1.0. Aanbeveling sinds 16 for Transformations (XSLT) voor XML. november 1999. Extensible Style sheet Language Standaard opmaaktaal (pagina- Versie 1.0. Aanbeveling sinds 15 for Formatting Objects beschrijvingstaal) voor het oktober 2001. (XSLFO) omzetten van XML naar print- bare pagina’s. XML Schema Standaard voor het beschrijven Versie 1.0. Aanbeveling sinds 2 van XML structuren, inhoud en mei 2001. semantiek van XML documen- ten. Modelleringstaal. XML Namespaces Standaard voor het definiëren Aanbeveling sinds 14 januari van unieke kenmerken om ele- 1999. menten en attributen met een zelfde naam afkomstig uit ver- schillende schema’s te kunnen onderscheiden. Document Object Model Generieke methode om dyna- Level 1: aanbeveling sinds 1 (DOM) misch toegang te krijgen tot oktober 1998; Level 2: aanbeve- XML structuren en deze te kun- ling sinds 13 november 2000. nen aanpassen in het geheugen van een computer. XML Path Language (XPath) Syntax om specifieke posities in Versie 1.0. Aanbeveling sinds 16 een XML structuur te kunnen november 1999. benoemen en te kunnen bevra- gen. XML Linking Language Taal om de relatie tussen XML Versie 1.0. Aanbeveling sinds 27 (XLink) documenten te kunnen beschrij- juni 2001. ven. XML-Signature Syntax and Syntax en regels voor het opne- Aanbeveling sinds 12 februari Processing men van digitale handtekening 2002. in een XML document en hoe deze weer te geven. 1.1.6 TOEPASSINGEN De bekendste toepassingsgebieden voor XML zijn: mediumneutraal uitgeven, interactieve webportalen, berichtenverkeer binnen en buiten de organisatiegrenzen. Hiermee zijn zaken mogelijk als digitale duur- zaamheid, content management als aanvulling op document manage- ment, applicatie-integratie, keteninformatisering en webservices. 14
  • 15. 1.2 Leeswijzer In de navolgende hoofdstukken wordt een vijftal vragen rond XML en organisatie behandeld. 1. Zien wij XML als een technische standaard of als een strategische tech- nologie? Organisaties kunnen XML inzetten als een technische standaard of als een strategische technologie. Waarop de nadruk ligt, hangt af van de wijze waarop een organisatie wil innoveren. Dat laatste wordt vooral ingegeven door de aard van de omgeving waarbinnen die organisatie opereert. 2. Innoveren wij met XML bottom-up of kan dat beter top-down? Organisaties blijken vrij spontaan met innovatie bezig te zijn. Dat gebeurt op initiatief van decentrale managers en zonder veel bemoeienis van de top (bottom-up). Het kan ook anders, als een door de top geïnitieerd en gestuurd verandertraject (top-down). Ook innoveren met XML kan zowel bottom-up als top-down plaatsvinden. Vaak gaat een periode van spontaniteit vooraf aan het moment waarop elektronisch zaken doen en het belang van standaards op de agenda van het topmanagement staat. 3. Zien wij onze relaties met de buitenwereld als een keten of als een net- werk? Organisaties zien hun relaties met de buitenwereld soms als een keten of bedrijfskolom, soms als netwerken. Hun business model bepaalt hun blik. Voor XML-trajecten is dit onderscheid relevant. 4. Draait het bij de invoering van XML om de techniek of om de organi- satie? Afhankelijk van het vertrekpunt en het ambitieniveau is een XML- traject voor een organisatie vooral een technische of een organisa- torische uitdaging. 5. Pakken wij de verandering aan als een project of als een proces? Organisaties kunnen een XML-verandertraject op verschillende wijzen aanpakken. Globaal gezien valt er te kiezen tussen een aan- pak als project of een aanpak als proces. De afweging hangt af van organisatorische condities. De publicatie eindigt met een “uitleiding” waarin als samenvatting de twee “extremen” uit bovenstaande vragen met elkaar worden vergele- ken. 15
  • 16. 16
  • 17. 2 Kiezen voor XML: technische standaard of strategische technologie? Organisaties kunnen XML inzetten als een technische standaard of als een strategische technologie. Waarop de nadruk ligt, hangt af van de wijze waarop een organisatie wil innove- ren. Dat laatste wordt vooral ingege- ven door de aard van de omgeving waarbinnen die organisatie opereert. 2.1 Technische standaard XML kan worden opgevat als een louter technische standaard voor het platformneutraal, applicatieneu- traal en presentatie-/mediumneutraal opslaan van informatie. Een XML-document is platformneutraal, omdat het gebruikte platform (Windows/Intel, Macintosh, Sun/Solaris e.d.) er niet toe doet. Een XML-document bevat geen platformspecifieke coderingen en kan bovendien probleemloos via Internetprotocollen worden uitgewisseld tussen verschillende platforms. Een XML-document is ook applicatieneutraal. De enige eis die aan applicaties gesteld wordt is dat ze XML kunnen lezen en schrijven. Steeds meer applicaties die op de markt zijn hebben die eigenschap. Eigen ontwikkelde applicaties zijn relatief eenvoudig met XML-functio- naliteit uit te breiden. Veel gebruikte programmeeromgevingen bevatten daar de hulpmiddelen voor. Verder is allerlei nuttige XML-software, als afzonderlijke applicatie of als component, in het publieke domein beschikbaar of tegen relatief lage kosten aan te schaffen. Een XML-document kan presentatie- of mediumneutraal zijn. Er staat “kan” omdat het van de ontwikkelaar afhangt of het ook zo is. Zoals het met een gestructureerde programmeertaal toch mogelijk is om 17
  • 18. programma’s de inzichtelijkheid van een bord spaghetti te geven, zo is het ook met XML mogelijk om toch een onleesbaar document op te zet- ten waarin inhoud en opmaak dwars door elkaar heen staan. Erg gebrui- kelijk is dat gelukkig niet. Het inzetten van XML als een technische standaard biedt organi- saties de volgende mogelijkheden: • Inhoudelijke informatie hoeft slechts eenmaal opgeslagen en onderhouden te worden en is telkens weer opnieuw te gebruiken; • De kwaliteit van informatie verbetert; de informatie moet immers voldoen aan de voorschriften uit het documentschema (consisten- tie); • De overgang naar een nieuwe publicatieopmaak of naar een nieuw publicatiemedium is gemakkelijker te maken; • Onderling verschillende applicaties en platforms zijn gemakkelij- ker te integreren; • De workflow rond inhoudelijke informatie is beter te stroomlijnen. 2.2 Strategische technologie XML is ook op te vatten als een strategische technologie. Deze techno- logie maakt het mogelijk om: • Gestructureerde informatiecomponenten te creëren, te bewerken, op te slaan en terug te vinden; • Gestandaardiseerde berichten uit te wisselen tussen verschillende applicaties, óók over de grenzen van de eigen organisatie heen. XML is bedoeld om informatie inhoudelijk te annoteren. Dat kan tot op een zeer gedetailleerd niveau. Iedere vorm van annotatie is vervolgens te gebruiken bij het selecteren en filteren van informatie. Het beheer van informatie speelt zich daardoor niet meer alleen op documentniveau af, maar op ieder te kiezen deelniveau zo lang als dat correspondeert met een XML-element. XML biedt een fraaie oplossing voor gestandaardiseerd berich- tenverkeer die flexibeler en goedkoper is dan EDI en in potentie een veel groter bereik heeft. De XML-oplossing is flexibeler omdat een docu- mentschema gemakkelijk is uit te breiden. Ze is ook goedkoper, omdat de standaard open is en berichten over de relatief goedkope infrastruc- tuur van het Internet te versturen zijn. Een bijkomend voordeel is dat hoewel XML-documenten bedoeld zijn voor computers, ze toch ook voor niet-ingewijde mensen redelijk leesbaar zijn. EDI-documenten zijn alleen leesbaar voor ingewijden. 18
