SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 88
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

Wordt gebruikt
• Bouw/architectuur
• Kortste route berekenen
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

Bewijs
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

Bewijs
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

3
4
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek

3
4
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
• In een rechthoekige driehoek heb je:
twee rechthoekszijden en één schuine zijde
3
4
• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
• In een rechthoekige driehoek heb je:
twee rechthoekszijden en één schuine zijde
3

Rechthoeks
zijde

Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

rechthoekszijde

4
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

3

Rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
• In een rechthoekige driehoek heb je:
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

Rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
• In een rechthoekige driehoek heb je:
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

Oppervlakte=
33= 32 =9

3

Rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
• In een rechthoekige driehoek heb je:
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

Oppervlakte=
33= 32 =9

3

Rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
• In een rechthoekige driehoek heb je:
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4

Oppervlakte=
44= 42 =16
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4

Oppervlakte=
44= 42 =16
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

Oppervlakte=
44= 42 =16
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32

+

42

=

Oppervlakte=
44= 42 =16
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32

+

42

=

52

Oppervlakte=
44= 42 =16
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

+
+

42
16

=
=

52
25
Oppervlakte=
44= 42 =16
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

+
+
25

42
16

=
=
=

52
25
25
Oppervlakte=
44= 42 =16
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

=
=
=

42
16

+
+
25

52
25
25
Oppervlakte=
44= 42 =16

Bereken de BC.

C
5
A

12

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

=
=
=

42
16

+
+
25

52
25
25
Oppervlakte=
44= 42 =16

Bereken de BC.
Hoek A =90°

C
5
A

12

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

=
=
=

42
16

+
+
25

52
25
25
Oppervlakte=
44= 42 =16

Bereken de BC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =

C
5
A

12

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

=
=
=

42
16

+
+
25

52
25
25
Oppervlakte=
44= 42 =16

Bereken de BC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2

C
5
A

12

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

=
=
=

42
16

+
+
25

52
25
25
Oppervlakte=
44= 42 =16

Bereken de BC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
122 +52 =BC2

C
5
A

12

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

=
=
=

42
16

+
+
25

52
25
25
Oppervlakte=
44= 42 =16

Bereken de BC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
122 +52 =BC2
144 +25 =BC2

C
5
A

12

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

=
=
=

42
16

+
+
25

52
25
25
Oppervlakte=
44= 42 =16

Bereken de BC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
122 +52 =BC2
144 +25 =BC2
BC2 =169

C
5
A

12

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

=
=
=

42
16

+
+
25

52
25
25
Oppervlakte=
44= 42 =16

Bereken de BC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
122 +52 =BC2
144 +25 =BC2
BC2 =169
BC =√169

C
5
A

12

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

=
=
=

42
16

+
+
25

52
25
25
Oppervlakte=
44= 42 =16

Bereken de BC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
122 +52 =BC2
144 +25 =BC2
BC2 =169
BC =√169
BC =13

C
5
A

12

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

De stelling van Pythagoras illustreren
Aan de hand van oppervlakte (laten zien).

3

rechthoeks
zijde

• Werkt alleen in een rechthoekige driehoek
Oppervlakte=
• In een rechthoekige driehoek heb je:
33= 32 =9
twee rechthoekszijden en één schuine zijde

rechthoekszijde

4
Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2

32
9

=
=
=

42
16

+
+
25

52
25
25
Oppervlakte=
44= 42 =16

Bereken de BC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
122 +52 =BC2
144 +25 =BC2
BC2 =169
BC =√169
BC =13

C
Op 1. Bereken de EF.

