SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 68
Descargar para leer sin conexión
Evenementenveiligheid
in de Veiligheidsregio’s
Afstudeerrapport Integrale Veiligheidskunde, Bram Jacobs
Colofon
Opdrachtgever
Veiligheidsregio Utrecht
Opleiding
Integrale Veiligheidskunde
Afstudeerbegeleiders
Frank van Wijk – Veiligheidsregio Utrecht
Jan Eberg – Hogeschool Utrecht
Afstudeerperiode
Februari 2014 t/m juni 2014
Contactgegevens
Bram Jacobs
bramjacobs90@live.nl
b.jacobs@vru.nl
www.vru.nl
@BramJacobs90
Verantwoording afbeeldingen
• Voorkant: Mumbai Festival, 2013, © X-Sense
• Pagina 5, Lief Festival, 2013, © X-Sense
• Pagina 14, Acht van Maartensdijk, 2014 , fotograaf; Jan Westbroek
© Organisatiecomité ‘Maartensdijkse Acht’
• Pagina 61, bovenste foto: Oude Ambachtenmarkt Soest, 2014,
• © Stichting Markt Oude Ambachten Soest
• Pagina 63: Sinterklaasintocht Amersfoort, 2013,
© Sint Nicolaas Comité Amersfoort
• Pagina 57, Eemmeerloop, 2014, fotograaf; Ries de Beer,
© Trimvereniging Quo Vadis
Voorwoord
Voor u ligt het eindrapport betreffende het afstudeeronderzoek
‘’Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio’s’’, uitgevoerd door student
Integrale Veiligheidskunde Bram Jacobs, in opdracht van de Veiligheidsregio
Utrecht, vanaf nu ook VRU genoemd in dit eindrapport. Na vier jaar is er door
het inleveren van dit afstudeerproduct een einde gekomen aan een leuke –en
leerzame tijd aan de opleiding Integrale Veiligheidskunde te Utrecht.
In januari ben ik begonnen met afstuderen bij de VRU, waar na bijna 5
maanden een einde aan is gekomen. Hard is er gewerkt om te komen tot een
volledig, uitgebreid en interessant eindproduct met mooie resultaten tot
gevolg. Deze resultaten zijn tot stand gekomen door gebruik te maken van
vele bronnen. Naast veel literatuur, beleidsstukken, de kennis die ik al had, en
het uitvoeren van desk research zijn er ook enquêtes en interviews
afgenomen. Ook heb ik veel personen in het ‘evenementenwereldje’ waarin ik
me begeef gesproken over het thema in zijn algemeenheid en over mijn
afstudeeronderzoek. Dit heeft geleidt tot veel interessante, leerzame en leuke
gesprekken waar ik erg van heb genoten. Dank hiervoor!
Zoals ik al noemde hebben veel literatuur, theorieën –en
onderzoeksmethoden, personen/respondenten en gesprekken mij geholpen
met het uitvoeren van het onderzoek. Het voorwoord wil ik graag gebruiken
om deze personen te bedanken. Allereerst wil ik mijn begeleider vanuit de
VRU, Frank van Wijk bedanken. Al 2 jaar lang voorziet Frank mij van
interessante en nuttige informatie en heb ik al veel van hem geleerd. Ook
bedank ik hem voor de kans om werkervaring op te doen bij de VRU. Naast
Frank bedank ik de begeleider vanuit de Hogeschool Utrecht, Jan Eberg voor
de fijne en goede begeleiding gedurende het afstudeertraject. Ook dank ik Jan
voor de nuttige tips en feedback.
Daarnaast wil ik alle respondenten bedanken. Zonder jullie was dit
eindrapport niet geworden wat ik voor ogen had. Ik dank jullie voor de
respons op de enquêtes en voor het sturen van de beleidsstukken. Vooral de
respons op de enquête was massaal en erg leuk en leerzaam om te lezen. In
het speciaal dank ik de zes respondenten die ik heb mogen interviewen. Ik
dank hen voor de interessante en leuke gesprekken waar ik
gedurende het afstudeeronderzoek erg veel aan heb gehad. Ook
bedank ik de collega’s en andere bekenden uit mijn netwerk die
mee hebben gelezen met dit eindrapport. Jullie nuttige en
scherpe feedback was erg handig voor het optimaliseren van het
eindrapport. Tot slot bedank ik mijn ouders, broer –en zus plus
aanhang -en mijn vrienden en vriendin, die mij ook voorzien
hebben van goede tips –en feedback en die mij gesteund
hebben in vier jaar Integrale Veiligheidskunde.
Na dit voorwoord, waarin ik vooral mensen bedank, wil ik
benoemen dat u op de volgende pagina’s een samenvatting
vindt met daarin de punten in vogelvlucht met hetgeen wat
gedurende dit eindrapport beschreven wordt. De bijlagen die bij
dit afstudeerproduct horen zijn bij de digitale versie van dit
rapport toegevoegd als losse bijlagen.
Erg trots en blij ben ik met het eindresultaat van dit
afstudeerproduct. Ik wens u dan ook veel plezier met het lezen
van mijn rapport.
Bram Jacobs
Samenvatting
Publieksevenementen worden steeds complexer en massaler en vragen
tegenwoordig veel aandacht van de overheids-/hulpdiensten en gemeenten.
De gemeente verleend de vergunning betreffende een evenement terwijl de
hulpverleningsdiensten (politie, brandweer, Geneeskundige
Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR)) de deskundigen zijn en de
gemeenten voorzien van advies. Na de brief die in 2012 aan alle
burgemeesters in het land gestuurd is (Ministerie van Veiligheid en Justitie,
2012) komt de aanbeveling om op een regionale en multidisciplinaire manier
‘evenementenveiligheidsbeleid’ op touw te zetten. Dit onderzoek wordt
uitgevoerd voor de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) en gaat in op de vraag hoe
de verschillende Veiligheidsregio’s in het land het
‘evenementenveiligheidsbeleid’ hebben ingericht en vormgegeven en hoe op
basis van die informatie de VRU zijn eigen regionale ‘beleid’ op de meest
goede en effectieve manier kan verbeteren en implementeren.
Voor dit onderzoeksrapport is een conceptueel model opgesteld, die alle
begrippen die dit onderzoek behelst meeneemt. Dit conceptueel model vormt
de leidraad van dit onderzoek terwijl de Landelijke Handreiking
Evenementenveiligheid (HEV, 2011) het kader van dit onderzoek vormt. Door
dit model en deze handreiking over de regio’s heen te leggen heeft dit
onderzoek zijn vorm gekregen. In deze versie van dit rapport is het
conceptueel model en de ballast vanuit de Hogeschool Utrecht weggelaten.
Bij het tot stand komen van deze eindrapportage is input gevraagd van
diverse respondenten uit de verschillende regio’s, verdeeld over de
multidisciplinaire partners; politie, brandweer –en de GHOR. Naast een
toetsing van de beleidsstukken van diverse regio’s (desk research) zijn de
respondenten onderworpen aan een online enquête en enkele respondenten
zijn geïnterviewd. In dit eindrapport zijn citaten van respondenten en
informatie vanuit de beleidsstukken niet bij naam –en toenaam van de
persoon en/of regio genoemd. Deze drie onderzoeksmethoden hebben geleidt
tot interessante resultaten, waaruit blijkt dat er nog veel te leren en te winnen
valt in het land betreffende het thema evenementenveiligheid.
Naast de overige Veiligheidsregio’s in het land heeft ook de VRU een regionaal
evenementenproces opgesteld (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). Dit
‘evenementenveiligheidsbeleid’ is tot stand gekomen door een
multidisciplinaire projectgroep met vertegenwoordigers vanuit gemeenten en
alle hulpdiensten. Het product dat door deze projectgroep is opgeleverd is een
regionale handreiking evenementenproces (Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
met daarin alle landelijke richtlijnen en facetten meegenomen. De landelijke
processtappen heeft de VRU opgeknipt tot drie processtappen, wat heeft
geleidt tot processchema’s, die ook aan dit eindrapport zijn toegevoegd. Naast
de processtappen en de beschrijving daarvan zijn ook een begrippenlijst, de
advisering, risicoanalyse, multidisciplinair overleg –en de ‘expertgroepen’ die
zich bezig houden rondom evenementen nadrukkelijk meegenomen in de
handreiking van de VRU. Op het moment van schrijven ligt deze handreiking
voor aan het bestuur, en kan na het lezen van deze onderzoeksresultaten
verbeterd –en op een goede en effectieve geïmplementeerd worden binnen de
regio.
Leuk zijn de resultaten van dit onderzoek betreffende de overige
Veiligheidsregio’s in dit land. Bijna iedere regio (90%) heeft conform landelijke
aanbevelingen ‘evenementenveiligheidsbeleid’ opgesteld wat heeft geleidt tot
mooie opmerkelijk heden, overeenkomsten –en verschillen tussen de regio’s
onderling, maar ook tussen verschillende regio’s en de VRU. Er zijn vele
verschillen in de kwaliteit van beleid bij de verschillende regio’s en een klein
deel van de regio’s houdt zich niet aan de landelijke richtlijnen en hierdoor
ontstaat er in den landen veel verschil in de advisering bij evenementen en in
hoe evenementen worden behandeld. Ook komt in het eindrapport erg goed
naar voren hoe groot de rol van de gemeente is, en in welke mate de
gemeente deze rol ook daadwerkelijk pakt. De gemeenschappelijke factoren in
de vorm van trends, knelpunten/problemen, maatwerk, structuur –en
uitvoering laten zien dat er veel overeenkomsten, -maar ook verschillen zijn in
het land. De verschillen liggen dan ook vooral in de kwaliteit van regio’s en de
kwaliteit van beleidsstukken, maar er komen gedurende dit eindrapport ook
andere verschillen aan bod.
Dit onderzoek kent meerdere conclusies over hetgeen wat er speelt
betreffende evenementenveiligheid in ons land. Naast dat de regio’s de
aanbevelingen vanuit het Ministerie goed oppakken en regionaal beleid zijn
gaan maken zitten er wel vele verschillen in advisering en in hoe de landelijke
richtlijnen worden overgenomen. Belangrijke conclusie is ook dat de rol van de
gemeenten erg belangrijk is in het leerproces. Gemeenten moeten zich nog
meer bewust worden van de nut en noodzaak van regionaal –en
multidisciplinair samenwerken. Dit wordt nog te weinig gezien door de regio’s.
Eindconclusie is dan ook dat er nog veel te leren valt met betrekking tot het
thema evenementenveiligheid. De vijf aanbevelingen voor de VRU die dit
onderzoek naar voren brengt richten zich op de kwaliteit van het regionale
beleid en op regionale en landelijke kennisdeling en uniformiteit. Gedurende
dit onderzoek is gebleken dat het erg belangrijk is om van elkaar te leren en
elkaar te blijven betrekken rondom dit thema. Van elkaar leert men!
De eindconclusies en de aanbevelingen vormen hetgeen waar de VRU en de
overige Veiligheidsregio’s in het land van kunnen leren en gehoopt wordt dat
dit eindrapport zorgt voor kwaliteitsverbetering en nieuwe inzichten in alle
regio’s in het land. De bijlagen die dit eindrapport afsluiten dienen als
aanvullende informatie aan dit eindrapport.
Inhoudsopgave
Voorwoord 3
Samenvatting 4
1 Onderzoek naar Evenementenveiligheid 8
1.1 Reden voor onderzoek 8
1.1.1 Inleiding 8
1.1.2 Aanleiding tot onderzoek 9
1.2 Doelstelling & Onderzoeksvragen 10
1.2.1 Doelstelling 10
1.2.2 Onderzoeksvragen 11
1.3 Definitie begrippen 11
2 Onderzoeksresultaten 15
2.1 Inleiding 15
2.2 Evenementenveiligheidsbeleid Veiligheidsregio Utrecht 15
2.2.1 Multidisciplinaire projectgroep 15
2.2.2 Behandelaanpak evenement / Advisering 16
2.2.3 Voor- en Veiligheidsoverleg 19
2.2.4 Regiegroep vs. Kerngroep Evenementenexperts 20
2.2.5 Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid 20
2.2.6 Digitale Tool / Webbased portal 21
2.2.7 Gemeenschappelijke factoren 21
2.2.8 Regio specifieke factoren 24
2.2.9 Status evenementenveiligheidsbeleid VRU 24
2.3 Evenementenveiligheidsbeleid overige Veiligheidsregio’s 25
2.3.1 Respondenten in kaart 25
2.3.2 Behandelaanpak evenement / Advisering 25
2.3.3 Voor- en Veiligheidsoverleg 30
2.3.4 Werkgroep & Regiegroep 31
2.3.5 Vertaling naar evenementenveiligheidsbeleid? 33
2.3.6 Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid 34
2.3.7 Verloop evenementenveiligheidsbeleid 36
2.3.8 Gemeenschappelijke factoren 37
2.3.9 Regio specifieke factoren 52
2.3.10 Tevreden regio’s? 53
2.4 Gemeenschappelijke factoren in evenementenveiligheidsbeleid VRU &
overige Veiligheidsregio’s 54
2.4.1 Trends 54
2.4.2 Knelpunten / Problemen 54
2.4.3 Maatwerk 55
2.4.4 Structuur 55
2.4.5 Uitvoering 56
2.4.6 Al met al? 57
3 Conclusies 58
4 Aanbevelingen 62
Literatuurlijst 64
Bijlagen 68
Bijlage 1 – Respondenten in kaart 68
Bijlage 2 – Brief Ministerie Veiligheid & Justitie 68
Bijlage 3 – Procesmodel evenementenveiligheid Landelijke Handreiking
Evenementenveiligheid 68
Bijlage 4 – Regionale Handreiking Evenementenproces Veiligheidsregio Utrecht
68
Bijlage 5a – Processchema’s regionale Handreiking Evenementenproces
Veiligheidsregio Utrecht 68
Stroomschema A evenement 68
Stroomschema B evenement 68
Stroomschema C evenement 68
Bijlage 5b – Infographics regionale Handreiking Evenementenproces
Veiligheidsregio Utrecht 68
Infographic evenementen Overkoepelend 68
Infographic A evenement 68
Infographic B evenement 68
Infographic C evenement 68
Bijlage 6 – Enquêtevragen 68
Bijlage 7 – Voorbeeldvragen interview 68
Pagina
8
Inspectierapport
http://www.rijksoverheid.nl/doc
umenten-en-
publicaties/rapporten/2012/06/1
6/veiligheid-en-
gezondheidsbescherming-bij-
publieksevenementen-moeten-
verbeteren.html
Landelijke Handreiking
Evenementenveiligheid
www.infopuntveiligheid.nl
>Actuele dossiers
>Evenement en veiligheid
1 Onderzoek naar Evenementenveiligheid
1.1 Reden voor onderzoek
1.1.1 Inleiding
Bij evenementen zijn vaak grote mensenmassa´s aanwezig op een klein
oppervlak. Dat brengt natuurlijk veiligheidsrisico’s met zich mee, wat een
gedegen veiligheidsaanpak vergt. Soms gebeuren er rampen en ongelukken
zoals in Duisburg (NOS, 2011), waar 21 personen verdrukt werden in de
tunnel richting het evenemententerrein. Ook ging het in eigen land goed mis
in de zomer van 2009. Tijdens een strandfeest in Hoek van Holland raakte
bezoekers slaags met de politie, waarbij de politie schoot en er onder de
bezoekers een dode viel (NU.nl, 2013)(van Duin, 2011). Een ander voorbeeld
in eigen land zijn de lichte onderkoelingen van een flink aantal jongeren bij
Dance Valley, die door vervoerschaos aan het einde van het dansfeest niet op
tijd konden vertrekken, en in de kou moesten blijven wachten (van Duin,
2011) (NOS, 2001). Gelukkig zijn dergelijke gebeurtenissen zeldzaam. Er
´speelt´ echter wel veel in ons eigen land rondom evenementen en de
veiligheid daar om heen. Vaker komt het bijvoorbeeld voor dat zich bij
evenementen (kleine) incidenten voordoen, zoals aanhoudingen, excessen met
drugs en bijvoorbeeld te weinig water bij het festival Lowlands.
Moraal van het inleidende stukje hierboven is dat evenementen dus wel
degelijk zorgen voor bepaalde risico’s. De stakeholders die hiermee van doen
hebben moeten hier dus op inspelen. Evenementen vragen een gedegen
voorbereiding vanuit alle hulpdiensten. Partijen die zich in de voorbereiding al
met evenementen dienen te bemoeien zijn de organisator, gemeente, politie,
brandweer, GHOR en de eventuele aanvullende diensten zoals bijvoorbeeld
Rijkswaterstaat. Door multidisciplinair samen te werken beperk je de risico’s,
wat kan bijdragen aan een veilig(er) verloop van een publieksevenement.
Mede door incidenten die plaatsvinden bij verschillende evenementen in de
wereld, in Europa, in Nederland -en ook in de regio Utrecht wordt
evenementenveiligheid als een maatschappelijk probleem gezien. Dit vraagt
daarom ook aandacht van de verschillende betrokkenen. De inspectie van
Veiligheid en Justitie (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2014) heeft naar
aanleiding van onder andere het inspectierapport ‘Veiligheid en
gezondheidsbescherming bij publieksevenementen moeten verbeteren’
(Rijksoverheid, 2012) een brief gestuurd naar iedere burgemeester in ons land
(Zie bijlage 2) (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2012). Belangrijkste
aanbeveling die gegeven wordt in deze brief is het regionaal en
multidisciplinair samenwerken betreffende evenementen. Dit heeft de
aandacht getrokken van de verschillende Veiligheidsregio’s in het land. Veel
regio’s zijn de kar gaan trekken om een multidisciplinair evenementenbeleid
op touw te zetten. Zo ook de Veiligheidsregio Utrecht, die in dit stuk ook
regelmatig de VRU wordt genoemd. Bij de totstandkoming van dit
‘evenementenveiligheidsbeleid’ worden de organisatoren, gemeenten, de
politie, de brandweer en de GHOR betrokken. Het beleid in de verschillende
regio’s wordt opgesteld door middel van gebruik te maken van de landelijke
richtlijnen. Deze richtlijnen zijn te vinden in de Landelijke Handreiking
Evenementenveiligheid, die in 2011 is opgeleverd, en dus ook het kader van
dit onderzoek vormt (HEV, 2011).
De VRU wil door middel van dit onderzoek inzichtelijk hebben wat de
verschillende regio’s doen en hebben betreffende
evenementenveiligheidsbeleid en advisering, hoe ze handelen, en over het
Pagina
9
Inspectierapport
http://www.rijksoverheid.nl/doc
umenten-en-
publicaties/rapporten/2012/06/1
6/veiligheid-en-
gezondheidsbescherming-bij-
publieksevenementen-moeten-
verbeteren.html
Landelijke Handreiking
Evenementenveiligheid
www.infopuntveiligheid.nl
>Actuele dossiers
>Evenement en veiligheid
onderwerp evenementenveiligheid denken. Ook wil de VRU bepaalde
gemeenschappelijke factoren inzichtelijk maken zoals bijvoorbeeld trends en
knelpunten binnen de regio’s. Het is belangrijk van elkaar te weten wat er al
allemaal is rondom dit onderwerp, om te voorkomen dat je opnieuw ‘het wiel’
uit gaat vinden. Van elkaar leert men ten slotte en het is belangrijk en nuttig
om de geleerde dingen en de informatie die er is over evenementenveiligheid
met elkaar te delen.
1.1.2 Aanleiding tot onderzoek
Gezondheid evenementenbezoekers onvoldoende gewaarborgd
Over het algemeen verlopen tot op heden de evenementen in de regio Utrecht
ordelijk en goed. Echter zijn er landelijk vele voorbeelden te noemen van
evenementen waar het toch mis is gegaan. Daarom is een goed regionaal
beleid betreffende evenementenveiligheid en uitvoering belangrijk. Uit de
rapportage van de gezamenlijke inspecties van het IOOV (Inspectie Openbare
Orde en Veiligheid), wat nu de Inspectie Veiligheid en Justitie is (Inspectie
Veiligheid en Justitie, 2014) en het IGZ (Inspectie voor de Gezondheidszorg,
2014) gehouden in 2010/2011, is gebleken dat de gezondheid van
evenementenbezoekers op het moment van uitbrengen van het rapport in
2012 onvoldoende gewaarborgd is (Rijksoverheid, 2012). Naar aanleiding van
de aanbevelingen uit het inspectierapport zijn er Kamervragen gesteld waaruit
bleek dat dit als een huidig maatschappelijk probleem wordt ervaren dat
aangepakt dient te worden. Dit op landelijk en regionaal niveau. Na deze
Kamervragen is er een brief gestuurd naar alle burgemeesters in het land
vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie (Ministerie van Veiligheid en
Justitie, 2012). Grootste aanbeveling uit deze brief is om regionaal beleid te
gaan maken. Deze brief vind je in bijlage 2.
ACTIE!
De aanbeveling vanuit het ministerie komt onder andere voort uit de in 2011
uitgebrachte Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011). Deze
handreiking gaat uit van een integrale samenwerking tussen de verschillende
betrokkenen partijen en is in 2012 landelijk vastgesteld door het
Veiligheidsberaad. Naar aanleiding van deze landelijke handreiking is er ook
een functioneel ontwerp ontwikkeld voor een webbased portal betreffende
evenementenadvisering met daarin een kalenderfunctie. De systematiek
voldoet ook aan de aanbevelingen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie
en zal volgens de landelijke handreiking zorgen voor uniformiteit,
regeldrukvermindering, eenduidigheid en samenwerking tussen alle diensten.
In dit onderzoek wordt er verder geen aandacht besteedt aan deze webbased
portal. Wel is dit onderdeel van de landelijke handreiking. (HEV, 2011) Naast
de ontwikkeling van deze webbased portal zijn de Veiligheidsregio’s hun beleid
rondom evenementenveiligheid ook op papier gaan zetten. Er wordt dus wel
degelijk actie ondernomen. Maar wat is er allemaal te vinden en beschikbaar
in het land en in de verschillende regio’s aan evenementenveiligheidsbeleid?
Hoe wordt er geadviseerd? En wat zijn de gemeenschappelijke factoren? Dat
wordt in dit eindrapport beschreven.
Multidisciplinair samenwerken?
Het verlenen van de vergunningen voor evenementen is een
verantwoordelijkheid van de burgemeester van de gemeente waar het
evenement plaatsvindt. Ook is de burgemeester verantwoordelijk voor de
handhaving van de openbare orde en voor de veiligheid -en volksgezondheid
in zijn gemeente (HEV, 2011). De uitvoering van de ordehandhaving en de
hulpverlening vallen onder de verantwoordelijkheid van de politie (Politie,
2014) en de Veiligheidsregio (met daarin vertegenwoordigd de brandweer
(Brandweer, 2014) en de GHOR (GHOR, 2014) Vanwege de expertise van deze
diensten is het van belang dat deze hulpverleningsdiensten ook nadrukkelijk
Pagina
10
betrokken worden in hun adviserende rol bij de vergunning verstrekking.
Daarom pleiten veel Veiligheidsregio´s er voor dat er een eenduidig
proces/beleid ontwikkeld wordt met daarop aansluitend een integrale
advisering richting gemeenten en organisatoren bij (grootschalige)
evenementen. Dit eenduidige evenementenproces heeft de VRU gerealiseerd
(zie bijlage 4) (Veiligheidsregio Utrecht, 2014), wat momenteel ter
besluitvorming bij het Directieteam ligt. Overige regio’s zijn ook bezig met
regionaal beleid, hebben dit al, of zijn de plannen hiervoor aan het maken. Dit
wordt gedurende dit eindrapport beschreven.
Wat wil de VRU?
Naar aanleiding van de aanbevelingen vanuit het Ministerie van Veiligheid en
Justitie in 2012 (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2012) en het opgestelde
evenementenbeleid met integrale advisering daarin (Veiligheidsregio Utrecht,
2014) wil de VRU uitgezocht hebben hoe de andere regio’s in het land hun
processen/beleid rondom dit onderwerp inrichten. De VRU wil dus weten wat
er in het beleid staat, met welke insteek, of de multidisciplinaire advisering en
landelijke richtlijnen zijn meegenomen, of de regio’s tevreden zijn, verschillen
en overeenkomsten tussen deze regio’s, etc. Als kader wordt hiervoor de
Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid gebruikt (HEV, 2011), waar
vooral ingezoomd wordt op het landelijke procesmodel evenementenveiligheid
die je in bijlage 3 vindt (HEV, 2011). Uiteindelijk is de uitkomst dat door
middel van dit onderzoek de (niet regio specifieke) gemeenschappelijke
factoren in kaart worden gebracht en vervolgens worden toegespitst op de
VRU. Met niet regio specifieke factoren wordt bedoeld de factoren die niet
alleen in één bepaalde regio spelen zoals bijvoorbeeld trends en/of
knelpunten. Een regio specifieke factor als de luchthaven Schiphol in de regio
Kennemerland wordt bijvoorbeeld niet meegenomen. De Handreiking
Evenementenveiligheid vormt dus de leidraad van het onderzoek, waarbij de
verschillende regio’s de mogelijkheid hebben om een eigen ‘sausje’ over deze
richtlijnen te gieten en dus af te wijken van het procesmodel te vinden in
bijlage 3 (HEV, 2011). Gedurende dit onderzoek wordt kort samenvattend dus
uitgezocht hoe de verschillende regio’s hun ‘evenementenveiligheidsbeleid’
hebben vormgegeven, hoe er advies wordt gegeven, -en wat er nog te leren
valt met betrekking tot het interessante thema: ‘Evenementenveiligheid’.
De gemeenschappelijke factoren plus de resultaten van dit onderzoek zullen
uiteindelijk verklaard worden en eventueel te gebruiken zijn door de VRU bij
de implementatie en/of verbetering van het evenementenproces.
1.2 Doelstelling & Onderzoeksvragen
1.2.1 Doelstelling
Om een duidelijk kader te stellen voor dit onderzoek zijn er verschillende
aspecten vastgesteld. Eén van die aspecten is de doelstelling. De doelstelling
vormt de leidraad van dit onderzoek.
Doelstelling onderzoek:
Inzicht krijgen in op welke manier de 25 Veiligheidsregio’s in Nederland hun
evenementenveiligheidsbeleid vormgegeven hebben, en hoe op basis van de
gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren het
evenementenveiligheidsbeleid voor de regio Utrecht geïmplementeerd kan
worden.
Pagina
11
1.2.2 Onderzoeksvragen
Natuurlijk heeft dit onderzoek naast de doelstelling ook een vraag. Wat wordt
er nu eigenlijk onderzocht? Naast de centrale onderzoeksvraag zijn er ook nog
een aantal deelvragen opgesteld die in dit eindrapport beantwoord worden.
Centrale onderzoeksvraag:
Op welke manier hebben de 25 Veiligheidsregio’s in Nederland hun
evenementenveiligheidsbeleid vormgegeven en hoe kan op basis van de
gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren het
evenementenveiligheidsbeleid voor de regio Utrecht geïmplementeerd worden?
Deelvragen:
1. Op welke wijze heeft de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) zijn
evenementenveiligheidsbeleid vormgegeven?
2. Hoe hebben de overige veiligheidsregio’s in ons land hun
evenementenveiligheidsbeleid vormgegeven?
3. Wat zijn de gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren in het
evenementenbeleid van de VRU en de overige Veiligheidsregio’s?
4. Hoe kan de VRU op basis van de gemeenschappelijke niet regio
specifieke factoren zijn evenementenbeleid verbeteren en
implementeren?
1.3 Definitie begrippen
Ten behoeve van eenduidigheid worden de volgende begrippen gedefinieerd:
Veiligheidsregio
Geografisch gebied waarin verscheidene besturen en diensten samenwerken
op het terrein van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing,
geneeskundige hulpverlening bij rampen en handhaving van de openbare orde
en veiligheid. (Stol, 2011, pp. 480)
Wettelijke definitie:
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren
tot een regio, treffen een gemeenschappelijke regeling, waarbij een openbaar
lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: veiligheidsregio. Bij de regeling,
