SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 12
De opkomst van de beeldcultuur zorgt
           ervoor dat mensen zich minder
                   cultureel ontwikkelen.




Joséphine Figee

09086927

Beeld & Communicatie 2011-2012

5 maart 2012

                                            1
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................... 3
1. Cultuurklassen ..................................................................................................................................... 4
   1.2 Elitaire cultuur ............................................................................................................................... 4
   1.2 Lage populaire cultuur................................................................................................................... 4
   1.3 Onderscheid hoge en lage populaire cultuur ................................................................................ 5
2. Beeldcultuur ........................................................................................................................................ 6
   2.1 Huidige beeldcultuur ..................................................................................................................... 6
   1.2 Onderwijzende amusementprogramma’s .................................................................................... 7
3. Televisie (programma’s) ...................................................................................................................... 9
4. Conclusie ........................................................................................................................................... 11
Bronnen ................................................................................................................................................. 12




                                                                                                                                                             2
Inleiding


De stelling ‘de opkomst van de beeldcultuur zorgt ervoor dat mensen zich minder cultureel
ontwikkelen’ lijkt zichzelf tegen te spreken, want hoe kan juist de opkomst van een nieuw soort
cultuur ervoor zorgen dat men zich juist minder cultureel ontwikkelen? Vandaar dat de stelling
onderbouwd dient te worden. Dit doe ik aan de hand van kort de gedachtegang van voorstanders
van de stelling weer te geven en kort de gedachtegang van de tegenstanders.

Ten eerste: wat is beeldcultuur precies? Om beeldcultuur te kunnen definiëren vereist er eerst een
definitie van cultuur zelf. Zoals ik samen met mijn groepsleden Susan, Simone en Liselotte heb
gedefinieerd houdt cultuur het geheel van materiële en immateriële verworvenheden van een groep
in. Hieronder nog een bredere betekenis van het begrip ‘cultuur’:

“Een ruime betekenis van cultuur is: alles wat mensen maken en doen. In een meer sociologische
betekenis is cultuur de leefstijl van een samenleving, samengesteld uit een mix van subculturen met
hun geloven, gewoonten en gebruiken. Aan de leefstijl van een groep of gemeenschap ontlenen
mensen hun identiteit. Voor inzicht in de leefstijlen van het verleden kunnen we teruggrijpen op
tradities, overleveringen en het materiële cultureel erfgoed. In de klassieke definitie omvat cultuur de
kunsten, cultureel erfgoed en de media.” BRON

Cultuur kan tevens onderscheiden worden in elitecultuur en populaire cultuur. Tot de elitecultuur
worden kunstuitingen als (klassieke) muziek, literatuur, beeldende kunst, architectuur, theater
gerekend. Tot de populaire cultuur worden kunstuitingen als populaire muziekgenres (R&B, Pop, Rap,
etc.), film, televisie gerekend. In de onderbouwing van mijn mening ten opzichte van de stelling zal
vaak naar de duidelijke verschillen, de positie en insteek van deze twee verschillende vormen van
cultuur verwezen worden. Vanwege de verschillende insteken, gedachtegang en meningen van de
elitecultuur en de populaire cultuur kunnen er twee kanten van de stelling belicht worden. Namelijk
de kant van de voorstander (elitecultuur) en de kant van de tegenstander (populaire cultuur). In de
kern van het essay zal ik hier verder op ingaan.

Ten slotte nog een definitie van beeldcultuur: Met beeldcultuur wordt hier bedoeld: Beeldcultuur is
een cultuur binnen de samenleving waarin men door middel van beelden bepaalde ideeën wil
overbrengen op de rest van de maatschappij. Het is een samenvattende term voor de visuele
uitingen waarmee men in de maatschappij geconfronteerd wordt. Deze visuele uitingen bestaan uit
architectuur, film, foto, games, graffiti, mode, pictogrammen, reclame, strips, tijdschriften,
verpakkingen, videoclips, televisieprogramma’s


                                                                                                       3
1. Cultuurklassen


1.2 Elitaire cultuur
Kunst en al haar uitingen is al heel vroeg in de geschiedenis ontstaan. In de loop der jaren wordt
kunst vaak in 1 adem met cultuur genoemd: kunst maakt onderdeel uit van cultuur. Ook zijn er in de
loop der jaren steeds meer verschillende soorten kunstuitingen ontstaan.

Zij denkt dat door vertoon van bepaalde beelden mensen ‘cultureel onwenselijk gedrag’ gaan
vertonen. Volgens hen komen mensen door de opkomst van bepaalde beeldmedia, meer in
aanraking met lage, populaire cultuur. Hierbij worden bijvoorbeeld ‘soaps’ als voorbeeld genoemd.
Volgens de culturele elitair hebben zulk soort beelden gebrek aan diepgang en belemmeren ze de
ontwikkeling van de bevolking. Wij zijn het niet met deze argumentatie eens. Het klopt dat de hogere
klasse van de samenleving (hoger opgeleide mensen) qua beeld en diepgang weinig leert van het
grotere percentage van de huidige beeldcultuur. De soapbeelden kunnen de lagere klassen echter
wel op vermakelijke wijze nieuwe Nederlandse woorden leren. Bovendien zien televisiekijkers
verschillende soorten conflicten en de manier waarop hiermee wordt omgegaan. In sommige
gevallen kan dit een cultureel educatieve werking hebben.




1.2 Lage populaire cultuur
Naast de elitaire cultuur heeft ook de lage cultuur zich onderscheiden als een klasse. Met de
populaire (lage) cultuur wordt hier de lageropgeleiden en de gemiddeld opgeleide Nederlander
bedoeld. De populaire cultuur is de cultuur van de videoclips, de meest diverse videoclips op Youtube
variërend van spelende kittens tot monologen van fans van Britney Spears. Maar ook strips in
kranten, de afbeeldingen in sommige tijdschriften. Want ook in daarin is een verschil in kwaliteit te
vinden. Een afbeelding van de laatste modeontwerpen van Chanel in de Glamour (tijdschrift) wordt
gerekend tot de populaire cultuur. Maar wordt een afbeelding in het wetenschappelijk tijdschrift
Adformatie ook tot de populaire cultuur gerekend? Zoals in het wetenschappelijke artikel De
diepgang van het alledaagse is beschreven, is de populaire oftewel lage cultuur iets van de massa in
de maatschappij. Het begrijpen en deelnemen aan die lage cultuur zou niet veel inspanning vereisen,
ook is het niet nodig om over veel kennis en onderscheidingsvermogen te bezitten. Lage cultuur is
cultuur waar je je als bevolking aan kunt overgeven en die alleen maar als vermaakt dient. Lage
cultuur is dus eigenlijk iets voor degenen die minder intelligent zijn en voor degenen die minder
talentvol en succesvol zijn. (Speling 61, 2009)