  • 19. Het inzetten van XML als een strategische technologie biedt orga- nisaties de volgende mogelijkheden: • Een organisatie die zich gesteld ziet voor een explosie van de hoe- veelheid technische documentatie, kan die documentenstroom beter beheersen. Informatiecomponenten kunnen uit verschillende bronnen afkomstig zijn, bijvoorbeeld productinformatie afkomstig van verschillende toeleveranciers. Versiebeheer op componentni- veau is relatief eenvoudig te implementeren. Ook kan productin- formatie op een gedifferentieerde wijze ingezet worden voor wereldwijde marketing. Via autorisaties voor bepaalde selecties is ook daar genuanceerd mee om te gaan. • Een organisatie die op componentniveau versiebeheer en auteurs- bevoegdheden weet te regelen, kan daarmee de kwaliteit van haar informatie en de efficiency van haar beheerprocessen drastisch verbeteren. • Een organisatie kan relatief snel nieuwe elektronische diensten via elektronische media ontwikkelen en daarmee tegemoet komen aan de wens van nieuwe (typen) klanten en het aanbod van bepaalde leveranciers (bijvoorbeeld persbureaus die hun materiaal in de vorm van XML aanbieden). • Een organisatie kan verschillende bedrijfsonderdelen integreren. Het uitwisselen van gestructureerde documenten is de lijm die dat mogelijk maakt. Vooral bij mediabedrijven waar alles draait om digitaal informatiemateriaal kan zo een integratie ingrijpend zijn. Bijvoorbeeld bij de omslag van kanaalgeoriënteerde business units naar een multimediaal bedrijf. • Een organisatie kan haar core business herdefiniëren, bijvoorbeeld van uitgever van bepaalde media naar expertisecentrum in bepaalde kennisdomeinen. • Een organisatie kan aan ketenintegratie binnen haar bedrijfstak gaan doen; het applicatieneutraal kunnen uitwisselen van gestan- daardiseerde berichten is daar namelijk een voorwaarde voor. • Een organisatie die als eerste relevante en geaccepteerde docu- mentschema’s voor haar bedrijfstak weet te ontwikkelen heeft de mogelijkheid om de inrichting van die bedrijfstak te beïnvloeden in een voor haar gunstige richting. Zo loopt Reuters met zijn NewsML voorop in de news business. 19
  • 20. Oude situatie: kanaalgeoriënteerde bussiness units Nieuwe situatie: geïntegreerd multimediaal bedrijf 2.3 Overweging Bedrijven en andere organisaties kunnen op verschillende manieren innoveren. Het hangt van de karakteristiek van de omgeving af welke manier het meest passend is. We onderscheiden een statische, een dyna- mische en een turbulente omgeving. 2.3.1 STATISCHE OMGEVING Voor een organisatie die opereert in een statische en daarmee stabiele omgeving zal het optimaliseren van de winst en/of het vergroten van de efficiency de belangrijkste drijfveer voor innoveren zijn. Het innoveren is dan vooral gericht op het productieproces en minder op de producten en diensten zelf. Een organisatie waarbij een productieproces zelf uit informatie- verwerking bestaat, kan haar kosten verlagen door informatie meer geschikt te maken voor een tweede leven. Een gegevensbestand dat niet alleen de tekst van een boek bevat, maar daartussen door eindeloos veel opmaakinstructies, is nauwelijks opnieuw te gebruiken voor een andere opmaak. Scheiden van inhoud en presentatie, i.c. de opmaakinstructies, is dan het recept. Voor het vastleggen van de inhoud is XML een 20
  • 21. geschikt hulpmiddel. Als in de opmaakinstructies een patroon te ont- dekken is, kan met hulpmiddelen zoals XSL een XML-document auto- matisch geconverteerd worden naar een bestand met tekst+opmaak. Als in de opmaakinstructies geen vast patroon zit, kan het nodig zijn om de wensen ten aanzien van de presentatie wat bij te stellen zodat dat patroon er wel is. Automatisch een XML-document converteren naar tekst+opmaak is namelijk alleen mogelijk als er volgens vaste regels van- uit de structuur van het XML-document te bepalen valt welke opmaak gewenst is. Dit kan betekenen dat de bestaande presentatie voor een product wat aangepast moet worden. Om automatisch vanuit XML opmaak te kunnen genereren dient alle opmaak te worden gebaseerd op regels die door de structuur worden bepaald. Het scheiden van inhoud en presentatie voorkomt ook kostbare conversies wanneer oude applicaties of systemen niet langer beschikbaar zijn. Het omzetten van een multimediatitel van Cd-i naar DVD is bij- voorbeeld “met de hand” onbegonnen werk. Als het bronmateriaal voor de Cd-i destijds mediumneutraal was opgeslagen was dat gemakkelijker geweest. In dat geval was er destijds eenmalig een script nodig voor het automatisch omzetten van mediumneutraal materiaal naar Cd-i. Recent zou er opnieuw eenmalig een script nodig zijn geweest voor de omzet- ting van mediumneutraal bronmateriaal naar DVD. Voor een toekom- stig en nu nog onbekend medium is dan opnieuw slechts een aangepast script nodig om mediumneutraal bronmateriaal automatisch te kunnen converteren. 2.3.2 DYNAMISCHE OMGEVING Voor veel organisaties zal de omgeving geleidelijk aan veranderen. Een organisatie zal zichzelf niet uit de markt willen prijzen en moet daarom mee veranderen. Voor een informatieverwerkend productieproces gaat het er daarbij om voorwaarden te creëren om op tijd te kunnen innove- ren: flexibel opslaan van informatie met het oog op hergebruik en/of nieuwe media. Zoals al eerder aangegeven is de scheiding tussen inhoud en pre- sentatie cruciaal. De organisatie hoeft de inhoud dan maar éénmaal te onderhouden. Die vormt de gemeenschappelijke basis voor verschil- lende selecties en presentatievormen. De selectiemogelijkheden die in de toekomst gewenst zijn, zijn nu nog niet volledig te overzien. Om in de toekomst zo veel mogelijk opties open te houden, moet nu de juiste balans gevonden worden tussen ener- zijds gedetailleerd annoteren van het inhoudelijk materiaal en anderzijds zuinig omgaan met de beschikbaar middelen, i.c. menskracht. 21
  • 22. Automatisering kan dit proces nog efficiënter maken. Leg de inhoud vast in XML-documenten. Die zijn namelijk automatisch te vali- deren en relatief eenvoudig in andere presentatievormen om te zetten. Een uitgever kan zo relatief eenvoudig de inhoud van een tijdschrift ook op CD-ROM zetten of de inhoud van een adresboek volgens diverse ingangen toegankelijk maken en publiceren. In feite legt een organisatie daarmee de basis voor het later kunnen publiceren van nu vastgelegde informatie naar op dit moment nog onbekende media. 2.3.3 TURBULENTE OMGEVING De veranderingen in de omgeving van een organisatie kunnen zo heftig en grillig zijn dat ze haast niet meer te overzien zijn en als chaos overko- men. Er zijn telkens nieuwe producten en diensten nodig waarover via steeds weer veranderende communicatiekanalen met zakenrelaties gecommuniceerd wordt. Intussen treden ook verschuivingen binnen bedrijfstakken op en is recent een geheel nieuwe bedrijfstak ontstaan: de internetindustrie. In zo een turbulente omgeving is het op het juiste moment benut- ten van nieuwe business opportunities bepalend voor het voortbestaan. Dit vraagt om een stroom van productinnovaties die elkaar veel sneller dan voorheen moeten opvolgen. Het assortiment wordt groter, de tijd dat een product op de markt is wordt kleiner. Bovendien zorgt mass cus- tomisation, het leveren van op de klant toegesneden producten tegen een op massaproductie gebaseerde prijs, voor steeds kleinere seriegroottes. Dit alles geldt zowel voor materiële producten als voor informatiepro- ducten en diensten. Voor alle complexere producten geldt bovendien dat de hoeveelheid technische documentatie rond ontwikkeling, produc- tie, marketing, gebruik en onderhoud van die producten zal exploderen. Er komen telkens nieuwe interactieve media beschikbaar zoals chatsessie, elektronisch discussieforum, e-mail, i-mode, netmeeting, sms, video conference, voice response, wap, webformulier, webpagina. Zakenrelaties zullen die willen gebruiken. Daarnaast blijven de bestaande communicatiekanalen als antwoordkaart, balie, billboard, brief, direct mail, fax, folder, inspectiebezoek, loket, ontmoeting, publi- catie, radio, telefoon, teletekst, televisie, winkel en workshop ook bestaan. Organisaties zullen een verantwoorde mediamix proberen samen te stellen en periodiek gaan aanpassen. Ook wordt de coördinatie van al die kanalen, het multi channel management, belangrijker. Informa- tie over nu eens mailende en dan weer telefonerende klanten zal toch ergens bij elkaar moeten komen. Het elektronisch zaken doen is in opkomst. Het maakt wereldwijd zaken doen mogelijk (meer potentiële leveranciers, meer afnemers, meer 22