worden aan het bestuur van de veiligheidsregio de volgende taken en
bevoegdheden overgedragen:
• A. Het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crisis;
• B. Het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden,
rampen en crisis in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen
alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
• C. Het adviseren van het college van burgemeester en wethouders
over de taak van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand,
het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van
ongevallen bij brand en al hetgeen dat daarmee verband houdt;
• D. Het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren
van de rampenbestrijding en crisisbeheersing;
• E. Het instellen en in stand houden van een brandweer;
• F. Het instellen en in stand houden van een GHOR;
• G. Het voorzien in de meldkamerfunctie;
• H. Het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel.
• I. Het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening
binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en
de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d,
e, f –en g genoemde taken.
(Wvr, 2013) (Wetten.overheid.nl, 2014)
Pagina
12
Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Onder de Veiligheidsregio Utrecht wordt een samenwerkingsverband tussen de
26 Utrechtse gemeenten op het gebied van brandweerzorg, (gemeentelijke)
crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening verstaan. De VRU vormt de
spil in een sterk netwerk van partners zoals de politie, defensie, gemeenten,
ministeries, provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat, geneeskundige
partners en natuurbeheer (Veiligheidsregio Utrecht, 2010)
Behandelaanpak (publieks)evenement
De Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011) gaat uit van de
volgende definities per behandelaanpak/categorie, die ook voor dit eindrapport
gelden:
• Regulier evenement (A): ‘Evenement’, waarbij het (zeer)
onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de
openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het
milieu en maatregelen of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd
gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te
beperken.
• Aandacht evenement (B): ‘Evenement’, waarbij het mogelijk is dat die
gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare
veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of
voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging
weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
• Risicovol evenement (C): ‘Evenement’ waarbij het (zeer) waarschijnlijk
is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de
openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen
of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging
weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
(HEV, 2011)
Grootschalige publieksevenementen (C-evenement)
De Expertcommissie Evenementen voor de regio Utrecht hanteert de volgende
definitie van een
grootschalig publieksevenement (Expertcommissie Evenementen, 2013)
‘’Een grootschalig (publieks)evenement is elke voor het publiek toegankelijke
activiteit zoals vermaak, herdenkingen, sportmanifestaties, e.d., waar mensen
zich in een bepaald tijdvak in/op een (meestal) begrensde (en eventueel
beperkt) openbaar toegankelijke inrichting of terrein bevinden of bewegen,
waarbij veiligheidsaandacht van de hulpdiensten wordt gevraagd’’
Evenementenveiligheidsbeleid
Bij een evenement zijn veel organisaties en instellingen betrokken. Er is
meestal niet één organisatie die haar wil kan opleggen aan de andere, ook de
politie of gemeente niet. Bij evenementen is meestal een grote variëteit aan
belangen in het geding. Ondanks deze uiteenlopende belangen zullen de
betrokken er met elkaar iets van moeten maken. Juist veiligheid is een
overkoepelend onderwerp dat allen kan binden. Het
evenementenveiligheidsbeleid is hetgeen wat er in een regio en/of landelijk op
een multidisciplinaire manier samengesteld is om alle processtappen vanaf de
vergunningsaanvraag tot de evaluatie van het evenement goed te laten
verlopen.
(van Duin, 2011, pp. 438)
(Evenementen) Advisering
Een beredeneerde aanbeveling vanuit de adviseurs (bijvoorbeeld de
hulpverleningsdiensten politie, GHOR, brandweer of overige disciplines) om
een bepaalde keuze wel of juist niet te maken, gericht op vervanging of
Pagina
13
aanvulling van de standaardvoorwaarden. Dit kan zowel monodisciplinair
advies (individueel vakgebied) of multidisciplinair advies (aantal disciplines
samen) behelzen. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
(Gemeenschappelijke) Factoren
Gemeenschappelijke eigenschappen die de uitkomsten van het onderzoek
beïnvloeden en die uiteindelijk verklaard worden. Deze gemeenschappelijke
factoren zijn onder te verdelen in twee ‘fenomenen’, namelijk
gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren en regio specifieke factoren.
Bij dit onderzoek wordt vooral ingegaan op de gemeenschappelijke niet regio
specifieke factoren in de regio’s. Door praktijkervaring, opgedane kennis,
gesprekken met de begeleiders vanuit school en vanuit de afstudeerplek –en
de regionale handreiking van de VRU (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) is
gekomen tot het begrip ‘gemeenschappelijke factoren’.
Gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren
Gemeenschappelijke eigenschappen die niet regio specifiek gericht zijn.
Hiermee worden de algemene eigenschappen en verbanden tussen de regio’s
bedoeld die dus niet regio specifiek zijn. De gemeenschappelijke factoren
komen uit een combinatie van praktijkervaring, gesprekken bij de Hogeschool
Utrecht en de VRU –en het bestuderen van de regionale handreiking
(Veiligheidsregio Utrecht, 2014). Naar een brainstormsessie zijn er vijf
gemeenschappelijke factoren geformuleerd die gedurende dit onderzoek
onderzocht worden.
Gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren waar in dit onderzoek op
ingezoomd wordt, zijn:
• Trends: Een koers/ontwikkeling die zich gedurende een langere
periode een bepaalde richting in beweegt. Hiermee worden in dit
onderzoek de ontwikkelingen betreffende evenementenveiligheid en
advisering bedoeld. (Wereld van Communicatie’s Weblog, 2014)
• Knelpunten/problemen: Een probleem waardoor iets niet loopt zoals
het zou moeten lopen. Hiermee wordt in dit onderzoek bijvoorbeeld
een bepaald (opstoppings-)probleem in het
evenementenveiligheidsbeleid bedoeld. Ook wel een bepaald knelpunt
waar tegenaan wordt gelopen in de regio betreffende
evenementenveiligheid en beleid. (Pro Jena, 2014)
• Maatwerk: Het feit dat ieder evenement weer ‘anders’ is en dat daar
een specifieke, professionele en deskundige kijk op moet zijn door –en
voor iedere veiligheidspartner. Uitgezocht is in hoeverre dit ook in de
verschillende regio’s speelt. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
• Structuur: Wijze waarop het eventuele evenementenveiligheidsbeleid
is vormgegeven en hoe er gewerkt wordt. Ook is het belangrijk om te
weten hoe taken zijn verdeeld en hoe afstemming tot stand is
gebracht. Kader voor de structuur is de Landelijke Handreiking
Evenementenveiligheid (HEV, 2011). In dit onderzoek is uitgezocht
hoe de verschillende regio’s deze landelijke richtlijnen
geïmplementeerd hebben of willen gaan implementeren. (HEV, 2011)
• Uitvoering: Het in de praktijk brengen van het eventuele
evenementenveiligheidsbeleid. Hiermee wordt in dit eindrapport
bedoeld hoe de regio’s het beleid in de praktijk brengen. Hoe voeren
ze het dus uit en werkt deze uitvoering? (Groot, 2014)
Regio specifieke factoren
Eigenschappen die gericht zijn op een bepaalde regio en dus regionaal
prioriteit hebben. Voorbeelden hiervan zijn het water in Zeeland, de haven in
de regio Rotterdam, het vliegveld Schiphol en het overschot aan ruimte in
Flevoland, etc. Deze regio specifieke factoren zijn gedurende dit onderzoek in
het kort meegenomen, en dus zijn er in de enquêtes en interviews maar een
Pagina
14
aantal vragen over gesteld. Naderhand zijn deze regio specifieke factoren in
kaart gebracht, en deze worden in dit eindrapport dan ook verklaard. Al met al
hebben deze regio specifieke factoren weinig prioriteit in dit onderzoek. Het
belangrijkste wat uitgezocht is zijn de gemeenschappelijke niet regio
specifieke factoren. Door praktijkervaring, opgedane kennis, gesprekken met
de begeleiders vanuit school en vanuit de afstudeerplek –en de regionale
handreiking van de VRU (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) is gekomen tot het
begrip ‘regio specifieke factoren’.
Verbetering/Implementatie evenementenveiligheidsbeleid VRU
Dit begrip is een begrip die eigenlijk pas toe te passen -en verklaard kan
worden naar afloop van dit onderzoek. De implementatie en/of verbetering
van het evenementenveiligheidsbeleid van de VRU is te betrekken op de
‘lessons learned’ methode. Deze methode gaat er van uit dat er stil gestaan
wordt bij de verschillende aspecten in het beleid van de verschillende regio’s
en de VRU. Uiteindelijk komen uit de resultaten concrete lessen (Propellor,
2011). Uit de lessen en vergelijkingen die in de onderzoeksresultaten naar
voren komen kan de VRU leren en/of zijn evenementenbeleid verbeteren en
op een goede manier implementeren.
Pagina
15
2 Onderzoeksresultaten
2.1 Inleiding
Na beschreven te hebben over hoe het onderzoek nou precies uitgevoerd is, is
het nu tijd voor het belangrijkste; de resultaten. In de hierop volgende
paragrafen komen de resultaten van het onderzoek aan bod. Per deelvraag
wordt er zo goed mogelijk antwoord gegeven op basis van de informatie die
vanuit de desk research, de enquêtes –en de interviews is gekomen. In de
beantwoording van de deelvragen lopen soms resultaten uit de interviews
rechtstreeks door de resultaten van de desk research en/of enquêtes heen.
Hier is bewust voor gekozen om niet steeds in herhaling te vallen en omdat de
informatie uit de interviews de informatie uit de enquêtes of desk research
vaak op een goede en interessante manier aanvulde. Per deelvraag wordt er
een korte inleiding geschreven over wat er nu precies bedoeld wordt met de
desbetreffende vraag. Deelvraag 4, die gaat over hoe de VRU eventueel zijn
eigen evenementenveiligheidsbeleid kan verbeteren en implementeren wordt
beschreven in de conclusies en in de aanbevelingen.
2.2 Evenementenveiligheidsbeleid Veiligheidsregio Utrecht
Naar aanleiding van de aanbevelingen vanuit het Ministerie van Veiligheid &
Justitie om op een regionale manier ‘beleid’ te gaan maken heeft ook de regio
Utrecht een project opgestart om de processen te stroomlijnen en om het
adviseringsproces voor hulpdiensten te concretiseren en verduidelijken. Een
multidisciplinaire projectgroep, met daarin vertegenwoordigers vanuit de
gemeenten, politie, brandweer, GHOR en de VRU, heeft gedurende het jaar
2013 gewerkt aan het ‘Project Evenementenproces’ (PEP) met als
eindresultaat een handreiking regionaal evenementenproces (Veiligheidsregio
Utrecht, 2014). Deze handreiking is opgesteld voor gemeenten en
hulpdiensten om de processen bij een evenement vanaf de aanvraag tot de
evaluatie daarvan kwalitatief nog beter te laten verlopen. Als kader is hierbij
de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011) gebruikt en zijn
alle categorieën (A, B –en C) meegenomen. Op de volgende pagina’s wordt
beschreven hoe het evenementenbeleid van de VRU tot stand is gekomen, in
elkaar zit, -en welke factoren uit het ‘evenementenveiligheidsbeleid’ komen
rollen. De gehele regionale handreiking evenementenproces met de
processchema’s, is als bijlage toegevoegd aan dit afstudeerrapport.
(Veiligheidsregio Utrecht, 2014) Deze bijlagen vindt je bij bijlage 4 en 5 van
dit afstudeerrapport. In de digitale versie zijn deze bijlagen los bijgevoegd. Bij
aanvraag kunnen de overige bijlagen uit de regionale handreiking nagezonden
worden (Veiligheidsregio Utrecht, 2014).
2.2.1 Multidisciplinaire projectgroep
Naar aanleiding van de in 2011 uitgebrachte Landelijke Handreiking
Evenementenveiligheid (HEV, 2011) en de in 2012 volgende brieven vanuit het
Ministerie van Veiligheid en Justitie (zie bijlage 2) is de aanbeveling om
regionaal beleid te maken betreffende evenementenveiligheid ook opgepakt
door de VRU. De VRU is de kar gaan trekken om een multidisciplinair
evenementenbeleid op te zetten. Er is eind 2012 een multidisciplinair
projectteam gevormd die is gaan werken aan een regionale handreiking /
werkwijze. Dit projectteam is er nog steeds en bestaat uit vertegenwoordigers
vanuit de politie, brandweer, GHOR, Veiligheidsregio en de gemeenten (zie
inzet). Bij de gemeenten is hierbij gekozen voor een grote, middelgrote –en
Pagina
16
kleine gemeente. De handreiking is het eindproduct, wat vooral gericht is op
hoe een evenement per dienst behandeld moet worden vanaf de aanvraag tot
de evaluatie daarvan, en is vooral faciliterend richting gemeenten. Het project
draagt de naam ‘Project Evenementenproces’, ook wel PEP genoemd.
2.2.2 Behandelaanpak evenement / Advisering
Een bepaalde categorie van een evenement moet ook op een bepaalde wijze
behandeld worden (A,B – of C behandelaanpak, zie onderzoeksbegrippen). Het
is belangrijk om dit proces goed uit te stippelen zodat het duidelijk is voor
iedere multidisciplinaire partner. De advisering van de hulpdiensten is hierbij
erg belangrijk. Steeds vaker komt de aanbeveling aan bod om multidisciplinair
te gaan adviseren betreffende evenementen. Nu is de multidisciplinaire
projectgroep hier over gaan spreken. Het evenementenbeleid van de regio
Utrecht moet natuurlijk ook iets met de advisering van de hulpdiensten
richting de gemeenten. Hierbij zijn goed de wensen van de gemeenten
gehoord. Uiteindelijk is er een procesaanpak per categorie evenement
uitgekomen, die hierna ook kort per behandelaanpak beschreven wordt.
Hierbij is ook gebruik gemaakt van een deel van de processchema’s. Dit om
het visueel duidelijker te maken. Er is hierbij bijvoorbeeld gebruik gemaakt
van voorbeelden per een bepaalde adviesdienst. De processchema’s zijn in het
geheel te vinden in bijlage 5. Het is raadzaam deze te raadplegen.
(Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
A-categorie evenement (regulier evenement)
Als er uit de risicoscan van de gemeente een regulier evenement komt wordt
er monodisciplinair geadviseerd richting de gemeenten. De
evenementenadviseur per dienst toetst de aanvraag en de planvorming binnen
het eigen vakgebied en zorgt voor een standaard advies of een maatadvies.
Bij de gemeenten liggen standaard vergunningsvoorwaarden die gebruikt
kunnen worden bij een standaard advies. Bij een maatadvies levert de
adviseur zijn advies aan bij de desbetreffende gemeente. De gemeente kan
naar een laatste check de vergunning op gaan maken. Op de volgende pagina
ziet u hoe de brandweer bijvoorbeeld handelt bij een A-categorie evenement.
De overige diensten doen hetzelfde, alvorens de gemeente de vergunning kan
verlenen.
Pagina
17
B-categorie evenement (aandacht evenement)
Uit de risicoscan die de gemeente uitvoert komt een behandelaanpak rollen. In
het geval van een B-categorie evenement ontvangen de hulpdiensten de
aanvraag en de planvorming. De hulpdiensten voeren een risicoanalyse uit en
beoordelen de plannen van de organisatie. Hierna volgt een monodisciplinair
advies en voorwaarden vanuit iedere hulpdienst. Deze adviezen worden hierna
besproken in een multidisciplinair vooroverleg. Dit is maatwerk. Er hoeft niet
bij ieder evenement een vooroverleg of veiligheidsoverleg gevoerd te worden.
De regie ligt hierbij bij de gemeente. In dit overleg worden de adviezen
gedeeld waar de evenementen organisatie mee aan de slag kan. Na het
aanpassen van de plannen naar aanleiding van de adviezen kan een
multidisciplinair veiligheidsoverleg plaatsvinden, waarin de laatste puntjes op
de ‘i’ worden gezet. Uiteindelijk worden de monodisciplinaire adviezen
gebundeld tot één multidisciplinair advies alvorens de gemeente de
vergunning kan gaan verlenen na een laatste check uitgevoerd te hebben.
Uiteindelijk volgt er natuurlijk een evaluatie van het evenement. Hieronder ziet
u hoe de GHOR en de brandweer handelen bij een B-categorie evenement, en
wat er gebeurd bij een multidisciplinair overleg en hoe de adviezen gebundeld
worden tot een multidisciplinair advies.
Pagina
18
C-categorie evenement (risicovol evenement)
Als er uit de risicoscan van de gemeente een C behandelaanpak evenement
komt rollen heeft de gemeente de mogelijkheid om de ‘kerngroep
evenementen experts’ in te schakelen. Er wordt dan een multidisciplinaire
kerngroep opgetuigd die het evenement op een multidisciplinaire en
deskundige manier gaat behandelen en dus ook zorgt voor een
multidisciplinair advies. Kiest de gemeente hier niet voor, dan worden de
zelfde eerste stappen als bij een B-evenement gevolgd. Per hulpdienst wordt
een risicoanalyse uitgevoerd en worden de plannen beoordeeld. Uiteindelijk
komt er dus een monodisciplinair advies uit rollen die besproken wordt in het
multidisciplinair vooroverleg. Na dit multidisciplinair vooroverleg worden de
adviezen meegenomen en de planvorming aangepast door de organisatie.
Hierna worden deze aangepaste plannen besproken in het multidisciplinair
veiligheidsoverleg, waar duidelijke afspraken worden gemaakt en de puntjes
op de ‘i’ worden gezet. Ook wordt er een operationeel plan opgezet op een
multidisciplinaire manier. Hierin staan alle afspraken tussen alle
multidisciplinaire partners vermeld. Uiteindelijk worden de adviezen gebundeld
tot een multidisciplinair advies en aangeboden aan de gemeente. De gemeente
voert een laatste check uit en kan de vergunning gaan verlenen. Na het
evenement volgt een multidisciplinaire evaluatie. Op deze en de volgende
pagina is te zien hoe de diensten handelen naar aanleiding van de risicoscan,
hoe de vooroverleggen in elkaar steken en hoe uiteindelijk de
monodisciplinaire adviezen gebundeld worden tot multidisciplinaire adviezen.
Het gehele proces vindt u in bijlage 5. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014).
Pagina
19
2.2.3 Voor- en Veiligheidsoverleg
Er wordt in het evenementenveiligheidsbeleid van de VRU onderscheid
gemaakt in een voor –en veiligheidsoverleg. Een multidisciplinair vooroverleg
vindt plaats voor het multidisciplinair veiligheidsoverleg. In de tussentijd heeft
de organisator de kans om de adviezen te verwerken in de planvorming.
Een multidisciplinair vooroverleg wordt bij een groot B-evenement en bij een
C-evenement georganiseerd door de gemeente. Ook de organisator kan een
overleg aanvragen. Tijdens het vooroverleg presenteert de
evenementenorganisator zijn plannen waarover de adviesdiensten een advies
geven. Ook wordt er al kort advies gegeven over de planvorming die er al ligt.
Na dit overleg kan de organisator de adviezen verwerken en aan de slag met
de definitieve planvorming. Het kan zo zijn dat er tussendoor veel contact is
tussen de organisator en de hulpdiensten. Na het multidisciplinair vooroverleg
volgt het veiligheidsoverleg.
Een multidisciplinair veiligheidsoverleg wordt ook bij een groot B-evenement
en bij een C-evenement georganiseerd door de gemeente. Tijdens dit overleg
komen de adviesdiensten voor de laatste keer bij elkaar. Doel van het overleg
is om na te gaan hoe de adviezen zijn verwerkt door de
evenementenorganisator in de planvorming. Ook worden er in dit overleg
afspraken gemaakt voor vervolgacties (bijvoorbeeld een table-top of het
houden van een schouw). Bij dit overleg kan de evenementenorganisator ook
uitgenodigd worden om de bijgestelde plannen toe te lichten. Na dit overleg
moet de planvorming definitief en volledig zijn. Hierna worden ook de adviezen
gebundeld tot een multidisciplinair advies, en kan de vergunning opgemaakt
en verleend worden. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
Pagina
20
Landelijke Handreiking
Evenementenveiligheid
www.infopuntveiligheid.nl
>Actuele dossiers
>Evenement en veiligheid
2.2.4 Regiegroep vs. Kerngroep Evenementenexperts
In het evenementenveiligheidsbeleid van de VRU (Veiligheidsregio Utrecht,
2014) wordt ook onderscheid gemaakt in een regiegroep en een kerngroep
evenementen. Deze groepen bestaan beide uit vertegenwoordigers die zich
veel met evenementen bezig houden en hier ook een hoge mate van kennis en
expertise van hebben.
De regiegroep evenementen bestaat uit vertegenwoordigers van adviseurs
vanuit de gemeenten en hulpdiensten. De regiegroep houdt regionale en
landelijke ontwikkelingen bij van het evenementenveiligheidsbeleid en is er om
bijvoorbeeld trends en knelpunten te signaleren. Ook zullen zij er zorg voor
dragen dat het opgestelde evenementenbeleid op een goede manier
geïmplementeerd wordt bij de gemeenten. Dit bijvoorbeeld door het
organiseren van een themadag evenementen, voor vooral de behandeld
ambtenaren bij de gemeenten.
De kerngroep evenementenexperts is op aanvraag beschikbaar en
georganiseerd vanuit de regiegroep. De gemeente kan er voor kiezen om een
categorie C-evenement te laten behandelen door de kerngroep. Zij zijn er dus
voor het ondersteunen van de lokale adviseurs (het is dus geen vervanging!).
De kerngroep wordt opgesteld door de regiegroep en zal bestaan uit adviseurs
per discipline, die veel expertise hebben in evenementenveiligheid. Uiteindelijk
wordt in samenwerking met de gemeente en organisatie gekomen tot een
multidisciplinair advies die de gemeente kan meenemen in zijn vergunning. De
twee groepen staan in nauw contact met elkaar en houden elkaar continue op
de hoogte. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
2.2.5 Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid
In 2011 is de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid opgeleverd (HEV,
2011), die ook het kader voor dit onderzoek vormt. Deze Landelijke
Handreiking Evenementenveiligheid is voortgekomen naar aanleiding van het
rapport ‘’Veiligheid en gezondheidsbescherming bij publieksevenementen
moeten verbeteren’’ vanuit het IOOV en het IGZ (Rijksoverheid, 2012).
Belangrijkste aanbevelingen vanuit deze rapportage waren om regionaal beleid
te gaan maken en ook om multidisciplinair samen te gaan werken. Deze
aanbevelingen waren de aanleiding om een landelijke handreiking op te
stellen, waarbij uit gegaan wordt van een landelijk procesmodel die in bijlage
3 te vinden is (HEV, 2011). Het is de bedoeling dat de verschillende
Veiligheidsregio’s dit landelijke procesmodel toe spitsen op hun regio. Dit heeft
de VRU dan ook gedaan.
De VRU heeft gekozen om de processtappen vanuit de landelijke handreiking
(zie bijlage 3) (HEV, 2011) te bestuderen en te bespreken in de projectgroep
die de regionale handreiking moest opleveren. Uiteindelijk is er een eerste
opzet gemaakt voor de processchema’s voor de regio Utrecht. Hierbij waren
de processtappen vanuit de landelijke handreiking opgeknipt in 5 stappen.
Uiteindelijk is er aanpassing naar aanpassing bijgekomen vanuit de
projectgroep en uiteindelijk is er gekomen tot de definitieve processchema’s.
De richtlijnen vanuit de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV,
2011) zijn meegenomen in deze schema’s. Er is uiteindelijk gekozen voor drie
processtappen in plaats van zeven. De processchema’s vindt u in bijlage 5.
(Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
Naar aanleiding van de conceptversie van de regionale handreiking
evenementenproces (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) en de processchema’s is
er een sessie gepland met adviseurs vanuit het adviesbureau VDMMP (VDMMP,
2014) en tevens schrijvers van de landelijke handreiking, Niek van As en Roy
Johannink (HEV, 2011) (VDMMP, 2014) (Johannink, 2014) (As, 2013). Deze
Pagina
21
heren hebben bekeken of de regionale handreiking wel ‘’HEV-proof’’ is. Na een
interessante sessie waarbij de heren tevreden waren over de regionale
handreiking, zijn de op –en aanmerkingen verwerkt in de handreiking, die
momenteel dus ‘’HEV-proof’’ is.
2.2.6 Digitale Tool / Webbased portal
De regio Utrecht is voornemend om te gaan werken met een digitale tool /
webbased portal met kalenderfunctie. Er is een ‘vergelijkend warenonderzoek’
geweest tussen twee systemen en de vertegenwoordigers van deze systemen
hebben hun ‘product’ gepresenteerd voor de projectgroep en voor de
uitgenodigde behandeld ambtenaars van alle gemeenten in de regio.
Uiteindelijk is er een voorstel opgesteld om één van de twee systemen aan te
schaffen. Dit traject loopt momenteel nog.
Het gaat hierbij om een digitale tool rondom evenementaanvragen, die als
doel heeft uniformiteit en regeldrukvermindering te genereren voor alle
partners. Het systeem werkt multidisciplinair en zal dus zorgen voor een
soepeler vergunningstraject. Het systeem is door alle partners te gebruiken en
de aanvrager (de organisatie) vraagt een vergunning aan bij de gemeente, die
de adviesdiensten weer om advies kan vragen.
De VRU wil een zo hoog mogelijke efficiency winst behalen en pleit daarom
voor één systeem. Vandaar dat er een voorstel ligt bij het bestuur. Dit traject
loopt momenteel dus nog, maar de VRU is voornemend om te gaan werken
met een dergelijke digitale tool. (Veiligheidsregio Utrecht, 2011)
2.2.7 Gemeenschappelijke factoren
In dit onderzoek worden de gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren
