Alles over dagstarts.
Waar gaat het over bij dat dagstartbord?
Is het een zinnig gesprek en voor alle deelnemers relevant?
Maak er eens een spaghettidiagram van. Maak visueel of er een dialoog is of toch een monoloog van de chef.
Lees meer in ons Boek:
Dagstarts en Hoshin Kanri
Bert Teeuwen
Uitgeverij Yokoten
Elke (internet-)boekhandel
Yokoten
1 DAGSTARTS – INLEIDING ; WAT IS EEN DAGSTART?
Yokoten
2 DAGSTARTS – KPI’s – REGELKRINGEN
3 DAGSTARTS – HET BORD
4 DAGSTARTS – HET TEAM
Alle 7 YouTube filmpjes over DAGSTARTS:
5 DAGSTARTS – DE VOORZITTER
6 DAGSTARTS – HET GOEDE GESPREK
7 DAGSTARTS – BESLUITVORMING
Een kort gesprek met het hele team
op een vast tijdstip over:
• de voortgang van het werk,
• de prestaties,
• de obstakels en
• verbeterideeën.
KENMERKEN
Even de koppen bij elkaar
Vorm:
•Elke dag of elke week op een vast tijdstip
(Exact)
•Max 15 of 30 minuten
•Staand, bij voorkeur op de werkvloer
•Bij een gevisualiseerd dag- of
weekstartbord
KENMERKEN
Staan heeft voordelen:
•gaat sneller (33%*) – met dezelfde kwaliteit van
besluitvorming
•is dynamischer
•non-verbale communicatie is beter zichtbaar
•Let op: niet iedereen kan (15 of 30 minuten)
staan
* Bron: Journal of Applied psychology 1999 vol 84. Nr 2. Bluedorn, Turban, Sue Love) Yokoten
STAAN of ZITTEN?
Hoewel je in een dagstart het werk kan
beheersen èn continu kan verbeteren,
Komt van dat tweede als gevolg van de
beperkte tijd vaak niet veel terecht.
• Dit is een verbeterbord met een
kanban-systeem.
• Er kunnen maar 9
verbetervoorstellen tegelijkertijd
onder handen zijn. Als een
verbetervoorstel is behandeld en
geïmplementeerd (of
verworpen), gaat die naar de
rechterkolom.
Yokoten
VERBETERBORD
• Dat is het moment dat er een nieuw verbetervoorstel uit
de linkerkolom naar het midden van het bord kan.
Soms wordt meer tijd besteed aan de
kwaliteit van het dagstartbord,
dan aan de kwaliteit van de dialoog bij
het bord.
Alle deelnemers
1.Delen een gezamenlijke opdracht en doel
2.Hebben elkaar nodig om dat doel te realiseren
3.Delen verantwoordelijkheden met elkaar
4.Vinden dat samenwerken voor hun opdracht
beter is dan solistisch werken
5.Voelen de noodzaak om af te stemmen
6.Optimum: 5 – 7 deelnemers
BASISCONDITIES TEAM
Yokoten
• Een dagstart moet voor alle deelnemers
relevant zijn
• Als iemand verhinderd is, moet die weten iets
gemist te hebben
RELEVANT
Een dag- of weekstart is
voor het team en
door het team.
Prestatiedialoog
•Vragen stellen om te helpen
•Met Leren, Beheersen en Verbeteren
•Wat is er aan de hand?
•Kun je het verklaren?
•Wat is je volgende stap?
Yokoten
WAT VOOR GESPREK IS HET?
Wat is bedoeld als een
prestatiedialoog,
Lijkt soms meer op een
verantwoordingsgesprek.
STER
Alle deelnemers
praten met elkaar en
stellen elkaar vragen
De voorzitter neemt de
leiding en het gesprek gaat
helemaal via hem of haar.
In een goede dialoog zie je afwisselend zowel wiel als ster.
PRESTATIE-DIALOOG
WIEL
Je kunt het gesprek in een dag- of weekstart
visualiseren met een zogenaamd spaghetti-
diagram. Dan teken je op papier waar het bord
staat en de deelnemers. Het groene bolletje is
de voorzitter, de gele de deelnemers.
Vervolgens volg je meet een stift de route van
het gesprek.
Yokoten
SPAGHETTI-DIAGRAM
dagstartbord
Yokoten
WAT VOOR GESPREK IS HET?