  • 23. omzet) en kan intern tot een kostenbesparing leiden. Het vraagt er wel om dat bepaalde diensten volcontinu beschikbaar zijn. Van de hele organisatie vraagt dit alles om permanente verande- ring en voortdurend leren. Wat ICT betreft zullen applicaties meer dan voorheen met elkaar moeten kunnen samenwerken, óók over de organi- satiegrenzen heen. Dat betekent standaardiseren, wat haaks kan staan op het zo nodige flexibiliseren. Organisaties die al langere tijd elektronische relaties met zaken- partners onderhouden doen dat veelal via EDI. Dit gestandaardiseerd berichtenverkeer vormt in een turbulente omgeving een te star keurslijf. Voor nieuwe, kleine marktpartijen is EDI te duur. Voor zakendoen in een netwerkeconomie is het te beperkt. XML kan al deze ontwikkelingen ondersteunen: • XML is bij uitstek een hulpmiddel om complexe informatie (zowel informatieproducten als productinformatie) van een voor compu- ters herkenbare structuur te voorzien; • XML maakt het mogelijk om digitale communicatiekanalen te baseren op gemeenschappelijke informatie die maar éénmaal hoeft te worden gecreëerd; • XML is een ideale basis voor gestandaardiseerde e-business docu- menten, omdat XML-documenten moeiteloos via het Internet zijn op te vragen en te transporteren. 2.4 Conclusie Voor organisaties die opereren in een statische omgeving hoeft de inzet van XML niet veel meer consequenties te hebben dan de invoering van een andere al dan niet in huis ontwikkelde technische standaard. De organisatie kan snel ervaring opdoen. De effecten van de verandering zijn lokaal, dus veel risico’s loop je niet. Een nadeel is weliswaar dat je niet vanuit een heldere toekomstvisie opereert en tamelijk incrementeel te werk gaat. Na elk project volgt wel weer een volgend project. De uit- komsten daarvan kunnen weer gevolgen hebben voor eerdere projecten en een nieuwe conversieslag nodig maken. Het is daarom raadzaam om bij het opstellen van documentschema’s eerder gebruik te maken van bestaande schema’s en de daarin “gestolde” kennis en ervaring van anderen dan zelf weer het wiel te gaan uitvinden. In een dynamische en zeker in een turbulente omgeving is de inzet van XML van strategisch belang. Onder deze omstandigheden kan een uitgebreid XML-traject een organisatie maken of breken. XML biedt de basis om: • de informatie-explosie binnen organisaties beheersbaar te maken; • met meerdere digitale communicatiekanalen te gaan werken; 23
  • 24. geheel diverse computerapplicaties via de uitwisseling van gestan- daardiseerde berichten met elkaar te laten samenwerken. Het strategisch belang van XML houdt ook in dat de geschetste inzet van XML strategische risico’s met zich mee kan brengen. De strategi- sche aanpak staat of valt met een heldere en gedeelde toekomstvisie. Dat is iets anders dan een snel geformuleerde groeifantasie. Het ontwikkelen van een heldere en gedeelde toekomstvisie is niet gemakkelijk. Een andere voorwaarde voor succes is dat de organisatie klaar moet zijn voor een ingewikkeld en ingrijpend verandertraject. De juiste competenties moeten ontwikkeld zijn. Ten slotte moet ook de omgeving er klaar voor zijn. Als de zakenrelaties nog niet zo ver zijn dat zij de juiste aansluiting kunnen vinden op de nieuwe ontwikkelingen, creëer je als het ware een hogesnelheidstrein die de eerste jaren over bestaand spoor moet blijven rijden. Of dat de juiste keuze is, valt hier niet zomaar te zeggen. Belang- rijk is wel, dat het een bewuste keuze is. Tabel 2.1: Technische standaard of strategische technologie Afweging Omgeving Voordelen Nadelen Technische standaard Statisch Snel ervaring opdoen Incrementeel te werk gaan, dus later opnieuw converteren Strategische technolo- Dynamisch of turbulent Diepte-investering van- Een heldere en gie uit een heldere toe- gedeelde toekomstvisie komstvisie is niet gemakkelijk te formuleren Eigen competenties zijn hiervoor misschien nog onvoldoende ontwik- keld Bedrijfsonderdelen en/ of zakenrelaties ver- schillen sterk in hun ontwikkeling op dit gebied Benodigde standaards zijn hiervoor misschien nog onvoldoende ont- wikkeld 24
  • 25. 3 Innoveren met XML: bottom-up of top-down? Organisaties blijken vrij spontaan met innovatie bezig te zijn. Dat gebeurt op initiatief van decentrale managers en zonder veel bemoeienis van de top (bottom-up). Het kan ook anders, als een door de top geïnitieerd en gestuurd verandertraject (top-down). Ook inno- veren met XML kan zowel bottom-up als top-down plaatsvinden. Vaak gaat een periode van spontaniteit vooraf aan het moment waarop elektronisch zaken doen en het belang van stan- daards op de agenda van het topma- nagement staat. 3.1 Bottom-up Het is heel gebruikelijk dat in grote organisaties op tal van plaatsen en vaak zonder dat men het van elkaar weet innovatieve trajecten op ICT- gebied gestart worden, met inbegrip van XML-trajecten. Decentrale managers hebben altijd wel wat speelruimte en budget om dit soort zaken aan te pakken. Veelgehoorde motiveringen zijn: flexibiliteit, snel- heid, experimenteel karakter, praktijkervaring opdoen, proeftuin en pilot. Soms nemen ICT -afdelingen in dit stadium het initiatief. Soms blijven ICT-afdelingen juist geheel buiten spel. De geschetste tamelijk spontane aanpak heeft een aantal voor- en nadelen. Als innoveren niet voorbehouden is aan een enkele afdeling, maar door de hele organisatie plaatsvindt, is dat op zich een goede zaak. Het ideaal van een lerende organisatie lijkt daarmee bereikt. Een lokale manager kan zonder veel bureaucratische rompslomp een XML-traject starten. Het budget is beperkt, de impact ook. Er kan veel geleerd wor- den en niet zo veel echt misgaan. 25
  • 26. Toch kleven er aan de bottom-up aanpak ook een aantal nadelen. Allereerst dreigt er het gevaar van hobbyisme. Het is voor de betrokken managers soms aantrekkelijker om een aardige website voor de afde- lingsdatabase plus aanverwante rekenmodulen te (laten) bouwen, dan een webservice te ontwikkelen die vanuit websites of applicaties van andere instanties geactiveerd wordt. Vanuit het belang van de organisa- tie is dat laatste misschien wel harder nodig. Ook als experiment om van te leren kan die webservice interessanter zijn. Als meerdere onderdelen van de organisatie extern gerichte initia- tieven nemen, gaat de eenheid van optreden naar buiten verloren. Ook het beheer van de innovatie kan beneden de maat zijn. De oorzaak hier- van kan zijn dat het innoverende onderdeel niet over de kennis van zaken of de middelen beschikt om het beheer goed aan te pakken, of dit simpelweg niet als zijn taak ziet. Het leren van de ervaringen wordt vaak niet systematisch aange- pakt. Er zijn weinig contacten met andere innoverende onderdelen. De organisatie heeft ook nauwelijks overzicht over welke initiatieven er alle- maal lopen. Ongetwijfeld zullen ook af en toe lokale initiatieven een financiële uitglijder maken. De tekortkomingen die de bottom-up aanpak kan hebben zijn enigszins te compenseren door op decentraal niveau voor voldoende sturing te zorgen: • bevorderen dat er adequate besluitvorming plaatsvindt vóórdat een lokaal initiatief start; • borgen dat er van de ervaringen geleerd wordt en dat ook andere instanties (binnen de organisatie) van die lessen kunnen profite- ren; • bij gebleken succes van de decentrale initiatieven samen met geest- verwanten de aandacht vragen van de “opinion leaders” van het topmanagement én van mogelijke veranderingsmanagers zodat mogelijk besloten wordt tot een top-down benadering. 3.2 Top-down Innoveren met XML kan ook door het topmanagement geïnitieerd wor- den. Het kan daarbij om een grote verandering gaan of om een beperkte verandering. Voordelen van de top-down gestuurde verandering is dat het top- management er borg voor kan staan dat de innoverende acties passen binnen de uitgezette strategische visie en andere beleidskaders van de organisatie. Het centrale initiatief kan ook leiden tot schaalvoordelen, bijvoorbeeld door de aanwezige expertise te bundelen. 26