verklaard en beschreven tussen de verschillende regio’s die ons land kent. Ook
bij de totstandkoming van het evenementenveiligheidsbeleid van de VRU zijn
er bepaalde factoren die een grote rol spelen. Hierbij is onderscheid gemaakt
in de factoren trends, knelpunten, maatwerk, structuur en uitvoering. Deze
worden één voor één kort besproken, toegespitst op de situatie in de regio
Utrecht.
Trends
Trends worden gedurende dit onderzoek beschreven als ontwikkelingen die
zich een gedurende een langere periode een bepaalde richting in bewegen en
die gericht zijn op evenementenveiligheid en beleid (Wereld van
Communicatie’s Weblog, 2014). Op het gebied van evenementen spelen een
hoop trends. Evenementenveiligheid is echt een onderwerp dat steeds meer
aandacht krijgt. Dit heeft ook te maken met incidenten die zich voor hebben
gedaan bij verschillende evenementen zoals bijvoorbeeld Duisburg, Pukkelpop
en Hoek van Holland. Een trend die in de regio Utrecht veel speelt is dat er
tegenwoordig veel aandacht wordt besteed aan crowdmanagement & control.
Dit is een onderwerp die bij vrijwel ieder (risicovol) evenement de revue
passeert.
Naast trends in evenementenland zoals crowdmanagement en bijvoorbeeld
alcohol –en drugsgebruik (NIX18, 2014) spelen er ook andere trends in de
regio Utrecht. Deze trends zijn vooral gericht op organisaties en gemeenten.
Een trend die speelt is het bewustmaken van organistoren en gemeenten van
het belang van evenementenveiligheid en beleid daar omtrent. Veel
gemeenten zien de nut en noodzaak van de regionale aanpak (nog) niet in en
mengen zich er dus niet in, terwijl organisatoren het thema veiligheid laag op
de agenda hebben staan, veelal in verband met de hoge kosten. Aanvullend
hier aan is het ook een trend dat veel gemeenten geen advies vragen bij de
hulpdiensten betreffende een aantal evenementen. Het is dus een grote
Pagina
22
uitdaging om de gemeenten en organisatoren bewust te maken van de nut en
noodzaak van het belangrijke onderwerp evenementenveiligheid.
Knelpunten/Problemen
De trend die hierboven besproken is, vormt ook meteen het
knelpunt/probleem voor de regio Utrecht. Doordat veel gemeenten de nut en
noodzaak van het ‘evenementenveiligheidsbeleid’ niet inzien wordt er niet
eenduidig en effectief genoeg gewerkt in de regio. De hulpdiensten krijgen te
maken met gemeenten die wel adviezen vragen over bepaalde evenementen
en gemeenten die dit juist niet doen. Zo krijg je een onvolledig beeld van de
evenementen die spelen in de regio en dus ook een onvolledige
evenementenkalender. Naast dat er niet om advies gevraagd wordt, wordt er
in de verschillende gemeenten ook weer verschillend gewerkt. Zo heb je veel
verschil in kwaliteit van werkwijzen en veel verschil in de kwaliteit van de
evenementen zelf. Er wordt momenteel door de VRU veel geïnvesteerd in het
contact met de gemeenten. Dit bijvoorbeeld door het organiseren van leuke
themabijeenkomsten waarbij interessante sprekers hun verhaal doen over
verschillende onderwerpen rondom het thema evenementenveiligheid. Dit
knelpunt is meteen ook een grote uitdaging. Hoe maak je de verschillende
gemeenten en organisatoren de nut en noodzaak van multidisciplinair
regionaal evenementenbeleid duidelijk!? Een knelpunt en uitdaging waar dus
veel in geïnvesteerd wordt binnen de VRU.
Maatwerk
Ieder evenement is weer anders en heeft andere risico’s. Daarom is het
belangrijk dat een evenement een aanpak vergt van alle hulpdiensten waarbij
een professionele en deskundige kijk is op dit evenement en zijn risico’s
(Veiligheidsregio Utrecht, 2014) Ieder evenement moet weer anders benaderd
worden met behulp van maatwerk.
Je kunt een evenement natuurlijk op verschillende manieren benaderen. De
VRU heeft in zijn evenementenveiligheidsbeleid opgenomen dat het meer
gebruik gaat maken van een risicoanalyse bij grote B –en C evenementen. Zo
krijg je per evenement de verschillende risico’s in kaart waar je, je
maatregelen op kunt nemen. Bij een A-evenement wordt er minder maatwerk
geleverd als bij een B –en C evenement. Bij een regulier (A) evenement wordt
er veelal gebruik gemaakt van standaard voorwaarden, terwijl bij de grote B –
en C evenementen dus een risicoanalyse wordt ingevuld. Deze risicoanalyse
bestaat uit twee delen. Allereerst zijn er twee werkbladen voor het beoordelen
van de waarschijnlijkheid van incidentscenario’s en het beoordelen van de
impact. Op basis van deze werkbladen volgt er een risicodiagram met de
samenvatting van de risicoanalyse met daarin eventuele maatregelen. Hier
wordt een evenement dus los en onafhankelijk behandeld, maatwerk dus.
(Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
Ook een vorm van maatwerk is het voeren van voor –en veiligheidsoverleg.
De gemeenten heeft hier vaak de regie. Er wordt maatwerk geleverd door
middel van multidisciplinair in te schatten of een voor –of veiligheidsoverleg bij
een B-evenement nodig is of niet. Heeft de organisatie zijn zaken bijvoorbeeld
goed op orde, zijn twee overleggen niet nodig, en volstaat één overleg. Dit
vereist maatwerk, professionaliteit en inschattingsvermogen per discipline. Bij
een C-evenement wordt er wel standaard een voor –en veiligheidsoverleg
gevoerd. De gemeenten beginnen deze stappen uit de regionale handreiking
steeds meer over te nemen. Al met al wordt er maatwerk gevoerd in de regio,
maar mag er nog meer afstemming zijn tussen alle multidisciplinaire partners.
(Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
Pagina
23
Structuur
Met de structuur wordt de wijze waarop het evenementenveiligheidsbeleid van
de VRU is vormgegeven bedoeld. (HEV, 2011) (Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
Ook wordt er mee bedoeld met welke insteek het evenementenbeleid is
ingestoken. Belangrijk hierbij is het om te weten hoe de taken zijn verdeeld en
hoe afstemming tot stand is gebracht. Kader voor de structuur is de eerder
beschreven landelijke handreiking (HEV, 2011).
Hoe het evenementenbeleid van de VRU is vormgegeven is al beschreven op
de vorige pagina’s. Er wordt gewerkt aan de hand van processchema’s per
behandelaanpak evenement (A, B –en C). Per behandelaanpak bestaan er
weer andere voorwaarden en stappen die doorlopen moeten worden.
Sleutelwoord hierbij is maatwerk. Ieder evenement wordt weer onafhankelijk
behandeld met een professionele en deskundige kijk. De insteek van het
evenementenbeleid is gericht op de processtappen vanuit de landelijke
handreiking (HEV, 2011). Echter heeft de VRU de zeven processtappen uit de
landelijke handreiking opgeknipt in drie processtappen. De regionale
handreiking voor de regio Utrecht is met een multidisciplinaire insteek
gemaakt en dus zijn alle partners meegenomen. De gemeenten zijn hierbij erg
belangrijk omdat zij deze werkwijze moeten implementeren en regievoerder
zijn met betrekking tot de evenementen. In de processchema’s kun je precies
zien welke taken een bepaalde discipline heeft bij een bepaalde processtap.
Een handige manier om te zien in welke fase je precies zit bij het verlenen van
een evenementen vergunning. Om deze structuur goed te laten verlopen zal er
goed samengewerkt moeten worden met elkaar en zal er veel afstemming
gezocht moeten worden. Dit is meteen ook een uitdaging voor de VRU.
(Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
Naast onder andere de processchema’s is er in de uitgebreide handreiking (zie
bijlage 4) een aanleiding en begrippenlijst opgesteld en is het doel van de
handreiking beschreven. Hierna wordt kort de landelijke handreiking, digitale
tool en risicoanalyse besproken. Hierna wordt er in ‘Jip en Janneke’ taal
beschreven wie wat doet en voor wie bij welke processtap. Er wordt afgesloten
met een juridisch hoofdstuk en met bijlagen zoals een opzet voor een
multidisciplinair operationeel plan. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). Deze
bijlagen uit de regionale handreiking, kunnen bij aanvraag nagezonden
worden.
Uitvoering
Met de uitvoering wordt bedoeld hoe het evenementenveiligheidsbeleid in de
praktijk wordt gebracht, hoe het dus uitgevoerd wordt. Voor de regio Utrecht
is dit nog niet van toepassing. Momenteel ligt het evenementenbeleid voor aan
het bestuur van de VRU, die deze moet behandelen.
De verschillende gemeenten in de regio zijn wel op de hoogte van de regionale
handreiking en hebben ook meegelezen met de totstandkoming. Ook hebben
verschillende gemeenten op –en aanmerkingen doorgegeven en vragen
gesteld. Er wordt door de VRU op een multidisciplinaire manier geïnvesteerd in
gemeenten. De VRU probeert de gemeenten bewust te maken van het belang
van deze regionale werkwijze en hoopt dan ook dat iedere gemeente in de
regio Utrecht deze werkwijze zich eigen gaat maken. Hier ligt zoals eerder al
aangegeven een grote uitdaging.
Mocht de regionale handreiking vastgesteld zijn door het Algemeen Bestuur
dan zal er veel tijd geïnvesteerd worden in de implementatie bij gemeenten.
Er zal veel contact zijn met gemeenten en de uiteindelijke handreiking zal in
een bijeenkomst gepresenteerd worden. Ook met betrekking tot de
implementatie van de digitale tool worden de gemeenten nadrukkelijk
betrokken. De gemeenten weten wat er speelt en wat er aan zit te komen. Het
Pagina
24
is voor de VRU van belang dat ze voldoende tijd hier aan besteden en de
gemeenten goed op de hoogte houden. Zo zorg je bij vaststelling van de
‘regionale werkwijze’ voor een zo goed mogelijke uitvoering en implementatie.
Natuurlijk gericht op een goede multidisciplinaire samenwerking tussen alle
partners. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
2.2.8 Regio specifieke factoren
Niet iedere regio in het land heeft de zelfde eigenschappen waar het rekening
mee dient te houden. Zo heeft iedere regio dus zijn specifieke factoren
rondom evenementen. Zo ook de regio Utrecht. Regio specifieke factoren
worden aangeduid als eigenschappen die regionaal prioriteit hebben, zoals het
water in Zeeland en het overschot aan ruimte in Flevoland. Deze regio
specifieke factoren worden in dit onderzoek kort meegenomen en benoemd.
Ook de regio Utrecht heeft een aantal regio specifieke factoren betreffende
evenementen. Een voorbeeld hiervan is de aanwezigheid van de Jaarbeurs. In
deze grote evenementenhal worden veel grote evenementen en beurzen
gehouden. Dit heeft weer impact op bijvoorbeeld de toevoerwegen, etc. Naast
de Jaarbeurs is Utrecht natuurlijk een centraal gelegen stad. In de regio is veel
beweging in verkeer en mobiliteit en dus moet de infrastructuur goed zijn.
Utrecht Centraal is één van de grootste treinstations van Nederland en het
meest centraal gelegen. Dat bekend dat je de bereikbaarheid in de regio goed
geregeld moet hebben.
Ook is de regio Utrecht een grote regio met 26 gemeenten. Dit zorgt natuurlijk
voor veelzijdigheid van beleid en werkwijzen rondom het thema
evenementenveiligheid. Dit zorgt in de regio Utrecht ook meteen voor een
knelpunt. Het is een uitdaging om op een goede, eenduidige en effectieve
manier samen te werken met deze gemeenten. Hier moet de uiteindelijke
regionale handreiking evenementenproces voor zorgen. (Veiligheidsregio
Utrecht, 2014)
2.2.9 Status evenementenveiligheidsbeleid VRU
Momenteel is de opgestelde regionale handreiking evenementenproces af in
eindconcept en te vinden in bijlage 4 (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). De
gemeenten en de verschillende expertgroepen evenementen hebben de
handreiking gelezen en hier opmerkingen –en vragen over gesteld. Deze
opmerkingen –en vragen zijn verwerkt in het uiteindelijke eindconcept die nu
voor ligt aan het Directieteam (DT). Naar verwachting wordt de handreiking
binnen enkele maanden vastgesteld en kan deze geïmplementeerd worden bij
de gemeenten. Dit geldt ook voor de digitale tool. Ook het voorstel voor de
aanschaf van één van de twee systemen ligt bij het Directieteam.
Als de handreiking is vastgesteld wordt er een bijeenkomst gepland met alle
partners waarin de handreiking officieel gepresenteerd en doorlopen wordt. De
gemeenten worden hierbij continue op de hoogte gehouden en er is veel
contact met de behandelend ambtenaar.
Er speelt in de regio Utrecht dus veel rondom evenementenbeleid. De regio is
er hard mee bezig en investeert veel tijd in het multidisciplinair samenwerken
en in het contact met de gemeenten. Met als doel om een eenduidige,
effectieve, mono –en multidisciplinaire werkwijze te implementeren, gericht op
een goede samenwerking en vooral voor de gemeenten.
Voor het bestuderen van de regionale handreiking evenementenproces van de
Veiligheidsregio Utrecht (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) en de daarbij horende
processchema’s verwijs ik u door naar bijlage 4 en 5. Bij de digitale versie van
dit afstudeerproduct zijn deze stukken als losse bijlage toegevoegd.
Pagina
25
38%
25%
21%
15% 1%
GHOR
Politie
Brandweer
Veiligheidsregio/bureau
Defensie
2.3 Evenementenveiligheidsbeleid overige Veiligheidsregio’s
Naast de Veiligheidsregio Utrecht hebben natuurlijk ook de overige regio´s de
aanbevelingen gekregen vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie in 2012
(Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2012) om onder andere regionaal beleid
te gaan maken rondom het thema evenementenveiligheid. In de vorige
paragraaf is beschreven hoe de VRU dit vormgegeven heeft. In deze paragraaf
wordt besproken hoe de overige regio´s hun evenementenveiligheidsbeleid en
advisering hebben vormgegeven. Dit is onderzocht doormiddel van desk
research (verschillende beleidsstukken), enquêtes (Surveymonkey, 2014) en
interviews (Interviews bij 6 regio’s, 2014), wat interessante resultaten tot
gevolg had die per deelonderwerp besproken worden. Aan de hand van
tabellen en grafieken wordt het verduidelijkt. Ook is er bij enkele paragrafen
een citaat vanuit een interview of enquête toegevoegd of worden resultaten
vanuit de desk research besproken. Afgesproken met alle respondenten is dat
er geen namen van personen of regio’s genoemd worden in het eindstuk.
Enkel is er een lijst met de regio’s die de beleidsstukken (desk research)
hebben toegestuurd, de respondenten die de enquêtes hebben ingevuld -en de
respondenten die geïnterviewd zijn. Dit is meteen de reden dat er minder
bronnen aangehaald worden in deze paragraaf. Wel zijn alle beleidsstukken in
de literatuurlijst te vinden. Welke aanvullende gesprekken er gevoerd zijn
betreffende dit afstudeeronderzoek is te vinden in bijlage 1.
2.3.1 Respondenten in kaart
Dit eindrapport is opgesteld op een multidisciplinaire manier. Dit betekent dat
er onderzocht is bij de verschillende Veiligheidsregio´s hoe het
evenementenbeleid is ingericht op een multidisciplinaire manier. Vandaar dat
de respondenten van de GHOR, politie, brandweer, Veiligheidsregio/bureau
bevraagd zijn doormiddel van enquêtes en interviews. Ook is er desk research
uitgevoerd bij diverse regio’s. Vanuit verschillende bronnen zijn de regionale
beleidsstukken betreffende het onderwerp evenementenveiligheid
toegestuurd, die vervolgens geanalyseerd zijn. Uit de uitkomsten van de
enquête komt dat 38% van de in totaal 45 respondenten vanuit de GHOR
expertise mee heeft gewerkt aan het onderzoek, 25% vanuit de politie, 21%
vanuit de brandweer, 15% vanuit het Veiligheidsbureau en 1% vanuit
defensie.
Ook zijn er interviews gehouden bij 6 verschillende regio’s. 2 interviews zijn
gehouden bij de brandweer kolom, 2 bij de GHOR kolom, 1 bij de politie kolom
en 1 respondent vanuit het Veiligheidsbureau. Door de drie methodes kom je
tot een brede multidisciplinaire blik, -kijk en expertise betreffende het thema
evenementenveiligheid. Zoals eerder al aangegeven vindt u in bijlage 1 een
lijst met alle respondenten en de gevoerde aanvullende gesprekken.
2.3.2 Behandelaanpak evenement / Advisering
In de vorige paragraaf is beschreven hoe de VRU zijn behandelaanpak per
categorie evenement heeft ingedeeld en hoe hierbij geadviseerd wordt. De
overige regio’s moeten hier natuurlijk ook wat mee en hebben hun
Pagina
26
82%
2%
16%
46
%
30
%
24
%
16%
80%
4%
Monodisciplinair
Multidisciplinair
Anders
29%
61%
95%
71%
39%
5%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
A B C
Ja Nee
behandelaanpak en advisering ook op een bepaalde manier ingedeeld. Uit de
desk research, enquêtes en interviews komt dat de regio’s dit op verschillende
manieren ingevuld hebben en hier ook verschillend over denken. In de
volgende deelonderwerpen zijn de resultaten vanuit de desk research,
enquêtes en interviews meegenomen.
Evenementenadvisering in de regio’s
De VRU adviseert op een monodisciplinaire manier bij A –en B evenementen
en uiteindelijk multidisciplinair bij een C-evenement. Hier komt natuurlijk wel
maatwerk bij kijken. Maar hoe adviseren de overige regio’s eigenlijk bij A, B –
en C evenementen? Doen ze dit hetzelfde als de VRU of zit hier onderscheid
in? In de enquête is de vraag gesteld hoe er geadviseerd wordt per
behandelaanpak evenement. Hieruit komt dat het gros van de regio’s
monodisciplinair adviseert bij A -en B evenementen en dat er pas bij een
grootschalig C-evenement op een multidisciplinaire manier geadviseerd wordt
richting de gemeente. In de verschillende toegestuurde beleidsstukken zie je
ook dat de focus van advisering echt ligt bij de B –en C evenementen, en dat
de A-evenementen vaak afgedaan worden met standaard voorwaarden en of
een melding.
A B C
A-evenementen worden veelal op een monodisciplinaire manier en met
standaard voorwaarden afgedaan terwijl er bij B-evenementen al meer
multidisciplinaire advisering te zien is. C-evenementen worden bij de meeste
regio’s op een multidisciplinaire manier geadviseerd en aangevlogen. Wat in
de desk research en in de enquêtes naar voren kwam is dat veel regio’s de
monodisciplinaire adviezen bundelen tot één multidisciplinair advies. In de
interviews komt vaak het woordje ‘maatwerk’ terug. Vooral benadrukken de
geïnterviewden de mate van maatwerk bij een B-evenement. Een groot B-
evenement met toch wel veel risico’s wordt bijvoorbeeld als een C-evenement,
en dus op een multidisciplinaire manier behandeld en aangevlogen. De
respondenten die ‘anders’ als antwoord gaven bij de enquête bedoelde daar
mee dat de adviezen vaak afgedaan worden met standaard voorwaarden en/of
dat er bij B –en C evenementen veel maatwerk uitgevoerd wordt en er een
balans gekozen wordt tussen monodisciplinair en multidisciplinaire advisering.
Hier is ook het voorbeeld dat een groot B-evenement op een multidisciplinaire
manier, en vaak als C-evenement wordt behandeld op toe te passen.
Opvallend uit de informatie uit de desk research, enquêtes en interviews is dat
er toch nog heel vaak monodisciplinair geadviseerd wordt, en dat er vaak pas
bij C-evenementen een multidisciplinaire benadering komt kijken.
Wordt iedere discipline om advies gevraagd?
Volgens de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid
(HEV, 2011) moeten de gemeenten de verschillende
disciplines om advies vragen bij een aangevraagd
evenement. De disciplines die in beginsel om advies gevraagd
moeten worden zijn de politie, brandweer en de GHOR.
Hiernaast kunnen eventueel ook nog aanvullende diensten
om advies gevraagd worden. Echter komt uit de enquête dat
veel diensten niet om advies worden gevraagd door de
Pagina
27
8%
59%
95%92%
41%
5%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
A-categorie B-categorie C-categorie
Ja
Nee
gemeenten. Je ziet dat bijna alle C-evenementen wel bekend zijn bij de
adviesdiensten, maar dit bij A –en B-evenementen al veel minder is. Vooral bij
A-evenementen wordt weinig om advies gevraagd bij de verschillende
adviesdiensten. Uit desk research blijkt dat veel regio’s zich hier ook al op
ingesteld hebben en de focus echt ligt op de B –en C-evenementen. De A-
evenementen worden in het geheel niet meegenomen of worden afgedaan met
standaard voorwaarden vanuit de gemeenten. Uit de antwoorden komt dat de
bewustwording bij gemeenten wel steeds meer begint te komen dat het
belangrijk is om advies te vragen bij iedere adviesdienst. ‘’Mocht dit niet
gedaan worden dan worden de gemeenten, en dus de burgemeester tot de
orde geroepen met betrekking tot de vergunning verlening van een bepaald
evenement’’ was een typerend antwoord van één van de zes interviews.
Multidisciplinair advies
Hiervoor heeft u kunnen lezen dat er bij A –en B-evenementen weinig
multidisciplinair wordt geadviseerd. Wanneer wordt er dan wel multidisciplinair
geadviseerd in de regio en hoe gebeurd dit? Een opmerkelijk verschil met de
voorgaande tekst en uitleg is dat uit de enquête blijkt dat 59% van de
disciplines/respondenten wel degelijk multidisciplinair adviseert bij B-
evenementen. Een opmerkelijke switch ten opzichte van de eerdere tabellen.
Verder wordt opgemerkt dat 92% van de respondenten monodisciplinair
adviseert bij A-evenementen en 95% van de respondenten multidisciplinair
adviseert bij C-evenementen. Uit desk research en de interviews komt
wederom het woordje ‘maatwerk’ om te hoek kijken als we het over B-
evenementen hebben. Er wordt gesproken over veel monodisciplinaire
advisering bij B-evenementen en dat er daarna gewerkt wordt richting een
multidisciplinair advies. Dit is precies zoals de VRU ook werkt. De VRU gaat er
van uit dat de monodisciplinaire adviezen gebundeld worden tot één
multidisciplinair advies. Dit hebben veel andere regio’s ook meegenomen. Bij
grote B-evenementen -en grootschalige C-
evenementen volgt er bij veel regio’s al
standaard een multidisciplinair advies. Dit
komt volgens de interviews en desk
research veelal tot stand door het voeren
van multidisciplinair voor –en
veiligheidsoverleg.
Hoe komt een dergelijk multidisciplinair dan
tot stand is de vraag? Uit de antwoorden
uit de drie methoden die gekozen zijn komt
dat er veel overleg en afstemming is tussen
de hulpdiensten en gemeenten doormiddel
van overleggen en bijeenkomsten. Verder wordt er steeds vaker gezamenlijk
een risicoanalyse uitgevoerd. Dit mag echter volgens veel regio’s en
respondenten nog veel vaker gebeuren. ‘’Het kost veel tijd, daarom wordt het
vaak niet gedaan’’ was een interessante uitspraak uit één van de interviews.
Verder werd aangegeven dat het belangrijk is dat bij een multidisciplinair
advies duidelijk is met wie je te maken hebt. ‘’Elkaar kennen en aansturen is
erg belangrijk’’ volgens een respondent. Dit kan onder andere door het
organiseren van overleggen en/of netwerkbijeenkomsten of het in het leven
roepen van een expertise. Dit wordt later in dit verslag nog besproken. Uit de
desk research en interviews komt verder nog dat de respondenten het erg
nuttig vinden om een table-top uit te voeren naar aanleiding van het
multidisciplinair advies en dat er ook geschouwd wordt door de
multidisciplinaire partners.
Al met al worden A-evenementen amper meegenomen in dit verhaal en komt
multidisciplinaire advisering vaak pas kijken bij grotere B-evenementen en C-
Pagina
28
5%
44%
13%
3% 2%
33%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Regie bij multidisciplinaire
advisering
Er wordt niet multi geadviseerd
Gemeente
Politie
Brandweer
GHOR
Veiligheidsregio/bureau
evenementen. ‘’Er wordt van monodisciplinair gewerkt richting
multidisciplinair’’ is een uitspraak uit een interview die hier goed op aan sluit.
Regie bij multidisciplinaire advisering?
Een multidisciplinaire aanpak bij grotere evenementen is erg belangrijk en
noodzakelijk. Dit zegt niet alleen de Landelijke Handreiking
Evenementenveiligheid (HEV, 2011) maar dit is ook naar voren gekomen in
een aantal praktijkvoorbeelden. Het is dus belangrijk dat iemand de regie
heeft bij de totstandkoming van deze multidisciplinaire benadering. Deze
vraag is voorgelegd in de enquête en had als antwoord dat voor bijna de helft
van de tijd de regie bij de gemeenten ligt (44%). Dit is ook ‘’wettelijke
noodzaak’’ werd in een beleidsstuk van een bepaalde regio genoemd, bleek
naar het uitvoeren van desk research. De gemeente is eindverantwoordelijk
omdat zij de
vergunning verleend
aangaande een
bepaald evenement.
Ook moet de
gemeente de
risicoscan invullen.
Dit komt veel terug
in verschillende
beleidsstukken uit de regio’s. Echter wordt in de enquêtes en interviews
gezegd dat dit in de praktijk amper gebeurd door de gemeenten.
Naast de gemeenten wordt redelijk vaak de regie ook bij de
Veiligheidsregio/het Veiligheidsbureau gelegd. Veel regio’s hebben hun beleid
zo ingericht dat de Veiligheidsregio de multidisciplinaire advisering en
werkwijze overneemt van de gemeenten bij grootschalige evenementen. Dit
wil zeggen dat er een projectgroep op een bepaald evenement komt te zitten
die het gehele traject doorloopt. Uiteindelijk komt er een advies op tafel liggen
voor de gemeenten, die alleen nog maar overgenomen hoeft te worden in de
vergunning. Enkele beleidsstukken spreken van ‘regiegroepen’,
‘adviesgroepen’, ‘projectgroepen’ en ‘kerngroepen’ blijkt uit desk research.
De andere kant van de ‘medaille’ is, blijkt uit de enquêtes en interviews, dat
de gemeenten vaak de regie niet pakken. ‘’De gemeenten zoeken niet of
nauwelijks samenwerking met de hulpdiensten en Veiligheidsregio’’ en ‘’de
gemeenten zijn erg lokaal gericht en nauwelijks gericht op de adviezen van de
hulpdiensten’’ zijn uitspraken die dit typeren. Aanvullend wordt er gezegd dat
veel gemeenten niets aanvragen bij de hulpdiensten. Ook blijkt uit de enquête