Alle deelnemers praten
met elkaar en stellen
elkaar vragen, de
voorzitter vat samen en
vraagt naar een beslissing.
Goed profiel van een
dagstart-dialoog
dagstartbord
Yokoten
WAT VOOR GESPREK IS HET?
Dit is alleen een ster-dialoog.
De voorzitter stelt vragen en
de deelnemers beantwoorden
die braaf, maar vragen niets
aan elkaar.
Voor wie is deze dagstart eigenlijk?
dagstartbord
Yokoten
WAT VOOR GESPREK IS HET?
Niet iedereen doet actief mee.
Dat kan zijn omdat de
onderwerpen voor hen niet
relevant zijn, maar kan ook
andere redenen hebben.
dagstartbord
Yokoten
WAT VOOR GESPREK IS HET?
De voorzitter houdt een
monoloog.
Bijvoorbeeld door alles wat
op het bord staat aan het
team uit te leggen.
Voor wie is deze dagstart eigenlijk?
GEBRUIK HET BOB-MODEL
Soms zie en hoor je dat elk
teamlid de discussie in gaat met
zijn of haar eigen beeld van de
situatie.
En daar een oordeel over heeft.
Met als gevolg dat de teamleden elkaar niet meer
begrijpen als ze een besluit moeten nemen
GEBRUIK HET BOB-MODEL
Beter is om:
Eerst de beeldvorming gezamenlijk
te doen
En dan op basis van enkele
alternatieven- de oordeelsvorming
En uiteindelijk een gezamenlijke besluitvorming
Spring niet te direct naar
oplossingen, maar vraag
eerst:
‘Begrijpen we de situatie?’
GEBRUIK HET BOB-MODEL
De gezamenlijke beeldvorming
is klaar als iedereen de situatie
voldoende begrijpt.
En klaar is voor een oordeel.
Als het team een situatie
(probleem, trend-verandering)
Onvoldoende begrijpt,
Dan gaan ze eerst onderzoek
doen naar de feiten.
Aan het begin van de gebruikte zinnen kan je
horen of er een mening of een feit aan komt:
Yokoten
FEITEN en MENINGEN
Meningen:
Volgens mij…….
Ik denk dat ……
Ik ben er van overtuigd dat ……
Aan het begin van de gebruikte zinnen kan je
horen of er een mening of een feit aan komt:
Yokoten
FEITEN en MENINGEN
Feiten:
Een versnelling van 4 dagen
12% minder
Het zijn er 18 van de 40
De wet van de
zelfoverschatting:
“Wie weinig van iets weet
heeft er een sterke mening
over”
Kap het gesprek af als het
uitwisselen van meningen
begint.
En vraag om feiten-onderzoek
•Begrijpend onderzoek – Hoe het nu is.
•Verklarend onderzoek – Waarom het is. Omdat
je de oorzaak-gevolg relatie wilt weten. Hoe
komt het dat…….?
BEGRIJPEN EN VERKLAREN
De volgorde is: Eerst
begrijpen, en dan verklaren.
Iets wat je nog niet helemaal
begrijpt kun je moeilijk goed
verklaren.
2. Kunnen we het verklaren?
•Wat is je volgende stap? -> onderzoek doen
•Wat kunnen we wanneer verwachten?
•Wat is je volgende stap? -> oorzaken vinden
•Wat kunnen we wanneer verwachten?
•Wat is je volgende stap? -> oplossingen bedenken
•Wat kunnen we wanneer verwachten?
PROBLEEM
OORZAKEN
OPLOSSING
1. Begrijpen we de situatie?
3. Kunnen we het oplossen?
Bestel ons boek:
Creëer Flow op Kantoor
Bert Teeuwen
Uitgeverij Yokoten
Elke (internet-)boekhandel
Yokoten
Notas del editor
Staan is beter, want snellere besluitvorming
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Een norm of een Doelstelling?
Een norm of een Doelstelling?
Als het aan deze basiscondities voldoet.
Conditie 6: hoeveel deelnemers hebben jullie bij de locatieweekstart? Veel. Dan is de kans op een goede dialoog gering. Het zal nooit een levendig gesprek worden. Te veel mensen. Soms kun je dat maar beter accepteren en de locatieweekstart alleen maar gebruiken om te informeren.