  • 27. De top-down aanpak heeft ook nadelen. De organisatie kan er nog niet rijp voor zijn, er zijn teveel onzekerheden om met een blauwdruk te werken, de financiële risico’s worden te groot. Om de nadelen te com- penseren kan een organisatie op centraal niveau bekijken hoe decentrale innovaties het beste opgezet kunnen worden. Ook kan het centrale niveau stimuleren dat het decentrale niveau innoveert en experimenteert en dat bij gebleken succes het centrale niveau de resultaten adopteert en bijvoorbeeld uitbouwt tot een volwaardige nieuwe dienst. Daarnaast kan het centrale niveau natuurlijk ook zelf het initiatief nemen tot concrete pilots. 3.3 Overweging Of innoveren met XML een spontane/decentrale of een gestuurde/cen- trale aangelegenheid is, hangt vooral af van de agenda van het topma- nagement. Komen daar zaken aan de orde als een e-businessstrategie en het belang van standaardisatie, of niet? Zolang het topmanagement onvoldoende op de hoogte is van elektronisch zaken doen en het belang van internationale standaardisatie daarbij, zullen deze zaken geen reguliere agendapunten worden. In dat stadium is er veel ruimte voor spontane initiatieven en een bottom-up benadering. Staat elektronisch zaken doen inmiddels op de agenda, dan bete- kent dat nog niet meteen groen licht voor een centrale top-down aan- pak. Het kan zijn dat de nodig geachte aanpak grote organisatorische en financiële risico’s kent. Een centrale aanpak wordt dan vooralsnog afge- wezen. Zodra het management overtuigd is van de voordelen van een e- business strategie en het werken met internationale standaards en bereid is om eventuele weerstanden in de organisatie te overwinnen, is een cen- trale aanpak mogelijk. Ongetwijfeld blijft er daarnaast ook ruimte voor decentrale initiatieven. Die zullen zich dan wel moeten voegen naar de nieuwe centrale kaders. 3.4 Conclusie Zolang het topmanagement van een organisatie geen duidelijk stand- punt over XML heeft ingenomen, zijn spontane initiatieven voor inno- veren met XML in principe positief te waarderen. De impact en het budget zijn beperkt en een dergelijk initiatief is doorgaans zonder veel schade terug te draaien. Eventuele nadelen kan het topmanagement ondervangen door wat centrale spelregels vast te stellen voor dit soort experimenten. 27
  • 28. Zodra elektronisch zaken doen, standaardisatie en daarmee het belang van XML onderwerpen op de agenda van het topmanagement zijn geworden, is van een gestuurde aanpak sprake. Het management kan een duidelijke koers uitzetten voor de hele organisatie, maar ook kie- zen voor lokale veranderingen. Het kan ook meer afwachtend zijn en de decentrale managers kraamkamers laten inrichten voor diensten die dan later door de centrale organisatie geadopteerd gaan worden. Tabel 3.1: Bottom-up of top-down? Afweging Agenda Voordelen Nadelen Bottom-up Geen issue Geen grote risico’s Weinig eenheid van optreden naar buiten Flexibel Beheer vaak niet gere- geld Experimenteerruimte Leren vaak niet georga- niseerd Top-down Wel issue Afgeleid van visie Te vroeg beginnen Schaalvoordelen Onvoldoende deskundigheid Consistent Grote financiële risico’s 28
  • 29. 4 Externe relaties: Ketens of netwerken? Organisaties zien hun relaties met de bui- tenwereld soms als een keten of bedrijfsko- lom, soms als netwerken. Hun business model bepaalt hun blik. Voor XML-trajec- ten is dit onderscheid relevant. 4.1 Ketens Veel organisaties zien zichzelf als onder- deel van een keten van aan elkaar leve- rende bedrijven die samen een bedrijfs- kolom vormen. Via supply chain mana- gement of ketenintegratie, proberen zij de verschillende schakels in die keten beter op elkaar af te stemmen. Dat levert efficiencyvoordelen op én een betere dienstverlening aan de uiteindelijke afnemers. Ketenintegratie is op vier verschillende niveaus te realiseren: 1. Fysieke integratie Fysieke integratie heeft betrekking op het goederentransport tus- sen twee organisaties. Hulpmiddelen hierbij zijn bijvoorbeeld rol- containers die door meerdere organisaties in een keten gebruikt en aan elkaar uitgeleend worden. 2. Informatie-integratie Bij informatie-integratie gaat het om het berichtenverkeer tussen twee organisaties. Als dit goed wordt aangepakt kan dit verkeer elektronisch verlopen en wel zodanig dat de ontvangende partij de informatie automatisch kan verwerken en niet opnieuw hoeft in te voeren. 3. Besturingsintegratie Besturingsintegratie heeft betrekking op het automatisch uitwisse- len van besturingsinformatie tussen verschillende organisaties. Hiermee is het mogelijk om de besturing van de hele keten sneller te laten verlopen en daarmee de service aan de afnemer te verho- 29
  • 30. gen. Zo kan een afnemer zijn wisselende magazijnvoorraad aan de betreffende leverancier laten zien. Het blijft echter de eigen verant- woordelijkheid van elke organisatie om met deze informatie al dan niet iets te doen. 4. Organisatorische integratie Bij organisatorische integratie gaat de ene organisatie de andere organisatie gedeeltelijk besturen. Een leverancier wordt bijvoor- beeld zelf verantwoordelijk voor de voorraadhoogte van zijn pro- ducten in het magazijn van zijn afnemer. In het verlengde hiervan liggen zaken als Just-in-Time productie en comakership. De vier niveaus van ketenintegratie Bij informatie-integratie, besturingsintegratie en organisatorische inte- gratie levert geautomatiseerd berichtenverkeer een belangrijke bijdrage aan de te behalen voordelen op het gebied van efficiency en klantenser- vice. Om automatisch verwerkt te kunnen worden zijn die berichten gestandaardiseerd. Omdat het om uitwisseling tussen verschillende in principe autonome partijen betreft gaat het om extern vastgelegde stan- daards. Een technische oplossing die al enkele tientallen jaren bestaat is EDI, Electronic Document Interchange. Organisaties gaan daarbij onder- ling een overeenkomst aan om hun informatie in de vorm van gestan- 30
  • 31. daardiseerde EDI-berichten via een value added network provider en rechtstreekse datacommunicatielijnen daarmee uit te wisselen. EDI voldoet vooral in het berichtenverkeer tussen vaste zaken- partners die op een vaste wijze zaken doen. Vooral grote bedrijven gebruiken EDI. Voor het midden- en kleinbedrijf is EDI nogal duur. De investeringen in proprietary programmatuur en de diensten van het rekencentrum dat als schakelpunt functioneert tikken aan. Een nadeel van EDI is dat het weinig flexibel is. Ook zijn EDI-documenten in hun oorspronkelijke vorm alleen door ingewijden te lezen. XML knaagt aan de positie van EDI. Dat gebeurt overigens in alle openheid. EDI standaardisatieorganen zijn zelf bezig om hun stan- daards om te zetten naar XML en meteen een grote onderhoudsbeurt te geven. XML is een open en gratis standaard, XML-documenten zijn goedkoop en eenvoudig via het Internet te transporteren. Ook is XML veel flexibeler aan te passen aan gewijzigde omstandigheden. Tenslotte is XML voor iedereen beschikbaar. Elektronische documentuitwisseling hoeft daarmee niet meer beperkt te blijven tot een klein gezelschap van vaste zakenpartners. Vanwege de hoge investeringen in het verleden zijn grote bedrij- ven niet al te happig om EDI los te laten en op XML over te schakelen. Ook interne EDI-experts en in EDI gespecialiseerde dienstverleners lopen niet te juichen. Toch blijkt bij nieuwe projecten de keuze steeds meer op XML te vallen. Voor het midden- en kleinbedrijf is XML zon- der meer een aantrekkelijker optie. 4.2 Netwerken Haaks op het beeld van de goed gecoördineerde en op vaste relaties gebaseerde supply chain staat het beeld van de netwerkeconomie. Orga- nisaties zien zichzelf daarin als een onderdeel van een wereldwijd net- werk. Dankzij het Internet kan in principe de hele wereld je leverancier zijn. Ook je afnemers zitten overal en hoeven niet per se een vaste relatie met je te hebben. Elektronisch zaken doen heeft de toekomst. Hoe het elektronisch zaken doen gaat functioneren is nog niet geheel duidelijk. Verschillende business models zijn mogelijk. In onder- staande figuur staan er vier afgebeeld: 1. één afnemer, één leverancier (kwadrant linksboven); 2. één afnemer, veel leveranciers (kwadrant rechtsboven), 3. veel afnemers, veel leveranciers (kwadrant rechtsonder), 4. veel afnemers, één leverancier (kwadrant linksonder). 31
  • 32. Vier bedrijfsmodellen voor electronisch zaken doen In de praktijk zijn voorbeelden van alle vier de modellen te vinden. Het is zeker niet vanzelfsprekend dat één van deze modellen zal gaan domi- neren. Het is zelfs denkbaar dat de modellen oplossen en er een alge- mene variant van de elektronische markt ontstaat die zo groot is als het hele Internet en geen centrale instantie meer nodig heeft. Een organisatie die goed wil functioneren in de netwerkeconomie zal zich moeten voorbereiden op het kunnen functioneren volgens elk van de vier aangeduide modellen. Dat stelt hoge eisen aan de interne organisatie. Het nut dat XML kan hebben als de enabler van gestandaardiseerd berichtenverkeer via het Internet lijkt ons evident. Maar XML alleen is niet genoeg. Er is een hele stapel van XML-toepassingen nodig om e- business mogelijk te maken: • de filosofie van het elektronisch zaken doen zoals bijvoorbeeld neergelegd in ebXML; 32