en interviews dat de politie in het multidisciplinaire traject te vaak de regie wil
nemen en pakken, terwijl dit tot echt bij de gemeenten ligt.
Al met al ligt bij de meeste regio’s de regie waar die hoort te liggen, bij de
gemeente. Echter zijn de gemeenten zich hier vaak niet bewust van en weten
vaak niet wat te doen. Vandaar dat volgens een respondent vaak de politie het
‘stokje’ probeert over te pakken. Een trend die te zien is, is dat bij
grootschalige evenementen steeds vaker de Veiligheidsregio/het
Veiligheidsbureau wordt ingeschakeld. Deze mogelijkheid is er ook bij de VRU
staat in de handreiking (Veiligheidsregio Utrecht, 2014).
Citaat interview: ‘’Veel gemeenten zoeken niet of nauwelijks samenwerking
met hulpdiensten en zijn erg lokaal gericht’’
Citaat interview: ‘’Van monodisciplinair werken richting multidisciplinair
werken’’
Pagina
29
84% 82%
3% 0%
13%
18%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Mono-contact Multi-contact
Ja
Nee
Soms
3%
78%
5%
0%
14% Geen multidisciplinaire
advisering
Ja, er is afstemming en
overleg
Nee, er is geen afstemming en
overleg
Weinig afstemming
Er is afstemming, maar kan
veel meer
Overleg en afstemming bij het adviseringstraject
In dit onderzoek is zeker naar voren gekomen dat het belangrijk is dat je als
gemeente, hulpdienst of andere partij weet met wie je te maken hebt en weet
wat deze andere partij doet en wat zijn belangen, taken -en
verantwoordelijkheden zijn. Het is dus belangrijk dat er bij een bepaald
evenementenadvies afstemming gezocht wordt met de verschillende collega’s.
Niet alleen op monodisciplinair gebied, dus binnen de eigen discipline, maar
ook op multidisciplinair gebied. De vraag die de respondenten gesteld hebben
gekregen is of ze veel contact hebben op mono –en multidisciplinair gebied
met hun collega’s betreffende een bepaald evenement of een bepaald risico bij
een evenement.
De beantwoording van deze vraag is helder. Er wordt
zowel op mono –als op multidisciplinair niveau veel
contact gezocht met de collega’s bij een
onduidelijkheid en/of een bepaald vraagstuk
betreffende een evenement. Geen enkel iemand (0%)
geeft aan dat deze nooit contact zoekt met andere
disciplines. Enkele regio’s zoeken zelfs afstemming op
interregionaal niveau, en in het buitenland blijkt uit
desk research. Uit de antwoorden van de
respondenten komt dat er ook nog veel meer
afstemming kan en mag zijn tussen regio’s onderling.
Uit het interview kwam een mooi citaat die deze mono –en multidisciplinaire
afstemming, overleg en samenwerking beschrijft en de nut en noodzaak
daarvan duidelijk naar voren laat komen: ‘’Het is belangrijk om met elkaar
samen te werken en van elkaar te leren, met oog voor elkaars belangen’’.
Hoe zit het dan met overleg en afstemming bij multidisciplinaire
advisering?
Naast het overleg, de samenwerking en de afstemming in het algemene
adviestraject is het natuurlijk ook belangrijk dat er bij de multidisciplinaire
advisering veel overleg en afstemming is met de multidisciplinaire partners.
Ook deze vraag is voorgelegd aan de respondenten. Uit desk research blijkt
dat enkele regio’s in hun beleidsstuk de afstemming tussen de hulpdiensten en
gemeenten beschrijven. Dit is een erg handige manier om te bekijken ‘’wie
wat doet, en voor wie die dat doet.‘’ Dit is meteen ook een vraag die enkele
andere regio’s zichzelf niet gesteld hebben en dit blijft dan ook achter in het
beleidsstuk van deze regio’s. Dat dit een vraag is die erg belangrijk is bij
evenementenadvisering blijkt wel uit het feit dat deze ‘slogan’ twee keer
genoemd werd bij de interviews.
Uit de gehouden enquête blijkt dat 78%
van de respondenten afstemming en
overleg heeft bij multidisciplinaire
advisering. Slechts 5% geeft aan dat er
geen afstemming bij multidisciplinaire
advisering is, terwijl 3% nog niet
multidisciplinair adviseert. 14% geeft aan
dat veel meer multidisciplinaire
afstemming mag zijn. Echter geeft 0%
aan dat er weinig afstemming is op een
multidisciplinaire manier. Dit is natuurlijk
een goed teken.
Citaat interview: ‘’Wie doet wat en voor wie?’’
Pagina
30
25%
5%
70%
Ja
Nee
Er wordt al multi
geadviseerd
19%
89%
24%
5%
57%
6%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
B C
Ja
Nee
Soms
Plannen om multidisciplinair te gaan adviseren?
Zoals eerder aan bod is gekomen adviseren nog niet alle
regio’s op een multidisciplinaire manier bij
(grootschalige) evenementen. De aanbeveling vanuit het
Ministerie van Veiligheid en Justitie (Ministerie van
Veiligheid en Justitie, 2012) om regionaal beleid te
maken en om multidisciplinair samen te werken staat bij
veel regio’s in de ‘kinderschoenen’. De regio’s zijn steeds
meer en vaker multidisciplinair samen aan het werken,
maar hier valt nog veel winst te behalen. Daarom geeft
1/4e
van de respondenten (25%) ‘ja’ aan op de vraag of
er de plannen zijn om multidisciplinair te gaan adviseren. 5% geeft aan dat
deze plannen er niet zijn, terwijl 70% al multidisciplinair aan het adviseren is.
Al met al loopt het traject met betrekking tot multidisciplinair adviseren bij
enkele regio’s nog en is men er in den landen dus druk mee bezig.
2.3.3 Voor- en Veiligheidsoverleg
Bij de beantwoording van de vorige deelvraag heb ik het gehad over voor –en
veiligheidsoverleg bij de Veiligheidsregio Utrecht en het onderscheid daarin.
Hoe is dit bij andere regio’s ingericht? Wordt er voor –en/of veiligheidsoverleg
gevoerd bij evenementen? Bij de beantwoording van deze vraag is geen
onderscheid gemaakt tussen voor –en veiligheidsoverleg en is een regulier A-
evenement niet meegenomen.
Bij andere regio’s zie je dat er bij B-evenementen soms
vooroverleg gevoerd wordt (57%). Hier komt het woordje
‘maatwerk’ weer kijken. Uit een interview kwam dit mooi
naar voren: ‘’Bij B-evenementen wordt er multidisciplinair
gekeken of overleg noodzakelijk is’’. Dit is iets wat ook
veel in de beleidstukken van de verschillende regio’s staat.
Bij B-evenementen wordt dus gekeken of er overleg
noodzakelijk is. Is dit noodzakelijk dan komt men vaak op
een multidisciplinaire manier bij elkaar. Bij C-evenementen
zie je dat 89% voor –en/of veiligheidsoverleg voert. Uit
desk research en interviews kwam dat de gemeenten hier vaak de regie in
voert en dat er veel overleg met de hulpdiensten is. De gemeenten nodigen de
verschillende disciplines uit voor overleg. Het is per gemeente weer
verschillend of de organisator van het evenement hier bij zit of juist niet. In
verschillende handreikingen/beleidstukken van verschillende regio’s worden
nadrukkelijk de verschillende disciplines beschreven. In deze stukken worden
de taken, rollen –en verantwoordelijkheden van de verschillende disciplines
beschreven, wat zorgt voor duidelijkheid, die ook weer toe te spitsen is op een
eerdere opmerking vanuit een interview: ‘’Het is effectief als hulpdiensten en
gemeenten weten van elkaar wat ze belangrijk vinden’’. Een goede manier om
duidelijkheid voor iedereen te verschaffen is dus om deze taken, rollen –en
verantwoordelijkheden op te nemen in de handreiking.
Een voor –en/of veiligheidsoverleg is noodzakelijk bij C-evenementen, en dus
voeren de meeste regio’s dergelijke overleggen bij de grotere evenementen.
Maar hoe is een dergelijk overleg nu vormgegeven? Dit is erg verschillend
ingericht in den landen. In de ene regio wordt er bijvoorbeeld gezamenlijk een
risicoanalyse ingevuld, terwijl in de andere regio een overleg gepland wordt
met de organisator die zijn plannen mag toelichten, waarna vervolgens de
hulpdiensten op de plannen mogen ‘schieten’. Wel blijkt uit onderzoek dat er
veel multidisciplinair overleg gevoerd wordt bij grootschalige evenementen in
Citaat interview: ‘’Het is effectief als hulpdiensten en gemeenten weten van
elkaar wat ze belangrijk vinden’’
Pagina
31
de regio’s, veel dezelfde ‘koppen’ aan tafel zitten en dat een multidisciplinaire
benadering een breder beeld vormt. Uit het interview kwam dat je als
hulpdiensten als het ware ‘’één front’’ kan vormen richting gemeenten en
organisatie. Het contact is vaak ook laagdrempelig, omdat je veel dezelfde
gezichten ziet en elkaar veel tegen komt. Valkuil bij dergelijke overleggen
kwam ook aan bod in één van de interviews. Hier uit kwam dat er vaak een
‘’overload aan capaciteit’’ aan tafel zit waardoor het niet effectief meer is. Hier
moet een ‘’’middenweg’’ in gekozen worden, wat ook weer maatwerk vereist.
In één van de interviews kwam ook aan bod dat het belangrijk is om goed
samen te werken met oog voor elkaars belangen.
Bij grotere evenementen wordt er vaak een adviesgroep of een projectgroep
gezet op dat evenement. Uit de enquête, desk research en uit de interviews
blijkt dat de meerderheid van de regio’s de mogelijkheid bieden aan
gemeenten om een werkgroep het leven in te blazen bij een C-evenement.
Deze werkgroep overlegt op regionaal niveau (met de hulpdiensten) en op
lokaal niveau (bij de gemeenten en met de organisatie). Dit is iets wat veel
aan bod is gekomen gedurende dit onderzoek. Dit zorgt er voor dat je genoeg
expertise hebt bij het ‘aanvliegen’ van een bepaald evenement. Echter komt er
uit het interview dat er nog vaker een risicoanalyse ingevuld mag worden en
dat er nog vaker aan scenario-denken gedaan moet worden. Dit gebeurd nog
te weinig blijkt uit de interviews. Ook wordt dit (het invullen van de
risicoanalyse en scenario-denken) weinig beschreven in de beleidsstukken van
de verschillende regio’s blijkt uit desk research.
Wat gedurende het onderzoek ook op viel is dat veel respondenten aangeven
dat gemeenten het vertikken om aanvragen te doen bij de Veiligheidsregio
en/of overige hulpdiensten en de regie niet pakken. Ze zien volgens de
respondenten vaak het belang niet in van een multidisciplinaire benadering en
van voor –en veiligheidsoverleg. Eén regio geeft zelfs aan dat de
gemeentelijke organisatie van een grote stad een risico vormt voor
evenementen. Wel geven veel regio’s en respondenten hier bij aan dat hierin
geïnvesteerd wordt, en dat de bewustwording bij gemeenten steeds meer
begint te komen. Meer hierover komt later in dit onderzoeksrapport naar
voren.
Al met al wordt er dus in het merendeel van de regio’s voor –en/of
veiligheidsoverleg gevoerd betreffende (grootschalige) evenementen. Dit
wordt op een multidisciplinaire manier aangepakt en wordt als prettig en
effectief ervaren. Echter mogen meer gemeenten dergelijke
bijeenkomsten/overleggen organiseren. Maar ook regio’s mogen het voeren
van voor –en veiligheidsoverleg nog nadrukkelijker opnemen in het beleid. Dit
is nog te vaak niet beschreven blijkt na het lezen van verschillende
beleidsstukken.
2.3.4 Werkgroep & Regiegroep
In de vorige deelparagraaf is een multidisciplinaire werkgroep bij grootschalige
evenementen al even aan bod gekomen. Het gros van de regio’s geeft aan dat
er een dergelijke werkgroep is. De VRU maakt in zijn handreiking onderscheid
in twee soorten groepen: een regiegroep evenementen en een kerngroep
evenementen (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). De regiegroep bestaat uit
vertegenwoordigers van adviseurs vanuit de hulpdiensten en gemeenten en
Citaat interview: ‘’Samenwerken met oog voor elkaars belangen’’
Citaat interview: ‘’Er mag nog vaker een risicoanalyse ingevuld worden en scenario
gericht gewerkt worden’’
Pagina
32
73%
62%
22%
32%
5% 3%0% 3%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Is er een werkgroep
of regiegroep?
Aparte expertgroep
die C-evenementen
behandeld?
Ja
Nee
Wordt gerealiseerd
Plannen liggen er
houdt ontwikkelingen in de regio in de gaten en organiseert thema
bijeenkomsten. De kerngroep kan ingeschakeld worden door gemeenten bij
grotere evenementen. Deze groep met experts behandelen een
evenementenaanvraag op dossierniveau en zorgen voor een multidisciplinair
advies (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). Hoe is dit eigenlijk in de overige
regio’s vormgegeven en bestaat er in iedere regio eigenlijk wel een dergelijke
werkgroep/regiegroep?
Uit de enquête blijkt dat 73% van de respondenten aangeeft dat er in hun
regio een werkgroep of regiegroep evenementen bestaat. Deze werkgroepen
lopen uiteen van werkgroepen die net als in de VRU trends en ontwikkelingen
bijhouden en
themabijeenkomsten
organiseren voor vooral de
behandelend ambtenaars, tot
‘kerngroepen’ die grootschalige
evenementen op dossierniveau
behandelen voor gemeenten.
Deze laatste groep is vaak
georganiseerd vanuit de
Veiligheidsregio/het
Veiligheidsbureau blijkt uit het
onderzoek. Er zijn dus veel
‘groepen’ binnen de regio’s die zich bezig houden met evenementen en de
veiligheid daar om heen. Wel is het best schrikbarend om te zien dat toch nog
22% van de regio’s geen dergelijke groep hebben. Wat je ziet bij deze regio’s
is dat er toch nog veel monodisciplinair geadviseerd en gewerkt wordt. Dit
blijkt ook na het lezen van de verschillende beleidsstukken van de
verschillende regio’s.
Ook de verschillende beleidsstukken en handreikingen die ik toegezonden heb
gekregen beschrijven vaak dergelijke ‘evenementen experts groepen’. Echter
wordt dit vaak gedaan op hulpdiensten niveau, en wordt de gemeente redelijk
vaak vergeten in het verhaal blijkt uit desk research. Wat veel beschreven
wordt in de verschillende handreikingen is dat A –en B-evenementen veelal op
lokaal niveau geregeld worden (gemeenten vragen hulpdiensten om advies en
indien nodig wordt er overleg gevoerd), terwijl bij C-evenementen een
werkgroep in het leven wordt geroepen. Deze werkgroep bestaat uit adviseurs
die veel expertise hebben betreffende evenementenveiligheid. Doel is om een
bepaald (grootschalig) evenement te behandelen op een multidisciplinaire
manier. Leuk om te zien was dat enkele regio’s hierbij het ook een ‘ad-hoc
werkgroep’ noemen en dat deze ook zo te werk gaan. Ook heeft één regio ad-
hoc evenementen in zijn handreiking beschreven. Erg leuk om te lezen wat
deze regio gaat doen als bijvoorbeeld een sporter wordt gehuldigd. In de
hoofdstad wordt er overleg gevoerd binnen de vijfhoek betreffende een
dergelijk ‘ad-hoc’ evenement. 62% van de respondenten geeft in de enquête
ook aan dat er een dergelijke expertgroep bestaat die C-evenementen
behandeld. Dit is conform landelijke richtlijnen vanuit de landelijke handreiking
(HEV, 2011) en dus ook veel overgenomen in den landen.
Al met al geven de resultaten aan dat er veel regio’s een dergelijke
werkgroep, regiegroep of expertgroep hebben. Echter is bij 22% van de
respondenten hierbij nog werk aan de winkel. Dit percentage geeft namelijk
aan geen dergelijke ‘groep’ te hebben die zich bezig houdt met evenementen.
Na dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat hier nog veel te halen valt.
Veel regio’s zijn zoekende betreffende dergelijke expertise groepen en veel
regio’s moeten dergelijke groepen nog opstarten. Eén regio geeft in het
interview aan dat naast een dergelijke expertgroep binnen de regio ook vaker
Pagina
33
76%
0%
5%
8%
11%
In gebruik
Wordt momenteel aan gewerkt
De plannen zijn er
Geen evenementenbeleid
Anders
0%
78%
22% Monodisciplinair
Multidisciplinair
Beide
89%
11%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Evenementenveiligheidsbeleid?
Ja
Nee
kennis en ontwikkelingen gedeeld moeten worden op bovenregionaal niveau.
Ook geeft het merendeel van de regio’s aan dat er meer scenario gedacht
moet worden, en dat dus table-tops erg effectief zijn. Dit gebeurd al wel in
enkele regio’s blijkt uit dit onderzoek.
2.3.5 Vertaling naar evenementenveiligheidsbeleid?
Hoe de verschillende regio’s werken betreffende evenementenveiligheid is al
aardig beschreven in de voorgaande pagina’s. Deze ‘werkwijze’ komt uit de
informatie die verzameld is doormiddel van de verschillende
onderzoeksmethoden (enquête, interviews, desk research). Maar is deze
werkwijze die bijvoorbeeld uit de enquête kwam rollen ook vertaald naar
evenementenveiligheidsbeleid binnen een bepaalde regio? De volgende
paragrafen gaan over het evenementenveiligheidsbeleid in de regio’s, wat de
status hiervan is, hoe dit verloopt, hoe de landelijke handreiking is
meegenomen -en welke gemeenschappelijke factoren er te herkennen zijn in
beleid.
Uit de enquêtes en desk research blijkt dat 89% van de regio’s
evenementenveiligheidsbeleid heeft. 11% heeft dit niet of is hier nog mee
bezig. 78% van de respondenten geeft aan dat dit beleid multidisciplinair is
ingestoken. 22% geeft aan dat dit beleid zowel monodisciplinair –als
multidisciplinair is ingestoken. Geen enkele regio voert nog monodisciplinair
beleid. Het evenementenveiligheidsbeleid wat op is gesteld binnen de
verschillende regio’s is vormgegeven door een multidisciplinaire projectgroep
blijkt uit onderzoek. De rol van de verschillende respondenten met betrekking
tot het evenementenveiligheidsbeleid is het zitting nemen in de opgetuigde
projectgroep. ‘’Coördinatie en gemeenten stimuleren’’ wordt in een interview
genoemd als taken van deze projectgroep. Uit dit onderzoek blijkt dat het erg
belangrijk is om de gemeenten mee te nemen en te blijven stimuleren.
Uit desk research blijkt dat het evenementenveiligheidsbeleid in de regio’s
veelal dezelfde naam krijgt of erg op elkaar lijkt. ‘’Regionale handreiking,
leidraad, kader, aanpak evenementenveiligheid’’ bestrijken de titelpagina’s van
de verschillende beleidsstukken die gelezen zijn gedurende dit onderzoek.
Status in evenementenbeleid in de regio’s
Zoals eerder in dit eindrapport al aangegeven ligt
de handreiking van de VRU (Veiligheidsregio
Utrecht, 2014) voor aan het bestuur. Deze wordt
al wel in gebruik genomen en de verschillende
gemeenten zijn op de hoogte. Maar wat is de
status van het evenementenveiligheidsbeleid bij
de overige regio’s?
76% van de respondenten geeft aan dat het
beleid in hun regio al in gebruik is genomen, 5%
Citaat interview: ‘’Bovenregionale kennisdeling en landelijke uniformiteit
is belangrijk’’
Pagina
34
70%
19%
11%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Handreiking
evenementenveiligheid
overgenomen?
Ja
Nee
Er is geen
beleid
geeft aan dat de plannen er zijn om dergelijk beleid op te stellen, terwijl 8%
aangeeft dat er helemaal geen evenementenveiligheidsbeleid is. Niemand
geeft aan dat er momenteel aan gewerkt wordt. 11% van de ondervraagden
geeft aan dat het beleid voorligt aan het bestuur en/of er gewerkt wordt aan
een nieuwe versie van het beleid/de handreiking.
Al met al zijn vrijwel alle regio’s druk bezig met het maken en implementeren
van evenementenveiligheidsbeleid. Iets wat natuurlijk aanbevolen werd vanuit
het Ministerie van Veiligheid en Justitie in 2012 is in bijlage 2 ook te lezen
(Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2012). Enkele regio’s moeten dergelijk
multidisciplinair evenementenveiligheid nog gaan maken. Een mooie zin die
genoemd werd in één van de interviews was: ‘’Samen optrekken is een wens
bij evenementen’’. Dit was een regio die nog geen beleid heeft, maar de
plannen hier wel voor zijn. Dit is dan natuurlijk een goede zin om in gedachten
te houden in die regio.
Digitale Tool
Eerder in dit eindrapport is er al aangegeven dat er niet heel diep in gegaan
wordt op de digitale tools die momenteel op de markt zijn om het traject van
vergunningverlening bij evenementen voor alle partners eenduidiger,
duidelijker en effectiever te laten verlopen. Toch zijn hier enkele vragen over
gesteld in de enquêtes en bij de interviews. Ook is hier naar gekeken en op
gelet bij het uitvoeren van desk research.
Uit dit onderzoek blijkt dat 76% van de respondenten niet werkt met een
digitale tool in de regio. Echter is er bij 68% van respondenten wel het plan
om in de desbetreffende regio te gaan werken met een dergelijke tool. 45%
geeft aan dat zij hun pijlen richten op DigiMAK 2.0, terwijl 22% aangeeft voor
de EvenementAssistent te willen gaan. 33% geeft aan een eigen systeem te
willen ontwikkelen met een kalenderfunctie daarin of te willen wachten.
Hiermee wordt bedoeld dat de regio’s willen wachten en willen kijken welke
kant de overige regio’s op gaan. Uit dit onderzoek blijkt wel dat het speelt in
de regio’s, maar dat veel regio’s dus afwachten hoe de systemen er uit gaan
zien en wat de overige regio’s doen. Interregionaal is er wel veel contact met
elkaar blijkt uit dit onderzoek. Zo geeft één regio in een interview aan samen
met een andere regio een bepaalde digitale tool te willen aanschaffen en
financieren.
2.3.6 Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid
Eerder in dit eindrapport is al aangegeven dat de Landelijke Handreiking
Evenementenveiligheid (HEV, 2011) het kader vormt waarop dit onderzoek
gebaseerd is. Uit verschillende inspectierapporten kwam de conclusie dat de
veiligheid en gezondheid van evenementenbezoekers onvoldoende
gewaarborgd kon worden (Rijksoverheid, 2012). Vandaar dat er een landelijke
handreiking is opgesteld met daarin landelijke richtlijnen waaraan een
vergunningstraject bij een evenement moet voldoen. Eerder in dit eindrapport
is ook al beschreven hoe de VRU de landelijke handreiking heeft meegenomen
in zijn regionale beleid. Echter is ook onderzocht hoe de overige regio’s de
landelijke handreiking hebben meegenomen in hun eigen regionale
evenementenveiligheidsbeleid.
Na de gehouden enquête blijkt dat 70% van de
respondenten aangeeft dat de landelijke handreiking is
meegenomen in het regionale beleid. 19% geeft aan dat
dit niet het geval is, terwijl 11% aangeeft geen beleid te
hebben. Van de 70% die aangeeft de landelijke
handreiking mee te hebben genomen geeft 43% aan de
processtappen van de landelijke handreiking over te
Pagina
35
43%
14%
43%
Ja
Nee
Opgeknipt
hebben genomen. 43% geeft ook aan de processtappen te hebben opgeknipt
in meer –of minder processtappen. 14% van geeft aan de processtappen niet
te hebben meegenomen.
Na desk research valt de uitslag van deze
enquêtevragen op zijn plaats. Uit deze
onderzoeksmethode (lezen beleidsstukken
verschillende regio’s) kwam dat er veel
verschillen te zien zijn hoe de
verschillende regio’s rekening hebben
gehouden met de landelijke handreiking.
Ongeveer de helft van de regio’s nemen in
hun handreiking/beleidsstuk de 7
processtappen vanuit de landelijke handreiking (zie bijlage 3) letterlijk over,
terwijl de andere helft van de regio’s de processtappen juist opknippen. Ook
wordt duidelijk dat enkele regio’s een eigen ‘regionaal sausje’ over de
landelijke handreiking gieten. Ze kijken dan als het ware of de landelijke
processen niet botsen met de regionale processen. Dit is natuurlijk ook weer
maatwerk wat gevoerd wordt. Wat opvalt is dat bij bijna iedere regio de focus
echt op B –en C evenementen legt, terwijl hierbij de kleine A-evenementen
niet of nauwelijks worden meegenomen. Dit terwijl hier ook processtappen
voor gelden. Duidelijk werd ook dat enkele regio’s echt ‘klakkeloos’ de
landelijke handreiking overnemen. Uit die beleidsstukken kun je opmaken dat
enkele regio’s er wat makkelijk over denken en geen ‘regionaal sausje’ over
deze landelijke handreiking gieten en dus de zeven processtappen klakkeloos
overnemen. Opmerkelijk om te zien is ook dat enkele regio’s de categorisering
zoals die landelijk geldt, en zoals die ook is meegenomen in dit eindrapport (A,
B –en C categorie) omzeilen en er iets anders van maken. De categorisering
andersom (A als risicovol evenement en C als regulier evenement) of
categorisering op basis van bezoekersaantallen waren interessante
bevindingen bleek uit het uitvoeren van desk research. Wat naast de
categorisering ook op viel is dat veel regio’s de processtappen enkel
beschrijven en niet visueel maken of andersom. Bij enkele regio’s zie je in hun
beleidsstuk mooie en handige processchema’s staan, terwijl bij een aantal
beleidsstukken enkel en alleen tekst staat. Het visueel maken van de
processtappen is iets wat in de landelijke handreiking ook gebeurd is. Echter
zie je het andersom ook gebeuren. Hiermee wordt bedoeld dat er wel
processchema’s aanwezig zijn in het beleidsstuk, maar geen duidelijke uitleg
met wie wat doet, en voor wie die dat doet. Verder staat in de landelijke
handreiking duidelijk beschreven dat er een risicoscan en analyse uitgevoerd
moet worden in het vergunningstraject bij grootschalige en risicovolle
evenementen. Dit zie je in de regionale handreiking bij een klein deel van de
regio’s nadrukkelijk terugkomen en bij enkele regio’s maar mondjesmaat.
Naast deze verschillen is in sommige beleidsstukken ook niet geheel duidelijk
wat nu precies het verschil tussen een risicoscan en risicoanalyse is. Later in
dit eindstuk komt de structuur van het evenementenveiligheidsbeleid van de
regio’s aan bod en de verschillen en overeenkomsten met elkaar en met de
VRU.
De mate waarin de landelijke handreiking is meegenomen is vooral te
onderzoeken door daadwerkelijk de beleidsstukken door te nemen. Naast dat
de bevindingen in de voorgaande alinea’s beschreven zijn, zijn hier ook nog
interviewvragen over gesteld. Wat hieruit naar voren komt is dat dat de nut en
noodzaak van de landelijke handreiking zeker gezien wordt en dat de
respondenten zeker begrijpen dat hier een ‘regionaal sausje’ overheen wordt
Desk research (verschillende beleidsstukken): Verschil tussen risicoscan
–en analyse wordt in enkele beleidsstukken niet duidelijk
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs
1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs

