Neergestoken politieagent vindt geen gehoor bij rechter.
1. NEERGESTOKENPOLITIEAGENT VINDT GEENGEHOOR BIJ
RECHTER
Een brigadier van de politie werd in 2009 in de uitoefening van zijn functie het
slachtoffer van een steekpartij. Hierdoor was hij blijvend invalide geraakt.
Er werden Kamervragen gesteld waarna de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (als hoofd van de politie) heeft besloten om aan de brigadier een
netto-uitkering te betalen van € 100.000. Dit bedrag werd uitbetaald door het
politiekorps, de werkgever van de brigadier; bruto € 172.413 waarop € 72.413
loonheffing werd ingehouden.
De brigadier vond dat de uitkering onbelast was en vroeg in zijn aangifte
inkomstenbelasting de ingehouden loonheffing terug. De Belastinginspecteur was het
daar niet mee eens en wees het verzoek af. In de daaropvolgende rechtszaak bij
Rechtbank Gelderland besliste de rechter als volgt.
Het is niet aannemelijk dat andere personen dan politieagenten voor een dergelijke
uitkering in aanmerking komen, als zij in vergelijkbare omstandigheden zouden
komen te verkeren. De uitkering was een voordeel uit dienstbetrekking en dus belast
als loon. De brigadier werd in het ongelijk gesteld.
Een beroep op een vrijstelling in de Wet Loonbelasting werd niet behandeld omdat
het politiekorps de werkkostenregeling vanaf 2011 toepaste en niet had geopteerd
voor de overgangsregeling. Zo raakt de keuze van de werkgever dus wellicht de
werknemer. Zou het anders wel goed afgelopen zijn…?