  • 33. de wijze van opbouwen van business directories met daarin een verwijzing naar zogeheten webservices zoals omschreven in de UDDI-standaard en uitgevoerd door UDDI-servers; • het beschrijven van de webservices op basis van WSDL; • het daadwerkelijk aanroepen van webservices op basis van SOAP. Met deze opsomming is een generieke aanpak gegeven. Per bedrijfstak zullen vaak specifieke standaards gewenst zijn die voortbouwen op de generieke. Een consortium of een brancheorganisatie neemt hiertoe doorgaans het initiatief. Materiedeskundigen bereiden de functionele kant van de standaard voor: een aantal collectieve noties over het toepas- singsgebied. Informatiedeskundigen richten zich op de technische kant ervan: de specificatie van de XML-documentschema’s. Terwijl dat pro- ces gaande is zullen ook de generieke standaards zich verder ontwikke- len. Voorbeeld van een UDDI-transactie 4.3 Overweging Of een organisatie haar relaties met de buitenwereld ziet als een keten of als een netwerk hangt van het gehanteerde business model af. Is dat business model stabiel en gaat het uit van een stabiele bedrijfskolom, dan verdient de ketenbenadering de voorkeur. Heeft het business model 33
  • 34. zijn vorm nog niet gevonden, of gaat de organisatie uit van meerdere business models dan is een netwerkbenadering vruchtbaarder. De ketenbenadering heeft als nadeel dat een organisatie relatief traag zal reageren op nieuwe kansen op het gebied van elektronisch zaken doen. Daar staat tegenover dat ze haar bricks and mortar proces- sen op orde kan hebben. Het nadeel valt te compenseren door voor een gedeelte van de inkoop (en daarmee voor een deel van de leveranciers) en voor een deel van de verkoop (en daarmee voor een deel van de afne- mers) tóch van een netwerkbenadering uit te gaan. Terwijl de kracht van de ketenbenadering optimaal benut wordt, bouwt een organisatie dan toch de competenties op die in een later stadium onmisbaar kunnen blij- ken. De netwerkbenadering heeft als nadeel dat nog onduidelijk is welke business models op den duur het meest relevant zullen zijn. Een organisatie moet zich daarom op meerdere modellen prepareren en dus op meerdere paarden tegelijk wedden. Dat is kostbaar. Het nadeel van deze kostbare netwerkbenadering valt te compenseren door samen te werken met organisaties die in hetzelfde schuitje zitten. Overigens kunnen grote organisaties onze beschouwing over ketens en netwerken niet alleen toepassen op hun externe relaties, maar ook op de interne relaties. 4.4 Conclusie Als een organisatie vooral hecht aan het efficiënter en meer klantgericht maken van de productie, dan verdient de ketenbenadering de voorkeur. Om toch te anticiperen op een ongewisse toekomst is het verstandig om daarbij op kleine schaal een netwerkbenadering toe te passen. Voor organisaties die vooral op de nieuwe economie gericht zijn, is de netwerkbenadering het meest adequaat. De hoge kosten bij het anti- ciperen op meerdere business models kunnen via samenwerkingsver- banden gedeeld worden. Tabel 4.1: Ketens of netwerken? Afweging Business model Voordelen Nadelen Ketens Vaste relaties Efficiënt Minder flexibel bij opkomende nieuwe business models Klantenservice Netwerken Wisselende relaties Flexibel Kostbaar standpunt voor een afzonderlijke organisatie 34
  • 35. 5 Focus van XML: Techniek of organisatie? Afhankelijk van het vertrekpunt en het ambitieniveau is een XML-traject voor een organisatie vooral een technische of een organisatorische uitdaging. 5.1 Techniek Organisaties die een XML-traject vooral zien als een technische onder- neming kunnen doorgaans terug- vallen op hun kennis en kunde van reguliere automatisering. Ook voor het XML-traject heb je dan de keus uit tientallen ontwikkelmethoden en bijbehorende geautomatiseerde ge- reedschappen. Toch is ook reguliere automa- tisering niet zonder problemen. Vooral de stroom aan nieuwe ontwikkelingen op de markt zorgt voor verwarring. Nauwelijks is een organisatie vertrouwd met een nieuwe ontwikkelomgeving of de wereldwijde belangstelling daarvoor verflauwt en richt zich op een nieuwe belofte. Het blijft moeilijk om in een wereld vol verandering de hypes en de trends te onderscheiden en niet te vroeg, maar ook niet te laat over te stappen op andere technische oplossingen. Belangrijke ontwikkelingen op het gebied van systeemontwikke- ling zijn op dit moment: • Platformdiscussie .Net versus J2EE; • Webservices ontwikkeling m.b.v. UDDI, WSDL, SOAP; • Enterprise application integration. Bovendien is een XML-traject niet in alle opzichten regulier te noemen. Afwijkend is in het bijzonder dat de structuur van XML-documenten veel complexer kan zijn dan die van een relationele database. Verder is bij relationele databases de wijze waarop de logische structuur van een 35
  • 36. database wordt vertaald naar de fysieke structuur voor iedere imple- mentatie vergelijkbaar. Voor de vertaling van de logische structuur van XML-documenten naar de fysieke structuur van de onderliggende database is dat niet zo eenduidig. Iedere aanbieder op de markt van XML-databases heeft daar zo zijn eigen ideeën over. Een ongelukkige keuze op dit punt kan in een later stadium voor veel problemen zorgen, m.n. op het gebied van de performance. 5.2 Organisatie Een XML-traject kan vele niet-technische implicaties hebben, zowel voor een organisatie intern als voor haar relaties met de buitenwereld. Voor organisaties kan dat reden zijn om een XML-traject niet zo zeer te zien als een technische onderneming, maar vooral als een organisatie- verandertraject. Ter illustratie beschrijven we hier mogelijke organisato- rische implicaties van een XML-traject. 5.2.1 RELATIE TOT DE OMGEVING Naar buiten gerichte XML-trajecten kunnen leiden tot een betere dienstverlening door het toevoegen van extra communicatiekanalen. Over het algemeen zien organisaties die als aanvulling op en niet als ver- vanging van bestaande communicatiekanalen. Een aandachtspunt hier- bij is de digital divide, de digitale tweedeling van burgers, bedrijven, instellingen en overheidsinstanties mét toegang tot moderne ICT en zónder dergelijke toegang. Wat verder van belang is, is de afbakening van de grenzen tussen organisaties en de zichtbaarheid daarvan voor de buitenwereld. Een zelfstandige website kan zorgen voor een sterke herkenbaarheid, maar een bescheidener plek binnen een portal of, nog bescheidener, het op basis van syndication aanleveren van informatie aan de website van een ander verleent de afnemer misschien een betere dienst, maar vermindert de herkenbaarheid van de leverancier. Ook is het denkbaar dat in de reguliere bedrijfskolom extra intermediairs verschijnen en andere inter- mediairs verdwijnen. 5.2.2 ORGANISATIESTRUCTUUR Een organisatie die inzet op een ontwikkeling richting elektronisch zaken doen zal veel meer procesgeoriënteerd worden. Dat zal doorwer- ken in de organisatiestructuur. Een populaire aanpak is bijvoorbeeld die van een frontoffice, midoffice en backoffice. Het frontoffice onderhoudt alle contacten met de buitenwereld, het backoffice verzorgt de afwikke- ling waarbij geen rechtstreeks klantcontact nodig is en het midoffice 36