Más contenido relacionado

Destacado

Destacado (6)

Legalização de documentos Yahoo
Legalização de documentos YahooLegalização de documentos Yahoo
Legalização de documentos Yahoo
 
201506151258
201506151258201506151258
201506151258
 
Diapositiva
DiapositivaDiapositiva
Diapositiva
 
Todos los niños...
Todos los niños...Todos los niños...
Todos los niños...
 
Enfermedad por Reflujo Gastroesofágico
Enfermedad por Reflujo GastroesofágicoEnfermedad por Reflujo Gastroesofágico
Enfermedad por Reflujo Gastroesofágico
 
Pdfs Internet(3)
Pdfs Internet(3)Pdfs Internet(3)
Pdfs Internet(3)
 

Similar a 1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs

Scriptie basslutter
Scriptie basslutterScriptie basslutter
Scriptie basslutterFrank Smilda
 
Scriptie basslutter
Scriptie basslutterScriptie basslutter
Scriptie basslutterFrank Smilda
 
Ed Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladvies
Ed Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladviesEd Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladvies
Ed Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladviesDriessen Research
 
Kansen en uitdagingen voor eStudybooks - Inez Westermann en Maarten Steenhuis...
Kansen en uitdagingen voor eStudybooks - Inez Westermann en Maarten Steenhuis...Kansen en uitdagingen voor eStudybooks - Inez Westermann en Maarten Steenhuis...
Kansen en uitdagingen voor eStudybooks - Inez Westermann en Maarten Steenhuis...SURF Events
 
Kindvriendelijke steden en gemeenten
Kindvriendelijke steden en gemeentenKindvriendelijke steden en gemeenten
Kindvriendelijke steden en gemeentenAmbrassade
 
Student peiling 2018
Student peiling 2018Student peiling 2018
Student peiling 2018PeterNafzger
 
finale versie Masterthesis Jimme Zoete s1883720 'Mag het een beetje meer zijn'
finale versie Masterthesis Jimme Zoete s1883720 'Mag het een beetje meer zijn'finale versie Masterthesis Jimme Zoete s1883720 'Mag het een beetje meer zijn'
finale versie Masterthesis Jimme Zoete s1883720 'Mag het een beetje meer zijn'Jimme Zoete
 
Diverse vervoersmogelijkheden in één app voor no brb
Diverse vervoersmogelijkheden in één app voor no brbDiverse vervoersmogelijkheden in één app voor no brb
Diverse vervoersmogelijkheden in één app voor no brbCROW
 
Geert Driessen et al. (2005) Van basis- naar voortgezet onderwijs
 Geert Driessen et al. (2005) Van basis- naar voortgezet onderwijs Geert Driessen et al. (2005) Van basis- naar voortgezet onderwijs
Geert Driessen et al. (2005) Van basis- naar voortgezet onderwijsDriessen Research
 
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Bart Litjens
 
Adrie Claassen, Geert Driessen et al. (2009). Naar meer leertijd voor Rotter...
 Adrie Claassen, Geert Driessen et al. (2009). Naar meer leertijd voor Rotter... Adrie Claassen, Geert Driessen et al. (2009). Naar meer leertijd voor Rotter...
Adrie Claassen, Geert Driessen et al. (2009). Naar meer leertijd voor Rotter...Driessen Research
 
Thesis Conflictmanagement eindversie Lucita Couto Gestal
Thesis Conflictmanagement eindversie Lucita Couto Gestal Thesis Conflictmanagement eindversie Lucita Couto Gestal
Thesis Conflictmanagement eindversie Lucita Couto Gestal Lucita Couto Gestal
 
Jaar 1 Selectie&Plaatsing: eerste uitkomsten effect-evaluatie en enquête - HO...
Jaar 1 Selectie&Plaatsing: eerste uitkomsten effect-evaluatie en enquête - HO...Jaar 1 Selectie&Plaatsing: eerste uitkomsten effect-evaluatie en enquête - HO...
Jaar 1 Selectie&Plaatsing: eerste uitkomsten effect-evaluatie en enquête - HO...HOlink
 
Scriptie Doorwerking Ladder voor duurzame verstedelijking Fiona Sinoo
Scriptie Doorwerking Ladder voor duurzame verstedelijking Fiona SinooScriptie Doorwerking Ladder voor duurzame verstedelijking Fiona Sinoo
Scriptie Doorwerking Ladder voor duurzame verstedelijking Fiona SinooFiona Sinoo
 
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie Driessen Research
 
OWD2010 - 3 - Geautomatiseerd risicoprofiel bepaling van inkomende studenten ...
OWD2010 - 3 - Geautomatiseerd risicoprofiel bepaling van inkomende studenten ...OWD2010 - 3 - Geautomatiseerd risicoprofiel bepaling van inkomende studenten ...
OWD2010 - 3 - Geautomatiseerd risicoprofiel bepaling van inkomende studenten ...SURF Events
 
Final scriptie tamarah collij publiek management
Final scriptie tamarah collij publiek managementFinal scriptie tamarah collij publiek management
Final scriptie tamarah collij publiek managementTwittercrisis
 

Similar a 1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs (20)

Scriptie basslutter
Scriptie basslutterScriptie basslutter
Scriptie basslutter
 
Scriptie basslutter
Scriptie basslutterScriptie basslutter
Scriptie basslutter
 
Ed Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladvies
Ed Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladviesEd Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladvies
Ed Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladvies
 
Kansen en uitdagingen voor eStudybooks - Inez Westermann en Maarten Steenhuis...
Kansen en uitdagingen voor eStudybooks - Inez Westermann en Maarten Steenhuis...Kansen en uitdagingen voor eStudybooks - Inez Westermann en Maarten Steenhuis...
Kansen en uitdagingen voor eStudybooks - Inez Westermann en Maarten Steenhuis...
 
Kindvriendelijke steden en gemeenten
Kindvriendelijke steden en gemeentenKindvriendelijke steden en gemeenten
Kindvriendelijke steden en gemeenten
 
Student peiling 2018
Student peiling 2018Student peiling 2018
Student peiling 2018
 
finale versie Masterthesis Jimme Zoete s1883720 'Mag het een beetje meer zijn'
finale versie Masterthesis Jimme Zoete s1883720 'Mag het een beetje meer zijn'finale versie Masterthesis Jimme Zoete s1883720 'Mag het een beetje meer zijn'
finale versie Masterthesis Jimme Zoete s1883720 'Mag het een beetje meer zijn'
 
Diverse vervoersmogelijkheden in één app voor no brb
Diverse vervoersmogelijkheden in één app voor no brbDiverse vervoersmogelijkheden in één app voor no brb
Diverse vervoersmogelijkheden in één app voor no brb
 
Geert Driessen et al. (2005) Van basis- naar voortgezet onderwijs
 Geert Driessen et al. (2005) Van basis- naar voortgezet onderwijs Geert Driessen et al. (2005) Van basis- naar voortgezet onderwijs
Geert Driessen et al. (2005) Van basis- naar voortgezet onderwijs
 
Safe_Future_Methodiek
Safe_Future_MethodiekSafe_Future_Methodiek
Safe_Future_Methodiek
 
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
 
Adrie Claassen, Geert Driessen et al. (2009). Naar meer leertijd voor Rotter...
 Adrie Claassen, Geert Driessen et al. (2009). Naar meer leertijd voor Rotter... Adrie Claassen, Geert Driessen et al. (2009). Naar meer leertijd voor Rotter...
Adrie Claassen, Geert Driessen et al. (2009). Naar meer leertijd voor Rotter...
 
Thesis Conflictmanagement eindversie Lucita Couto Gestal
Thesis Conflictmanagement eindversie Lucita Couto Gestal Thesis Conflictmanagement eindversie Lucita Couto Gestal
Thesis Conflictmanagement eindversie Lucita Couto Gestal
 
Jaar 1 Selectie&Plaatsing: eerste uitkomsten effect-evaluatie en enquête - HO...
Jaar 1 Selectie&Plaatsing: eerste uitkomsten effect-evaluatie en enquête - HO...Jaar 1 Selectie&Plaatsing: eerste uitkomsten effect-evaluatie en enquête - HO...
Jaar 1 Selectie&Plaatsing: eerste uitkomsten effect-evaluatie en enquête - HO...
 
Scriptie Doorwerking Ladder voor duurzame verstedelijking Fiona Sinoo
Scriptie Doorwerking Ladder voor duurzame verstedelijking Fiona SinooScriptie Doorwerking Ladder voor duurzame verstedelijking Fiona Sinoo
Scriptie Doorwerking Ladder voor duurzame verstedelijking Fiona Sinoo
 
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
 
OWD2010 - 3 - Geautomatiseerd risicoprofiel bepaling van inkomende studenten ...
OWD2010 - 3 - Geautomatiseerd risicoprofiel bepaling van inkomende studenten ...OWD2010 - 3 - Geautomatiseerd risicoprofiel bepaling van inkomende studenten ...
OWD2010 - 3 - Geautomatiseerd risicoprofiel bepaling van inkomende studenten ...
 
Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 2
Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 2Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 2
Aan de slag met cijfers en onderzoeken - deel 2
 
Afstudeerverslag Meten iBewustzijn
Afstudeerverslag Meten iBewustzijnAfstudeerverslag Meten iBewustzijn
Afstudeerverslag Meten iBewustzijn
 
Final scriptie tamarah collij publiek management
Final scriptie tamarah collij publiek managementFinal scriptie tamarah collij publiek management
Final scriptie tamarah collij publiek management
 

1. Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio's - Afstudeerraport Bram Jacobs

