5. Inhoud
5 Samenvatting
7 1 Inleiding
13 2 Programmalijnen
13 Programmalijn 1 – De digitale infrastructuur
14 1a Informatiearchitectuur
14 1b Aansluiting op de landelijke / wereldwijde informatie infrastructuur
14 1c Eén laagdrempelige toegang voor alle leden van openbare bibliotheken
15 1d Customer Relationship Management-Systeem
15 1e Realiseren landelijk Interbibliothecair Leenverkeer (IBL)
15 1f Generiek maken/geschikt maken landelijke uitrol van grote infrastructurele projecten
16 Programmalijn 2 – Innovatie digitale diensten en producten
16 2a Bestaande diensten en producten
17 2b Nieuwe diensten en producten
18 Programmalijn 3 – Innovatie van beleid
18 3a Innovatie van collectiebeleid
20 3b Innovatie van HRM
22 3c Innovatie van marketing
25 3 De organisatie
27 4 Financiën
29 5 Tot slot
31 Bijlagen
31 Bronnen
32 Geraadpleegde personen
32 Samenstelling commissie en verantwoording
32 Colofon
6. 4 Innovatie met effect
de adviescommissie bibliotheekinnovatie
verbindt de toekomst van de openbare bibliotheek
nadrukkelijk aan het functioneren daarvan als één
samenhangend stelsel, bestaande uit twee compo-
nenten: de plaatsonafhankelijke digitale bibliotheek
via internet enerzijds en alle fysieke bibliotheek-
lokaties verspreid over het land anderzijds. Deze
twee componenten zijn met elkaar verweven, verster-
ken elkaar en moeten op elkaar worden afgestemd.
Dit advies bouwt voort op wat in de voorgaande
jaren is nagestreefd vanuit de sector zelf en
wat door verschillende instanties is aanbevolen.
Alle resultaten van de hier voorgestelde programma-
lijnen en resultaatgebieden komen ten goede aan
alle bibliotheken, ongeacht hun omvang of geo-
grafische ligging. Zij ondersteunen lokale diversiteit
en de op de eigen situatie ter plaatse afgestemde
dienstverlening en samenwerkingsverbanden.
7. 5 Innovatie met effect
Samenvatting
In dit advies wordt een innovatiemodel gehanteerd, dat desgewenst volledig transparant geïntegreerd kunnen
het innovatieproces indeelt in vier verschillende fases. worden in de website van elke lokale bibliotheek.
De eerste drie daarvan kunnen worden gezien als het
‘ontwikkelstadium’ van innovatieve ideeën, de vierde Voor de periode tot de start van het sectorinstiuut is
betreft de ‘uitvoeringsfase’, waarbij het gaat om imple- gekozen voor een organisatie, waarbij een klein
mentatie en landelijke uitrol van innovatieve diensten en Programmabureau verantwoordelijk is voor het gehele
producten. Elke fase onderscheidt zich door eigen speci- programma. Door het Ministerie van OCW wordt een
fieke behoeftes betreffende de aansturing, de benodigde Stuurgroep ingesteld die de voortgang binnen de pro-
financiële middelen en de juiste expertise. Met name de grammalijnen bewaakt en die afstemt met het ministerie.
verbinding tussen de ontwikkelfase en de uitvoeringsfase Voor de realisering van de centraal uitgevoerde program-
behoeft een heldere aansturing. maonderdelen wordt een Projectteam gevormd, dat
verantwoording aflegt aan het Programmabureau. Tevens
Voor de periode 2009-2012 worden drie programmalij- worden vijf organisaties binnen de branche, bijvoorbeeld
nen onderscheiden, elk met een aantal resultaatgebieden: grotere bibliotheken of PSO’s, uitgekozen, die hebben
aangegeven de ambitie te hebben om te fungeren als
Innovatiecentrum voor een bepaalde programmalijn of
bepaald resultaatgebied. Hiervoor wordt aangesloten bij
reeds aanwezige en verder te stimuleren innovatiekracht
1 Digitale infrastructuur binnen de sector. Een Innovatieraad, bestaande uit de
1a Eén gemeenschappelijke informatiearchitectuur directeuren van de vijf Innovatiecentra en twee onafhan-
1b Aansluiting op de landelijke en wereldwijde informatie-infrastructuur kelijke deskundigen, fungeert als klankbord voor het
1c Eén landelijk systeem van identity management, met één bibliotheekpas Programmabureau en als coördinatiepunt voor de
1d Customer Relationship Managementsysteem Innovatiecentra.
1e Landelijk IBL
1f Generiek maken van grote infrastructurele projecten De commissie is van mening dat de voor innovatie
bestemde middelen in hun geheel voor de beschreven
2 Innovatie digitale diensten en producten programmalijnen dienen te worden aangewend, onder
2a Evaluatie van reeds in ontwikkeling zijnde diensten en producten verantwoordelijkheid van het Programmabureau.
2b Ontwikkelen van nieuwe vernieuwende diensten en producten Bij het opstellen van dit programma is erop toegezien dat
uitvoering niet zal leiden tot kostenverhoging voor de
3 Innovatie van beleid bibliotheken, zonder dat daar directe efficiencywinst of
3a Collectiebeleid, o.a. uitbreiding van beschikbare digitale content andere evidente voordelen aan verbonden zijn. Daarnaast
3b HRM wijst de commissie op de noodzaak om ook andere voor
3c Marketing de bibliotheeksector beschikbare middelen voor innova-
tiedoeleinden te blijven inzetten.
De commissie constateert dat de bestaande organisatori-
Met name op de terreinen van de digitale infrastructuur sche, bestuurlijke en financiële inbedding van het stelsel
(programmalijn 1) en digitale content (resultaatgebied 3a) nog sterk geënt is op een situatie waarin de openbare
is gekozen voor centrale aansturing en uitvoering. Bij de bibliotheek alleen uit fysieke bibliotheken bestond. Dit
andere onderdelen is wel steeds sprake van centrale regie, heeft het realiseren van inhoudelijke vernieuwingen juist
maar wordt gekozen voor een organisatie die mede op punten waar landelijke samenwerking, coördinatie en
gericht is op het versterken van het innoverend vermogen afstemming noodzakelijk is, zoals de digitale bibliotheek,
van de sector zelf. belemmerd. Tegen die achtergrond wordt in dit advies
een zorgvuldige en evenwichtige keuze gemaakt voor wat
De centrale regie moet onder meer waarborgen dat de het beste centraal kan worden aangestuurd én uitgevoerd,
innovatiegelden optimaal effectief voor de gehele sector enerzijds, en wat juist decentraal gepositioneerd moet
worden aangewend. Zo moet worden voorkomen dat worden, maar wel onder centrale regie, anderzijds.
deze middelen op meer plaatsen tegelijk worden ingezet Daarbij is naar een goede balans gezocht tussen de wens
voor de ontwikkeling van dezelfde dingen, en moet wor- nu snel en slagvaardig knopen door te hakken en tot
den bewaakt dat gerealiseerde nieuwe diensten of pro- daden over te gaan, en het belang van het structureel ver-
ducten generiek inzetbaar zijn, bijvoorbeeld doordat ze sterken van innovatiekracht binnen de gehele sector.
8. 6 Innovatie met effect
Opdracht
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
heeft de Adviescommissie Bibliotheekinnovatie
gevraagd een plan op te stellen voor de bibliotheek-
innovatie in de periode 2009-2012 en daarvoor een
aantal randvoorwaarden aan te geven. Het plan moet,
onder meer, de focus van het vernieuwingsproces ver-
scherpen en het tempo verhogen, met name door meer
centrale regie. Tevens moet het plan aansluiten op het
proces van bibliotheekvernieuwing tot dusver en reke-
ning houden met de standpunten van de betrokken
overheden (VNG, IPO en OCW) en met recente advie-
zen, akkoorden en convenanten die aan het biblio-
theekwerk raken. Het plan moet in elk geval de volgen-
de prioriteiten adresseren: (1) digitale dienstverlening,
(2) collectiebeleid, (3) marketing en (4) HRM. Ook
wordt aandacht gevraagd voor aanpalende sectoren,
zoals de wetenschappelijke informatievoorziening en
de onderwijs- en welzijnssector. Voor 2009 moet het
plan zo concreet mogelijk worden uitgewerkt waarbij te
behalen resultaten worden genoemd, en voor de perio-
de tot 2010-2012 moeten hoofdlijnen worden aan-
geven. Met onderstaand rapport hoopt de Adviescom-
missie Bibliotheekinnovatie (verder aangeduid als ‘de
commissie’) aan haar opdracht te hebben voldaan.
9. 7 Innovatie met effect
1 Inleiding
De toekomst van de openbare bibliotheek het gaat om de toegang tot hun collecties. Binnen het
De Adviescommissie Bibliotheekinnovatie acht de rol van bibliotheekwezen geldt dat óók voor verschillende soor-
de openbare bibliotheek in de maatschappij in de komen- ten bibliotheken. Tegen die achtergrond is het niet alleen
de jaren van cruciaal belang. Bij het vormgeven van die logisch maar ook noodzakelijk dat openbare bibliotheken
rol vormen de veranderende behoeften van de samenle- in digitaal opzicht aansluiting zoeken en samenwerken
ving en de nieuwe mogelijkheden van informatietechno- met de wetenschappelijke bibliotheekwereld en met
logie belangrijke factoren. Innovatie is essentieel om die anderen, in het belang van hun eigen klanten en de
rol succesvol vorm te kunnen geven. samenleving.
