SlideShare a Scribd company logo
1 of 9
Welkom in de vierde les!
LIEVELINGSGERECHTEN VAN DE BELG

   Slaatjes (vooral met geitenkaas) 3,2%
   Mosselen 2,1%
   Biefstuk met friet 7,2%
   Witloof in kaassaus 3,3%
   Pasta 9,3%
   Scampi’s 3,0%
   Kip 3,1%
   Visgerechten 5,9%
   Spaghetti bolognaise 4,2%
   Schaap- of lamgerechten 2,0%
ACTIE EN SITUATIE
Els fietst naar huis. Thuis zet ze haar fiets voor de deur. Ze doet haar jas
uit, hangt hem aan de kapstok en loopt naar de keuken. Ze legt de
spaghetti en de rijst op de tafel en zet de blikken, de koffie en de
confituur in de keukenkast. De yoghurt en de kaas, de groenten, de kip
en de eieren legt ze in de koelkast en het fruit legt ze in de mand op de
tafel.
Haar portefeuille zit in haar tas. Ze zoekt haar bankkaart. Waar heeft ze
die gelegd? Nu weet ze het weer. Haar bankkaart zit in haar
portefeuille, samen met haar briefjes en muntstukken.
Als ze klaar is, gaat ze op een stoel zitten, want ze is een beetje moe. Ze
heeft zin om even te gaan liggen en een halfuurtje te slapen, maar dat
kan ze niet. Ze moet nog naar Lisa, want dat heeft ze beloofd. Haar jas
hangt aan de kapstok en haar tas staat in de keuken op de grond, naast
de kast. Ze neemt haar jas en tas, loopt naar de deur en neemt vlug
haar fiets. Haar fiets is niet gestolen. Hij staat nog voor de deur.
HET PERFECTUM
REGELMATIGE WERKWOORDEN MET PREFIX BE-, ER-, GE-, HER-, ONT-, VER-

    Infinitief         Stam           Perfectum      Perfectum =
    vertellen          vertel           verteld        - regelmatig
   veranderen        verander         veranderd        - geen ge-
   herkennen          herken           herkend
   ontmoeten          ontmoet          ontmoet
    bedoelen          bedoel           bedoeld

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN MET PREFIX BE-, ER-, GE-, HER-, ONT-, VER-

    Infinitief         Stam           Perfectum      Perfectum =
    verliezen          verlies         verloren         - onregelmatig
    vergeten          vergeet          vergeten         - geen ge-
    begrijpen         begrijp          begrepen
    ontstaan           ontsta          ontstaan
HET PERFECTUM
REGELMATIGE SCHEIDBARE WERKWOORDEN

    Infinitief      Stam         Perfectum     Perfectum =
   uitnodigen      nodig uit    uitgenodigd      - regelmatig
   uitleggen        leg uit      uitgelegd       - scheidbaar
  openmaken       maak open     opengemaakt


ONREGELMATIGE SCHEIDBARE WERKWOORDEN

    Infinitief      Stam         Perfectum     Perfectum =
   meenemen       neem mee      meegenomen
                                                 - onregelmatig
   aantrekken      trek aan     aangetrokken     - scheidbaar
  terugvinden     vind terug   teruggevonden
NEGATIE
  GEEN
                         POSITIEF                      NEGATIEF
   een + substantief     Paolo is een Italiaan         Paolo is geen Italiaan.
     + substantief EV    Els drinkt koffie.            Bert drinkt geen koffie.
     + substantief MV Hij heeft twee koffers.          Hij heeft geen twee koffers.


ATTENTIE!

        1. Adjectief                    Dit is een groot huis.
                                        Dit is geen groot huis.

        2. geen         wel (een)       Paolo is geen Belg, maar Bert is wel een Belg.
                                        Paolo drinkt geen bier, maar Bert drinkt wel bier.
NEGATIE
  NIET
                      POSITIEF                           NEGATIEF
   werkwoord          Paolo kan morgen komen.            Paolo kan morgen niet komen.
   prepositie         Peter woont in die kamer.          Peter woont niet in die kamer.
   adjectief          Dit huis is groot.                 Dit huis is niet groot

ATTENTIE!