5
A

F
9

12

B

D

12

E
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal

6
A

8

D2 B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

8

D2 B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C

6
A

8

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
Eerst AC berekenen in Δ ADC
Hoek D =90°

D2 B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C

6
A

8

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal

Eerst AC berekenen in Δ ADC
Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
D2 B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C

A

8

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal

Eerst AC berekenen in Δ ADC
Hoek D =90°
6
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
D2 B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C

A

8

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal

Eerst AC berekenen in Δ ADC
Hoek D =90°
6
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
D2 B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C

A

8

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal

Eerst AC berekenen in Δ ADC
Hoek D =90°
6
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
D2 B
AC2 =100
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

A

8

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal

Eerst AC berekenen in Δ ADC
Hoek D =90°
6
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
D2 B
AC2 =100
AC =√100 =10
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

8

D2 B

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Hoek D =90°
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

8

D2 B

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

8

D2 B

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

8

D2 B

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

8

D2 B

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

8

D2 B

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

400 m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie
30525=280
m

400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie

C

30525=280
m
A

B
400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =AC2
4 + 36 =AC2
AC2 =40
AC =√40 ≈6,3
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie

C

30525=280
m
A

B
400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie

C

30525=280
m
A

B
400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe
Hoek A =90°
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie

C

30525=280
m
A

B
400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie

C

30525=280
m
A

B
400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
2002 +2802 =BC2
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie

C

30525=280
m
A

B
400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
2002 +2802 =BC2
40000+78400=BC2
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie

C

30525=280
m
A

B
400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
2002 +2802 =BC2
40000+78400=BC2
BC2=118400
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie

C

30525=280
m
A

B
400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
2002 +2802 =BC2
40000+78400=BC2
BC2=118400
BC =√118400≈344,09
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie

C

30525=280
m
A

B
400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Stap 2) pas de stelling van Stap 3) Gebruik je antwoord
Pythagoras toe
uit stap 2 (gebruik √ ) en
Hoek A =90°
maak de vervolg berekening
af, vergeet afronden en
AB2 +AC2 =BC2
eenheid niet.
2002 +2802 =BC2

40000+78400=BC2
BC2=118400
BC =√118400≈344,09
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie

C

30525=280
m
A

B
400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Stap 2) pas de stelling van Stap 3) Gebruik je antwoord
Pythagoras toe
uit stap 2 (gebruik √ ) en
Hoek A =90°
maak de vervolg berekening
af, vergeet afronden en
AB2 +AC2 =BC2
eenheid niet.
2002 +2802 =BC2

40000+78400=BC2
BC2=118400
BC =√118400≈344,09

De gemeente heeft
2 √118400 ≈688,19 m
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1

C
10

Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal
BC berekenen in Δ DBC
Eerst AC berekenen in Δ ADC

6
A

D2 B
8
Dus omtrek driehoek
ABC =8+2+10+6,3 =26,3
Verhaal opdrachten
305 m

25
m

Hoek D =90°
AD2 +DC2 =AC2
82 + 62 =AC2
64 + 36 =AC2
AC2 =100
AC =√100 =10

Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een
televisiemast bouwen van 305 m hoog.
De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met
twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan
400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de
gemeente nodig heeft, rond af op cm.

400 m
Stap 1) maak een schets van een
rechthoekige driehoek uit de situatie

C

30525=280
m
A

B
400:2=200 m

Hoek D =90°
DB2 +DC2 =BC2
22 + 62 =BC2
4 + 36 =BC2
BC2 =40
BC =√40 ≈6,3

Stap 2) pas de stelling van Stap 3) Gebruik je antwoord
Pythagoras toe
uit stap 2 (gebruik √ ) en
Hoek A =90°
maak de vervolg berekening
af, vergeet afronden en
AB2 +AC2 =BC2
eenheid niet.
2002 +2802 =BC2

40000+78400=BC2
BC2=118400
BC =√118400≈344,09

De gemeente heeft
2 √118400 ≈688,19 m
Dus 68819 cm kabels nodig
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.

C

20
A

16

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°

C

20
A

16

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2

C

20
A

16

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202

C

20
A

16

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400

C

20
A

16

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256

C

20
A

16

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144

C

20
A

16

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

C

20
A

16

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.