Brede veranderingen als ‘de nieuwe economie’, ‘modern In de samenleving speelt de bibliotheek nu al een belang-
onderwijs’, ‘kanteling van het zorgstelsel’ en ‘de terugtre- rijke rol als culturele netwerkorganisatie. Bibliotheken
dende overheid’ laten zien dat de samenleving in alle participeren intensief in lokaal educatief en cultureel
domeinen in verandering is. Ook de huidige kredietcrisis beleid. Ze vervullen al zeker 20 jaar een belangrijke func-
zal zijn invloed hebben op de samenleving en op de rol tie in het onderwijsachterstandenbeleid, in samenwer-
van de bibliotheek. De veranderingen zijn verreikend, ze king met basisscholen en scholen voor voortgezet onder-
vragen om een nieuwe dialoog tussen aanbieders en afne- wijs. Nu het lokaal educatief beleid sinds 2005 wordt
mers en steeds speelt informatievoorziening daarbij een aangestuurd vanuit de lokale educatieve agenda, leveren
doorslaggevende rol. Klanten, studenten, burgers en pati- ook bibliotheken hun bijdrage aan de agendavorming en
ënten willen weten wat de situatie is, welke voorzienin- de uitvoering ervan. Sinds kort maakt ook de voor- en
gen voorhanden zijn en welke mogelijkheden zij hebben. vroegschoolse educatie onderdeel uit van de lokale educa-
Zij moeten vaker zelf initiatief en verantwoordelijkheid tieve agenda en dat biedt nieuwe kansen voor de biblio-
nemen voor hun zorg en ontwikkeling. Beschikken over theek. Omdat taalontwikkeling, waaraan de bibliotheken
goede informatie is niet alleen een wens, maar ook een een grote bijdrage leveren, een speerpunt is in het lande-
noodzaak en draagt bij aan het vermogen deel te nemen lijk en lokaal onderwijsbeleid, worden zeker op dit punt
aan het maatschappelijk functioneren. De bibliotheek ook in de komende jaren nadrukkelijk bijdragen van de
heeft daarin een centrale rol, maar kan hieraan alleen lokale bibliotheek verwacht. Maar succesvol inspelen op
adequaat vorm blijven geven wanneer zij voldoende nieuwe behoeften en mogelijkheden betekent dat zij zich
innovatief vermogen heeft. moet aanpassen - de bibliotheek van morgen onder-
scheidt zich duidelijk van die van vandaag. De komende
De nieuwe mogelijkheden van informatietechnologie jaren zal haar rol in de samenleving vorm krijgen door
scheppen daarbij belangrijke nieuwe kansen en uitdagin- nieuwe diensten, nieuwe organisatievormen en nieuwe
gen. Nederland is toonaangevend in de adoptie van nieu- toepassingen van informatietechnologie. In die ontwikke-
we mogelijkheden met het grote aantal breedbandaan- ling speelt permanente innovatie een centrale rol. De
sluitingen en intensief gebruik van computers en commissie hoopt met haar huidige advies sectorbrede
internet. Maar meer informatie is niet altijd betere infor- innovatie structureel te stimuleren.
matie en het individuele gebruik van informatie vraagt
om ondersteuning. Nieuwe digitale mogelijkheden vol- Wanneer de commissie spreekt van ‘de’ openbare biblio-
gen elkaar in hoog tempo op en de bibliotheek volgt die theek, heeft zij een toekomstbeeld van een bibliotheek-
ontwikkeling in onvoldoende tempo. De openbare biblio- stelsel dat één geheel vormt, waarin de digitale en de
theken hebben, naast het reguliere onderwijs, een crucia- fysieke verschijningsvorm op elkaar afgestemd en met
le taak om mediawijsheid te bevorderen. Zelfs wanneer elkaar verweven zijn en elkaar onderling versterken. De
het reguliere onderwijs op dit gebied al volledig in de digitale en fysieke bibliotheek hebben met elkaar gemeen
behoefte zou voorzien - wat nog niet het geval is - dan ligt dat de gebruiker centraal staat. Bij alle diensten en pro-
hier een belangrijke taak, gericht op burgers die hierin ducten die de bibliotheek ontwikkelt, vraagt zij zich
niet al tijdens hun schoolloopbaan voldoende geschoold steeds af: wat heeft de (potentiële) klant hieraan en hoe
zijn. Bovendien gaan de ontwikkelingen op dit gebied zo wordt deze het beste bereikt?
snel dat voortdurend aanvullende scholing nodig is, en
zal blijven.
Mede onder invloed van digitale ontwikkelingen groeien
instellingen, die vroeger weinig gemeen hadden, in
bepaalde opzichten naar elkaar toe. Dit geldt onder meer
voor bibliotheken, archieven en musea, bijvoorbeeld waar
10. 8 Innovatie met effect
De kernfuncties ‘kennis en informatie’, ‘onderwijs en In de afgelopen zes jaar is door bibliotheken en door
educatie’ en ‘lezen en literatuur’ zijn zowel terug te vin- gemeenten, provincies en het rijk veel energie gestoken
den in de digitale bibliotheek als in de fysieke bibliotheek- in de grootschalige herstructurering van het bibliotheek-
locaties in het land. De digitale bibliotheek maakt voor wezen. ‘Bibliotheekvernieuwing’ was bijna een synoniem
alle burgers in Nederland, zo mogelijk gratis, maar zo voor het proces waarin bibliotheken werden opgeschaald
nodig tegen betaling, kennis en cultuur toegankelijk via naar basisbibliotheken en provinciale bibliotheekcentra-
internet, óók vanaf de eigen pc of het eigen mobiele appa- les werden omgevormd tot provinciale serviceorganisa-
raat. De bibliotheek is ‘een wereldbibliotheek op elke ties. Er is in relatief korte tijd ontzettend veel bereikt: in
plek’, waarbij elke burger, zowel in de stad als op het plat- 2008 zijn er 180 basisbibliotheken. De herstructurering
teland, niet alleen toegang heeft tot de fysieke collectie was zeer noodzakelijk en deels ook voorwaardelijk voor
van de eigen bibliotheeklocatie, maar ook tot de complete inhoudelijke vernieuwing. Uit een recent rapport van
collectie van de openbare bibliotheken van Nederland en Bureau Berenschot blijkt echter dat het innovatievermo-
meer dan dat: tot de wereldcollectie. De fysieke biblio- gen van de sector beperkt is1 en ook het SCP geeft aan dat
theek draagt bij met haar fysieke collecties, met diensten, de branche bij onveranderd beleid terecht zal komen in
maar ook als ontmoetingsplek en partnerorganisatie in een scenario van geleidelijke marginalisering.
de lokale gemeenschap. Zij doet dit op maat voor de eigen
specifieke bevolkingsgroepen en scholen in het voorzie- De adviescommissie bibliotheekinnovatie vindt het daar-
ningsgebied en vervult daarmee een bindende functie in om noodzakelijk om vanaf 2009 het volledige door de
de gemeenschap, die vaak breder is dan de domeinen die Rijksoverheid beschikbaar gestelde budget voor biblio-
tot de kernfuncties behoren. theekinnovatie in te zetten op inhoudelijke vernieuwing.
Dit is een cruciaal budget dat een begin kan vormen voor
Aansluiting op ontwikkelingen in het recente verleden permanente innovatie in de sector. De term bibliotheek-
De rapporten, onderzoeken en adviezen die zich in de innovatie markeert de omslag die de commissie voor
eerste helft van 2008 uitspraken over bibliotheekvernieu- ogen staat. Deze omslag vraagt van bibliotheken én van
wing doen – met nuanceverschillen – gelijksoortige uit- overheden een ontvankelijke en open instelling ten aan-
spraken over de verschillende kernfuncties van de open- zien van nieuwe perspectieven.
bare bibliotheek en over de verschillende actielijnen: Er
moet een gezamenlijke digitale infrastructuur komen die Daadkracht en innovatiekracht
de uitbreiding van digitale dienstverlening mogelijk Belangrijke rode draad in dit advies is een keuze voor wat
maakt. Ook digitale content (thuisgebruik) moet beschik- het beste centraal kan worden aangestuurd én uitgevoerd,
baar komen voor leden van de openbare bibliotheek. Er enerzijds, en wat juist decentraal gepositioneerd moet
moet één Collectie Nederland komen. Strategisch HRM- worden, onder centrale regie, anderzijds. Het gaat hier
beleid is van belang voor slagkracht, innovatievermogen om een evenwicht tussen de wens nu snel en slagvaardig
en dienstverlening. Herkenbaarheid en een éénduidige knopen door te hakken en tot daden over te gaan en het
uitstraling zijn belangrijk bij de marketing van de open- belang van het structureel versterken van innovatiekracht
bare bibliotheek. De gewenste Digitale Openbare binnen de sector.