  • 2. Colofon Opdrachtgever Veiligheidsregio Utrecht Opleiding Integrale Veiligheidskunde Afstudeerbegeleiders Frank van Wijk – Veiligheidsregio Utrecht Jan Eberg – Hogeschool Utrecht Afstudeerperiode Februari 2014 t/m juni 2014 Contactgegevens Bram Jacobs bramjacobs90@live.nl b.jacobs@vru.nl www.vru.nl @BramJacobs90 Verantwoording afbeeldingen • Voorkant: Mumbai Festival, 2013, © X-Sense • Pagina 5, Lief Festival, 2013, © X-Sense • Pagina 14, Acht van Maartensdijk, 2014 , fotograaf; Jan Westbroek © Organisatiecomité ‘Maartensdijkse Acht’ • Pagina 61, bovenste foto: Oude Ambachtenmarkt Soest, 2014, • © Stichting Markt Oude Ambachten Soest • Pagina 63: Sinterklaasintocht Amersfoort, 2013, © Sint Nicolaas Comité Amersfoort • Pagina 57, Eemmeerloop, 2014, fotograaf; Ries de Beer, © Trimvereniging Quo Vadis
  • 3. Voorwoord Voor u ligt het eindrapport betreffende het afstudeeronderzoek ‘’Evenementenveiligheid in de Veiligheidsregio’s’’, uitgevoerd door student Integrale Veiligheidskunde Bram Jacobs, in opdracht van de Veiligheidsregio Utrecht, vanaf nu ook VRU genoemd in dit eindrapport. Na vier jaar is er door het inleveren van dit afstudeerproduct een einde gekomen aan een leuke –en leerzame tijd aan de opleiding Integrale Veiligheidskunde te Utrecht. In januari ben ik begonnen met afstuderen bij de VRU, waar na bijna 5 maanden een einde aan is gekomen. Hard is er gewerkt om te komen tot een volledig, uitgebreid en interessant eindproduct met mooie resultaten tot gevolg. Deze resultaten zijn tot stand gekomen door gebruik te maken van vele bronnen. Naast veel literatuur, beleidsstukken, de kennis die ik al had, en het uitvoeren van desk research zijn er ook enquêtes en interviews afgenomen. Ook heb ik veel personen in het ‘evenementenwereldje’ waarin ik me begeef gesproken over het thema in zijn algemeenheid en over mijn afstudeeronderzoek. Dit heeft geleidt tot veel interessante, leerzame en leuke gesprekken waar ik erg van heb genoten. Dank hiervoor! Zoals ik al noemde hebben veel literatuur, theorieën –en onderzoeksmethoden, personen/respondenten en gesprekken mij geholpen met het uitvoeren van het onderzoek. Het voorwoord wil ik graag gebruiken om deze personen te bedanken. Allereerst wil ik mijn begeleider vanuit de VRU, Frank van Wijk bedanken. Al 2 jaar lang voorziet Frank mij van interessante en nuttige informatie en heb ik al veel van hem geleerd. Ook bedank ik hem voor de kans om werkervaring op te doen bij de VRU. Naast Frank bedank ik de begeleider vanuit de Hogeschool Utrecht, Jan Eberg voor de fijne en goede begeleiding gedurende het afstudeertraject. Ook dank ik Jan voor de nuttige tips en feedback. Daarnaast wil ik alle respondenten bedanken. Zonder jullie was dit eindrapport niet geworden wat ik voor ogen had. Ik dank jullie voor de respons op de enquêtes en voor het sturen van de beleidsstukken. Vooral de respons op de enquête was massaal en erg leuk en leerzaam om te lezen. In het speciaal dank ik de zes respondenten die ik heb mogen interviewen. Ik dank hen voor de interessante en leuke gesprekken waar ik gedurende het afstudeeronderzoek erg veel aan heb gehad. Ook bedank ik de collega’s en andere bekenden uit mijn netwerk die mee hebben gelezen met dit eindrapport. Jullie nuttige en scherpe feedback was erg handig voor het optimaliseren van het eindrapport. Tot slot bedank ik mijn ouders, broer –en zus plus aanhang -en mijn vrienden en vriendin, die mij ook voorzien hebben van goede tips –en feedback en die mij gesteund hebben in vier jaar Integrale Veiligheidskunde. Na dit voorwoord, waarin ik vooral mensen bedank, wil ik benoemen dat u op de volgende pagina’s een samenvatting vindt met daarin de punten in vogelvlucht met hetgeen wat gedurende dit eindrapport beschreven wordt. De bijlagen die bij dit afstudeerproduct horen zijn bij de digitale versie van dit rapport toegevoegd als losse bijlagen. Erg trots en blij ben ik met het eindresultaat van dit afstudeerproduct. Ik wens u dan ook veel plezier met het lezen van mijn rapport. Bram Jacobs
  • 4. Samenvatting Publieksevenementen worden steeds complexer en massaler en vragen tegenwoordig veel aandacht van de overheids-/hulpdiensten en gemeenten. De gemeente verleend de vergunning betreffende een evenement terwijl de hulpverleningsdiensten (politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR)) de deskundigen zijn en de gemeenten voorzien van advies. Na de brief die in 2012 aan alle burgemeesters in het land gestuurd is (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2012) komt de aanbeveling om op een regionale en multidisciplinaire manier ‘evenementenveiligheidsbeleid’ op touw te zetten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd voor de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) en gaat in op de vraag hoe de verschillende Veiligheidsregio’s in het land het ‘evenementenveiligheidsbeleid’ hebben ingericht en vormgegeven en hoe op basis van die informatie de VRU zijn eigen regionale ‘beleid’ op de meest goede en effectieve manier kan verbeteren en implementeren. Voor dit onderzoeksrapport is een conceptueel model opgesteld, die alle begrippen die dit onderzoek behelst meeneemt. Dit conceptueel model vormt de leidraad van dit onderzoek terwijl de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011) het kader van dit onderzoek vormt. Door dit model en deze handreiking over de regio’s heen te leggen heeft dit onderzoek zijn vorm gekregen. In deze versie van dit rapport is het conceptueel model en de ballast vanuit de Hogeschool Utrecht weggelaten. Bij het tot stand komen van deze eindrapportage is input gevraagd van diverse respondenten uit de verschillende regio’s, verdeeld over de multidisciplinaire partners; politie, brandweer –en de GHOR. Naast een toetsing van de beleidsstukken van diverse regio’s (desk research) zijn de respondenten onderworpen aan een online enquête en enkele respondenten zijn geïnterviewd. In dit eindrapport zijn citaten van respondenten en informatie vanuit de beleidsstukken niet bij naam –en toenaam van de persoon en/of regio genoemd. Deze drie onderzoeksmethoden hebben geleidt tot interessante resultaten, waaruit blijkt dat er nog veel te leren en te winnen valt in het land betreffende het thema evenementenveiligheid. Naast de overige Veiligheidsregio’s in het land heeft ook de VRU een regionaal evenementenproces opgesteld (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). Dit ‘evenementenveiligheidsbeleid’ is tot stand gekomen door een multidisciplinaire projectgroep met vertegenwoordigers vanuit gemeenten en alle hulpdiensten. Het product dat door deze projectgroep is opgeleverd is een regionale handreiking evenementenproces (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) met daarin alle landelijke richtlijnen en facetten meegenomen. De landelijke processtappen heeft de VRU opgeknipt tot drie processtappen, wat heeft geleidt tot processchema’s, die ook aan dit eindrapport zijn toegevoegd. Naast de processtappen en de beschrijving daarvan zijn ook een begrippenlijst, de advisering, risicoanalyse, multidisciplinair overleg –en de ‘expertgroepen’ die zich bezig houden rondom evenementen nadrukkelijk meegenomen in de handreiking van de VRU. Op het moment van schrijven ligt deze handreiking voor aan het bestuur, en kan na het lezen van deze onderzoeksresultaten verbeterd –en op een goede en effectieve geïmplementeerd worden binnen de regio. Leuk zijn de resultaten van dit onderzoek betreffende de overige Veiligheidsregio’s in dit land. Bijna iedere regio (90%) heeft conform landelijke aanbevelingen ‘evenementenveiligheidsbeleid’ opgesteld wat heeft geleidt tot mooie opmerkelijk heden, overeenkomsten –en verschillen tussen de regio’s onderling, maar ook tussen verschillende regio’s en de VRU. Er zijn vele verschillen in de kwaliteit van beleid bij de verschillende regio’s en een klein deel van de regio’s houdt zich niet aan de landelijke richtlijnen en hierdoor
  • 5. ontstaat er in den landen veel verschil in de advisering bij evenementen en in hoe evenementen worden behandeld. Ook komt in het eindrapport erg goed naar voren hoe groot de rol van de gemeente is, en in welke mate de gemeente deze rol ook daadwerkelijk pakt. De gemeenschappelijke factoren in de vorm van trends, knelpunten/problemen, maatwerk, structuur –en uitvoering laten zien dat er veel overeenkomsten, -maar ook verschillen zijn in het land. De verschillen liggen dan ook vooral in de kwaliteit van regio’s en de kwaliteit van beleidsstukken, maar er komen gedurende dit eindrapport ook andere verschillen aan bod. Dit onderzoek kent meerdere conclusies over hetgeen wat er speelt betreffende evenementenveiligheid in ons land. Naast dat de regio’s de aanbevelingen vanuit het Ministerie goed oppakken en regionaal beleid zijn gaan maken zitten er wel vele verschillen in advisering en in hoe de landelijke richtlijnen worden overgenomen. Belangrijke conclusie is ook dat de rol van de gemeenten erg belangrijk is in het leerproces. Gemeenten moeten zich nog meer bewust worden van de nut en noodzaak van regionaal –en multidisciplinair samenwerken. Dit wordt nog te weinig gezien door de regio’s. Eindconclusie is dan ook dat er nog veel te leren valt met betrekking tot het thema evenementenveiligheid. De vijf aanbevelingen voor de VRU die dit onderzoek naar voren brengt richten zich op de kwaliteit van het regionale beleid en op regionale en landelijke kennisdeling en uniformiteit. Gedurende dit onderzoek is gebleken dat het erg belangrijk is om van elkaar te leren en elkaar te blijven betrekken rondom dit thema. Van elkaar leert men! De eindconclusies en de aanbevelingen vormen hetgeen waar de VRU en de overige Veiligheidsregio’s in het land van kunnen leren en gehoopt wordt dat dit eindrapport zorgt voor kwaliteitsverbetering en nieuwe inzichten in alle regio’s in het land. De bijlagen die dit eindrapport afsluiten dienen als aanvullende informatie aan dit eindrapport.
  • 6. Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenvatting 4 1 Onderzoek naar Evenementenveiligheid 8 1.1 Reden voor onderzoek 8 1.1.1 Inleiding 8 1.1.2 Aanleiding tot onderzoek 9 1.2 Doelstelling & Onderzoeksvragen 10 1.2.1 Doelstelling 10 1.2.2 Onderzoeksvragen 11 1.3 Definitie begrippen 11 2 Onderzoeksresultaten 15 2.1 Inleiding 15 2.2 Evenementenveiligheidsbeleid Veiligheidsregio Utrecht 15 2.2.1 Multidisciplinaire projectgroep 15 2.2.2 Behandelaanpak evenement / Advisering 16 2.2.3 Voor- en Veiligheidsoverleg 19 2.2.4 Regiegroep vs. Kerngroep Evenementenexperts 20 2.2.5 Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid 20 2.2.6 Digitale Tool / Webbased portal 21 2.2.7 Gemeenschappelijke factoren 21 2.2.8 Regio specifieke factoren 24 2.2.9 Status evenementenveiligheidsbeleid VRU 24 2.3 Evenementenveiligheidsbeleid overige Veiligheidsregio’s 25 2.3.1 Respondenten in kaart 25 2.3.2 Behandelaanpak evenement / Advisering 25 2.3.3 Voor- en Veiligheidsoverleg 30 2.3.4 Werkgroep & Regiegroep 31 2.3.5 Vertaling naar evenementenveiligheidsbeleid? 33 2.3.6 Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid 34 2.3.7 Verloop evenementenveiligheidsbeleid 36 2.3.8 Gemeenschappelijke factoren 37 2.3.9 Regio specifieke factoren 52 2.3.10 Tevreden regio’s? 53 2.4 Gemeenschappelijke factoren in evenementenveiligheidsbeleid VRU & overige Veiligheidsregio’s 54 2.4.1 Trends 54 2.4.2 Knelpunten / Problemen 54 2.4.3 Maatwerk 55 2.4.4 Structuur 55
  • 7. 2.4.5 Uitvoering 56 2.4.6 Al met al? 57 3 Conclusies 58 4 Aanbevelingen 62 Literatuurlijst 64 Bijlagen 68 Bijlage 1 – Respondenten in kaart 68 Bijlage 2 – Brief Ministerie Veiligheid & Justitie 68 Bijlage 3 – Procesmodel evenementenveiligheid Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid 68 Bijlage 4 – Regionale Handreiking Evenementenproces Veiligheidsregio Utrecht 68 Bijlage 5a – Processchema’s regionale Handreiking Evenementenproces Veiligheidsregio Utrecht 68 Stroomschema A evenement 68 Stroomschema B evenement 68 Stroomschema C evenement 68 Bijlage 5b – Infographics regionale Handreiking Evenementenproces Veiligheidsregio Utrecht 68 Infographic evenementen Overkoepelend 68 Infographic A evenement 68 Infographic B evenement 68 Infographic C evenement 68 Bijlage 6 – Enquêtevragen 68 Bijlage 7 – Voorbeeldvragen interview 68
  • 8. Pagina 8 Inspectierapport http://www.rijksoverheid.nl/doc umenten-en- publicaties/rapporten/2012/06/1 6/veiligheid-en- gezondheidsbescherming-bij- publieksevenementen-moeten- verbeteren.html Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid www.infopuntveiligheid.nl >Actuele dossiers >Evenement en veiligheid 1 Onderzoek naar Evenementenveiligheid 1.1 Reden voor onderzoek 1.1.1 Inleiding Bij evenementen zijn vaak grote mensenmassa´s aanwezig op een klein oppervlak. Dat brengt natuurlijk veiligheidsrisico’s met zich mee, wat een gedegen veiligheidsaanpak vergt. Soms gebeuren er rampen en ongelukken zoals in Duisburg (NOS, 2011), waar 21 personen verdrukt werden in de tunnel richting het evenemententerrein. Ook ging het in eigen land goed mis in de zomer van 2009. Tijdens een strandfeest in Hoek van Holland raakte bezoekers slaags met de politie, waarbij de politie schoot en er onder de bezoekers een dode viel (NU.nl, 2013)(van Duin, 2011). Een ander voorbeeld in eigen land zijn de lichte onderkoelingen van een flink aantal jongeren bij Dance Valley, die door vervoerschaos aan het einde van het dansfeest niet op tijd konden vertrekken, en in de kou moesten blijven wachten (van Duin, 2011) (NOS, 2001). Gelukkig zijn dergelijke gebeurtenissen zeldzaam. Er ´speelt´ echter wel veel in ons eigen land rondom evenementen en de veiligheid daar om heen. Vaker komt het bijvoorbeeld voor dat zich bij evenementen (kleine) incidenten voordoen, zoals aanhoudingen, excessen met drugs en bijvoorbeeld te weinig water bij het festival Lowlands. Moraal van het inleidende stukje hierboven is dat evenementen dus wel degelijk zorgen voor bepaalde risico’s. De stakeholders die hiermee van doen hebben moeten hier dus op inspelen. Evenementen vragen een gedegen voorbereiding vanuit alle hulpdiensten. Partijen die zich in de voorbereiding al met evenementen dienen te bemoeien zijn de organisator, gemeente, politie, brandweer, GHOR en de eventuele aanvullende diensten zoals bijvoorbeeld Rijkswaterstaat. Door multidisciplinair samen te werken beperk je de risico’s, wat kan bijdragen aan een veilig(er) verloop van een publieksevenement. Mede door incidenten die plaatsvinden bij verschillende evenementen in de wereld, in Europa, in Nederland -en ook in de regio Utrecht wordt evenementenveiligheid als een maatschappelijk probleem gezien. Dit vraagt daarom ook aandacht van de verschillende betrokkenen. De inspectie van Veiligheid en Justitie (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2014) heeft naar aanleiding van onder andere het inspectierapport ‘Veiligheid en gezondheidsbescherming bij publieksevenementen moeten verbeteren’ (Rijksoverheid, 2012) een brief gestuurd naar iedere burgemeester in ons land (Zie bijlage 2) (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2012). Belangrijkste aanbeveling die gegeven wordt in deze brief is het regionaal en multidisciplinair samenwerken betreffende evenementen. Dit heeft de aandacht getrokken van de verschillende Veiligheidsregio’s in het land. Veel regio’s zijn de kar gaan trekken om een multidisciplinair evenementenbeleid op touw te zetten. Zo ook de Veiligheidsregio Utrecht, die in dit stuk ook regelmatig de VRU wordt genoemd. Bij de totstandkoming van dit ‘evenementenveiligheidsbeleid’ worden de organisatoren, gemeenten, de politie, de brandweer en de GHOR betrokken. Het beleid in de verschillende regio’s wordt opgesteld door middel van gebruik te maken van de landelijke richtlijnen. Deze richtlijnen zijn te vinden in de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid, die in 2011 is opgeleverd, en dus ook het kader van dit onderzoek vormt (HEV, 2011). De VRU wil door middel van dit onderzoek inzichtelijk hebben wat de verschillende regio’s doen en hebben betreffende evenementenveiligheidsbeleid en advisering, hoe ze handelen, en over het
  • 9. Pagina 9 Inspectierapport http://www.rijksoverheid.nl/doc umenten-en- publicaties/rapporten/2012/06/1 6/veiligheid-en- gezondheidsbescherming-bij- publieksevenementen-moeten- verbeteren.html Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid www.infopuntveiligheid.nl >Actuele dossiers >Evenement en veiligheid onderwerp evenementenveiligheid denken. Ook wil de VRU bepaalde gemeenschappelijke factoren inzichtelijk maken zoals bijvoorbeeld trends en knelpunten binnen de regio’s. Het is belangrijk van elkaar te weten wat er al allemaal is rondom dit onderwerp, om te voorkomen dat je opnieuw ‘het wiel’ uit gaat vinden. Van elkaar leert men ten slotte en het is belangrijk en nuttig om de geleerde dingen en de informatie die er is over evenementenveiligheid met elkaar te delen. 1.1.2 Aanleiding tot onderzoek Gezondheid evenementenbezoekers onvoldoende gewaarborgd Over het algemeen verlopen tot op heden de evenementen in de regio Utrecht ordelijk en goed. Echter zijn er landelijk vele voorbeelden te noemen van evenementen waar het toch mis is gegaan. Daarom is een goed regionaal beleid betreffende evenementenveiligheid en uitvoering belangrijk. Uit de rapportage van de gezamenlijke inspecties van het IOOV (Inspectie Openbare Orde en Veiligheid), wat nu de Inspectie Veiligheid en Justitie is (Inspectie Veiligheid en Justitie, 2014) en het IGZ (Inspectie voor de Gezondheidszorg, 2014) gehouden in 2010/2011, is gebleken dat de gezondheid van evenementenbezoekers op het moment van uitbrengen van het rapport in 2012 onvoldoende gewaarborgd is (Rijksoverheid, 2012). Naar aanleiding van de aanbevelingen uit het inspectierapport zijn er Kamervragen gesteld waaruit bleek dat dit als een huidig maatschappelijk probleem wordt ervaren dat aangepakt dient te worden. Dit op landelijk en regionaal niveau. Na deze Kamervragen is er een brief gestuurd naar alle burgemeesters in het land vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2012). Grootste aanbeveling uit deze brief is om regionaal beleid te gaan maken. Deze brief vind je in bijlage 2. ACTIE! De aanbeveling vanuit het ministerie komt onder andere voort uit de in 2011 uitgebrachte Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011). Deze handreiking gaat uit van een integrale samenwerking tussen de verschillende betrokkenen partijen en is in 2012 landelijk vastgesteld door het Veiligheidsberaad. Naar aanleiding van deze landelijke handreiking is er ook een functioneel ontwerp ontwikkeld voor een webbased portal betreffende evenementenadvisering met daarin een kalenderfunctie. De systematiek voldoet ook aan de aanbevelingen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en zal volgens de landelijke handreiking zorgen voor uniformiteit, regeldrukvermindering, eenduidigheid en samenwerking tussen alle diensten. In dit onderzoek wordt er verder geen aandacht besteedt aan deze webbased portal. Wel is dit onderdeel van de landelijke handreiking. (HEV, 2011) Naast de ontwikkeling van deze webbased portal zijn de Veiligheidsregio’s hun beleid rondom evenementenveiligheid ook op papier gaan zetten. Er wordt dus wel degelijk actie ondernomen. Maar wat is er allemaal te vinden en beschikbaar in het land en in de verschillende regio’s aan evenementenveiligheidsbeleid? Hoe wordt er geadviseerd? En wat zijn de gemeenschappelijke factoren? Dat wordt in dit eindrapport beschreven. Multidisciplinair samenwerken? Het verlenen van de vergunningen voor evenementen is een verantwoordelijkheid van de burgemeester van de gemeente waar het evenement plaatsvindt. Ook is de burgemeester verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en voor de veiligheid -en volksgezondheid in zijn gemeente (HEV, 2011). De uitvoering van de ordehandhaving en de hulpverlening vallen onder de verantwoordelijkheid van de politie (Politie, 2014) en de Veiligheidsregio (met daarin vertegenwoordigd de brandweer (Brandweer, 2014) en de GHOR (GHOR, 2014) Vanwege de expertise van deze diensten is het van belang dat deze hulpverleningsdiensten ook nadrukkelijk
  • 10. Pagina 10 betrokken worden in hun adviserende rol bij de vergunning verstrekking. Daarom pleiten veel Veiligheidsregio´s er voor dat er een eenduidig proces/beleid ontwikkeld wordt met daarop aansluitend een integrale advisering richting gemeenten en organisatoren bij (grootschalige) evenementen. Dit eenduidige evenementenproces heeft de VRU gerealiseerd (zie bijlage 4) (Veiligheidsregio Utrecht, 2014), wat momenteel ter besluitvorming bij het Directieteam ligt. Overige regio’s zijn ook bezig met regionaal beleid, hebben dit al, of zijn de plannen hiervoor aan het maken. Dit wordt gedurende dit eindrapport beschreven. Wat wil de VRU? Naar aanleiding van de aanbevelingen vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie in 2012 (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2012) en het opgestelde evenementenbeleid met integrale advisering daarin (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) wil de VRU uitgezocht hebben hoe de andere regio’s in het land hun processen/beleid rondom dit onderwerp inrichten. De VRU wil dus weten wat er in het beleid staat, met welke insteek, of de multidisciplinaire advisering en landelijke richtlijnen zijn meegenomen, of de regio’s tevreden zijn, verschillen en overeenkomsten tussen deze regio’s, etc. Als kader wordt hiervoor de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid gebruikt (HEV, 2011), waar vooral ingezoomd wordt op het landelijke procesmodel evenementenveiligheid die je in bijlage 3 vindt (HEV, 2011). Uiteindelijk is de uitkomst dat door middel van dit onderzoek de (niet regio specifieke) gemeenschappelijke factoren in kaart worden gebracht en vervolgens worden toegespitst op de VRU. Met niet regio specifieke factoren wordt bedoeld de factoren die niet alleen in één bepaalde regio spelen zoals bijvoorbeeld trends en/of knelpunten. Een regio specifieke factor als de luchthaven Schiphol in de regio Kennemerland wordt bijvoorbeeld niet meegenomen. De Handreiking Evenementenveiligheid vormt dus de leidraad van het onderzoek, waarbij de verschillende regio’s de mogelijkheid hebben om een eigen ‘sausje’ over deze richtlijnen te gieten en dus af te wijken van het procesmodel te vinden in bijlage 3 (HEV, 2011). Gedurende dit onderzoek wordt kort samenvattend dus uitgezocht hoe de verschillende regio’s hun ‘evenementenveiligheidsbeleid’ hebben vormgegeven, hoe er advies wordt gegeven, -en wat er nog te leren valt met betrekking tot het interessante thema: ‘Evenementenveiligheid’. De gemeenschappelijke factoren plus de resultaten van dit onderzoek zullen uiteindelijk verklaard worden en eventueel te gebruiken zijn door de VRU bij de implementatie en/of verbetering van het evenementenproces. 1.2 Doelstelling & Onderzoeksvragen 1.2.1 Doelstelling Om een duidelijk kader te stellen voor dit onderzoek zijn er verschillende aspecten vastgesteld. Eén van die aspecten is de doelstelling. De doelstelling vormt de leidraad van dit onderzoek. Doelstelling onderzoek: Inzicht krijgen in op welke manier de 25 Veiligheidsregio’s in Nederland hun evenementenveiligheidsbeleid vormgegeven hebben, en hoe op basis van de gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren het evenementenveiligheidsbeleid voor de regio Utrecht geïmplementeerd kan worden.
  • 11. Pagina 11 1.2.2 Onderzoeksvragen Natuurlijk heeft dit onderzoek naast de doelstelling ook een vraag. Wat wordt er nu eigenlijk onderzocht? Naast de centrale onderzoeksvraag zijn er ook nog een aantal deelvragen opgesteld die in dit eindrapport beantwoord worden. Centrale onderzoeksvraag: Op welke manier hebben de 25 Veiligheidsregio’s in Nederland hun evenementenveiligheidsbeleid vormgegeven en hoe kan op basis van de gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren het evenementenveiligheidsbeleid voor de regio Utrecht geïmplementeerd worden? Deelvragen: 1. Op welke wijze heeft de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) zijn evenementenveiligheidsbeleid vormgegeven? 2. Hoe hebben de overige veiligheidsregio’s in ons land hun evenementenveiligheidsbeleid vormgegeven? 3. Wat zijn de gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren in het evenementenbeleid van de VRU en de overige Veiligheidsregio’s? 4. Hoe kan de VRU op basis van de gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren zijn evenementenbeleid verbeteren en implementeren? 1.3 Definitie begrippen Ten behoeve van eenduidigheid worden de volgende begrippen gedefinieerd: Veiligheidsregio Geografisch gebied waarin verscheidene besturen en diensten samenwerken op het terrein van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij rampen en handhaving van de openbare orde en veiligheid. (Stol, 2011, pp. 480) Wettelijke definitie: De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio, treffen een gemeenschappelijke regeling, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: veiligheidsregio. Bij de regeling, worden aan het bestuur van de veiligheidsregio de volgende taken en bevoegdheden overgedragen: • A. Het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crisis; • B. Het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crisis in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald; • C. Het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de taak van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen dat daarmee verband houdt; • D. Het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en crisisbeheersing; • E. Het instellen en in stand houden van een brandweer; • F. Het instellen en in stand houden van een GHOR; • G. Het voorzien in de meldkamerfunctie; • H. Het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel. • I. Het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f –en g genoemde taken. (Wvr, 2013) (Wetten.overheid.nl, 2014)
  • 12. Pagina 12 Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Onder de Veiligheidsregio Utrecht wordt een samenwerkingsverband tussen de 26 Utrechtse gemeenten op het gebied van brandweerzorg, (gemeentelijke) crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening verstaan. De VRU vormt de spil in een sterk netwerk van partners zoals de politie, defensie, gemeenten, ministeries, provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat, geneeskundige partners en natuurbeheer (Veiligheidsregio Utrecht, 2010) Behandelaanpak (publieks)evenement De Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011) gaat uit van de volgende definities per behandelaanpak/categorie, die ook voor dit eindrapport gelden: • Regulier evenement (A): ‘Evenement’, waarbij het (zeer) onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. • Aandacht evenement (B): ‘Evenement’, waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. • Risicovol evenement (C): ‘Evenement’ waarbij het (zeer) waarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. (HEV, 2011) Grootschalige publieksevenementen (C-evenement) De Expertcommissie Evenementen voor de regio Utrecht hanteert de volgende definitie van een grootschalig publieksevenement (Expertcommissie Evenementen, 2013) ‘’Een grootschalig (publieks)evenement is elke voor het publiek toegankelijke activiteit zoals vermaak, herdenkingen, sportmanifestaties, e.d., waar mensen zich in een bepaald tijdvak in/op een (meestal) begrensde (en eventueel beperkt) openbaar toegankelijke inrichting of terrein bevinden of bewegen, waarbij veiligheidsaandacht van de hulpdiensten wordt gevraagd’’ Evenementenveiligheidsbeleid Bij een evenement zijn veel organisaties en instellingen betrokken. Er is meestal niet één organisatie die haar wil kan opleggen aan de andere, ook de politie of gemeente niet. Bij evenementen is meestal een grote variëteit aan belangen in het geding. Ondanks deze uiteenlopende belangen zullen de betrokken er met elkaar iets van moeten maken. Juist veiligheid is een overkoepelend onderwerp dat allen kan binden. Het evenementenveiligheidsbeleid is hetgeen wat er in een regio en/of landelijk op een multidisciplinaire manier samengesteld is om alle processtappen vanaf de vergunningsaanvraag tot de evaluatie van het evenement goed te laten verlopen. (van Duin, 2011, pp. 438) (Evenementen) Advisering Een beredeneerde aanbeveling vanuit de adviseurs (bijvoorbeeld de hulpverleningsdiensten politie, GHOR, brandweer of overige disciplines) om een bepaalde keuze wel of juist niet te maken, gericht op vervanging of
  • 13. Pagina 13 aanvulling van de standaardvoorwaarden. Dit kan zowel monodisciplinair advies (individueel vakgebied) of multidisciplinair advies (aantal disciplines samen) behelzen. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) (Gemeenschappelijke) Factoren Gemeenschappelijke eigenschappen die de uitkomsten van het onderzoek beïnvloeden en die uiteindelijk verklaard worden. Deze gemeenschappelijke factoren zijn onder te verdelen in twee ‘fenomenen’, namelijk gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren en regio specifieke factoren. Bij dit onderzoek wordt vooral ingegaan op de gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren in de regio’s. Door praktijkervaring, opgedane kennis, gesprekken met de begeleiders vanuit school en vanuit de afstudeerplek –en de regionale handreiking van de VRU (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) is gekomen tot het begrip ‘gemeenschappelijke factoren’. Gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren Gemeenschappelijke eigenschappen die niet regio specifiek gericht zijn. Hiermee worden de algemene eigenschappen en verbanden tussen de regio’s bedoeld die dus niet regio specifiek zijn. De gemeenschappelijke factoren komen uit een combinatie van praktijkervaring, gesprekken bij de Hogeschool Utrecht en de VRU –en het bestuderen van de regionale handreiking (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). Naar een brainstormsessie zijn er vijf gemeenschappelijke factoren geformuleerd die gedurende dit onderzoek onderzocht worden. Gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren waar in dit onderzoek op ingezoomd wordt, zijn: • Trends: Een koers/ontwikkeling die zich gedurende een langere periode een bepaalde richting in beweegt. Hiermee worden in dit onderzoek de ontwikkelingen betreffende evenementenveiligheid en advisering bedoeld. (Wereld van Communicatie’s Weblog, 2014) • Knelpunten/problemen: Een probleem waardoor iets niet loopt zoals het zou moeten lopen. Hiermee wordt in dit onderzoek bijvoorbeeld een bepaald (opstoppings-)probleem in het evenementenveiligheidsbeleid bedoeld. Ook wel een bepaald knelpunt waar tegenaan wordt gelopen in de regio betreffende evenementenveiligheid en beleid. (Pro Jena, 2014) • Maatwerk: Het feit dat ieder evenement weer ‘anders’ is en dat daar een specifieke, professionele en deskundige kijk op moet zijn door –en voor iedere veiligheidspartner. Uitgezocht is in hoeverre dit ook in de verschillende regio’s speelt. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) • Structuur: Wijze waarop het eventuele evenementenveiligheidsbeleid is vormgegeven en hoe er gewerkt wordt. Ook is het belangrijk om te weten hoe taken zijn verdeeld en hoe afstemming tot stand is gebracht. Kader voor de structuur is de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011). In dit onderzoek is uitgezocht hoe de verschillende regio’s deze landelijke richtlijnen geïmplementeerd hebben of willen gaan implementeren. (HEV, 2011) • Uitvoering: Het in de praktijk brengen van het eventuele evenementenveiligheidsbeleid. Hiermee wordt in dit eindrapport bedoeld hoe de regio’s het beleid in de praktijk brengen. Hoe voeren ze het dus uit en werkt deze uitvoering? (Groot, 2014) Regio specifieke factoren Eigenschappen die gericht zijn op een bepaalde regio en dus regionaal prioriteit hebben. Voorbeelden hiervan zijn het water in Zeeland, de haven in de regio Rotterdam, het vliegveld Schiphol en het overschot aan ruimte in Flevoland, etc. Deze regio specifieke factoren zijn gedurende dit onderzoek in het kort meegenomen, en dus zijn er in de enquêtes en interviews maar een
  • 14. Pagina 14 aantal vragen over gesteld. Naderhand zijn deze regio specifieke factoren in kaart gebracht, en deze worden in dit eindrapport dan ook verklaard. Al met al hebben deze regio specifieke factoren weinig prioriteit in dit onderzoek. Het belangrijkste wat uitgezocht is zijn de gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren. Door praktijkervaring, opgedane kennis, gesprekken met de begeleiders vanuit school en vanuit de afstudeerplek –en de regionale handreiking van de VRU (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) is gekomen tot het begrip ‘regio specifieke factoren’. Verbetering/Implementatie evenementenveiligheidsbeleid VRU Dit begrip is een begrip die eigenlijk pas toe te passen -en verklaard kan worden naar afloop van dit onderzoek. De implementatie en/of verbetering van het evenementenveiligheidsbeleid van de VRU is te betrekken op de ‘lessons learned’ methode. Deze methode gaat er van uit dat er stil gestaan wordt bij de verschillende aspecten in het beleid van de verschillende regio’s en de VRU. Uiteindelijk komen uit de resultaten concrete lessen (Propellor, 2011). Uit de lessen en vergelijkingen die in de onderzoeksresultaten naar voren komen kan de VRU leren en/of zijn evenementenbeleid verbeteren en op een goede manier implementeren.