C

20
A

16

B

A

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

C

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

C

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC2 =√144 =12

C

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

C

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

C

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

C

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

C

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie

9
7

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

9
B

7

C
7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie
A

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

9
B

7

C
7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie
A

7m
6,2 m

B
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

9
B

7

C
7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie
A

7m
6,2 m

B

Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras
Hoek A =90°
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

9
B

7

C
7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie
A

7m
6,2 m

B

Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

9
B

7

C
7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie
A

7m
6,2 m

B

Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
6,22 +AC2 =72
38,44+AC2 =49
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

9
B

7

C
7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie
A

7m
6,2 m

B

Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
6,22 +AC2 =72
38,44+AC2 =49
−38,44
−38,44
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

9
B

7

C
7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie
A

7m
6,2 m

B

Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
6,22 +AC2 =72
38,44+AC2 =49
−38,44
−38,44
2 =10,56
AC
AC =√10,56≈3,2 m
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

9
B

7

C
7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie
A

7m
6,2 m

B

Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
6,22 +AC2 =72
38,44+AC2 =49
−38,44
−38,44
2 =10,56
AC
AC =√10,56≈3,2 m

Stap 3) Maak de
vervolg berekening,
denk aan afronden en
eenheid.
Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing

C

Bereken de AC.
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
162 +AC2 =202
256+AC2 =400
−256
−256
AC2 =144
AC =√144 =12

20
A

16

B

Bereken de AC, rond C
af op 1 decimaal.
Hoek A =90°
A
AB2 +AC2 =BC2
72 +AC2 =92
49+AC2 =81
−49
−49
2 =32
AC
AC =√32≈5,7

9
B

7

C
7m

7m

4,1 m
12,4 m
Bereken de hoogte
van het huis.

Stap 1) Teken een hulplijn maak een
schets van een rechthoekige driehoek
uit de situatie
A

7m
6,2 m

B

Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras
Hoek A =90°
AB2 +AC2 =BC2
Stap 3) Maak de
6,22 +AC2 =72
vervolg berekening,
38,44+AC2 =49
denk aan afronden en
−38,44
−38,44
2 =10,56
AC
eenheid.
AC =√10,56≈3,2 m
Hoogte huis = 4,1+3,2 = 7,3 m

Más contenido relacionado

Más de Muhtadi Al-Awwadi

Más de Muhtadi Al-Awwadi (20)

2hvlineaire tekenen en opstellen
2hvlineaire tekenen en opstellen2hvlineaire tekenen en opstellen
2hvlineaire tekenen en opstellen
 
3v snijpunten lineaire
3v snijpunten lineaire3v snijpunten lineaire
3v snijpunten lineaire
 
3v lineaire formules opstellen
3v lineaire formules opstellen3v lineaire formules opstellen
3v lineaire formules opstellen
 
Toevalsvariabelen
ToevalsvariabelenToevalsvariabelen
Toevalsvariabelen
 
4vavaasmetenzonder
4vavaasmetenzonder 4vavaasmetenzonder
4vavaasmetenzonder
 
4vasamenvattingh6
4vasamenvattingh64vasamenvattingh6
4vasamenvattingh6
 
4vaproductsomencomplementregel
4vaproductsomencomplementregel4vaproductsomencomplementregel
4vaproductsomencomplementregel
 
Oppervlakte driehoeken
Oppervlakte driehoekenOppervlakte driehoeken
Oppervlakte driehoeken
 
2vvergrotingsfactork
2vvergrotingsfactork2vvergrotingsfactork
2vvergrotingsfactork
 
4vatoepassingenmachtenenwortels
4vatoepassingenmachtenenwortels4vatoepassingenmachtenenwortels
4vatoepassingenmachtenenwortels
 
3vexponetielegroeideel1
3vexponetielegroeideel13vexponetielegroeideel1
3vexponetielegroeideel1
 
Boxplot1.1
Boxplot1.1Boxplot1.1
Boxplot1.1
 
perspectief tekenen Balk onder de horizon
perspectief tekenen Balk onder de horizonperspectief tekenen Balk onder de horizon
perspectief tekenen Balk onder de horizon
 
2vsamenvattingkwadratischeformules
2vsamenvattingkwadratischeformules2vsamenvattingkwadratischeformules
2vsamenvattingkwadratischeformules
 
2vsamenvattinghaakjeswegwerken
2vsamenvattinghaakjeswegwerken2vsamenvattinghaakjeswegwerken
2vsamenvattinghaakjeswegwerken
 