                                                                                                        4
1.3 Onderscheid hoge en lage populaire cultuur
Tegenwoordig beginnen de hoge en de lage populaire cultuur samen te smelten. De academici houdt
zich tegenwoordig ook bezig met popmuziek, strips en thrillers. Zo worden ook klassieke
muziekstukken een gemeenschappelijk goed van de massa. Kijk naar André Rieu, die fans heeft die
tot de zo gezegde “Flodderfamilie” behoren. Cd’s van Bach, Mozart, Andrea Bocelli liggen in de
schappen van winkelketens als het Kruidvat, de HEMA en de V&D. Op deze manier wordt de elitaire
cultuur en haar kwalitatief uitermate hoge producten toegankelijk voor de massa, het plebs. Ook wel
de lage populaire cultuur genoemd.

Naast het feit dat de lage populaire cultuur en de hoge cultuur samensmelten, is er ook een
wisselwerking ontstaan. De twee cultuurvormen gebruiken elkaars expertise, ontlenen informatie
van elkaar, verwijzen naar en beïnvloeden elkaar zelfs. Luister maar eens naar het nummer If I get
you alone van Robin Thick. Deze muzikant die tot de lage populaire cultuur wordt gerekend, heeft
een zeer bekend klassiek stuk van Beethoven in het nummer verwerkt. Hij is niet de enige artiest die
tot de lage populaire cultuur wordt gerekend die klassieke muziekstukken in hun nummers mixen. Zo
zie je maar dat de grenzen tussen de twee verschillende vormen van de cultuur in onze maatschappij
minder strikt en minder scherp geworden zijn. (Speling 61, 2009)




                                                                                                       5
2. Beeldcultuur


2.1 Huidige beeldcultuur
Met beeldcultuur wordt dus de cultuur waarin beeld een centrale rol speelt, bedoeld. Het begrip
´beeld´ is een zeer breed begrip. Vandaar een korte toelichting aan dit begrip. T. Bosma, die
meerdere artikelen schrijft over beeldcultuur en de ontwikkeling ervan, beschrijft beeldcultuur in zijn
artikel Trend: Bloei van de beeldcultuur precies zoals in dit essay bedoeld wordt.

“De beeldcultuur wordt officieel omschreven als een maatschappelijke ontwikkeling waarbij visuele
beelden een indringende rol spelen in communicatieve situaties.”

Met ‘beeld’ wordt dus ‘visueel beeld’ bedoeld. T. Bosma schrijft in het artikel Ontwikkelingen In De
Beeldcultuur (Nieuwe Media) over de belangrijkste beeldende media namelijk: foto- en videosearch
(Youtube, Riya, Dumpert, etc.), foto’s en video’s gemaakt met de mobiele telefoon en (video)camera,
geotagging, Pinterest, TV.

Met betrekking tot deze stelling bedoel ik met het begrip ‘beeld’: prenten, platen, schilderijen,
beeldhouwwerken, films, foto’s, Youtube-filmpjes en televisie.

De laatst genoemde media, TV, is een heel populair medium in de samenleving. Volgens de Stichting
Kijkonderzoek (SKO) van Nederland keek in 2011 de Nederlander gemiddeld 191 minuten naar de
televisie, dit is drie uur en elf minuten per dag. Uit hetzelfde onderzoek is naar voren gekomen dat de
Nederlandse bevolking het meeste kijkt naar opeenvolgend de Publieke Omroep, RTL Nederland (van
deze zenders wordt het meeste gekeken naar RTL 4), SBS en Net 5.

Nu we weten naar welke zenders de Nederlandse bevolking kijkt, weten we ook naar welke
programma’s zij kijkt. Op deze manier kunnen we achterhalen wat de meest bekeken programma’s
zijn op televisie en dus ook met welke beeldende cultuur de Nederlandse bevolking zich mee
bezighoudt. In de statistieken van het onderzoek van de SKO komt naar voren dat er in 2011 het
meest gekeken is naar de volgende programma’s:

    1. Boer zoekt vrouw
    2. Journaal 20.00 uur
    3. The Voice of Holland (+ de uitslag)
    4. TV Show
    5. Studio Sport Eredivisie
    6. TV Kantine

                                                                                                       6
7. Ik hou van Holland
    8. De reünie

Aan de hand van deze statistieken kunnen we constateren dat de Nederlandse bevolking het meeste
kijkt naar recreatieve programma’s (Boer zoekt vrouw, The Voice, Ik hou van Holland, de reünie). Het
zijn programma’s die de Televizier categoriseert als een amusementprogramma. Dat zijn
programma’s die mensen plezier brengen in hun vrije tijd. (Televizier, 2012) Het gaat er bij deze
programma’s dus niet zo zeer om, om de kijkers iets bij te brengen. Het hoofddoel is om de kijkers te
vermaken met de inhoud van het programma.




1.2 Onderwijzende amusementprogramma’s
In paragraaf 1 heb ik aan de hand van de statistieken van de SKO van het jaar 2011 ondervonden dat
de Nederlandse bevolking het meest en dus ook waarschijnlijk het liefst kijkt naar
amusementprogramma’s. Amusementprogramma’s zijn programma’s die als hoofddoel hebben om
de kijker te vermaken, te ontzorgen en het hebben als doel om plezier te creëren bij de kijker. Je zou
daarom kunnen stellen dat deze programma’s niets bijdragen aan de culturele ontwikkeling van de
bevolking, omdat het louter vermakelijke programma’s zijn. De elitecultuur is het met deze stelling
eens, omdat zoals eerdergenoemd zij van mening zijn dat laagdrempelige beeldcultuur (hier de
amusementprogramma’s) kwalitatief niet voldoende zijn om de bevolking op cultureel niveau iets bij
te brengen.