  • 37. zorgt onder meer voor channel management en werkt als schakelstation tussen frontoffice en backoffice. De organisatie wordt transparanter. Informatie voor management en medewerkers is gemakkelijker te verkrijgen dan voorheen. Managers hoeven niet meer persoonlijk ervoor te zorgen dat allerlei informatie van het ene niveau in de organisatie op het andere niveau belandt. Het kennen van de doelgroepen gaat nog meer nadruk krijgen dan voorheen. Dat kan een aanpassing van de positie van “marketing & sales” nodig maken. 5.2.3 PROCESSEN Omdat de buitenwereld zelf een keuze kan maken uit de aangeboden communicatiekanalen is multi channel management nodig. Via alle kana- len moet een organisatie immers identieke informatie verstrekken. Bovendien moeten handelingen die via het ene kanaal zijn opgestart, desgewenst via een ander kanaal kunnen worden afgerond. Een deel van de bedrijfsprocessen zal herontworpen moeten wor- den om ze geschikter te maken voor elektronisch zaken doen (bijv. ver- minderen en concentreren van de handmatige bewerkingen). Stapelgewijs georganiseerde bedrijfsprocessen zullen omgezet moeten worden in transactiegewijs georganiseerde. Een opdracht wordt niet meer op een stapel gelegd en met stapel en al naar de volgende afdeling verplaatst. In plaats daarvan is het streven naar het meteen afhandelen van een complete transactie ook als daar verschillende afde- lingen bij betrokken zijn. 5.2.4 MEDEWERKERS Herschikkingen binnen de bedrijfskolom leiden ook tot herschikkingen van de bijbehorende werkgelegenheid. Los daarvan zal globaal gezien het eenvoudige administratieve werk verminderen, terwijl de meer com- plexe administratieve functies breder en/of rijker worden. Als de organi- satie voor de buitenwereld transparanter en efficiënter wordt, wordt ze dat ook voor de eigen medewerkers (vandaar dat zij soms ook tot de bui- tenwereld gerekend worden). Door (mobiel) telewerken vervaagt de grens tussen werk en vrije tijd. Aandachtspunt is ook hier de digital divide: de tweedeling van het personeelsbestand in ICT -vaardigen en de rest. 5.2.5 ORGANISATIECULTUUR De buitenwereld komt naar binnen en de binnenwereld wordt transpa- ranter. Als de organisatie met eigen virtuele loketten werkt, kan de iden- titeit versterkt worden. Bij het gebruik van de loketten van andere organisaties word je juist minder zichtbaar. 37
  • 38. 5.2.6 INFRASTRUCTUUR De capaciteit en continuïteit van de ICT -infrastructuur en de beveiliging ervan worden nog belangrijker dan ze al zijn. Internettechnologie zal de ruggengraat worden van intern en extern gegevenstransport. Integratie van applicaties vindt plaats via standaard berichten. Applicaties worden vernieuwd en eerder procesgeoriënteerd dan afdelinggeoriënteerd. Ze gaan transactiegewijs in plaats van batchgewijs te werk. 5.2.7 HUISVESTING Waar het werk plaats vindt, wordt steeds minder van belang. Telewerken kan niet alleen thuis, maar in feite overal. 5.2.8 FINANCIËN Een ontwikkeling richting elektronisch zaken doen vraagt forse investe- ringen met flinke afbreukrisico’s. In de exploitatiesfeer zijn bij een goede aanpak efficiencywinsten te boeken. Bij een minder goede aanpak kun- nen de exploitatiekosten gigantisch oplopen. 5.3 Overweging De afweging of een XML-traject vooral gezien moet worden als het oplossen van een technisch probleem of als het uitvoeren van een orga- nisatieverandering hangt van twee zaken af: de uitgangspositie en het ambitieniveau. De huidige situatie binnen de organisatie is het vertrekpunt voor het XML-traject. Het maakt wat uit of de organisatie al klaar is voor elektronisch zaken doen of dat er nog een hele weg te gaan is op dat gebied. Hetzelfde geldt voor de technische infrastructuur. Als die de vorm heeft van een eilandenrijk vallen er nog heel wat bruggen te bou- wen. De organisatie kan dus zowel in technisch als in organisatorisch opzicht voldoende of onvoldoende ontwikkeld zijn. Behalve de uitgangssituatie is ook het ambitieniveau van het XML-traject van belang. Streeft de organisatie een eindsituatie na die organisatorisch op een hoger plan staat of vooral technisch? In de praktijk blijkt het van belang om een eventuele achterstand in de huidige situatie in te lopen vóór er aan nieuwe en verder reikende ambities gewerkt gaat worden. Ook is het niet verstandig om tegelijker- tijd een sprong voorwaarts te willen maken op technisch én op organisa- torisch gebied. 38
  • 39. 5.4 Conclusie Als de huidige situatie een achterstand vertoont op ofwel organisato- risch, ofwel technisch terrein, krijgt dat terrein als eerste de focus. Is het op beide terreinen mis, dan worden beide aangepakt, maar niet tegelijk. Als de huidige situatie voldoende ontwikkeld is, volgt afhankelijk van de geformuleerde ambitie een traject met de nadruk op organisatie dan wel met de nadruk op techniek. Tabel 5.1: Techniek of organisatie Afweging Ambitie Voordelen Nadelen Techniek Vooral technisch Stabiele infrastructuur Organisatie weet die creeren maar gedeeltelijk te benutten Organisatie Vooral organisatorisch Lerende en flexibele Techniek blijft achter organisatie creëren bij wat de organisatie nodig heeft 39
  • 40. 40
  • 41. 6 Invoeren van XML: Project of proces? Organisaties kunnen een XML-ver- andertraject op verschillende wijzen aanpakken. Globaal gezien valt er te kiezen tussen een aanpak als project of een aanpak als proces. De afwe- ging hangt af van organisatorische condities. 6.1 Project Bij een projectmatige aanpak van een XML-verandertraject staat het realiseren van een concreet doel in een afgebakende periode en met vooraf gealloceerde middelen (mensen en geld) centraal. Door- gaans treedt één van de managers op als opdrachtgever voor een pro- jectgroep, een tijdelijk werkverband. Zodra de projectgroep haar opdracht vervuld heeft, draagt ze de resultaten over aan de staande organisatie. De projectgroep kan dan ophouden te bestaan. Een gangbare aanpak om projecten overzichtelijk en beheersbaar te houden is het opsplitsen van de werkzaamheden in fasen. Fasen wor- den na elkaar uitgevoerd. Elke fase eindigt met de oplevering van een beslisdocument op basis waarvan de opdrachtgever décharge kan verle- nen voor de uitgevoerde werkzaamheden en aanvullende beslissingen kan nemen voor de volgende fasen. Er bestaan tal van methoden voor systeemontwikkeling die elk een specifieke projectindeling en aanpak voorstaan. Daarbij wordt voor zo ver ons bekend geen aandacht besteed aan specifieke XML-aangelegen- heden zoals: • een genuanceerde make-or-buy afweging; • contentanalyse; • het modulair opzetten van documentschema’s; • het converteren van bestaande informatie. 41
  • 42. Wanneer een organisatie uitdrukkelijk één bepaalde ontwikkelmethode als standaard heeft uitgeroepen, zal die ook voor een XML-traject zo goed mogelijk gevolgd moeten worden. Wanneer een organisatie niets voorschrijft op dit gebied, zal de keuze aan de projectgroep zijn. Hoe die uitpakt, doet er niet zo veel toe. Het is belangrijker dát er een methode gevolgd wordt, dan wélke methode dat zal zijn. Op deze plaats volstaan we met een vrij generieke fase-indeling van projecten. Ze bestaat uit: 1. initiatieffase; 2. definitiefase; 3. ontwerpfase; 4. realisatiefase; 5. implementatiefase; 6. gebruik en beheerfase. Voor elke fase geven we kort aan wat de bedoeling is en welke zaken spe- cifiek van belang zijn bij XML-trajecten. 6.1.1 INITIATIEFFASE De initiatieffase is de aanloopfase tot een project. Feitelijk is er dan nog geen sprake van een project. Voor XML-trajecten is het verstandig om in deze fase de afweging te maken tussen enerzijds een projectmatige aanpak en anderzijds een procesmatige aanpak. Valt de keuze op een projectmatige aanpak, dan verdient het aanbeveling om de tekortkomingen daarvan door enkele aanvullende maatregelen te compenseren (zie later). 6.1.2 DEFINITIEFASE De definitiefase bestaat uit de analyse van het voorliggende probleem en het definiëren van wat wél en wat níet de bedoeling van het project is. Deze activiteit wordt ook wel de haalbaarheidstudie genoemd. Het resultaat van de definitiestudie is niet alleen dat er een dege- lijke probleembeschrijving ligt, maar ook dat er verschillende globale oplossingsrichtingen (systeemconcepten) zijn bedacht en afgewogen. De architectuur van de oplossing ligt in grote lijnen vast (bijvoorbeeld een uitgeefstraat, een portal, een content management system). Bij XML-trajecten is de make-or-buy beslissing belangrijk. Het inkopen van specifieke expertise werkt doorgaans sneller en goedkoper dan het gebruik maken van eigen expertise die eerst ontwikkeld moet worden. Maar ook bij inkopen moet een organisatie tóch over een zekere expertise in huis beschikken om deze inkoop in goede banen te kunnen leiden. Naarmate het strategisch belang van het XML-traject voor een organisatie groter is, is het belangrijker om in huis over eigen expertise te beschikken. 42