2vsamenvattingwortelsherleiden
2vsamenvattingwortelsherleiden2vsamenvattingwortelsherleiden
2vsamenvattingwortelsherleiden
 
1vsamenvattingherleiden
1vsamenvattingherleiden1vsamenvattingherleiden
1vsamenvattingherleiden
 
1vrekenregelsennegatievegetallen
1vrekenregelsennegatievegetallen1vrekenregelsennegatievegetallen
1vrekenregelsennegatievegetallen
 
V4ax^n
V4ax^nV4ax^n
V4ax^n
 
4vaexponetielegroeideel1
4vaexponetielegroeideel14vaexponetielegroeideel1
4vaexponetielegroeideel1
 

2vpythagorasdeel1

  • 1. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1
  • 2. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 Wordt gebruikt • Bouw/architectuur • Kortste route berekenen
  • 3. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1
  • 4. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 Bewijs
  • 5. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 Bewijs
  • 6. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 3 4
  • 7. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek 3 4
  • 8. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek • In een rechthoekige driehoek heb je: twee rechthoekszijden en één schuine zijde 3 4
  • 9. • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek • In een rechthoekige driehoek heb je: twee rechthoekszijden en één schuine zijde 3 Rechthoeks zijde Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 rechthoekszijde 4
  • 10. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 3 Rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek • In een rechthoekige driehoek heb je: twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4
  • 11. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 Rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek • In een rechthoekige driehoek heb je: twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4
  • 12. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). Oppervlakte= 33= 32 =9 3 Rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek • In een rechthoekige driehoek heb je: twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4
  • 13. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). Oppervlakte= 33= 32 =9 3 Rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek • In een rechthoekige driehoek heb je: twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Oppervlakte= 44= 42 =16
  • 14. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Oppervlakte= 44= 42 =16
  • 15. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 Oppervlakte= 44= 42 =16
  • 16. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 + 42 = Oppervlakte= 44= 42 =16
  • 17. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 + 42 = 52 Oppervlakte= 44= 42 =16
  • 18. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 + + 42 16 = = 52 25 Oppervlakte= 44= 42 =16
  • 19. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 + + 25 42 16 = = = 52 25 25 Oppervlakte= 44= 42 =16
  • 20. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 = = = 42 16 + + 25 52 25 25 Oppervlakte= 44= 42 =16 Bereken de BC. C 5 A 12 B
  • 21. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 = = = 42 16 + + 25 52 25 25 Oppervlakte= 44= 42 =16 Bereken de BC. Hoek A =90° C 5 A 12 B
  • 22. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 = = = 42 16 + + 25 52 25 25 Oppervlakte= 44= 42 =16 Bereken de BC. Hoek A =90° AB2 +AC2 = C 5 A 12 B
  • 23. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 = = = 42 16 + + 25 52 25 25 Oppervlakte= 44= 42 =16 Bereken de BC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 C 5 A 12 B
  • 24. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 = = = 42 16 + + 25 52 25 25 Oppervlakte= 44= 42 =16 Bereken de BC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 122 +52 =BC2 C 5 A 12 B
  • 25. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 = = = 42 16 + + 25 52 25 25 Oppervlakte= 44= 42 =16 Bereken de BC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 122 +52 =BC2 144 +25 =BC2 C 5 A 12 B
  • 26. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 = = = 42 16 + + 25 52 25 25 Oppervlakte= 44= 42 =16 Bereken de BC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 122 +52 =BC2 144 +25 =BC2 BC2 =169 C 5 A 12 B
  • 27. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 = = = 42 16 + + 25 52 25 25 Oppervlakte= 44= 42 =16 Bereken de BC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 122 +52 =BC2 144 +25 =BC2 BC2 =169 BC =√169 C 5 A 12 B
  • 28. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 = = = 42 16 + + 25 52 25 25 Oppervlakte= 44= 42 =16 Bereken de BC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 122 +52 =BC2 144 +25 =BC2 BC2 =169 BC =√169 BC =13 C 5 A 12 B
  • 29. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 De stelling van Pythagoras illustreren Aan de hand van oppervlakte (laten zien). 3 rechthoeks zijde • Werkt alleen in een rechthoekige driehoek Oppervlakte= • In een rechthoekige driehoek heb je: 33= 32 =9 twee rechthoekszijden en één schuine zijde rechthoekszijde 4 Ene rechthoekzijde2 + andere rechthoekszijde2 = schuine zijde2 32 9 = = = 42 16 + + 25 52 25 25 Oppervlakte= 44= 42 =16 Bereken de BC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 122 +52 =BC2 144 +25 =BC2 BC2 =169 BC =√169 BC =13 C Op 1. Bereken de EF. 5 A F 9 12 B D 12 E