  • 15. Pagina 15 2 Onderzoeksresultaten 2.1 Inleiding Na beschreven te hebben over hoe het onderzoek nou precies uitgevoerd is, is het nu tijd voor het belangrijkste; de resultaten. In de hierop volgende paragrafen komen de resultaten van het onderzoek aan bod. Per deelvraag wordt er zo goed mogelijk antwoord gegeven op basis van de informatie die vanuit de desk research, de enquêtes –en de interviews is gekomen. In de beantwoording van de deelvragen lopen soms resultaten uit de interviews rechtstreeks door de resultaten van de desk research en/of enquêtes heen. Hier is bewust voor gekozen om niet steeds in herhaling te vallen en omdat de informatie uit de interviews de informatie uit de enquêtes of desk research vaak op een goede en interessante manier aanvulde. Per deelvraag wordt er een korte inleiding geschreven over wat er nu precies bedoeld wordt met de desbetreffende vraag. Deelvraag 4, die gaat over hoe de VRU eventueel zijn eigen evenementenveiligheidsbeleid kan verbeteren en implementeren wordt beschreven in de conclusies en in de aanbevelingen. 2.2 Evenementenveiligheidsbeleid Veiligheidsregio Utrecht Naar aanleiding van de aanbevelingen vanuit het Ministerie van Veiligheid & Justitie om op een regionale manier ‘beleid’ te gaan maken heeft ook de regio Utrecht een project opgestart om de processen te stroomlijnen en om het adviseringsproces voor hulpdiensten te concretiseren en verduidelijken. Een multidisciplinaire projectgroep, met daarin vertegenwoordigers vanuit de gemeenten, politie, brandweer, GHOR en de VRU, heeft gedurende het jaar 2013 gewerkt aan het ‘Project Evenementenproces’ (PEP) met als eindresultaat een handreiking regionaal evenementenproces (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). Deze handreiking is opgesteld voor gemeenten en hulpdiensten om de processen bij een evenement vanaf de aanvraag tot de evaluatie daarvan kwalitatief nog beter te laten verlopen. Als kader is hierbij de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011) gebruikt en zijn alle categorieën (A, B –en C) meegenomen. Op de volgende pagina’s wordt beschreven hoe het evenementenbeleid van de VRU tot stand is gekomen, in elkaar zit, -en welke factoren uit het ‘evenementenveiligheidsbeleid’ komen rollen. De gehele regionale handreiking evenementenproces met de processchema’s, is als bijlage toegevoegd aan dit afstudeerrapport. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) Deze bijlagen vindt je bij bijlage 4 en 5 van dit afstudeerrapport. In de digitale versie zijn deze bijlagen los bijgevoegd. Bij aanvraag kunnen de overige bijlagen uit de regionale handreiking nagezonden worden (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). 2.2.1 Multidisciplinaire projectgroep Naar aanleiding van de in 2011 uitgebrachte Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011) en de in 2012 volgende brieven vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie (zie bijlage 2) is de aanbeveling om regionaal beleid te maken betreffende evenementenveiligheid ook opgepakt door de VRU. De VRU is de kar gaan trekken om een multidisciplinair evenementenbeleid op te zetten. Er is eind 2012 een multidisciplinair projectteam gevormd die is gaan werken aan een regionale handreiking / werkwijze. Dit projectteam is er nog steeds en bestaat uit vertegenwoordigers vanuit de politie, brandweer, GHOR, Veiligheidsregio en de gemeenten (zie inzet). Bij de gemeenten is hierbij gekozen voor een grote, middelgrote –en
  • 16. Pagina 16 kleine gemeente. De handreiking is het eindproduct, wat vooral gericht is op hoe een evenement per dienst behandeld moet worden vanaf de aanvraag tot de evaluatie daarvan, en is vooral faciliterend richting gemeenten. Het project draagt de naam ‘Project Evenementenproces’, ook wel PEP genoemd. 2.2.2 Behandelaanpak evenement / Advisering Een bepaalde categorie van een evenement moet ook op een bepaalde wijze behandeld worden (A,B – of C behandelaanpak, zie onderzoeksbegrippen). Het is belangrijk om dit proces goed uit te stippelen zodat het duidelijk is voor iedere multidisciplinaire partner. De advisering van de hulpdiensten is hierbij erg belangrijk. Steeds vaker komt de aanbeveling aan bod om multidisciplinair te gaan adviseren betreffende evenementen. Nu is de multidisciplinaire projectgroep hier over gaan spreken. Het evenementenbeleid van de regio Utrecht moet natuurlijk ook iets met de advisering van de hulpdiensten richting de gemeenten. Hierbij zijn goed de wensen van de gemeenten gehoord. Uiteindelijk is er een procesaanpak per categorie evenement uitgekomen, die hierna ook kort per behandelaanpak beschreven wordt. Hierbij is ook gebruik gemaakt van een deel van de processchema’s. Dit om het visueel duidelijker te maken. Er is hierbij bijvoorbeeld gebruik gemaakt van voorbeelden per een bepaalde adviesdienst. De processchema’s zijn in het geheel te vinden in bijlage 5. Het is raadzaam deze te raadplegen. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) A-categorie evenement (regulier evenement) Als er uit de risicoscan van de gemeente een regulier evenement komt wordt er monodisciplinair geadviseerd richting de gemeenten. De evenementenadviseur per dienst toetst de aanvraag en de planvorming binnen het eigen vakgebied en zorgt voor een standaard advies of een maatadvies. Bij de gemeenten liggen standaard vergunningsvoorwaarden die gebruikt kunnen worden bij een standaard advies. Bij een maatadvies levert de adviseur zijn advies aan bij de desbetreffende gemeente. De gemeente kan naar een laatste check de vergunning op gaan maken. Op de volgende pagina ziet u hoe de brandweer bijvoorbeeld handelt bij een A-categorie evenement. De overige diensten doen hetzelfde, alvorens de gemeente de vergunning kan verlenen.
  • 17. Pagina 17 B-categorie evenement (aandacht evenement) Uit de risicoscan die de gemeente uitvoert komt een behandelaanpak rollen. In het geval van een B-categorie evenement ontvangen de hulpdiensten de aanvraag en de planvorming. De hulpdiensten voeren een risicoanalyse uit en beoordelen de plannen van de organisatie. Hierna volgt een monodisciplinair advies en voorwaarden vanuit iedere hulpdienst. Deze adviezen worden hierna besproken in een multidisciplinair vooroverleg. Dit is maatwerk. Er hoeft niet bij ieder evenement een vooroverleg of veiligheidsoverleg gevoerd te worden. De regie ligt hierbij bij de gemeente. In dit overleg worden de adviezen gedeeld waar de evenementen organisatie mee aan de slag kan. Na het aanpassen van de plannen naar aanleiding van de adviezen kan een multidisciplinair veiligheidsoverleg plaatsvinden, waarin de laatste puntjes op de ‘i’ worden gezet. Uiteindelijk worden de monodisciplinaire adviezen gebundeld tot één multidisciplinair advies alvorens de gemeente de vergunning kan gaan verlenen na een laatste check uitgevoerd te hebben. Uiteindelijk volgt er natuurlijk een evaluatie van het evenement. Hieronder ziet u hoe de GHOR en de brandweer handelen bij een B-categorie evenement, en wat er gebeurd bij een multidisciplinair overleg en hoe de adviezen gebundeld worden tot een multidisciplinair advies.
  • 18. Pagina 18 C-categorie evenement (risicovol evenement) Als er uit de risicoscan van de gemeente een C behandelaanpak evenement komt rollen heeft de gemeente de mogelijkheid om de ‘kerngroep evenementen experts’ in te schakelen. Er wordt dan een multidisciplinaire kerngroep opgetuigd die het evenement op een multidisciplinaire en deskundige manier gaat behandelen en dus ook zorgt voor een multidisciplinair advies. Kiest de gemeente hier niet voor, dan worden de zelfde eerste stappen als bij een B-evenement gevolgd. Per hulpdienst wordt een risicoanalyse uitgevoerd en worden de plannen beoordeeld. Uiteindelijk komt er dus een monodisciplinair advies uit rollen die besproken wordt in het multidisciplinair vooroverleg. Na dit multidisciplinair vooroverleg worden de adviezen meegenomen en de planvorming aangepast door de organisatie. Hierna worden deze aangepaste plannen besproken in het multidisciplinair veiligheidsoverleg, waar duidelijke afspraken worden gemaakt en de puntjes op de ‘i’ worden gezet. Ook wordt er een operationeel plan opgezet op een multidisciplinaire manier. Hierin staan alle afspraken tussen alle multidisciplinaire partners vermeld. Uiteindelijk worden de adviezen gebundeld tot een multidisciplinair advies en aangeboden aan de gemeente. De gemeente voert een laatste check uit en kan de vergunning gaan verlenen. Na het evenement volgt een multidisciplinaire evaluatie. Op deze en de volgende pagina is te zien hoe de diensten handelen naar aanleiding van de risicoscan, hoe de vooroverleggen in elkaar steken en hoe uiteindelijk de monodisciplinaire adviezen gebundeld worden tot multidisciplinaire adviezen. Het gehele proces vindt u in bijlage 5. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014).
  • 19. Pagina 19 2.2.3 Voor- en Veiligheidsoverleg Er wordt in het evenementenveiligheidsbeleid van de VRU onderscheid gemaakt in een voor –en veiligheidsoverleg. Een multidisciplinair vooroverleg vindt plaats voor het multidisciplinair veiligheidsoverleg. In de tussentijd heeft de organisator de kans om de adviezen te verwerken in de planvorming. Een multidisciplinair vooroverleg wordt bij een groot B-evenement en bij een C-evenement georganiseerd door de gemeente. Ook de organisator kan een overleg aanvragen. Tijdens het vooroverleg presenteert de evenementenorganisator zijn plannen waarover de adviesdiensten een advies geven. Ook wordt er al kort advies gegeven over de planvorming die er al ligt. Na dit overleg kan de organisator de adviezen verwerken en aan de slag met de definitieve planvorming. Het kan zo zijn dat er tussendoor veel contact is tussen de organisator en de hulpdiensten. Na het multidisciplinair vooroverleg volgt het veiligheidsoverleg. Een multidisciplinair veiligheidsoverleg wordt ook bij een groot B-evenement en bij een C-evenement georganiseerd door de gemeente. Tijdens dit overleg komen de adviesdiensten voor de laatste keer bij elkaar. Doel van het overleg is om na te gaan hoe de adviezen zijn verwerkt door de evenementenorganisator in de planvorming. Ook worden er in dit overleg afspraken gemaakt voor vervolgacties (bijvoorbeeld een table-top of het houden van een schouw). Bij dit overleg kan de evenementenorganisator ook uitgenodigd worden om de bijgestelde plannen toe te lichten. Na dit overleg moet de planvorming definitief en volledig zijn. Hierna worden ook de adviezen gebundeld tot een multidisciplinair advies, en kan de vergunning opgemaakt en verleend worden. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
  • 20. Pagina 20 Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid www.infopuntveiligheid.nl >Actuele dossiers >Evenement en veiligheid 2.2.4 Regiegroep vs. Kerngroep Evenementenexperts In het evenementenveiligheidsbeleid van de VRU (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) wordt ook onderscheid gemaakt in een regiegroep en een kerngroep evenementen. Deze groepen bestaan beide uit vertegenwoordigers die zich veel met evenementen bezig houden en hier ook een hoge mate van kennis en expertise van hebben. De regiegroep evenementen bestaat uit vertegenwoordigers van adviseurs vanuit de gemeenten en hulpdiensten. De regiegroep houdt regionale en landelijke ontwikkelingen bij van het evenementenveiligheidsbeleid en is er om bijvoorbeeld trends en knelpunten te signaleren. Ook zullen zij er zorg voor dragen dat het opgestelde evenementenbeleid op een goede manier geïmplementeerd wordt bij de gemeenten. Dit bijvoorbeeld door het organiseren van een themadag evenementen, voor vooral de behandeld ambtenaren bij de gemeenten. De kerngroep evenementenexperts is op aanvraag beschikbaar en georganiseerd vanuit de regiegroep. De gemeente kan er voor kiezen om een categorie C-evenement te laten behandelen door de kerngroep. Zij zijn er dus voor het ondersteunen van de lokale adviseurs (het is dus geen vervanging!). De kerngroep wordt opgesteld door de regiegroep en zal bestaan uit adviseurs per discipline, die veel expertise hebben in evenementenveiligheid. Uiteindelijk wordt in samenwerking met de gemeente en organisatie gekomen tot een multidisciplinair advies die de gemeente kan meenemen in zijn vergunning. De twee groepen staan in nauw contact met elkaar en houden elkaar continue op de hoogte. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) 2.2.5 Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid In 2011 is de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid opgeleverd (HEV, 2011), die ook het kader voor dit onderzoek vormt. Deze Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid is voortgekomen naar aanleiding van het rapport ‘’Veiligheid en gezondheidsbescherming bij publieksevenementen moeten verbeteren’’ vanuit het IOOV en het IGZ (Rijksoverheid, 2012). Belangrijkste aanbevelingen vanuit deze rapportage waren om regionaal beleid te gaan maken en ook om multidisciplinair samen te gaan werken. Deze aanbevelingen waren de aanleiding om een landelijke handreiking op te stellen, waarbij uit gegaan wordt van een landelijk procesmodel die in bijlage 3 te vinden is (HEV, 2011). Het is de bedoeling dat de verschillende Veiligheidsregio’s dit landelijke procesmodel toe spitsen op hun regio. Dit heeft de VRU dan ook gedaan. De VRU heeft gekozen om de processtappen vanuit de landelijke handreiking (zie bijlage 3) (HEV, 2011) te bestuderen en te bespreken in de projectgroep die de regionale handreiking moest opleveren. Uiteindelijk is er een eerste opzet gemaakt voor de processchema’s voor de regio Utrecht. Hierbij waren de processtappen vanuit de landelijke handreiking opgeknipt in 5 stappen. Uiteindelijk is er aanpassing naar aanpassing bijgekomen vanuit de projectgroep en uiteindelijk is er gekomen tot de definitieve processchema’s. De richtlijnen vanuit de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011) zijn meegenomen in deze schema’s. Er is uiteindelijk gekozen voor drie processtappen in plaats van zeven. De processchema’s vindt u in bijlage 5. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) Naar aanleiding van de conceptversie van de regionale handreiking evenementenproces (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) en de processchema’s is er een sessie gepland met adviseurs vanuit het adviesbureau VDMMP (VDMMP, 2014) en tevens schrijvers van de landelijke handreiking, Niek van As en Roy Johannink (HEV, 2011) (VDMMP, 2014) (Johannink, 2014) (As, 2013). Deze
  • 21. Pagina 21 heren hebben bekeken of de regionale handreiking wel ‘’HEV-proof’’ is. Na een interessante sessie waarbij de heren tevreden waren over de regionale handreiking, zijn de op –en aanmerkingen verwerkt in de handreiking, die momenteel dus ‘’HEV-proof’’ is. 2.2.6 Digitale Tool / Webbased portal De regio Utrecht is voornemend om te gaan werken met een digitale tool / webbased portal met kalenderfunctie. Er is een ‘vergelijkend warenonderzoek’ geweest tussen twee systemen en de vertegenwoordigers van deze systemen hebben hun ‘product’ gepresenteerd voor de projectgroep en voor de uitgenodigde behandeld ambtenaars van alle gemeenten in de regio. Uiteindelijk is er een voorstel opgesteld om één van de twee systemen aan te schaffen. Dit traject loopt momenteel nog. Het gaat hierbij om een digitale tool rondom evenementaanvragen, die als doel heeft uniformiteit en regeldrukvermindering te genereren voor alle partners. Het systeem werkt multidisciplinair en zal dus zorgen voor een soepeler vergunningstraject. Het systeem is door alle partners te gebruiken en de aanvrager (de organisatie) vraagt een vergunning aan bij de gemeente, die de adviesdiensten weer om advies kan vragen. De VRU wil een zo hoog mogelijke efficiency winst behalen en pleit daarom voor één systeem. Vandaar dat er een voorstel ligt bij het bestuur. Dit traject loopt momenteel dus nog, maar de VRU is voornemend om te gaan werken met een dergelijke digitale tool. (Veiligheidsregio Utrecht, 2011) 2.2.7 Gemeenschappelijke factoren In dit onderzoek worden de gemeenschappelijke niet regio specifieke factoren verklaard en beschreven tussen de verschillende regio’s die ons land kent. Ook bij de totstandkoming van het evenementenveiligheidsbeleid van de VRU zijn er bepaalde factoren die een grote rol spelen. Hierbij is onderscheid gemaakt in de factoren trends, knelpunten, maatwerk, structuur en uitvoering. Deze worden één voor één kort besproken, toegespitst op de situatie in de regio Utrecht. Trends Trends worden gedurende dit onderzoek beschreven als ontwikkelingen die zich een gedurende een langere periode een bepaalde richting in bewegen en die gericht zijn op evenementenveiligheid en beleid (Wereld van Communicatie’s Weblog, 2014). Op het gebied van evenementen spelen een hoop trends. Evenementenveiligheid is echt een onderwerp dat steeds meer aandacht krijgt. Dit heeft ook te maken met incidenten die zich voor hebben gedaan bij verschillende evenementen zoals bijvoorbeeld Duisburg, Pukkelpop en Hoek van Holland. Een trend die in de regio Utrecht veel speelt is dat er tegenwoordig veel aandacht wordt besteed aan crowdmanagement & control. Dit is een onderwerp die bij vrijwel ieder (risicovol) evenement de revue passeert. Naast trends in evenementenland zoals crowdmanagement en bijvoorbeeld alcohol –en drugsgebruik (NIX18, 2014) spelen er ook andere trends in de regio Utrecht. Deze trends zijn vooral gericht op organisaties en gemeenten. Een trend die speelt is het bewustmaken van organistoren en gemeenten van het belang van evenementenveiligheid en beleid daar omtrent. Veel gemeenten zien de nut en noodzaak van de regionale aanpak (nog) niet in en mengen zich er dus niet in, terwijl organisatoren het thema veiligheid laag op de agenda hebben staan, veelal in verband met de hoge kosten. Aanvullend hier aan is het ook een trend dat veel gemeenten geen advies vragen bij de hulpdiensten betreffende een aantal evenementen. Het is dus een grote
  • 22. Pagina 22 uitdaging om de gemeenten en organisatoren bewust te maken van de nut en noodzaak van het belangrijke onderwerp evenementenveiligheid. Knelpunten/Problemen De trend die hierboven besproken is, vormt ook meteen het knelpunt/probleem voor de regio Utrecht. Doordat veel gemeenten de nut en noodzaak van het ‘evenementenveiligheidsbeleid’ niet inzien wordt er niet eenduidig en effectief genoeg gewerkt in de regio. De hulpdiensten krijgen te maken met gemeenten die wel adviezen vragen over bepaalde evenementen en gemeenten die dit juist niet doen. Zo krijg je een onvolledig beeld van de evenementen die spelen in de regio en dus ook een onvolledige evenementenkalender. Naast dat er niet om advies gevraagd wordt, wordt er in de verschillende gemeenten ook weer verschillend gewerkt. Zo heb je veel verschil in kwaliteit van werkwijzen en veel verschil in de kwaliteit van de evenementen zelf. Er wordt momenteel door de VRU veel geïnvesteerd in het contact met de gemeenten. Dit bijvoorbeeld door het organiseren van leuke themabijeenkomsten waarbij interessante sprekers hun verhaal doen over verschillende onderwerpen rondom het thema evenementenveiligheid. Dit knelpunt is meteen ook een grote uitdaging. Hoe maak je de verschillende gemeenten en organisatoren de nut en noodzaak van multidisciplinair regionaal evenementenbeleid duidelijk!? Een knelpunt en uitdaging waar dus veel in geïnvesteerd wordt binnen de VRU. Maatwerk Ieder evenement is weer anders en heeft andere risico’s. Daarom is het belangrijk dat een evenement een aanpak vergt van alle hulpdiensten waarbij een professionele en deskundige kijk is op dit evenement en zijn risico’s (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) Ieder evenement moet weer anders benaderd worden met behulp van maatwerk. Je kunt een evenement natuurlijk op verschillende manieren benaderen. De VRU heeft in zijn evenementenveiligheidsbeleid opgenomen dat het meer gebruik gaat maken van een risicoanalyse bij grote B –en C evenementen. Zo krijg je per evenement de verschillende risico’s in kaart waar je, je maatregelen op kunt nemen. Bij een A-evenement wordt er minder maatwerk geleverd als bij een B –en C evenement. Bij een regulier (A) evenement wordt er veelal gebruik gemaakt van standaard voorwaarden, terwijl bij de grote B – en C evenementen dus een risicoanalyse wordt ingevuld. Deze risicoanalyse bestaat uit twee delen. Allereerst zijn er twee werkbladen voor het beoordelen van de waarschijnlijkheid van incidentscenario’s en het beoordelen van de impact. Op basis van deze werkbladen volgt er een risicodiagram met de samenvatting van de risicoanalyse met daarin eventuele maatregelen. Hier wordt een evenement dus los en onafhankelijk behandeld, maatwerk dus. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) Ook een vorm van maatwerk is het voeren van voor –en veiligheidsoverleg. De gemeenten heeft hier vaak de regie. Er wordt maatwerk geleverd door middel van multidisciplinair in te schatten of een voor –of veiligheidsoverleg bij een B-evenement nodig is of niet. Heeft de organisatie zijn zaken bijvoorbeeld goed op orde, zijn twee overleggen niet nodig, en volstaat één overleg. Dit vereist maatwerk, professionaliteit en inschattingsvermogen per discipline. Bij een C-evenement wordt er wel standaard een voor –en veiligheidsoverleg gevoerd. De gemeenten beginnen deze stappen uit de regionale handreiking steeds meer over te nemen. Al met al wordt er maatwerk gevoerd in de regio, maar mag er nog meer afstemming zijn tussen alle multidisciplinaire partners. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014)
  • 23. Pagina 23 Structuur Met de structuur wordt de wijze waarop het evenementenveiligheidsbeleid van de VRU is vormgegeven bedoeld. (HEV, 2011) (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) Ook wordt er mee bedoeld met welke insteek het evenementenbeleid is ingestoken. Belangrijk hierbij is het om te weten hoe de taken zijn verdeeld en hoe afstemming tot stand is gebracht. Kader voor de structuur is de eerder beschreven landelijke handreiking (HEV, 2011). Hoe het evenementenbeleid van de VRU is vormgegeven is al beschreven op de vorige pagina’s. Er wordt gewerkt aan de hand van processchema’s per behandelaanpak evenement (A, B –en C). Per behandelaanpak bestaan er weer andere voorwaarden en stappen die doorlopen moeten worden. Sleutelwoord hierbij is maatwerk. Ieder evenement wordt weer onafhankelijk behandeld met een professionele en deskundige kijk. De insteek van het evenementenbeleid is gericht op de processtappen vanuit de landelijke handreiking (HEV, 2011). Echter heeft de VRU de zeven processtappen uit de landelijke handreiking opgeknipt in drie processtappen. De regionale handreiking voor de regio Utrecht is met een multidisciplinaire insteek gemaakt en dus zijn alle partners meegenomen. De gemeenten zijn hierbij erg belangrijk omdat zij deze werkwijze moeten implementeren en regievoerder zijn met betrekking tot de evenementen. In de processchema’s kun je precies zien welke taken een bepaalde discipline heeft bij een bepaalde processtap. Een handige manier om te zien in welke fase je precies zit bij het verlenen van een evenementen vergunning. Om deze structuur goed te laten verlopen zal er goed samengewerkt moeten worden met elkaar en zal er veel afstemming gezocht moeten worden. Dit is meteen ook een uitdaging voor de VRU. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) Naast onder andere de processchema’s is er in de uitgebreide handreiking (zie bijlage 4) een aanleiding en begrippenlijst opgesteld en is het doel van de handreiking beschreven. Hierna wordt kort de landelijke handreiking, digitale tool en risicoanalyse besproken. Hierna wordt er in ‘Jip en Janneke’ taal beschreven wie wat doet en voor wie bij welke processtap. Er wordt afgesloten met een juridisch hoofdstuk en met bijlagen zoals een opzet voor een multidisciplinair operationeel plan. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). Deze bijlagen uit de regionale handreiking, kunnen bij aanvraag nagezonden worden. Uitvoering Met de uitvoering wordt bedoeld hoe het evenementenveiligheidsbeleid in de praktijk wordt gebracht, hoe het dus uitgevoerd wordt. Voor de regio Utrecht is dit nog niet van toepassing. Momenteel ligt het evenementenbeleid voor aan het bestuur van de VRU, die deze moet behandelen. De verschillende gemeenten in de regio zijn wel op de hoogte van de regionale handreiking en hebben ook meegelezen met de totstandkoming. Ook hebben verschillende gemeenten op –en aanmerkingen doorgegeven en vragen gesteld. Er wordt door de VRU op een multidisciplinaire manier geïnvesteerd in gemeenten. De VRU probeert de gemeenten bewust te maken van het belang van deze regionale werkwijze en hoopt dan ook dat iedere gemeente in de regio Utrecht deze werkwijze zich eigen gaat maken. Hier ligt zoals eerder al aangegeven een grote uitdaging. Mocht de regionale handreiking vastgesteld zijn door het Algemeen Bestuur dan zal er veel tijd geïnvesteerd worden in de implementatie bij gemeenten. Er zal veel contact zijn met gemeenten en de uiteindelijke handreiking zal in een bijeenkomst gepresenteerd worden. Ook met betrekking tot de implementatie van de digitale tool worden de gemeenten nadrukkelijk betrokken. De gemeenten weten wat er speelt en wat er aan zit te komen. Het
  • 24. Pagina 24 is voor de VRU van belang dat ze voldoende tijd hier aan besteden en de gemeenten goed op de hoogte houden. Zo zorg je bij vaststelling van de ‘regionale werkwijze’ voor een zo goed mogelijke uitvoering en implementatie. Natuurlijk gericht op een goede multidisciplinaire samenwerking tussen alle partners. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) 2.2.8 Regio specifieke factoren Niet iedere regio in het land heeft de zelfde eigenschappen waar het rekening mee dient te houden. Zo heeft iedere regio dus zijn specifieke factoren rondom evenementen. Zo ook de regio Utrecht. Regio specifieke factoren worden aangeduid als eigenschappen die regionaal prioriteit hebben, zoals het water in Zeeland en het overschot aan ruimte in Flevoland. Deze regio specifieke factoren worden in dit onderzoek kort meegenomen en benoemd. Ook de regio Utrecht heeft een aantal regio specifieke factoren betreffende evenementen. Een voorbeeld hiervan is de aanwezigheid van de Jaarbeurs. In deze grote evenementenhal worden veel grote evenementen en beurzen gehouden. Dit heeft weer impact op bijvoorbeeld de toevoerwegen, etc. Naast de Jaarbeurs is Utrecht natuurlijk een centraal gelegen stad. In de regio is veel beweging in verkeer en mobiliteit en dus moet de infrastructuur goed zijn. Utrecht Centraal is één van de grootste treinstations van Nederland en het meest centraal gelegen. Dat bekend dat je de bereikbaarheid in de regio goed geregeld moet hebben. Ook is de regio Utrecht een grote regio met 26 gemeenten. Dit zorgt natuurlijk voor veelzijdigheid van beleid en werkwijzen rondom het thema evenementenveiligheid. Dit zorgt in de regio Utrecht ook meteen voor een knelpunt. Het is een uitdaging om op een goede, eenduidige en effectieve manier samen te werken met deze gemeenten. Hier moet de uiteindelijke regionale handreiking evenementenproces voor zorgen. (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) 2.2.9 Status evenementenveiligheidsbeleid VRU Momenteel is de opgestelde regionale handreiking evenementenproces af in eindconcept en te vinden in bijlage 4 (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). De gemeenten en de verschillende expertgroepen evenementen hebben de handreiking gelezen en hier opmerkingen –en vragen over gesteld. Deze opmerkingen –en vragen zijn verwerkt in het uiteindelijke eindconcept die nu voor ligt aan het Directieteam (DT). Naar verwachting wordt de handreiking binnen enkele maanden vastgesteld en kan deze geïmplementeerd worden bij de gemeenten. Dit geldt ook voor de digitale tool. Ook het voorstel voor de aanschaf van één van de twee systemen ligt bij het Directieteam. Als de handreiking is vastgesteld wordt er een bijeenkomst gepland met alle partners waarin de handreiking officieel gepresenteerd en doorlopen wordt. De gemeenten worden hierbij continue op de hoogte gehouden en er is veel contact met de behandelend ambtenaar. Er speelt in de regio Utrecht dus veel rondom evenementenbeleid. De regio is er hard mee bezig en investeert veel tijd in het multidisciplinair samenwerken en in het contact met de gemeenten. Met als doel om een eenduidige, effectieve, mono –en multidisciplinaire werkwijze te implementeren, gericht op een goede samenwerking en vooral voor de gemeenten. Voor het bestuderen van de regionale handreiking evenementenproces van de Veiligheidsregio Utrecht (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) en de daarbij horende processchema’s verwijs ik u door naar bijlage 4 en 5. Bij de digitale versie van dit afstudeerproduct zijn deze stukken als losse bijlage toegevoegd.
  • 25. Pagina 25 38% 25% 21% 15% 1% GHOR Politie Brandweer Veiligheidsregio/bureau Defensie 2.3 Evenementenveiligheidsbeleid overige Veiligheidsregio’s Naast de Veiligheidsregio Utrecht hebben natuurlijk ook de overige regio´s de aanbevelingen gekregen vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie in 2012 (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2012) om onder andere regionaal beleid te gaan maken rondom het thema evenementenveiligheid. In de vorige paragraaf is beschreven hoe de VRU dit vormgegeven heeft. In deze paragraaf wordt besproken hoe de overige regio´s hun evenementenveiligheidsbeleid en advisering hebben vormgegeven. Dit is onderzocht doormiddel van desk research (verschillende beleidsstukken), enquêtes (Surveymonkey, 2014) en interviews (Interviews bij 6 regio’s, 2014), wat interessante resultaten tot gevolg had die per deelonderwerp besproken worden. Aan de hand van tabellen en grafieken wordt het verduidelijkt. Ook is er bij enkele paragrafen een citaat vanuit een interview of enquête toegevoegd of worden resultaten vanuit de desk research besproken. Afgesproken met alle respondenten is dat er geen namen van personen of regio’s genoemd worden in het eindstuk. Enkel is er een lijst met de regio’s die de beleidsstukken (desk research) hebben toegestuurd, de respondenten die de enquêtes hebben ingevuld -en de respondenten die geïnterviewd zijn. Dit is meteen de reden dat er minder bronnen aangehaald worden in deze paragraaf. Wel zijn alle beleidsstukken in de literatuurlijst te vinden. Welke aanvullende gesprekken er gevoerd zijn betreffende dit afstudeeronderzoek is te vinden in bijlage 1. 2.3.1 Respondenten in kaart Dit eindrapport is opgesteld op een multidisciplinaire manier. Dit betekent dat er onderzocht is bij de verschillende Veiligheidsregio´s hoe het evenementenbeleid is ingericht op een multidisciplinaire manier. Vandaar dat de respondenten van de GHOR, politie, brandweer, Veiligheidsregio/bureau bevraagd zijn doormiddel van enquêtes en interviews. Ook is er desk research uitgevoerd bij diverse regio’s. Vanuit verschillende bronnen zijn de regionale beleidsstukken betreffende het onderwerp evenementenveiligheid toegestuurd, die vervolgens geanalyseerd zijn. Uit de uitkomsten van de enquête komt dat 38% van de in totaal 45 respondenten vanuit de GHOR expertise mee heeft gewerkt aan het onderzoek, 25% vanuit de politie, 21% vanuit de brandweer, 15% vanuit het Veiligheidsbureau en 1% vanuit defensie. Ook zijn er interviews gehouden bij 6 verschillende regio’s. 2 interviews zijn gehouden bij de brandweer kolom, 2 bij de GHOR kolom, 1 bij de politie kolom en 1 respondent vanuit het Veiligheidsbureau. Door de drie methodes kom je tot een brede multidisciplinaire blik, -kijk en expertise betreffende het thema evenementenveiligheid. Zoals eerder al aangegeven vindt u in bijlage 1 een lijst met alle respondenten en de gevoerde aanvullende gesprekken. 2.3.2 Behandelaanpak evenement / Advisering In de vorige paragraaf is beschreven hoe de VRU zijn behandelaanpak per categorie evenement heeft ingedeeld en hoe hierbij geadviseerd wordt. De overige regio’s moeten hier natuurlijk ook wat mee en hebben hun