Toch zijn er voldoende aspecten van de amusementprogramma’s die wel degelijk bijdragen aan de
culturele ontwikkeling van de bevolking. Het programma Ik hou van Holland, is een programma dat
meerdere elementen bevat. In het programma worden verschillende spellen gespeeld met elk een
Hollands tintje. Zo is er een spel waarin de teamcaptains samen met hun team een afbeelding te zien
krijgen met daarin vijf afgebeelde spreekwoorden. Aan hen de taak om die vijf spreekwoorden te
ontdekken. Ook moeten de beide teams woorden spellen. Dat zijn ook niet de gemakkelijkste
woorden, maar woorden die over het algemeen niet veel gebruikt worden en ook moeilijk te spellen
zijn. Er is ook een spel waarin de teams getest worden over hun Nederlandse kennis. Tijdens dit spel
worden vragen aan de teams gesteld over Nederland. Een soortgelijk spel is het spel waarin Linda de
Mol, de presentatrice, een dorp of stad gelegen in Nederland noemt en waarop het team dat aan de
beurt is die plek moet aangeven op een grote afgebeelde kaart van Nederland. Dit zijn enkele van de
velen spellen die tijdens het programma gespeeld worden, maar deze spellen zijn al alle drie gericht




                                                                                                       7
op kennis. Namelijk kennis van spreekwoorden, kennis van topografie en algemene kennis over
Nederland.

De elitaire cultuur is van mening dat dit soort programma’s, amusementsprogramma’s, niet
bijdragen aan de culturele ontwikkeling van de bevolking, omdat zij geen kwaliteit bevat. Maar Ik hou
van Holland is een amusementprogramma waarin dus wel degelijk kennis aan bod komt. Het feit dat
dit op een zodanig laagdrempelige manier wordt aangeboden, biedt de mogelijkheid aan de
lageropgeleiden en gemiddeld opgeleide Nederlander om kennis op te doen tijdens het kijken van
het programma. En het feit dat de lageropgeleiden en de gemiddeld opgeleide Nederlander er iets
van opsteken, betekent indirect dat zij cultureel ontwikkeld raken.




                                                                                                   8
3. Televisie (programma’s)

De televisie is een machtig medium en ook een zeer doeltreffend medium om een doelgroep te
bereiken. Tegenwoordig heeft elk huishouden minstens één televisietoestel in huis en dus kijkt bijna
heel Nederland naar de beelden die op de televisie voorbij komen. De beelden die op de televisie
voorbij komen zijn divers en dus ook divers in de mate van kwaliteit.

Zoals al eerder besproken zijn sommige televisieprogramma’s die tot de lage populaire cultuur
behoren programma’s die wel bijdragen aan de culturele ontwikkeling. Juist vanwege het
laagdrempelige niveau van deze programma’s kunnen meerdere doelgroepen iets opsteken van de
inhoud. De stelling dat de beeldcultuur er voor zorgt dat de bevolking minder cultureel ontwikkeld
raakt, is hier dus niet aan de orde. Niet iedereen zal zich cultureel ontwikkelen als zij naar Ik hou van
Holland kijken, maar het grote deel van Nederland wel. Het is dus niet een kwestie van geen
culturele ontwikkeling, maar een kwestie van de culturele ontwikkeling van verschillende
doelgroepen.

Waarom dragen televisieseries en programma’s nog meer bij aan de culturele ontwikkeling van het
grote deel van de bevolking? Naast het feit dat er dus wel degelijk programma’s zijn die er voor
zorgen dat de kijker iets opsteekt van de inhoud van het programma, zoals Ik hou van Holland, zijn er
ook programma’s die ook echt bedoeld zijn om de kijker iets bij te brengen. Het Journaal 20.00 uur
die als tweede op de lijst staat van de meest bekeken programma’s in het onderzoek van de SKO, is
een programma die als doel heeft om de kijker van informatie te verschaffen. Het journaal is een
programma dat elke avond op de televisie is. Een zeer grote groep kijkers kijkt dagelijks naar het
journaal. Het feit dat het om 20.00 uur begint, betekent dat werkende mensen die rond dat tijdstip
klaar zijn met werken en net hun avondmaal hebben gegeten, voor de televisie kunnen gaan zitten
om het journaal te kijken. Het is een dus een tijdstip waarop de meeste mensen in staat zijn om het
programma ook daadwerkelijk te zien.

Ook de manier waarop het nieuws dat in het journaal wordt aangeboden is van een laagdrempelig
niveau. De kijker kan namelijk ook de krant pakken en al het nieuws dat er is die dag lezen. Het
journaal haalt de belangrijkste nieuwsfeiten van die dag eruit en behandelt die tijdens de uitzending.
Maar het feit dat het aan je voorgelezen wordt, is wat het zo laagdrempelig maakt voor de kijker.
(Vos, C. 2007) De kijker hoeft niet zelf het nieuws te scannen, maar het wordt gewoon aan hem/haar
voorgelezen.




                                                                                                            9
Een element wat de televisie zo’n enorm succesvol beeldend medium maakt is het feit dat het ons
uitnodigt om mee te gaan in een illusie van realisme. Het aanvaarden van die uitnodiging levert ons
uiteindelijk veel kijkplezier op en ook nog eens op een makkelijke manier. Het lezen van een krant,
artikel in een tijdschrift, studieboeken, etc. is een stuk langdradiger en velen malen minder leuk. Ook
de manier waarop het ons aangeboden wordt, maakt het voor ons makkelijker om te begrijpen. Zoals
in het boek Inleiding televisiestudies van Hermes en Reesink wordt beschreven, zegt Fiske dat het
realisme op de televisie ons mogelijkheden aanbiedt om de werkelijkheid te kunnen interpreteren. In
het geval van het Journaal 20.00 uur moet er wel een mate van werkelijkheid zijn die hoger ligt dan
bij soaps, sitcoms en amusementprogramma’s. Want wat we tijdens het journaal zien, moet
herkenbaar zijn, maar ook echt de waarheid zijn.

Het realisme in andere programma’s bieden verschillende manieren om die werkelijkheid te
interpreteren. Hermes en Reesink hebben het perfect verwoord in hun boek als het gaat over de
macht van de televisie als medium:

“In relatie tot de macht van het medium gaat het dan niet zozeer om onderwerping aan een wijd
verbreid en algemeen regime van ‘begrijpen wie je bent, maar (vaak gedetailleerder) om bijvoorbeeld
onze rol in de maatschappij, als lid van een collectief met een individuele verantwoordelijkheid. Die rol
kan zijn wortels vinden in realisme.” Hermes, J. & Reesink. (2003)

Door de het aanbod van realisme op de televisie kan de kijker zich vergelijken met en verplaatsen in
het aanbod op de televisie. Het wordt voor de kijker versimpeld en op die manier wordt de
werkelijkheid een stuk begrijpelijker. Dat zorgt het voor dat het individu zijn rol kan vinden in de
maatschappij.




