SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 5
'
&
$
%
Proef VII,1: Neerslagvorming door het gelijkioneffect
Hoe kan je via het oplosbaarheidsproduct de oplosbaarheid berekenen?
PbI2(v) −− Pb2+
+ 2I−
x mol/L 2x mol/L
S 2S
Ksp = 7.1 · 10−9
= x (2x)2
⇒ x = 1.21 · 10−3
mol/L (S = 0.588 g/L)
Proef VII,1
Pb2+
+ 2I− 0.5MI−
−→
0.5MP b2+
−→
Initi¨ele concentraties na toevoegen KI
2mL verzadigde opl. + 2 druppels (=0.13mL) 0.5M KI: volume=2.13 mL
ˆ
Pb2+˜
0
= 1.21 · 10−3
·
2
2.13
= 1.14 · 10−3
mol/L
ˆ
I−˜
0
= 2.42 · 10−3
·
2
2.13
+ 0.5 ·
0.13
2.13
= 3.28 · 10−2
mol/L
Reactiequoti¨ent
Q =
ˆ
Pb2+˜
0
·
ˆ
I−˜2
0
= 1.23 · 10−6
> Ksp,P bI2 ⇒ Neerslag
Initi¨ele concentraties na toevoegen Pb (NO3)2
2mL verzadigde opl. + 2 druppels (=0.13mL) 0.5M Pb (NO3)2: volume=2.13 mL
ˆ
Pb2+˜
0
= 1.21 · 10−3
·
2
2.13
+ 0.5 ·
0.13
2.13
= 3.17 · 10−2
mol/L
ˆ
I−˜
0
= 2.42 · 10−3
·
2
2.13
= 2.27 · 10−3
mol/L
Reactiequoti¨ent
Q =
ˆ
Pb2+˜
0
·
ˆ
I−˜2
0
= 1.63 · 10−7
> Ksp,P bI2 ⇒ Neerslag, maar minder
'
&
$
%
Proef VII,2: Invloed van de pH op de oplosbaarheid
Proef VII 2.1a
2 mL 0.01M Mg2+
+ 3 druppels (=0.2mL) 2.8M OH−
→ volume 2.2 mL
CMg2+ = 2mL×0.01M
2.2mL
= 9.09 10−3
M en COH− = 0.2mL×2.8M
2.2mL
= 0.255 M
Reactiequoti¨ent:
Q = 9.09 10−3
× 0.2552
= 5.91 10−4
> Ksp = 2 10−11
⇒ Neerslag!
Restconcentratie Mg2+
Mg2+
+ 2OH− −− Mg (OH)2
9.09 · 10−3
M 0.255 M
−
`
9.09 · 10−3
M − x
´
−
`
9.09 · 10−3
M − 2x
´
x 0.237 + 2x
Ksp = 2 · 10−11
= x · (0.237)2
⇒ x = 3.56 · 10−10
M
+ ´e´en spatelschep NH4Cl (=0.250 g) ⇒ 0.250
53.5
= 4.67 · 10−3
mol
ˆ
NH+
4
˜
in 2.2 mL = 4.67·10−3
×1000
2.2
= 2.12 M
reactiequoti¨ent:
NH+
4 + OH− K
−− NH3 +H2O
2.12 0.255
−0.255 −0.255 +0.255
1.865 y 0.255
K =
1
Kb
=
1
1.8 · 10−5
=
0.255
1.865 · y
→ y = 2.46 · 10−6
M
Q =
ˆ
Mg2+˜ ˆ
OH−˜2
= 9.09 · 10−3
×
`
2.46 · 10−6´2