Bibliotheek heeft een ondersteunende rol bij de andere
actielijnen. Alle rapporten en adviezen pleiten voor meer Met name op het terrein van de digitale infrastructuur en
centrale regie, in het bijzonder bij de totstandkoming van digitale content is centrale aansturing en uitvoering de
de digitale bibliotheek, op te vatten als een samenstel van aangewezen weg. Er is overeenstemming over de rich-
digitale infrastructuur, digitale content en digitale dien- ting, maar de uitdaging ligt bij de noodzakelijke te nemen
sten. vervolgstappen.
De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) heeft Waar het echter werkelijk innovatieve ontwikkelingen
met zijn strategische toekomstvisie Agenda voor de betreft, gaat het niet alleen om het realiseren van de
Toekomst voortgebouwd op deze adviezen. De commissie desbetreffende vernieuwende diensten, producten of
adviseert in lijn met de Agenda, temeer omdat deze een beleidaspecten, maar óók om het ontwikkelen van het
breed draagvlak heeft in de bibliotheekbranche. De com- structureel innoverend vermogen van de sector zelf.
missie heeft echter binnen deze lijn prioriteiten gesteld Om dit laatste, buitengewoon belangrijke doel te berei-
en geconcretiseerd en geeft aan welke zaken nu met voor-
rang uitgevoerd moeten worden. 1 Bannink, F., Matern, O., Van Hoeve, M., (2007), Innovatiekracht
openbare bibliotheken, Bureau Berenschot
11. 9 Innovatie met effect
Hoog
Brede
introductie
Brede toepasbaarheid
ontwikkeling
Pilots
ankeren
uitvoering
Prototypes
toetsen
Ideeën
inspireren
Laag
Klein Omvang Groot
Innovatiemodel
ken is het van belang innovatie juist decentraal te stimu- gische mogelijkheden is er meer nodig dan de biblio-
leren. Medewerkers in de openbare bibliotheken moeten theek beter en efficiënter te maken. Het wordt mogelijk
uitgedaagd worden om met creatieve nieuwe ideeën te een andere bibliotheek te maken. Dat gebeurt bijvoor-
komen, te experimenteren, pilotprojecten op te zetten en beeld wanneer lezers en leners door het toevoegen van
ervaring op te doen met het effectief breed uitrollen van hun eigen trefwoorden de collectie beschrijven in termen
daartoe geselecteerde diensten of producten. die hen bewegen. Het professionele proces van collectie-
In de hele sector moet de ‘lerende organisatie’ gestalte medewerkers verandert daarmee in een sociaal proces
krijgen. De commissie onderstreept dat ook hier centrale waarbij lezers elkaar helpen de collectie inspirerender te
regie onontbeerlijk is om een effectieve inzet van midde- maken. Lezers en leners moeten meer betrokken worden
len en voortvarend handelen te waarborgen. Uitgangs- bij hun bibliotheek. De commissie beseft dat dergelijke
punt moet zijn dat elke lokale bibliotheek kan profiteren ontwikkelingen nog gevoelig liggen in de branche en dat
van wat met centrale innovatiegelden is ontwikkeld. Het er tijd nodig is om op dat terrein resultaten te bereiken.
is ongewenst dat innovatiegelden worden besteed aan het
ontwikkelen van eenzelfde product of dienst op meer dan Om effectief te kunnen innoveren moet in de sector meer
één plek tegelijk. De centrale regie moet waarborgen dat dan voorheen aandacht besteed worden aan innovatie-
met centrale middelen gesubsidieerde innovaties gene- management. De commissie gaat daarom uit van een
riek toepasbaar en inpasbaar zijn voor de lokale bibliothe- innovatiemodel dat een evenwicht probeert te brengen
ken, en dat alleen de meest kansrijk geachte producten of tussen denken en doen: er moet meer gedaan worden
diensten landelijk worden uitgerold. en dat moet in onderlinge samenhang gebeuren.
Een uitstekend voorbeeld van een generieke dienst die al
in belangrijke mate lokaal inpasbaar is, vindt de commis- Het innovatiemodel bestaat uit vier fasen:
sie de werking van Muziekweb. Zelfs de kleinste biblio- Fase 1 conceptontwikkeling;
theek kan op deze dienst ‘inpluggen’ en zo laten zien dat Fase 2 prototype:ontwikkeling van een eerste model/
‘de bibliotheek’ een wereld van kennis beschikbaar toepassing;
maakt. Elke lokale bibliotheek heeft zo in de toekomst Fase 3 pilot: gecontroleerd en op kleine schaal gebruikers
profijt van de digitale bibliotheek. betrekken;
Fase 4 brede uitrol in de bibliotheekwereld.
De snelle ontwikkelingen in de samenleving, zoals die in
de eerste paragraaf zijn geschetst, maken structurele Fase 1 tot en met 3 worden in dit advies tezamen aan-
innovatie van de bibliotheek, zowel de digitale als de geduid als ‘ontwikkeling’. De projecten in deze fases
fysieke, noodzakelijk. De samenleving stelt de biblio- kennen doorgaans een veel beperktere omvang dan die
theek steeds weer nieuwe vragen. Door nieuwe technolo- in fase 4, waar een bewezen innovatie breed wordt
12. 10 Innovatie met effect
geïntroduceerd in alle bibliotheken. In dit advies wordt Innovatie is een zaak van mensen. Daarom is er veel aan-
die laatste fase gekarakteriseerd als ‘uitvoering’. Bij de dacht voor de HRM-aspecten van innovatie in dit advies.
organisatie en het management van innovatie wordt aan- Binnen de programmalijn HRM is ruimte voor trainin-
dacht besteed aan de verschillende fasen van innovatie. gen Verandermanagement voor directeuren en leiding-
Er worden daarom niet alleen nieuwe ideeën gestimu- gevend middenkader en voor trainingen
leerd, maar er wordt gestuurd op de verdere ontwikkeling Informatievaardigheden en mediawijsheid voor front
daarvan en mogelijke uitvoering in de gehele sector. De office-medewerkers. Verder zijn er plannen voor een nieu-
commissie vindt het belangrijk dat er ook go/no go we bibliotheekschool waar innovatie centraal staat.
momenten ingebouwd worden waarop kritisch bekeken
wordt of voortzetting van een bepaald project wenselijk Innovatie moet leiden tot praktisch bruikbare producten
is. Als iets niet voldoende blijkt te werken, moet er niet en diensten. Dat betekent dat veel aandacht voor de uit-
meer in worden geïnvesteerd. Overigens zijn ook projec- voering nodig is. Brede introductie van een product of
ten die niet worden voortgezet leerzaam. dienst in alle bibliotheken vraagt om een weloverwogen
afweging, niet alleen omdat er veel geld mee gemoeid is,
Innovatie moet niet los staan van de praktijk. Daarom maar vooral ook omdat de producten en diensten voor
zijn bibliotheken de aangewezen plekken voor innovatie- alle bibliotheken bruikbaar moeten zijn en een duidelijke
centra, projecten en onderwijs. De organisatie van inno- meerwaarde moeten bieden.
vatie moet de lokaal in de sector aanwezige kracht stimu-
leren. Een klein aantal (grotere) lokale bibliotheken, Innovatie ontstaat niet vanzelf. Het vraagt om de bereid-
serviceorganisaties of een andere branchepartij krijgt heid ervaring en kennis met elkaar te delen en om de
daarom tijdelijk de rol van innovatiecentrum, elk op een mogelijkheid geïnspireerd te raken.
eigen terrein (digitale infrastructuur, digitale diensten, Bibliotheekmedewerkers moeten deel uit willen maken
HRM, collectie en marketing) met helder omschreven van de bibliotheek van de 21e eeuw. Daarom hoort bij een
opdrachten en randvoorwaarden. De innovatiecentra innovatieprogramma ook de programmatische context
bevinden zich bij voorkeur verspreid in het land en heb- waarbinnen gereflecteerd kan worden op innovatie.
ben een ontwikkeltaak op het eigen aandachtsgebied voor Reflectie, zichtbaar maken en inspiratie staan hier
een netwerk van andere bibliotheken. centraal.
Netwerk van innovatiecentra in het land
13. 11 Innovatie met effect
Enveloppemiddelen bibliotheekvernieuwing
De commissie acht het noodzakelijk om vanaf 2009 het
volledige door de Rijksoverheid beschikbaar gestelde
budget voor bibliotheekinnovatie in te zetten op inhoude-
lijke vernieuwing. Omdat innovatie in de bibliotheek-
sector een permanente noodzaak is, is ook na 2012 struc-
tureel innovatiegeld nodig in de sector. Het budget wordt
zo effectief mogelijk ingezet en wordt daarom niet – via
provincies en gemeenten – versnipperd over alle biblio-
theken. De commissie volgt de in de vraagstelling van het
ministerie genoemde vier prioriteiten, ingedeeld in 5 pro-
grammalijnen. De middelen worden centraal toebedeeld
aan de verschillende prioriteiten. Daarbinnen is geld
beschikbaar voor innovatiecentra in het land. De keuze het innovatiebudget als deel van het totale budget
van deze centra wordt bepaald door bewezen kwaliteit in voor bibliotheken
het verleden en goede plannen voor de toekomst.