Standaard vraag die men stelt: is de teamcoach altijd de procesbegeleider van de dag-weekstarts van de RVT’s?
- nee, beter dat het team het zelf doet. Maar dan niet steeds rouleren, want dan krijgen de mensen niet de kans om er goed mee te oefenen en het te leren. Soms is de TC te dominant aanwezig en kan hij/zij het gesprek te veel naar zich toetrekken.
Twee soorten gesprekken.
Verantwoordingsgesprek (gaat meestal over Resultaat-PI’s)
Prestatiedialoog (is bedoeld om samen te leren en te verbeteren)
Wanneer is de kans op een goede prestatiedialoog het grootst? Zie de volgende sheet
Twee soorten gesprekken.
Verantwoordingsgesprek (gaat meestal over Resultaat-PI’s)
Prestatiedialoog (is bedoeld om samen te leren en te verbeteren)
Wanneer is de kans op een goede prestatiedialoog het grootst? Zie de volgende sheet
Dialogen hebben structuur, namelijk een wiel of een ster. Bij de wielstructuur reageren alle deelnemers van de weekstart op elkaar. Het is een levendig gesprek.
Bij de sterstructuur reageren de deelnemers niet of alleen op de vragen van de procesbegeleider (de chef). Dat is geen dialoog, maar kan duiden op verantwoorden.
Met een spaghettidiagram kun je het gesprek tijdens een weekstart visualiseren. Teken op een stuk papier de deelnemers (de bolletjes) en de procesbegeleider (groen bolletje). Volg met een pen de route die het gesprek volgt. Aan de vorm van de spaghetti kun je veel aflezen over de dialoog.
Dialogen hebben structuur, namelijk een wiel of een ster. Bij de wielstructuur reageren alle deelnemers van de weekstart op elkaar. Het is een levendig gesprek.
Bij de sterstructuur reageren de deelnemers niet of alleen op de vragen van de procesbegeleider (de chef). Dat is geen dialoog, maar kan duiden op verantwoorden.
Met een spaghettidiagram kun je het gesprek tijdens een weekstart visualiseren. Teken op een stuk papier de deelnemers (de bolletjes) en de procesbegeleider (groen bolletje). Volg met een pen de route die het gesprek volgt. Aan de vorm van de spaghetti kun je veel aflezen over de dialoog.
Dialogen hebben structuur, namelijk een wiel of een ster. Bij de wielstructuur reageren alle deelnemers van de weekstart op elkaar. Het is een levendig gesprek.
Bij de sterstructuur reageren de deelnemers niet of alleen op de vragen van de procesbegeleider (de chef). Dat is geen dialoog, maar kan duiden op verantwoorden.
Met een spaghettidiagram kun je het gesprek tijdens een weekstart visualiseren. Teken op een stuk papier de deelnemers (de bolletjes) en de procesbegeleider (groen bolletje). Volg met een pen de route die het gesprek volgt. Aan de vorm van de spaghetti kun je veel aflezen over de dialoog.
Dialogen hebben structuur, namelijk een wiel of een ster. Bij de wielstructuur reageren alle deelnemers van de weekstart op elkaar. Het is een levendig gesprek.
Bij de sterstructuur reageren de deelnemers niet of alleen op de vragen van de procesbegeleider (de chef). Dat is geen dialoog, maar kan duiden op verantwoorden.
Met een spaghettidiagram kun je het gesprek tijdens een weekstart visualiseren. Teken op een stuk papier de deelnemers (de bolletjes) en de procesbegeleider (groen bolletje). Volg met een pen de route die het gesprek volgt. Aan de vorm van de spaghetti kun je veel aflezen over de dialoog.
Dialogen hebben structuur, namelijk een wiel of een ster. Bij de wielstructuur reageren alle deelnemers van de weekstart op elkaar. Het is een levendig gesprek.
Bij de sterstructuur reageren de deelnemers niet of alleen op de vragen van de procesbegeleider (de chef). Dat is geen dialoog, maar kan duiden op verantwoorden.
Met een spaghettidiagram kun je het gesprek tijdens een weekstart visualiseren. Teken op een stuk papier de deelnemers (de bolletjes) en de procesbegeleider (groen bolletje). Volg met een pen de route die het gesprek volgt. Aan de vorm van de spaghetti kun je veel aflezen over de dialoog.