                                                                                                       10
4. Conclusie


Ik denk dat de opkomst van beeldmedia er juist voor zorgt (of heeft gezorgd) dat alle lagen van de
bevolking de kans krijgen zich cultureel te ontwikkelen. Het aanbod aan beeldmedia bestaat namelijk
niet alleen uit producten van lagere kwaliteit, zoals ‘OHOH CHERSO’, reclame en videoclips. Dankzij
het medium televisie kunnen lageropgeleiden, bijvoorbeeld het belangrijkste nieuws op
laagdrempelige wijze volgen door bijvoorbeeld naar het Journaal 20.00 uur te kijken. Ook
programma’s die in het bovenstaande besproken zijn, zijn programma’s die wel degelijk bijdragen
aan de culturele ontwikkeling van bepaalde culturele doelgroepen.

De opkomst van de beeldcultuur hoeft dus niet te betekenen dat mensen zich ‘minder cultureel
ontwikkelen’. Wel zou je kunnen zeggen dat verschillende doelgroepen door de opkomst van de
beeldcultuur zich cultureel ontwikkelen, maar dat niet alle doelgroepen baad hebben bij de
beeldcultuur.

Het biedt nieuwe mogelijkheden voor de verruiming van ons culturele blikveld. In vele gevallen
spreken beelden meer aan dan woorden. Wel moet men rekening houden met het feit dat vele
beelden onrealistisch zijn. Men moet fictie, zoals zwaar bewerkte beelden in reclame, leren
herkennen. Een mediatraining toevoegen aan het lessenpakket op scholen, zou daarom zeker niet
overbodig zijn. Indien men bang is dat mensen minder in aanraking zullen komen met ‘hoge cultuur’,
zal men kwaliteitsmedia nog meer toegankelijk moeten maken en nog meer mensen moeten
stimuleren om hiervan gebruik te maken.




                                                                                                      11
Bronnen


Broek, J. v. d. (2010). Beeldtaal: perspectieven voor makers en gebruikers. Amsterdam: Boom
onderwijs.

Extend limits. (2010). Belangrijke ontwikkelingen in de beeldcultuur van 2007. Geraadpleegd op 21
maart 2012 via:
http://www.extendlimits.nl/nieuws/artikel/belangrijke_ontwikkelingen_in_de_beeldcultuur_van_20
07/

Extend limits. (2010). Trends: Bloei van de beeldcultuur. Geraadpleegd op 21 maart 2012 via:
http://www.extendlimits.nl/trends/trend/bloei_van_de_beeldcultuur/

Hermes, J., & Reesink, M. (2003). Inleiding televisiestudies. Amsterdam: Boom.

Peternissen. (2009). De diepgang van het alledaagse. Geraadpleegd op 3 maart 2012 via:
http://www.peternissen.nl/artikelen/wetenschappelijke-artikelen/101-de-diepgang-van-het-
alledaagse.html

SKO. (2011). Kijkonderzoek. Geraadpleegd op 1 maart 2012 via:
http://www.kijkonderzoek.nl/images/stories/Persberichten/120107_Jaarpersbericht_SKO_2011.pdf

Televizier. (2012). Populaire programma’s. Geraadpleegd op 1 maart 2012 via:
http://www.televizier.nl/populaire-programmas

Vos, C. (2007). Bewegend verleden: inleiding in de analyse van films en televisieprogramma's.
Amsterdam: Boom.




                                                                                                    12

Más contenido relacionado

Similar a B&c essay

De schoonheid van het echte leven
De schoonheid van het echte levenDe schoonheid van het echte leven
De schoonheid van het echte levenHuub Mous
 
Universiteit Antwerpen Ken Lawrence Paper Cultuurkritiek
Universiteit Antwerpen Ken Lawrence Paper CultuurkritiekUniversiteit Antwerpen Ken Lawrence Paper Cultuurkritiek
Universiteit Antwerpen Ken Lawrence Paper CultuurkritiekThisco
 
talkie walkie congres - kris rutten en ronald soetaert
talkie walkie congres - kris rutten en ronald soetaerttalkie walkie congres - kris rutten en ronald soetaert
talkie walkie congres - kris rutten en ronald soetaertladda
 
Idealen in het cultuurbeleid. Een onderzoek naar het denken over cultureel bu...
Idealen in het cultuurbeleid. Een onderzoek naar het denken over cultureel bu...Idealen in het cultuurbeleid. Een onderzoek naar het denken over cultureel bu...
Idealen in het cultuurbeleid. Een onderzoek naar het denken over cultureel bu...geavs
 
Cultuurdating (master thesis C-MD, 2007)
Cultuurdating (master thesis C-MD, 2007)Cultuurdating (master thesis C-MD, 2007)
Cultuurdating (master thesis C-MD, 2007)Bram Vanderhaeghe
 
Powerpoint Jeugdsubculturen en Jongerencultuur
Powerpoint Jeugdsubculturen en JongerencultuurPowerpoint Jeugdsubculturen en Jongerencultuur
Powerpoint Jeugdsubculturen en JongerencultuurMaayke Cappoen
 
Massacultuur Algemeen 2
Massacultuur Algemeen 2Massacultuur Algemeen 2
Massacultuur Algemeen 2Peertie
 
IDdagen 2013 - Politiserende en depolitiserende tendensen
IDdagen 2013 - Politiserende en depolitiserende tendensenIDdagen 2013 - Politiserende en depolitiserende tendensen
IDdagen 2013 - Politiserende en depolitiserende tendensenbeweging.net
 
White paper cultuurfestivals
White paper cultuurfestivalsWhite paper cultuurfestivals
White paper cultuurfestivalsKeesVanOverveld
 
Hc 56 uitn moderne levenslopen
Hc 56 uitn moderne levenslopenHc 56 uitn moderne levenslopen
Hc 56 uitn moderne levenslopenAdri Martens
 
MMNieuws #1 2014 cover editorial
MMNieuws #1 2014 cover editorialMMNieuws #1 2014 cover editorial
MMNieuws #1 2014 cover editorialErfgoed 2.0
 
Canon over eigentijds humanisme door Peter de Wit
Canon over eigentijds humanisme door Peter de WitCanon over eigentijds humanisme door Peter de Wit
Canon over eigentijds humanisme door Peter de WitAdri Martens
 
Synopsis van een wijsgerige antropologie voor de 21e eeuw
Synopsis van een wijsgerige antropologie voor de 21e eeuwSynopsis van een wijsgerige antropologie voor de 21e eeuw
Synopsis van een wijsgerige antropologie voor de 21e eeuwJoris Hoerée
 
1baswa Crevits Nele
1baswa Crevits Nele1baswa Crevits Nele
1baswa Crevits Neleguest09d14c4
 
Cultuurwijsheid Mediawijsheid Ped Actie
Cultuurwijsheid Mediawijsheid Ped ActieCultuurwijsheid Mediawijsheid Ped Actie
Cultuurwijsheid Mediawijsheid Ped Actiefroling
 