Het grootste deel van de enveloppemiddelen wordt inge- Landelijke sturing
zet voor het realiseren van een adequate digitale infra- Het huidige stelsel van openbare bibliotheken, en ook de
structuur, die onder meer voorziet in aansluiting van de financiering en bestuurlijke inbedding daarvan, is ont-
openbare bibliotheken op de landelijke en wereldwijde staan in een tijd van fysieke bibliotheken en papieren
informatie infrastructuur en in één systeem van identity boeken. Het digitale deel van de bibliotheek bestaat pas
management. Tevens wordt aanzienlijk geïnvesteerd in relatief kort. Kenmerk van ‘digitaal’ is dat het plaats-
het voor alle OB-leden plaatsonafhankelijk (ook thuis) onafhankelijk is: het internet is overal. De bestuurlijke
toegang verschaffen tot een grote hoeveelheid hoog- inbedding, aansturing en financiering van de digitale
waardige, niet-vrij toegankelijke, digitale content in bibliotheek kan dan ook het beste centraal worden
samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek (en moge- geregeld.
lijk andere partners). Daarnaast worden de enveloppe-
middelen besteed op een manier die maximaal het inno- De commissie wil onderstrepen dat zij de toekomst van
vatieve vermogen van de sector stimuleert, waarbij wel de openbare bibliotheek nadrukkelijk verbindt aan het
sprake is van centrale regie, maar niet noodzakelijkerwijs functioneren als één samenhangend stelsel, bestaande
van centrale uitvoering. Dat betreft naast bijdragen aan uit één digitale bibliotheek en een aantal basisbibliothe-
innovatieve producten en diensten gericht op eindgebrui- ken, elk met meerdere fysieke locaties verspreid over het
kers, met name de beleidslijnen collectiebeleid, HRM en land. De huidige financiële en bestuurlijke inbedding is
marketing. daarvoor niet geschikt en behoeft dringend aanpassing.
De commissie spreekt haar hoop uit dat het voorgeno-
Innovatiegeld moet ook echt aan innovatie worden men bibliotheekcharter recht zal doen aan de veranderde
besteed. Wel moet in 2009 onnodige kapitaalvernietiging werkelijkheid, waarbij een meer directe relatie wordt
worden voorkomen. Producten en diensten als Al@din, gelegd tussen de herkomst van het geld en de daaraan
Schoolbieb.nl en de G!ds waarin al jaren is geïnvesteerd, gekoppelde sturings- en beslissingsbevoegdheid, met
worden in dat jaar geëvalueerd, zodat een beslissing kan behoud van tenminste eenzelfde financiële ruimte voor
worden genomen over mogelijke voortzetting na 2009. de sector als geheel.
Ook projecten die in 2008 gestart zijn in het kader van de
marsrouteplannen en nog niet voltooid zijn, kunnen in
2009 in aanmerking komen voor financiering, mits zij in
de hoofdlijnen van het programma passen en een positief
oordeel krijgen van de innovatieraad (zie hoofdstuk 3).
Waar mogelijk zullen de investeringen uit innovatiemid-
delen gematched worden door bibliotheken zelf, samen-
werkingspartners of overheden.
14. 12 Innovatie met effect
de inhoudelijke programmalijnen kennen een
verschillende aanpak. Voor de meeste onderdelen
van programmalijn 1, de digitale infrastructuur,
is zowel het ‘wat’ als het ‘hoe’ duidelijk.
De verschillende activiteiten die nodig zijn om een
generieke digitale infrastructuur tot stand te
brengen worden beschreven in de vorm van resulta-
ten en kunnen onder centrale regie uitgevoerd
worden. Deze programmalijn vraagt vooral om resul-
taatgerichte aansturing. De overige programmalijnen
richten zich voor een belangrijk deel op innovatie in
de bibliotheeksector: innovatie van digitale diensten
voor eindgebruikers en innovatie van collectiebeleid,
HRM en marketing in de sector. Hier kan in veel
gevallen wel een inhoudelijke richting worden
bepaald, maar deze moet nog nader worden
omschreven en in onderzoeksvragen uitgewerkt.
Daar waar de beoogde resultaten wel duidelijk zijn,
worden ze als zodanig omschreven.
15. 13 Innovatie met effect
2 Programmalijnen
Programmalijn 1 bibliotheken) en wereldwijd, op termijn mogelijk ook
De digitale infrastructuur met niet-bibliotheekcollecties.
Eén laagdrempelige toegang voor leden van openbare biblio-
Doelstellingen theken: door een systeem van identificatie, autorisatie en
Door aansluiting van de catalogi van alle openbare biblio- authenticatie (Identity Management) krijgen alle klanten
theken op de landelijke en de wereldwijde informatie- toegang tot zowel de digitale bibliotheek als de fysieke
infrastructuur kunnen klanten zoeken in één (virtuele) openbare bibliotheek op locatie.
Collectie Nederland en zelfs een Wereldcollectie, publiek Customer Relationship Management-Systeem
en makkelijk toegankelijk voor iedereen. Tevens wordt de Een systeem waarin klantgegevens en interacties met
OB-collectie wereldwijd zichtbaar en doorzoekbaar als deze klanten worden beheerd, waardoor bibliotheken
een geïntegreerd onderdeel van de wereldwijde biblio- beter op de wensen en de leesbehoefte van klanten in
theekcollectie. Die digitale infrastructuur schept de voor- kunnen spelen.
waarden voor laagdrempelige toegang en uitleen voor alle Landelijk InterBibliothecair Leenverkeer (IBL): Eén lande-
leners, voor nieuwe diensten die bestaande en nieuwe lijk systeem voor alle Nederlandse bibliotheken gezamen-
doelgroepen beter bereiken, en voor efficiënt en rationeel lijk vergroot de effectiviteit van de collecties sterk.
collectiebeheer, zowel van papieren als van digitale collec- Generiek maken/geschikt maken voor landelijke uitrol van
ties, maar ook van audiovisueel materiaal. grote infrastructurele projecten. Op basis van de vastgestel-
de informatiearchitectuur (zie 1) moet functionele
Toelichting decompositie plaatsvinden van bestaande diensten,
De contouren van de Digitale Openbare Bibliotheek zijn producten en andere componenten.
duidelijk zichtbaar geworden in projecten die de laatste
jaren zijn uitgevoerd, maar deze bleven beperkt van Doelstelling van deze programmalijn is het efficiënt en
omvang en werden niet breed geïmplementeerd. Er is daadkrachtig uitvoeren van de bouw en implementatie
overeenstemming in de sector welke weg te gaan, zoals van de digitale infrastructuur, in nauwe samenwerking
onder meer blijkt uit de adviezen en rapporten van de met de sector en leveranciers. De activiteiten staan onder
stuurgroep bibliotheekvernieuwing, SCP, de Raad voor centrale regie van het programmabureau en worden
Cultuur en de VOB, maar ook uit recent op Bibliotheek deels uitgevoerd door een klein sturend team. Alhoewel
2.02 gevoerde discussies. De commissie wil aansluiten bij veel activiteiten vooral tot de uitvoeringsfase (fase 4 van
die kracht van de sector en het voorbereidende werk dat het innovatiemodel) gerekend kunnen worden en weinig
reeds heeft plaatsgevonden. ontwikkeling vragen, is ook een innovatiecentrum voor
digitale infrastructuur voorzien. Dit centrum heeft een
Bij deze programmalijn behoren een aantal met ontwikkelfunctie en zorgt er tegelijkertijd voor dat de
elkaar samenhangende, maar ook te onderscheiden bouw en implementatie van de digitale infrastructuur
resultaatgebieden: niet voorbij gaat aan nieuwe ontwikkelingen.
Informatiearchitectuur: een heldere en gestructureerde
beschrijving van de informatiesystemen en hoe deze de De digitale diensten, die via de nationale OB-website
doelstellingen van bibliotheken ondersteunen. Door deze en/of via de lokale OB-websites worden aangeboden,
te gebruiken als referentie kan de informatiearchitectuur worden apart besproken bij programmalijn 2.
de kwaliteit van bestaande diensten sterk verbeteren en Digitale content maakt onderdeel uit van programmalijn
de ontwikkeling van nieuwe toepassingen en diensten 3a – Collectiebeleid.
faciliteren.
Aansluiting van alle openbare bibliotheken op de landelijke en 1a Informatiearchitectuur
wereldwijde informatie infrastructuur: alle collecties van alle Er dient een voor de hele sector bindende informatie-
openbare bibliotheken, papieren, digitaal of anderszins, architectuur te worden uitgewerkt en vastgesteld,
moeten vindbaar en vrij toegankelijk zijn, maximaal geïn- die kan dienen als toetssteen voor bestaande en nieuwe
tegreerd met andere bibliotheekcollecties in Nederland toepassingen. Uitgangspunt daarvoor is de nota
(o.a. van de Koninklijke Bibliotheek, de Universiteits- Informatiearchitectuur Openbare Bibliotheken (versie 2.1,
bibliotheken en andere wetenschappelijke en/of speciale van april 2008), die belangrijk voorwerk bevat. Deze
referentiearchitectuur dient vervolgens als basis voor
kwaliteit en creëert een level playing field voor aanbieders
2 Bibliotheek 2.0 is een kennisnetwerk voor en door kenniswerkers, van systemen en voor ontwikkelaars.
http://bibliotheek20.ning.com/
16. 14 Innovatie met effect
Resultaten niet alleen te zien wat landelijk aanwezig is, maar ook
• Een nationale referentie informatiearchitectuur voor (achter de schermen) wat eventueel in bestelling of in
(openbare) bibliotheken bewerking is.