  • 30. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal 6 A 8 D2 B
  • 31. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A 8 D2 B
  • 32. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 6 A 8 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal Eerst AC berekenen in Δ ADC Hoek D =90° D2 B
  • 33. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 6 A 8 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal Eerst AC berekenen in Δ ADC Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 D2 B
  • 34. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C A 8 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal Eerst AC berekenen in Δ ADC Hoek D =90° 6 AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 D2 B
  • 35. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C A 8 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal Eerst AC berekenen in Δ ADC Hoek D =90° 6 AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 D2 B
  • 36. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C A 8 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal Eerst AC berekenen in Δ ADC Hoek D =90° 6 AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 D2 B AC2 =100
  • 37. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 A 8 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal Eerst AC berekenen in Δ ADC Hoek D =90° 6 AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 D2 B AC2 =100 AC =√100 =10
  • 38. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A 8 D2 B Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Hoek D =90°
  • 39. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A 8 D2 B Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2
  • 40. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A 8 D2 B Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2
  • 41. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A 8 D2 B Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2
  • 42. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A 8 D2 B Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40
  • 43. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A 8 D2 B Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3
  • 44. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3
  • 45. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m 400 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm.
  • 46. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie
  • 47. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie 30525=280 m 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3
  • 48. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie C 30525=280 m A B 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =AC2 4 + 36 =AC2 AC2 =40 AC =√40 ≈6,3
  • 49. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie C 30525=280 m A B 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe
  • 50. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie C 30525=280 m A B 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe Hoek A =90°
  • 51. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie C 30525=280 m A B 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2
  • 52. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie C 30525=280 m A B 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 2002 +2802 =BC2
  • 53. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie C 30525=280 m A B 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 2002 +2802 =BC2 40000+78400=BC2
  • 54. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie C 30525=280 m A B 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 2002 +2802 =BC2 40000+78400=BC2 BC2=118400
  • 55. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie C 30525=280 m A B 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Stap 2) pas de stelling van Pythagoras toe Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 2002 +2802 =BC2 40000+78400=BC2 BC2=118400 BC =√118400≈344,09
  • 56. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie C 30525=280 m A B 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Stap 2) pas de stelling van Stap 3) Gebruik je antwoord Pythagoras toe uit stap 2 (gebruik √ ) en Hoek A =90° maak de vervolg berekening af, vergeet afronden en AB2 +AC2 =BC2 eenheid niet. 2002 +2802 =BC2 40000+78400=BC2 BC2=118400 BC =√118400≈344,09
  • 57. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie C 30525=280 m A B 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Stap 2) pas de stelling van Stap 3) Gebruik je antwoord Pythagoras toe uit stap 2 (gebruik √ ) en Hoek A =90° maak de vervolg berekening af, vergeet afronden en AB2 +AC2 =BC2 eenheid niet. 2002 +2802 =BC2 40000+78400=BC2 BC2=118400 BC =√118400≈344,09 De gemeente heeft 2 √118400 ≈688,19 m