         1. positie

                   Paolo         kan       morgen niet            komen.

                   Peter         woont     niet in de kamer.

                   Dit huis is             niet groot.

         2. niet          wel              Leuven is niet groot, maar Milaan is wel groot.
NEGATIE VAN AL

                NOG GEEN                                     NOG NIET
Heeft Donald al plannen?                     Heeft Paolo al gegeten?
Nee, hij heeft nog geen echte plannen.       Nee, hij heeft nog niet gegeten.
Heeft Paolo al brood gekocht?                Heeft Donald Fernando al teruggezien?
Nee, hij heeft nog geen brood gekocht?       Nee, hij heeft hem nog niet teruggezien.

ATTENTIE!

            1. nog geen  voor onbepaald substantief

                     Heb je al een cadeautje gekocht?
                     Nee, ik heb nog geen cadeautje gekocht.

            2. nog niet  alle andere gevallen

                     Is Donald al in Gent geweest?
                     Nee, hij is nog niet in Gent geweest.
Bij de kruidenier
Wat mag het zijn?

More Related Content

Similar to Vierde les

Similar to Vierde les (8)

Tweede les
Tweede lesTweede les
Tweede les
 
Zesde les
Zesde lesZesde les
Zesde les
 
Tweede les
Tweede lesTweede les
Tweede les
 
Les 10
Les 10Les 10
Les 10
 
Vijfde les
Vijfde lesVijfde les
Vijfde les
 
Vijfde les
Vijfde lesVijfde les
Vijfde les
 
Tweede les
Tweede lesTweede les
Tweede les
 
Les 11 finaal
Les 11   finaalLes 11   finaal
Les 11 finaal
 

More from svencerulus

Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 8 les 1 (actieve transfer)
Deel 8 les 1 (actieve transfer)Deel 8 les 1 (actieve transfer)
Deel 8 les 1 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)svencerulus
 
Drieëntwintigste les
Drieëntwintigste lesDrieëntwintigste les
Drieëntwintigste lessvencerulus
 
Tweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lesTweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lessvencerulus
 
Eenentwintigste les
Eenentwintigste lesEenentwintigste les
Eenentwintigste lessvencerulus
 
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)svencerulus
 

More from svencerulus (20)

Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
 
Deel 8 les 1 (actieve transfer)
Deel 8 les 1 (actieve transfer)Deel 8 les 1 (actieve transfer)
Deel 8 les 1 (actieve transfer)
 
Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)
 
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
 
Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)
 
Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)
 
Drieëntwintigste les
Drieëntwintigste lesDrieëntwintigste les
Drieëntwintigste les
 
Tweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lesTweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste les
 