1b Aansluiting op de landelijke / wereldwijde informatie- 1c Eén laagdrempelige toegang voor alle leden van
infrastructuur openbare bibliotheken
Het is noodzakelijk de catalogi van alle openbare biblio- Er wordt één landelijk toegangssysteem ontwikkeld,
theken te integreren in de landelijke en de wereldwijde al dan niet in de vorm van een fysieke pas, dat gebruik
informatie-infrastructuur. Daardoor wordt het mogelijk maakt van een landelijke infrastructuur voor identity
voor alle burgers van Nederland om – naast het bekende management. Deze nationale infrastructuur moet een
vrije zoeken op internet met Google e.d. – door middel diversiteit aan bibliotheeklidmaatschappen en diensten
van één zoekactie te zoeken naar bibliotheekmaterialen, kunnen ondersteunen (zie hiervoor programmalijn 3c).
niet alleen in de totale Collectie Nederland, maar ook in Mogelijkerwijs kan worden aangesloten bij A-select, dat
bibliotheekcollecties elders ter wereld. Dat geldt voor alle nu al door de Koninklijke Bibliotheek en de bibliotheken
soorten materiaal: zowel papieren materiaal als audio van het hoger onderwijs, maar ook door veel openbare
visueel materiaal, zowel fysiek àls digitaal, zowel gericht bibliotheken wordt gebruikt. De leverancier daarvan
op lezen en literatuur, als ook op kennis, informatie en (de Stichting Surf) moet haar diensten dan verbreden
educatie. van alleen ‘onderwijs’ naar openbare bibliotheken. Voor
deze verbreding lijkt voldoende draagvlak te bestaan.
Gebruikers kunnen makkelijk en flexibel zelf bepalen wat Een bibliotheekpas moet ook digitaal, zonder tussen-
zij willen zien. Dat kan alles zijn, maar bijvoorbeeld ook komst van een fysieke bibliotheeklocatie of -medewerker,
alleen het bezit van alle openbare bibliotheken, van de verkrijgbaar zijn, d.w.z. digitaal aan te vragen, te betalen
lokale bibliotheek of een persoonlijke keuze op basis van en online te gebruiken.
trefwoorden of andere selectiecriteria. De Collectie
Nederland omvat het bezit van alle bibliotheken: de De huidige landelijke portal wordt zodanig veranderd, dat
Koninklijke Bibliotheek, de universiteitsbibliotheken, de deze landelijke diensten kan aanbieden die zowel binnen
WSF-bibliotheken, de openbare bibliotheken en op ter- de landelijke als binnen de lokale websites kunnen wor-
mijn mogelijk ook niet-bibliotheekcollecties. De toegang den gebruikt. Als een klant inlogt, krijgt hij automatisch
tot de metadata van deze collectie is gratis voor iedereen. die diensten te zien waar zijn abonnement recht op geeft.
De metadata van de Openbare Bibliotheekcollecties Verder worden de collecties van de openbare bibliotheek
dienen ontsloten te worden door integratie in de wereld- zichtbaar via Google en via sociale netwerken als
wijde informatie-infrastructuur. Een voor de hand liggen- LibraryThing en Hyves.
de optie is om in overleg te treden met het Consortium
Gemeenschappelijke Informatie Infrastructuur (GII) Resultaten
en/of om aan te sluiten bij WorldCat van OCLC, waarin • Identitymanagement uitgebreid voor OB-leden
op dit moment al een groot deel van het bezit van • Eén landelijke bibliotheekpas
Nederlandse bibliotheken te vinden is. • Toepassing voor online betalen
• Aansluiten zoekfunctie op zoekmachines klant
Vastgesteld moet worden welke stappen nodig zijn om • Aanvragen e-content / koppelingsmogelijkheden met
deze doelstelling te realiseren, en of, en zo ja op welke Web 2.0 toepassingen zoals YouTube, LibraryThing,
wijze, de rechten van toegang moeten worden vereffend MySpace, Hyves.
met eventuele rechthebbenden. • Landelijke website
• Lokale bibliotheken kunnen kiezen voor eigen lokale
Resultaten websites, waarbinnen een selectie van landelijke diensten
• Integratie van metadata van catalogi van alle openbare gepresenteerd kan worden als integraal onderdeel.
bibliotheken in landelijke informatie infrastructuur.
Managementsysteem is gebouwd, alle openbare 1d Customer Relationship Management-Systeem
bibliotheken zijn aangesloten. Er wordt gekeken naar de mogelijkheid van een nationaal
• De metadata zijn vrij te raadplegen, waarbij de rechten CRM-systeem, waarin niet alleen de leners, maar ook
van belanghebbenden worden gewaarborgd. hun interactie met de bibliotheek is opgeslagen. Deze
• Voor bibliotheekmedewerkers wordt het mogelijk gegevens vormen de basis voor personalisering van
18. 16 Innovatie met effect
CMS
CRM lokale bibliotheek
Catalogus
Diensten zoek & boek | Al@din | muziekweb | …
Managementinformatie
Online betalen iDeal, Paypal
IDM Identity management | Digid | BSN | aselect
nationale infrastructuur
Metadata CRM referentie bestand leners
andere collecties
Catalogus collectie.nl – referentiebestand metadata collectie
Digitale content
De relaties tussen de nationale digitale infrastructuur en de lokale bibliotheeksystemen
Programmalijn 2 Toelichting
Innovatie digitale diensten en producten Al@din, G!ds en Schoolbieb.nl3 zijn in voorgaande jaren
mede gefinancierd vanuit innovatiegelden via de VOB
De bibliotheek moet steeds weer opnieuw zijn plaats in en de provinciale marsrouteplannen. Voor alle drie de
de samenleving vormgeven. Welke rol is voor bibliothe- diensten geldt dat geen overtuigende gebruikscijfers
ken bijvoorbeeld weggelegd bij de ontwikkeling van een voorhanden zijn waaruit blijkt dat voorzetting een duide-
lokale educatieve agenda? Welke rol kunnen bibliotheken lijke meerwaarde heeft. Omdat beëindiging van de finan-
vervullen voor burgers die zich steeds meer als prosumers ciering tot ongewenste kapitaalvernietiging zou kunnen
gedragen en hoe gaan bibliotheken hun rol invullen bij leiden, adviseert de commissie om in 2009 geld beschik-
de vergroting van mediawijsheid? De technologische ont- baar te stellen voor voortzetting van de diensten in 2009
wikkelingen vragen bovendien om een strategische inzet en tegelijkertijd een onafhankelijke evaluatie van
die verder vooruitkijkt dan het up-to-date houden van de genoemde diensten te houden en op basis daarvan te
gebruikte toepassingen door bibliotheken. De innovatie beoordelen of voortzetting wenselijk is en of eventuele
van digitale diensten en producten moet deze ontwikke- verbetertrajecten nodig zijn. Bij voortzetting dienen deze
lingen steeds als uitgangspunt nemen en een bijdrage digitale diensten te worden ontwikkeld als flexibel inpas-
leveren aan de nieuwe positionering van de openbare bare componenten die door elke lokale bibliotheek in
bibliotheek. eigen webomgevingen kunnen worden ingezet. Ook
andere projecten uit de marsrouteplannen die reeds
gestart maar nog niet afgerond zijn, kunnen in aanmer-
2a Bestaande diensten en producten king komen voor eenmalige financiering in 2009.
Voorwaarden zijn dat de projecten relevant zijn in het
Doelstelling kader van innovatie, binnen de programmalijnen passen
Evaluatie onder centrale regie van innovatieve diensten en dat de stuurgroep op advies van de innovatieraad zijn
en producten die reeds in een redelijk vergevorderd goedkeuring verleent (zie voor organisatie hoofdstuk 3).
stadium van ontwikkeling zijn, en besluiten over de al of
niet verdere uitrol en implementatie daarvan. 3 Over Schoolbieb is overleg gaande tussen NBD/Biblion en de
VOB, over voortzetting daarvan door NBD/Biblion.
19. 17 Innovatie met effect
Verder is de ontwikkeling van Muziekweb door de Een belangrijk terrein waarop nieuwe diensten ontwik-
Centrale Discotheek Rotterdam in de voorgaande jaren keld moeten worden is dat van mediawijsheid. De open-
mede gefinancierd vanuit de middelen voor bibliotheek- bare bibliotheken hebben een natuurlijke en maatschap-
vernieuwing. De commissie vindt het van belang dat deze pelijk belangrijke taak bij het bevorderen van
dienst wordt voortgezet en verder wordt ontwikkeld, mediawijsheid bij alle burgers. Zij moet onderzoek doen
zodat de dienst integraal onderdeel kan worden van de naar inspirerende diensten die daar een invulling aan
Digitale Openbare Bibliotheek. De mogelijkheden voor kunnen geven. Tevens is een uitgebreid aanbod van digi-
zoeken en aanvragen via Muziekweb moeten verder tale cursussen nodig. Deze – bij voorkeur multi-mediale –
worden verbeterd en de dienst moet volledig transparant e-modules dienen ontwikkeld te worden in samenwer-
geïntegreerd kunnen worden in lokale bibliotheeksites, king met het Mediawijsheid Expertisecentrum, gericht op
zodat de klant bij de lokale bibliotheekwebsite blijft en verschillende aspecten van media-educatie en informatie-
niet de indruk krijgt naar een andere organisatie (de vaardigheden, geschikt voor verschillende leeftijds-
CDR) te worden doorgestuurd. De CDR ontwikkelt ook groepen, en beschikbaar in meerdere talen. Naast het
een format voor een mix van landelijke en lokale muziek- complete aanbod op de centrale digitale bibliotheekweb-
items en verzorgt bijscholing voor bibliotheekmedewer- site, kan hieruit door elke openbare bibliotheek voor de
kers op het terrein van de digitale diensten van de CDR. eigen website een aanbod op maat worden geselecteerd.