  • 43. 6.1.3 ONTWERPFASE Tijdens de ontwerpfase worden de concepten voor de uiteindelijke oplossing ontwikkeld. Het gaat hier niet alleen om technische concep- ten, maar ook om organisatorische (herontwerpen bedrijfsprocessen, aanpassen organisatiestructuren). Bij XML-trajecten is dit de fase waarin een content analysis plaats- vindt en documentschema’s ontwikkeld worden. Belangrijk is daarbij de vraag in welke mate de organisatie aansluiting zoekt bij al bestaande documentschema’s, bijvoorbeeld van de eigen bedrijfstak of op het gebied van elektronische handel als zodanig. Naarmate het strategisch belang van het XML-traject voor een organisatie groter is, is het meer gewenst om aan te sluiten bij bestaande standaards op dit gebied (of nóg beter: invloed te hebben op het tot stand komen van die standaards). Het ontwerpen van een XML-oplossing wordt wel vergeleken met het ontwerpen van een datamodel voor een relationele database. Er zijn inderdaad overeenkomsten, maar er zijn ook grote verschillen. De overeenkomst zit in het feit dat een relationele database oplos- sing vrij eenvoudig in een XML-oplossing is te vertalen. Het omge- keerde is echter niet het geval. Een XML-documentschema kan repeterende groepen van elementen bevatten; een relationeel datamodel niet. Een XML-documentschema kan optionele elementen bevatten, een relationeel datamodel niet. 6.1.4 REALISATIEFASE Tijdens de realisatiefase vindt het daadwerkelijk bouwen van de oplos- sing plaats. Dit kan ook het “verbouwen” van de organisatie inhouden. 6.1.5 IMPLEMENTATIEFASE De implementatiefase betreft het in gebruik nemen van de oplossing en het overdragen aan de staande organisatie. In deze fase vinden ook de eventuele gebruikerstrainingen plaats. Bij XML-trajecten moet in deze fase vaak een conversie van bestaand materiaal plaatsvinden. Dat is vaak een project op zichzelf. 6.1.6 GEBRUIK EN BEHEERFASE Tijdens de gebruik en beheerfase vindt het eigenlijke gebruik van de oplossing plaats. Dat vraagt ook om beheer en onderhoud. Feitelijk is het project dan al achter de rug. Bij een XML-traject is het van belang dat helder is wie de docu- mentschema’s gaat beheren en wat de procedure is om deze te wijzigen. Een bruikbaar model is dat de materiedeskundigen adviseren over ver- nieuwingen, maar niet er zelf over beslissen. Het management neemt de beslissing en maakt daarbij de afweging tussen het belang van stabiele 43
  • 44. schema’s en het belang van vernieuwen. De ICT-afdeling kan de aan- passingen uitvoeren. 6.2 Proces Bij een procesmatige aanpak van een XML-verandertraject ligt de nadruk op de vele partijen die bij het traject betrokken zijn. De partijen verschillen onderling in het belang dat ze bij het XML-traject hebben, wat ook zijn weerslag heeft op de energie waarmee ze zullen meewerken. Voor het slagen van een XML-traject is het belangrijk dat er tussen deze partijen een coalitie tot stand komt en in stand blijft. De initiatiefnemer levert doorgaans de procesmanager. Bij een procesmatige aanpak is eerder sprake van een voorgeno- men ontwikkelrichting dan van een concreet afgebakend en nauwkeurig in de tijd aangegeven einddoel. Als er al een einddoel geformuleerd is, dan kan dat tijdens de rit best gaan schuiven. Ook kunnen zich tijdens de rit nog partijen bij het proces aansluiten of het proces verlaten. Par- tijen in de vorm van verschillende organisaties zijn autonoom en niet door een hoger gezag tot de orde te roepen. Zogenaamd “strategisch gedrag” van partijen is bij een dergelijk proces niet ongewoon. In het centrum van een procesmatig verandertraject staat de pro- cesmanager. Deze is minder bezig met feitelijke veranderingen en meer met de manier waarop die bereikt kunnen worden. De procesmanager zorgt ervoor dat beslissingen in alle openheid en met ruimte voor ieders inbreng genomen worden, dat de core values van de partijen gerespec- teerd worden, dat er voldoende voortgang is en dat uitkomsten van het traject van voldoende kwaliteit zijn. Op deze plaats volstaan we met een vrij generieke opsomming van mogelijke partijen bij een XML-traject: • management; • medewerkers; • ICT-ers; • partners; • afnemers; • leveranciers; • de omgeving. Vanuit het perspectief van elk van deze partijen geven we een korte beschrijving van een mogelijk XML-traject. 6.2.1 MANAGEMENT Voor het management is de huidige situatie misschien wel stabiel in organisatorisch en technisch opzicht. Ze is echter niet efficiënt, onder meer omdat de verschillende geautomatiseerde systemen niet op elkaar 44
  • 45. aansluiten. Wil de organisatie in een turbulente omgeving kunnen over- leven, dan zullen in ieder geval alle systemen onderling geïntegreerd moeten zijn. Aandachtspunten voor het management zijn daarbij: • het efficiënt laten verlopen van het XML-traject Het proces moet in balans zijn. De organisatie moet veranderen door vanuit een stabiel stadium naar een volgend stabiel stadium te trekken. • het beleggen van nieuwe functies Een XML-traject kan een organisatie belasten met nieuwe zaken die beheerd moeten worden: documentschema’s, multimedia assets en de rechten daarop. Voor elk daarvan wachten de vol- gende vragen op een antwoord. Wie gaat straks nieuw beleid voor deze zaken ontwikkelen? Wie gaat ermee innoveren en experimen- teren? Wie gaat ontwikkelwerk uitvoeren? Wie doet het beheer? Wat wordt uitbesteed? Wie neemt de besluiten en wie ziet op de uitvoering ervan? • het oog hebben voor het toekomstige business model • het verrichten van het nodige “zendingswerk”. 6.2.2 MEDEWERKERS De medewerkers opereren in de huidige situatie wellicht minder effi- ciënt en met ondermaatse informatie, dubbel werk en ambigue rollen. Het werk zal na doorlopen van een XML-traject minder administratief en meer kennisgericht kunnen zijn. Aandachtspunten voor medewer- kers zijn hierbij: • het XML-traject impliceert een organisatieverandering; dat brengt onzekerheid met zich mee, behoefte aan inspraak en aan bijscho- len voor een nieuwe of veranderende functie; • het werk wordt minder gericht op het bijdragen aan een enkel pro- duct en méér op het bijdragen aan herbruikbare content; • het werk wordt minder gericht op complete documenten en meer op onderdelen van documenten (componenten); • een verandering van de organisatiestructuur ligt daarbij in de rede. 6.2.3 ICT-ERS Een aparte categorie medewerkers wordt gevormd door de ICT-ers. Informatiesystemen en de bijbehorende ondersteuning zijn nu nog vaak verticaal georganiseerd. Ieder systeem heeft zijn eigen karakteristiek, de daarbij behorende ICT-ers eveneens. In de toekomst is veel meer inte- gratie tussen alle systemen nodig en zijn de systemen meer nog dan tegenwoordig van vitaal belang voor de organisatie. Voor het tot een goed einde brengen van een XML-traject is het daarom gewenst dat ICT-ers zich in twee richtingen ontwikkelen. Ze moeten meer horizon- 45
  • 46. taal weten te functioneren en ze moeten meer verstand krijgen van het bedrijf in plaats van alleen van ICT. 6.2.4 AFNEMERS Voor afnemers is een organisatie in de huidige situatie moeilijk aan te spreken. Vaak moeten zij meerdere loketten benaderen en dezelfde informatie meermalen verstrekken. In de toekomst zou dat één loket moeten zijn dat aangepast is aan de klant en de organisatie transparant maakt. Dat ene loket is echter wel met verschillende communicatiekana- len aan te spreken. De afnemer voert nog maar eenmaal zijn gegevens in en krijgt er een hoogwaardiger product voor terug. 6.2.5 LEVERANCIERS Leveranciers communiceren in de huidige situatie via een beperkt aantal verschillende kanalen met de organisatie. Tijdens een XML-traject komt daar op een gegeven moment een op XML gebaseerd kanaal bij. Vroeg of laat zullen daardoor een of meer andere kanalen verdwijnen. De informatie-uitwisseling wordt rijker, vormen van ketenintegratie zijn mogelijk. Daar staat tegenover dat ook steeds meer andere leveranciers naar de gunsten van de organisatie kunnen dingen. Uiteindelijk resultaat is een efficiënte e-commerce oplossing waarbij informatie- en bestu- ringsinformatie zo veel mogelijk elektronisch worden uitgewisseld. De externe communicatie is gestandaardiseerd waardoor “iedereen” kan leveren. 6.2.6 CONTEXT Een organisatie heeft rechtstreeks te maken met haar zogeheten transac- tieomgeving (de omgeving waar ze daadwerkelijk zaken mee kan doen). De rest van de buitenwereld noemen we hier simpelweg “context”. Daar speelt zich bijvoorbeeld de standaardisatie van documentschema’s af. De partij die dat regelt hoeft niet per se een nationale standaardorga- nisatie te zijn. Allerlei brancheorganisaties of consortia kunnen als zo danig optreden. Het kan voor een organisatie relevant zijn om ook deze partij bij zijn procesmatige aanpak van een XML-traject te betrekken. Via die partij is de discussie over de standaards te voeren en kunnen eventueel aanpassingen worden aangekaart. 6.3 Overweging Een XML-traject kan op een projectmatige of op een procesmatige wijze aangepakt worden. De keuze hangt af van de aard van het veran- dertraject. We zetten in onderstaande tabel twee karakteristieken tegen- over elkaar. 46