De Media-Explosie
De Media-ExplosieDe Media-Explosie
De Media-ExplosievanGiessen
 

Similar a B&c essay (20)

De schoonheid van het echte leven
De schoonheid van het echte levenDe schoonheid van het echte leven
De schoonheid van het echte leven
 
Universiteit Antwerpen Ken Lawrence Paper Cultuurkritiek
Universiteit Antwerpen Ken Lawrence Paper CultuurkritiekUniversiteit Antwerpen Ken Lawrence Paper Cultuurkritiek
Universiteit Antwerpen Ken Lawrence Paper Cultuurkritiek
 
talkie walkie congres - kris rutten en ronald soetaert
talkie walkie congres - kris rutten en ronald soetaerttalkie walkie congres - kris rutten en ronald soetaert
talkie walkie congres - kris rutten en ronald soetaert
 
Idealen in het cultuurbeleid. Een onderzoek naar het denken over cultureel bu...
Idealen in het cultuurbeleid. Een onderzoek naar het denken over cultureel bu...Idealen in het cultuurbeleid. Een onderzoek naar het denken over cultureel bu...
Idealen in het cultuurbeleid. Een onderzoek naar het denken over cultureel bu...
 
Cultuurdating (master thesis C-MD, 2007)
Cultuurdating (master thesis C-MD, 2007)Cultuurdating (master thesis C-MD, 2007)
Cultuurdating (master thesis C-MD, 2007)
 
Cultuurverkenning
CultuurverkenningCultuurverkenning
Cultuurverkenning
 
Powerpoint Jeugdsubculturen en Jongerencultuur
Powerpoint Jeugdsubculturen en JongerencultuurPowerpoint Jeugdsubculturen en Jongerencultuur
Powerpoint Jeugdsubculturen en Jongerencultuur
 
Massacultuur Algemeen 2
Massacultuur Algemeen 2Massacultuur Algemeen 2
Massacultuur Algemeen 2
 
IDdagen 2013 - Politiserende en depolitiserende tendensen
IDdagen 2013 - Politiserende en depolitiserende tendensenIDdagen 2013 - Politiserende en depolitiserende tendensen
IDdagen 2013 - Politiserende en depolitiserende tendensen
 
White paper cultuurfestivals
White paper cultuurfestivalsWhite paper cultuurfestivals
White paper cultuurfestivals
 
Hc 56 uitn moderne levenslopen
Hc 56 uitn moderne levenslopenHc 56 uitn moderne levenslopen
Hc 56 uitn moderne levenslopen
 
Presentatie Boomkens
Presentatie BoomkensPresentatie Boomkens
Presentatie Boomkens
 
MMNieuws #1 2014 cover editorial
MMNieuws #1 2014 cover editorialMMNieuws #1 2014 cover editorial
MMNieuws #1 2014 cover editorial
 
PNM Pitchdocument - Kunst met een grote A
PNM Pitchdocument - Kunst met een grote APNM Pitchdocument - Kunst met een grote A
PNM Pitchdocument - Kunst met een grote A
 
Canon over eigentijds humanisme door Peter de Wit
Canon over eigentijds humanisme door Peter de WitCanon over eigentijds humanisme door Peter de Wit
Canon over eigentijds humanisme door Peter de Wit
 
Synopsis van een wijsgerige antropologie voor de 21e eeuw
Synopsis van een wijsgerige antropologie voor de 21e eeuwSynopsis van een wijsgerige antropologie voor de 21e eeuw
Synopsis van een wijsgerige antropologie voor de 21e eeuw
 
1baswa Crevits Nele
1baswa Crevits Nele1baswa Crevits Nele
1baswa Crevits Nele
 
Postmodernisme
PostmodernismePostmodernisme
Postmodernisme
 
Cultuurwijsheid Mediawijsheid Ped Actie
Cultuurwijsheid Mediawijsheid Ped ActieCultuurwijsheid Mediawijsheid Ped Actie
Cultuurwijsheid Mediawijsheid Ped Actie
 