Deze e-modules moeten zowel door individuele burgers
Resultaten op de pc thuis of elders kunnen worden doorlopen, maar
• Een afgewogen oordeel over het functioneren van ook groepsgewijs en onder begeleiding in de bibliotheek
Al@din, G!ds en Schoolbieb.nl en de toekomstmogelijk- ter plaatse kunnen worden gevolgd.
heden op basis van onder andere gebruikscijfers.
• Muziekweb wordt een transparant inplugbare dienst van Een van de belangrijkste doelgroepen van bibliotheken
de Digitale Openbare Bibliotheek. zijn kinderen en jongeren tot 18 jaar. Bijna de helft van de
OB-leden valt in deze categorie. Toch is de digitale dienst-
verlening daar niet op ingericht. De websites van biblio-
2b Nieuwe diensten en producten theken richten zich doorgaans exclusief op volwassenen
en bieden in het beste geval toegang tot de eigen catalo-
Doelstellingen gus met trefwoorden die geen aansluiting vinden bij de
Een betere aansluiting bij de nieuwe vragen die de belevingswereld van kinderen en jongeren. Juist kinde-
samenleving stelt door nieuwe diensten die daarop inspe- ren en jongeren zijn op vele platforms actief (mobiele
len, zoals gemaksdiensten en crossmediale diensten. Een telefoons, MSN, Hyves, Facebook) en de digitale dienst-
betere toegankelijkheid van de openbare bibliotheek via verlening van bibliotheken zou daarop moeten inspelen.
internet. Een betere digitale dienstverlening voor de klan- De bestaande website jeugdbibliotheek.nl moet worden
ten van de openbare bibliotheek met oog voor vraag en doorontwikkeld zodat iedere bibliotheek digitale diensten
zoekgedrag van de klanten. Klanten zijn niet alleen de kan leveren voor jeugd en jongeren. Hierbij is speciale
huidige individuele OB-leden, maar ook potentiële leden aandacht nodig voor crossmediale diensten en de aanslui-
en institutionele klanten, zoals het onderwijs. ting met het onderwijs.
Toelichting In de afgelopen jaren zijn reeds plannen ontwikkeld voor
De Digitale Openbare Bibliotheek moet meerwaarde (digitale) etalages van speciale collecties. Het netwerk
creëren door inspirerende diensten. Op dit moment zijn van bibliotheken met een zwaartepuntcollectie (WSF en
er nog relatief weinig ‘web 2.0’ diensten, waardoor lezers breder) moet hierbij de samenwerking zoeken met de
interactief kunnen bijdragen. Elke lezer moet producten Koninklijke Bibliotheek zodat er meer samenhang kan
en diensten die hem interesseren op maat kunnen worden gecreëerd tussen de collecties. Binnen deze pro-
gebruiken. Daarbij moet hij een persoonlijke selectie grammalijn moeten de plannen onder centrale regie van
kunnen maken en deze samen met zoekresultaten e.d. het innovatiecentrum tot uitvoering leiden.
kunnen opslaan voor hergebruik. Deze, en een flink
aantal andere, en bovendien voortdurend vernieuwde In samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek zouden
en nieuwe digitale diensten, moeten voor alle OB-leden digitale themadossiers gerealiseerd kunnen worden die
beschikbaar zijn, ongeacht de omvang van hun ‘eigen’ breed verspreid kunnen worden. Voor (actuele) thema’s
lokale bibliotheek. die voor elke bibliotheek relevant kunnen zijn, wordt dan
één keer een dossier gemaakt, waarvan alle openbare
20. 18 Innovatie met effect
bibliotheken gebruik kunnen maken. Door het ontwikke- steeds vaker een samenspel tussen deze persoonlijke en
len van templates moet het ook mogelijk gemaakt worden de meer openbare collecties, die elkaar op verschillende
om met relatief weinig moeite lokale of regionale thema- manieren kunnen versterken. De bibliotheek houdt niet
dossiers te maken. Thematische ontsluitingen via op bij de grenzen van haar eigen gebouw, maar is een
etalages of digitale themadossiers moeten niet alleen katalysator in een netwerk van informatiecollecties, dat
uitgaan van de huidige wijze van ontsluiten, maar moe- zich door de digitale bibliotheek uitstrekt tot elk huis en
ten ook verkenningen doen naar nieuwe ordeningen. elke lezer. Die lezer wil de collecties kunnen doorzoeken
op trefwoorden die meestal niet voorkomen in de meta-
Onderzoeksvragen data die bibliotheken nu aan objecten toekennen. Hij wil
• Ontwikkel nieuwe diensten, producten en online cursus- bijvoorbeeld boeken vinden die ‘rouw’ als onderwerp heb-
sen om mediawijsheid te bevorderen. ben of ‘financiële crisis’ en dat zijn niet alleen de boeken
• Onderzoek en ontwikkel (de mogelijkheden voor) digitale die deze trefwoorden in hun titel hebben opgenomen. Of
diensten die een bijdrage leveren aan de doelstelling van hij wil op cultuurperiode kunnen zoeken, zoals dat bij de
deze programmalijn. Ook diensten die niet direct gericht collectie van Muziekweb mogelijk is, waar gebruik wordt
zijn op digitale toegankelijkheid van de bibliotheek, zoals gemaakt van een tijdslijn. Social tagging kan op dit soort
gemaksdiensten en crossmediale diensten, komen wensen inspelen.
nadrukkelijk in aanmerking. Speciale aandacht is nodig
voor de doelgroep kinderen en jongeren tot 18 jaar. De meeste bibliotheken zijn in hun werkwijze en ver-
• Ontwikkel digitale themadossiers (invalshoek zijn actuele schijningsvorm nog zeer aanbodgericht. De aankoop van
thema’s) in samenwerking met de Koninklijke boeken gebeurt op basis van het aanbod van de inkoper
Bibliotheek die de toegang tot de OB-collectie vergemak- en niet op basis van de vraag van de klant. Sterker nog:
kelijken en de collectie verrijken. er zijn veelal geen cijfers beschikbaar. Alle informatie-
• Ontwikkel etalages (invalshoek zijn speciale collecties systemen bij openbare bibliotheken zijn gericht op de
en zwaartepunten binnen de collecties) die samen een collectie: de boeken, en niet op de leners: de mensen.
webwinkel vormen met speciale collecties van de open- Daardoor is weinig bekend over de leners en kan de open-
bare bibliotheek. Zoek ook hier samenwerking met de bare bibliotheek bijvoorbeeld nog geen gebruik maken
Koninklijke Bibliotheek. van lenerssprofielen. Over de vragen van de (potentiële)
gebruikers van de openbare bibliotheek is niet veel
Nieuwe digitale diensten worden ontwikkeld in een bekend, over het zoekgedrag van deze mensen nog
innovatiecentrum zoals in hoofdstuk 1 beschreven. minder. Voor bibliotheken valt op dit terrein nog veel te
onderzoeken. De bibliotheek kan haar producten en
diensten – digitaal en fysiek – zo aanbieden dat de gebrui-
Programmalijn 3 ker ze via de virtuele weg of de fysieke route makkelijker
Innovatie van beleid weet te vinden, bijvoorbeeld door gebruik te maken van
mobiele telefoons en RFID4-techniek. De bibliotheek zal
3a Innovatie van collectiebeleid verbindingen moeten leggen met content die elders te
vinden is, context moeten geven aan informatie, informa-
Doelstellingen tie selecteren en verrijken. De bibliotheek is daarmee niet
Collecties en de diensten die daaraan gekoppeld zijn, alleen een toegangspoort voor kennis, maar vervult ook
voorzien in hoge mate in de bestaande maatschappelijke een gidsfunctie.
behoefte. De verschillende OB-collecties zijn beter op
elkaar afgestemd, zodat ook in de opbouw van collecties Onderzoeksvragen
rekening wordt gehouden met de bijdrage aan de totale • Onderzoek de mogelijkheden van nieuwe ordeningen en
netwerkcollectie. Het collectiebeleid betreffende gelicen- technieken (RFID-technologie bijvoorbeeld) om de collec-
tieerde elektronische materialen (o.a. e-books) wordt tie beter te kunnen presenteren.
centraal gevoerd.