Eenentwintigste les
Eenentwintigste lesEenentwintigste les
Eenentwintigste les
 
Twintigste les
Twintigste lesTwintigste les
Twintigste les
 
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
 
Negentiende les
Negentiende lesNegentiende les
Negentiende les
 
Negentiende les
Negentiende lesNegentiende les
Negentiende les
 
Achttiende les
Achttiende lesAchttiende les
Achttiende les
 
Zeventiende les
Zeventiende lesZeventiende les
Zeventiende les
 
Zeventiende les
Zeventiende lesZeventiende les
Zeventiende les
 

Vierde les

  • 1. Welkom in de vierde les!
  • 2. LIEVELINGSGERECHTEN VAN DE BELG  Slaatjes (vooral met geitenkaas) 3,2%  Mosselen 2,1%  Biefstuk met friet 7,2%  Witloof in kaassaus 3,3%  Pasta 9,3%  Scampi’s 3,0%  Kip 3,1%  Visgerechten 5,9%  Spaghetti bolognaise 4,2%  Schaap- of lamgerechten 2,0%
  • 3. ACTIE EN SITUATIE Els fietst naar huis. Thuis zet ze haar fiets voor de deur. Ze doet haar jas uit, hangt hem aan de kapstok en loopt naar de keuken. Ze legt de spaghetti en de rijst op de tafel en zet de blikken, de koffie en de confituur in de keukenkast. De yoghurt en de kaas, de groenten, de kip en de eieren legt ze in de koelkast en het fruit legt ze in de mand op de tafel. Haar portefeuille zit in haar tas. Ze zoekt haar bankkaart. Waar heeft ze die gelegd? Nu weet ze het weer. Haar bankkaart zit in haar portefeuille, samen met haar briefjes en muntstukken. Als ze klaar is, gaat ze op een stoel zitten, want ze is een beetje moe. Ze heeft zin om even te gaan liggen en een halfuurtje te slapen, maar dat kan ze niet. Ze moet nog naar Lisa, want dat heeft ze beloofd. Haar jas hangt aan de kapstok en haar tas staat in de keuken op de grond, naast de kast. Ze neemt haar jas en tas, loopt naar de deur en neemt vlug haar fiets. Haar fiets is niet gestolen. Hij staat nog voor de deur.
  • 4. HET PERFECTUM REGELMATIGE WERKWOORDEN MET PREFIX BE-, ER-, GE-, HER-, ONT-, VER- Infinitief Stam Perfectum Perfectum = vertellen vertel verteld - regelmatig veranderen verander veranderd - geen ge- herkennen herken herkend ontmoeten ontmoet ontmoet bedoelen bedoel bedoeld ONREGELMATIGE WERKWOORDEN MET PREFIX BE-, ER-, GE-, HER-, ONT-, VER- Infinitief Stam Perfectum Perfectum = verliezen verlies verloren - onregelmatig vergeten vergeet vergeten - geen ge- begrijpen begrijp begrepen ontstaan ontsta ontstaan
  • 5. HET PERFECTUM REGELMATIGE SCHEIDBARE WERKWOORDEN Infinitief Stam Perfectum Perfectum = uitnodigen nodig uit uitgenodigd - regelmatig uitleggen leg uit uitgelegd - scheidbaar openmaken maak open opengemaakt ONREGELMATIGE SCHEIDBARE WERKWOORDEN Infinitief Stam Perfectum Perfectum = meenemen neem mee meegenomen - onregelmatig aantrekken trek aan aangetrokken - scheidbaar terugvinden vind terug teruggevonden
  • 6. NEGATIE GEEN POSITIEF NEGATIEF een + substantief Paolo is een Italiaan Paolo is geen Italiaan. + substantief EV Els drinkt koffie. Bert drinkt geen koffie. + substantief MV Hij heeft twee koffers. Hij heeft geen twee koffers. ATTENTIE! 1. Adjectief Dit is een groot huis. Dit is geen groot huis. 2. geen wel (een) Paolo is geen Belg, maar Bert is wel een Belg. Paolo drinkt geen bier, maar Bert drinkt wel bier.
  • 7. NEGATIE NIET POSITIEF NEGATIEF werkwoord Paolo kan morgen komen. Paolo kan morgen niet komen. prepositie Peter woont in die kamer. Peter woont niet in die kamer. adjectief Dit huis is groot. Dit huis is niet groot ATTENTIE! 1. positie Paolo kan morgen niet komen. Peter woont niet in de kamer. Dit huis is niet groot. 2. niet wel Leuven is niet groot, maar Milaan is wel groot.
  • 8. NEGATIE VAN AL NOG GEEN NOG NIET Heeft Donald al plannen? Heeft Paolo al gegeten? Nee, hij heeft nog geen echte plannen. Nee, hij heeft nog niet gegeten. Heeft Paolo al brood gekocht? Heeft Donald Fernando al teruggezien? Nee, hij heeft nog geen brood gekocht? Nee, hij heeft hem nog niet teruggezien. ATTENTIE! 1. nog geen  voor onbepaald substantief Heb je al een cadeautje gekocht? Nee, ik heb nog geen cadeautje gekocht. 2. nog niet  alle andere gevallen Is Donald al in Gent geweest? Nee, hij is nog niet in Gent geweest.
  • 9. Bij de kruidenier Wat mag het zijn?