De Media-Explosie
De Media-ExplosieDe Media-Explosie
De Media-Explosie
 

B&c essay

  • 1. De opkomst van de beeldcultuur zorgt ervoor dat mensen zich minder cultureel ontwikkelen. Joséphine Figee 09086927 Beeld & Communicatie 2011-2012 5 maart 2012 1
  • 2. Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3 1. Cultuurklassen ..................................................................................................................................... 4 1.2 Elitaire cultuur ............................................................................................................................... 4 1.2 Lage populaire cultuur................................................................................................................... 4 1.3 Onderscheid hoge en lage populaire cultuur ................................................................................ 5 2. Beeldcultuur ........................................................................................................................................ 6 2.1 Huidige beeldcultuur ..................................................................................................................... 6 1.2 Onderwijzende amusementprogramma’s .................................................................................... 7 3. Televisie (programma’s) ...................................................................................................................... 9 4. Conclusie ........................................................................................................................................... 11 Bronnen ................................................................................................................................................. 12 2
  • 3. Inleiding De stelling ‘de opkomst van de beeldcultuur zorgt ervoor dat mensen zich minder cultureel ontwikkelen’ lijkt zichzelf tegen te spreken, want hoe kan juist de opkomst van een nieuw soort cultuur ervoor zorgen dat men zich juist minder cultureel ontwikkelen? Vandaar dat de stelling onderbouwd dient te worden. Dit doe ik aan de hand van kort de gedachtegang van voorstanders van de stelling weer te geven en kort de gedachtegang van de tegenstanders. Ten eerste: wat is beeldcultuur precies? Om beeldcultuur te kunnen definiëren vereist er eerst een definitie van cultuur zelf. Zoals ik samen met mijn groepsleden Susan, Simone en Liselotte heb gedefinieerd houdt cultuur het geheel van materiële en immateriële verworvenheden van een groep in. Hieronder nog een bredere betekenis van het begrip ‘cultuur’: “Een ruime betekenis van cultuur is: alles wat mensen maken en doen. In een meer sociologische betekenis is cultuur de leefstijl van een samenleving, samengesteld uit een mix van subculturen met hun geloven, gewoonten en gebruiken. Aan de leefstijl van een groep of gemeenschap ontlenen mensen hun identiteit. Voor inzicht in de leefstijlen van het verleden kunnen we teruggrijpen op tradities, overleveringen en het materiële cultureel erfgoed. In de klassieke definitie omvat cultuur de kunsten, cultureel erfgoed en de media.” BRON Cultuur kan tevens onderscheiden worden in elitecultuur en populaire cultuur. Tot de elitecultuur worden kunstuitingen als (klassieke) muziek, literatuur, beeldende kunst, architectuur, theater gerekend. Tot de populaire cultuur worden kunstuitingen als populaire muziekgenres (R&B, Pop, Rap, etc.), film, televisie gerekend. In de onderbouwing van mijn mening ten opzichte van de stelling zal vaak naar de duidelijke verschillen, de positie en insteek van deze twee verschillende vormen van cultuur verwezen worden. Vanwege de verschillende insteken, gedachtegang en meningen van de elitecultuur en de populaire cultuur kunnen er twee kanten van de stelling belicht worden. Namelijk de kant van de voorstander (elitecultuur) en de kant van de tegenstander (populaire cultuur). In de kern van het essay zal ik hier verder op ingaan. Ten slotte nog een definitie van beeldcultuur: Met beeldcultuur wordt hier bedoeld: Beeldcultuur is een cultuur binnen de samenleving waarin men door middel van beelden bepaalde ideeën wil overbrengen op de rest van de maatschappij. Het is een samenvattende term voor de visuele uitingen waarmee men in de maatschappij geconfronteerd wordt. Deze visuele uitingen bestaan uit architectuur, film, foto, games, graffiti, mode, pictogrammen, reclame, strips, tijdschriften, verpakkingen, videoclips, televisieprogramma’s 3
  • 4. 1. Cultuurklassen 1.2 Elitaire cultuur Kunst en al haar uitingen is al heel vroeg in de geschiedenis ontstaan. In de loop der jaren wordt kunst vaak in 1 adem met cultuur genoemd: kunst maakt onderdeel uit van cultuur. Ook zijn er in de loop der jaren steeds meer verschillende soorten kunstuitingen ontstaan. Zij denkt dat door vertoon van bepaalde beelden mensen ‘cultureel onwenselijk gedrag’ gaan vertonen. Volgens hen komen mensen door de opkomst van bepaalde beeldmedia, meer in aanraking met lage, populaire cultuur. Hierbij worden bijvoorbeeld ‘soaps’ als voorbeeld genoemd. Volgens de culturele elitair hebben zulk soort beelden gebrek aan diepgang en belemmeren ze de ontwikkeling van de bevolking. Wij zijn het niet met deze argumentatie eens. Het klopt dat de hogere klasse van de samenleving (hoger opgeleide mensen) qua beeld en diepgang weinig leert van het grotere percentage van de huidige beeldcultuur. De soapbeelden kunnen de lagere klassen echter wel op vermakelijke wijze nieuwe Nederlandse woorden leren. Bovendien zien televisiekijkers verschillende soorten conflicten en de manier waarop hiermee wordt omgegaan. In sommige gevallen kan dit een cultureel educatieve werking hebben. 1.2 Lage populaire cultuur Naast de elitaire cultuur heeft ook de lage cultuur zich onderscheiden als een klasse. Met de populaire (lage) cultuur wordt hier de lageropgeleiden en de gemiddeld opgeleide Nederlander bedoeld. De populaire cultuur is de cultuur van de videoclips, de meest diverse videoclips op Youtube variërend van spelende kittens tot monologen van fans van Britney Spears. Maar ook strips in kranten, de afbeeldingen in sommige tijdschriften. Want ook in daarin is een verschil in kwaliteit te vinden. Een afbeelding van de laatste modeontwerpen van Chanel in de Glamour (tijdschrift) wordt gerekend tot de populaire cultuur. Maar wordt een afbeelding in het wetenschappelijk tijdschrift Adformatie ook tot de populaire cultuur gerekend? Zoals in het wetenschappelijke artikel De diepgang van het alledaagse is beschreven, is de populaire oftewel lage cultuur iets van de massa in de maatschappij. Het begrijpen en deelnemen aan die lage cultuur zou niet veel inspanning vereisen, ook is het niet nodig om over veel kennis en onderscheidingsvermogen te bezitten. Lage cultuur is cultuur waar je je als bevolking aan kunt overgeven en die alleen maar als vermaakt dient. Lage cultuur is dus eigenlijk iets voor degenen die minder intelligent zijn en voor degenen die minder talentvol en succesvol zijn. (Speling 61, 2009) 4