De gebruiker centraal 4 RFID = Radio Frequency Identification is een techniek waarbij een
De burger ontwikkelt zich steeds meer van afnemer tot label op een object (bijv. een boek) wordt bevestigd met bepaalde
partner van de bibliotheek. Hij vormt zijn eigen collecties kenmerken (bijv. een onderwerpscode), zodat iemand met behulp
op het internet en produceert ook zelf content (filmpjes, van een RFID-leesapparaat via radiogolven draadloos de code kan
teksten, muziek etc). De toekomst van de bibliotheek is uitlezen.
21. 19 Innovatie met effect
• Onderzoek hoe marktonderzoek en klantprofielen Digitale content
kunnen worden gebruikt om de collecties in de lokale De Digitale Collectie Nederland bestaat uit de geselecteer-
bibliotheken optimaal af te stemmen op de wensen en de digitale collecties van alle bibliotheken in Nederland.
behoeften van gebruikers. Deels is deze content rechtenvrij, deels niet. Op dit
moment is digitale content voor OB-leden in het beste
Landelijke afstemming geval alleen beschikbaar op een pc in een lokale biblio-
Uitgangspunt bij deze programmalijn is dat bibliotheken theek. De commissie acht het van groot belang dat digita-
zelf verantwoordelijk zijn voor de opbouw van hun le content ook beschikbaar komt voor thuisgebruik. Voor
collectie (aankoop etc.) en dat provincies en gemeenten elk OB-lid moet hoogwaardige, betrouwbare, geselecteer-
verantwoordelijk blijven voor de financiering ervan. de digitale content op grote schaal toegankelijk worden
In de afgelopen jaren is met vernieuwingsgelden ingezet gemaakt. Niet alleen voor zover deze gratis toegankelijk is
op samenwerking en afstemming per provincie. Dat via internet, maar óók voor gelicentieerde bestanden
heeft tot wisselende resultaten geleid: de ene provincie is (zoals de Krantenbank). Deze content dient niet alleen
daar al verder in dan de ander. Het integreren van de raadpleegbaar te zijn ter plaatse in de lokale bibliotheek,
metadata van de Collectie Nederland in de NCC en de maar óók op de eigen pc thuis, in het internetcafé of op
wereldwijde informatie-infrastructuur (zie programma- het eigen mobiele apparaat waar dan ook.
lijn 1) is voor de ontwikkeling van landelijk collectiebeleid Om dit te realiseren moeten idealiter landelijke licenties
een belangrijk instrument. Op die manier zal immers worden afgesloten, al of niet door uitbreiding van
een landelijk overzicht van de OB-collecties beschikbaar bestaande (consortium-)licenties. Daarbij zou het Surf-
komen en kan op basis daarvan landelijk collectiebeleid licentiebureau haar rol kunnen uitbreiden, zodat deze
worden ontwikkeld. ook de openbare bibliotheken omvat. Tevens moet er een
infrastructuur beschikbaar zijn waarmee OB-leden kun-
Waar het gaat om de onderlinge afstemming van fysieke nen inloggen om plaatsonafhankelijk toegang te krijgen,
collecties plaatst de commissie een kanttekening. De en moet het instrumentarium voorhanden zijn om
Collectie Nederland is het totaal van de collecties van gebruik te identificeren en te monitoren. Dit laatste is
openbare bibliotheken, de Koninklijke Bibliotheek, de noodzakelijk om te kunnen voldoen aan principes van
wetenschappelijke en de speciale bibliotheken (zie figuur fair use, dat wil zeggen niet-commercieel gebruik alleen
op pagina 20), via één zoekweg en online ontsloten en voor eigen studie en onderzoek, en om ongeoorloofd
voorzien van landelijke digitale diensten voor een groot gebruik te kunnen tegengaan.
publiek. De Collectie Nederland wordt, waar het de
openbare bibliotheken betreft, opgebouwd uit de lokale, Voor 2009 tot en met 2012 is het doel om bij wijze van
provinciale en landelijke lagen met inbegrip van de experiment, in samenwerking met de Koninklijke
dienstverlening van de Centrale Discotheek Rotterdam. Bibliotheek, (grotere) bibliotheken (WSF) en de Stichting
De huidige WSF-bibliotheken zijn bibliotheken met een Surf, de door de Koninklijke Bibliotheek aangeboden
diepere en bredere collectie, maar zijn daarin niet exclu- geselecteerde digitale content5 aan OB-leden aan te
sief. Het per regio georganiseerde boekentransport- bieden tegen een gering bedrag bovenop de bibliotheek-
systeem lijkt uit de tijd en werkt niet alleen in zichzelf pas. In de pilotfase dient managementinformatie
onnodig kostenverhogend, maar leidt tevens tot een vergaard te worden over de omvang en aard van het
onnodige verveelvoudiging in de collectievorming. gebruik van deze content met het oog op mogelijke
Veel lopende activiteiten rond afstemming van de toekomstige businessmodellen. De openbare bibliotheek
collecties hebben daardoor verkeerde uitgangspunten. zou aangemerkt kunnen worden als een ‘eerstelijns-
De tijd lijkt rijp voor de ontwikkeling van een nieuw bibliotheek’ in relatie tot de Koninklijke Bibliotheek en de
distributiemodel dat aansluit bij de ontwikkelingen van Universiteitsbibliotheken. Via de openbare bibliotheek
de Digitale Openbare Bibliotheek.
Onderzoeksvraag
• Onderzoek hoe de OB-Collectie Nederland beter
afgestemd kan worden en onderdeel kan worden van 5 Het betreft ruim tachtig gelicentieerde bestanden, waaronder
de Collectie Nederland. Betrek daarbij ook het distributie- de Krantenbank (Lexis Nexis), diverse Nederlandse dagbladen
model. (Het Parool, Trouw, De Volkskrant), woordenboeken, encyclope-
dieën en bio- en bibliografische naslagwerken, en circa honderd
geselecteerde vrij toegankelijke bestanden.
24. 22 Innovatie met effect
bibliotheken/werkgevers in de vorm van beter opgeleide 3c Innovatie van marketing
medewerkers, maar moet ook voor de individuele
medewerkers zelf aantrekkelijk zijn vanwege het betere Doelstellingen
carriëreperspectief dat een MA-titel biedt. De openbare bibliotheek leert de behoeftes van zijn
(potentiële) klanten beter kennen en ontwikkelt instru-
Onderzoeksvragen mentarium om het assortiment, de dienstverlening en de
• De plannen voor een ‘nieuwe bibliotheekschool’ moeten communicatie te sturen op basis van deze informatie.
uiterlijk in februari 2009 resulteren in een concreet en
uitgewerkt implementatieplan. Hierin moeten tenminste Toelichting
de concrete leerdoelen geformuleerd worden én de relatie De openbare bibliotheken zijn gezamenlijk de grootste
beschreven worden tussen het leerplan en de program- cultuurinstelling van Nederland. Maar liefst 4 miljoen
malijn van de decentrale innovatiecentra. Ook moet wor- leden en -zeker in de grote steden- bovendien nog veel
den duidelijk gemaakt op welke wijze de gehele biblio- bezoekers, die geen lid zijn maar wel gebruik maken van
theeksector profiteert van wat de cursisten hier leren. de diensten van de bibliotheek. Wanneer het leengedrag
• Onderzoek de mogelijkheden van een bibliotheek- en van de leden bekend zou zijn, beschikken de bibliotheken
informatieopleiding op graduate niveau. over een schat aan informatie, die kan worden gebruikt
om deze leden beter te bedienen. De meeste leden maken
Na- en bijscholing jarenlang gebruik van dezelfde bibliotheek en hun gedrag
Zonder te pretenderen daarmee een compleet opleidings- is dus goed te volgen. Dit biedt een ideale voedingsbodem
aanbod te realiseren, adviseert de commissie zo snel voor een krachtig marketingbeleid.
mogelijk te starten met de volgende cursussen: een Bibliotheken hebben echter de afgelopen jaren veel meer
cursus Verandermanagement voor directeuren en aandacht besteed aan hun aanbod, dan aan de vraag van
leidinggevend middenkader en een cursus Informatie- (potentiële) klanten. Toekomstgericht handelen vraagt de
vaardigheden en mediawijsheid voor front office-mede- komende jaren grote sprongen in het denken en vooral in
werkers. De eerste cursus is gericht op innovatie- proces- het handelen van de sector.
sen in een maatschappelijk perspectief. De lokale context Ledenbehoud krijgt in het huidige marketingbeleid van
van de bibliotheken, samenwerking met andere partners de bibliotheken grote prioriteit. De commissie vindt dit
en deelname aan de lokale educatieve agenda bieden nog steeds een te rechtvaardigen uitgangspunt, maar wil
mogelijkheden waar bibliotheken op innovatieve wijze er op wijzen dat tegelijkertijd ook aandacht nodig is voor
op in kunnen spelen. Voor deze cursus kan heel goed de potentiële klant.
gebruik gemaakt worden van bestaande expertise van
buiten de sector, aangepast aan de situatie in bibliothe- Onderzoek en methodiekontwikkeling
ken. De tweede cursus is gericht op de vaardigheden en De openbare bibliotheken zijn in 2007 gestart met syste-
kennis die front office-medewerkers nodig hebben om matisch onderzoek naar de behoefte van de huidige klan-
klanten wegwijs te maken in het groeiende informatie- ten. Dat gebeurde door een grootschalig onderzoek met
aanbod. Het gaat hier om een intensivering en versnel- behulp van het klantsegmentatiemodel MOSAIC. Het
ling van de cursussen die op dit moment al gegeven wor- handboek dat daaruit voortkwam, De klant is koningin,
den. Voor het ontwikkelen en verzorgen van deze cursus volgt een werkwijze die eigenlijk al vooruitloopt op het
moet worden samengewerkt met het Mediawijsheid systeem van innovatiecentra dat de commissie voorstaat.