  • 47. Tabel 6.1: XML-verandertrajecten – twee karakteristieken Verandertraject Karakteristiek A Karakteristiek B Scope Klein deel van de organisatie Groot deel van de organisatie Intern / extern Voornamelijk interne partijen Ook diverse externe partijen betrokken betrokken Autonomie Betrokken partijen maken deel Betrokken partijen zijn behoor- uit van één groter geheel en lijk autonoom en kunnen bij- hebben daardoor maar beperkte voorbeeld zelf beslissen of ze autonomie nog langer wensen te participe- ren. Integratie Nog niet nodig, nieuwe oplos- Is nodig sing naast bestaande oplossin- gen Snelheid Is belangrijk Is minder belangrijk Doelstelling Ligt vast gedurende het traject Kan tijdens het traject verande- ren Bij XML-verandertrajecten die voldoen aan karakteristiek A ligt een projectmatige aanpak voor de hand. Trajecten die overeenkomen met karakteristiek B kunnen beter procesmatig worden aangepakt. In de praktijk zullen XML-trajecten niet altijd zo mooi in één van beide categorieën zijn in te delen. Het is dan gewenst om de meest opti- male aanpak te kiezen en deze ter compensatie aan te vullen met bepaalde elementen uit de andere aanpak. 6.4 Conclusie Zolang er voornamelijk interne partijen bij een XML-traject betrokken zijn die niet te veel autonomie hebben en de doelstelling concreet is, is projectmatig werken de beste keus. Bij veel externe partijen, en vage of verschuivende doelstellingen, verdient procesmanagement de voorkeur. Een organisatie die kiest voor projectmanagement loopt risico’s in de relatie met vooral externe partijen. Als het XML-traject gevolgen voor hen heeft en zij onvoldoende betrokken zijn, levert dat vroeg of laat problemen op. Om dit te voorkomen is het verstandig om in het project- plan expliciet melding te maken van de betrokken stakeholders. In de planning komt dan te staan hoe en op welk moment tijdens het project met hen gecommuniceerd gaat worden en wat de aard is van die com- municatie. Is het stikken of slikken? Wordt het project aan hen “ver- kocht”? Worden er wat proefballonnen opgelaten? Worden zij om advies gevraagd? Kunnen zij op sommige punten meedoen aan de activiteiten? Ook procesmanagement heeft zijn risico’s. Hierbij kunnen vooral de voortgang en de inhoudelijke kwaliteit in het gedrang komen. Het is echter zeker mogelijk om binnen een proces te zoeken naar mogelijkhe- den om kleine goedafgebakende deelprojecten uit te voeren. Die starten 47
  • 48. pas als alle betrokkenen het daar over eens zijn, maar leveren vervolgens wel concrete bijdragen aan de resultaten van het geheel. Tabel 6.2: Project of proces Aard van Afweging Voordelen Nadelen verandertraject Project Concreet doel, weinig Snelheid maken Achteraf komen de externe partijen bezwaren vanuit de organisatie Proces Veranderend doel, ver- Commitment staat cen- Risico van tragere schillende externe par- traal voortgang tijen Risico van geringere kwaliteit oplossing 48
  • 49. 7 Uitleiding In de voorgaande hoofdstukken stonden vijf vragen of afwegingen cen- traal: 1. Zien wij XML als een technische standaard of als een strategische technologie? 2. Innoveren wij met XML bottom-up of kan dat beter top-down? 3. Zien wij onze relaties met de buitenwereld als een keten of als een netwerk? 4. Draait het bij de invoering van XML om de techniek of om de organisatie? 5. Pakken wij de verandering aan als een project of als een proces? Elke vraag bestaat uit twee schijnbare tegenpolen die we hebben beschreven en vergeleken en van een conclusie voorzien. Dat gaan we hier niet herhalen. Met vijf vragen en telkens twee antwoorden zijn al 32 verschil- lende combinaties te maken; met de aangebrachte nuanceringen en compensatie mogelijkheden in de antwoorden zelfs een veelvoud hier- van. Dat is uiteraard in theorie, in de praktijk bestaan er allerlei afhanke- lijkheden tussen de vragen waardoor het aantal mogelijke combinaties weer kleiner wordt. Als afsluiting zullen we hier nog eenmaal de vijf vragen de revue laten passeren. We zetten daarbij onze “extremen” nog één keer tegen- over elkaar: • Profiel A: technische standaard, bottom-up, ketens, techniek, pro- ject; • Profiel B: strategische keuze, top-down, netwerken, organisatie, proces. 49
  • 50. Tabel 7.1: Samenvattend overzicht voordelen (+) voordelen (+) Profiel A bepalende factor Profiel B nadelen (-) nadelen (-) technische + Snel ervaring Omgeving dyna- + Diepte-investe- strategische standaard opdoen misch of turbulent, ring vanuit een hel- keuze dan ...> dere toekomstvisie- - Incrementeel te Een heldere en werk gaan, dus later gedeelde toekomstvi- opnieuw converteren sie is niet gemakke- lijk te formuleren - Eigen competenties zijn hiervoor mis- schien nog onvol- doende ontwikkeld - Bedrijfsonderdelen en/of zakenrelaties verschillen sterk in hun ontwikkeling op dit gebied - Benodigde stan- daards zijn hiervoor misschien nog onvol- doende ontwikkeld bottom-up + geen grote risico’s e-business en stan- + afgeleid van visie top-down daards op agenda + flexibel topmanagement, + schaalvoordelen dan ...> + experimenteer- + consistent ruimte- weinig een- heid in optreden - te vroeg beginnen naar buiten - onvoldoende des- - beheer vaak niet kundigheid geregeld - grote financiële - leren vaak niet risico’s georganiseerd ketens + efficiënt werken met meer- + flexibel netwerken dere businessmodel- + klantenservice len, dan ...> - kostbaar stand- punt voor een afzon- - minder flexibel bij derlijke organisatie opkomende nieuwe business models techniek + stabiele infrastruc- ambitie vooral orga- + lerende en flexi- organisatie tuur creëren nisatorisch, dan ...> bele organisatie creë- ren - organisatie weet die maar gedeeltelijk te - techniek blijft ach- benutten ter bij wat organisa- tie nodig heeft project + snelheid maken conditie van veel + commitment staat proces partijen en onzeker- centraal - achteraf komen de heden, dan ...> bezwaren vanuit de - risico van tragere organisatie voortgang - risico van geringere kwaliteit oplossingen 50
  • 51. 8 Bijlagen Geraadpleegde literatuur • H. de Bruijn, E. Ten Heuvelhof, R. in ’t Veld; Procesmanagement; over procesontwerp en besluitvorming; Academic Service, Schoonhoven, 2002. • K. Doppler et al.; Change management: vormgeven aan het ver- anderingsproces; Addison-Wesley, Amsterdam, 1996. • Electronic Government; challenges to the effective adoption of the extensible markup language; United States General Accounting Office, April 2002. • Themanummer XML; Informatie, juni 2001. • Ph. Evans et al.; De nieuwe economie blown to bits: hoe de infor- matie-economie bedrijfsstrategieën fundamenteel verandert; Busi- ness Contact, Amsterdam, 2000. • Ch. Goldfarb; The XML Handbook; 4th edition; Prentice-Hall PTR, Upper-Saddle River, 2001. • P. van der Hijden; Drie cases rond XML; Informatie, juni 2001. • P. van der Hijden; Auteursprocessen; Element, nr.1, 2001. • P. Noordam et al.; Trends in IT – 2002; Ten Hagen & Stam, Den Haag, 2002. • B. Timmer et al.; Elektronisch inkopen op een open markt; NEVI, Zoetermeer, 2001. • H. Visser, A. van Goor; Werken met logistiek; Wolters-Noordhoff, 1999. • G. Wijnen, W. Renes, P. Storm; Projectmatig werken; Het Spec- trum, Utrecht, 2001. Nuttige links • International SGML/XML Users’ Group: www.isgmlug.org • OASIS: www.oasis-open.org • SGML/XML User Group Holland: www.sgml-ug.nl • Startpagina XML: xml.pagina.nl • The XML Industrial Portal: www.xml.org • World Wide Web Consortium: www.w3c.org 51