2. Wat is CKG?
 Geen kindercrèche!
 Centrum voor kinderzorg en
gezinsondersteuning
 Kwalitatieve en professionele hulpverlening
voorop
 met eerbied voor het gezin en zijn leefomgeving.

3. De doelstellingen
 Ze bieden emancipatorische en structurerende
gezinsondersteuning.
 Ook positieve, integrale, gecoördineerde en vraag
gestuurde hulpverlening
 ontwikkelingsgericht, opvoedingsgericht en
omgevingsgericht.

4. Plaats in de maatschappelijke
gezondheidszorg.
 Secundaire preventie!
 post situaties bij
 Zoals agressie thuis,
 Totaal verkeerd in het huis,
 Enz ….

5. Doelgroep
 Integrale begeleiding
 Kinderen van o tot 12 jaar en hun leefomgeving
 Zware acute of occasionele probleemsituaties
 3 werkvormen:
 Ambulant
 Semi-residentieel
 residentieel

6. Voorbeelden probleemsituaties
 Het kind ligt te wenen en moeder zit high op de grond.
 Ouders kunnen financieel niet voor hun kinderen
zorgen.
 Kindermishandeling.

7. Taak van sociale verpleegkundige /
hulpverlener
 Eerst een huisbezoek om te kijken naar de omgeving
waar de kinderen zich in bevinden
 Intake formulier
 Ze bepalen de draagkracht en draaglast
 A.d.h.v. de omgeving kijken ze ook naar de arbeid,
financiële gedeelte
 Multidisciplinair besproken
 Gezinsbegeleiding
 Tot slot: een evaluatie

8. Welke vaardigheden en attituden
nodig?
 Je moet flexibel zijn qua uren
 Zelfstandig
 Betrouwbaar
 Denken over nieuwe situaties
 Creatief
 Niet voor hen oplossen maar de ouders zelf
 A1 niveau
 Sociale richting
 Rijbewijs is zeer noodzakelijk

9. DOMO
 Door ondersteuning mee opvoeden
 Vrijwilligersorganisatie
 Ondersteunen en opvoeden
 Samen leuke dingen doen
 Samen genieten
 Luisterend oor bieden

10. Wat hebben wij onthouden?
 Goede organisatie
 Ouders moeten het uiteindelijk zelf oplossen
 Band tussen ouder en kinderen blijft behouden!