Expertisecentrum en mogelijk met de VOB. De commissie ondersteunt de acht handreikingen die het
boek doet. Het is een eerste product, waar nog veel verdie-
Resultaten pingsslagen te maken zijn. In 2009 zou dit onderzoeks-
• Een cursus Verandermanagement voor directeuren en werk daarom moeten worden voortgezet. Het MOSAIC-
leidinggevend middenkader (in de loop van 4 jaar alle onderzoek moet gekoppeld worden aan andere kennis
leidinggevenden (uigaande van een schatting van vier per die beschikbaar is over de klant. Marketingonderzoek zou
basisbibliotheek) een vast onderdeel moeten worden van het bibliotheek-
• Een cursus Informatievaardigheden en mediawijsheid werk en zeker van innovatie. Er moet tevens instrumen-
voor front office-medewerkers (in de loop van vier jaar ca. tarium worden ontwikkeld om de effecten te kunnen
4000 medewerkers. Dit is circa zeventig procent van alle meten van ingevoerde innovaties en er is verdiepend
betaalde front office-medewerkers) onderzoek nodig. De commissie vindt het van groot
Innovaties op het terrein van HRM worden ontwikkeld in belang dat specifieke aandacht wordt besteed aan jonge-
een innovatiecentrum zoals in hoofdstuk 1 beschreven. ren. Die zijn in het onderzoek MOSAIC niet betrokken.
25. 23 Innovatie met effect
Voor bibliotheken vormen jongeren juist een zeer belang- tatie van de gebruikscijfers van een aantal kenmerkende
rijke doelgroep. Feit is dat jongeren massaal afhaken. Van bibliotheken kan hiervoor een betere basis leveren. Het is
een penetratie van vaak meer dan 80% bij kinderen van zaak om in 2009 deze knowhow verder te ontwikkelen en
12 jaar daalt het bibliotheekgebruik bij jonge volwassenen te verspreiden en zo snel mogelijk succesvolle elementen
tot onder de 10%. Als bibliotheken in staat zijn jongeren uit deze aanpak in te zetten voor een bredere introductie.
vast te houden als klant heeft dit aanzienlijke effecten op
de toekomstverwachting van de bibliotheek. Onderzoeksvragen
• Ontwikkeling winkelformules, die kunnen worden
Daarnaast is het van belang onderzoek te doen onder overgenomen door bibliotheken (franchisemodel).
potentiële klanten. Wat is er nodig om hen lid te maken?
De kennis op het gebied van marketing is in de gemiddel- Resultaten
de bibliotheek nog beneden peil. Overdracht van lande- • Handreikingen vanuit retailkennis voor bibliotheken over
lijke kennis is daarom een belangrijke taak van het inno- presenteren, indeling van gebouwen, bewegwijzering,
vatiecentrum marketing. Voordat innovatieprojecten e.d.
breed geïmplementeerd worden, moet de meerwaarde • Kennis over het gebruik van bibliotheken per
voor de klant duidelijk zijn. klantsegment.
• Een aanzet voor aanbod per klantsegment (in samen-
Resultaten werking met de NBD).
• Gereedschap voor sturing op basis van kennis van de • Evaluatie van lopende pilots op dit vlak met
klant. aanbevelingen voor de bredere implementatie.
• Marktonderzoek (verdieping MOSAIC-onderzoek 2007,
onderzoek onder potentiële klanten en onderzoek onder Abonnementen en (leen)voorwaarden
jongeren) met aanbevelingen voor de (innovatie)praktijk. In de meeste bibliotheken zijn kinderen en jongeren
Monitoren en wegen van initiatieven op dit vlak, zoals gratis lid. Daarna is er een oerwoud aan verschillende
gamen in de bibliotheek. tarieven en systemen. In de praktijk komt het er op neer,
• Gereedschap voor onderzoek in vestigingen. dat iedere bibliotheek een eigen tariefstelsel en uitleen-
• Gebruiksrechten MOSAIC landelijk geregeld. voorwaarden kent. In de ‘Agenda voor de toekomst’ wordt
• Alle bibliotheken aansluiten op MOSAIC. aangegeven dat toegewerkt moet worden naar harmoni-
• Kennisoverdracht van innovatiecentrum naar satie van voorwaarden en tariefbeleid. De commissie
bibliotheken. ondersteunt dit. Ons uiteindelijke beeld is dat men lid
wordt van ‘de openbare bibliotheek’ en daarom gebruik
Retailkennis inzetten kan maken van een aantal diensten in een heldere
Zoals eerder aangegeven kan er veel gebeuren om de tariefstructuur. Vergelijkbaar met de structuur van
klant van zoeken naar vinden te brengen. Voor veel van bijvoorbeeld de ANWB kan men kiezen voor een basis-
de hedendaagse klanten is het ’snuffelen in de kasten’ abonnement en daarboven voor een aantal extra opties.
niet meer de manier om iets van hun gading te vinden in Een extra optie kan dan bijvoorbeeld zijn het thuis-
de bibliotheek. Zij vinden dat teveel moeite, geven aan gebruik van een bijzonder deel van de digitale collectie.
ontmoedigd te raken door het overweldigende aanbod en Ook de uitleenvoorwaarden moeten goed worden beke-
zijn gewend van andere aanbieders veel gerichtere tips te ken. Bijzondere aandacht verdienen de uitleentermijn en
ontvangen. De vergelijking van de gemiddelde biblio- het boeteregime. Daarnaast kan worden onderzocht of
theek met boekhandels en internetwinkels is in dit gemaksservices tot extra gebruik zullen leiden (thuis-
opzicht schrijnend te noemen. Bij het verbeteren van de bezorging, thuisgebruik digitale diensten, attenderings-
dienstverlening kan daarom gebruik worden gemaakt service uitleentermijn e.d.).
van ervaringen uit de retailsector, waar veel van deze
vraagstukken ook aan de orde zijn. Enkele bibliotheken Resultaten
zijn inmiddels succesvol gestart met de invoering van • In 2009 worden eerste verkenningen gedaan voor een
winkelconcepten. Ook NBD/Biblion onderzoekt de landelijk tariefstelsel. Vanaf 2010 hoort deze taak thuis
mogelijkheid om klantprofielen los te laten op het aanbod bij het sectorinstituut, waar een nader voorstel kan
en te beoordelen of een andere vorm van presentatie ook worden uitgewerkt.
directe effecten heeft op de omzetcijfers. Bibliotheken • Dit vormt tevens de basis voor de invoering van een
zijn gemiddeld nog niet ver in het aanpassen van hun ‘echte’ landelijke bibliotheekkaart, waar ook vanaf 2010
collectie op de vraag van de klant. Onderzoek en interpre- aan kan worden gewerkt.
26. 24 Innovatie met effect
Campagnestrategie
Hoewel de bibliotheek een sterk merk is (iedereen heeft
direct een beeld bij de bibliotheek) is uit verschillend
onderzoek bewezen dat veel mensen een verkeerd of een
onvolledig beeld hebben van wat de bibliotheek voor
hen kan betekenen. De openbare bibliotheek zou een
campagnestrategie moeten ontwikkelen om positie en
imago van de bibliotheek te versterken, zoals ook in de
Agenda voor de toekomst wordt voorgesteld. De commissie
vindt het te vroeg om in 2009 al een grote landelijke cam-
pagne te starten om de nieuwe bibliotheek onder de aan-
dacht te brengen. Daarvoor zijn er teveel losse eindjes in
de dienstverlening, die we in ons advies prioritair vinden.
De ontwikkelingskosten vinden wij wel passen in 2009,
zodat vanaf 2010 gericht campagne kan worden gevoerd.
Wij pleiten er wel voor om daarbij niet uit te gaan van één
benaderingswijze. Het is juist belangrijk om de verschil-
lende klantsegmenten op hun eigen wijze en via hun
eigen kanalen te benaderen. Een zeer belangrijk kanaal
daarbij is de personalisatie van de website van de openba-
re bibliotheek waarbij aandacht wordt besteed aan de
zeven klantsegmenten, jongeren en jeugd.
Resultaten
• Onderzoek naar positie en imago.
• Campagnestrategie, gespecificeerd naar de zeven
klantsegmenten én jongeren en jeugd.
• Ontwikkeling van specificaties voor de personalisatie
van de website naar de klantsegmenten.
Innovaties op het terrein van marketing worden ontwik-
keld in een innovatiecentrum zoals in hoofdstuk 1
beschreven. Een (grotere) lokale bibliotheek, service-
organisatie of andere branchepartij die bewezen heeft
sterk te zijn op dit terrein, krijgt tijdelijk de rol van
innovatiecentrum voor marketing. Innovators uit het
hele land kunnen hier samenwerken.