= 5.5 · 10−14
< Ksp = 2 · 10−11
⇒ Neerslag lost op!
'
&
$
%
Proef VII,2: Invloed van de pH op de oplosbaarheid
Proef VII 2.1b
2 mL 0.01M Mg2+
+ ´e´en spatelschep CH3COONa (=0.250 g) ⇒ 0.250
82
= 3 · 10−3
mol
ˆ
Ac−
˜
in 2 mL = 3·10−3
×1000
2
= 1.50 M
reactiequoti¨ent:
Ac−
+ H2O
K
−− HAc + OH−
1.50
−x +x +x
1.50 x x
K = Kh =
10−14
1.8 · 10−5
=
x2
1.50
→ x = 2.89 · 10−5
M
Q =
ˆ
Mg2+˜ ˆ
OH−˜2
= 0.01 ×
`
2.89 · 10−5´2
= 8.35 · 10−12
< Ksp = 2 · 10−11
⇒ Geen neerslag!
'
&
$
%
Proef VII,3: Oplossen van neerslagen door complexvorming
Proef VII 3.1
1 mL Ag+
0.01 M + 1mL Cl−
0.50M
⇒
ˆ
Ag+
˜
= 0.005 M en
ˆ
Cl−
˜
= 0.25 M
reactiequoti¨ent:
Q =
ˆ
Ag+˜ ˆ
Cl−˜
= 0.005 × 0.25 = 1.25 · 10−3
> Ksp,AgCl = 2 10−10
⇒ Neerslag!
1 mL suspensie + 2 mL 0.50 M NH3 0.50 M:
⇒
ˆ
Ag+
˜
=
0.005
3
= 1.66 · 10−3
M
ˆ
Cl−˜
=
0.25
3
= 0.083M
[NH3] =
2 × 0.50
3
= 0.333M
Stel dat alle neerslag oplost, wat is
ˆ
Ag+
˜
?
Ag+
+ 2NH3 −− Ag (NH3)+
2
1.66 · 10−3
0.333
−1.66 · 10−3
−2 × 1.66 · 10−3
1.66 · 10−3
y 0.33 1.66 · 10−3
Kst = 1.7 · 107
=
1.66 · 10−3
y (0.33)2 → y = 8.97 · 10−10
M
Q =
ˆ
Ag+˜ ˆ
Cl−˜
= 8.97 · 10−10
× 0.083
= 7.44 · 10−11
< Ksp = 2 · 10−10
⇒ Neerslag lost op!
'
&
$
%
Proef VII,3: Oplossen van neerslagen door complexvorming
Proef VII 3.2
1 mL Ag+
0.01 M + 1mL Br−
0.050 M
1 mL suspensie + 2mL NH3 0.50 M
Berekening idem als bij Proef VII 3.1
reactiequoti¨ent:
Q =
ˆ
Ag+˜ ˆ
Br−˜
= 8.97 · 10−10
× 0.083 = 7.44 · 10−11
> Ksp,AgBr = 5 10−13
⇒ Neerslag!
met 8.3 M NH3 → [NH3] = 2×8.3
3
= 5.533 M → −3.33 · 10−3
= 5.53
Kst = 1.7 · 107
=
1.66 · 10−3
y (5.53)2 → y = 3.19 · 10−12
M
Q =
ˆ
Ag+˜ ˆ
Br−˜
= 3.19 · 10−12
× 0.083
= 2.65 · 10−13
< Ksp,AgBr = 5 · 10−13
⇒ Neerslag lost op!
Proef VII 3.3
AgI → Ksp = 8.0 · 10−17
< 2.65 · 10−13
⇒ dus neerslag lost niet op!
De berekening is idem als hierboven