  • 26. Pagina 26 82% 2% 16% 46 % 30 % 24 % 16% 80% 4% Monodisciplinair Multidisciplinair Anders 29% 61% 95% 71% 39% 5% 0% 20% 40% 60% 80% 100% A B C Ja Nee behandelaanpak en advisering ook op een bepaalde manier ingedeeld. Uit de desk research, enquêtes en interviews komt dat de regio’s dit op verschillende manieren ingevuld hebben en hier ook verschillend over denken. In de volgende deelonderwerpen zijn de resultaten vanuit de desk research, enquêtes en interviews meegenomen. Evenementenadvisering in de regio’s De VRU adviseert op een monodisciplinaire manier bij A –en B evenementen en uiteindelijk multidisciplinair bij een C-evenement. Hier komt natuurlijk wel maatwerk bij kijken. Maar hoe adviseren de overige regio’s eigenlijk bij A, B – en C evenementen? Doen ze dit hetzelfde als de VRU of zit hier onderscheid in? In de enquête is de vraag gesteld hoe er geadviseerd wordt per behandelaanpak evenement. Hieruit komt dat het gros van de regio’s monodisciplinair adviseert bij A -en B evenementen en dat er pas bij een grootschalig C-evenement op een multidisciplinaire manier geadviseerd wordt richting de gemeente. In de verschillende toegestuurde beleidsstukken zie je ook dat de focus van advisering echt ligt bij de B –en C evenementen, en dat de A-evenementen vaak afgedaan worden met standaard voorwaarden en of een melding. A B C A-evenementen worden veelal op een monodisciplinaire manier en met standaard voorwaarden afgedaan terwijl er bij B-evenementen al meer multidisciplinaire advisering te zien is. C-evenementen worden bij de meeste regio’s op een multidisciplinaire manier geadviseerd en aangevlogen. Wat in de desk research en in de enquêtes naar voren kwam is dat veel regio’s de monodisciplinaire adviezen bundelen tot één multidisciplinair advies. In de interviews komt vaak het woordje ‘maatwerk’ terug. Vooral benadrukken de geïnterviewden de mate van maatwerk bij een B-evenement. Een groot B- evenement met toch wel veel risico’s wordt bijvoorbeeld als een C-evenement, en dus op een multidisciplinaire manier behandeld en aangevlogen. De respondenten die ‘anders’ als antwoord gaven bij de enquête bedoelde daar mee dat de adviezen vaak afgedaan worden met standaard voorwaarden en/of dat er bij B –en C evenementen veel maatwerk uitgevoerd wordt en er een balans gekozen wordt tussen monodisciplinair en multidisciplinaire advisering. Hier is ook het voorbeeld dat een groot B-evenement op een multidisciplinaire manier, en vaak als C-evenement wordt behandeld op toe te passen. Opvallend uit de informatie uit de desk research, enquêtes en interviews is dat er toch nog heel vaak monodisciplinair geadviseerd wordt, en dat er vaak pas bij C-evenementen een multidisciplinaire benadering komt kijken. Wordt iedere discipline om advies gevraagd? Volgens de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011) moeten de gemeenten de verschillende disciplines om advies vragen bij een aangevraagd evenement. De disciplines die in beginsel om advies gevraagd moeten worden zijn de politie, brandweer en de GHOR. Hiernaast kunnen eventueel ook nog aanvullende diensten om advies gevraagd worden. Echter komt uit de enquête dat veel diensten niet om advies worden gevraagd door de
  • 27. Pagina 27 8% 59% 95%92% 41% 5% 0% 20% 40% 60% 80% 100% A-categorie B-categorie C-categorie Ja Nee gemeenten. Je ziet dat bijna alle C-evenementen wel bekend zijn bij de adviesdiensten, maar dit bij A –en B-evenementen al veel minder is. Vooral bij A-evenementen wordt weinig om advies gevraagd bij de verschillende adviesdiensten. Uit desk research blijkt dat veel regio’s zich hier ook al op ingesteld hebben en de focus echt ligt op de B –en C-evenementen. De A- evenementen worden in het geheel niet meegenomen of worden afgedaan met standaard voorwaarden vanuit de gemeenten. Uit de antwoorden komt dat de bewustwording bij gemeenten wel steeds meer begint te komen dat het belangrijk is om advies te vragen bij iedere adviesdienst. ‘’Mocht dit niet gedaan worden dan worden de gemeenten, en dus de burgemeester tot de orde geroepen met betrekking tot de vergunning verlening van een bepaald evenement’’ was een typerend antwoord van één van de zes interviews. Multidisciplinair advies Hiervoor heeft u kunnen lezen dat er bij A –en B-evenementen weinig multidisciplinair wordt geadviseerd. Wanneer wordt er dan wel multidisciplinair geadviseerd in de regio en hoe gebeurd dit? Een opmerkelijk verschil met de voorgaande tekst en uitleg is dat uit de enquête blijkt dat 59% van de disciplines/respondenten wel degelijk multidisciplinair adviseert bij B- evenementen. Een opmerkelijke switch ten opzichte van de eerdere tabellen. Verder wordt opgemerkt dat 92% van de respondenten monodisciplinair adviseert bij A-evenementen en 95% van de respondenten multidisciplinair adviseert bij C-evenementen. Uit desk research en de interviews komt wederom het woordje ‘maatwerk’ om te hoek kijken als we het over B- evenementen hebben. Er wordt gesproken over veel monodisciplinaire advisering bij B-evenementen en dat er daarna gewerkt wordt richting een multidisciplinair advies. Dit is precies zoals de VRU ook werkt. De VRU gaat er van uit dat de monodisciplinaire adviezen gebundeld worden tot één multidisciplinair advies. Dit hebben veel andere regio’s ook meegenomen. Bij grote B-evenementen -en grootschalige C- evenementen volgt er bij veel regio’s al standaard een multidisciplinair advies. Dit komt volgens de interviews en desk research veelal tot stand door het voeren van multidisciplinair voor –en veiligheidsoverleg. Hoe komt een dergelijk multidisciplinair dan tot stand is de vraag? Uit de antwoorden uit de drie methoden die gekozen zijn komt dat er veel overleg en afstemming is tussen de hulpdiensten en gemeenten doormiddel van overleggen en bijeenkomsten. Verder wordt er steeds vaker gezamenlijk een risicoanalyse uitgevoerd. Dit mag echter volgens veel regio’s en respondenten nog veel vaker gebeuren. ‘’Het kost veel tijd, daarom wordt het vaak niet gedaan’’ was een interessante uitspraak uit één van de interviews. Verder werd aangegeven dat het belangrijk is dat bij een multidisciplinair advies duidelijk is met wie je te maken hebt. ‘’Elkaar kennen en aansturen is erg belangrijk’’ volgens een respondent. Dit kan onder andere door het organiseren van overleggen en/of netwerkbijeenkomsten of het in het leven roepen van een expertise. Dit wordt later in dit verslag nog besproken. Uit de desk research en interviews komt verder nog dat de respondenten het erg nuttig vinden om een table-top uit te voeren naar aanleiding van het multidisciplinair advies en dat er ook geschouwd wordt door de multidisciplinaire partners. Al met al worden A-evenementen amper meegenomen in dit verhaal en komt multidisciplinaire advisering vaak pas kijken bij grotere B-evenementen en C-
  • 28. Pagina 28 5% 44% 13% 3% 2% 33% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Regie bij multidisciplinaire advisering Er wordt niet multi geadviseerd Gemeente Politie Brandweer GHOR Veiligheidsregio/bureau evenementen. ‘’Er wordt van monodisciplinair gewerkt richting multidisciplinair’’ is een uitspraak uit een interview die hier goed op aan sluit. Regie bij multidisciplinaire advisering? Een multidisciplinaire aanpak bij grotere evenementen is erg belangrijk en noodzakelijk. Dit zegt niet alleen de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011) maar dit is ook naar voren gekomen in een aantal praktijkvoorbeelden. Het is dus belangrijk dat iemand de regie heeft bij de totstandkoming van deze multidisciplinaire benadering. Deze vraag is voorgelegd in de enquête en had als antwoord dat voor bijna de helft van de tijd de regie bij de gemeenten ligt (44%). Dit is ook ‘’wettelijke noodzaak’’ werd in een beleidsstuk van een bepaalde regio genoemd, bleek naar het uitvoeren van desk research. De gemeente is eindverantwoordelijk omdat zij de vergunning verleend aangaande een bepaald evenement. Ook moet de gemeente de risicoscan invullen. Dit komt veel terug in verschillende beleidsstukken uit de regio’s. Echter wordt in de enquêtes en interviews gezegd dat dit in de praktijk amper gebeurd door de gemeenten. Naast de gemeenten wordt redelijk vaak de regie ook bij de Veiligheidsregio/het Veiligheidsbureau gelegd. Veel regio’s hebben hun beleid zo ingericht dat de Veiligheidsregio de multidisciplinaire advisering en werkwijze overneemt van de gemeenten bij grootschalige evenementen. Dit wil zeggen dat er een projectgroep op een bepaald evenement komt te zitten die het gehele traject doorloopt. Uiteindelijk komt er een advies op tafel liggen voor de gemeenten, die alleen nog maar overgenomen hoeft te worden in de vergunning. Enkele beleidsstukken spreken van ‘regiegroepen’, ‘adviesgroepen’, ‘projectgroepen’ en ‘kerngroepen’ blijkt uit desk research. De andere kant van de ‘medaille’ is, blijkt uit de enquêtes en interviews, dat de gemeenten vaak de regie niet pakken. ‘’De gemeenten zoeken niet of nauwelijks samenwerking met de hulpdiensten en Veiligheidsregio’’ en ‘’de gemeenten zijn erg lokaal gericht en nauwelijks gericht op de adviezen van de hulpdiensten’’ zijn uitspraken die dit typeren. Aanvullend wordt er gezegd dat veel gemeenten niets aanvragen bij de hulpdiensten. Ook blijkt uit de enquête en interviews dat de politie in het multidisciplinaire traject te vaak de regie wil nemen en pakken, terwijl dit tot echt bij de gemeenten ligt. Al met al ligt bij de meeste regio’s de regie waar die hoort te liggen, bij de gemeente. Echter zijn de gemeenten zich hier vaak niet bewust van en weten vaak niet wat te doen. Vandaar dat volgens een respondent vaak de politie het ‘stokje’ probeert over te pakken. Een trend die te zien is, is dat bij grootschalige evenementen steeds vaker de Veiligheidsregio/het Veiligheidsbureau wordt ingeschakeld. Deze mogelijkheid is er ook bij de VRU staat in de handreiking (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). Citaat interview: ‘’Veel gemeenten zoeken niet of nauwelijks samenwerking met hulpdiensten en zijn erg lokaal gericht’’ Citaat interview: ‘’Van monodisciplinair werken richting multidisciplinair werken’’
  • 29. Pagina 29 84% 82% 3% 0% 13% 18% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Mono-contact Multi-contact Ja Nee Soms 3% 78% 5% 0% 14% Geen multidisciplinaire advisering Ja, er is afstemming en overleg Nee, er is geen afstemming en overleg Weinig afstemming Er is afstemming, maar kan veel meer Overleg en afstemming bij het adviseringstraject In dit onderzoek is zeker naar voren gekomen dat het belangrijk is dat je als gemeente, hulpdienst of andere partij weet met wie je te maken hebt en weet wat deze andere partij doet en wat zijn belangen, taken -en verantwoordelijkheden zijn. Het is dus belangrijk dat er bij een bepaald evenementenadvies afstemming gezocht wordt met de verschillende collega’s. Niet alleen op monodisciplinair gebied, dus binnen de eigen discipline, maar ook op multidisciplinair gebied. De vraag die de respondenten gesteld hebben gekregen is of ze veel contact hebben op mono –en multidisciplinair gebied met hun collega’s betreffende een bepaald evenement of een bepaald risico bij een evenement. De beantwoording van deze vraag is helder. Er wordt zowel op mono –als op multidisciplinair niveau veel contact gezocht met de collega’s bij een onduidelijkheid en/of een bepaald vraagstuk betreffende een evenement. Geen enkel iemand (0%) geeft aan dat deze nooit contact zoekt met andere disciplines. Enkele regio’s zoeken zelfs afstemming op interregionaal niveau, en in het buitenland blijkt uit desk research. Uit de antwoorden van de respondenten komt dat er ook nog veel meer afstemming kan en mag zijn tussen regio’s onderling. Uit het interview kwam een mooi citaat die deze mono –en multidisciplinaire afstemming, overleg en samenwerking beschrijft en de nut en noodzaak daarvan duidelijk naar voren laat komen: ‘’Het is belangrijk om met elkaar samen te werken en van elkaar te leren, met oog voor elkaars belangen’’. Hoe zit het dan met overleg en afstemming bij multidisciplinaire advisering? Naast het overleg, de samenwerking en de afstemming in het algemene adviestraject is het natuurlijk ook belangrijk dat er bij de multidisciplinaire advisering veel overleg en afstemming is met de multidisciplinaire partners. Ook deze vraag is voorgelegd aan de respondenten. Uit desk research blijkt dat enkele regio’s in hun beleidsstuk de afstemming tussen de hulpdiensten en gemeenten beschrijven. Dit is een erg handige manier om te bekijken ‘’wie wat doet, en voor wie die dat doet.‘’ Dit is meteen ook een vraag die enkele andere regio’s zichzelf niet gesteld hebben en dit blijft dan ook achter in het beleidsstuk van deze regio’s. Dat dit een vraag is die erg belangrijk is bij evenementenadvisering blijkt wel uit het feit dat deze ‘slogan’ twee keer genoemd werd bij de interviews. Uit de gehouden enquête blijkt dat 78% van de respondenten afstemming en overleg heeft bij multidisciplinaire advisering. Slechts 5% geeft aan dat er geen afstemming bij multidisciplinaire advisering is, terwijl 3% nog niet multidisciplinair adviseert. 14% geeft aan dat veel meer multidisciplinaire afstemming mag zijn. Echter geeft 0% aan dat er weinig afstemming is op een multidisciplinaire manier. Dit is natuurlijk een goed teken. Citaat interview: ‘’Wie doet wat en voor wie?’’
  • 30. Pagina 30 25% 5% 70% Ja Nee Er wordt al multi geadviseerd 19% 89% 24% 5% 57% 6% 0% 20% 40% 60% 80% 100% B C Ja Nee Soms Plannen om multidisciplinair te gaan adviseren? Zoals eerder aan bod is gekomen adviseren nog niet alle regio’s op een multidisciplinaire manier bij (grootschalige) evenementen. De aanbeveling vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2012) om regionaal beleid te maken en om multidisciplinair samen te werken staat bij veel regio’s in de ‘kinderschoenen’. De regio’s zijn steeds meer en vaker multidisciplinair samen aan het werken, maar hier valt nog veel winst te behalen. Daarom geeft 1/4e van de respondenten (25%) ‘ja’ aan op de vraag of er de plannen zijn om multidisciplinair te gaan adviseren. 5% geeft aan dat deze plannen er niet zijn, terwijl 70% al multidisciplinair aan het adviseren is. Al met al loopt het traject met betrekking tot multidisciplinair adviseren bij enkele regio’s nog en is men er in den landen dus druk mee bezig. 2.3.3 Voor- en Veiligheidsoverleg Bij de beantwoording van de vorige deelvraag heb ik het gehad over voor –en veiligheidsoverleg bij de Veiligheidsregio Utrecht en het onderscheid daarin. Hoe is dit bij andere regio’s ingericht? Wordt er voor –en/of veiligheidsoverleg gevoerd bij evenementen? Bij de beantwoording van deze vraag is geen onderscheid gemaakt tussen voor –en veiligheidsoverleg en is een regulier A- evenement niet meegenomen. Bij andere regio’s zie je dat er bij B-evenementen soms vooroverleg gevoerd wordt (57%). Hier komt het woordje ‘maatwerk’ weer kijken. Uit een interview kwam dit mooi naar voren: ‘’Bij B-evenementen wordt er multidisciplinair gekeken of overleg noodzakelijk is’’. Dit is iets wat ook veel in de beleidstukken van de verschillende regio’s staat. Bij B-evenementen wordt dus gekeken of er overleg noodzakelijk is. Is dit noodzakelijk dan komt men vaak op een multidisciplinaire manier bij elkaar. Bij C-evenementen zie je dat 89% voor –en/of veiligheidsoverleg voert. Uit desk research en interviews kwam dat de gemeenten hier vaak de regie in voert en dat er veel overleg met de hulpdiensten is. De gemeenten nodigen de verschillende disciplines uit voor overleg. Het is per gemeente weer verschillend of de organisator van het evenement hier bij zit of juist niet. In verschillende handreikingen/beleidstukken van verschillende regio’s worden nadrukkelijk de verschillende disciplines beschreven. In deze stukken worden de taken, rollen –en verantwoordelijkheden van de verschillende disciplines beschreven, wat zorgt voor duidelijkheid, die ook weer toe te spitsen is op een eerdere opmerking vanuit een interview: ‘’Het is effectief als hulpdiensten en gemeenten weten van elkaar wat ze belangrijk vinden’’. Een goede manier om duidelijkheid voor iedereen te verschaffen is dus om deze taken, rollen –en verantwoordelijkheden op te nemen in de handreiking. Een voor –en/of veiligheidsoverleg is noodzakelijk bij C-evenementen, en dus voeren de meeste regio’s dergelijke overleggen bij de grotere evenementen. Maar hoe is een dergelijk overleg nu vormgegeven? Dit is erg verschillend ingericht in den landen. In de ene regio wordt er bijvoorbeeld gezamenlijk een risicoanalyse ingevuld, terwijl in de andere regio een overleg gepland wordt met de organisator die zijn plannen mag toelichten, waarna vervolgens de hulpdiensten op de plannen mogen ‘schieten’. Wel blijkt uit onderzoek dat er veel multidisciplinair overleg gevoerd wordt bij grootschalige evenementen in Citaat interview: ‘’Het is effectief als hulpdiensten en gemeenten weten van elkaar wat ze belangrijk vinden’’
  • 31. Pagina 31 de regio’s, veel dezelfde ‘koppen’ aan tafel zitten en dat een multidisciplinaire benadering een breder beeld vormt. Uit het interview kwam dat je als hulpdiensten als het ware ‘’één front’’ kan vormen richting gemeenten en organisatie. Het contact is vaak ook laagdrempelig, omdat je veel dezelfde gezichten ziet en elkaar veel tegen komt. Valkuil bij dergelijke overleggen kwam ook aan bod in één van de interviews. Hier uit kwam dat er vaak een ‘’overload aan capaciteit’’ aan tafel zit waardoor het niet effectief meer is. Hier moet een ‘’’middenweg’’ in gekozen worden, wat ook weer maatwerk vereist. In één van de interviews kwam ook aan bod dat het belangrijk is om goed samen te werken met oog voor elkaars belangen. Bij grotere evenementen wordt er vaak een adviesgroep of een projectgroep gezet op dat evenement. Uit de enquête, desk research en uit de interviews blijkt dat de meerderheid van de regio’s de mogelijkheid bieden aan gemeenten om een werkgroep het leven in te blazen bij een C-evenement. Deze werkgroep overlegt op regionaal niveau (met de hulpdiensten) en op lokaal niveau (bij de gemeenten en met de organisatie). Dit is iets wat veel aan bod is gekomen gedurende dit onderzoek. Dit zorgt er voor dat je genoeg expertise hebt bij het ‘aanvliegen’ van een bepaald evenement. Echter komt er uit het interview dat er nog vaker een risicoanalyse ingevuld mag worden en dat er nog vaker aan scenario-denken gedaan moet worden. Dit gebeurd nog te weinig blijkt uit de interviews. Ook wordt dit (het invullen van de risicoanalyse en scenario-denken) weinig beschreven in de beleidsstukken van de verschillende regio’s blijkt uit desk research. Wat gedurende het onderzoek ook op viel is dat veel respondenten aangeven dat gemeenten het vertikken om aanvragen te doen bij de Veiligheidsregio en/of overige hulpdiensten en de regie niet pakken. Ze zien volgens de respondenten vaak het belang niet in van een multidisciplinaire benadering en van voor –en veiligheidsoverleg. Eén regio geeft zelfs aan dat de gemeentelijke organisatie van een grote stad een risico vormt voor evenementen. Wel geven veel regio’s en respondenten hier bij aan dat hierin geïnvesteerd wordt, en dat de bewustwording bij gemeenten steeds meer begint te komen. Meer hierover komt later in dit onderzoeksrapport naar voren. Al met al wordt er dus in het merendeel van de regio’s voor –en/of veiligheidsoverleg gevoerd betreffende (grootschalige) evenementen. Dit wordt op een multidisciplinaire manier aangepakt en wordt als prettig en effectief ervaren. Echter mogen meer gemeenten dergelijke bijeenkomsten/overleggen organiseren. Maar ook regio’s mogen het voeren van voor –en veiligheidsoverleg nog nadrukkelijker opnemen in het beleid. Dit is nog te vaak niet beschreven blijkt na het lezen van verschillende beleidsstukken. 2.3.4 Werkgroep & Regiegroep In de vorige deelparagraaf is een multidisciplinaire werkgroep bij grootschalige evenementen al even aan bod gekomen. Het gros van de regio’s geeft aan dat er een dergelijke werkgroep is. De VRU maakt in zijn handreiking onderscheid in twee soorten groepen: een regiegroep evenementen en een kerngroep evenementen (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). De regiegroep bestaat uit vertegenwoordigers van adviseurs vanuit de hulpdiensten en gemeenten en Citaat interview: ‘’Samenwerken met oog voor elkaars belangen’’ Citaat interview: ‘’Er mag nog vaker een risicoanalyse ingevuld worden en scenario gericht gewerkt worden’’
  • 32. Pagina 32 73% 62% 22% 32% 5% 3%0% 3% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Is er een werkgroep of regiegroep? Aparte expertgroep die C-evenementen behandeld? Ja Nee Wordt gerealiseerd Plannen liggen er houdt ontwikkelingen in de regio in de gaten en organiseert thema bijeenkomsten. De kerngroep kan ingeschakeld worden door gemeenten bij grotere evenementen. Deze groep met experts behandelen een evenementenaanvraag op dossierniveau en zorgen voor een multidisciplinair advies (Veiligheidsregio Utrecht, 2014). Hoe is dit eigenlijk in de overige regio’s vormgegeven en bestaat er in iedere regio eigenlijk wel een dergelijke werkgroep/regiegroep? Uit de enquête blijkt dat 73% van de respondenten aangeeft dat er in hun regio een werkgroep of regiegroep evenementen bestaat. Deze werkgroepen lopen uiteen van werkgroepen die net als in de VRU trends en ontwikkelingen bijhouden en themabijeenkomsten organiseren voor vooral de behandelend ambtenaars, tot ‘kerngroepen’ die grootschalige evenementen op dossierniveau behandelen voor gemeenten. Deze laatste groep is vaak georganiseerd vanuit de Veiligheidsregio/het Veiligheidsbureau blijkt uit het onderzoek. Er zijn dus veel ‘groepen’ binnen de regio’s die zich bezig houden met evenementen en de veiligheid daar om heen. Wel is het best schrikbarend om te zien dat toch nog 22% van de regio’s geen dergelijke groep hebben. Wat je ziet bij deze regio’s is dat er toch nog veel monodisciplinair geadviseerd en gewerkt wordt. Dit blijkt ook na het lezen van de verschillende beleidsstukken van de verschillende regio’s. Ook de verschillende beleidsstukken en handreikingen die ik toegezonden heb gekregen beschrijven vaak dergelijke ‘evenementen experts groepen’. Echter wordt dit vaak gedaan op hulpdiensten niveau, en wordt de gemeente redelijk vaak vergeten in het verhaal blijkt uit desk research. Wat veel beschreven wordt in de verschillende handreikingen is dat A –en B-evenementen veelal op lokaal niveau geregeld worden (gemeenten vragen hulpdiensten om advies en indien nodig wordt er overleg gevoerd), terwijl bij C-evenementen een werkgroep in het leven wordt geroepen. Deze werkgroep bestaat uit adviseurs die veel expertise hebben betreffende evenementenveiligheid. Doel is om een bepaald (grootschalig) evenement te behandelen op een multidisciplinaire manier. Leuk om te zien was dat enkele regio’s hierbij het ook een ‘ad-hoc werkgroep’ noemen en dat deze ook zo te werk gaan. Ook heeft één regio ad- hoc evenementen in zijn handreiking beschreven. Erg leuk om te lezen wat deze regio gaat doen als bijvoorbeeld een sporter wordt gehuldigd. In de hoofdstad wordt er overleg gevoerd binnen de vijfhoek betreffende een dergelijk ‘ad-hoc’ evenement. 62% van de respondenten geeft in de enquête ook aan dat er een dergelijke expertgroep bestaat die C-evenementen behandeld. Dit is conform landelijke richtlijnen vanuit de landelijke handreiking (HEV, 2011) en dus ook veel overgenomen in den landen. Al met al geven de resultaten aan dat er veel regio’s een dergelijke werkgroep, regiegroep of expertgroep hebben. Echter is bij 22% van de respondenten hierbij nog werk aan de winkel. Dit percentage geeft namelijk aan geen dergelijke ‘groep’ te hebben die zich bezig houdt met evenementen. Na dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat hier nog veel te halen valt. Veel regio’s zijn zoekende betreffende dergelijke expertise groepen en veel regio’s moeten dergelijke groepen nog opstarten. Eén regio geeft in het interview aan dat naast een dergelijke expertgroep binnen de regio ook vaker
  • 33. Pagina 33 76% 0% 5% 8% 11% In gebruik Wordt momenteel aan gewerkt De plannen zijn er Geen evenementenbeleid Anders 0% 78% 22% Monodisciplinair Multidisciplinair Beide 89% 11% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Evenementenveiligheidsbeleid? Ja Nee kennis en ontwikkelingen gedeeld moeten worden op bovenregionaal niveau. Ook geeft het merendeel van de regio’s aan dat er meer scenario gedacht moet worden, en dat dus table-tops erg effectief zijn. Dit gebeurd al wel in enkele regio’s blijkt uit dit onderzoek. 2.3.5 Vertaling naar evenementenveiligheidsbeleid? Hoe de verschillende regio’s werken betreffende evenementenveiligheid is al aardig beschreven in de voorgaande pagina’s. Deze ‘werkwijze’ komt uit de informatie die verzameld is doormiddel van de verschillende onderzoeksmethoden (enquête, interviews, desk research). Maar is deze werkwijze die bijvoorbeeld uit de enquête kwam rollen ook vertaald naar evenementenveiligheidsbeleid binnen een bepaalde regio? De volgende paragrafen gaan over het evenementenveiligheidsbeleid in de regio’s, wat de status hiervan is, hoe dit verloopt, hoe de landelijke handreiking is meegenomen -en welke gemeenschappelijke factoren er te herkennen zijn in beleid. Uit de enquêtes en desk research blijkt dat 89% van de regio’s evenementenveiligheidsbeleid heeft. 11% heeft dit niet of is hier nog mee bezig. 78% van de respondenten geeft aan dat dit beleid multidisciplinair is ingestoken. 22% geeft aan dat dit beleid zowel monodisciplinair –als multidisciplinair is ingestoken. Geen enkele regio voert nog monodisciplinair beleid. Het evenementenveiligheidsbeleid wat op is gesteld binnen de verschillende regio’s is vormgegeven door een multidisciplinaire projectgroep blijkt uit onderzoek. De rol van de verschillende respondenten met betrekking tot het evenementenveiligheidsbeleid is het zitting nemen in de opgetuigde projectgroep. ‘’Coördinatie en gemeenten stimuleren’’ wordt in een interview genoemd als taken van deze projectgroep. Uit dit onderzoek blijkt dat het erg belangrijk is om de gemeenten mee te nemen en te blijven stimuleren. Uit desk research blijkt dat het evenementenveiligheidsbeleid in de regio’s veelal dezelfde naam krijgt of erg op elkaar lijkt. ‘’Regionale handreiking, leidraad, kader, aanpak evenementenveiligheid’’ bestrijken de titelpagina’s van de verschillende beleidsstukken die gelezen zijn gedurende dit onderzoek. Status in evenementenbeleid in de regio’s Zoals eerder in dit eindrapport al aangegeven ligt de handreiking van de VRU (Veiligheidsregio Utrecht, 2014) voor aan het bestuur. Deze wordt al wel in gebruik genomen en de verschillende gemeenten zijn op de hoogte. Maar wat is de status van het evenementenveiligheidsbeleid bij de overige regio’s? 76% van de respondenten geeft aan dat het beleid in hun regio al in gebruik is genomen, 5% Citaat interview: ‘’Bovenregionale kennisdeling en landelijke uniformiteit is belangrijk’’
  • 34. Pagina 34 70% 19% 11% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Handreiking evenementenveiligheid overgenomen? Ja Nee Er is geen beleid geeft aan dat de plannen er zijn om dergelijk beleid op te stellen, terwijl 8% aangeeft dat er helemaal geen evenementenveiligheidsbeleid is. Niemand geeft aan dat er momenteel aan gewerkt wordt. 11% van de ondervraagden geeft aan dat het beleid voorligt aan het bestuur en/of er gewerkt wordt aan een nieuwe versie van het beleid/de handreiking. Al met al zijn vrijwel alle regio’s druk bezig met het maken en implementeren van evenementenveiligheidsbeleid. Iets wat natuurlijk aanbevolen werd vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie in 2012 is in bijlage 2 ook te lezen (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2012). Enkele regio’s moeten dergelijk multidisciplinair evenementenveiligheid nog gaan maken. Een mooie zin die genoemd werd in één van de interviews was: ‘’Samen optrekken is een wens bij evenementen’’. Dit was een regio die nog geen beleid heeft, maar de plannen hier wel voor zijn. Dit is dan natuurlijk een goede zin om in gedachten te houden in die regio. Digitale Tool Eerder in dit eindrapport is er al aangegeven dat er niet heel diep in gegaan wordt op de digitale tools die momenteel op de markt zijn om het traject van vergunningverlening bij evenementen voor alle partners eenduidiger, duidelijker en effectiever te laten verlopen. Toch zijn hier enkele vragen over gesteld in de enquêtes en bij de interviews. Ook is hier naar gekeken en op gelet bij het uitvoeren van desk research. Uit dit onderzoek blijkt dat 76% van de respondenten niet werkt met een digitale tool in de regio. Echter is er bij 68% van respondenten wel het plan om in de desbetreffende regio te gaan werken met een dergelijke tool. 45% geeft aan dat zij hun pijlen richten op DigiMAK 2.0, terwijl 22% aangeeft voor de EvenementAssistent te willen gaan. 33% geeft aan een eigen systeem te willen ontwikkelen met een kalenderfunctie daarin of te willen wachten. Hiermee wordt bedoeld dat de regio’s willen wachten en willen kijken welke kant de overige regio’s op gaan. Uit dit onderzoek blijkt wel dat het speelt in de regio’s, maar dat veel regio’s dus afwachten hoe de systemen er uit gaan zien en wat de overige regio’s doen. Interregionaal is er wel veel contact met elkaar blijkt uit dit onderzoek. Zo geeft één regio in een interview aan samen met een andere regio een bepaalde digitale tool te willen aanschaffen en financieren. 2.3.6 Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid Eerder in dit eindrapport is al aangegeven dat de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEV, 2011) het kader vormt waarop dit onderzoek gebaseerd is. Uit verschillende inspectierapporten kwam de conclusie dat de veiligheid en gezondheid van evenementenbezoekers onvoldoende gewaarborgd kon worden (Rijksoverheid, 2012). Vandaar dat er een landelijke handreiking is opgesteld met daarin landelijke richtlijnen waaraan een vergunningstraject bij een evenement moet voldoen. Eerder in dit eindrapport is ook al beschreven hoe de VRU de landelijke handreiking heeft meegenomen in zijn regionale beleid. Echter is ook onderzocht hoe de overige regio’s de landelijke handreiking hebben meegenomen in hun eigen regionale evenementenveiligheidsbeleid. Na de gehouden enquête blijkt dat 70% van de respondenten aangeeft dat de landelijke handreiking is meegenomen in het regionale beleid. 19% geeft aan dat dit niet het geval is, terwijl 11% aangeeft geen beleid te hebben. Van de 70% die aangeeft de landelijke handreiking mee te hebben genomen geeft 43% aan de processtappen van de landelijke handreiking over te
  • 35. Pagina 35 43% 14% 43% Ja Nee Opgeknipt hebben genomen. 43% geeft ook aan de processtappen te hebben opgeknipt in meer –of minder processtappen. 14% van geeft aan de processtappen niet te hebben meegenomen. Na desk research valt de uitslag van deze enquêtevragen op zijn plaats. Uit deze onderzoeksmethode (lezen beleidsstukken verschillende regio’s) kwam dat er veel verschillen te zien zijn hoe de verschillende regio’s rekening hebben gehouden met de landelijke handreiking. Ongeveer de helft van de regio’s nemen in hun handreiking/beleidsstuk de 7 processtappen vanuit de landelijke handreiking (zie bijlage 3) letterlijk over, terwijl de andere helft van de regio’s de processtappen juist opknippen. Ook wordt duidelijk dat enkele regio’s een eigen ‘regionaal sausje’ over de landelijke handreiking gieten. Ze kijken dan als het ware of de landelijke processen niet botsen met de regionale processen. Dit is natuurlijk ook weer maatwerk wat gevoerd wordt. Wat opvalt is dat bij bijna iedere regio de focus echt op B –en C evenementen legt, terwijl hierbij de kleine A-evenementen niet of nauwelijks worden meegenomen. Dit terwijl hier ook processtappen voor gelden. Duidelijk werd ook dat enkele regio’s echt ‘klakkeloos’ de landelijke handreiking overnemen. Uit die beleidsstukken kun je opmaken dat enkele regio’s er wat makkelijk over denken en geen ‘regionaal sausje’ over deze landelijke handreiking gieten en dus de zeven processtappen klakkeloos overnemen. Opmerkelijk om te zien is ook dat enkele regio’s de categorisering zoals die landelijk geldt, en zoals die ook is meegenomen in dit eindrapport (A, B –en C categorie) omzeilen en er iets anders van maken. De categorisering andersom (A als risicovol evenement en C als regulier evenement) of categorisering op basis van bezoekersaantallen waren interessante bevindingen bleek uit het uitvoeren van desk research. Wat naast de categorisering ook op viel is dat veel regio’s de processtappen enkel beschrijven en niet visueel maken of andersom. Bij enkele regio’s zie je in hun beleidsstuk mooie en handige processchema’s staan, terwijl bij een aantal beleidsstukken enkel en alleen tekst staat. Het visueel maken van de processtappen is iets wat in de landelijke handreiking ook gebeurd is. Echter zie je het andersom ook gebeuren. Hiermee wordt bedoeld dat er wel processchema’s aanwezig zijn in het beleidsstuk, maar geen duidelijke uitleg met wie wat doet, en voor wie die dat doet. Verder staat in de landelijke handreiking duidelijk beschreven dat er een risicoscan en analyse uitgevoerd moet worden in het vergunningstraject bij grootschalige en risicovolle evenementen. Dit zie je in de regionale handreiking bij een klein deel van de regio’s nadrukkelijk terugkomen en bij enkele regio’s maar mondjesmaat. Naast deze verschillen is in sommige beleidsstukken ook niet geheel duidelijk wat nu precies het verschil tussen een risicoscan en risicoanalyse is. Later in dit eindstuk komt de structuur van het evenementenveiligheidsbeleid van de regio’s aan bod en de verschillen en overeenkomsten met elkaar en met de VRU. De mate waarin de landelijke handreiking is meegenomen is vooral te onderzoeken door daadwerkelijk de beleidsstukken door te nemen. Naast dat de bevindingen in de voorgaande alinea’s beschreven zijn, zijn hier ook nog interviewvragen over gesteld. Wat hieruit naar voren komt is dat dat de nut en noodzaak van de landelijke handreiking zeker gezien wordt en dat de respondenten zeker begrijpen dat hier een ‘regionaal sausje’ overheen wordt Desk research (verschillende beleidsstukken): Verschil tussen risicoscan –en analyse wordt in enkele beleidsstukken niet duidelijk