  • 5. 1.3 Onderscheid hoge en lage populaire cultuur Tegenwoordig beginnen de hoge en de lage populaire cultuur samen te smelten. De academici houdt zich tegenwoordig ook bezig met popmuziek, strips en thrillers. Zo worden ook klassieke muziekstukken een gemeenschappelijk goed van de massa. Kijk naar André Rieu, die fans heeft die tot de zo gezegde “Flodderfamilie” behoren. Cd’s van Bach, Mozart, Andrea Bocelli liggen in de schappen van winkelketens als het Kruidvat, de HEMA en de V&D. Op deze manier wordt de elitaire cultuur en haar kwalitatief uitermate hoge producten toegankelijk voor de massa, het plebs. Ook wel de lage populaire cultuur genoemd. Naast het feit dat de lage populaire cultuur en de hoge cultuur samensmelten, is er ook een wisselwerking ontstaan. De twee cultuurvormen gebruiken elkaars expertise, ontlenen informatie van elkaar, verwijzen naar en beïnvloeden elkaar zelfs. Luister maar eens naar het nummer If I get you alone van Robin Thick. Deze muzikant die tot de lage populaire cultuur wordt gerekend, heeft een zeer bekend klassiek stuk van Beethoven in het nummer verwerkt. Hij is niet de enige artiest die tot de lage populaire cultuur wordt gerekend die klassieke muziekstukken in hun nummers mixen. Zo zie je maar dat de grenzen tussen de twee verschillende vormen van de cultuur in onze maatschappij minder strikt en minder scherp geworden zijn. (Speling 61, 2009) 5
  • 6. 2. Beeldcultuur 2.1 Huidige beeldcultuur Met beeldcultuur wordt dus de cultuur waarin beeld een centrale rol speelt, bedoeld. Het begrip ´beeld´ is een zeer breed begrip. Vandaar een korte toelichting aan dit begrip. T. Bosma, die meerdere artikelen schrijft over beeldcultuur en de ontwikkeling ervan, beschrijft beeldcultuur in zijn artikel Trend: Bloei van de beeldcultuur precies zoals in dit essay bedoeld wordt. “De beeldcultuur wordt officieel omschreven als een maatschappelijke ontwikkeling waarbij visuele beelden een indringende rol spelen in communicatieve situaties.” Met ‘beeld’ wordt dus ‘visueel beeld’ bedoeld. T. Bosma schrijft in het artikel Ontwikkelingen In De Beeldcultuur (Nieuwe Media) over de belangrijkste beeldende media namelijk: foto- en videosearch (Youtube, Riya, Dumpert, etc.), foto’s en video’s gemaakt met de mobiele telefoon en (video)camera, geotagging, Pinterest, TV. Met betrekking tot deze stelling bedoel ik met het begrip ‘beeld’: prenten, platen, schilderijen, beeldhouwwerken, films, foto’s, Youtube-filmpjes en televisie. De laatst genoemde media, TV, is een heel populair medium in de samenleving. Volgens de Stichting Kijkonderzoek (SKO) van Nederland keek in 2011 de Nederlander gemiddeld 191 minuten naar de televisie, dit is drie uur en elf minuten per dag. Uit hetzelfde onderzoek is naar voren gekomen dat de Nederlandse bevolking het meeste kijkt naar opeenvolgend de Publieke Omroep, RTL Nederland (van deze zenders wordt het meeste gekeken naar RTL 4), SBS en Net 5. Nu we weten naar welke zenders de Nederlandse bevolking kijkt, weten we ook naar welke programma’s zij kijkt. Op deze manier kunnen we achterhalen wat de meest bekeken programma’s zijn op televisie en dus ook met welke beeldende cultuur de Nederlandse bevolking zich mee bezighoudt. In de statistieken van het onderzoek van de SKO komt naar voren dat er in 2011 het meest gekeken is naar de volgende programma’s: 1. Boer zoekt vrouw 2. Journaal 20.00 uur 3. The Voice of Holland (+ de uitslag) 4. TV Show 5. Studio Sport Eredivisie 6. TV Kantine 6
  • 7. 7. Ik hou van Holland 8. De reünie Aan de hand van deze statistieken kunnen we constateren dat de Nederlandse bevolking het meeste kijkt naar recreatieve programma’s (Boer zoekt vrouw, The Voice, Ik hou van Holland, de reünie). Het zijn programma’s die de Televizier categoriseert als een amusementprogramma. Dat zijn programma’s die mensen plezier brengen in hun vrije tijd. (Televizier, 2012) Het gaat er bij deze programma’s dus niet zo zeer om, om de kijkers iets bij te brengen. Het hoofddoel is om de kijkers te vermaken met de inhoud van het programma. 1.2 Onderwijzende amusementprogramma’s In paragraaf 1 heb ik aan de hand van de statistieken van de SKO van het jaar 2011 ondervonden dat de Nederlandse bevolking het meest en dus ook waarschijnlijk het liefst kijkt naar amusementprogramma’s. Amusementprogramma’s zijn programma’s die als hoofddoel hebben om de kijker te vermaken, te ontzorgen en het hebben als doel om plezier te creëren bij de kijker. Je zou daarom kunnen stellen dat deze programma’s niets bijdragen aan de culturele ontwikkeling van de bevolking, omdat het louter vermakelijke programma’s zijn. De elitecultuur is het met deze stelling eens, omdat zoals eerdergenoemd zij van mening zijn dat laagdrempelige beeldcultuur (hier de amusementprogramma’s) kwalitatief niet voldoende zijn om de bevolking op cultureel niveau iets bij te brengen. Toch zijn er voldoende aspecten van de amusementprogramma’s die wel degelijk bijdragen aan de culturele ontwikkeling van de bevolking. Het programma Ik hou van Holland, is een programma dat meerdere elementen bevat. In het programma worden verschillende spellen gespeeld met elk een Hollands tintje. Zo is er een spel waarin de teamcaptains samen met hun team een afbeelding te zien krijgen met daarin vijf afgebeelde spreekwoorden. Aan hen de taak om die vijf spreekwoorden te ontdekken. Ook moeten de beide teams woorden spellen. Dat zijn ook niet de gemakkelijkste woorden, maar woorden die over het algemeen niet veel gebruikt worden en ook moeilijk te spellen zijn. Er is ook een spel waarin de teams getest worden over hun Nederlandse kennis. Tijdens dit spel worden vragen aan de teams gesteld over Nederland. Een soortgelijk spel is het spel waarin Linda de Mol, de presentatrice, een dorp of stad gelegen in Nederland noemt en waarop het team dat aan de beurt is die plek moet aangeven op een grote afgebeelde kaart van Nederland. Dit zijn enkele van de velen spellen die tijdens het programma gespeeld worden, maar deze spellen zijn al alle drie gericht 7
  • 8. op kennis. Namelijk kennis van spreekwoorden, kennis van topografie en algemene kennis over Nederland. De elitaire cultuur is van mening dat dit soort programma’s, amusementsprogramma’s, niet bijdragen aan de culturele ontwikkeling van de bevolking, omdat zij geen kwaliteit bevat. Maar Ik hou van Holland is een amusementprogramma waarin dus wel degelijk kennis aan bod komt. Het feit dat dit op een zodanig laagdrempelige manier wordt aangeboden, biedt de mogelijkheid aan de lageropgeleiden en gemiddeld opgeleide Nederlander om kennis op te doen tijdens het kijken van het programma. En het feit dat de lageropgeleiden en de gemiddeld opgeleide Nederlander er iets van opsteken, betekent indirect dat zij cultureel ontwikkeld raken. 8