  • 58. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 1 C 10 Op 2. Bereken de omtrek van driehoek ABC, rond af op 1 decimaal BC berekenen in Δ DBC Eerst AC berekenen in Δ ADC 6 A D2 B 8 Dus omtrek driehoek ABC =8+2+10+6,3 =26,3 Verhaal opdrachten 305 m 25 m Hoek D =90° AD2 +DC2 =AC2 82 + 62 =AC2 64 + 36 =AC2 AC2 =100 AC =√100 =10 Op 3. De gemeente van Harderwijk wil een televisiemast bouwen van 305 m hoog. De mast wordt 25 meter onder het hoogste punt met twee kabels bevestigd aan de grond. De kabels staan 400 m van elkaar. Bereken hoeveel m kabels de gemeente nodig heeft, rond af op cm. 400 m Stap 1) maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie C 30525=280 m A B 400:2=200 m Hoek D =90° DB2 +DC2 =BC2 22 + 62 =BC2 4 + 36 =BC2 BC2 =40 BC =√40 ≈6,3 Stap 2) pas de stelling van Stap 3) Gebruik je antwoord Pythagoras toe uit stap 2 (gebruik √ ) en Hoek A =90° maak de vervolg berekening af, vergeet afronden en AB2 +AC2 =BC2 eenheid niet. 2002 +2802 =BC2 40000+78400=BC2 BC2=118400 BC =√118400≈344,09 De gemeente heeft 2 √118400 ≈688,19 m Dus 68819 cm kabels nodig
  • 59. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. C 20 A 16 B
  • 60. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° C 20 A 16 B
  • 61. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 C 20 A 16 B
  • 62. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 C 20 A 16 B
  • 63. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 C 20 A 16 B
  • 64. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 C 20 A 16 B
  • 65. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 C 20 A 16 B
  • 66. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 C 20 A 16 B
  • 67. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. C 20 A 16 B A 9 7 B
  • 68. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 C 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A 9 7 B
  • 69. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 C 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 9 7 B
  • 70. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC2 =√144 =12 C 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 9 7 B
  • 71. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 C 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 9 7 B
  • 72. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 C 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 9 7 B
  • 73. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 C 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 9 7 B
  • 74. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 C 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC 9 7 B
  • 75. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 9 7 B
  • 76. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie 9 7 B
  • 77. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie 9 7 B
  • 78. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie 9 7 B
  • 79. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie 9 7 B
  • 80. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 9 B 7 C 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie A B
  • 81. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 9 B 7 C 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie A 7m 6,2 m B
  • 82. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 9 B 7 C 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie A 7m 6,2 m B Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras Hoek A =90°
  • 83. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 9 B 7 C 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie A 7m 6,2 m B Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2
  • 84. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 9 B 7 C 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie A 7m 6,2 m B Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 6,22 +AC2 =72 38,44+AC2 =49
  • 85. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 9 B 7 C 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie A 7m 6,2 m B Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 6,22 +AC2 =72 38,44+AC2 =49 −38,44 −38,44
  • 86. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 9 B 7 C 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie A 7m 6,2 m B Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 6,22 +AC2 =72 38,44+AC2 =49 −38,44 −38,44 2 =10,56 AC AC =√10,56≈3,2 m
  • 87. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 9 B 7 C 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie A 7m 6,2 m B Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 6,22 +AC2 =72 38,44+AC2 =49 −38,44 −38,44 2 =10,56 AC AC =√10,56≈3,2 m Stap 3) Maak de vervolg berekening, denk aan afronden en eenheid.
  • 88. Klas 2 vwo h6: de stelling van Pythagoras deel 2 berekeningen en toepassing C Bereken de AC. Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 162 +AC2 =202 256+AC2 =400 −256 −256 AC2 =144 AC =√144 =12 20 A 16 B Bereken de AC, rond C af op 1 decimaal. Hoek A =90° A AB2 +AC2 =BC2 72 +AC2 =92 49+AC2 =81 −49 −49 2 =32 AC AC =√32≈5,7 9 B 7 C 7m 7m 4,1 m 12,4 m Bereken de hoogte van het huis. Stap 1) Teken een hulplijn maak een schets van een rechthoekige driehoek uit de situatie A 7m 6,2 m B Stap 2) Bereken AC met de stellig van Pythagoras Hoek A =90° AB2 +AC2 =BC2 Stap 3) Maak de 6,22 +AC2 =72 vervolg berekening, 38,44+AC2 =49 denk aan afronden en −38,44 −38,44 2 =10,56 AC eenheid. AC =√10,56≈3,2 m Hoogte huis = 4,1+3,2 = 7,3 m