Más contenido relacionado

Destacado

Jodometrische titratie van dijood - Uitwerking in molariteit
Jodometrische titratie van dijood - Uitwerking in molariteitJodometrische titratie van dijood - Uitwerking in molariteit
Jodometrische titratie van dijood - Uitwerking in molariteitTom Mortier
 
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - molariteit
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - molariteitTitratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - molariteit
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - molariteitTom Mortier
 
Zuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel IIZuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel IITom Mortier
 
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteit
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteitTitratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteit
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteitTom Mortier
 
Zuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel IZuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel ITom Mortier
 
Hoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnsel
Hoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnselHoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnsel
Hoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnselTom Mortier
 
De standaard additie methode
De standaard additie methodeDe standaard additie methode
De standaard additie methodeTom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Tom Mortier
 

Destacado (8)

Jodometrische titratie van dijood - Uitwerking in molariteit
Jodometrische titratie van dijood - Uitwerking in molariteitJodometrische titratie van dijood - Uitwerking in molariteit
Jodometrische titratie van dijood - Uitwerking in molariteit
 
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - molariteit
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - molariteitTitratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - molariteit
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - molariteit
 
Zuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel IIZuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel II
 
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteit
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteitTitratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteit
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteit
 
Zuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel IZuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel I
 
Hoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnsel
Hoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnselHoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnsel
Hoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnsel
 
De standaard additie methode
De standaard additie methodeDe standaard additie methode
De standaard additie methode
 
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
 

Más de Tom Mortier

Chemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesChemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesTom Mortier
 
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenNomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenTom Mortier
 
Oplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenOplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenTom Mortier
 
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieHoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesHoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesTom Mortier
 
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieHoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Tom Mortier
 
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingHoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingTom Mortier
 
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieHoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersHoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersTom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieHoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1Tom Mortier
 
Hoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titratiesTom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Tom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Tom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenHoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenTom Mortier
 
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Tom Mortier
 
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - RedoxtitratiesHoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - RedoxtitratiesTom Mortier
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieTom Mortier
 

Más de Tom Mortier (20)

Chemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesChemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reacties
 
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenNomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
 
Oplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenOplosbaarheidsevenwichten
Oplosbaarheidsevenwichten
 
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieHoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
 
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesHoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
 
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieHoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
 
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
 
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingHoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
 
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieHoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
 
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersHoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
 
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieHoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
 
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
 
Hoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titraties
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
 
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenHoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
 
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
 
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - RedoxtitratiesHoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
 