  • 9. 3. Televisie (programma’s) De televisie is een machtig medium en ook een zeer doeltreffend medium om een doelgroep te bereiken. Tegenwoordig heeft elk huishouden minstens één televisietoestel in huis en dus kijkt bijna heel Nederland naar de beelden die op de televisie voorbij komen. De beelden die op de televisie voorbij komen zijn divers en dus ook divers in de mate van kwaliteit. Zoals al eerder besproken zijn sommige televisieprogramma’s die tot de lage populaire cultuur behoren programma’s die wel bijdragen aan de culturele ontwikkeling. Juist vanwege het laagdrempelige niveau van deze programma’s kunnen meerdere doelgroepen iets opsteken van de inhoud. De stelling dat de beeldcultuur er voor zorgt dat de bevolking minder cultureel ontwikkeld raakt, is hier dus niet aan de orde. Niet iedereen zal zich cultureel ontwikkelen als zij naar Ik hou van Holland kijken, maar het grote deel van Nederland wel. Het is dus niet een kwestie van geen culturele ontwikkeling, maar een kwestie van de culturele ontwikkeling van verschillende doelgroepen. Waarom dragen televisieseries en programma’s nog meer bij aan de culturele ontwikkeling van het grote deel van de bevolking? Naast het feit dat er dus wel degelijk programma’s zijn die er voor zorgen dat de kijker iets opsteekt van de inhoud van het programma, zoals Ik hou van Holland, zijn er ook programma’s die ook echt bedoeld zijn om de kijker iets bij te brengen. Het Journaal 20.00 uur die als tweede op de lijst staat van de meest bekeken programma’s in het onderzoek van de SKO, is een programma die als doel heeft om de kijker van informatie te verschaffen. Het journaal is een programma dat elke avond op de televisie is. Een zeer grote groep kijkers kijkt dagelijks naar het journaal. Het feit dat het om 20.00 uur begint, betekent dat werkende mensen die rond dat tijdstip klaar zijn met werken en net hun avondmaal hebben gegeten, voor de televisie kunnen gaan zitten om het journaal te kijken. Het is een dus een tijdstip waarop de meeste mensen in staat zijn om het programma ook daadwerkelijk te zien. Ook de manier waarop het nieuws dat in het journaal wordt aangeboden is van een laagdrempelig niveau. De kijker kan namelijk ook de krant pakken en al het nieuws dat er is die dag lezen. Het journaal haalt de belangrijkste nieuwsfeiten van die dag eruit en behandelt die tijdens de uitzending. Maar het feit dat het aan je voorgelezen wordt, is wat het zo laagdrempelig maakt voor de kijker. (Vos, C. 2007) De kijker hoeft niet zelf het nieuws te scannen, maar het wordt gewoon aan hem/haar voorgelezen. 9
  • 10. Een element wat de televisie zo’n enorm succesvol beeldend medium maakt is het feit dat het ons uitnodigt om mee te gaan in een illusie van realisme. Het aanvaarden van die uitnodiging levert ons uiteindelijk veel kijkplezier op en ook nog eens op een makkelijke manier. Het lezen van een krant, artikel in een tijdschrift, studieboeken, etc. is een stuk langdradiger en velen malen minder leuk. Ook de manier waarop het ons aangeboden wordt, maakt het voor ons makkelijker om te begrijpen. Zoals in het boek Inleiding televisiestudies van Hermes en Reesink wordt beschreven, zegt Fiske dat het realisme op de televisie ons mogelijkheden aanbiedt om de werkelijkheid te kunnen interpreteren. In het geval van het Journaal 20.00 uur moet er wel een mate van werkelijkheid zijn die hoger ligt dan bij soaps, sitcoms en amusementprogramma’s. Want wat we tijdens het journaal zien, moet herkenbaar zijn, maar ook echt de waarheid zijn. Het realisme in andere programma’s bieden verschillende manieren om die werkelijkheid te interpreteren. Hermes en Reesink hebben het perfect verwoord in hun boek als het gaat over de macht van de televisie als medium: “In relatie tot de macht van het medium gaat het dan niet zozeer om onderwerping aan een wijd verbreid en algemeen regime van ‘begrijpen wie je bent, maar (vaak gedetailleerder) om bijvoorbeeld onze rol in de maatschappij, als lid van een collectief met een individuele verantwoordelijkheid. Die rol kan zijn wortels vinden in realisme.” Hermes, J. & Reesink. (2003) Door de het aanbod van realisme op de televisie kan de kijker zich vergelijken met en verplaatsen in het aanbod op de televisie. Het wordt voor de kijker versimpeld en op die manier wordt de werkelijkheid een stuk begrijpelijker. Dat zorgt het voor dat het individu zijn rol kan vinden in de maatschappij. 10
  • 11. 4. Conclusie Ik denk dat de opkomst van beeldmedia er juist voor zorgt (of heeft gezorgd) dat alle lagen van de bevolking de kans krijgen zich cultureel te ontwikkelen. Het aanbod aan beeldmedia bestaat namelijk niet alleen uit producten van lagere kwaliteit, zoals ‘OHOH CHERSO’, reclame en videoclips. Dankzij het medium televisie kunnen lageropgeleiden, bijvoorbeeld het belangrijkste nieuws op laagdrempelige wijze volgen door bijvoorbeeld naar het Journaal 20.00 uur te kijken. Ook programma’s die in het bovenstaande besproken zijn, zijn programma’s die wel degelijk bijdragen aan de culturele ontwikkeling van bepaalde culturele doelgroepen. De opkomst van de beeldcultuur hoeft dus niet te betekenen dat mensen zich ‘minder cultureel ontwikkelen’. Wel zou je kunnen zeggen dat verschillende doelgroepen door de opkomst van de beeldcultuur zich cultureel ontwikkelen, maar dat niet alle doelgroepen baad hebben bij de beeldcultuur. Het biedt nieuwe mogelijkheden voor de verruiming van ons culturele blikveld. In vele gevallen spreken beelden meer aan dan woorden. Wel moet men rekening houden met het feit dat vele beelden onrealistisch zijn. Men moet fictie, zoals zwaar bewerkte beelden in reclame, leren herkennen. Een mediatraining toevoegen aan het lessenpakket op scholen, zou daarom zeker niet overbodig zijn. Indien men bang is dat mensen minder in aanraking zullen komen met ‘hoge cultuur’, zal men kwaliteitsmedia nog meer toegankelijk moeten maken en nog meer mensen moeten stimuleren om hiervan gebruik te maken. 11
  • 12. Bronnen Broek, J. v. d. (2010). Beeldtaal: perspectieven voor makers en gebruikers. Amsterdam: Boom onderwijs. Extend limits. (2010). Belangrijke ontwikkelingen in de beeldcultuur van 2007. Geraadpleegd op 21 maart 2012 via: http://www.extendlimits.nl/nieuws/artikel/belangrijke_ontwikkelingen_in_de_beeldcultuur_van_20 07/ Extend limits. (2010). Trends: Bloei van de beeldcultuur. Geraadpleegd op 21 maart 2012 via: http://www.extendlimits.nl/trends/trend/bloei_van_de_beeldcultuur/ Hermes, J., & Reesink, M. (2003). Inleiding televisiestudies. Amsterdam: Boom. Peternissen. (2009). De diepgang van het alledaagse. Geraadpleegd op 3 maart 2012 via: http://www.peternissen.nl/artikelen/wetenschappelijke-artikelen/101-de-diepgang-van-het- alledaagse.html SKO. (2011). Kijkonderzoek. Geraadpleegd op 1 maart 2012 via: http://www.kijkonderzoek.nl/images/stories/Persberichten/120107_Jaarpersbericht_SKO_2011.pdf Televizier. (2012). Populaire programma’s. Geraadpleegd op 1 maart 2012 via: http://www.televizier.nl/populaire-programmas Vos, C. (2007). Bewegend verleden: inleiding in de analyse van films en televisieprogramma's. Amsterdam: Boom. 12