Practicum over neerslagvorming en oplosbaarheid

  • 1. ' & $ % Proef VII,1: Neerslagvorming door het gelijkioneffect Hoe kan je via het oplosbaarheidsproduct de oplosbaarheid berekenen? PbI2(v) −− Pb2+ + 2I− x mol/L 2x mol/L S 2S Ksp = 7.1 · 10−9 = x (2x)2 ⇒ x = 1.21 · 10−3 mol/L (S = 0.588 g/L) Proef VII,1 Pb2+ + 2I− 0.5MI− −→ 0.5MP b2+ −→ Initi¨ele concentraties na toevoegen KI 2mL verzadigde opl. + 2 druppels (=0.13mL) 0.5M KI: volume=2.13 mL ˆ Pb2+˜ 0 = 1.21 · 10−3 · 2 2.13 = 1.14 · 10−3 mol/L ˆ I−˜ 0 = 2.42 · 10−3 · 2 2.13 + 0.5 · 0.13 2.13 = 3.28 · 10−2 mol/L Reactiequoti¨ent Q = ˆ Pb2+˜ 0 · ˆ I−˜2 0 = 1.23 · 10−6 > Ksp,P bI2 ⇒ Neerslag Initi¨ele concentraties na toevoegen Pb (NO3)2 2mL verzadigde opl. + 2 druppels (=0.13mL) 0.5M Pb (NO3)2: volume=2.13 mL ˆ Pb2+˜ 0 = 1.21 · 10−3 · 2 2.13 + 0.5 · 0.13 2.13 = 3.17 · 10−2 mol/L ˆ I−˜ 0 = 2.42 · 10−3 · 2 2.13 = 2.27 · 10−3 mol/L Reactiequoti¨ent Q = ˆ Pb2+˜ 0 · ˆ I−˜2 0 = 1.63 · 10−7 > Ksp,P bI2 ⇒ Neerslag, maar minder
  • 2. ' & $ % Proef VII,2: Invloed van de pH op de oplosbaarheid Proef VII 2.1a 2 mL 0.01M Mg2+ + 3 druppels (=0.2mL) 2.8M OH− → volume 2.2 mL CMg2+ = 2mL×0.01M 2.2mL = 9.09 10−3 M en COH− = 0.2mL×2.8M 2.2mL = 0.255 M Reactiequoti¨ent: Q = 9.09 10−3 × 0.2552 = 5.91 10−4 > Ksp = 2 10−11 ⇒ Neerslag! Restconcentratie Mg2+ Mg2+ + 2OH− −− Mg (OH)2 9.09 · 10−3 M 0.255 M − ` 9.09 · 10−3 M − x ´ − ` 9.09 · 10−3 M − 2x ´ x 0.237 + 2x Ksp = 2 · 10−11 = x · (0.237)2 ⇒ x = 3.56 · 10−10 M + ´e´en spatelschep NH4Cl (=0.250 g) ⇒ 0.250 53.5 = 4.67 · 10−3 mol ˆ NH+ 4 ˜ in 2.2 mL = 4.67·10−3 ×1000 2.2 = 2.12 M reactiequoti¨ent: NH+ 4 + OH− K −− NH3 +H2O 2.12 0.255 −0.255 −0.255 +0.255 1.865 y 0.255 K = 1 Kb = 1 1.8 · 10−5 = 0.255 1.865 · y → y = 2.46 · 10−6 M Q = ˆ Mg2+˜ ˆ OH−˜2 = 9.09 · 10−3 × ` 2.46 · 10−6´2 = 5.5 · 10−14 < Ksp = 2 · 10−11 ⇒ Neerslag lost op!
  • 3. ' & $ % Proef VII,2: Invloed van de pH op de oplosbaarheid Proef VII 2.1b 2 mL 0.01M Mg2+ + ´e´en spatelschep CH3COONa (=0.250 g) ⇒ 0.250 82 = 3 · 10−3 mol ˆ Ac− ˜ in 2 mL = 3·10−3 ×1000 2 = 1.50 M reactiequoti¨ent: Ac− + H2O K −− HAc + OH− 1.50 −x +x +x 1.50 x x K = Kh = 10−14 1.8 · 10−5 = x2 1.50 → x = 2.89 · 10−5 M Q = ˆ Mg2+˜ ˆ OH−˜2 = 0.01 × ` 2.89 · 10−5´2 = 8.35 · 10−12 < Ksp = 2 · 10−11 ⇒ Geen neerslag!
  • 4. ' & $ % Proef VII,3: Oplossen van neerslagen door complexvorming Proef VII 3.1 1 mL Ag+ 0.01 M + 1mL Cl− 0.50M ⇒ ˆ Ag+ ˜ = 0.005 M en ˆ Cl− ˜ = 0.25 M reactiequoti¨ent: Q = ˆ Ag+˜ ˆ Cl−˜ = 0.005 × 0.25 = 1.25 · 10−3 > Ksp,AgCl = 2 10−10 ⇒ Neerslag! 1 mL suspensie + 2 mL 0.50 M NH3 0.50 M: ⇒ ˆ Ag+ ˜ = 0.005 3 = 1.66 · 10−3 M ˆ Cl−˜ = 0.25 3 = 0.083M [NH3] = 2 × 0.50 3 = 0.333M Stel dat alle neerslag oplost, wat is ˆ Ag+ ˜ ? Ag+ + 2NH3 −− Ag (NH3)+ 2 1.66 · 10−3 0.333 −1.66 · 10−3 −2 × 1.66 · 10−3 1.66 · 10−3 y 0.33 1.66 · 10−3 Kst = 1.7 · 107 = 1.66 · 10−3 y (0.33)2 → y = 8.97 · 10−10 M Q = ˆ Ag+˜ ˆ Cl−˜ = 8.97 · 10−10 × 0.083 = 7.44 · 10−11 < Ksp = 2 · 10−10 ⇒ Neerslag lost op!
  • 5. ' & $ % Proef VII,3: Oplossen van neerslagen door complexvorming Proef VII 3.2 1 mL Ag+ 0.01 M + 1mL Br− 0.050 M 1 mL suspensie + 2mL NH3 0.50 M Berekening idem als bij Proef VII 3.1 reactiequoti¨ent: Q = ˆ Ag+˜ ˆ Br−˜ = 8.97 · 10−10 × 0.083 = 7.44 · 10−11 > Ksp,AgBr = 5 10−13 ⇒ Neerslag! met 8.3 M NH3 → [NH3] = 2×8.3 3 = 5.533 M → −3.33 · 10−3 = 5.53 Kst = 1.7 · 107 = 1.66 · 10−3 y (5.53)2 → y = 3.19 · 10−12 M Q = ˆ Ag+˜ ˆ Br−˜ = 3.19 · 10−12 × 0.083 = 2.65 · 10−13 < Ksp,AgBr = 5 · 10−13 ⇒ Neerslag lost op! Proef VII 3.3 AgI → Ksp = 8.0 · 10−17 < 2.65 · 10−13 ⇒ dus neerslag lost niet op! De berekening is idem als hierboven